Stroomdiagram Gebruikersbijdrage Gezinszorg

Transcriptie

1 Stroomdiagram Gebruikersbijdrage Gezinszorg VVSG 2014 Vaststellen middelen - maandelijks netto-inkomen - alleenstaande/alleenwonende of samenwonenden van dezelfde generatie - beroepsinkomen, inkomsten van roerende en onroerende goederen, sociale uitkeringen en andere inkomens - facultatief lasten aftrekken Bepaling gezinscode - feitelijke toestand op moment aanvraag - basiscode: 1 (alleenstaanden én alleenwonenden) of 2 (alle andere) - punten bijtellen Bijdrageschaal aflezen - gebruikersbijdrage aflezen op basis van de middelen en de gezinscode - eventueel extrapolatie Afwijkingen - verbonden aan voorwaarden - verhogingen of verlagingen - begrensd tot 20% van het aantal geholpen gebruikers op een bepaald moment Toeslagen voor onregelmatige prestaties - toegepast op alle gebruikers - 30% voor prestaties op zaterdagen en weekdagen tussen 20 uur en 7 uur - 67% voor prestaties op zon- en feestdagen BEL-profielscore & kortingen - als de BEL-profielscore 35, heeft de gebruiker recht op verplichte korting - BEL 35 = 0,65 korting - langer dan 1 jaar hulp = 0,25 korting - minstens 60 uur per maand hulp = 0,35 korting 5 juni /5

2 Samenwonenden van dezelfde generatie Bij alleenstaanden die alleen wonen wordt enkel hun eigen inkomen in rekening genomen. Bij samenwonenden tel je de inkomens mee van de personen van dezelfde generatie als de persoon die gezinszorg krijgt (= met hoogste BEL-profielscore). Welke middelen? WEL: beroepsinkomsten, roerende inkomsten, inkomsten uit onroerende goederen, sociale uitkeringen en andere inkomens. NIET: wettelijke gezinsbijslagen, studiebeurzen, toeslagen voor het bijhouden van pleegkinderen, mantelzorg- en thuiszorgpremies en/of toeslagen, toegekend door lokale en/of provinciale overheden, ziekenfondsen en de Vlaamse gemeenschapscommissie. Beroepsinkomsten Loontrekkende: keuze het gemiddelde netto-maandinkomen over de laatste drie maanden, vermeerderd of verminderd met de terug- of bijbetalingen van de personenbelasting. Hiervan moet het laatste gekende bedrag, gedeeld door 12, in aanmerking worden genomen en bij het gemiddelde maandinkomen worden gevoegd of ervan worden afgetrokken. het belastbaar inkomen vermeld op de laatste belastingbrief, verminderd met de onroerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing, en vermeerderd of verminderd met de terug- of bijbetaling van de personenbelasting, gedeeld door 12. Zelfstandige: Het netto-inkomen, bekomen door het bruto belastbaar inkomen vermeld op het aanslagbiljet van de personenbelasting, te verminderen met de onroerende voorheffing, bedrijfsvoorheffing, voorafbetalingen en bijbetalingen, en te vermeerderen met de terugbetalingen. Dat eindbedrag wordt gedeeld door 12. Gepensioneerde: Om het inkomen van gepensioneerden te berekenen, neemt men het gemiddelde van de laatste drie maanden (zoals bij de andere vervangingsinkomens en sociale uitkeringen, zie verder). 5 juni /5

3 Roerende inkomsten Intresten van belegde kapitalen, aandelen, obligaties, spaarrekeningen en dergelijke, over een heel jaar geteld en gedeeld door 12. Inkomsten uit onroerende goederen Deze inkomsten zijn opgenomen in de berekening van de personenbelasting. Indien de berekening gebeurt op basis van het nettomaandinkomen: Het totaal geïndexeerde KI van alle onroerende goederen, uitgezonderd dat van de eigen woning, wordt gedeeld door 12 en gevoegd bij het inkomen. Uitzonderingen: Het KI van de eigen woning moet wel in aanmerking genomen worden bij gedeeltelijke verhuring van de eigen woning. In dit geval houdt men rekening met bijvoorbeeld 1/2, 1/3 of een andere verdeling van het KI, volgens het verhuurde gedeelte; Indien de eigen woning verhuurd wordt, en men huurt een andere woning, houdt men rekening met het verschil van het KI tussen beide woningen, in zoverre dit van de eigen woning hoger is. Sociale uitkeringen Alle vervangingsinkomens en sociale tegemoetkomingen moeten meegeteld worden, zonder enige uitzondering: ziekte-, werkloosheids- en invaliditeitsvergoedingen, ouderdomsof overlevingspensioenen en renten, gewaarborgd inkomen, bestaansminimum, tegemoetkomingen voor mindervaliden, oorlogspensioenen en inkomsten van frontstrepen, tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden, integratietegemoetkoming, tegemoetkoming voor hulp aan derden plus alle andere mogelijke bestaande en toekomstige uitkeringen. Hier wordt het gemiddelde van de laatste drie maanden genomen. In geval van ziekte- of werkloosheidsuitkeringen, wordt het dagbedrag vermenigvuldigd met juni /5

4 Andere inkomens Bv. ongevallenvergoeding, renten van levensverzekeringen, lijfrenten e.d. (niet limitatieve lijst): al deze inkomsten moeten worden meegerekend. Onderhoudsgelden moeten voor de ontvangende partij opgeteld worden bij het inkomen. Voor de betalende partij wordt het niet als inkomen beschouwd en moet het afgetrokken worden van het netto-maandinkomen. Lasten Facultatief mogen bepaalde lasten afgetrokken worden. Deze lasten zijn beperkt tot uitzonderlijke medische en farmaceutische kosten die gedurende de periode waarin gezinszorg wordt verleend op een abnormale wijze het gezinsbudget belasten. Basiscode 1 Punten bijtellen Wanneer één van beide partners naar een woonzorgcentrum verhuist, wordt vertrokken vanaf basiscode 1 en dus niet langer vanaf code 2. Naargelang de thuisblijvende partner voldoet aan de voorwaarden kunnen bijkomende punten opgeteld worden. Per persoon en per omschrijving waaraan de cliënt voldoet, tel je een punt bij de basiscode: Personen (kinderen en volwassenen) die in dezelfde woning verblijven en er gemeenschappelijk leven zonder eigen inkomsten. Uitzondering: de partner van de persoon voor wie de hulp ingeroepen wordt. Kinderen, geplaatst in een instelling of op internaat, indien de ouders instaan voor de financiële vergoeding van dat verblijf. Nog ongeboren kind(eren) vanaf de zesde maand zwangerschap. Personen met een invaliditeitspercentage of een arbeidsongeschiktheid van minstens 65%, een vermindering van de zelfredzaamheid met minstens 9 punten of een vermindering van het verdienvermogen tot een derde of minder, of de kinderen die minstens 4 punten behalen in pijler 1 (lichamelijke en geestelijke gevolgen van de handicap of aandoening). 5 juni /5

5 UITZONDERING: Geen punten bijtellen wanneer de bejaarde(n), waarvan het inkomen in rekening wordt genomen voor de bijdrageberekening, samenwoont (samenwonen) met een andere generatie, behalve als deze bejaarde(n) een invaliditeitspercentage heeft (hebben) van minstens 65% of een vermindering van de zelfredzaamheid met minstens 9 punten. Extrapolatie Indien je de basisbijdrage niet rechtstreeks van de schaal kan aflezen, omdat het inkomen te hoog is, moet je de schaal extrapoleren volgens onderstaande formule. De opbouw van de schaal wordt dan verder doorgetrokken tot maximaal de kostprijs van een uur gezinszorg of poetsdienst. Bijdrage = Inkomen Inkomen14,14 14,14 euro + Inkomen 14,14 Inkomen 14,04 0,1 euro Voorwaarden afwijkingen Op de bijdragen bepaald op basis van de bijdrageschaal kunnen de diensten gezinszorg gemotiveerd afwijkingen toepassen. De afwijkingen zijn geldig voor 1 jaar. Ze moeten jaarlijks herzien, gemotiveerd en goedgekeurd worden. Het totaal aan toegekende afwijkingen is begrensd tot 20% van het totaal aantal geholpen gebruikers op een bepaald moment. BEL-profielscore De BEL-profielscore wordt opgesteld bij elk huisbezoek van de thuiszorg. Bij gezinszorg kan de BEL-profielscore invloed hebben op de bijdrageberekening. Wanneer de gebruiker een BEL-profielscore heeft van minstens 35 heeft hij of zij recht op een korting van de gebruikersbijdrage. Verplichte kortingen 0,65 euro per uur 0,90 euro per uur Langer dan één jaar hulp 1,00 euro per uur 60 uur per maand hulp 60 uur per maand hulp Langer dan één jaar hulp 1,25 euro per uur 5 juni /5