interventiestrategieën op maat van het individu
|
|
- Camiel Bos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 17 Trefwoord: motiveren tot bewegen, psychomotorische therapie, gezondheidspromotie Motiveren tot bewegen in de geestelijke gezondheidszorg: Jan Knapen en Bea Schoubs interventiestrategieën op maat van het individu Een indrukwekkende reeks studies toont aan dat gebrek aan lichaamsbeweging de risico's op depressie, hart- en vaatziekten, darm- en borstkanker, osteoporose, diabetes type-2 en obesitas verhoogt. 1 Fysieke inactiviteit doet de morbiditeit en mortaliteit toenemen; meer dan de helft (54%) van de Belgische bevolking beweegt onvoldoende om gezond te blijven, 33% verklaart geen enkele vorm van fysieke activiteit uit te voeren. Ook in Nederland voldoet nauwelijks 50% aan de gestelde norm; de cijfers zijn vooral ongunstig voor vrouwen, ouderen, lageropgeleiden en niet-werkenden. Deze percentages maken van fysieke inactiviteit de meest voorkomende risicofactor met de grootste impact op de volksgezondheid. Gebrek aan fysieke activiteit vormt een grotere bedreiging voor de volksgezondheid dan roken. 2 Omgekeerd heeft lichaamsbeweging een preventief effect op het ontstaan van hart- en vaataandoeningen, diabetes type-2, osteoporose, darmkanker, angststoornissen en depressie. 1, 3 Recente studies tonen een positief effect van fysieke activiteit op de cognitieve functies bij bejaarden aan. Naast deze primair preventieve effecten heeft lichaamsbeweging ook een gunstig effect op het verloop van een aantal psychiatrische en somatische aandoeningen (secundaire preventie), gaande van een verbeterd psychologisch welbevinden en een verbeterde fitheid tot een daling van de mortaliteit. 1, 3 In dit artikel beschrijven we systematisch een aantal interventiestrategieën om psychiatrische patiënten tot meer lichaamsbeweging aan te zetten. Fysieke (in)activiteit en somatische comorbiditeit van psychiatrische patiënten Personen die lijden aan ernstige psychiatrische aandoe- ningen zijn over het algemeen minder actief dan de doorsnee populatie. 4 Dit geldt in het bijzonder voor patiënten met schizofrenie en met stemmings- en angststoornissen. De combinatie van een sedentaire levensstijl, slechte voedingsgewoontes en medicamenteus geïnduceerde gewichtstoename leidt tot obesitasgerelateerde morbiditeit (o.a. hoge bloeddruk, artrose, metabool syndroom, rugklachten, slaapapneu en depressie). Daarnaast verklaren andere ongezonde leefstijlfactoren, zoals veel roken en alcoholmisbruik, genetische factoren en het gebruik van bepaalde psychofarmaca de hoge prevalentie van somatische aandoeningen en de hoge mortaliteit. 4, 5 Zestig procent van de psychiatrische patiënten heeft één of meerdere somatische aandoeningen zoals diabetes, respiratoire en cardiovasculaire stoornissen. Hun gemiddelde levensduur is tien tot vijftien jaar korter dan deze van de doorsnee populatie. Naast suïcide zijn hartaandoeningen een belangrijke oorzaak van de verhoogde mortaliteit. De oorzaken van een laag activiteitsniveau zijn inherent aan deze ziektebeelden. Verschillende symptomen van het depressief syndroom zoals verlies aan energie, interesse en motivatie, gevoelens van waardeloosheid, ver- Dr. J. Knapen is als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de K.U.Leuven en als psychomotorisch therapeut aan het Universitair Centrum Sint-Jozef te Kortenberg (jan.knapen@faber.kuleuven.be); Lic. B. Schoubs is als psychomotorisch therapeute verbonden aan het Psychiatrisch Ziekenhuis Sancta Maria te Sint- Truiden (bea.schoubs@pzsmaria.be) 17
2 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 18 Figuur 1: Interacties tussen risicofactoren en psychische en somatische aandoeningen algemeende vermoeidheid en in sommige gevallen gewichtstoename zijn rechtstreeks gerelateerd aan een sedentaire levensstijl en indirect aan een afname van de fysieke fitheid. Depressieve patiënten hebben een hoger relatief risico voor hart- en vaataandoeningen, diabetes en osteoporose dan de doorsnee populatie. 6 Naast een hormonale ontregeling spelen leefstijlfactoren, zoals fysieke inactiviteit, een rol (cfr. supra). Personen die lijden aan angststoornissen vermijden vaak fysieke inspanningen vanwege de fysiologische reacties zoals een verhoogde hartfrequentie, hyperventilatie, kortademigheid en transpireren, die hiermee gepaard gaan. Dit vermijdingsgedrag (i.e. kinesiofobie) leidt tot een achteruitgang van de fysieke fitheid. De associatie tussen angst en kransslagaderaandoeningen is aangetoond. De diagnose van een paniekstoornis is geassocieerd met hogere relatieve risico s voor hoge bloeddruk, hartinfarct en hersenbloeding dan bij personen zonder psychiatrische voorgeschiedenis. Bij schizofrenie is inactiviteit één van de negatieve symptomen. Het activiteitsniveau en de fysieke fitheid van schizofrene patiënten zijn beduidend lager dan in een algemene populatie en zelfs zwakker dan die van patiënten met andere psychotische stoornissen. 6 Schizofrene patiënten hebben een verhoogd risico voor het ontwikkelen van diabetes type-2 en cardiovasculaire stoornissen. 7 Epidemiologisch onderzoek geeft aan dat 19% van de schizofrene patiënten aan diabetes lijdt. De hoge incidentie kan deels verklaard worden door het gebruik van atypische antipsychotica. Schizofrene patiënten behandeld met atypische antipsychotica hebben een verhoogd risico op diabetes-2, onafhankelijk van de leeftijd en de Body Mass Index. Het contrast tussen enerzijds de indrukwekkende gezondheidsvoordelen van fysiek actief zijn en anderzijds de problematiek van fysieke inactiviteit en de somatische comorbiditeit van psychiatrische patiënten, is een belangrijk argument voor het promoten van een actieve en gezonde levensstijl. De psychomotorisch therapeut speelt hierin een centrale rol. Hij wordt immers dagelijks geconfronteerd met de negatieve lichaams- en zelfbeleving van patiënten en hun vragen aangaande lichaamsbeweging en lichamelijke beperkingen. Hoe patiënten motiveren tot lichaamsbeweging? Er is heel wat meer nodig dan alleen weten dat te weinig bewegen ongezond is, om aan te zetten tot gedragsverandering. Het is inderdaad teleurstellend te moeten vaststellen dat verschillende gezondheidscampagnes ter bevordering van lichaamsbeweging weinig opleveren. Allerlei persoonsgebonden factoren en omgevingsfactoren bepalen het gezondheidsgedrag. 8 In de jaren tachtig zijn verschillende theorieën geformuleerd, die de processen tussen kennis en ernaar handelen trachtten te integreren. Die theorieën worden onderverdeeld in twee groepen. Een aantal theoretische modellen is gericht op het begrijpen van de innerlijke processen om tot gedragsverandering te komen. Ze gaan ervan uit dat elk individu nadenkt over het gezond of ongezond gedrag dat hij wil stellen, en dat hij op basis van zijn overwegingen tot een weloverwogen gedragskeuze komt. Interventies gericht op het individu hebben tot doel de persoonlijke keuzes te beïnvloeden in de richting van het gezonde gedrag en in die mate dat het gedrag over langere tijd standhoudt. Een tweede groep theorieën wil de rol van de omgeving begrijpen bij het bestendi- 18 PsychoPraxis jaargang 8 nummer 1 februari 2006
3 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 19 gen of veranderen van (on)gezond gedrag. Volgens deze theorieën bepalen eveneens omgevingsfactoren zoals het gezin, de school, het bedrijf, het ziekenhuis en de media het gedrag. Interventies gericht op de omgeving zijn o.a. een fietsvergoeding of een rookbeleid. Interventies gericht op verandering van het individu - stap voor stap Interventies gericht op verandering van het individu zijn hoofdzakelijk gebaseerd op het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente. 9 Dit model integreert elementen uit diverse theoretische invalshoeken. Prochaska en DiClemente pasten het transtheoretisch model toe bij onderzoek naar 12 gezondheidsgedragingen o.a. stoppen met alcoholmisbruik (zie o.a. PsychoPraxis 2 (9), 2000), roken, cocaïnegebruik, gewichtscontrole, fysieke activiteit, het maken van afspraken voor preventieve onderzoeken. Gegroeid uit de praktijk, is het niet verwonderlijk dat het model handvatten aanreikt om de interventies meer gestructureerd en doelgericht te laten verlopen. De onderliggende basisprincipes, namelijk het doorlopen van verschillende stadia (fases) en een gestructureerde begeleiding aangepast aan de persoonlijke noden van het individu, zijn uitgangspunten bij het promoten van fysieke activiteit. In dit model wordt gedragsverandering gezien als een proces dat verloopt in verschillende stadia ( stages of change ), die heel wat tijd en inspanning vergen. Komen tot een duurzame gedragsverandering vergt een progressieve herstructurering van denken, handelen en voelen. Gedragsverandering voltrekt zich in zes opeenvolgende stadia: de precontemplatiefase of voor -beschouwingsfase, de contemplatiefase of beschouwingsfase, de preparatiefase of voorbereidingsfase, de actiefase, de consolidatiefase of behoudsfase en tot slot de eindfase. Mensen kunnen hun gedrag slechts blijvend veranderen, als ze die opeenvolgende stadia met succes doorlopen. In elk stadium spelen zich specifieke veranderingsbevorderende processen af. Elk stadium vereist specifieke therapeutische interventies. De doelstelling van deze interventies is de overgang naar een volgende fase te faciliteren. Een persoon kan zich lange tijd in eenzelfde stadium bevinden, kan er zich ook blijvend installeren, maar kan d.m.v. bepaalde interventies overgaan naar het volgende stadium. Elk stadium is genoemd naar het meest kenmerkende proces. Stadium 1: Precontemplatiefase of voor - beschouwingsfase In dat stadium hebben mensen niet de bedoeling om in de nabije toekomst een actie te ondernemen. De voornaamste redenen zijn meestal gebrek aan kennis en geen of weinig motivatie. De negatieve gevolgen van een sedentair leven zijn niet onmiddellijk, doch pas na verloop van jaren voelbaar. De meeste personen zijn zich niet bewust van de risico s van een dergelijke levensstijl en zijn niet op de hoogte van de concrete richtlijnen rond gezond bewegen. Vaak leidt het niet-ervaren van onmiddellijke effecten van fysieke activiteit tot ontgoocheling en drop-out. Het vertrouwen in eigen kunnen is daardoor aangetast. Verdere pogingen om te veranderen worden opgegeven, om niet nogmaals met een mislukking te worden geconfronteerd. Psychiatrische patiënten generaliseren vaak een mislukking (het niet bereiken van een bepaald doel) tot een negatief zelfbeeld. De moeilijke taak voor de psychomotorisch therapeut is deze patiënten opnieuw te motiveren, uitnodigen om meer te bewegen zonder hen te beschuldigen, te moraliseren of frontaal te confronteren. Hierbij zijn respect voor hun visie en geduld noodzakelijke voorwaarden voor het opbouwen van een therapeutische relatie. In deze fase is kennistoename een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor gedragsverandering. Zonder voorlichting geen verandering, maar weten is niet gelijk aan doen. Stadium 2: Contemplatiefase of beschouwingsfase In dat stadium hebben mensen de intentie om hun gedrag in de nabije toekomst te veranderen. Het afwegen van de voordelen en de nadelen van een gedragsverandering is het belangrijkste proces in deze fase. De decision-balance sheet of het beslissingsbalansformulier is een efficiënte strategie om fysieke activiteit aan te moedigen. De patiënt maakt samen met de psychomotorisch therapeut een kosten-baten analyse van zowel de verwachte psychologische, lichamelijke en sociale voordelen als de eventuele nadelen van deelname aan bewegingsactiviteiten (zie tabel 1 voor een voorbeeld). Zodra die balans in het voordeel van het gezonde gedrag begint over te hellen, groeit de bereidheid tot actie. Gedrag wordt immers in sterke mate bepaald door de verwachte effecten ervan. Stadium 3: Preparatiefase of voorbereidingsfase Betrokkenen hebben de bedoeling om in de nabije toekomst een actie te ondernemen. In deze fase hebben velen een concreet plan om hun levensstijl te veranderen (bijvoorbeeld een arts raadplegen, sportuitrusting kopen, zich aansluiten bij een sportclub). In het stadium van de preparatie is zelfeffectiviteit essentieel, de persoon is overtuigd van zijn mogelijkheden tot verandering. Iemand zet de stap naar gedragsverandering pas, wanneer hij gelooft dat hij het gezonde gedrag met suc- 19
4 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 20 Tabel 1: Voor- en nadelen van meer bewegen Voordelen zich minder depressief voelen spanningen verminderen meer zelfvertrouwen krijgen meer tevreden zijn over mijn uiterlijk fitter worden, actiever zijn plezier beleven, zich uitleven gewichtscontrole nieuwe mensen leren kennen meer doorzettingsvermogen krijgen Nadelen vergt veel inspanning, nadien moe zijn bang om uitgelachen te worden angst voor blessures spierstijfheid minder tijd voor familie en vrienden andere aangename activiteiten moeten opgeven Voor deze oplossingsgerichte benadering kan de psychomotorisch therapeut zich baseren op de principes van de oplossingsgerichte therapie. 10 Solution-focused therapy is een vorm van kortdurende psychotherapie die niet gericht is op probleemgedrag of klachten in het heden, maar focust op gewenst gedrag in de toekomst. De oplossingsgerichte therapie volgt de maatschappelijke evolutie van langdurige therapieën naar kortere vormen van behandeling, van behandeling naar preventie, van patiënt naar cliënt, van hulpverlener naar facilitator of coach, van probleemgerichte therapie naar interventies gericht op de acceptatie van problemen en versterking van de draagkracht, van het doen afnemen van psychische disfuncties naar het bevorderen van het welzijn. Oplossingsgerichte therapeuten zien de patiënt niet als een falende, maar als een deskundige in zijn authences kan bestendigen. Het expliciteren van een bepaalde beslissing (bijvoorbeeld: ik doe korte verplaatsingen voortaan te voet of met de fiets en niet meer met de wagen ) en de verbintenis om dat inderdaad vol te houden (bv. een contract met een therapeut of arts afsluiten), zijn concrete hulpmiddelen. Bepaalde hindernissen belemmeren mensen de stap van contemplatie naar actie te zetten. Deze hindernissen tot gedragsverandering exploreren en zoeken naar oplossingen zijn strategieën in de preparatiefase. Deze procedure is zeer oplossingsgericht. De hindernis wordt hanteerbaar, controleerbaar, en leidt niet onmiddellijk tot opgave van het vooropgestelde doel (zie o.a. PsychoPraxis 6 (5), 2004). Voor het individu is het vooral belangrijk bij zichzelf eerlijk te zoeken naar de dieperliggende barrières om tot gedragsverandering te komen. Bijvoorbeeld tijdsgebrek blijkt zelden een reële hindernis te zijn, maar meer een kwestie van prioriteiten of een ontkenning van de dieperliggende barrières. Psychiatrische patiënten cumuleren heel wat barrières tot deelname aan psychomotorische therapie zoals een verlies aan energie, interesse en motivatie, veralgemeende vermoeidheid, een lage zelfwaardering, een zwakke fysieke fitheid en gezondheidstoestand, angst om te bewegen (kinesiofobie), sociale angst, overgewicht en een laag gevoel van persoonlijke controle over eigen fitheid en gezondheid. De psychomotorisch therapeut tracht te anticiperen op deze barrières o.a. door tijdens een kennismakingsgesprek systematisch te peilen naar vroegere negatieve ervaringen met bewegingsactiviteiten en de psychische en somatische klachten die participatie aan psychomotorische therapie belemmeren. Tijdens een kennismakingsgesprek geeft Sylvie aan dat ze een aversie voor zwemmen heeft. Bij navraag blijkt dat een bijna-verdrinkervaring haar deelname aan de zwemsessies belemmert. Bij aanvang van de behandeling wordt haar keuze om niet te zwemmen gerespecteerd. Na drie weken wordt zij opnieuw aangesproken en wordt een individueel zwemprogramma afgesproken. Sylvie komt een kwartier voor de groepssessie naar het zwembad waar zij samen met een therapeute haar watervrees tracht te overwinnen. Sylvie verlaat het zwembad wanneer de groep komt omdat deze situatie voor haar nog te beangstigend is. Vanaf het ogenblik dat zij haar angst enigszins overwonnen heeft, blijft Sylvie geleidelijk aan langer in het water met de andere groepsleden. Na twee maanden neemt ze deel aan alle groepsactiviteiten in het zwembad. 20 PsychoPraxis jaargang 8 nummer 1 februari 2006
5 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 21 1 Aandachtspunten voor de psychomotorische therapie - Patiënten ervaren een gevoel van machteloosheid ten opzichte van hun problemen, vandaar het belang te werken met concrete en geïndividualiseerde doelstellingen die hun houvast bieden. - Succeservaringen worden voornamelijk opgedaan wanneer een individu een prestatie levert waarin zijn persoonlijke inzet en mogelijkheden een essentiële rol spelen. - Succeservaringen kunnen leiden tot positieve interne attributies. - Feedback geven bij tussentijdse evaluaties. Uitwerken, realiseren en evalueren van doelstellingen is een essentieel aspect in de patiënt - therapeutrelatie en ongetwijfeld een belangrijke motiverende factor. - Zelfmonitoring van activiteiten en stemming d.m.v. pedometers, oefenfiches, dagboeken en zelfobservatieschalen verhoogt de intrinsieke motivatie. Zelfobservatie is vooral gericht op de positieve ervaringen. Moedig de patiënt aan tot activiteiten die goed gevoel ervaringen uitlokken. Cognitieve herstructurering beoogt een gevoel van persoonlijke controle over eigen welzijn. - Negatieve bekrachtiging, de ervaring dat iets negatiefs stopt door fysieke activiteit, is effectief. Indien het negatieve gevoel (ik voel me depressief, angstig, futloos, waardeloos ) stopt omwille van fysieke activiteit is de kans groot dat de persoon deze activiteit opnieuw zal uitvoeren. - In de aanvangsfase van de behandeling zijn externe bekrachtiging en sociale steun (extrinsieke motivatie) essentieel om patiënten te motiveren. Het uiteindelijke doel is dat patiënten zichzelf leren bekrachtigen (zelfbekrachtiging). De patiënt gaat samen met de therapeut op zoek naar de elementen die er toe bijdragen dat fysieke activiteit voor hem belonend is. - De psychomotorisch therapeut tracht de aanbevelingen omtrent gezondheidsbevorderende fysieke activiteit, geformuleerd door de Health Enhancing Physical Activity-group (zie kader 2), op een flexibele en creatieve wijze uit te werken in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de patiënt. Het doel is het nastreven van het gevoel van controle over eigen welbevinden, gezondheid en fitheid en niet het rigoureus opvolgen van de richtlijnen. tieke situatie. Hierbij past een meer bescheiden houding van de therapeut, die de patiënt coacht in het oplossen van zijn probleem en waarbij hij zo veel mogelijk beroep doet op de competentie van de patiënt. Stadium 4: Actiefase In dat stadium veranderen mensen hun gezondheidsgedrag nadat ze bepaalde barrières hebben overwonnen. De patiënt werkt samen met een psychomotorisch therapeut een concreet plan voor gedragsverandering uit. Als iemand een individueel plan opstelt, moet hij vooral goede doelstellingen formuleren om de kans op succes te vergroten. Die kiest hij zelf, zijn specifiek, realistisch maar tezelfdertijd uitdagend en flexibel. Doelen worden het best opgesplitst in korte, middellange en lange termijndoelen. Het noteren van de doelen, de termijnen, de streefdatum voor het realiseren van het uiteindelijke doel werkt motiverend (contractformule). Bij het stellen van doelen is het belangrijk om zeker in het begin te zorgen voor succeservaringen; deze werken belonend en vergroten de kans dat de persoon zal volhouden. Moeilijke situaties worden in het begin best vermeden. Successen, hoe klein ook, geven meestal de moed om door te zetten, niet-haalbare doelen leiden tot motivatieverlies en drop-out. Het benadrukken van de onmiddellijke effecten van een fysieke inspanning (bv. een ontspannen gevoel na de inspanning) verhoogt de motivatie. Louisa is weinig actief en zwaarlijvig (91 kg). Tijdens het kennismakingsgesprek vertelt zij dat zij door deelname aan psychomotorische therapie op korte termijn 10 kg wil vermageren. Dit is een onrealistische doelstelling met een grote kans op ontgoocheling en demotivatie. Vandaar dat eveneens andere doelstellingen worden vooropgesteld zoals gewichtscontrole in plaats van snel vermageren, stemmingsverbetering, het ontwikkelen van een positieve lichaams- en zelfbeleving, 21
6 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 22 Aanbevelingen van de Health Enhancing Physical Activity-group 2 De Health Enhancing Physical Activity-group (HEPA-group)* formuleerde in 2001 aanbevelingen omtrent gezondheidsbevorderende fysieke activiteit voor kinderen en jongeren, volwassenen en senioren. 11 De minimumnorm voor fysieke activiteit voor kinderen en jongeren (6 tot 20 jaar) is dagelijks een uur lichaamsbeweging van minstens matige intensiteit. Daarenboven dienen jongeren tweemaal per week meer intense oefeningen uit te voeren, gericht op het verbeteren of het behouden van hun fysieke fitheid met inbegrip van spierkracht en lenigheid. Voor volwassenen (20 tot 64 jaar) ligt de norm op drie- tot vijfmaal per week gedurende ten minste 30 minuten per dag matig fysiek actief zijn. De totale actieve tijd kan bekomen worden door het cumuleren van oefenperiodes van tenminste 10 minuten. Daarenboven dienen volwassenen tweemaal of driemaal per week oefeningen uit te voeren gericht op het verbeteren of het behoud van kracht, lenigheid en botstatus. Voor volwassenen speelt de intensiteit een kleinere rol dan voor kinderen en jongeren. Senioren (65+) dienen lichte tot matige fysieke activiteit in te passen in het dagelijks levenspatroon. Daarenboven dienen ze oefeningen uit te voeren voor het behoud of verbeteren van spierkracht, lenigheid, evenwicht en oog-hand-coördinatie. * Een comité bestaande uit professoren van 3 Vlaamse universiteiten (KUL, VUB en UG), deskundigen van diverse wetenschappelijke verenigingen en vertegenwoordigers van het BLOSO en het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. het verhogen van haar fysieke activiteit en fitheid. Louisa werkt samen met de therapeut een stappenplan uit om deze doelstellingen te bereiken. Zelfeffectiviteit is in de actiefase meer doorslaggevend dan in de preparatiefase. Zelfeffectiviteit is een betekenisvolle voorspeller voor de mate waarin een persoon fysiek actief zal zijn. Het vertrouwen in eigen mogelijkheden bepaalt welke specifieke activiteiten een persoon al dan niet zal uitvoeren, de inspanning die hij daarvoor zal leveren, en de omstandigheden waarin die activiteiten worden ondernomen. Mensen met een sterk geloof in eigen bewegingsmogelijkheden zijn er van overtuigd dat zij regelmatig lichamelijk actief zullen zijn, ook in moeilijke omstandigheden bijvoorbeeld wanneer zij zich depressief voelen. Volhouden van de nieuw verworven vaardigheden, ook in moeilijke situaties, verhoogt de zelfeffectiviteit. De actiefase is zeer onstabiel. Het oude gedrag verdwijnt langzaam ten gunste van nieuw gedrag, dat echter nog geen gewoonte is. Terugvallen in het oude, ongezonde gedrag komt veelvuldig voor. Stadium 5: Consolidatiefase Wie het gezonde gedrag al meer dan zes maanden volhoudt, zit in de consolidatiefase. Toch krijgen deze mensen nog geregeld te maken met de verleiding of de neiging om te hervallen in het oude, ongezonde gedrag, vooral in moeilijke situaties. Bij fysieke activiteit haakt meer dan de helft van de mensen die aan een oefenprogramma beginnen, binnen de drie maanden af. 7 Onderzoek bij depressieve patiënten naar het volhouden van fysieke activiteit na de begeleide fase is in die zin bemoedigend. Drie studies rapporteren respectievelijk 53%, 64% en 64% volhouders na minstens 6 maanden follow-up. Daarenboven zijn patiënten die na ontslag fysiek actief blijven bij follow-up minder depressief dan de inactieve. Herval is eerder regel dan uitzondering. Slechts twintig procent van de mensen die de intentie hebben hun gezondheidsgedrag (o.a. stoppen met roken) te veranderen, zou daar bij de eerste poging in slagen. 12 Het is niet zo dat hervallers steeds terugkeren naar de eerste fase. Bij fysieke activiteit blijkt slechts vijftien procent van de mensen terug te vallen tot in de precontemplatiefase. De meesten keren terug naar de contemplatie- of de preparatiefase en maken zich dan op korte termijn klaar voor een nieuwe poging. Het is belangrijk om uit herval te leren, opdat dezelfde oorzaak geen tweemaal zou spelen. Herval met de cliënt bespreken kan een belangrijk leermoment zijn. Voor fysieke activiteit is eenmalig op oud gedrag terugvallen geen herval. Eenmaal zondigen betekent niet dat iemand heeft gefaald of dat een volledig herval onvermijdelijk is. De kans is groot dat hij de volgende keer met het gezonde gedrag doorgaat. 22 PsychoPraxis jaargang 8 nummer 1 februari 2006
7 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 23 3 Wat kunnen andere hulpverleners (niet-psychomotorisch therapeuten) doen? - Onderzoek de bewegingservaring en de motivatie tot bewegen (specifieke vragenlijsten kunnen bij de auteurs van dit artikel worden opgevraagd). - Ga na in welke mate en hoe iemands psychische en lichamelijke problemen deelname aan bewegingsactiviteiten hebben beïnvloed. - Zoek naar facilitators op emotioneel, gedragsmatig, interpersoonlijk vlak. - Stel vragen naar welke activiteiten de voorkeur uitgaat. - Geef voorlichting over de psychische en de fysieke gezondheidseffecten van regelmatige lichaamsbeweging. - Zoek naar mogelijkheden om fysieke activiteiten in het dagelijks leven in te bouwen. - Houd rekening met de fysieke mogelijkheden en beperkingen. Voor bewegingsadvies voor personen met een chronische aandoening verwijzen we naar - Vraag eventueel advies aan een arts of fysiotherapeut/kinesitherapeut. - Wanneer is een sportmedische keuring noodzakelijk? Voorbeeld van een keuringsvragenlijst: Velen geven evenwel op zodra ze een kleine terugval hebben, vooral op basis van de wijze waarop ze de terugval interpreteren. Sporten of fysieke inspanning een keer overslaan beschouwen ze vaak als een totaal falen. De positieve zelfperceptie die de persoon tot dan toe had ( ik onderneem stappen om mijn gezondheid te verbeteren ) wordt verdrongen door een negatieve zelfevaluatie ( ik ben een slappeling, ik misluk in alles ). Deze negatieve zelfperceptie verhoogt de kans op dropout. Ze ondernemen geen verdere pogingen, om niet nog eens met een mislukking te worden geconfronteerd en hun zelfwaarde niet totaal te verliezen. Voor het opbouwen van een positief zelfbeeld (positieve interne attributies) dient de psychomotorisch therapeut bijzondere aandacht te schenken aan de attributionele stijl die patiënten hanteren om succes en falen te verklaren. Een patiënt die éénmalig falen toeschrijft aan zijn beperkte mogelijkheden en deze incompetentie generaliseert naar andere situaties lijdt aan aangeleerde hulpeloosheid. Hij ervaart dat zijn acties niet de gewenste resultaten opleveren waardoor zijn motivatie uitdooft. De therapeut tracht in geval van falen de patiënt op een realistische wijze te overtuigen van zijn mogelijkheden en zelfeffectiviteit. Succes wordt toegeschreven aan zijn persoonlijke mogelijkheden en inzet en niet aan toevallige factoren zoals geluk of een lage moeilijkheidsgraad. Om voortzetting van fysieke activiteit na ontslag te be- vorderen zijn drie elementen belangrijk. In de ontslagfase moet de psychomotorisch therapeut voldoende aandacht schenken aan het oriënteren van de patiënt naar een bewegingsactiviteit die hem aanspreekt. Eventueel kan een zelfstandig gevestigde psychomotorisch therapeut na ontslag begeleiding bieden om de behaalde voordelen te behouden. Het opvolgen en bekrachtigen van de inspanningen van de patiënt op vlak van fysieke activiteit zou een aspect van de psychiatrische nazorg moeten zijn. Stadium 6: Eindfase Dit is het stadium waarin personen geen enkele neiging meer vertonen om in het oude gedrag te hervallen. Zij zijn er van overtuigd dat ze zelfs wanneer ze zich depressief, angstig, gespannen, eenzaam, boos of gestrest voelen, ze niet meer in het ongezonde gedrag zullen hervallen. Zij hebben een sterk geloof in de eigen effectiviteit, in het eigen vermogen om te kunnen doorgaan met het gezonde gedrag. Dit stadium blijft voor velen een utopie. Voor fysieke activiteit is het realistischer om de consolidatiefase en niet de eindfase als uiteindelijk doel van de gedragsverandering te stellen. Velen zullen immers ooit wel eens terug de neiging voelen om gedurende een kortere tijd te hervallen in het vroegere ongezonde gedrag. 23
8 PPraxis_1_binnenwerk_06_v :18 Pagina 24 Het interpersoonlijk contact als katalysator van verandering Het transtheoretisch model handelt over de motivatie tot veranderen. Centraal staat het dynamisch veranderingsproces dat tijd vraagt én in fasen verloopt. De fasespecifieke aanpak maakt gedragsverandering meer haalbaar en hanteerbaar; weinig efficiënte interventies worden vermeden en vervangen door meer efficiënte. Het uitgangspunt is de dialoog met de patiënt, hem coachen en hem aanspreken op een manier die aangepast is aan zijn noden en motivationeel stadium. Vooral patiënten in de eerste fase (voorbeschouwingsfase) vormen een grote uitdaging voor de therapeut. Het geven van concrete adviezen over bewegen en gezondheid heeft dan weinig zin. In de eerste fase komt het er op aan informatie te verstrekken over de voordelen van regelmatige lichaamsbeweging. De therapeut schept voorwaarden om een gezonde keuze mogelijk te maken. Dit kan door het geven van psycho-educatie omtrent bewegen en psychisch welbevinden. In de aanvangsfase van de behandeling zijn sociale bekrachtiging en steun, en externe structuur belangrijke hefbomen om het proces van intrinsieke motivatie op gang te brengen. De therapeutische attitude gekenmerkt door empathie, echtheid, respect en het verdragen van de afhankelijkheidsdrang van patiënten faciliteert de overgang naar de volgende fase. Wanneer men gedragsverandering op langere termijn wil bewerkstelligen moet men er voor zorgen dat de leefsituatie van de patiënt - die een veel stabielere factor is dan cognities en intenties - het gewenste gedrag uitlokt en ondersteunt. Gedragsverandering uitgelokt door de omgeving heeft na verloop van tijd vaak een intentieverandering tot gevolg. Zeker voor psychiatrische patiënten is sociale steun door sleutelfiguren essentieel om bewegen als gezondheidsbevorderend gedrag te promoten en te consolideren. Om deze reden is voorlichting van andere hulpverleners en steunfiguren over de psychologische en lichamelijke voordelen van regelmatige lichaamsbeweging noodzakelijk. Noten De auteurs schreven dit artikel in de mannelijke persoonsvorm zonder enige discriminatie van de vrouwelijke persoon. 1 Goethals M (2001) Het belang van fysieke activiteit in de preventie en de behandeling van chronische aandoeningen. Vlaams tijdschrift voor sportgeneeskunde en sportwetenschappen 22: Rzewnicki R (2003) Health-enhancing physical activity. Measurement and determinants of daily activity at home, work, travel, and leisure. Doctoral thesis Physical Education K.U.Leuven 3 Biddle S & Mutrie N (2001) Psychology of physical activity. Determinants, well-being and interventions. London: Routledge 4 Richardson C ea (2005) Integrating physical activity into mental health services for persons with serious mental illness. Psychiatric services 56: Van Houdenhove B (2005) In wankel evenwicht. Over stress, levensstijl en welvaartziekten. Tielt: Lannoo 6 Richardson C ea (2005), zie noot 4 7 Sernyak M ea (2002) Association of diabetes mellitus with use of atypical neuroleptics in the treatment of schizophrenia. American journal of psychiatry 159: De Bourdeaudhuij I ea (1999) Gedragsverandering op het vlak van voeding en beweging. In Borms J ea (red) Fysieke activiteit en voeding: meting en gedragsverandering. Brussel: Bloso (pp ) 9 Prochaska J & Velicer W (1997) The transtheoretical model of health behavior changes. American journal of health promotion 12: Cladder H (1999) Oplossingsgerichte korte psychotherapie. Lisse: Swets & Zeitlinger 11 Health Enhancing Physical Activity-group (2001) Statements en aanbevelingen omtrent de gezondheidsbevorderende fysieke activiteit voor de Belgische bevolking geformuleerd door de HEPA-groep naar het beleid en het onderzoek. Vlaams tijdschrift voor sportgeneeskunde en sportwetenschappen 22: Prochaska J & Velicer W (1997), z ie noot 9 24 PsychoPraxis jaargang 8 nummer 1 februari 2006
Motiverend bewegingsadvies voor personen met ernstige psychische aandoeningen
Motiverend bewegingsadvies voor personen met ernstige psychische aandoeningen Dr. Jan Knapen wetenschappelijk medewerker en psychomotorisch therapeut jan.knapen@faber.kuleuven.be Ede 11 februari 2015 Overzicht
Nadere informatieDe therapeutische relatie
De therapeutische relatie Klik om tekst toe te voegen In bewegingstherapie bij ouderen met een psychische problematiek Raepsaet Julie, Psychomotorische therapeut, Divisie ouderen OPZ Geel 1 Inhoud 1. Inleiding
Nadere informatieGedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.
Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.
Nadere informatie09u30-10u30 Motivatie bij chronische zorg. Ingrid Luyckx, zorgexpert diabetes
09u30-10u30 Motivatie bij chronische zorg Ingrid Luyckx, zorgexpert diabetes Oefening 1.Ik eet elke dag bruin brood. 2.Ik eet elke dag 2 à 3 stukken fruit. 3.Ik eet elke dag 300gr groenten. 4.Ik rook
Nadere informatieBeweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting
Beweegrichtlijnen 2017 Nr. 2017/08 Samenvatting Beweegrichtlijnen 2017 pagina 2 van 6 Achtergrond In Nederland bestaan drie normen voor bewegen: de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, die adviseert op minstens
Nadere informatieLet s motivate the patient
LET S MOTIVATE THE PATIENT Melissa.Ooms@Ugent.be Let s motivate the patient 1. Wat is motivatie? 2. Het belang van motivationele gespreksvoering (MG) 3. Theoretische achtergrond 4. Basisprincipes in MG
Nadere informatieBewegen Op Voorschrift in een stedelijk sportbeleid
Bewegen Op Voorschrift in een stedelijk sportbeleid Lifestyle Physical Activity Dr. Lic. An Bogaerts Poort naar een Actieve Levensstijl (PortaAL) Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen KU Leuven
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieFitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering
Fitnesstrainer B Lesdag 2 Gedragsverandering Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Lesinhoud Evaluatie vragen hoofdstuk 1 en 3. Hoofdstuk 2 Gedragsverandering. Gedragsverandering -> Actiontype
Nadere informatiePSYCHOMOTORISCHE TRAINING IN DE ARBEIDSREHABILITATIE BIJ PSYCHISCHE AANDOENINGEN
ACTUA De tewerkstelling van personen met ernstige psychische aandoeningen in het regulier arbeidscircuit is laag. De integratie van psychomotorische en mentale training in de arbeidsrehabilitatie verhoogt
Nadere informatieHet herstelproces van individuen met burn-out gerelateerde klachten: Een emotionele rollercoaster! Dr. Lotte Smets
Het herstelproces van individuen met burn-out gerelateerde klachten: Een emotionele rollercoaster! Dr. Lotte Smets 1. Diagnosticeren 1.1 Definitie 1.2 Kernsymptomen 1.3 Draaagkracht vs draaglast Agenda
Nadere informatieMotiverend bewegingsadvies voor personen met psychische aandoeningen
Motiverend bewegingsadvies voor personen met psychische aandoeningen Dr. Jan Knapen wetenschappelijk medewerker en psychomotorisch therapeut jan_knapen@outlook.com Utrecht 14 september 2018 Overzicht Motiveren
Nadere informatieAngststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol
Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%
Nadere informatieZelfmanagement: Van model naar praktijk
Zelfmanagement: Van model naar praktijk Jos van Erp Psycholoog/Programmacoördinator Hart voor Mensen Nederlandse Hartstichting j.v.erp@hartstiching.nl www.hartvoormensen.nl Indeling 1. Ingrediënten 2.
Nadere informatiePatiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit
Patiënteninformatie Obesitastraining Eat-Fit 1 Inhoud Inleiding... 3 Body Mass Index (BMI)... 3 Obesitas en fysieke activiteit... 3 Dieettherapie... 4 Operatie... 5 Onze obesitastraining Eat-Fit... 5 Het
Nadere informatieStress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening
Stress, spanningen, en psychosociale problematiek na confrontatie met een hart- of longaandoening 1. Wat is stress? 2. Een aandoening als oorzaak voor stress en psychosociale problematiek 3. Problematiek
Nadere informatieVragenlijst kandidaat
Vragenlijst kandidaat Klever mutualiteit NAAM: Man / vrouw Uw leeftijd:.. Uw adres:.... Gsm/tel.: E-mailadres:.. U woont Alleen Samen met partner Samen met partner en kinderen Samen met kinderen Samen
Nadere informatieMotiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering Naam Saskia Glorie Student nr. 500643719 SLB-er Yvonne Wijdeven Stageplaats Brijder verslavingszorg Den Helder Stagebegeleider Karin Vos Periode 04 september 2013 01 februari
Nadere informatieHET KOMT DIK IN ORDE ELSITAS. Multidisciplinair behandelplan Voor kinderen met overgewicht & obesitas
ELSITAS WWW.DIKINORDE.BE WWW.ELSVERCRUYSSE.EU M +32 (0)495 45 90 22 HET KOMT DIK IN ORDE Multidisciplinair behandelplan Voor kinderen met overgewicht & obesitas Onze visie: een lichaam in balans We streven
Nadere informatieLevenslang bewegen. Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat
36 Met goedkoopste medicijn gegarandeerd resultaat Levenslang bewegen Tekst: Caroline Mangnus Voorkomen is beter dan genezen. Dit adagium is zeker ook van toepassing op bewegen. Dat bewegen belangrijk
Nadere informatieHet is niet het gedacht dat telt, doe het ook!:
Doe het goed, doe het te voet De sportdienst van Nijlen engageert zich om de bewegingscampagne '10.000 STAPPEN' op te starten. Het doel van het project is aan te zetten tot meer beweging en/of fysieke
Nadere informatieVerminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit
Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van
Nadere informatiePreventie van type 2 diabetes bij volwassenen
Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende
Nadere informatieDE ROL VAN DE SPV IN RELATIE TOT
DE ROL VAN DE SPV IN RELATIE TOT GEZONDHEIDSBEDREIGINGEN bij cliënten met een schizofrene stoornis Charlotte van den Heuvel Inleiding In dit artikel wordt beschreven dat de mens door een verminderd lichamelijk
Nadere informatieGedragsverandering bij patiënten met hartfalen. Patiëntenfolder die aanzet tot een gedragsverandering
aaneensluitend hoeft te zijn, maar ook in kleine delen over de dag verdeeld mag worden. Probeer 6 dagen per week lichamelijk actief te zijn, las een rustdag in om uw lichaam een herstelmogelijkheid te
Nadere informatieHet aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening
Auteur: Jos van Erp j.v.erp@hartstichting.nl Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Maakbaarheid en kwetsbaarheid Dood gaan we allemaal. Deze realiteit komt soms sterk naar
Nadere informatieChapter 10 Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke
Nadere informatieDIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS. Maaike Nauta Leonieke Vet. Klinische Psychologie RuG. Accare UC Groningen
DIPJE OF DEPRESSIE ONZEKER OF ANGSTSTOORNIS Maaike Nauta Leonieke Vet Klinische Psychologie RuG Accare UC Groningen Dit lukt me nooit Anderen vinden het niks Ik zie er niet uit Ze vinden me saai Maar wanneer
Nadere informatieZorgprogramma Angststoornissen
Zorgprogramma Angststoornissen Doelgroep Het Zorgprogramma Angststoornissen is bedoeld voor volwassenen die een angststoornis hebben. Mensen met een angststoornis hebben last van angsten zonder dat daar
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieOuderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.
Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,
Nadere informatieKent u de cijfers van uw hart?
Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be
Nadere informatieOBSERVATIEFOCUS Oordeel observator
OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator. Structuur gesprek 6. Specifieke modellen. Non-verbale. Informeren. Emoties hanteren. Verbale Geef een globaal oordeel over elke dimensie op een -puntenschaal waarbij
Nadere informatie[2015] Oplossingsgericht werken met Kinderen. "Kids Skills" Gerrit van de Vegte www.centrumoplossingsgerichtwerken.nl gerritvandevegte@home.
[2015] Oplossingsgericht werken met Kinderen "Kids Skills" Gerrit van de Vegte gerritvandevegte@home.nl WAT IS KIDS SKILLS? Kids Skills is een speelse,praktische en oplossingsgerichte benadering om kinderen
Nadere informatieVraagstelling: Welke verpleegkundige interventies worden ingezet bij depressie, binnen afdeling De Schans.
Vraagstelling: Welke verpleegkundige interventies worden ingezet bij depressie, binnen afdeling De Schans. Hypothese: De verpleegkundige interventies die worden ingezet bij depressie, op afdeling De Schans,
Nadere informatieAdviseur deskundigheidsbevordering, NISB Hoofddocent Instituut Sport en Bewegingsstudies, HAN
Een kennismaking ki met motiverende gesprekvoering Ingrid Broeders Adviseur deskundigheidsbevordering, NISB Hoofddocent Instituut Sport en Bewegingsstudies, HAN 1 Ervaring delen Vertel over een voldoening
Nadere informatieWaardenloze Gesprekken
Waardenloze Gesprekken houvast door Socratisch Motiveren Martin Appelo 2-10-2014 Herkent u dit? Of dit? Hoe vaak heeft u gedoe over verandering? Waarom veranderen mensen niet (duurzaam) Als u zo doorgaat
Nadere informatieFIT en GEZOND op het WERK
FIT en GEZOND op het WERK Katrien Bruyninx Prevent Lummen 18 september 2013 Prevent Prevent-Factory A solutions provider Tailor made support of companies and organisations Prevent-Academy Training centre
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieOmgaan met chronische verm index:omgaan met chronische verm index :39 Pagina. Voorwoord 13
Inhoud Voorwoord 13 1 Wat is er aan de hand? 17 Twee typerende voorbeelden 17 Vermoeidheid 19 Vermoeidheid als een nuttig signaal 19 Vermoeidheid en stress 20 Vermoeidheid bij een ziekte 20 Vermoeidheid
Nadere informatiePace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise
Pace vragenlijst Physician-based Assessment and Counseling for Exercise Dit formulier bepaalt uw lichamelijke activiteiten niveau. Lees dit formulier door en kies de zin die het beste aansluit bij uw huidige
Nadere informatieHOE OUDEREN MOTIVEREN
HOE OUDEREN MOTIVEREN Effectieve valpreventie maatregelen vallen of staan met de actieve medewerking en inbreng van de oudere en zijn omgeving zelf. Vaak worden gezondheids- en welzijnswerkers geconfronteerd
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn
Nadere informatieVraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.
Feedbackvragen Casus Martijn Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Bij Martijn is sprake van sociaal isolement, somberheid, niet eten. Dat duidt
Nadere informatieBeweeg in de juiste richting!
Beweeg in de juiste richting! Inhoud Sport, bewegen, fysieke activiteit? Wat is UniefActief? o o o o Begeleidingstrajecten Exclusief aanbod voor KU Leuven personeelsleden Inschrijven Nieuwsbrief Vragen
Nadere informatieToepassing van de fases van gedragsverandering in de praktijk
Toepassing van de fases van gedragsverandering in de praktijk Jouw werk bestaat eruit om de klant te begeleiden bij een verandering in zijn financiële gedrag. Daarvoor kun je het model van DiClemente,
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod
Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd
Nadere informatieOmslag Motiveren kun je leren van Pauline Dekker & Wanda De Kanter, met tekeningen van Marnix Rues
Omslag Motiveren kun je leren van Pauline Dekker & Wanda De Kanter, met tekeningen van Marnix Rues Oefening Videofragment: Wat valt je op? Bij de patiënt Bij de zorgverlener (interventies/attitude) Oefening
Nadere informatiepreventie mentale ondersteuning direct en dichtbij
preventie ZORG BIEDEN DIRECT EN DICHTBIJ. DAAR STAAT INDIGO VOOR. HET LIEFST IN DE WIJK, LAAGDREMPELIG EN TOEGANKELIJK. VOOR IEDEREEN. mentale ondersteuning direct en dichtbij Indigo biedt niet alleen
Nadere informatieLeefstijlprogramma binnen Talant. 15 september 2011
Leefstijlprogramma binnen Talant 15 september 2011 Achtergrond Mensen met een beperking hebben achterstand in leefstijl door o.a.: - minder frequent bewegen - bezuinigingen op de AWBZ (bewegingsagogen?)
Nadere informatieFysieke activiteit en schizofrenie: wetenschappelijke evidentie en concrete richtlijnen
133 Ortho-Rheumato VOL 9 Nr 4 2011 Fysieke activiteit en schizofrenie: wetenschappelijke evidentie en concrete richtlijnen Davy Vancampfort 1,2, Jan Knapen 1,2, Michel Probst 1,2, Marc De Hert 1,3 1. U.P.C.
Nadere informatieJos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep. Stress en gezondheid
Jos van Erp Hartstichting / De Hart&Vaatgroep Stress en gezondheid Acute stress Het stressmechanisme is een overlevingsmechanisme Stressor Het stressmechanisme: Een fysiologisch systeem dat functioneert
Nadere informatieIedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten
Iedereen is anders: de invloed van persoonlijke factoren na hersenletsel Caroline van Heugten Geprikkeld brein 19 okt. 2016, Swalmen Dept P&N, MHeNS, FHML Dept NP&PP, FPN Kent u haar? Kent u haar? Marlou
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie. dag 1
Cognitieve gedragstherapie dag 1 Inhoud Thema s - kennismaking - gespreksvoering - achterhalen van de hulpvraag van de cliënt - beoordelen van fase in motivatie tot verandering - uitleg basistheorieën
Nadere informatiePatiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit
Patiënteninformatie Obesitastraining Eat-Fit Inhoud Inleiding... 2 Body Mass Index (BMI)... 2 Obesitas en fysieke activiteit... 2 Dieettherapie... 3 Operatie... 4 Onze obesitastraining Eat-Fit... 4 Persoonlijke
Nadere informatieKanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden
Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden Regionaal Genootschap Fysiotherapie Midden Nederland Zelfmanagement bij kanker De realiteit 100.000 nieuwe diagnoses in 2012 Het aantal
Nadere informatieBijscholing: Mogelijkheden eerste lijn
Bijscholing: Mogelijkheden eerste lijn T R A U M A C E N T R U M B E L G I Ë 3 0 A P R I L 2 0 1 3 C O P Y R I G H T D O R I S D H O O G H E Welke hulp hebben mensen nodig? Studie van Dyregrov & Nordanger,
Nadere informatieKanker is niet voor watjes
Kanker is niet voor watjes SPKS 22 september 2018 2 ele Helen Dowling Instituut Mensen met kanker en hun naasten helpen de ziekte emotioneel te verwerken specialistische psychologische zorg (1100 cliënten
Nadere informatiePREVENTIE VOOR POH-GGZ
PREVENTIE VOOR POH-GGZ ZORG BIEDEN DIRECT EN DICHTBIJ. DAAR STAAT INDIGO VOOR. HET LIEFST IN DE WIJK, LAAGDREMPELIG EN TOEGANKELIJK. VOOR IEDEREEN. MENTALE ONDERSTEUNING DIRECT EN DICHTBIJ INDIGO BIEDT
Nadere informatieBurn out bij patiënt / bij (student) arts
Burn out bij patiënt / bij (student) arts prof. dr. Nele Michels faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen - Centrum voor Huisartsgeneeskunde / ICHO / Skills Lab - EURACT 1 Hakuin Ekaku (1685-1768)
Nadere informatieTerug aan het werk als gedragsverandering?
Terug aan het werk als gedragsverandering? Situering Het omgaan met fysieke beperkingen en/of chronische pijn vraagt een gedragsverandering van de klant. Hij staat immers voor de uitdaging om zijn/haar
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatieLifestyle coaching. Preventief uw leefstijl veranderen. - U staat er niet alleen voor. Waarom laten coachen? Wanneer laten coachen?
Lifestyle coaching Judith Jelsma - Pregenius Preventief uw leefstijl veranderen - U staat er niet alleen voor Waarom laten coachen? Leefstijl verandering of een aanpassing maken hierin is voor velen een
Nadere informatieDepressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,
Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie, 21-6-2017 Jan Spijker, psychiater, hoogleraar Chronische Depressie, Radboud Universiteit Nijmegen hoofd programma depressie Pro Persona, Nijmegen Indeling
Nadere informatieHart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen. Cardiologie Centrum Waterland
Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Cardiologie Centrum Waterland Hart- en vaatziekten: risicoprofiel en leefstijladviezen Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in
Nadere informatieKwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis
Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis Mijn wil is sterker dan mijn grens. (Paula Niestadt) Definitie kwaliteit van leven/qol
Nadere informatieDeeltijdbehandeling. Barneveld. volwassenen deeltijd
Deeltijdbehandeling Barneveld volwassenen deeltijd Inhoudsopgave Wat is deeltijdbehandeling? 2 Voor wie is de behandeling bedoeld? 2 De behandeling 3 Doel 3 Behandelplan 3 Inhoud 3 Programma 4 Individuele
Nadere informatieDrs. Afke van de Wouw Fysiotherapeut, Bewegingswetenschapper, Sportpsycholoog
Sportpsychologie door: Drs. Afke van de Wouw Fysiotherapeut, Bewegingswetenschapper, Sportpsycholoog 4-staps leerproces Onbewust onbekwaam Bewust onbekwaam Bewust bekwaam Onbewust bekwaam Communicatie
Nadere informatieSamenvatting 181. Samenvatting
Samenvatting 179 180 Samenvatting 181 Samenvatting Depressie is een veel voorkomende psychische aandoening die leidt tot beperkingen in het sociale, emotionele en fysieke functioneren en een grote invloed
Nadere informatieInformatiebrochure voor patiënten Samen naar een gezond gewicht
Informatiebrochure voor patiënten Samen naar een gezond gewicht De Nederlandse Obesitas Kliniek, het centrum voor patiënten met morbide obesitas De Nederlandse Obesitas Kliniek (NOK) is hét centrum van
Nadere informatieDiagnostiek fase. Behandelfase. Resocialisatiefase. Psychosociale behandeling. Medicamenteuze behandeling. Terugvalpreventie Herstel
Diagnostiek fase Samenvattingskaart WANNEER, HOE? 1. Diagnostiek middelengebruik 2. Vaststellen problematisch middelengebruik en relatie met delict Aandacht voor interacties psychische problemen en middelengebruik
Nadere informatiebehandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.
Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan
Nadere informatieOmgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest
Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme
Nadere informatieStress & Burn Out. ubeon Academy
Stress & Burn Out ubeon Academy Programma Stress & Burn Out, twee thema s die tot voor kort taboe waren in vele werkomgevingen, vragen vandaag de dag extra aandacht. Naast opleidingen gericht op individuele
Nadere informatieAngst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest
Ad Kaasenbrood, psychiater/psychotherapeut Congres Een te gekke wijk, Bunnik, 8 November 2017 Psychiatrische ziekten Komen vaak voor Zijn ernstig Zijn duur Zijn complex Verhouden zich tot geestelijke gezondheid,
Nadere informatieBijlage Weet en beweeg
Bijlage Weet en beweeg Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Weet en beweeg, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies
Nadere informatieGedragsverandering in fasen
Gedragsverandering in fasen Stimuleren van een actieve leefstijl Een middel om een blijvende actieve leefstijl te stimuleren is door te werken aan kennis, houding en vaardigheden ten aanzien van bewegen.
Nadere informatieDeel 1: Positieve psychologie
Deel 1: Positieve psychologie Welkom bij: Positieve gezondheid. Jan Auke Walburg 2 Carla Leurs 3 4 Bloei Bloei is de ontwikkeling van het fysieke en mentaal vermogen. Welbevinden en gezondheid Verschillende
Nadere informatieBewegingsangst: een sterk invaliderende factor
Bewegingsangst: een sterk invaliderende factor Definitie: Bewegingsangst is een specifieke cognitie, gekoppeld aan een emotie en gekoppeld aan gedrag Eén van de yellow flags is: vrees-vermijdingsgedrag
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Gezonde leefstijl. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0219
Keuzedeel mbo Gezonde leefstijl gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0219 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Nadere informatieMotiveren doe je in fasen. De kunst en kunde van het fasegericht, geïntegreerd behandelen, van dubbele diagnose cliënten
Motiveren doe je in fasen De kunst en kunde van het fasegericht, geïntegreerd behandelen, van dubbele diagnose cliënten Cliënten met een dubbele diagnose Ernstige meervoudige problematiek Sterke verwevenheid
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieopdrachten week 1 Opdracht 1 Kom er achter of je klaar bent voor verandering Doe de test
week 1 Opdracht 1 Kom er achter of je klaar bent voor verandering Als je nu van ons te horen krijgt dat er vannacht een wonder zou kunnen gebeuren. Hoe zou je dan morgenvroeg wakker willen worden? Hoe
Nadere informatieVoorlichting, advies en instructie Niveau 3
Antwoorden stellingen Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Preventief werken 1. Preventie is: gezondheidsproblemen voorkomen en gezond gedrag stimuleren.
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20846 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20846 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Knittle, Keegan Title: Motivation, self-regulation and physical activity among
Nadere informatieINLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING
(GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING
Nadere informatieZelfmanagement bij kanker
Zelfmanagement bij kanker Presentatie voor de Werkgroep Fysiotherapie & Oncologie Midden- Nederland 6 november 2012 Dr. Marije van der Lee Programma Wat doet het Helen Dowling Instituut (HDI)? Wat biedt
Nadere informatieVitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011
Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem
Nadere informatieLeven met een hersenletsel: home sweet home?
Leven met een hersenletsel: home sweet home? Prof.dr. Caroline van Heugten ERNAH congres 17 sept. 2015, Hasselt Dept P&N, MHeNS, FHML Dept NP&PP, FPN Uw spreker... Mate van participatie Ziekte/aandoening
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieSamenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie
Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd
Nadere informatieBELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN
BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat
Nadere informatieSamenvatting (summary in Dutch)
Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat
Nadere informatiePsychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers
Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden
Nadere informatieKansen voor gezondheid
10-6-2015 1 g Kansen voor gezondheid L a n g e r Jan Auke Walburg Vraagstelling Hoe kan je de gezondheid en het welbevinden van een populatie bevorderen zodanig dat: mentale en somatische ziektes afnemen
Nadere informatieMotivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren
Motivational Interviewing: ontdek de kracht van motiveren Stijn van Merendonk Trainer @stijnvmerendonk Is dit herkenbaar? Miller & Rollnick. De ontwikkelaars Bouwden verder op erfgoed Carl Rogers Zij maakten
Nadere informatieIN BEWEGING. Onderneem! Nietsdoen is geen optie
IN BEWEGING Onderneem! Nietsdoen is geen optie Belang bewegen Emotioneel: plezier, je goed voelen, zelfvertrouwen, eigenwaarde, positieve invloed op emotionele stoornissen Sociaal: participatie, ontwikkeling
Nadere informatie