Rekenbeleid Rudolf Steiner College

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Rekenbeleid Rudolf Steiner College"

Godelieve Bauwens
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Rekenbeleid Rudolf Steiner College Missie en visie Als vrijeschool richten wij ons op onderwijs in gehelen. Dat betekent dat rekenvaardigheid binnen de context van de verschillende vakken wordt ontwikkeld; rekenen is niet alleen een kwestie van wiskunde. Daarnaast streven we ernaar om als vrijeschool midden in de maatschappij te staan. Daar wordt steeds meer belang gehecht aan rekenvaardigheid. We vinden dat onze leerlingen moeten voldoen aan de landelijke rekennormen. Leerlingen die daartoe niet voldoende hebben aan het reguliere lesaanbod, verdienen extra ondersteuning. Die ondersteuning moet gericht zijn op de zelfredzaamheid van de leerling. Doelstellingen Bij de afgelopen rekentoets scoorden we duidelijk beneden het landelijke gemiddelde. We willen dit jaar onze scores op of boven het landelijke gemiddelde krijgen. Op de langere termijn willen we er voor zorgen dat geen enkele leerling zakt op de rekentoets en minimaal 80% van de leerlingen een zes of hoger scoort op de rekentoets. Uitvoering Domeinen per vak Rekenen is een vaardigheid en niet een apart vak. In de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, economie en aardrijkskunde komen rekenvaardigheden aan bod. De vakdocenten zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor het aanleggen van de rekenvaardigheden die betrekking hebben op hun vak. Extra ondersteuning in de middenbouw: remedial teaching Tot de herfstvakantie wordt tijdens de wiskundelessen in klas 7 geoefend met de verschillende rekenvaardigheden. Het doel is dat alle leerlingen hierna op 1F niveau zitten. De wiskundedocent geeft bij de remedial teacher door welke leerlingen dit niveau niet hebben gehaald. In combinatie met de resultaten van muiswerk wordt door de remedial teacher bepaald wie in aanmerking komt voor extra rekenondersteuning. Wellicht zullen we in de toekomst ook gebruik maken van de resultaten die uit de landelijke DTT, Diagnostische Tussentijdse Toets, komen ( Deze toets wordt in januari afgenomen in klas 8. Extra ondersteuning in de bovenbouw: rekenuren Ondanks dat de rekenvaardigheden in de reguliere lessen worden aangeleerd, is er in klas 9, 10, 11 en 12 de mogelijkheid om deel te nemen aan rekenuren. Deze lessen worden per leerjaar gegeven op een randuur. 1

2 Leerlingen worden verplicht deel te nemen aan de lessen wanneer hun rekenniveau ondermaats is. Dit niveau wordt aan het einde van elk trimester getoetst. Alle leerlingen nemen aan deze toetsen deel (dus ook de geslaagden voor eerdere voortgangstoetsen). Wanneer een leerling een voldoende haalt voor zo n voortgangstoets hoeft hij/zij dat trimester geen rekenlessen te volgen. Deze toetsen worden samengesteld door de rekendocenten en gecontroleerd door de rekencoördinator. De resultaten van deze toetsen worden op Magister bijgehouden, zodat mentoren hun leerlingen kunnen monitoren. Voor het eerste trimester in klas 9 gaan we uit van een toets die eind klas 8 in de wiskundelessen wordt afgenomen. Deze toets heeft 1S-niveau. In het schema hieronder zie je per klas het rekenniveau waarop getoetst wordt. Daarnaast geven we een schatting van het aantal nodige rekenuren per leerjaar. Hierbij gaan we uit van een toekomstige situatie, waarbij de leerlingengroei zich voortzet als gepland. klas niveau totaal E(% slaagt) E(lln r-les) E(lesuren) 9 M 2F 50 30% 35 3 H 2F 60 50% 30 V 2F 60 80% M 2F 50 60% 20 1 H 2S 60 60% 24 2 V 2S 60 70% H 3F 60 60% 24 2 V 3F 60 80% H 3F 60 70% 18 1 V 3F 60 90% 6 Dyslexie, dyscalculie en rekenzwakte Voor rekenzwakke leerlingen of leerlingen met dyscalculie bestaat de mogelijkheid om een aangepaste rekentoets te maken; deze toetsen heten ER-toetsen. Doet de leerling zo n ER-toets, dan mag hij/zij gebruik maken van een rekenkaart (zie bijlage) en een rekenmachine. Een leerling mag meedoen aan een ER-toets mits de leerling een onvoldoende heeft gehaald voor drie van vier opeenvolgende voortgangstoetsen op zijn of haar niveau (zie tabel hierboven) en de bijbehorende rekenlessen heeft gevolgd. De leerling krijgt dan de keuze voorgelegd of hij/zij wil opgaan voor de ER-toets of de reguliere toets; op het uiteindelijke diploma wordt immers wel aangegeven dat de leerling een aangepaste toets heeft gemaakt. Voor leerlingen die opgaan voor de ER-toets geldt dat ze bij hun voortgangstoetsen gebruik mogen maken van een rekenmachine en een rekenkaart. Een leerling met een dyscalculieverklaring die niet aan de ER-toets deelneemt, heeft op basis van zijn dyscalculieverklaring recht op maximaal 30 minuten tijdverlenging en recht op het gebruik van de door het CvTE vastgestelde rekenkaart. Het gebruik van de rekenmachine is NIET toegestaan. Dit geldt ook voor de voortgangstoetsen waarbij de extra tijd 15 minuten is zolang nog niet duidelijk is dat de leerling deel mag nemen aan een ER-toets. Leerlingen met een dyslexieverklaring hebben dezelfde rechten als bij elke andere toets. 2

3 Materiaal In het voorexamenjaar en examenjaar krijgt elke leerling een licentie voor het online programma ff Trainen. Dit programma kunnen de leerlingen gebruiken om zich voor te bereiden op de voortgangstoetsen en de rekentoets. Daarnaast is dit programma handig om de rekenvaardigheden op peil te houden. De licenties voor dit programma worden aangevraagd door de leerlingenadministrator in overleg met de rekencoördinator. De rekencoördinator is ervoor verantwoordelijk dat deze licenties bij de leerlingen komen en weten wat het belang is van het onderhouden van hun rekenvaardigheden. Tijdens de rekenlessen wordt gebruik gemaakt van de methode NU Rekenen en ff Trainen. De rekendocenten krijgen van de rekencoördinator voor ff Trainen een leerlingen- en een docentenlicentie. Zij zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de voortgang van de leerlingen. Evalueren De rekencoördinator roept na elke voortgangstoets de rekendocenten bijeen voor een overleg. Ze bespreken bij dat overleg: De vorderingen van de leerlingen; De inhoud van de rekenlessen; Mogelijke hiaten in het beleid; Hoe de communicatie naar derden (mentoren, vakdocenten) wordt verzorgd. De resultaten van de voortgangstoetsen worden door de rekendocenten in Magister ingevoerd. De mentoren nemen bij hun voortgangsgesprekken met leerlingen deze resultaten mee. Twee maal per jaar worden in de (midden- en) bovenbouwvergadering het rekenonderwijs geëvalueerd. Rekenexamens en data Elke leerling heeft in totaal vier kansen om de rekentoets te halen. Een leerling is geslaagd voor de rekentoets met een 5 of hoger. Alle leerlingen in het voorexamenjaar zullen in maart gelijktijdig met de examenkandidaten voor het eerst een poging doen om te slagen voor de rekentoets. De leerlingen in het voorexamenjaar die deze toets niet halen adviseren wij om in juni voor de herkansing op te gaan. Wordt de herkansing ook niet gehaald dan gaat de leerling in het eindexamenjaar door met voortgangstoetsen en de eventueel daaruit volgende rekenlessen. In het examenjaar hebben de leerlingen dan alsnog twee kansen om te slagen voor de rekentoets, namelijk in het eerste tijdvak in maart en voor de herkansing tijdens het tweede tijdvak in mei/juni. Jaarlijks worden de data voor de rekentoetsen op 2F en 3F (inclusief de herkansingen) vastgesteld door de examencoördinatoren in overleg met de conrector. 3

4 Bijlage Rekenkaart 4

5 5

Vergelijkbare documenten

Rekenbeleid Sint-Janslyceum

Rekenbeleid Sint-Janslyceum Inhoud 1 Voorwoord... 2 2 Visie / doelen... 2 3 Beleid... 3 3.1 Rekenonderwijs... 3 3.2 Toetsing... 4 3.3 Rekenkaart... 5 4 Coördinatie en implementatie van het beleid... 5