PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Transcriptie

1 De functie van buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang is opvang buiten de schooluren. Deze opvang is bedoeld voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Het gaat om een opvangaanbod voor en na schooltijd, op roostervrije dagen en gedurende de schoolvakanties. Buitenschoolse opvang heeft naast een opvangfunctie ook een zorgfunctie. Het is van groot belang dat de ouders een vertrouwde plek hebben waar hun kind wordt opgevangen. De contacten tussen de BSO en de basisscholen (de Wiekslag en de Bonte Mol) vinden we erg belangrijk. Samen zijn we verantwoordelijk voor de kwaliteit van de opvang. We streven er naar als een tweede thuis voor de kinderen te zijn. Een plek waar je thuis komt na een drukke schooldag. Als de kinderen binnen komen, wordt er eerst samen aan tafel fruit gegeten en wat gedronken. Er is een luisterend oor voor de verhalen van de kinderen na de schooldag. Daarna mogen de kinderen bedenken wat ze willen gaan doen of waar ze mee willen spelen. Er wordt ook getracht om de kinderen wat vaardigheden bij te brengen op verschillende gebieden en aan te sluiten op persoonlijke competenties, zoals: - sociale omgang - zelfstandig spelen/werken (persoonlijke behoeften) - lezen - creativiteit - waarden en normen Uitgangspunten: - BSO Bruintje Beer biedt de kinderen niet alleen gezelligheid, maar ook persoonlijke aandacht, veiligheid en geborgenheid tijdens de opvang - Alle leidsters hebben de benodigde diploma s om als pedagogisch medewerksters op de groep te mogen staan. Tevens hebben ze een EHBO-diploma en een geldige verklaring van goed gedrag (VOG) - In principe is de opvang buiten schooltijd en op vakantiedagen geopend, behalve op de verplichte vrije dagen/feestdagen. - Een goed contact met de ouders vinden wij heel belangrijk. Sociaal-emotionele veiligheid We vinden het belangrijk dat er op de BSO een ongedwongen, vrije sfeer is. Kinderen mogen daarom zelf invulling geven aan wat ze willen doen en met wie. Toch is niet alles helemaal vrijblijvend. Er is een zekere mate van structuur (regels, regelmaat en gewoontes), omdat dit de kinderen duidelijkheid biedt. Een kind weet zo waar het aan toe is en wat hem te wachten staat. Het herkenbare, terugkerende geeft een gevoel van veiligheid en vertrouwen en bij jonge kinderen een tijdsgevoel waardoor de dag overzichtelijk wordt. BSO Bruintje Beer biedt huiselijke en kleinschalige opvang. Na schooltijd worden de kinderen door een vaste leidster of vaste leidsters opgevangen. De kinderen die gebruik maken van de BSO in de Pullelat hebben een verzamelpunt in de school waar de leidster(s) hen opwacht(en). Samen lopen ze dan naar het lokaal van de BSO. De kinderen van de Bonte Mol komen zelf naar het BSO lokaal of worden door de leidster opgehaald uit de klas. Afhankelijk van de groepssamenstelling kan de groep worden gesplitst in 2 groepen en worden verdeeld over de 2 lokalen (Pullelat). De splitsing zal gemaakt worden naar leeftijd en de voorkeur voor vrienden/vriendinnen.

2 Bij uitstapjes zullen er afhankelijk van de groepsgrootte twee gediplomeerde leidsters mee gaan. Bij kleine kind-aantallen en afhankelijk van de geplande activiteit kan ook een leidster meegaan. Bij groepen van meer dan 10 kinderen wordt altijd een tweede leidster ingezet. De leidster kent de (eigen)aardigheden van elk kind. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een vaste leidster op een vaste dag. Vervanging van leidsters wordt zo mogelijk gedaan door de invalsters of vaste leidsters van het team van Bruintje Beer, zodat de kinderen niet erg hoeven te wennen aan deze personen. BSO Bruintje Beer vindt het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen in de groep. Wij hechten aan een veilige sfeer in de groep waarin ieder kind zich op z n gemak voelt en zich kan ontplooien. Sociale vaardigheden Het omgaan met andere leeftijdsgenootjes is een belangrijke manier om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Hieronder verstaan we o.a. het zich in een ander kunnen verplaatsen, duidelijk kunnen maken wat je wel en niet wilt, samenwerken, anderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen, het ontwikkelen van sociale verantwoordelijkheid. Kinderen oefenen met elkaar en ontwikkelen zich tot personen die goed functioneren in de samenleving. De oudere kinderen leren omgaan met de jongere kinderen en de jongere kinderen kunnen weer van de oudere kinderen leren. De leidsters spelen in op de leeftijdsverschillen binnen de groep. De kinderen leren omgaan met andere kinderen binnen een groep. De leermiddelen zijn daarbij de spelletjes en activiteiten met elkaar. De leidster heeft een begeleidende rol in het oplossen van conflicten tussen de kinderen. Conflicten worden in bijzijn van een leidster uitgepraat. We geven kinderen graag complimenten. Dit heeft een stimulerende werking. Om alles zo goed mogelijk te laten verlopen zijn er regels op de BSO die zoveel mogelijk samen met de kinderen zijn gemaakt. Wanneer een kind zich niet aan de regels houdt zal de leidster het kind aanspreken. Positief gedrag wordt gestimuleerd. Door samen activiteiten te ondernemen, leren de kinderen diverse vaardigheden op sociaal gebied: - samen delen - oplossingen bedenken - samen ervaren - samen spelen - samen ontdekken - samen conflicten oplossen Voor elk kind wordt een gezonde balans nagestreefd tussen individuele en gezamenlijke activiteiten. De leidster ziet er enerzijds op toe dat een kind niet te veel alleen speelt en anderzijds ook zelfstandig leert spelen. Locatie In principe wordt er naar gestreefd om zoveel mogelijk de binnen-activiteiten in het lokaal te laten plaatsvinden en de buitenactiviteiten op de centrale buitenspeelplaats. De buitenlocaties zijn met hekken omheind. Bij mooi weer zullen we ook regelmatig naar de verschillende speeltuintjes in het dorp gaan. Daar kunnen de kinderen klimmen en klauteren en soms wordt daar gezorgd voor een kleine picknick. Tijdens de vakantieopvang zullen er ook uitstapje worden gemaakt. Deze worden ruim op tijd bekend gemaakt zodat kinderen zich daarvoor in kunnen schrijven.

3 Het lokaal is in verschillende gebieden verdeeld. Zo is er: - een leeshoek met een bank - een grote tafel waaraan gegeten, gedronken, gepraat en geknutseld wordt - een computerhoek met spellen voor jong en oud - een voetbaltafel (Pullelat) - een deel waar kinderen op een speelkleed kunnen bouwen en met auto s spelen - een kast met gezelschapsspellen - een keuken waar een oven is om bijvoorbeeld koekjes te bakken Er is voldoende spelmateriaal aanwezig waar kinderen heerlijk mee kunnen spelen. Buitenspeelgoed zoals een voetbal of springtouw zorgt er voor dat kinderen met elkaar gaan spelen. Binnen zijn er verschillende spelletjes die de kinderen samen kunnen doen. Tijdens deze spellen leren de kinderen op hun beurt te wachten en om te gaan met winnen en verliezen. Als er een televisie aanwezig is op de BSO locatie wordt die incidenteel gebruikt. Bijvoorbeeld tijdens de vakanties om gezellig samen een film te kijken. Er is aangepast spel- en leermateriaal voor groot en klein. Bij aankoop van speelgoed wordt er bewust gekeken naar het opvoedkundige gehalte en de duurzaamheid van het speelgoed. Speelgoed dat aanzet tot ongewenst gedrag, zoals agressie, zal uit de groep worden verwijderd en niet opnieuw worden aangeschaft. Om voor de kinderen steeds nieuwe uitdagingen te bieden, wordt er regelmatig nieuw speelmateriaal aangeschaft. Verder worden er zoveel mogelijk diverse activiteiten georganiseerd, om voor de kinderen een uitdaging te blijven bieden. Hierbij wordt ook gelet op de persoonlijke behoeften van de kinderen. Er wordt ook regelmatig overlegt met de kinderen om van hen te horen wat zij leuk zouden vinden om te doen. Stompetoren biedt 4 dagen opvang, te weten maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag. Schermerhorn biedt 2 dagen op locatie opvang, dit is op dinsdag en vrijdag. Op maandag en donderdag worden de kinderen van De Bonte Mol opgehaald door een pedagogisch medewerkster en naar de locatie in Stompetoren gebracht. Persoonlijke competentie Het is belangrijk dat kinderen de mogelijkheid krijgen vaardigheden als zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit te ontwikkelen. Dit stelt hen namelijk in staat allerlei typen problemen adequaat aan te pakken en zich goed aan te passen aan veranderende omstandigheden. In principe gebeurt het ontwikkelen van persoonlijke competenties vanuit het kind zelf, door spel en door het ontdekken van de wereld om hem heen. We vinden het belangrijk kinderen te stimuleren dingen zelf te doen om hen op die manier te laten ervaren dat ze al veel dingen zelf kunnen. Dit geeft het kind zelfvertrouwen en kan een helpt zijn verdere ontwikkeling. Door het kind te stimuleren, aan te moedigen, samen naar oplossingen te zoeken en te complimenteren wanneer iets is gelukt proberen we het kind te helpen. Dit stimuleert het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van het kind. De ruimte is zodanig ingericht dat kinderen zelf kunnen kiezen wat ze willen doen. Het speel- en knutselmateriaal mag na overleg met de leidster zelf worden gepakt. We laten de kinderen zoveel mogelijk zelf verzinnen op welke manier een spel gespeeld moet worden, of wat en hoe er geknutseld wordt. We laten de kinderen zelf kiezen welke activiteit ze willen doen, en bieden daarbij nieuwe mogelijkheden en materialen aan.

4 Normen en waarden De groep heeft zoveel mogelijk vaste bekende leidsters. Een nieuwe leidster draait altijd eerst mee met een voor de groep bekende leidster om de kinderen te laten wennen aan de nieuwe persoon. Er zal ook tijdens ziekte/vakantie van een vertrouwde leidster een vaste invalleidster aanwezig zijn zodat het voor een kind veilig voelt. Wennen Kinderen krijgen in overleg met de ouders in principe twee middagen om te wennen aan de leidsters, de groep en de omgeving. Tijdens de wenmiddagen wordt er goed gekeken naar de behoeften van het kind en daarop wordt de duur van de middagen afgestemd. De kinderen gaan eerst gezamenlijk wat fruit eten en wat drinken aan de grote tafel. De leidster zorgt ervoor dat de kinderen elk hun zegje kunnen doen en dat de kinderen ook naar elkaar luisteren. De kinderen kunnen hierna zelf bepalen wat ze willen gaan doen. De leidster probeert de kinderen hierin zoveel mogelijk vrij te laten. Kinderen die meer sturing of begeleiding nodig hebben krijgen dit ook. De leidster zal ook activiteiten aan de groep aanbieden, waarmee ze gezamenlijk aan de slag kunnen. Een kind kan echter zelf aangeven om alleen een te willen spelen, of bijvoorbeeld een boek lezen. De individuele behoefte wordt gerespecteerd. De leidsters dienen altijd op een respectvolle manier met de kinderen om te gaan, evenals de kinderen met elkaar. De gangbare waarden en normen vinden we belangrijk en worden aan de kinderen tijdens de opvang meegegeven. De leidster heeft hierin een voorbeeldfunctie. De leidster legt aan de kinderen uit wat de huisregels zijn van de BSO. Een kind wat zich niet aan de regels houdt, zal hier mondeling op gewezen worden door de leidster. Als een kind zich na enkele waarschuwingen nog steeds niet aan de regels houdt, dan wordt deze apart van de groep gezet om even na te denken. Na een korte periode gaat de leidster met dit kind praten waarna het zich weer bij de groep kan voegen. Wanneer een kind apart is gezet, wordt het altijd gemeld aan de ouders. Een kind moet zich in de groep veilig en geborgen voelen. Er wordt gestreefd naar een gezellig en rustige sfeer voor de kinderen, zodat deze ook graag mogen komen bij BSO Bruintje Beer. Het uitgangspunt is dat de kinderen blij moeten komen en ook weer blij weggaan. De leidster dient voor rust op de groep te zorgen. Een verdrietig kind wordt getroost en gerustgesteld. De leidster zal proberen te achterhalen wat er aan de hand is en samen met het kind een oplossing bedenken. Dit zal de leidster ook melden aan de ouder(s). Verjaardagen van de kinderen en de leidsters worden bij BSO Bruintje Beer gevierd. Een verjaardag is voor een kind belangrijk om te vieren. De jarige wordt in het zonnetje gezet en ontvangt een cadeau. De kinderen mogen eventueel trakteren, maar dit is niet verplicht. Er wordt aan verschillende jaarfeesten aandacht geschonken, zoals Kerst, Pasen of Sinterklaas. We vieren ook ieder jaar een eindfeest in de laatste week voor de zomervakantie begint. Dagritme Als de kinderen na schooltijd bij de BSO komen gaan zij gezamenlijk aan tafel wat drinken, fruit eten en kunnen ze gesprekken voeren. Hierna kunnen de kinderen activiteiten gaan ondernemen. Op vakantiedagen kunnen de ouders de kinderen brengen tussen 08:30u en 09:30u. Op deze dag zullen de leidsters wat verschillende activiteiten voor de kinderen organiseren, zoals een speurtocht door het dorp, knutselen of een uitstapje. De kinderen krijgen dan rond 11:00u iets te drinken met wat lekkers, tussen 12:00u en 12:30u een lunch en rond 15:30u wat te drinken met fruit. Alle dagen kunnen de kinderen worden opgehaald tussen 17:00u en 18:30u. De ouders hebben de gelegenheid om met de leidsters over hun kind(eren) te praten.

5 Plan en praktijk Dit Pedagogisch Beleidsplan, de Werkwijze van BSO Bruintje Beer en de Huisregels vormen samen de leidraad binnen BSO Bruintje Beer. Deze worden samen ook uitgereikt aan alle ouders, zodat iedereen weet hoe BSO Bruintje Beer te werk gaat. Tevens worden het Pedagogisch Beleidsplan en de Huisregels jaarlijks getoetst bij de teamvergadering en de ouderraad. Eens per zes weken vindt er een teamoverleg plaats. Vervoer kinderen in de auto De pedagogisch medewerkers hanteren wettelijke richtlijnen vervoer kinderen in de auto. Bij het vervoeren van kinderen in personenauto s houden we ons aan de wettelijke voorschriften: - Iedere auto heeft een inzittendenverzekering; - Er mogen zoveel kinderen vervoerd worden als er kinderzitjes/zitverhogers en/of autogordels zijn (met dien verstande dat van één gordel slechts één kind gebruik mag maken). - Voor kinderen boven de 3 jaar en onder de 1.35m is het gebruik van autogordel met een (goedgekeurde) zitverhoger op de achterbank verplicht. - Vanaf de leeftijd 6 jaar en onder de 1.50m mag een kind voorin zitten, mits het gebruik maakt van een zitverhoger, zodat een veilig gebruik van de gordel, ook rekening houdend met de airbag, gegarandeerd is. - Vanaf de leeftijd van 9 jaar mag een kind voorin zitten, als het tenminste 1.50m lang is, zodat een veilig gebruik van de gordel, ook rekening houdend met de airbag, gegarandeerd is.