ACTUALISERING VAN DE STUDIE OVER DE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ACTUALISERING VAN DE STUDIE OVER DE"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen ACTUALISERING VAN DE STUDIE OVER DE ZUIVELKOLOM JULI 2014 PRIJZENOBSERVATORIUM

2 Actualisering van de studie over de zuivelkolom 1

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding De melkveehouderij Algemeen Productiewaarde van de zuivelsector Veestapel en veebedrijven Melkproductie Melkquotum Prijsverloop voor zuivelproducten Verloop van de prijzen voor zuivelproducten op de wereldmarkt, de Europese en de Belgische markt De melkprijs in België en zijn voornaamste buurlanden De financieel-economische situatie van de melkveehouder Kostenstructuur Opbrengstenstructuur Rendabiliteit van de melkveehouder Verloop van enkele kostenposten Het economisch belang, de financiële situatie, de concentratiegraad en de bedrijfskostenstructuur van de verschillende schakels in de melkketen Schema van de melkketen Methodologische beschouwingen De veevoederindustrie (NACE 10.91) Economisch belang Financiële situatie Concentratiegraad Structuur van de bedrijfskosten De zuivelindustrie (NACE 10.5) Economisch belang Financiële situatie Concentratiegraad Structuur van de bedrijfskosten De groothandel in zuivelproducten (NACE ) Economisch belang Financiële situatie Concentratiegraad Structuur van de bedrijfskosten De detailhandel (NACE 47.11) Economisch belang Financiële situatie Concentratiegraad

4 Structuur van de bedrijfskosten Vergelijking van de verschillende schakels van de melkketen op het vlak van de financiële situatie, de concentratiegraad en de bedrijfskostenstructuur (op basis van het jaargemiddelde ) Financiële situatie Concentratiegraad Structuur van de bedrijfskosten De vraag naar zuivelproducten De consumptie in België Buitenlandse handel Evolutie van de consumptieprijzen van Belgische zuivelproducten Vergelijking van de consumptieprijzen van zuivelproducten in België en in de voornaamste buurlanden Evolutie van de melkprijzen in België Gedetailleerde analyse van de evolutie van de consumptieprijs voor halfvolle melk, geraspte emmentaler en boter Evolutie van de prijzen in de zuivelkolom: een analyse van het prijstransmissiemechanisme voor België en de buurlanden Prijsverloop in de zuivelkolom in België Prijsverloop in de zuivelkolom in België en zijn voornaamste buurlanden Analyse van de prijstransmissie in België voor meerdere specifieke zuivelproducten Conclusie Lijst van afkortingen Bijlagen Bijlage 1: Aandeel van de zuivelsector in de totale productiewaarde van de landbouw per gewest Bijlage 2: Samenstelling van de melkveestapel en de melkveebedrijven in België en de gewesten Bijlage 3: Evolutie van het aantal koeien en bedrijven in Vlaams en Waals Gewest Bijlage 4: Rendabiliteit van de gespecialiseerde melkveebedrijven in Vlaanderen ( ) en Wallonië ( ), met extrapolatie voor 2012 en Bijlage 5: Spreiding van het netto bedrijfsresultaat van gespecialiseerde melkveebedrijven Bijlage 6: Overzicht van de gebruikte kosten- en opbrengstenposten Bijlage 7: Rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit in de voedingsindustrie als benchmark van de verschillende schakels in de melkketen

5 Inleiding De rundvee-, melkvee- en varkenshouders werden de laatste jaren geconfronteerd met opwaarts georiënteerde prijzen van dierenvoeders. Gezien de opbrengstprijzen van de dierlijke productie niet altijd in dezelfde mate gestegen zijn, kwam de rendabiliteit van de betrokken landbouwers in bepaalde periodes onder druk te staan. Op initiatief van de toenmalige federale minister bevoegd voor Landbouw, mevrouw Laruelle, werd besloten om de eerder gemaakte studies over de rundvlees-, zuivel- en varkensvleeskolom te actualiseren, en dat in die volgorde. Na de actualisering van de studie over de rundvleeskolom (die in december 2013 gepubliceerd werd op de website van de FOD Economie 1 ), kwam de zuivelkolom aan de beurt. Teneinde de studie van juni ( Recente ontwikkelingen in het verloop van de prijzen en kosten in de melkketen ) up te daten, werden niet enkel de statistische data geactualiseerd, maar werd ook aandacht besteed aan een aantal nieuwe invalshoeken. Zoals bij de studie van de rundvleeskolom het geval was, werden ook bilaterale ontmoetingen georganiseerd door het Prijzenobservatorium met vertegenwoordigers van alle schakels binnen de zuivelketen 3. De geactualiseerde studie is als volgt opgebouwd: In het eerste hoofdstuk komt de melkveehouderij aan bod, met aandacht voor de algemene situatie, het prijsverloop voor zuivelproducten, alsook voor de financieel-economische situatie van de melkveehouder. In het tweede hoofdstuk wordt het economisch belang, de financiële situatie, de concentratiegraad en de kostenstructuur van de andere schakels in de melkketen in België besproken. Het volgende hoofdstuk geeft een korte stand van zaken weer wat betreft de consumptie van zuivelproducten in België, evenals de buitenlandse handel ervan. In het voorlaatste hoofdstuk wordt onder meer aandacht besteed aan de prijsevolutie in de winkel voor een selectie van zuivelproducten en de vergelijking van het verloop van de consumptieprijs van zuivelproducten in België en de voornaamste buurlanden. In een laatste hoofdstuk wordt tot slot de prijstransmissie doorheen de melkketen geanalyseerd, zowel voor België als zijn voornaamste buurlanden Duitsland, Nederland en Frankrijk. De Belgische prijstransmissie wordt vervolgens meer in detail behandeld aan de hand van een enquête bij de detailhandel waarbij gepeild werd naar de aankoopprijs van de sector van een viertal zuivelproducten. Afsluitend worden de voornaamste conclusies van dit onderzoek samengevat. Het Prijzenobservatorium wil met deze studie een bijdrage leveren aan de transparantie binnen de zuivelkolom. Op Europees niveau werd in dat kader de Milk Market Observatory (MMO) opgericht in april De MMO is een initiatief van de Europese Commissie om, in het kader van de afschaffing van het systeem van melkquota in 2015, de transparantie binnen de EU-zuivelsector te vergroten via het beschikbaar stellen van onder meer marktgegevens (statistieken) en het analyseren van trends in zuivelmarkten binnen de EU en in de wereld 4. Om de economische situatie van de Vlaamse 1 FOD Economie, Actualisering van de studie over de rundvleeskolom, INR, december FOD Economie, Recente ontwikkelingen in het verloop van de prijzen en kosten in de melkketen, juni Boerenbond, Algemeen Boerensyndicaat (ABS), Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ), Comeos (federatie van de Belgische handel en diensten) en medewerkers van de Vlaamse en Waalse overheden werden geraadpleegd. Met de Fédération Wallonne de l Agriculture (FWA) werden er contacten gelegd via telefoon en

6 melkveehouderij te kunnen opvolgen, ontwikkelde de afdeling Monitoring en Studie van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid eveneens een driemaandelijkse zuivelbarometer. Deze wordt sinds april 2014 gepubliceerd en wil op een objectieve manier de actuele economische situatie van de Vlaamse melkveehouderij in kaart brengen 5. De inzameling van de cijfergegevens voor de studie werd midden juni 2014 afgerond. 5 Van der Straeten B. & Deuninck, J., De Vlaamse zuivelbarometer, april 2014, Beleidsdomein Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel. 5

7 1. De melkveehouderij 1.1. Algemeen Productiewaarde van de zuivelsector De zuivelsector vormt een belangrijke subsector van de totale Belgische landbouw. In de periode bedroeg de jaarlijkse gemiddelde productiewaarde ongeveer 905 miljoen euro, wat neerkomt op ongeveer 12 % van de totale productiewaarde van de Belgische landbouw. Momenteel is Vlaanderen verantwoordelijk voor ongeveer 62 % van de Belgische melkproductie, Wallonië staat in voor 38 % ervan 6. Grafiek 1: Waarde van de zuivelsector in de totale Belgische landbouw (Gemiddelde ) a Varkensvlees 19,8% Plantaardige productie 44,9% Dierlijke productie 55,0% Rundvlees 15,9% Pluimvee 5,3% Melk 11,9% Andere 0,5% Eieren 1,6% Bron: Landbouweconomische rekeningen (FOD Economie, AD Statistiek) a: 2012 voorlopige gegevens Relatief gezien is de zuivelsector echter sterker vertegenwoordigd in Wallonië dan in Vlaanderen: de productiewaarde van de zuivelsector ten opzichte van de totale landbouw per gewest maakt in 2011 gemiddeld 14,2 % uit in Vlaanderen, tegenover 23,9 % in Wallonië 7 (en 18,8 % in 2012) (zie bijlage 1). 6 Platteau J., Van Gijseghem D., Van Bogaert T. & Maertens E. (reds.), Landbouwrapport 2012, Departement Landbouw en Visserij, Deze gewestelijke data mogen niet gecumuleerd worden om tot nationale resultaten te komen, eerst en vooral omdat de bronnen verschillend zijn, maar mogelijk werd ook een andere methodologie aangewend voor de berekening van de productiewaarde van de zuivelsector en totale landbouwsector. 6

8 Veestapel en veebedrijven 8 Tussen 2000 en 2012 daalde het aantal melkkoeien in productie in België met 18,3 %, terwijl de afname van het aantal zoogkoeien in productie beperkt bleef tot 7,9 % De daling van het aantal bedrijven is echter veel meer in het oog springend: het aantal melkveehouders (bedrijven met melkkoeien) daalde met 46,3 %, en ook het aantal bedrijven met zoogkoeien nam af met 33,6 % 11. Grafiek 2: Evolutie van de melkveestapel (linkerschaal) en bedrijven (rechterschaal) in België Melkkoeien in productie Zoogkoeien in productie Bedrijven met melkkoeien Bedrijven met zoogkoeien Bron: FOD Economie, AD Statistiek 8 Zie ook bijlage 2 en 3 voor de samenstelling van de melkveestapel en de melkveebedrijven in België en de gewesten, evenals de evolutie van het aantal koeien en bedrijven in Vlaanderen en Wallonië. 9 Melkkoe: Een vrouwelijk rund dat wordt gebruikt voor de melkproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel (Sanitel is een Belgisch systeem voor geïnformatiseerd beheer van de identificatie, de registratie en het toezicht op dieren (runderen, schapen, geiten, herten, pluimvee)). Zoogkoe: Een vrouwelijk rund van een vleesras of geboren uit de kruising met een vleesras, dat behoort tot een veebeslag bestemd voor de opfok van kalveren voor de vleesproductie en dat minstens één kalf heeft voortgebracht dat werd geoormerkt en geregistreerd in Sanitel. Bron: Vlaamse overheid, departement Landbouw en Visserij 10 Wanneer we het in deze studie hebben over melkkoeien en zoogkoeien, dan hebben we het over melkkoeien en zoogkoeien in productie (dewelke dus nog actief zijn), en niet over reforme (of uitstootkoeien) melk- en zoogkoeien, tenzij anders vermeld. 11 Het aandeel van de melk- en zoogkoeien in productie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest varieerde in de periode tussen 0,00 % en 0,04 %. Omwille van dit zeer beperkte aandeel worden in het vervolg van de studie enkel het Vlaams en het Waals Gewest geanalyseerd. 12 De gegevens voor 2013 waren bij het beëindigen van de studie beschikbaar, maar omwille van aanpassingen in de methodologie (wat mogelijk problemen oplevert met betrekking tot de vergelijkbaarheid van de gegevens) werd ervoor geopteerd deze niet te gebruiken. 7

9 Deze tendens tekent zich ook af binnen de gewesten, maar de inkrimping van de melkveestapel lijkt groter te zijn in Wallonië: het aantal melkkoeien in Vlaanderen nam in de periode af met gemiddeld 14,6 %, terwijl dit in Wallonië met 22,8 % was. Ook de zoogkoeien namen af in aantal, namelijk -4,1 % in Vlaanderen en -10,0 % in Wallonië. De afname van het aantal bedrijven lag in de beide gewesten in dezelfde lijn: -45,9 % melkveehouders in Vlaanderen tegenover -46,8 % in Wallonië, -33,3 % bedrijven met zoogkoeien in Vlaanderen tegenover -33,9 % in Wallonië. Het aandeel melkkoeien is in Vlaanderen het grootst (57,5 % in 2012), terwijl Wallonië meer zoogkoeien telt (62,6 % in 2012). De melkveehouderij wordt gekenmerkt door een sterke concentratietendens. De daling van het aantal bedrijven overtreft immers ruimschoots de afname van de melkveestapel. In België nam het gemiddelde aantal melkkoeien per bedrijf toe met 52,0 % in 2012 ten opzichte van 2000 (+57,8 % in Vlaanderen, +44,9 % in Wallonië). Een Belgisch bedrijf telde in 2012 gemiddeld 50 melkkoeien (wat ook geldt voor Vlaanderen en Wallonië) tegenover 33 in 2000 (31 in Vlaanderen, 34 in Wallonië). Grafiek 3: Gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf Vlaams Gewest Waals Gewest België Bron: FOD Economie, AD Statistiek 8

10 Melkproductie Het aantal liter melk dat opgehaald wordt bij de melkveehouders lag in ,7 % hoger dan in 2006, meer bepaald een toename van miljoen liter in 2006 naar miljoen liter in Deze toename hangt in eerste instantie samen met de uitbreiding (ter voorbereiding op het wegvallen) van het melkquotum 14. De sector wordt gekenmerkt door een steeds toenemende productiviteitsstijging, er wordt immers steeds meer melk geproduceerd met minder koeien. Het geproduceerde volume per melkveehouder nam opvallend toe: terwijl een melkveehouder in 2006 nog gemiddeld liter melk leverde, liep dit in 2012 op tot liter, ofwel een stijging van 62,0 %. Ook het gemiddelde aantal liter melk per melkkoe kende over dezelfde periode een toename van 15,7 %, van jaarlijks ongeveer liter in 2006 naar liter in Grafiek 4: Ophaling van melk bij de melkveehouders (België + invoer), gemiddeld aantal liter melk per melkveehouder (Ophalingen in miljoen liters, gemiddeld aantal liter in liter) , , , , , , , , Melkleveringen (in miljoen liter) (linkerschaal) Gemiddeld aantal liter melk per melkveehouder (in liter) (rechterschaal) 0 Bron: FOD Economie, AD Statistiek Ook het aantal liter melk dat door de zuivelindustrie bij buitenlandse ondernemingen werd aangekocht, steeg in de periode met 84,7 %, van 349 miljoen liter naar 645 miljoen liter. 13 Bron: FOD Economie, AD Statistiek 14 In de periode leek de melklevering gestabiliseerd te zijn: in 2011 steeg het aantal geleverde liters met slechts 1,2 %, terwijl 2012 een daling van 1,0 % kende ten opzichte van het jaar voordien werd echter gekenmerkt door slecht weer, minder beschikbaar ruwvoeder en hogere veevoederprijzen, wat een afname van de melkproductie ten opzichte van het voorgaande jaar tot gevolg had. In 2013 ging het aantal geleverde liters daarentegen weer de hoogte in, namelijk met 1,8 %. 9

11 Grafiek 5: Aankoop van melk bij een onderneming buiten België (In miljoen liter) ,1 644, ,0 343,2 372,2 367,5 410,8 472, Bron: FOD Economie, AD Statistiek Melkquotum Net zoals alle andere landen van de Europese Unie dient België zich te houden aan een nationaal melkquotum, een maximum hoeveelheid koemelk en/of afgeleide producten die jaarlijks 15 mag geproduceerd worden, en waarbij het gaat om een quotum voor leveringen (voor verwerking of om door te verkopen) en een quotum voor rechtstreekse verkoop (aan de eindverbruiker) 16. Deze regeling werd in 1984 van kracht voor een periode van vijf jaar (om de overproductie van melk in Europa in te perken), en is sindsdien steeds verlengd geworden (waarbij tevens de quota werden aangepast). In 2015 zal de melkquotaregeling worden afgeschaft. Sinds 2008 werd het melkquotum jaarlijks verhoogd met 1 %, om een 15 Een melkjaar loopt van 1 april tot 31 maart. 16 Levering: is elke levering van melk, exclusief andere zuivelproducten, door een landbouwer aan een koper ongeacht of de landbouwer, de koper, de onderneming die deze melk behandelt of verwerkt, dan wel een derde de melk vervoert. Rechtstreekse verkoop: is elke verkoop of overdracht van melk of andere zuivelproducten door de landbouwer rechtstreeks aan de eindverbruiker, alsook de leveringen van afgeroomde melk en room aan een koper. Gratis afstand wordt dus ook als rechtstreekse verkoop beschouwd. Eindverbruikers (klanten) zijn bijvoorbeeld particulieren, bezoekers op opendeurdagen, bakkers, groothandelaars, kleinhandelaars en grootverbruikers (bv. restaurants, hospitalen, bejaardentehuizen, scholen ). De eindverbruiker koopt melk of andere zuivelproducten aan om deze zelf te consumeren of zonder tussenkomst van derden in zijn oorspronkelijke vorm door te verkopen aan een andere eindverbruiker. Bron: Vlaamse Overheid, Agentschap voor Landbouw en Visserij, Markt- en Inkomensbeheer. Register rechtstreekse verkopen van melk en zuivelproducten - Tijdvak

12 zachte landing mogelijk te maken. Onderstaande tabel toont aan dat het melkquotum in België de voorbije jaren niet overschreden werd 17. Tabel 1: Melkquotum België 1 april tot 31 maart Beschikbaar quotum voor leveringen (ton) Totale leveringen na aanpassing (van het vetgehalte) (ton) Leveringen Overschrijding Overschrijding (in %) Beschikbaar quotum voor rechtstreekse verkoop (ton) Rechtstreekse verkoop Rechtstreekse verkoop (ton) Overschrijding 2005/ , / , / , / , / , / , / , / , Bron: EC Verschillende stakeholders uit de sector zijn van mening dat de melkproductie na het afschaffen van de melkquota niet zal exploderen in België. De toename van de productie zou beperkt blijven De laatste overschrijding dateert van het melkjaar , toen België ton teveel produceerde. Hier hing een boete van 7,9 miljoen euro aan vast (de heffing voor het melkjaar bedroeg 33,27 euro voor een overschrijding van 100 kg melk). Deze nationale boete werd vervolgens verhaald op de producenten die hun individuele quotum overschreden hadden. Vandaag loopt de heffing op tot 27,83 euro per 100 kg melk. 18 De schaaloptimalisatie voor de Belgische melkveehouders lijkt immers veelal bereikt, en de mogelijkheden om de melkveebedrijven uit te breiden zijn beperkt, aangezien hiervoor zowel grond als arbeid en kapitaal nodig zijn. Ook de toekomstige mestwetgeving (nu geregeld door het Mestactieplan of MAP) kan mogelijk een beperking inhouden van de melkveehouderij. 19 De productiecapaciteit in de zuivelindustrie zou de laatste jaren wel uitgebreid zijn. Volgens BCZ werden 2011 en 2012 gekenmerkt door een piek aan investeringen in de zuivelindustrie van gemiddeld 150 miljoen euro per jaar tegenover gemiddeld 90 miljoen euro per jaar in de periode 2005 tot Bron: BCZ, Jaarverslag 2013 Werkingsjaar

13 1.2. Prijsverloop voor zuivelproducten Verloop van de prijzen voor zuivelproducten op de wereldmarkt, de Europese en de Belgische markt De beschikbare wereldmarktprijzen voor boter, magere en volle melkpoeder en Cheddar kaas blijken een goede indicator voor het verloop van de prijs die de Belgische melkveehouder ontvangt voor zijn melk. Deze laatste vertoont een zeker symmetrisch verloop met de wereldmarktprijzen, zij het met enige vertraging en met meer gematigde prijsstijgingen, zeker in periodes met hoge wereldmarktprijzen (melkpoeder in 2007, boter en melkpoeder in en ). De prijzen voor zuivelproducten op de wereldmarkt kenden de laatste jaren een zeer volatiel verloop. Waar in 2007, 2011 en 2013 sterke prijsstijgingen genoteerd werden, vielen de wereldmarktprijzen in 2009 en 2012 enorm terug. Grafiek 6: Wereldmarktprijzen voor enkele zuivelproducten tegenover de melkprijs voor de Belgische melkveehouder (Index 2006=100) jan/05 mei/05 sep/05 Bron: USDA (DairyCo), BCZ jan/06 mei/06 sep/06 jan/07 mei/07 sep/07 jan/08 mei/08 sep/08 jan/09 mei/09 Boter Magere melkpoeder Volle melkpoeder Cheddar kaas De Belgische prijzen voor boter, magere en volle melkpoeder en Cheddar kaas vertonen nagenoeg dezelfde evolutie als de wereldmarkt- en Europese prijzen. Ook de grootte van de prijsstijgingen en -dalingen verloopt parallel. sep/09 jan/10 mei/10 sep/10 jan/11 Prijs Belgische melkveehouder mei/11 sep/11 jan/12 mei/12 sep/12 jan/13 mei/13 sep/13 jan/14 12

14 Grafiek 7: Verloop van de wereldmarktprijzen, Europese en Belgische prijzen voor boter, magere melkpoeder (SMP), volle melkpoeder (WMP) en Cheddar kaas Boter Magere melkpoeder (SMP) (In euro per ton) jan/05 jul/05 jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11 jan/12 jul/12 jan/13 jul/13 jan/14 Volle melkpoeder (WMP) jan/05 jul/05 jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11 jan/12 jul/12 jan/13 jul/13 jan/ jan/05 jul/05 jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11 jan/12 jul/12 jan/13 jul/13 jan/14 Cheddar kaas jan/05 jul/05 jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11 jan/12 jul/12 jan/13 jul/13 jan/14 Bronnen: USDA (DairyCo), EC, BCZ Wereldmarktprijs Europese prijs Belgische prijs 13

15 De melkprijs in België en zijn voornaamste buurlanden De prijs die de melkveehouder ontvangt voor zijn melk bevindt zich in april 2014 op een veel hoger niveau dan een tweetal jaar geleden: in België lag de melkprijs in april ,6 % 20 hoger dan in juli , in Duitsland 36,8 % hoger dan in juli 2012, in Frankrijk 22 15,1 % hoger dan in mei 2012 en in Nederland 28,9 % hoger dan in juni-september Het recordniveau van eind 2007 werd echter niet bereikt: in oktober-november 2007 noteerde de Belgische melkprijs nog 3,1 % hoger dan in december Grafiek 8: Melkprijs in België en zijn voornaamste buurlanden (Prijzen voor rauwe koemelk, in euro per 100 kg) jan/06 mei/06 sep/06 jan/07 mei/07 sep/07 jan/08 mei/08 sep/08 jan/09 mei/09 sep/09 jan/10 mei/10 sep/10 jan/11 mei/11 sep/11 jan/12 mei/12 sep/12 jan/13 mei/13 sep/13 jan/14 België Duitsland Frankrijk Nederland Bron: EC 20 Bron: EC. Op basis van de gegevens van BCZ noteerde de Belgische prijs aan de melkveehouder in mei ,4 % hoger dan in juli Sinds december 2013 daalde deze echter met 9,2 %. We gebruiken hier de melkprijzen van de Europese Commissie (een officiële instantie), en niet de prijzen van de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO). Deze laatste zijn gestandaardiseerd volgens vet- en eiwitgehalte, de prijzen van de Europese Commissie zijn uitgedrukt volgens het reële vet- en eiwitgehalte, dewelke kunnen verschillen van land tot land. De verschillen tussen de melkprijs in België en de buurlanden kunnen dus voor een deel verklaard worden door het verschillende vet- en eiwitgehalte. 21 Het vorige dieptepunt van de Belgische melkprijs dateert van Vanwege de aanhoudend lage vergoeding die de melkveehouder voor zijn melk kreeg, raakten veel producenten in de financiële problemen. Na overleg werd een akkoord gesloten tussen Fedis (het huidige Comeos), de Boerenbond en het ABS, waarbij de leden van Fedis zich ertoe verbonden om vanaf juli tot en met december 2009 per liter aangekochte melk 14 eurocent te storten in een fonds dat zou gebruikt worden om de lage melkprijs te compenseren. Uiteindelijk werd een bedrag van 27 miljoen euro verzameld, zodat er gemiddeld per melkveebedrijf zowat euro werd uitgekeerd. 22 In Frankrijk zouden de melkveehouders en de zuivelindustrie onderhandelen over de melkprijs en zouden de melkleveringen (het aantal liter) contractueel zijn vastgelegd. 14

16 1.3. De financieel-economische situatie van de melkveehouder 23 Met betrekking tot de kosten en inkomsten van de melkveehouder bestaan geen recente globale gegevens voor België 24. Wel beschikken het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid en de Direction de l Analyse économique et agricole van de Waalse overheid (SPW) over gewestelijke gegevens. Deze statistieken zijn voor beide gewesten beschikbaar voor de periode , en voor Wallonië tevens voor Kostenstructuur De aankoop van veevoeder vormt een belangrijke kostenpost in de melkveehouderij. In Vlaanderen staan ze in voor 9,2 % (aangekochte veevoeders) 25 en in Wallonië voor 15,3 % (13,3 % aangekochte veevoeders en 2,0 % zelf geproduceerde veevoeders) van de totale kosten. Het aandeel van de aangekochte veevoeders is in Wallonië veel omvangijker dan in Vlaanderen, aangezien Wallonië meer grasland bezit dan Vlaanderen, en de Waalse melkveehouder zelf bijgevolg veel minder veevoeder (maïs) kweekt en dus verplicht is meer aan te kopen. Zaad en pootgoed, meststoffen en bestrijdingsmiddelen zijn in Vlaanderen goed voor 6,2 % van de totale kosten, en in Wallonië voor 4,8 %. Het aandeel van de kosten voor de veearts ligt in beide gewesten op 2,6 % à 2,7 % 26. De energiekosten zijn goed voor 3,2 % à 3,7 % van de kosten voor de melkveehouder, terwijl werk door derden in Vlaanderen 5,3 % en in Wallonië 4,1 % vertegenwoordigt. Naast deze vernoemde variabele kosten omvatten de vaste kosten o.a. de werktuigkosten en de kosten verbonden met grond en gebouwkapitaal. In het Vlaams Gewest komen deze respectievelijk neer op 10,7 % en 14,3 % van de totale kosten, in het Waals Gewest op 13,6 % en 18,7 %. De betaalde vaste lonen blijven beperkt tot 0,1 % en 0,4 %. Een derde categorie, naast de variabele en vaste kosten, omvat een derde van de totale kosten: eigen arbeid is de vergoeding die de melkveehouder zichzelf toerekent op basis van het aantal gewerkte uren. 23 Zie bijlage 6 voor een overzicht van de gebruikte definities. 24 Via FADN (Farm Accountancy Data Network) is het mogelijk de gegevens op te vragen, zij het maar tot De kosten van de zelf geproduceerde veevoeders in Vlaanderen zitten verspreid over verschillende andere kostenposten, zoals zaad- en pootgoed, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, werktuigkosten, 26 Ter vergelijking: in de rundvleessector liggen de uitgaven voor diergeneeskundige zorgen hoog, en is deze kostenpost goed voor 5 % van de totale kosten in Vlaanderen en 6 % in Wallonië, en dit omwille van de specificiteit van het witblauwe ras. (FOD Economie, Actualisering van de studie over de rundvleeskolom, INR, december 2013.) 15

17 Grafiek 9: Kostenstructuur van de gespecialiseerde melkveebedrijven (Per liter melk, gemiddelde ) 27 Vlaams Gewest 2,0% 1,0% Waals Gewest 31,9% 9,2% 0,0% 2,7% 1,5% 2,6% 3,2% 33,0% 13,3% 2,0% 3,1% 0,7% 2,7% 5,3% 3,7% 4,1% 10,7% 3,9% 13,6% 16,5% 14,3% 0,4% 18,7% 0,1% Werk door derden Grond- en gebouwkapitaal Overige kosten (variabel + vast) Werktuigkosten Betaalde vaste lonen Eigen arbeid Zaad en pootgoed Zelf geproduceerde veevoeders Bestrijdingsmiddelen Energie Aangekochte veevoeders Meststoffen Diergeneeskundige zorgen Bronnen: Vlaams en Waals Gewest Opbrengstenstructuur De opbrengsten van de melkveehouder bestaan voor het overgrote deel, namelijk bijna 80 % van de totale opbrengsten, uit de opbrengsten van rundvee en voedergewassen (waarin de opbrengst van de melkproductie vervat zit, evenals de verkoop van rundvee en veevoeder). Een andere grote post binnen de totale opbrengsten zijn de premies, die 12 à 14 % uitmaken 28. De premies in de melkveehouderij omvatten o.a. de toeslagrechten 29 en de zoogkoeienpremie (voor gemengde bedrijven) De premies zijn een belangrijke inkomstenbron voor de melkveehouder, temeer aangezien het een netto -opbrengst is, waar geen kosten tegenover staan. De uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zal echter het wegvallen van een deel van deze premies tot gevolg hebben, door herverdeling binnen de landen van de EU enerzijds en herverdeling naar andere producten anderzijds. De opbrengsten gerelateerd aan de zoogkoeienpremie, ontvangen door Vlaanderen en Wallonië, verschillen sterk voor beide regio s: Wallonië telt immers een veel grotere zoogkoeien-veestapel dan Vlaanderen. De opbrengsten uit marktbare gewassen zijn in Vlaanderen van groter belang dan in Wallonië (dat meer grasland bezit), namelijk 7,0 % tegenover 4,5 %. 27 Voor Wallonië werden tevens de gegevens voor het jaar 2012 in rekening gebracht. 28 Ter vergelijking: in de rundvleessector maken de premies 20 % uit van de totale opbrengsten van de veehouder (FOD Economie, Actualisering van de studie over de rundvleeskolom, INR, december 2013.) 29 Om een premie te ontvangen, moet de melkveehouder toeslagrechten bezitten en deze bovendien activeren. 30 De zoogkoeienpremie, die maximaal 250 euro kan bedragen per zoogkoe, wordt berekend op basis van het zoogkoeienquotum, het aantal premierechten voor zoogkoeien waarover de landbouwer beschikt. 31 Vóór 2006 bestond daarnaast nog de (gekoppelde) melkpremie (een rechtstreekse inkomenssteun van 3,5 eurocent per liter melkproductie), die toegevoegd werd aan de bestaande (ontkoppelde) bedrijfstoeslag (of toeslagrechten). 16

18 Grafiek 10: Opbrengstenstructuur van de gespecialiseerde melkveebedrijven (Per liter melk, gemiddelde ) 32 Vlaams Gewest 2,8% 2,6% 4,5% Waals Gewest 11,8% 7,0% 14,1% 78,4% 78,8% Marktbare gewassen Rundvee en voedergewassen Premies Overige opbrengsten Bronnen: Vlaams en Waals Gewest Rendabiliteit van de melkveehouder Op basis van dezelfde statistieken die gebruikt werden voor het berekenen van de kosten- en opbrengstenstructuur in de gewesten, worden in dit deel de gedetailleerde boekhoudkundige resultaten weergegeven. Voor beide gewesten zijn data beschikbaar van 2006 tot 2011, en voor Wallonië tevens voor 2012 (voor het Vlaams Gewest betreft het voorlopige data) Voor Wallonië werden tevens de gegevens voor het jaar 2012 in rekening gebracht. 33 Voor 2012 (enkel voor Vlaanderen) en 2013 werd een poging gedaan om de gegevens te extrapoleren aan de hand van een proxy (zie bijlage 4, waarbij de prijscomponent geëxtrapoleerd wordt, en niet de volumecomponent): - zaad en pootgoed, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, energie, werktuigkosten, grond- en gebouwkapitaal: aankoopprijzen van productiemiddelen in de land- en tuinbouw - veevoeders: prijs van krachtvoer - diergeneeskundige zorgen: CPI voor een veterinaire consultatie - werk door derden, betaalde vaste lonen, overige kosten, eigen arbeid, premies, overige opbrengsten: gezondheidsindex - marktbare gewassen: marktprijzen van land- en tuinbouwproducten (gemiddelde van graangewassen en hakvruchten) - rundvee en voedergewassen: Belgische melkprijs Op basis van de extrapolatie zouden in 2012 voor het Vlaams Gewest de totale opbrengsten lager uitkomen en de totale kosten hoger, met een afname van het bruto- en nettoresultaat als gevolg (slechtste situatie sinds 2009). In 2013 toont de extrapolatie daarentegen een toename van zowel de totale kosten als de totale opbrengsten (in sterkere mate dan de totale kosten), en dit zowel in het Vlaams als het Waals Gewest. Dit zou bijgevolg leiden tot een toename van het bruto- en het nettoresultaat. Deze analyse wordt bevestigd door de Vlaamse zuivelbarometer. In het eerste kwartaal 2014 is de situatie echter iets verslechterd ten opzichte van de hoge notering eind 2013 (daling van het actueel bruto saldo per 100 liter). 17

19 Grafiek 11: Rendabiliteit van de gespecialiseerde melkveebedrijven in Vlaanderen en Wallonië (In eurocent per liter) Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: Vlaams en Waals Gewest Totale opbrengsten Totale kosten (excl. eigen arbeid) Eigen arbeid -20 Resultaat zonder vergoeding eigen arbeid (brutoresultaat) Resultaat met vergoeding eigen arbeid (nettoresultaat) De totale opbrengsten in de melkveehouderij laten zowel in Vlaanderen als in Wallonië toe om de totale werkingskosten, exclusief de vergoeding voor eigen arbeid, te dekken (brutoresultaat), en dit tijdens de ganse beschouwde periode: terwijl 2007 eerder een zeer goed jaar was voor de melkveehouder, bleek het brutoresultaat in 2009 (en ook in 2012, op basis van de gegevens voor het Waals Gewest) een pak lager uit te vallen. Indien rekening wordt gehouden met de vergoeding voor eigen arbeid, blijken de totale opbrengsten echter onvoldoende om de totale kosten te dekken (nettoresultaat) 34. Over de gehele beschouwde periode is het nettoresultaat immers negatief. In het jaar 2009 was het tekort het grootst, en dit zowel in Vlaanderen als in Wallonië. In de jaren nadien liep dit tekort terug (met uitzondering van 2012, toen het nettoresultaat opnieuw in negatieve zin evolueerde in Wallonië). Berekeningen van de Vlaamse overheid tonen echter aan dat de spreiding van het netto bedrijfsresultaat voor gespecialiseerde melkveebedrijven groot is: ongeveer 20 % van de bedrijven tekende in 2011 een positief netto bedrijfsresultaat op (zie bijlage 5) Verloop van enkele kostenposten De aankoop of de productie van veevoeders vormt een belangrijke kostenpost (9 à 15 %) voor de melkveehouder. Voor de melkveehouder geldt dat het voeder voor melkvee, waarvan ongeveer 20 kilogram nodig is voor 100 kilogram melkproductie, is samengesteld uit 70 % krachtvoeder en 30 % sojaschroot Tijdens gesprekken met verschillende partijen uit de sector bleek echter dat voor de melkveehouder vooral het brutoresultaat van belang is, aangezien de vergoeding voor eigen arbeid berekend wordt op basis van de cao-minimumlonen vastgesteld door het Nationaal Paritair Comité voor de land- en tuinbouw, verhoogd met de sociale lasten, en waarbij er vaak een overschatting gebeurt van het aantal gewerkte uren. 35 Bron: Boerenbond 18

20 De prijs voor krachtvoeder 36 is sterk afhankelijk van de evolutie van de onderliggende grondstoffennoteringen (onder andere tarwe, maïs en sojaschroot worden gebruikt om krachtvoeder te produceren). Na de piek begin 2008 zakten zowel de grondstoffenprijzen als de prijzen voor krachtvoeder ineen. In het voorjaar van 2010 gingen de grondstoffennoteringen dan opnieuw de hoogte in, onmiddellijk gevolgd door de krachtvoederprijzen. Onder invloed van de enorme prijsopstoot voor sojaschroot, tarwe en maïs, met een maximumnotering in augustus 2012, bereikte ook de samengestelde voederprijs in dezelfde maand zijn hoogste koers van de afgelopen jaren, namelijk dubbel zo hoog als in De daarop volgende daling van de prijzen voor sojaschroot, tarwe en maïs zorgde er echter voor dat de samengestelde voederprijs in mei 2014 alweer 7,4 % lager noteerde dan in augustus 2012, hoewel ze begin 2014 wel terug opwaarts gericht zijn. Grafiek 12: Evolutie van de gemiddelde (rekenkundige) prijs voor sojaschroot, maïs en tarwe, de krachtvoederprijs en de samengestelde voederprijs (Index 2006=100) jan/06 mei/06 sep/06 jan/07 mei/07 sep/07 jan/08 mei/08 sep/08 jan/09 mei/09 sep/09 jan/10 mei/10 sep/10 jan/11 mei/11 sep/11 jan/12 mei/12 sep/12 jan/13 mei/13 sep/13 jan/14 mei/14 Gemiddelde prijs sojaschroot, maïs en tarwe Krachtvoeder Samengestelde voederprijs (70% krachtvoeder + 30% sojaschroot) Bronnen: EC, IMF, BEMEFA Een schatting van de overige kosten is mogelijk met behulp van de aankoopprijzen van productiemiddelen in de landen tuinbouw. Deze data bestaan enkel voor de land- en tuinbouw in zijn geheel, en niet specifiek voor de melkveehouderij, maar geven desalniettemin een goed beeld van het verloop van de verschillende kostenposten. In vergelijking met 2006 noteerden alle kostenposten hoger in maart 2014 (de meest recente gegevens): +33,5 % voor zaai- en pootgoed, +54,6 % voor energie, +20,4 % voor bestrijdingsmiddelen en +59,9 % voor meststoffen. Vooral het prijsverloop van meststoffen springt in het oog: in de zomer van 2008 betaalde de boer 155,6 % meer dan in Daarna viel de prijs voor meststoffen terug, om begin 2010 opnieuw toe te nemen en zich in 2011 te stabiliseren op een hoog niveau. Tussen midden 2012 en december 2013 werd een prijsdaling van 13,5 % opgetekend. De laatste 36 De cijfers voor wat betreft de mengvoederprijzen voor melkvee zijn beschikbaar vanaf Vroegere cijfers zijn niet beschikbaar omdat de methode waarop de cijfers verzameld worden fundamenteel gewijzigd is vanaf Op basis van de mengvoederprijzen voor vleesvee (zoals ook gebruikt voor de berekening van de vereenvoudigde ratio in de rundvleesketen, en waarvan het verloop grotendeels overeen komt met het verloop van de mengvoederprijzen voor melkvee) werden de mengvoederprijzen voor melkvee geëxtrapoleerd voor het jaar

21 maanden nam de prijs voor meststoffen echter opnieuw toe, namelijk met 4,7 % in maart 2014 (ten opzichte van december 2013). Ook de energieprijzen kenden een sterke groei tot juli 2008, toen ze 55,8 % hoger noteerden dan in De daarop volgende terugval was van korte duur, want in het voorjaar van 2009 begonnen ze aan een nieuwe opmars, die in maart 2012 op een absoluut hoogtepunt eindigde (74 % hoger dan in 2006). In maart 2014 noteerde de energieprijs echter, na een aantal fluctuaties, 11,2 % lager dan twee jaar voordien. De kosten voor een raadpleging van de dierenarts lagen in maart ,2 % hoger dan in Grafiek 13: Evolutie van de aankoopprijzen van productiemiddelen in de land- en tuinbouw, consumptieprijsindex voor een dierenartsconsultatie (Index 2006=100) jan/06 jul/06 jan/07 jul/07 jan/08 jul/08 jan/09 jul/09 jan/10 jul/10 jan/11 jul/11 jan/12 jul/12 jan/13 jul/13 jan/14 Bron: FOD Economie, AD Statistiek Zaai- en pootgoed Energie Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Veearts: raadpleging 20

22 2. Het economisch belang, de financiële situatie, de concentratiegraad en de bedrijfskostenstructuur van de verschillende schakels in de melkketen 2.1. Schema van de melkketen De melkketen werd in kaart gebracht aan de hand van onderstaand schema. Dit schema houdt enkel rekening met de belangrijkste schakels in de keten. Complementair, doch niet opgenomen in het schema, zijn de zuivelcoöperaties, die soms ageren als tusseninstantie tussen de melkveebedrijven en de zuivelindustrie en de niet-agrarische toeleveringsbedrijven (zoals bijvoorbeeld banken, verzekeringsmaatschappijen) die bepaalde producten of diensten verstrekken aan de verschillende schakels in de keten. De voedingsindustrie, die zuivel afneemt van de zuivelfabrieken om er voedingsproducten mee te maken, werd wel in het schema opgenomen doch niet verder besproken. Aan het begin van de melkketen staan de melkveebedrijven die (rauwe) melk en een zeer beperkt gamma aan zuivelproducten (hoeveproducten) produceren. Belangrijke toeleverancier van deze schakel is de veevoederindustrie die mengvoeders verkoopt aan de melkveehouders. Andere toeleveranciers zijn bijvoorbeeld de sectoren die landbouwmachines fabriceren of diergeneeskundige zorgen verstrekken. De melkveebedrijven verkopen de (rauwe) melk aan de zuivelfabrieken, de kaasmakerijen en de roomijsproducenten (samen de zuivelindustrie), die deze verwerken tot zuivelproducten. De zuivelindustrie verkoopt deze producten aan de detailhandel (super- en hypermarkten), de groothandel in zuivelproducten en een aantal sectoren in de voedingsindustrie die voedingsproducten maken op basis van zuivel (bakkerijproducten, koekjes, chocolade, ). De super- en hypermarkten staan in voor de verkoop aan de consument. De groothandel zorgt voor de bevoorrading van onder meer de horeca & catering en de overige detailhandel (superettes en buurtwinkels). Zoals eerder aangehaald produceren sommige melkveebedrijven een zeer beperkt gamma aan zuivelproducten. Deze producten worden vaak verkocht via markten of via thuisverkoop. Grafiek 14: Vereenvoudigd schema van de melkketen Toeleveringssectoren Melkveebedrijven Zuivelindustrie Detailhandel (super- en hypermarkten) Groothandel Voedingsindustrie Markten & thuisverkoop Horeca & catering Overige detailhandel (superettes en buurtwinkels) Consument Bron: Gesprekken met stakeholders 21

23 2.2. Methodologische beschouwingen Met uitzondering van de melkveebedrijven (waarvoor verwezen wordt naar hoofdstuk 1) werd voor elke andere belangrijke speler in de melkketen 37 het economisch belang (aantal ondernemingen, tewerkstelling, productiewaarde), de financiële situatie (rendabiliteit, solvabiliteit, liquiditeit), de concentratiegraad en de structuur van de bedrijfskosten in kaart gebracht. Voor het economisch belang werd, voor het traceren van het aantal bedrijven en de tewerkstelling, teruggegrepen naar de statistieken van de RSZ, terwijl voor de bepaling van de productiewaarde een beroep werd gedaan op statistieken van de NBB en van de AD Statistiek van de FOD Economie. De NBB publiceert de productiewaarde van de Belgische economie en haar sectoren (output tegen basisprijzen) echter enkel op het niveau van afdelingen of totaalsectoren (2-digit niveau). Voor het bepalen van de productiewaarde van de diverse schakels in de zuivelketen (die een NACE-code op 3-, 4- of 5-digit niveau hebben) werd bijgevolg uitgegaan van het aandeel van een bepaalde schakel in de totale omzet (op basis van de BTW-gegevens) van een bepaalde afdeling zoals berekend door de AD Statistiek en de imputatie van dit aandeel op de productiewaarde van de afdeling of totaalsector zoals gepubliceerd door de NBB. De productiewaarde van de verschillende schakels in de zuivelketen werd vervolgens gerelateerd aan de totale productiewaarde van de Belgische economie. Deze bedroeg 805,2 miljard euro in 2011 en 806,7 miljard euro in Voor het analyseren van de financiële situatie werd een beroep gedaan op de jaarrekeningen (van ondernemingen) van de balanscentrale van de NBB. De rendabiliteit van iedere schakel werd berekend aan de hand van de bruto bedrijfsmarge 39, de netto bedrijfsmarge 40 en de ondernemingsmarge 41. Aangezien al deze marges bepaald werden in relatie tot de omzet en de andere bedrijfsopbrengsten (en gecorrigeerd voor bedrijfssubsidies en compenserende bedragen), werd enkel rekening gehouden met die ondernemingen die een jaarrekening met volledig schema publiceerden. Meestal worden immers enkel in dat type van jaarrekening het omzetcijfer en de andere bedrijfsopbrengsten opgenomen 42. Desalniettemin vertegenwoordigden deze ondernemingen vrijwel steeds een 37 De veevoederfabrikanten hebben als NACE-code 10.91, terwijl de zuivelindustrie, de groothandel in zuivelproducten en de kleinhandel (in niet-gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotmiddelen overheersen) respectievelijk de NACE-code 10.5, en dragen. 38 Bron: NBB (Nationale rekeningen/gedetailleerde rekeningen/productie- en inkomensvormingrekening per bedrijfstak). 39 De bruto bedrijfsmarge is een weerspiegeling van het resultaat (rendabiliteit) uit operationele activiteiten zonder rekening te houden met de financiële en uitzonderlijke resultaten en gecorrigeerd voor niet-kasstromen zoals afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen. Berekening: (bedrijfswinst (9901) + afschrijvingen (630) + waardeverminderingen (631/4) + voorzieningen (635/7)) / (omzet (70) + andere bedrijfsopbrengsten (74) bedrijfssubsidies en compenserende bedragen (740)) x 100. De bruto bedrijfsmarge kan ook gedefinieerd worden als de totale bedrijfsopbrengsten (70/74) minus de handelsgoederen, gronden hulpstoffen (60) minus de diensten & diverse goederen (61) minus de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (62) minus de andere bedrijfskosten (640/8) minus de als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (649). 40 De netto bedrijfsmarge is een weerspiegeling van het resultaat (rendabiliteit) uit operationele activiteiten zonder rekening te houden met de financiële en uitzonderlijke resultaten en niet gecorrigeerd voor niet-kasstromen. Berekening: (bedrijfswinst of - verlies (9901) + kapitaalsubsidies (9125)) / (omzet (70) + andere bedrijfsopbrengsten (74) bedrijfssubsidies en compenserende bedragen (740)) x De ondernemingsmarge is een weerspiegeling van het finaal resultaat (rendabiliteit) van het boekjaar ná verrekening van de financiële en uitzonderlijke resultaten en ná belastingen. Berekening: winst of verlies van het boekjaar (9904) / (omzet (70) + andere bedrijfsopbrengsten (74) bedrijfssubsidies en compenserende bedragen (740)) x Enkel grote ondernemingen zijn verplicht een jaarrekening met volledig schema te neer te leggen. Kleine ondernemingen mogen een verkort schema gebruiken waarin de opname van het omzetcijfer facultatief is. Een onderneming wordt als klein beschouwd indien zij voor het laatste en het voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende drempels overschrijdt: jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; jaaromzet (excl. btw): euro; balanstotaal: euro tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt (in dat geval wordt de onderneming sowieso als groot beschouwd). Een onderneming wordt in alle overige gevallen als groot beschouwd. 22

24 belangrijk deel van de totaal geschatte omzet van de schakel in kwestie 43. Ook voor het berekenen van de solvabiliteit en de liquiditeit werd enkel rekening gehouden met die ondernemingen die een volledige jaarrekening publiceerden. Voor de solvabiliteit 44 werden drie ratio s berekend: eigen vermogen op balanstotaal, eigen vermogen op vreemd vermogen en vreemd vermogen op eigen vermogen. De solvabiliteit meet de graad van financiële onafhankelijkheid van een onderneming of een sector. Hoe hoger het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal (of het totaal passief), hoe minder een sector afhangt van vreemd vermogen (of van financiële middelen verstrekt door derden). Voor de liquiditeit werden de ratio s van enge liquiditeit 45 en ruime liquiditeit 46 geanalyseerd. Deze ratio s meten het vermogen van een onderneming of een sector om verbintenissen op korte termijn na te komen oftewel in hoeverre korte termijn verplichtingen gedekt worden door korte termijn middelen. Een ratio van minimaal 1 wordt algemeen als norm gehanteerd om een liquiditeitsstructuur als sterk te beschouwen, doch de nodige omzichtigheid is hierbij geboden 47. Ratio s of marges berekend op basis van gecumuleerde bedragen van een sector of een bepaalde schakel geven enkel de gewogen gemiddelde graad van rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit weer, maar zeggen niets over de spreiding. Derhalve werden, voor iedere schakel afzonderlijk, voor 2012 eveneens berekeningen uitgevoerd om de spreiding van de ratiowaarden in kwartielen 48 weer te geven, met de jaarrekeningen (met volledig schema) van de balanscentrale van de NBB als bron. De concentratiegraad werd weergegeven aan de hand van de concentratieratio s C1 tot C10. C1 staat voor het aandeel van de grootste onderneming in de totale omzet van de sector. De concentratieratio s C2 tot C10 staan voor het aandeel van de twee tot de tien grootste ondernemingen in de totale omzet van de sector. Bron van informatie waren de jaarrekeningen volgens volledig schema van de balanscentrale van de NBB. 43 De omzet van de veevoederindustrie (NACE 10.91) in 2012, zoals verkregen uit de jaarrekeningen van de ondernemingen (met volledig schema) in de sector, vertegenwoordigde ongeveer 86 % van de totaal geschatte omzet van de sector. De totaal geschatte omzet van de sector werd berekend op basis van de omzet uit jaarrekeningen en, wanneer deze laatste niet beschikbaar was, op basis van de omzet uit de BTW-aangiften. Voor de zuivelindustrie (NACE 10.5), de groothandel in zuivelproducten (NACE ) en de detailhandel (NACE 47.11) bedroeg de omzet in relatie tot de totaal geschatte sectoromzet respectievelijk 88 %, 71 % en 53 %. 44 Onder het eigen vermogen wordt verstaan de rekeningen 10/15 in het Minimum Algemeen rekeningstelsel (MAR). Onder het vreemd vermogen en het balanstotaal worden respectievelijk de rekeningen 17/49 en 10/49 begrepen. 45 Berekening ratio van enge liquiditeit: (vorderingen op ten hoogste één jaar (40/41) + geldbeleggingen (50/53) + liquide middelen (54/58)) / schulden op ten hoogste één jaar (42/48). 46 Berekening ratio van ruime liquiditeit: (voorraden en bestellingen in uitvoering (3) + vorderingen op ten hoogste één jaar (40/41) + geldbeleggingen (50/53) + liquide middelen (54/58) + overlopende rekeningen van het actief (490/1)) / (schulden op ten hoogste één jaar (42/48) + overlopende rekeningen van het passief (492/3)). 47 In een bedrijf met bijvoorbeeld enerzijds enkel handelsvorderingen op ten hoogste één jaar ( euro) en anderzijds handelsschulden op ten hoogste één jaar ( euro) en geen kasfaciliteiten bij banken (ratio van 1,5) kunnen de klanten bijvoorbeeld slechts invorderbaar zijn op 3 maanden terwijl de handelsschulden bijvoorbeeld binnen de maand dienen betaald te worden. Ondanks een gunstige liquiditeitsratio, stelt zich hier een mogelijk liquiditeitsprobleem wanneer de onderneming er niet in slaagt extra middelen (zoals bijvoorbeeld een kasfaciliteit bij een bank) te vinden. 48 In de statistiek is een kwartiel één van de drie waarden (eerste kwartiel, tweede kwartiel of mediaan, derde kwartiel) die een geordende set van data, een steekproef of een populatie opdeelt in vier gelijke delen waarbij elk deel een kwart van de dataset vormt (rekening houdend met de minimumwaarde en de maximumwaarde van de dataset). 23

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015 Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten september 2015 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale

Nadere informatie

Productierekening 2005

Productierekening 2005 Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening

Nadere informatie

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN?

WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? Instituut voor de nationale rekeningen WAAROM ZIJN DE CONSUMPTIEPRIJZEN VOOR MELK ZO STERK GESTEGEN? FOCUS DERDE KWARTAALVERSLAG 2018 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2017 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

INDICATIEVE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR DE VARKENSHOUDERIJ

INDICATIEVE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR DE VARKENSHOUDERIJ INDICATIEVE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR DE VARKENSHOUDERIJ 2 «De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.» INHOUD INHOUD...

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Onderbenutting toeslagrechten: campagne

Onderbenutting toeslagrechten: campagne Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck Onderbenutting toeslagrechten: campagne 2008-2009 Joeri Deuninck Februari

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2018 Productiefactoren - 2016* 1990 2000 2010 2016 Aantal bedrijven 29.083 20.720 14.502 12.870 Totale oppervlakte (ha) Gemiddelde oppervlakte per bedrijf (ha) Werkkrachten

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2016 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

De waalse landbouw in cijfers

De waalse landbouw in cijfers De waalse landbouw in cijfers 2015 Opmerking : Vanaf 2011, om redenen van administratieve vereenvoudiging, berusten de enquêtes niet meer op de landbouwers die aan de landbouwtelling hebben deelgenomen

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360 LIQUIDITEIT 1. Netto bedrijfskapitaal = NBK RATIO: beperkte vlottende activa schulden op korte termijn INTERPRETATIE: in s; vergelijking (1) welke activa binnen 12 maand zullen worden omgezet in beschikbare

Nadere informatie

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0 5.3.5 Definitie van de ratio's voor ondernemingen Codes die voorkomen in het A. EXPLOITATIE 1. BRUTOVERKOOPMARGE De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0 Bedrijfswinst (-verlies) + 9901

Nadere informatie

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0 5.3.6 Definitie van de ratio's voor verenigingen en stichtingen Codes die voorkomen in het A. EXPLOITATIE 1. BRUTOMARGE OP BEDRIJFSOPBRENGSTEN (%) De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0 Bedrijfswinst

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN:

ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN JAARVERSLAG 2015 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN: IV. HET MELKAKKOORD EN DE IMPACT ERVAN OP DE CONSUMPTIEPRIJZEN PRIJZENOBSERVATORIUM

Nadere informatie

Verslag van de technische werkgroep voor een indexberekening van brutomarges in de rundvleesketen: update juni 2015

Verslag van de technische werkgroep voor een indexberekening van brutomarges in de rundvleesketen: update juni 2015 Verslag van de technische werkgroep voor een indexberekening van brutomarges in de rundvleesketen: update juni 2015 1. Context De rundveehouder ziet zich de laatste jaren geconfronteerd met grote schommelingen

Nadere informatie

De cijfers zijn exclusief BTW en subsidie zoals toeslagrechten. De specialisatie van de melkveehouderij

De cijfers zijn exclusief BTW en subsidie zoals toeslagrechten. De specialisatie van de melkveehouderij Melkveehouderij VAC consult Een zoektocht naar een evenwichtige balans tussen groei en ontwikkeling Met het oog op de afschaffing van het melkquotum op 31 maart 2015, verandert de ondernemingsomgeving

Nadere informatie

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Jaarresultaten 2013 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2014. Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Kerncijfers 2013

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 FOCUS 214 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 213 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2013

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2013 2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2013 VOORUITZICHTEN VOOR 2014 2.1. WERELD 2.1.1. Toename melkproductie lager dan langjarig gemiddelde In de eerste helft van 2013 leidden het weer en de lagere rendabiliteit

Nadere informatie

MELKPRIJSVERGELIJKING MEI 2010

MELKPRIJSVERGELIJKING MEI 2010 MELKPRIJSVERGELIJKING MEI (Voor standaardmelk (1) en volgens de uitbetalingssystemen van de zuivelondernemingen; alle bedragen in euro / 100kg) Bedrijf Milcobel Alois Müller Humana Milchunion eg Nordmilch

Nadere informatie

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen.

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG - Beheerscomité zuivel 19 oktober 2017 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Investeringen 5. Belemmeringen 6. Meer informatie 1. VLAAMSE

Nadere informatie

DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier

DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4 Balanscentrale Ondernemingsdossier Beknopte handleiding Oktober 2008 Inleiding De Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB) staat in voor de verspreiding

Nadere informatie

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Jaarresultaten 2010 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2011. Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Kerncijfers 2010

Nadere informatie

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 48 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN 8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN CONSOLIDEREN Beheren DUIDELIJKHEID DE REKENINGEN VAN PARKING.BRUSSELS Het kapitaal van het Agentschap = 561.500 Het kapitaal van het Agentschap,

Nadere informatie

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS

DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS DE WAALSE LANDBOUW IN CIJFERS Update : Februari 2014 Opmerking Om redenen van administratieve vereenvoudiging berust de enquête van 2011 niet meer op de landbouwers die hebben deelgenomen aan de landbouwtelling

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

2.3. BELGIË Meer melkkoeien, minder zoogkoeien

2.3. BELGIË Meer melkkoeien, minder zoogkoeien 2.3. BELGIË 2.3.1. Meer melkkoeien, minder zoogkoeien Ten opzichte van het voorgaande jaar zien we voor 2018 nationaal gesproken opnieuw een stijging in het aantal melkkoeien, nl. met 1,9%. Ook ten opzichte

Nadere informatie

Bijzondere jeugdbijstand

Bijzondere jeugdbijstand Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Jaarresultaten 2012 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 18 maart 2013. Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Kerncijfers

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17. Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.0%) Kerncijfers 1H 2018 ten opzichte van 1H 2017 Mio 1H 2018

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

IMPACTANALYSE RUSLAND

IMPACTANALYSE RUSLAND Studiedienst Stafmedewerkers Diestsevest 40 3000 Leuven T (016) 28 64 11 F (016) 28 64 09 PERSNOTA Datum 31 juli 2015 Betreft: IMPACTANALYSE RUSLAND 1 ALGEMENE CONTEXT De EU-28 exporteerde in 2013 voor

Nadere informatie

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8 Nr. 0862.492.920 VOL 3.1 JAARREKENING BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN.. VASTE ACTIVA.. Immateriële vaste activa.. Materiële vaste activa.. Terreinen en gebouwen.. Installaties, machines

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA)

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Bijlage 3. BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA) Nr. VOL 2.1 Balans na winstverdeling ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28...... Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21......

Nadere informatie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers eerste halfjaar

Nadere informatie

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 DOSSIER Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 13 Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012 Verzekeringsmakelaar blijft stand houden Onlangs verscheen het jaarlijkse rapport van

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Cijfers joint venture Airolux nog niet beschikbaar Verder

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2013 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2010-2012 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Participatiemaatschappij Vlaanderen

Participatiemaatschappij Vlaanderen Participatiemaatschappij Vlaanderen Nr. BE 0455.777.660 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 341.917.124 257.063.221 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 411.617

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN

HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN WOORD VOORAF... OVER DE AUTEURS... v vii HOOFDSTUK 1 BASISBEGINSELEN VAN HET DUBBEL BOEKHOUDEN 1 INLEIDING... 2 2 DE BALANS... 3 2.1 Ondernemingsmiddelen of activa... 4 2.2 Ondernemingsbronnen of passiva...

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië.

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië. 2.3. BELGIË 2.3.1. Minder melkveehouders, meer koeien Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië. Voor het eerst in

Nadere informatie

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 1 2 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en Inhoud 1. Achtergrond

Nadere informatie

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%) Groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 6% zorgt voor toename Ebitda met 4.4% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers 2016 ten opzichte

Nadere informatie

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM BROUWERIJ LIEFMANS NV 0400.228.136 Juridische status : Faillissement Juridische vorm : NV Wontergemstraat, 42 8720 - DENTERGEM NACE code : 11050 - Vervaardiging van bier Het bedrijf komt NIET voor op de

Nadere informatie

Prijzenobservatorium: Historiek en werking

Prijzenobservatorium: Historiek en werking Prijzenobservatorium: Historiek en werking Seminarie FEVIA - BABM 17 september 2013 Peter Van Herreweghe Agenda 1. Prijzenobservatorium : Historiek en taken 2. Werking : Gegevens, aanpak, procedure, timing

Nadere informatie

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE 0999.999.999 Brussel, 31 mei 2013. Balanscentrale. Ondernemingsnummer 0999.999.

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE 0999.999.999 Brussel, 31 mei 2013. Balanscentrale. Ondernemingsnummer 0999.999. Balanscentrale de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 30 01 Fax + 32 2 221 32 66 helpdesk.ba@nbb.be www.nbb.be ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel Ondernemingsdossier BE 0999.999.999

Nadere informatie

////////////////////////////////////////// ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

////////////////////////////////////////// //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG - Beheerscomité zuivel 23 november 2017 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ LRM Nr. BE 0452.138.972 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 326.978.093 317.434.940 Oprichtingskosten 5.1 20 Immateriële vaste activa 5.2 21 159.589 8.214 Materiële vaste activa

Nadere informatie

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014 Gereglementeerde informatie Embargo tot 17 maart 2015, 17h40 The innovative packaging company Stijging van de operationele resultaten en de netto winst Verhoging

Nadere informatie

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/ Lijninvest Nr. BE 0889.551.267 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA 20/28 5.201.558 5.046.931 Oprichtingskosten 5.1 20 4.162 Immateriële vaste activa 5.2 21 Materiële vaste activa 5.3 22/27

Nadere informatie

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45% FINANCIEEL PLAN opstart 1. PROGNOSE RESULTATENREKENING Cijfers in euro Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291.500 327.530 448.381 493.094 542.276 Omzet 290.000 326.000 446.820 491.502

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012

Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 Consumptieprijsindex en inflatie in september 2012 1. Consumptieprijsindex Brussel, 27 september 2012 De consumptieprijsindex stijgt in september 2012 met 0,21 punt ten opzichte van vorige maand en bedraagt

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2017 INHOUD 1. Index klimt verder uit dal 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie

Nadere informatie

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008 Health check ten aanzien van melkquotum Oosterwolde, 3 december 2008 In het akkoord, dat op 20 november 2008 is gesloten door de Landbouw- en Visserijraad in het kader van de Health check zijn diverse

Nadere informatie

Deel 2: Financiële jaarrekening

Deel 2: Financiële jaarrekening Deel 2: Financiële jaarrekening Nr. 0407.201.941 VOL-VZW 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten..... Immateriële vaste activa. Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Blik op de productierekening 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto toegevoegde waarde 5. Meer informatie 6. Overzicht

Nadere informatie

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2006-2008

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2006-2008 Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk boekjaren 2006-2008 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck,

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen 5. Administratieve taken 6. Meer informatie 1.

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508.

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/58 6.723.285,38 4.508. VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 19.233.968,34 19.711.879,71 Oprichtingskosten... 5.1 20...... Immateriële vaste activa... 5.2 21 2.089,48 3.556,27 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV.

Deze toelichting is opgesteld door het CBS op verzoek van het Ministerie van LNV. Toelichting op de cijfers van de mestproductie in 2018 zoals berekend in de vorm van momentopnames in kwartaalrapportages en zoals gepubliceerd als voorlopige cijfers d.d.15-2-2018 op de CBS-website. Deze

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck

Nadere informatie

Wat met de zoogkoeienpremie na 2013?

Wat met de zoogkoeienpremie na 2013? Studie Wat met de premie na 2013? Oktober 2012 Goedele Vrints, Joeri Deuninck Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij WAT MET DE ZOOGKOEIENPREMIE NA 2013? Entiteit:

Nadere informatie

Opbrengsten, kosten en marges. in de rundvleeskolom

Opbrengsten, kosten en marges. in de rundvleeskolom Opbrengsten, kosten en marges in de rundvleeskolom Actualisatie mei 2016 De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag

Halfjaarlijks financieel verslag Leuven, 30 januari 2009 (17.40 CET) Het eerste halfjaar van het boekjaar 2008/2009 van KBC Ancora werd gekenmerkt door de verwachte werkingskosten en interestlasten. Er werd een negatief resultaat gerealiseerd

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING Nr. 0812.019.662 VOL 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... Toel. 20/28 60.411,22 55.375,35 Oprichtingskosten...... Immateriële vaste activa.... Materiële vaste activa... Terreinen en gebouwen...

Nadere informatie

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1)

Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Lage kostprijs biedt ruimte voor de toekomst (1) Aart Evers en Michel de Haan Het lagekostenbedrijf realiseerde in 1999 een kostprijs van 74 cent per liter melk. Een mooi resultaat en gunstig voor de inkomenspositie!

Nadere informatie

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 1 Aanleiding en samenvatting In 2015 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma van EZ fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Nadere informatie

BALANS NA WINSTVERDELING

BALANS NA WINSTVERDELING BE 04.777.660 VOL2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA Oprichtingskosten Immateriële Materiële Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing

Nadere informatie

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in %

Mutatie ( miljoen) Mutatie 2009* in % Tweede kwartaal/eerste halfjaar 2010 26 augustus 2010 Halfjaarbericht Hoofdpunten Omzet met 10,8% gestegen naar 7,1 miljard (stijging van 4,4% tegen constante wisselkoersen) Bedrijfsresultaat met 17,6%

Nadere informatie

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/28 340.346,18 538.042,40 Oprichtingskosten... 4.1 20...... Immateriële vaste activa... 4.2 21 244.452,43 441.579,00 Materiële vaste activa...

Nadere informatie

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2018

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2018 2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2018 VOORUITZICHTEN VOOR 2019 2.1. WERELD 2.1.1. Toename melkproductie in 2018 op niveau langjarig gemiddelde Nadat de wereldmelkproductie in 2014 een uitzonderlijk

Nadere informatie