BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming"

Transcriptie

1 Beleidsonderzoek & Analyse BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Staat van Leiden 2014 Colofon Gemeente Leiden Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Serie Statistiek 2014 / boa@leiden.nl

2 Inhoudsopgave Inleiding... 6 Aanleiding... 6 Doel en inhoud... 6 Andere BOA-producten... 7 Leids beleid... 7 Bevolking Inleiding Kenmerken van de Leidse bevolking anno De Leidse bevolking van 2004 tot Huishoudens in Leiden Bestuur en dienstverlening Inleiding Gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders Leiden als centrumgemeente Publieksparticipatie Gemeentepersoneel Publieksdienstverlening Beleid en ontwikkelingen Wonen Inleiding Woonaantrekkelijkheid van Leiden De Leidse woningvoorraad Waarde van woningen Huurwoningen van woningcorporaties Beleid en ontwikkelingen Veiligheid Inleiding Gevoelens en gedrag met betrekking tot veiligheid Slachtofferschap van criminaliteit en overlast Verdachten Leiden vergeleken Beleid en ontwikkelingen Omgevingskwaliteit Inleiding Bodemgebruik en natuur Openbare ruimte Afval Energie Beleid en ontwikkelingen Staat van Leiden 2014

3 Economie Inleiding Werkgelegenheid in Leiden Bedrijventerreinen Kantoren Detailhandel Woon-werkverkeer van en naar Leiden Sociaal-economische index Beleid en ontwikkelingen Werk en inkomen Inleiding Aanbodkant arbeidsmarkt Werkloosheid in Leiden Leidenaren met een bijstandsuitkering Minderjarige kinderen in Leidse bijstandsgezinnen Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering Inkomens van Leidse huishoudens Huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum Toerisme Inleiding Dagbezoek aan Leiden Horeca Watertoerisme Bestedingen Werkgelegenheid in de bezoekerseconomie Koopstromen Beleid en ontwikkelingen Bereikbaarheid Inleiding Keuze vervoermiddel Fietsgebruik Openbaar vervoer Autobezit Parkeren Beleid en ontwikkelingen Onderwijs Inleiding Opleidingsniveau van de Leidse bevolking Onderwijsgevenden en onderwijsvolgenden Ontwikkeling van schoolpopulaties basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Regionale functie Leidse onderwijsinstellingen Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan Leidse peuters Staat van Leiden

4 10.8 Onderwijs aan Leidse jongeren van 12 t/m 17 jaar Onderwijs aan Leidse jongvolwassenen van 18 t/m 26 jaar Beleid en ontwikkelingen Sport Inleiding Sportbeoefening Sportaccommodaties en -stimulering Bewegen Cultuur Inleiding Cultuurtoerisme in Leiden Cultuur in Leiden ten opzichte van andere steden Monumenten Bezoek aan culturele voorstellingen door Leidenaren Bezoek aan bioscopen, theater- en concertzalen en musea in Leiden Evenementen Actieve cultuurbeoefening door Leidenaren Werkgelegenheid in de cultuursector Beleid en ontwikkelingen Jeugd Inleiding Aantal Leidenaren tot 27 jaar Gezondheid en welzijn van jongeren Vrijetijdsbesteding van jongeren Beleid en ontwikkelingen Maatschappelijke ondersteuning Inleiding Aantal Leidenaren van 55 jaar en ouder Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en AWBZ-begeleiding Gezondheid van volwassen Leidenaren Mantelzorg en vrijwilligerswerk Sociale samenhang in de buurt, sociale cohesie Beleid en ontwikkelingen Programma Binnenstad Inleiding Arbeidsmarkt binnenstad Bereikbaarheid binnenstad Stadskwaliteit binnenstad Vestigingsklimaat binnenstad Verdienvermogen binnenstad Staat van Leiden 2014

5 Staat van Leiden

6 Inleiding Aanleiding In 2011 is als voorbereiding op de Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie 2025 Leven in Leiden een uitgave verschenen onder de naam de Staat van Leiden Hierin staat een actueel beeld van onderwerpen die belangrijk zijn voor de vitaliteit van de stad in relatie tot sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Deze Staat van Leiden was een samenwerking tussen enerzijds beleidsmedewerkers van de afdeling Sociaal en Economisch Beleid (SEB) en anderzijds beleidsonderzoekers van BOA. BOA staat voor Beleidsonderzoek en Analyse en is de onderzoek- en statistiekeenheid van de gemeente Leiden. BOA werd hierdoor geïnspireerd en zet dit initiatief graag voort door een vergelijkbare uitgave te maken met een groot aantal thema s uit het gemeentelijk beleid. In 2012 is de eerste Staat van Leiden nieuwe stijl verschenen. De bedoeling was om de Staat elke twee jaar te actualiseren. In 2013 stelde de gemeente Strategische Verkenningen op. Deze zijn bedoeld om politieke partijen inzicht te geven in beleidsvraagstukken die nu en op de middellange termijn in Leiden actueel zijn. Dit als voorbereiding op de gemeenteraadsverkiezingen in maart Van verschillende kanten werd een update van de Staat van Leiden als waardevolle aanvulling op de Strategische Verkenningen gezien. Daarom verscheen in 2013 opnieuw een Staat van Leiden, als deel II van de Strategische Verkenningen. De nu voorliggende Staat van Leiden 2014 is een reguliere update. Doel en inhoud De Staat van Leiden is bedoeld voor iedereen die om wat voor reden dan ook statistische en onderzoeksinformatie nodig heeft over de stad Leiden. Dat kan variëren van een Leidse ambtenaar, organisatie of burger van de stad tot een bestuurder of raadslid. Wie beleid wil maken of evalueren, een speech of artikel moet schrijven of gewoon nieuwsgierig is: het begint met de oriëntatie op het onderwerp. Waar hebben we het eigenlijk over, in welke mate komt het voor, is dat overal in Leiden gelijk en is het in Leiden anders dan elders? Een onderdeel van die oriëntatie betreft het werkveld van BOA: een beeld geven van de maatschappelijke werkelijkheid van de stad. Dit draagt bij aan de missie van BOA een bijdrage leveren aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming in de gemeente. Het gaat veelal om cijfermatige informatie, afkomstig uit registraties, onderzoeken of andere bronnen. Deze worden door BOA voorzien van een duiding. Het bekende plaatje en praatje. Daarnaast is er naar gestreefd dat bij elk hoofdstuk of onderwerp een beleidsmedewerker zijn of haar licht laat schijnen over de materie. Dit heeft geleid tot een beschrijving van Leids beleid en landelijke, regionale of lokale ontwikkelingen. De begrotingsprogramma s zijn het algemene ordeningsprincipe in het gemeentelijke beleid en daarom is in de Staat van Leiden primair deze indeling gevolgd. Binnen de hoofdstukken komen onderwerpen aan bod die relevant zijn bij beleidsvorming en -evaluatie. De Staat van Leiden is een uitgave waar gemeentebreed achtergrondinformatie is te vinden. Het biedt een leesbare introductie op een beleidsterrein en een uitnodiging om eens verder te bladeren dan het eigen werkterrein. Naast informatie in de Staat zijn ook gegevens beschikbaar op de website in de Onderzoeksbank of in Leiden in cijfers of op te vragen via boa@leiden.nl. 6 Staat van Leiden 2014

7 Andere BOA-producten BOA heeft naast de Staat van Leiden een serie andere uitgaven. De belangrijkste zijn: BOA-berichten (nieuwsbrief van BOA); Kerncijfers in een handzame vouwfolder en op een poster; Feitenbladen, met een verdieping op een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld bevolking, studenten, werkgelegenheid, cultuur, kennisstad of veiligheid; Beleidsmonitor, een middel om beleid te evalueren op basis van meetbare indicatoren; Stadsenquête, een tweejaarlijks omnibusonderzoek over uiteenlopende onderwerpen onder Leidse inwoners; LeidenPanel en JongerenPanel: digitale panels om inwoners snel te kunnen raadplegen. Deze uitgaven, onderzoeken over Leiden en statistieken staan op de website Hier staan statistische gegevens bij Leiden in cijfers en onderzoeksrapporten in de Onderzoeksbank. Daarnaast levert BOA op verzoek of als de actualiteit daarom vraagt maatwerk en is ze beschikbaar voor advies en hulp bij onderzoek- en statistiekvraagstukken. Leids beleid Zoals gezegd levert BOA een bijdrage aan beter onderbouwd beleid. De beleidsstructuur in Leiden is een hiërarchie van beleidsdocumenten, met de Ontwikkelingsvisie Leiden, stad van ontdekkingen aan de top. Internationale kennis en historische cultuur zijn de pijlers van deze stadsvisie. De Ontwikkelingsvisie is richtinggevend voor de ruimtelijke en sociaal-maatschappelijke structuurvisie. Deze structuurvisies geven op hun beurt weer houvast voor kaderstellende beleidsdocumenten op allerlei terreinen zoals beleidsnota s en bijzondere programma s. Deze nota s en programma s hebben feiten en cijfers nodig om hun uitgangspositie en voortgang te analyseren en monitoren. Ontwikkelingsvisie 2030 Leiden, Stad van Ontdekkingen Ruimtelijke structuurvisie Sociaal-maatschappelijke structuurvisie Kadernota bereikbaarheid Verder met de binnenstad Kadernota openbare ruimte Cultuurnota Nota Wonen Beleidskader vastgoed Economische visie Sportnota Beleidsplan WMO Etc. Staat van Leiden

8 8 Staat van Leiden 2014

9 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 1 Bevolking 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaat het om de Leidse bevolking: hoeveel inwoners zijn er, wat zijn hun kenmerken, waar in de stad wonen zij, zijn vragen waarop dit hoofdstuk ingaat. Achtereenvolgens komen aan de orde: 1.2 Kenmerken van de Leidse bevolking anno De ontwikkeling van de Leidse bevolking van 2004 tot Huishoudens in Leiden Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en (gezondheids)zorg. Samenvatting In 2014 heeft Leiden 121,2 duizend inwoners: 58,9 duizend mannen en 62,3 duizend vrouwen. Het overschot van 3,4 duizend vrouwen komt vooral door het grotere aantal vrouwen in de studentenleeftijd en in de leeftijdsgroep van 75-plussers. Er zijn in Leiden: 20,3 duizend Leidenaren jonger dan achttien (17%) en 16,4 duizend Leidenaren van 65 jaar of ouder (14%). Er zijn in Leiden: 86,1 duizend (71,0%) Leidenaren van Nederlandse herkomst, 18,7 duizend (15,4%) Leidenaren van niet-westerse herkomst en 16,4 duizend (13,6%) Leidenaren van westerse herkomst. In de actuele regionale prognose (eind 2013) van het CBS en PBL groeit de Leidse bevolking tot 129,0 duizend in Staat van Leiden

10 2,6 4,7 4,8 4,3 (x duizend) 10,3 10,1 10,3 12,7 16,0 15,6 14,9 14,9 1.2 Kenmerken van de Leidse bevolking anno 2014 Mannen en vrouwen naar leeftijd Begin 2014 heeft Leiden 121,2 duizend inwoners, 58,9 duizend mannen en 62,3 duizend vrouwen, een vrouwenoverschot van 3,7 duizend. 20,3 duizend Leidenaren zijn jonger dan achttien (17%) en 16,4 duizend zijn 65 of ouder (14%). Het vrouwenoverschot komt vooral voor in twee leeftijdsgroepen: In de leeftijdsgroep van 18 t/m 26 jaar: 12,7 duizend vrouwen tegenover 10,3 duizend mannen, een overschot van 2,4 duizend vrouwen. Dat komt voor het grootste deel doordat in het hoger onderwijs in Leiden meer vrouwen dan mannen studeren. In de groep 65-plussers: 9,0 duizend vrouwen tegenover 7,4 duizend mannen, een overschot van 1,7 duizend vrouwen. Als je deze groep nog verder uitsplitst naar 65- t/m 74-jarigen en 75-plussers dan zie je dat het verschil vooral zit in de groep 75-plussers: 2,6 duizend Leidse mannen zijn 75 jaar of ouder en 4,3 duizend Leidse vrouwen. Dit komt doordat vrouwen nog steeds ouder worden dan mannen. In twee andere leeftijdsgroepen zijn er net wat meer mannen / jongens: onder de achttien zijn er zo n tweehonderd jongens meer dan meisjes, in de leeftijdsgroep van 27 t/m 44 jaar gaat het om een overschot van zo n vierhonderd mannen. Leidse bevolking naar leeftijd en sekse, 1 januari mannen: vrouwen: 58,9 duizend 62,3 duizend ` t/m t/m t/m t/m t/m Bron: BRP (Basisregistratie Personen) Herkomst In 2014 zijn er 86,1 duizend (71,0%) Leidenaren van Nederlandse herkomst, 18,7 duizend (15,4%) Leidenaren van niet-westerse herkomst en 16,4 duizend (13,6%) Leidenaren van westerse herkomst 1. De leeftijdsopbouw van deze drie groepen is zeer verschillend: Van de Leidenaren van Nederlandse herkomst is 15% jonger dan 18 en 16% een 65-plusser. Van de Leidenaren van niet-westerse herkomst is 26% jonger dan 18 en 5% een 65-plusser. Van de Leidenaren van westerse herkomst is 13% jonger dan 18 en 9% een 65-plusser. 1 Volgens de definitie van het CBS is iemand van buitenlandse herkomst als minimaal één van zijn/haar ouders in het buitenland is geboren. Bij de verdeling van landen in niet-westers en westers worden tot de westerse landen gerekend: landen van Europa, landen van het Noord-Amerikaanse continent, Australië en Nieuw Zeeland, Japan en Indonesië. De overige landen worden gerekend tot de niet-westerse landen. 10 Staat van Leiden 2014

11 (x duizend) (x duizend) Leidse bevolking naar leeftijd en herkomst, 1 januari t/m t/m t/m t/m t/m Nederlands: niet-westers: westers: 86,1 duizend 18,7 duizend 16,4 duizend Bron: BRP Inwoners per wijk Van alle Leidse wijken heeft het Roodenburgerdistrict de meeste inwoners (20,3 duizend) en het Stationsdistrict de minste (2,0 duizend). Jongvolwassenen wonen voor een groot deel in de binnenstad van Leiden, kinderen onder de 18 jaar vooral in de buitenwijken, 65-plussers vooral in het Roodenburgerdistrict, Bos- en Gasthuisdistrict en de Merenwijk. Leidse bevolking naar district en leeftijd, 1 januari Stations district Leiden Noord Rooden burgerd Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevens hofd. TOTAAL 8,4 15,1 2,0 13,9 20,3 19,9 11,2 4,5 14,4 11,5 0 t/m 17 0,6 1,3 0,2 2,5 4,5 3,1 1,9 0,7 3,3 2,3 18 t/m 26 3,4 5,0 0,5 2,4 2,2 3,6 1,8 1,5 1,4 1,3 27 t/m 44 2,5 5,0 0,7 4,3 5,1 5,0 2,9 0,9 3,1 2,1 45 t/m 64 1,3 2,8 0,4 3,1 5,4 4,8 2,7 1,0 4,0 4, ,6 1,1 0,2 1,6 3,1 3,4 1,9 0,5 2,6 1,5 Bron: BRP Staat van Leiden

12 jan-2004 jul-2004 jan-2005 jul-2005 jan-2006 jul-2006 jan-2007 jul-2007 jan-2008 jul-2008 jan-2009 jul-2009 jan-2010 jul-2010 jan-2011 jul-2011 jan-2012 jul-2012 jan-2013 jul-2013 jan ,7 118, , , , , , , , ,8 121, De Leidse bevolking van 2004 tot 2024 Ontwikkeling van het totaal aantal inwoners Tien jaar geleden had Leiden 118,7 duizend inwoners (1 januari 2004), nu zijn dat er 121,2 duizend (1 januari 2014). De ontwikkeling tot 2014 valt in twee delen uiteen: Van 2004 tot en met 2008 daalde het aantal inwoners ieder jaar, met in totaal 1,9 duizend inwoners tot 116,8 duizend inwoners op 1 januari Vanaf 2009 keerde die trend en steeg het aantal inwoners, ieder jaar met een groter aantal; daardoor heeft anno 2014 Leiden 4,4 duizend inwoners meer dan in 2009: 121,2 duizend inwoners. Volgens de actuele regionale prognose (model PEARL, doorrekening eind 2013) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het CBS zal in de komende tien jaar het aantal inwoners doorgroeien tot 129,0 duizend inwoners in 2024; in de eerste jaren nog met negenhonderd à duizend inwoners per jaar, vanaf 2018 met zes- à achthonderd per jaar. Leiden, ontwikkeling van de bevolkingsomvang van jaar tot jaar van 2004 t/m 2023 (aantallen * duizend) 1,2 0,9 0,6 0,3 0,0-0,3-0,6-0, jan 118,7 118,6 118,1 117,5 116,9 116,8 117,1 117,9 118,7 119,8 121,2 122,2 123,1 124,0 125,0 125,6 126,3 127,0 127,7 128,3 ontw. -0,1-0,5-0,6-0,6-0,1 +0,3 +0,8 +0,8 +1,1 +1,4 +1,0 +0,9 +0,9 +1,0 +0,6 +0,7 +0,8 +0,7 +0,6 +0,8 31 dec 118,6 118,1 117,5 116,9 116,8 117,1 117,9 118,7 119,8 121,2 122,2 123,1 124,0 125,0 125,6 126,3 127,0 127,7 128,3 129,0 Bronnen: CBS (jaren 2004 t/m 2014), PBL/ CBS PEARL (prognoses 2015 t/m 2024) Schommelingen door het jaar De bevolkingsomvang schommelt van kwartaal tot kwartaal; in de zomer, aan het eind van een collegejaar is de omvang in Leiden meestal het kleinst. In het najaar, als er veel nieuwe studenten in Leiden komen wonen, groeit de omvang weer. De omvang van de Leidse bevolking van kwartaal tot kwartaal, 2004 tot 2014 (aantallen * duizend) Bron: CBS 12 Staat van Leiden 2014

13 Ontwikkeling naar leeftijd Leiden heeft de specifieke leeftijdsopbouw van een studentenstad met veel jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 27 jaar: in 2004 viel een zesde van de bevolking in deze leeftijdsgroep (19,4 duizend personen), in 2014 was dat een vijfde (23,0 duizend personen). De toename sinds 2004 met 3,6 duizend personen (+18%) vond vooral plaats vanaf Volgens de prognose zal deze leeftijdsgroep de komende jaren in omvang iets dalen tot 22,6 duizend in Door de grote aantallen jongvolwassenen heeft Leiden relatief een jonge bevolking, al komen gezinnen met jonge kinderen hier relatief minder voor dan in de vijftig grootste gemeenten. Ook is er sprake van ontgroening: het aantal kinderen onder de achttien daalde van 22,1 duizend in 2004 tot 20,3 duizend in 2014 (-8%). Volgens de prognose zal het aantal minderjarigen tot 2024 weer iets gaan toenemen, maar niet tot het niveau van Naast ontgroening is er ook in Leiden de afgelopen tien jaar sprake van vergrijzing: in 2004 was een op de negen Leidenaren een 65-plusser (13,5 duizend personen), in 2014 is dat een op de zeven (16,4 duizend). Vooral het aantal personen in de leeftijd van 65 tot en met 74 steeg de afgelopen tien jaar: van 6,8 tot 9,5 duizend (+40%). Deze toename vond vooral plaats in de laatste vijf jaar. Het aantal 75- plussers zal sterk gaan stijgen vanaf het eind van dit decennium, dan bereiken steeds meer Leidenaren geboren in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw (naoorlogse geboortegolf) deze leeftijd. In 2024 is dan 8% een 75-plusser en valt 9% van de Leidenaren in de leeftijdsgroep van 65 t/m 74 jaar, ofwel ruim een van elke zes Leidenaren is dan 65 jaar of ouder (17%). Ontwikkeling van zes leeftijdsgroepen in de Leidse bevolking van 2004 tot totaal 0 t/m t/m t/m t/m t/m aantal (* dzd) ,7 22,1 19,4 37,0 26,6 6,8 6, ,8 20,9 19,3 33,4 29,0 7,4 6, ,2 20,3 23,0 31,6 29,8 9,5 6, ,6 20,6 22,7 32,2 30,8 11,6 7, ,0 21,3 22,6 32,7 30,4 12,1 9,9 percentages ontw % -8% +18% -15% +12% +40% +3% ontw % +5% -2% +4% +2% +27% +43% Bronnen: CBS (jaren 2004, 2009 en 2014), PBL/ CBS PEARL (prognoses 2019 en 2024) Staat van Leiden

14 0,9 1,0 1,0 0,9 0,9 0,8 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,8 0,8 0,9 Duizenden Duizenden 1,4 1,5 1,5 1,5 1,4 1,4 1,4 1,3 1,3 1,3 1,4 1,3 1,3 1,2 Geboorte en sterfte In deze eeuw werden er 19,4 duizend Leidse kinderen geboren, 9,9 duizend jongens (51%) en 9,5 duizend meisjes (49%). Het aantal geboorten per jaar laat een dalende trend zien. Het grootste aantal kinderen werd geboren in 2000: 1.528; vanaf 2007 ligt het aantal onder de veertienhonderd, de laatste twee jaren zelfs onder de dertienhonderd (1.266 in 2012 en in 2013). In dezelfde tijdsperiode stierven er in Leiden 12,3 duizend Leidenaren: 5,7 duizend mannen (46%) en 6,6 duizend vrouwen (54%). Geboorten in Leiden, 2000 t/m ,2 0,8 0,4 0, jongens meisjes totaal Sterfte in Leiden, 2000 t/m ,2 0,8 0,4 0, mannen vrouwen totaal Bron: BRP 14 Staat van Leiden 2014

15 < < < Vestiging en vertrek In de twaalf jaar van 2002 t/m 2013 waren er 99,9 duizend vestigers in en 101,6 duizend vertrekkers uit Leiden. De grafieken hierna tonen voor alle leeftijdsgroepen van vijf jaar de totale vestiging en het totale vertrek per periode van drie jaar. Er is maar één leeftijdsgroep met jaar in jaar uit meer vestiging dan vertrek: de 15- tot en met 24-jarigen. Dit komt door de studentenstad die Leiden is, jongvolwassenen komen hier vanuit het hele land studeren. Opvallend is dat in de laatste drie jaren (2011 t/m 2013, oranje balken in grafiek) de vestiging van deze leeftijdsgroep ondanks de crisis (met als gevolg minder verhuizingen) fors hoger is dan in de perioden daarvoor. Voor gezinnen met kinderen (leeftijd jonger dan 15 of tussen 25 en 44) is er per saldo ook in de laatste drie jaar nog steeds een vertrekoverschot. Ook in de oudere leeftijdsgroepen is er vaak een (klein) vertrekoverschot. Vestiging in Leiden per leeftijdsgroep (aantallen * duizend) t/m t/m t/m t/m Vertrek uit Leiden per leeftijdsgroep (aantallen * duizend) t/m t/m t/m t/m Saldi vestiging minus vertrek per leeftijdsgroep (aantallen * duizend) t/m t/m t/m t/m Bron: BRP Let op: het gaat steeds om totalen per periode van drie jaar. Staat van Leiden

16 (x duizend) 1.4 Huishoudens in Leiden Kenmerken van Leidse huishoudens anno 2014 In 2014 heeft Leiden 65,1 duizend huishoudens waarvan meer dan de helft eenpersoonshuishoudens (34,5 duizend = 53%). Aan de leeftijd van de referentiepersoon in het huishouden ( hoofd van het huishouden ) is weer duidelijk te zien dat Leiden een studentenstad is: 15,3 duizend huishoudens in Leiden zijn eenpersoonshuishoudens van iemand onder de dertig. Dat is bijna een kwart (23,5%) van alle Leidse huishoudens. Landelijk is dat percentage 7,8%, in de overige gemeenten van Holland Rijnland is het 4,0%. Leiden, huishoudens in 2014 naar samenstelling en leeftijd hoofd meerpersoons 1 persoons 2-oudergezin 1-oudergezin zonder kinderen totaal 34,5 15,1 11,9 3, ,3 2,7 0,4 0, ,4 7,5 11,1 3, ,9 4,9 0,4 0,3 Bron: CBS De ontwikkeling van het aantal huishoudens van 2004 tot 2024 Tien jaar geleden had Leiden 61,4 duizend huishoudens (1 januari 2004), nu zijn dat er 65,1 duizend (januari 2014). Het aantal eenpersoonshuishoudens steeg in deze periode van 31,2 naar 34,5 duizend (+11%), het aantal meerpersoonshuishoudens steeg van 30,2 naar 30,6 duizend (+1%). Het aantal eenpersoonshuishoudens steeg sneller dan het aantal meerpersoonshuishoudens dus het aandeel eenpersoonshuishoudens is ook toegenomen: in 2014 is 53% van de Leidse huishoudens een eenpersoonshuishouden. De verwachting is dat het aandeel eenpersoonshuishoudens in de toekomst verder zal toenemen, onder andere als gevolg van de vergrijzing en verdergaande individualisering. Volgens de (door BOA iets naar boven bijgestelde 2 ) prognose zal het aantal eenpersoonshuishoudens doorgroeien naar 37,4 duizend in 2024 (+8%) en het aantal meerpersoonshuishoudens groeit door naar 32,5 duizend huishoudens (+6%). In totaal zullen er dan 69,9 duizend huishoudens zijn (+7%). 2 De doorrekening van de prognoses van CBS/PBL vond in de tweede helft van 2013 plaats; de prognose voor 2014 voor het aantal Leidse huishoudens was daarin 63,4 duizend. Maar in werkelijkheid zijn het er 65,1 duizend geworden (CBS-cijfer, d.d. 22aug2014). Het verschil komt vooral door een te lage schatting van het aantal eenpersoonshuishoudens, daarom hebben we de schatting van het aantal eenpersoonshuishoudens voor de komende tien jaar iets naar boven bijgesteld. 16 Staat van Leiden 2014

17 Leiden, ontwikkeling van het aantal huishoudens van 2004 t/m 2024 (aantallen * duizend) 30,0 20,0 10,0 0, totaal 61,4 61,2 61,5 61,4 61,5 61,3 61,5 62,1 63,0 64,3 65,1 65,6 66,1 66,8 67,4 67,8 68,3 68,7 69,2 69,5 69,9 eenpersoons 31,2 30,9 31,6 31,5 31,9 31,7 31,8 32,2 33,1 34,1 34,5 34,8 35,0 35,4 35,8 36,0 36,3 36,6 36,9 37,1 37,4 meerpersoons 30,2 30,3 30,0 29,9 29,6 29,5 29,7 29,9 30,0 30,2 30,6 30,8 31,1 31,4 31,6 31,8 32,0 32,1 32,3 32,4 32,5 Bronnen: CBS (2004 t/m 2013), PBL/ CBS PEARL (prognoses 2015 t/m 2024, bewerking BOA) Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Bevolking vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Bevolkingsgegevens per buurt Feitenbladen ontwikkeling bevolking Staat van Leiden

18 18 Staat van Leiden 2014

19 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 2 Bestuur en dienstverlening 2.1 Inleiding De stad wordt bestuurd door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Het ambtelijk apparaat is de uitvoerende organisatie. Zij verricht veel taken voor de inwoners van de stad. De burgers hebben hier in verschillende opzichten mee te maken: als kiezer bijvoorbeeld, maar ook als partner, klant of als bewoner. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 2.2 Gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders 2.3 Leiden als centrumgemeente 2.4 Publieksparticipatie 2.5 Gemeentepersoneel 2.6 Publieksdienstverlening 2.7 Beleid en ontwikkelingen Samenvatting De Leidse gemeenteraad bestaat uit 39 leden, waarvan 12 van D66. De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen schommelde de laatste drie keer rond de 56%. Over de stelling burgemeester en wethouders maken hun beloften waar zijn veel mensen neutraal. Eén op de vijf Leidenaren voelt zich vertegenwoordigd door de gemeenteraad. Leidenaren worden graag betrokken bij gemeentelijk beleid, vooral bij fysieke onderwerpen. Het ambtelijk apparaat bestaat uit ongeveer medewerkers, waarvan 47% vrouw. De gemiddelde leeftijd is gestegen tot 47,5 jaar. De voorkeur voor een bepaalde wijze van contact (kanaalkeuze) verschuift in de loop van de jaren, en deze is sterk afhankelijk van het onderwerp. De Leidenaar is tevreden over 82% van alle contacten. Dit varieert per kanaal: over de contacten via de balie is 90% tevreden, via 63%. Staat van Leiden

20 2.2 Gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad in Leiden bestaat uit 39 leden. Twaalf hiervan zijn lid van D66. Deze partij heeft twee wethouders in het college; SP, VVD en PvdA ieder één. De burgemeester is voorzitter van zowel de gemeenteraad als het college. Samenstelling gemeenteraad en college van B en W naar partij, na verkiezingen 19 maart 2014 raadzetels wethouders D66 12 lll lll lll lll lll lll lll lll lll lll lll lll 2 SP 5 lll lll lll lll lll 1 VVD 5 lll lll lll lll lll 1 PvdA 5 lll lll lll lll lll 1 GroenLinks 4 lll lll lll lll CDA 4 lll lll lll lll Leefbaar Leiden 2 lll lll Partij voor de Dieren 1 lll ChristenUnie 1 lll Totaal 39 5 Bron: Gemeente Leiden Eens in de vier jaar vinden verkiezingen plaats voor de gemeenteraad. De huidige raad is gekozen in maart 2014, weergegeven met de donkerblauwe staafjes in onderstaande grafiek. Hierin is goed te zien dat D66 in 2010 en 2014 veel meer stemmen heeft gekregen dan in De opkomst schommelt de laatste drie keer rond de 56%. Uitslagen gemeenteraadsverkiezingen in Leiden D66 PvdA VVD SP CDA GROEN LINKS Stadsp Leiden Ontzet Leefbaar Leiden Christen Unie Partij vd Dieren overige partijen ,3% 22,8% 13,7% 16,4% 10,7% 9,5% 4,1% 5,0% 5,8% 5,6% ,6% 15,3% 13,4% 10,0% 8,9% 8,7% 6,5% 3,9% 3,6% 3,5% 1,5% ,4% 11,6% 11,7% 12,4% 8,2% 10,4% 2,2% 6,4% 3,0% 3,7% 1,9% Bron: Gemeente Leiden 20 Staat van Leiden 2014

21 Aan de burgers is gevraagd of ze vinden dat ze voldoende invloed hebben op de gemeentepolitiek. In onderstaande grafieken staan de metingen op twee stellingen, die in 2011 en 2013 aan de inwoners zijn voorgelegd. Veel mensen zijn neutraal. (Er zijn ook nog mensen die geen mening hadden rond de tien procent. Die zijn uit de antwoorden weggelaten). Zowel in 2011 als in 2013 vindt 31% dat men invloed heeft op wat er in de gemeente gebeurt, in 2013 vindt 22% dat dat niet zo is. Rond de twintig procent van de Leidenaren voelt zich vertegenwoordigd door de gemeenteraad, in 2013 vindt 18% dat dat niet zo is. Oordeel burgers over invloed Als kiezer heb ik invloed op wat er in de gemeente gebeurt Ik voel mij vertegenwoordigd door de gemeenteraad eens neutraal oneens eens neutraal oneens % 35% 34% % 46% 32% % 46% 22% % 62% 18% Bron: Stadsenquête Leiden Drie andere stellingen gaan over de beoordeling van inwoners over het bestuur. Ook nu geven veel inwoners weer het antwoord neutraal. Tussen 2011 en 2013 zijn de verschillen beperkt. Met de stelling dat de gemeente goed wordt bestuurd is 39% het eens en 8% het oneens. Oordeel burgers over het bestuur Ik heb vertrouwen in de burgemeester en wethouders Burgemeester en wethouders maken hun beloften waar eens neutraal oneens eens neutraal oneens % 44% 15% % 57% 27% % 45% 9% % 72% 15% De gemeente wordt goed bestuurd eens neutraal oneens % 49% 16% % 53% 8% Bron: Stadsenquête Leiden Staat van Leiden

22 2.3 Leiden als centrumgemeente De gemeente Leiden staat midden in een netwerk van relaties. Een deel hiervan is formeel een verbonden partij ; dat houdt in dat Leiden hier een bestuurlijk en een financieel belang in heeft. Dit kan in de vorm van een gemeenschappelijke regeling zijn, een stichting, een NV, een BV of een coöperatie. Een aantal bekende verbonden partijen zijn: Servicepunt71: samenwerking op het terrein van bedrijfsvoering met Leiderdorp, Zoeterwoude en Oegstgeest Holland Rijnland: gemeenschappelijke belangenbehartiging van 14 gemeenten Veiligheidsregio Hollands Midden RDOG Hollands Midden (GGD) Omgevingsdienst West Holland Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland. Daarnaast opereert Leiden in vele andere, al dan niet informele, netwerken zoals samenwerking Economie071, de G32, het Netwerk Universiteitssteden en de Zuidvleugel. 2.4 Publieksparticipatie De gemeente betrekt Leidenaren en Leidse organisaties bij ontwikkeling en uitvoering van beleid. Want door kennis te delen en samen te werken, verbeteren we de stad. Plannen passen beter bij de wensen van de betrokkenen en er ontstaat meer draagvlak en gedeelde verantwoordelijkheid. De gemeente nodigt uit, maar is ook steeds vaker partner in initiatieven vanuit de stad. Dit is de visie van de gemeente op het gebied van publieksparticipatie. In 2013 zijn aan de leden van het LeidenPanel vragen gesteld over publieksparticipatie. Het bleek dat de panelleden publieksparticipatie belangrijk vinden. Driekwart is het eens of helemaal eens met de stelling dat de gemeente het oor meer te luisteren moet leggen bij de inwoners en partners. Ongeveer dertig procent vindt dat het voldoende is dat de gemeenteraad fungeert als vertegenwoordiging van inwoners. Houding inwoners tegenover publieksparticipatie De gemeente moet meer inbreng ophalen bij bewoners en organisaties in de stad De gemeenteraad als vertegenwoordiging van de inwoners is voldoende helemaal mee oneens; 2% mee oneens; 9% geen mening; 13% helemaal mee eens; 20% helemaal mee oneens; 14% geen mening; 6% helemaal mee eens; 4% mee eens; 25% mee eens; 55% mee oneens; 52% Bron: LeidenPanel Staat van Leiden 2014

23 De onderwerpen waar inwoners het liefst bij betrokken worden zijn vooral fysieke onderwerpen. Bovendien blijkt dat onderwerpen die de eigen buurt betreffen het meest genoemd worden. Onderwerpen waarover inwoners het liefst meepraten Ruimtelijke ordening 32% Verkeer en infrastructuur 28% Woon- en leefomgeving Parkeren 18% 20% Afval en zwerfvuil 10% Bron: Stadsenquête Leiden Gemeentepersoneel Eind 2013 werken er mensen bij de gemeente Leiden. Gemiddeld werkt men bijna 32 uur per week. De grootste verandering in de afgelopen negen jaar vond plaats in de leeftijdsopbouw: eind 2004 was de gemiddelde leeftijd 44,4 jaar, eind 2013 is dat 47,5 jaar. Medewerkers van de gemeente Leiden zijn ouder als je ze vergelijkt met de referentiegroep van de Nederlandse beroepsbevolking werkzaam in openbaar bestuur en overheidsdiensten. Daarnaast valt de daling van het totale aantal werknemers sinds 2009 op. Onder andere de oprichting van het Servicepunt71 in 2012 is hier de oorzaak van. Gemeentepersoneel Leiden, mannen en vrouwen man vrouw Bron: Gemeente Leiden, stand per 31 december Er werken minder vrouwen dan mannen: eind 2013 ging het om 715 mannen (53% van 1.359) en 644 vrouwen (47% van 1.359). Vrouwen werken vaker in deeltijd dan mannen: eind 2013 werkt driekwart van de vrouwen (75%: 486 van de 644) minder dan 36 uur per week, voor de mannen geldt dat voor minder dan een kwart (23%: 164 van de 715). Het gemiddelde dienstverband van vrouwen was 29,0 uur per week en van mannen 34,2 uur per week. Staat van Leiden

24 De leeftijdsopbouw van mannen en vrouwen is verschillend. De vrouwen die bij de gemeente werken zijn jonger dan de mannen: eind 2013 was de gemiddelde leeftijd van de vrouwen 46,5 jaar en van de mannen 48,5 jaar. Een derde van de mannen is een 55-plusser (33%); voor de vrouwen geldt dit voor bijna een kwart (25%). 2.6 Publieksdienstverlening Gemiddeld komt een Nederlandse burger ongeveer één keer per jaar in contact met de gemeente. Dat kan gaan over afval, de openbare ruimte, burgerzaken of bijvoorbeeld een vergunning. Contact kan via verschillende kanalen lopen: telefonisch, via de balie, schriftelijk, via of de website. De elektronische dienstverlening (digitaal loket) is een specifiek onderdeel van de website. De voorkeur voor een bepaalde kanaalkeuze verschuift in de loop van de jaren, maar deze is sterk afhankelijk van het onderwerp waarvoor men bij de gemeente komt. Voorkeur en beoordeling van contact met de gemeente per kanaal Voorkeurwijze voor contact met gemeente Beoordeling (% uitstekend of goed) 27% 46% 78% 63% 81% 90% 72% 15% 11% 1% Bron: Stadsenquête Leiden 2013 Onderzoek wijst uit dat de Leidenaar tevreden is over de dienstverlening. Over 82% van alle contacten is men tevreden. Dit varieert per kanaal. De beoordeling van de dienstverlening is afhankelijk van veel variabelen. Naast het kanaal en het onderwerp zijn er ook verschillende aspecten aan de dienstverlening: zoals de openingstijden, de wachttijd, de vriendelijkheid van het personeel en de deskundigheid. 2.7 Beleid en ontwikkelingen Om een transparante overheid te realiseren kennen alle gemeenten de doelstelling dat - in binnen de gemeenten een zogenoemd Klant Contact Centrum (KCC) is ingericht, waar burgers terecht kunnen met al hun vragen aan de gemeente. Een belangrijk uitgangspunt voor een ingericht KCC is het klantgericht denken. De behoefte op het gebied van dienstverlening van burgers, bedrijven en instellingen staat centraal en het is de ambitie van de gemeente om zo goed mogelijk aan deze behoefte te voldoen. Onder zo goed mogelijk wordt verstaan: door het juiste antwoord op de klantvraag in één keer kwalitatief goed en deskundig af te handelen, door een klantvriendelijke behandeling en door een efficiënte afhandeling van de klantvraag. Een KCC is een herkenbare ingang door één telefoonnummer (14071), één fysieke informatiebalie en één digitale ingang. De vorming van een KCC door gemeenten is een belangrijke stap binnen het generieke streven van de overheid om een professionele, uniforme en transparante dienstverlening te bieden. 24 Staat van Leiden 2014

25 De gemeente Leiden heeft een KCC ingericht en handelt al veel van de vragen direct af. De komende tijd is de doelstelling van het KCC om nog meer vragen in één keer kwalitatief goed af te handelen. Dat betekent dat er geïnvesteerd wordt om producten en diensten op een eenvoudige, toegankelijke wijze aan te bieden. De gemeente Leiden heeft als visie digitaal, tenzij, dit betekent dat zoveel mogelijk producten en diensten real-time via het digitale loket af te nemen zijn en dat de website 24/7 bereikbaar is. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Bestuur en dienstverlening vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers LeidenPanel over publieksparticipatie Uitslagen gemeenteraadsverkiezingen Feitenbladen Gemeentepersoneel Staat van Leiden

26 26 Staat van Leiden 2014

27 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 3 Wonen 3.1 Inleiding Leiden is een aantrekkelijke stad om in te wonen met veel voorzieningen op diverse terreinen. Dit hoofdstuk gaat over woningen en wonen. Achtereenvolgens komen aan de orde: 3.2 Woonaantrekkelijkheid van Leiden 3.3 De Leidse woningvoorraad 3.4 Waarde van woningen 3.5 Huurwoningen van woningcorporaties 3.6 Beleid en ontwikkelingen Samenvatting Leiden heeft in 2014 de negende plaats op woonaantrekkelijkheidsindex. Begin 2014 staan er in Leiden woningen en gebouwen met een andere functie dan wonen. Dit zijn aantallen volgens de BAG (BasisAdministratie Gebouwen) de nieuwe bron voor woningcijfers. Van de 54,4 duizend woningen in 2013 in Leiden is 44% een koopwoning (23,9 duizend), 35% een huurwoning van een woningcorporatie (19,0 duizend) en 20% een huurwoning van andere woningverhuurders (10,9 duizend). In de jaren 2012 en 2013 werden in Leiden in totaal nieuwbouwwoningen opgeleverd; met overige toevoegingen erbij en sloop en andere onttrekkingen eraf groeide de woningvoorraad in deze twee jaren met In Leiden heeft de helft van de woningen een WOZ-waarde onder 176 duizend, de gemiddelde WOZ-waarde is 209,7 duizend. Het aantal Leidenaren dat actief zocht naar een sociale huurwoning daalde in 2013 van 5,6 duizend naar 5,1 duizend. Staat van Leiden

28 3.2 Woonaantrekkelijkheid van Leiden Atlas voor Gemeenten Op de ranglijst voor woonaantrekkelijkheid van de vijftig grootste gemeenten staat Leiden in 2014 op de negende plaats. De index voor woonaantrekkelijkheid bestaat uit acht factoren (zie grafiek). Leiden scoort vooral hoog met de aanwezigheid van de universiteit en het historisch karakter van de stad, uitgedrukt in het percentage vooroorlogse woningen. Ook de bereikbaarheid, het culinaire en culturele aanbod scoren hoog. Leiden scoort onder plaats 25 (het gemiddelde van de vijftig gemeenten) met veiligheid (zie 4.5), percentage koopwoningen en de nabijheid van natuurgebieden. Woonaantrekkelijkheidsindex Leiden (1 = hoogste positie, 50 = laagste positie) Gemiddelde 50 grootste steden * bereikbaarheid = bereikbaarheid van banen (per auto en OV) Bron: Atlas voor Gemeenten 2014 Leefbaarometer Leefbaarometer scores in 2012 Bron: 28 Staat van Leiden 2014

29 In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken is de Leefbaarometer (met twee a s) ontwikkeld. Op basis van vijftig onderliggende indicatoren wordt voor gebieden een algemene leefbaarheidscore berekend. Dit kan op zeer klein detailniveau. De algemene leefbaarheidscore wordt uitgedrukt in een kleur. Hoe donkerder groen, hoe positiever en hoe meer rood, hoe negatiever. In Leiden zien we matig en negatieve scores in wijken waar een wijkontwikkelingsplan voor is. Elke twee jaar, vanaf 1998, is er een nieuwe meting van de leefbaarheid. De laatste stand is die van De Leidse woningvoorraad Trendbreuk in het aantal woningen door andere manier van meten in veranderde bron In de ontwikkeling van het aantal woningen is in 2012 is een trendbreuk ontstaan doordat toen de bron en daarmee ook de manier van meten is veranderd. Tot 2012 was de bron voor de cijfers het woningregister van het CBS. Daarin ging het om het begrip woonruimten, de som van het aantal: woningen wooneenheden (= onzelfstandige woningen, zoals studentenflats) capaciteit bijzondere woongebouwen recreatiewoningen Vanaf 2012 is het woningregister vervangen door de BAG: Basisadministratie Adressen en Gebouwen. De BAG geeft informatie over verblijfsobjecten (VBO s) die ieder één of meer gebruiksfuncties kunnen hebben; één van die gebruiksfuncties is 'wonen'. Het aantal woningen volgens de BAG is het aantal VBO s die (ook) een woonfunctie hebben. 'Wooneenheden', 'bijzondere woongebouwen' en 'recreatiewoningen' komen niet meer voor als aparte categorie. In de BAG worden voormalige wooneenheden met hetzelfde adres samen als één VBO gezien. Wanneer de eenheden een eigen adres hebben worden alle eenheden als afzonderlijke VBO gezien. 3 Door de andere manier van meten kreeg Leiden er in 2012 circa negenhonderd woningen bij. In het woningregister stonden die daarvoor te boek als wooneenheid. Niet elke wooneenheid telde als één woning, want Leiden hád 4,9 duizend wooneenheden. Ontwikkeling aantal woningen in Leiden volgens twee bronnen, (aantallen * duizend) woningregister 50,5 50,7 50,8 51,0 51,0 51,4 51,9 52,3 52,7 BAG 53,6 54,4 55,2 Bronnen: CBS woningregister ( ), CBS BAG ( ) 3 Dit is in het kort de achtergrond van de trendbreuk. Meer informatie staat in een publicatie van het CBS: trendbreuk in de woningvoorraad. Staat van Leiden

30 Ontwikkeling woningvoorraad Begin 2012 had Leiden (volgens de nieuwe definitie in de BAG) woningen, eind 2013 waren dat er Dat is een toename in twee jaar van In 2012 steeg de voorraad per saldo met 787 woningen, in 2013 met 802 woningen. In de tabel staat een verdere specificatie van hoeveel woningen erbij kwamen en hoeveel eraf gingen. Leiden, ontwikkeling in de voorraad woningen, voorraad 1jan Nieuwbouw Overige toevoeging Sloop Overige onttrekking Correctie Saldo voorraad voorraad 31dec Bron: CBS Woningen en andere gebouwen per wijk Begin 2014 zijn er in Leiden woningen en gebouwen met een andere functie. In de grafiek staan de aantallen per wijk. Leiden, woningen en andere gebouwen per district, ` Stations - district Binnenstad-Z Binnenstad-N Leiden- Noord Bos- en Gasthd. Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevens - hofd. woning overige * Bron: CBS (* overige = gebouwen met een andere functie dan wonen) Koop- en huurwoningen Begin 2013 is van de 54,4 duizend woningen in Leiden 44% een koopwoning (23,9 duizend), 35% een huurwoning van een woningcorporatie (19,0 duizend) en 20% een huurwoning van andere woningverhuurders (10,9 duizend). De verhouding tussen koop- en huurwoningen loopt zeer uiteen voor de Leidse districten. Zo is in het Roodenburgerdistrict 61% een koopwoning, in Leiden Noord is 57% een huurwoning van een woningcorporatie en in Binnenstad-Zuid 46% een huurwoning van overige verhuurders. 30 Staat van Leiden 2014

31 (x duizend) Leiden, woningen per district naar eigendomsverhouding, 2013 (aantallen* duizend) Station s- district Leiden Noord Rooden - burgerd. Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Steven s- hofd. totaal 3,7 7,0 1,0 6,1 8,9 9,4 5,2 2,2 6,1 4,6 koop 1,1 2,0 0,5 1,9 5,5 4,1 2,1 0,9 3,6 2,6 huur wcorp* 0,8 2,6 0,2 3,5 2,2 3,9 2,2 0,2 1,6 1,6 huur ov* 1,7 2,3 0,3 0,7 1,3 1,4 1,0 1,0 0,8 0,4 Leiden, woningen per district naar eigendomsverhouding, 2013 (percentages) 60% 40% 20% 0% Leiden Noord Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevenshofd. koop 31% 29% 54% 31% 61% 43% 39% 42% 59% 55% huur wcorp* 23% 37% 16% 57% 25% 41% 42% 11% 27% 35% huur ov* 46% 33% 30% 12% 14% 15% 18% 45% 14% 9% * huur wcorp = huur woningcorporatie, huur ov = huur overige verhuurder Bron: CBS 3.4 Waarde van woningen De WOZ-waarde van woningen is de waarde van woningen in het economisch verkeer, ofwel de marktwaarde. Elke gemeente stelt jaarlijks de WOZ-waarde van woningen op het grondgebied vast. De laatste drie jaar is de gemiddelde en mediane 4 WOZ-waarde van Leidse woningen gedaald. Dat komt niet alleen door de crisis maar ook doordat er goedkopere nieuwbouwwoningen zijn opgeleverd. Anno 2013 is de gemiddelde WOZ-waarde van Leidse woningen 220,4 duizend en de mediane WOZ-waarde is 185,0 duizend. 5 4 Mediane WOZ-waarde: de helft van de woningen heeft een lagere waarde, de helft een hogere. 5 De mediane waarde is hier lager dan de gemiddelde waarde. Dat komt doordat het gemiddelde omhoog wordt getrokken door de woningen met (erg) hoge waarde. Staat van Leiden

32 (* duizend) (* duizend ) Ontwikkeling gemiddelde en mediane WOZ-waarde van woningen, ,0 232,0 228,0 220,4 209, ,0 196,0 192,0 185,0 176, gemiddelde WOZ-waarde mediane WOZ-waarde Bron: Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Binnen Leiden zijn er grote verschillen in de WOZ-waarde voor de verschillende districten. Zo heeft bijvoorbeeld in Boerhaave bijna de helft van de woningen (44%) een WOZ-waarde boven de drie ton; in Leiden Noord geldt dit voor slechts 4% van de woningen. WOZ-waarde van woningen per district, 2014 (peildatum waardebepaling 1 jan 2013) aantallen * duizend Leiden Noord Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevenshofd. < >= WOZ-waarde van woningen per district, 2014 (peildatum waardebepaling 1 jan 2013) percentuele verdeling 60% 40% 20% 0% Leiden Stations district Binnenstad-Z Binnenstad-N Leiden- Noord Rooden Bos- en burgerd. Gasthd. Morsdistrict Boerhaavedwijkd. Meren- Stevens hofd. < % 34% 40% 31% 47% 23% 53% 48% 42% 35% 11% % 24% 28% 40% 38% 18% 20% 19% 5% 13% 35% % 23% 21% 20% 11% 25% 17% 26% 9% 36% 47% >= % 20% 10% 9% 4% 34% 10% 7% 44% 17% 7% Bron: Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) 32 Staat van Leiden 2014

33 3.5 Huurwoningen van woningcorporaties De regio Holland Rijnland heeft één regionaal zoeksysteem voor sociale huurwoningen, woningzoekenden kunnen zich hierbij inschrijven via Eind 2013 stonden in de regio 13,8 duizend actief woningzoekenden 6 ingeschreven, 1,5 duizend minder dan een jaar eerder en 5,7 duizend minder dan eind 2010 toen het er 19,4 duizend waren. Ook in Leiden daalde in 2013 het aantal actief woningzoekenden opnieuw: van 5,6 duizend eind 2012 tot 5,1 duizend eind Holland Rijnland, ingeschreven woningzoekenden voor een sociale huurwoning actief woningzoekenden alle ingeschreven woningzoekenden totaal in Leiden % in Leiden totaal in Leiden % in Leiden % % % % % % % % Verschil aantal % -29% -30% +0% -6% Bron: Jaarrapportage Woonzicht.nl 2011 tot en met Beleid en ontwikkelingen Terug naar de stad Het CBS voorspelt een trek van zo n miljoen mensen naar de stad. Vooral naar steden met een aantrekkelijke (historische) binnenstad, een hoog voorzieningenniveau (waaronder cultuur) en een gunstige ligging, zoals Leiden. Meer functiemenging Nieuwe technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat werk, wonen, recreëren en zorgen steeds minder aan vaste tijden en locaties onderworpen zijn. Functies als wonen en werken worden steeds meer gecombineerd. Het beslag op ruimte voor werken neemt hierdoor af. Van dynamische woningmarkt naar statische woningmarkt Vanwege diverse onzekere ontwikkelingen is de verwachting dat de woningmarkt meer statisch wordt. De verhuismobiliteit neemt sterk af, anders gezegd: mensen blijven gemiddeld langer in dezelfde woning wonen. Dit terwijl zij vaak wel willen verhuizen maar het (nog) niet aandurven of kunnen. Dit zal leiden tot een verschuiving in de vraag van koop- naar huurwoningen en van duurdere naar minder dure woningen. De markt is tevens nog meer veranderd in een vragersmarkt: de vraag van de consument komt steeds centraler te staan. Groeiend belang van duurzaamheid In het woonbeleid kunnen wij in belangrijke mate bijdragen aan een duurzame toekomst door het stimuleren van energiebesparende maatregelen, van het gebruik van duurzame materialen bij nieuwbouw en renovatie, van groene daken, van kwalitatief gebruiksgroen in de directe omgeving en door te focussen op de toekomstbestendigheid van huidige gebouwen (hergebruik) en van nieuwe bouwwerken (in het ontwerp). 6 Actief woningzoekende = een ingeschreven woningzoekende die minimaal eenmaal in een jaar heeft gereageerd op een aanbod. Staat van Leiden

34 Globalisering en internationalisering Globalisering en internationalisering betekenen dat Leiden in haar woonbeleid rekening moet houden met een toenemende vraag van (vooral internationale) studenten en kenniswerkers naar woningen Afnemende automobiliteit Diverse factoren wijzen erop dat Leiden de komende decennia te maken krijgt met afnemende automobiliteit. Uit onderzoek blijkt dat jong-volwassenen de voorkeur geven aan de fiets en het openbaar vervoer boven autovervoer en als ze al een auto hebben, eerder geneigd zijn om deze met anderen te delen. Deze tendens zal zich verhoudingsgewijs sterker voordoen in een historische (binnen-)stad als Leiden die minder goed toegerust is voor autoverkeer. Bovendien wordt zowel uit duurzaamheids- als uit gezondheidsoverwegingen (waarin steeds meer het belang van bewegen centraal staat) het autogebruik ontmoedigd en het fiets- en wandelverkeer gestimuleerd. Dit heeft, als deze trend zich voortzet, uiteraard gevolgen voor onze parkeernormen bij woningen. Transities: toenemend belang wijk en buurt De transities in het sociale domein hebben tot gevolg dat mensen, jong en oud, die voorheen eerder verhuisden naar een intramurale instelling zoals een GGZ instelling of gezinsvervangend tehuis, verzorgings- of verpleeghuis, in hun eigen huis blijven wonen. Veel van hen zijn sterker dan voorheen op hun directe omgeving en de daarin aanwezige voorzieningen gericht. Vergrijzing De bevolkingsopbouw verandert de komende decennia geleidelijk in die zin dat het aantal ouderen verhoudingsgewijs toeneemt. Vitaliteit staat centraal in het nieuwe denken over vergrijzing: het hebben van beperkingen hoeft het leiden van een actief en bevredigend leven niet in de weg te staan. Het betekent wel dat huisvesters en gemeente bij het ontwerp van woningen en bij de inrichting van de woonomgeving in samenspraak met inwoners moeten onderzoeken hoe wij hen daarbij zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Meer initiatief aan de stad Een belangrijke trend is dat mensen steeds meer zelf het heft in handen nemen: zelf willen bepalen hoe de stad eruit ziet, wat zij belangrijk vinden aan woningen en woonomgeving, met ideeën komen en ze zelf ook uitvoeren. In Leiden zijn het Singelpark, Morslint, Energiek Leiden recente voorbeelden hiervan. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Wonen vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Jaarapportages woonzicht.nl Woonbehoefte Onderzoek Leiden Studentenhuisvesting: Sleutels gezocht WOZ-waarde per buurt 34 Staat van Leiden 2014

35 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 4 Veiligheid 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt een aantal aspecten van veiligheid. Het is gebaseerd op zowel de resultaten van burgeronderzoek (de Veiligheidsmonitor) als ook op de cijfers van de politie. Achtereenvolgens komen aan de orde: 4.2 Gevoelens en gedrag met betrekking tot veiligheid 4.3 Slachtofferschap van criminaliteit en overlast 4.4 Verdachten 4.5 Leiden vergeleken 4.6 Beleid en ontwikkelingen Samenvatting 44% van de inwoners voelt zich wel eens onveilig; 23% voelt zich wel eens onveilig in de eigen buurt. Plekken waar jongeren rondhangen worden het meest genoemd als plek waar men zich wel eens onveilig voelt. 41% van de Leidenaren maakt zich wel eens zorgen over brandveiligheid. 23% van de Leidenaren zegt afgelopen jaar slachtoffer geweest te zijn van een delict. Dit betrof vaak vernieling of diefstal van fiets of ander voertuig. In 2013 registreerde de politie ruim incidenten van High Impact Crime, waarvan 497 woninginbraken. De politie registreerde meldingen van overlast. Een groot deel (circa 2.000) betrof geluidsoverlast. Ruim keer was het overlast van jeugd. Veel veiligheidsaspecten zijn en ervaart men in Leiden als in een gemiddelde middelgrote stad. Staat van Leiden

36 4.2 Gevoelens en gedrag met betrekking tot veiligheid Onveiligheidsgevoelens en rapportcijfer voor veiligheid In de Veiligheidsmonitor (VM) wordt gevraagd of men zich wel eens onveilig voelt (al dan niet in de eigen buurt) en welk cijfer men geeft voor de veiligheid in de buurt. Leiden scoort hierop min of meer vergelijkbaar met de G32 (de inmiddels 35 steden die zijn aangesloten bij het G32-overleg). Gevoelens van (on)veiligheid Leiden G Rapportcijfer veiligheid eigen buurt 6,9 7,0 6,9 7,1 7,0 6,9 Voelt zich wel eens onveilig (algemeen) 30% 27% 33% 43%* 44%* 41% Voelt zich vaak onveilig (algemeen) 3% 2% 2% 1% 2% 2% Voelt zich weleens onveilig in eigen buurt 22% 20% 20% 18% 23% 23% Voelt zich vaak onveilig in eigen buurt 3% 2% 2% 2% 2% 3% * De stijging vanaf 2012 is een gevolg van een trendbeuk als gevolg van de doorontwikkeling van de VM. Bron: Veiligheidsmonitor Vermijdingsgedrag en onveilige plekken Onveiligheidsgevoelens kunnen leiden tot het vermijden van bepaalde situaties of plekken. De belangrijkste manier om onveiligheid te vermijden is s avonds de deur niet open doen (9% doet dit vaak, vergelijkbaar met de G32). Dit gebeurt vaker door ouderen (19% vaak) en vrouwen (13% vaak). Maar ook jongeren vertonen soms vermijdingsgedrag. Als de Leidenaren wordt gevraagd op welke plekken men zich wel eens onveilig voelt wordt vooral genoemd: daar waar jongeren rondhangen (53% vaak of soms). Ouderen vinden dit overigens minder vaak dan jongeren. Oordeel functioneren gemeente en politie Heeft de gemeente voldoende aandacht voor de leefbaarheid in de stad? Betrekt ze de buurt en doet ze wat ze belooft? In 2013 is in Leiden 37% van de inwoners (zeer) tevreden over het functioneren van de gemeente ten aanzien van leefbaarheid en veiligheid. 11% is (zeer) ontevreden. In de G32 zijn deze percentages 35% en 13%. In totaal is in Leiden in % van de Leidenaren (zeer) tevreden over het functioneren van de politie in hun buurt en 7% ontevreden. Van de Leidenaren die contact hebben gehad met de politie is 56% (zeer) tevreden over het optreden van de politie en 15% is (zeer) ontevreden. Preventiemaatregelen Om criminaliteit te voorkomen kan men gedrags- of technische preventiemaatregelen nemen. Gemiddeld nemen inwoners van Leiden in ,6 gedragsmaatregel (de meest voorkomende is; geen waardevolle spullen in de auto laten: 64%) en 1,3 technische maatregel (vooral buitenverlichting en hang- en sluitwerk, 58% en 57%). Ouderen doen dit vaker dan jongeren. Over de gehele linie neemt men in Leiden minder vaak dergelijke maatregelen dan in het gemiddelde van de G32. Brandveiligheid 41% van de Leidenaren maakt zich wel eens zorgen over brandveiligheid. Van deze groep maakt 76% zich thuis wel eens zorgen, 43% bij het uitgaan, 16% in openbare gebouwen en 15% op het werk. Mensen nemen zelf verschillende maatregelen om de brandveiligheid van de woning te verbeteren. Deze staan genoemd in de tabel hieronder. De gemeenschappelijke meldkamer registreerde 359 branden en 51 brandstichtingen in Staat van Leiden 2014

37 Meest genomen maatregelen om de brandveiligheid in de woning te vergroten Maatregel Maatregel genomen door. Controleren of gas / TV uit zijn 78% Voorzichtig zijn met vuur 73% Rookmelder 67% Brandblusser 29% Filters afzuigkap vervangen of schoonmaken 29% Bron: Veiligheidsmonitor Slachtofferschap van criminaliteit en overlast Slachtofferschap criminaliteit We beperken ons hier tot de veel voorkomende criminaliteit waar mensen mee te maken kunnen krijgen. Hiervoor zijn twee bronnen: onderzoeksresultaten uit de Veiligheidsmonitor en registratiecijfers van de politie. Verkeersveiligheid blijft buiten beschouwing. De Veiligheidsmonitor 2013 wijst uit dat 23% van de Leidenaren het afgelopen jaar slachtoffer is geweest van enig delict. Dit is hetzelfde als in de G32. In de tabel hieronder staan de delicten uitgesplitst naar soort en stadsdeel. Tussen haakjes staat steeds binnen de soort het meest voorkomende delict. % inwoners dat afgelopen jaar slachtoffer is geweest van een delict stadsdeel Leiden Midden Noord Zuid West G32* Slachtofferschap, totaal (1 of meer delicten) 23% 31% 23% 21% 19% 23% - Geweldsdelicten, totaal (tussen haakjes: waarvan bedreiging) - Vermogensdelicten, totaal (tussen haakjes: waarvan fietsendiefstal) - Vernielingen, totaal (tussen haakjes: waarvan vernieling voertuig) - Cybercrime, totaal (tussen haakjes: waarvan hacken) 2% (1%) 17% (8%) 9% (6%) 13% (7%) 3% (1%) 22% (13%) 11% (8%) 14% (9%) 2% (1%) 17% (7%) 8% (5%) 14% (6%) 3% (2%) 17% (9%) 7% (5%) 13% (8%) 1% (1%) 14% (5%) 9% (7%) 11% (6%) * Onder de G32 verstaan we hier de (inmiddels 35) gemeenten die zijn aangesloten bij het G32-overleg. Bron: Veiligheidsmonitor % (2%) 16% (5%) 8% (5%) 13% (6%) Aantal incidenten High Impact Crime Diefstal / inbraak woning (met en zonder geweld, inclusief poging tot) Openlijk geweld Bedreiging Mishandeling Straatroof Overvallen Totaal aantal incidenten High Impact Crime Bron: Politie Hollands Midden Staat van Leiden

38 De politie onderscheidt zogenoemde High Impact Crime. Dit is de optelling van zes soorten incidenten. In de tabel hiervoor is te zien dat het totale aantal incidenten de laatste jaren wat is afgenomen. Een andere categorie is de veel voorkomende criminaliteit. Deels is er een overlapping in soorten incidenten, bijvoorbeeld bij woninginbraak. In onderstaande tabel is te zien dat het aantal woninginbraken de laatste jaren is gedaald en ook het aantal diefstallen uit een motorvoertuig is gedaald. Aantal incidenten veel voorkomende criminaliteit Diefstal / inbraak woning: voltooid Diefstal / inbraak woning: poging Diefstal / inbraak schuur, tuinhuis Diefstal / inbraak bedrijven en instellingen waarvan winkeldiefstal waarvan winkelinbraak waarvan diefstal en inbraak overige bedrijven en instellingen Diefstal fiets Diefstal van brom/snorfiets Diefstal van motorvoertuig Diefstal uit / af motorvoertuig Zakkenrollerij Bron: Politie Hollands Midden Overlast Ook voor overlast geldt dat er zowel onderzoeksgegevens (Veiligheidsmonitor) als registratiecijfers van de politie beschikbaar zijn. Overlast door groepen jongeren komt van de genoemde soorten overlast het vaakst voor in de buurt. 7% van de Leidenaren heeft er zelf daadwerkelijk veel last van. Dat is vergelijkbaar met de G32. Kijken we per stadsdeel dan blijkt dat in Midden overlast door dronken mensen relatief vaak voorkomt. 9% van de mensen heeft er daar zelf veel last van. Vóórkomen van verschillende soorten overlast lastig vallen mensen op straat 2% 16% drugshandel/gebruik 5% 27% dronken mensen op straat 4% 38% omwonenden 6% 34% horeca 3% 16% groepen jongeren 7% 46% ervaart zelf veel overlast komt wel eens voor in de buurt Bron: Veiligheidsmonitor Staat van Leiden 2014

39 Aantal meldingen overlast bij politie Geluidsoverlast Overlast door jeugd Overlast door personen Conflictbemiddeling en burenruzie Drugs (dealen en wietplantages) Totaal aantal overlastmeldingen Bron: Politie Hollands Midden Evenementen Evenementen vervullen een belangrijke rol in Leiden. Ze maken de stad aantrekkelijker voor bewoners en bezoekers. Maar dan moet er natuurlijk niet te veel overlast zijn. De Veiligheidsmonitor 2013 wijst uit dat 72% van de Leidenaren positief staat tegenover de Leidse evenementen. Ook in de binnenstad, waar toch de helft wel eens overlast ervaart van evenementen, is de waardering ervan hoog (66%). De meeste overlast betreft geluidsoverlast. De politie heeft in incidenten van geluidsoverlast door evenementen geregistreerd, in en in Verdachten In Leiden zijn in 2012 ruim verdachten vanaf 12 jaar. Dat zijn er ruim 700 minder dan vier jaar eerder. In alle leeftijdsgroepen is een daling te zien. In absolute zin zijn de meeste verdachten ouder dan 24 jaar. De tweede grafiek laat zien dat dat per inwoners uit de overeenkomstige leeftijdsgroep bepaald niet zo is. Deze cijfers zijn vanaf 2013 niet meer beschikbaar. Absoluut aantal Leidse verdachten, naar leeftijd t/m 17 jr 18 t/m 24 jr > 25 jr Aantal Leidse verdachten per inwoners met overeenkomstige leeftijd t/m 17 jr 18 t/m 24 jr > 25 jr Bron: Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) Staat van Leiden

40 Een bijzondere groep zijn de zogenaamde jeugdige veelplegers en harde kern jongeren. Ook hier zien we een daling de afgelopen jaren. Aantal jeugdige veelplegers en harde kern jongeren (absolute aantal en per inwoners met overeenkomstige leeftijd) jeugdige veelplegers (12 t/m 17 jr) * absoluut aantal op de harde kern (12 t/m 24 jr) ** - absoluut aantal op de * Jeugdige veelplegers zijn jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, tegen wie in het gehele criminele verleden meer dan vijf keer een proces-verbaal is opgemaakt, waarvan tenminste één in het peiljaar. ** Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 24 jaar, die in het peiljaar twee zware delicten hebben gepleegd en bovendien in de jaren daarvoor drie antecedenten hebben én jongeren die in het peiljaar tenminste drie zware delicten hebben gepleegd. Bron: Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) 4.5 Leiden vergeleken Weekblad Elsevier vergelijkt jaarlijks Nederlandse gemeenten op een aantal punten, waaronder veiligheidsaspecten. Leiden scoort in 2014 als 56e op de lijst van 403 gemeenten. (Nummer 1, Amsterdam, is het meest onveilig). Deze ranglijst betreft alle Nederlandse gemeenten, dus ook plattelandsgemeenten. Deze scoren meestal gunstiger dan (middel)grote gemeenten op het gebied van criminaliteit. Toch heeft een onderzoek als dit wel invloed op de publieke opinie. Een zinvollere vergelijking is die van de Atlas voor Gemeenten, waar de 50 grootste gemeenten worden vergeleken. Dit is gedaan op basis van incidenten van geweld en vernielingen (CBS, KLPD) en een hierop gebaseerde veiligheidsscore. In onderstaande tabel is naast Leiden ook een aantal andere middelgrote (studenten)steden opgenomen, omdat ook binnen de 50 grootste gemeenten onderling verschillen zijn in typering. De resultaten voor Leiden zijn ook hier niet heel gunstig. Wel kan ter verzachting worden opgemerkt dat de steden in de achterliggende gegevens erg dicht bij elkaar liggen, hetgeen in een rangorde niet zichtbaar is. Positie Leiden in Atlas voor Gemeenten (50 grootste gemeenten), positie 1 = meest gunstig Leiden Delft Haarlem Nijmegen Dordrecht Geweld e 11 e 10 e 26 e 42 e Vernielingen e 8 e 34 e 17 e 45 e Score veiligheid e 10 e 19 e 28 e 35 e Score veiligheid e 11 e 19 e 26 e 36 e Score veiligheid e 10 e 13 e 24 e 41 e Bron: Atlas voor Gemeenten 2012, 2013 en Beleid en ontwikkelingen Toename mobiel banditisme Een deel van de criminaliteit in Nederland wordt gepleegd door rondtrekkende dadergroepen, onder andere afkomstig uit Oost- en Centraal Europa. Zij houden zich bezig met verschillende vormen van vermogenscriminaliteit, zoals woninginbraken, skimming, winkeldiefstal, zakkenrollerij en diefstal uit 40 Staat van Leiden 2014

41 auto s en vrachtwagens. Criminaliteit door rondtrekkende dadergroepen wordt mobiel banditisme genoemd. Pieken in de criminaliteitscijfers in Leiden zijn regelmatig te verklaren door dit fenomeen. Meer aandacht voor alcohol- en drugsmisbruik door jongeren Alcohol- en drugsgebruik vormen niet alleen een gevaar voor de gezondheid van de jongere, maar zijn ook belangrijke risicofactoren bij overlast en criminaliteit door jeugd. Per 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet (DHW) aangescherpt. De leeftijd waarop alcohol mag worden gekocht, is verhoogd van 16 naar 18 jaar. Ook zijn gemeenten verplicht in een preventie- en handhavingsplan vast te leggen hoe ze invulling geven aan de DHW. Deze plannen zijn in 2014 opgesteld en vastgesteld. Meer aandacht voor ondermijning Ondermijning is een containerbegrip waar diverse vormen van georganiseerde misdaad onder geschaard worden. Wat zij gemeen hebben, is dat er een sterke verwevenheid tussen bovenwereld en onderwereld bestaat en dat de criminele activiteiten een corrumperend en ondermijnend effect op de samenleving en haar instituties hebben. Criminelen verdienen geld aan onder meer hennepteelt, mensenhandel, milieucriminaliteit, fraude en witwassen en schuwen het gebruik van grof geweld niet. Maar zonder hulp van de bovenwereld, geen succesvolle onderwereld. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om financiële dienstverleners die de criminele winsten witwassen. Maar het gaat ook om de noodzakelijke legale logistieke voorzieningen, infrastructuren, technische expertise en de overheid als vergunningverlener. Toename onveiligheidsgevoelens, overlast en maatschappelijke onrust Er zijn diverse fenomenen die leiden tot overlast of maatschappelijke onrust. Hoewel deze zich niet altijd vertalen in criminaliteitscijfers, hebben ze wel invloed op het gevoel van onveiligheid. Voorbeelden zijn drugsgerelateerde overlast, terugkeer van delinquenten, radicalisering en polarisatie en discriminatie. Gebruikt sociale media en bestrijding cybercrime De toenemende digitalisering van de samenleving heeft positieve en negatieve gevolgen, ook op het gebied van veiligheid. Positief is de grotere mogelijkheid tot aangaan van de dialoog op gebied van veiligheid met de burger. Twee voorbeelden daarvan zijn de Evenementen-app bij Leidens Ontzet en Burgernet. De Evenementen-app kan worden voorkomen dat er teveel mensen op dezelfde plek komen. Burgernet is een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Negatief gevolg van de toenemende digitalisering is de toename van cybercrime en van criminaliteit met een digitale component. Meer inzet openbare orde en bevoegdheden van de burgemeester De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid. Om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken, staan hem tal van bevoegdheden ter beschikking. Van oudsher heeft de burgemeester al diverse bevoegdheden die hun grondslag vinden in algemene bepalingen in de Gemeentewet. Van recentere datum zijn er diverse, meer specifieke, bepalingen in de Gemeentewet aan toegevoegd, zoals de bestuurlijke ophouding, sluiting van drugspanden en cameratoezicht op openbare plaatsen. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Veiligheid vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Veiligheidsmonitor Veiligheid in Cijfers Staat van Leiden

42 42 Staat van Leiden 2014

43 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 5 Omgevingskwaliteit 5.1 Inleiding Diverse aspecten van de staat van de omgevingskwaliteit van Leiden staan centraal in dit hoofdstuk. Achtereenvolgens komen aan de orde komen: 5.2 Bodemgebruik en natuur 5.3 Openbare ruimte 5.4 Afval 5.5 Energie 5.6 Beleid en ontwikkelingen Waar raakvlakken zijn met andere programma s wordt naar deze hoofdstukken verwezen. Samenvatting Leiden heeft: 21,9 km 2 land 1,3 km 2 water ruim inwoners per km 2 (land) de op drie na hoogste omgevingsadressendichtheid van Nederland 32 parken met een gezamenlijke oppervlakte van 246,6 hectare 360 soorten flora en 136 soorten fauna groen en nette inrichting als belangrijkste positieve aspecten van een buurt zwerfvuil als belangrijkste negatief aspect van een buurt een 6,9 als rapportcijfer onderhoud van de wijk door gemeente 258 kilo restafval per inwoner per jaar m 3 gasverbruik en kwh elektriciteitsverbruik van particuliere woningen per jaar Staat van Leiden

44 5.2 Bodemgebruik en natuur Om te meten hoe dichtbebouwd een gebied is wordt vaak de omgevingsadressendichtheid gebruikt. Hiermee wordt gemeten hoeveel adressen zich in de buurt van een ander adres bevinden. Het gaat dan niet alleen om woningen, maar ook om bedrijven en instellingen en andere gebouwen. Na de drie grootste steden komt Leiden van alle Nederlandse gemeenten op de vierde plek. Gemeenten met hoogste omgevingsadressendichtheid Amsterdam Den Haag Rotterdam Leiden Delft Haarlem Schiedam Groningen Utrecht Rijswijk Vlaardingen Leidschendam-Voorburg Tilburg Beverwijk Zoetermeer Bron: CBS, 2014 De oppervlakte van Leiden bedraagt 23,2 km 2 ; hiervan is 1,3 km 2 water en 21,9 km 2 land. Per km 2 land wonen in Leiden ruim personen. De bevolkingsdichtheid verschilt sterk per district. Voor een deel is dit te verklaren door het type woningen en woningdichtheid en de aanwezigheid van groen en bedrijventerreinen. In het Boerhaavedistrict liggen het bedrijventerrein Leiden Bio Science Park en het park Leidse Hout. In dit district is de bevolkingsdichtheid dan ook het laagst. Aantal inwoners per km 2 per district Leiden totaal Binnenstad Zuid Binnenstad Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Bron: Basisregistratie Personen (BRP) en CBS, Staat van Leiden 2014

45 Ook in het bodemgebruik per district zijn verschillen te zien. Het grondgebied dat voor verkeer is ingericht is in het Stationsdistrict logischerwijs hoog. Daarnaast zien we dat vooral in de binnenstad relatief veel water is, en ook veel bebouwing. Daarnaast zien we in het Bos- en Gasthuisdistrict het meeste recreatie en natuur. Dat betreft deels sportvelden en deels de Oostvlietpolder. Percentage bodemgebruik per district verkeer bebouwd recreatie / natuur water Leiden totaal 8% 60% 26% 6% Binnenstad-Zuid Binnenstad-Noord Stationsdistrict Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaavedistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Bron: CBS, 2010 Leiden heeft 32 parken. Daarvan is Polderpark Cronesteyn verreweg het grootste park, namelijk 111 hectare. Verder zijn er 4 parken tussen de 10 en 15 hectare, 7 parken zijn tussen de 5 en 10 hectare groot en de overige parken zijn minder dan 5 hectare groot. Parken naar oppervlakte oppervlakte aantal naam > 100 hectare 1 Polderpark Cronesteyn hectare 4 Park Merenwijk, Strengen en Tengnagel (in beheer), Park De Bult, Leidse Hout 5 10 hectare 7 Stevenspark, Noorderpark, Rhijnhof, Bos van Bosman, Hooghkamerpark, Heempark, Roomburgerpark 2 5 hectare 6 Plantsoen, Park Kweeklust, Park Matilo, Parkje Brahmslaan, Slaaghsloot, Hortus Botanicus < 2 hectare 14 overig totaal 32 Bron: Gemeente Leiden, 2012 Staat van Leiden

46 Het Stadsnatuurmeetnet registreerde in 2012 binnen de gemeentegrenzen 7 categorieën dieren met in totaal 136 verschillende soorten. Daarnaast werden 360 soorten planten waargenomen. Aantal soorten flora en fauna Planten 360 Vissen 11 Amfibieën 4 Vleermuizen 7 Hazen 1 Vlinders 16 Libellen 20 Vogels 77 Bron: Stadsnatuurmeetnet Openbare ruimte Uit de Stadsenquête blijkt ieder jaar dat Leidenaren de aanwezigheid van groen het prettigste aspect van hun eigen buurt vinden, gevolgd door de inrichting van de wijk (goed wonen, fijne wijk, schoon). Ergernissen zijn er natuurlijk ook. Zwerfvuil neemt duidelijk de eerste plaats in. 46% van de Leidenaren ergert zich hieraan. Daarnaast gaat het om ergernissen als hondenpoep, onderhoud aan straten, verkeersveiligheid en te weinig of volle afvalcontainers. Aspecten die Leidenaren prettig vinden aan hun eigen buurt (meer antwoorden mogelijk) Groen, parkjes, bomen 65% Inrichting, goed wonen, fijne wijk, schoon 44% Rustig, veilig, ruimte Bestrating, wegen Uitstraling, historie, grachten Sfeer, leuke mensen, vertrouwd, kleinschalig Water Kindvriendelijk, voorzieningen kinderen 16% 15% 10% 10% 9% 8% Aspecten waaraan Leidenaren zich ergeren in hun eigen buurt (meer antwoorden mogelijk) Zwerfvuil, rommel op straat 46% Hondenpoep Onderhoud straten en wegen 17% 21% Fout parkeren Verkeersveiligheid Onderhoud en hoeveelheid groen Te weinig of volle afvalcontainers, vuilophaal Parkeergelegenheid (Hang)jongeren 12% 11% 10% 8% 6% 6% Bron: Stadsenquête Leiden Staat van Leiden 2014

47 Niet alleen het inrichten van de openbare ruimte in de verschillende buurten, ook het onderhoud is een gemeentelijke taak. Een aantal aspecten hiervan zijn door Leidenaren beoordeeld. Zij beoordeelden in 2013 de vuilnisophaal het meest positief (85% van de respondenten oordeelt goed tot uitstekend), gevolgd door het onderhoud aan de verkeersvoorzieningen (onder andere borden, lantaarnpalen en belijning) en het openbare groen. Over het onderhoud aan straten en wegen en aan straatmeubilair is men het minst positief: 44% geeft als oordeel matig of slecht. Voor het totale onderhoud krijgt de gemeente van haar inwoners een 6,9 als rapportcijfer. De tevredenheid met het ophalen van vuilnis komt tot uiting in een 7,3, terwijl het onderhoud aan straten en wegen een 6,2 als rapportcijfer krijgt. 5.4 Afval Beoordeling onderhoud wijk door gemeente rapportcijfer % uitstekend of goed Totale onderhoud (gemiddelde) 6,9 69% Ophalen van vuilnis 7,3 85% Onderhoud van verkeersvoorzieningen 6,9 76% Onderhoud van het groen 6,9 73% Onderhoud van speeltoestellen 6,7 70% Onderhoud van watergangen 6,7 68% Vegen van straten en wegen 6,5 64% Onderhoud aan straatmeubilair 6,4 62% Onderhoud aan straten en wegen 6,2 56% Bron: Stadsenquête Leiden 2013 Op verschillende plekken in Leiden staan glas-, papier en textielbakken waar inwoners hun gescheiden afval zelf in kunnen gooien. Daarnaast haalt de gemeente huishoudelijk afval op. In de binnenstad wordt dat in vuilniszakken aangeboden, in andere wijken in grijze (restafval) en bruine (GFT-afval) minicontainers. Ook kunnen inwoners terecht bij de Milieustraat voor onder andere grofvuil en kringloopartikelen. Vergeleken met andere grote steden wordt in Leiden meer restafval en glas opgehaald en minder GFT en papier. Huishoudelijk afval, kg per inwoner per jaar Restafval GFT-afval Papier Glas NL gemeenten > inw Leiden Bron: CBS en gemeente Leiden, 2013 Staat van Leiden

48 Energie In particuliere woningen in Leiden wordt jaarlijks gemiddeld kilowattuur (kwh) stroom gebruikt. Dit ligt onder het landelijke gemiddelde van kwh. Ook het gebruik van gas is in Leiden minder dan in Nederland. Jaarlijks is het gasverbruik per woning in Leiden m³ en in Nederland m³. Voor een deel is het relatief lagere energieverbruik te verklaren omdat in grotere steden meer kleinere huishoudens (in kleinere woningen) wonen. Gasverbruik door particuliere huishoudens per soort woning (in m 3) Leiden Nederland Bron: CBS 2012 Elektriciteitsverbruik door particuliere huishoudens per soort woning (in kwh) Leiden Nederland Bron: CBS 2012 Gegevens over energieverbruik per buurt worden beschikbaar gesteld door de netbeheerders Enexis, Liander en Stedin. Hierin is per gebied te zien hoeveel energie er verbruikt wordt. In onderstaand plaatje is bijvoorbeeld het gemiddelde gasverbruik per buurt in Leiden in 2013 weergegeven. 48 Staat van Leiden 2014

49 5.6 Beleid en ontwikkelingen Afval In 2016 wordt de Gevulei, het regionale vuilverwerkingsbedrijf, opgeheven. Het beheer van de afvalcontracten wordt uitgevoerd door Servicepunt71. Kringloopbedrijf het Warenhuis zet haar werkzaamheden na 2015 voort als zelfstandige stichting. Voor de afvalinzameling in Leiden is het speerpunt voor 2015 de overgang naar inzameling door middel van ondergrondse containers in de binnenstad en de (hoogbouw-) wijken. Het Rijk heeft het besluit om het statiegeld op plastic flessen af te schaffen een jaar uitgesteld. Dit vermindert de druk op het spoedig uitbreiden van de containernetwerk voor plastic verpakkingsafval. Beheer Openbare ruimte De wegen worden in 2015 beheerd op het vastgestelde wettelijke aansprakelijkheidsniveau (R-). Om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren worden bij herinrichtingen duurzame materialen conform het Handboek Kwaliteit Openbare Ruimte gebruikt, zoals gebakken klinkers, die 90 jaar meegaan. Vanaf 2018 wordt de chemische onkruidbestrijding landelijk verboden. Leiden werkt sinds 2014 al niet meer met chemische middelen. Openbaar water Klimaatverandering en bodemdaling vragen om een andere aanpak van de waterproblematiek. De gemeente werkt hierbij samen met het hoogheemraadschap. In 2015 is het project aanpak wateroverlast Oude Kooi een belangrijk speerpunt. Leiden wil het gebruik en de beleving van het openbare water door bewoners en bezoekers sterk verbeteren. De realisatie van beleid zal verder vorm krijgen na de vaststelling van de Nota Waterkracht in 2015 en de implementatie van het rapport Concurrentieverhoudingen Leidse reders en de rol van het gemeentebestuur. Staat van Leiden

50 Openbaar groen Leiden wil het groen in en om de stad behouden en, waar mogelijk, versterken. Het bevorderen van biodiversiteit wordt uitgangspunt van beleid voor de stadsnatuur. Het aanbieden van natuur- en milieueducatie is ondergebracht bij Duurzaam Leiden dat ook in 2015 een belangrijke rol heeft in het aanjagen en stimuleren van lokale initiatieven. Het regionaal groenbeleid richt zich in 2015 op de uitvoering van het uitvoeringsprogramma Leidse Ommelanden. In 2015 zal de doorsteek aangelegd worden tussen de Tuin van Noord en de Slaaghwijk. Het groene en recreatieve karakter van de Oostvlietpolder wordt versterkt. Er komt een recreatieve fietsroute van Zuid-West via een nieuwe fietsbrug naar de Oostvlietpolder. Het Singelpark wordt aangelegd. Er wordt onder meer gewerkt aan het realiseren van zeven brugverbindingen en een singelroute om een aaneengesloten singelrand te krijgen, en er zal worden gewerkt het verbeteren van het groen op de diverse deelgebieden. Duurzaamheid Leiden voert zijn milieutaken uit in samenwerking met de gemeenten in de regio en met de Provincie Zuid-Holland, via de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst West-Holland. Een aandachtspunt is het toekomstig takenpakket van de dienst. De deelnemende gemeenten willen het milieubeleid weer zelf gaan uitvoeren, de Omgevingsdienst richt zich dan op vergunningverlening, toezicht en handhaving. Of hier ook het toezicht op de bouw toe hoort is nog een discussie. Het is een bestuurlijke wens om de Omgevingsdiensten van West- en Midden Holland op termijn samen te voegen. In 2015 zal een Duurzaamheidsagenda voor 2015 en volgende jaren worden vastgesteld voor de terreinen energie (duurzame energieopwekking, energiebesparing), ruimte (duurzame stedelijke ontwikkeling, klimaatbestendigheid), economie (duurzaam ondernemen, mobiliteit, afvalverwerking) en leefbaarheid (groen, biodiversiteit, luchtkwaliteit, voeding). Door het Rijk wordt voor de aanpak van bodemsanering een nieuw afsprakenkader voorbereid voor de periode 2016 t/m Naar verwachting zal eind 2014 duidelijk zijn welke de nieuwe convenants-afspraken voor die periode gaan worden, welke verplichtingen daaraan voor de gemeente Leiden zijn verbonden en welke rijksmiddelen hier tegenover staan. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Omgevingskwaliteit vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Stadsenquête over luchtkwaliteit LeidenPanel over afvalscheiding Stadsnatuurmeetnet 50 Staat van Leiden 2014

51 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 6 Economie 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de staat van de economie van Leiden. De onderwerpen die aan de orde komen, zijn: 6.2 Werkgelegenheid in Leiden 6.3 Bedrijventerreinen 6.4 Kantoren 6.5 Detailhandel 6.6 Woon-werkverkeer van en naar Leiden 6.7 Sociaal-economische index 6.8 Beleid en ontwikkelingen Dit hoofdstuk heeft raakvlakken met veel andere hoofdstukken, zoals het hoofdstuk Werk en inkomen en Toerisme, maar ook de stedelijke ontwikkeling van de stad wordt mede bepaald door de economische staat van de stad. Waar dit van toepassing is wordt naar deze hoofdstukken verwezen. Samenvatting Leiden heeft: 60,4 duizend werkzame personen en 5,2 duizend bedrijfsvestigingen 25% van de werkzame personen in gezondheids- en welzijnszorg 19% van de bedrijfsvestigingen in zakelijke dienstverlening en groot- en detailhandel 12 bedrijfsterreinen, 38% van de werkzame personen op bedrijventerreinen en 11% van de bedrijven op een bedrijventerrein 51% van de bedrijfsvestigingen is een eenmanszaak positief pendelsaldo van personen bijna m 2 bedrijfsvloeroppervlak kantoren 766 winkels met bijna m 2 winkelvloeroppervlak plaats 8 op sociaal-economische index in Atlas voor Gemeenten 2014 Staat van Leiden

52 6.2 Werkgelegenheid in Leiden Bij werkgelegenheid kan een onderscheid worden gemaakt in het aantal banen, oftewel het aantal werkzame personen, en het aantal bedrijfsvestigingen. Hieronder blijkt dat verhoudingen en ontwikkelingen in beide van elkaar (kunnen) verschillen. In Leiden zijn ruim bedrijfsvestigingen met ruim werkzame personen. Sinds 2007 is er 5% groei in het aantal banen en 24% in het aantal vestigingen. De forse toename in het aantal vestigingen is deels een administratieve correctie in verband met aangescherpte regels voor het inschrijven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Tussen 2012 en 2013 is het aantal vestigingen iets afgenomen. Ontwikkeling banen en bedrijfsvestigingen aantal ontwikkeling Werkzame personen ,8% +5,2% Bedrijfsvestigingen ,9% +23,8% Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, 1 januari Wat betreft de spreiding over de stad werkt bijna een derde deel (32%, ruim ) van de werkzame personen in het Boerhaavedistrict (onder andere Leiden Bio Science Park), bijna werknemers (13%) in het Roodenburgerdistrict en bijna in Binnenstad-Noord. Als naar de verdeling van het aantal bedrijfsvestigingen gekeken wordt dan zijn in Binnenstad-Noord relatief veel bedrijfsvestigingen (20%, ruim 1.050) aanwezig. Ook in het Roodenburgerdistrict (17%), in Binnenstad-Zuid en in het Bosen Gasthuisdistrict (beide 13%) zijn relatief veel bedrijven gevestigd. Werkgelegenheid naar district werkzame personen bedrijfsvestigingen aantal % aantal % Binnenstad-Zuid % % Binnenstad-Noord % % Stationsdistrict % 181 4% Leiden-Noord % 338 7% Roodenburgerdistrict % % Bos- en Gasthuisdistrict % % Morsdistrict % 343 7% Boerhaavedistrict % 333 6% Merenwijkdistrict % 430 8% Stevenshofdistrict % 293 6% Totaal % % Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, 1 januari 2013 De meeste banen in Leiden zijn in de gezondheids- en welzijnszorg. Van de ruim werkzame personen werken ruim mensen in Leiden in de gezondheids- en welzijnszorg (25%), waarvan de helft in de twee Leidse ziekenhuizen. Veel bedrijfsvestigingen, veelal kleinere bedrijven, behoren tot de bedrijfstakken advies- en onderzoeksbureaus en specialistische zakelijke dienstverlening (19%), grooten detailhandel (19%), gezondheids- en welzijnszorg (12%) en bouwnijverheid (9%). 52 Staat van Leiden 2014

53 Werkgelegenheid naar bedrijfstak werkzame personen bedrijfsvestigingen aantal % aantal % A Landbouw, bosbouw en visserij 16 0% 10 0% C Industrie % 165 3% D Productie, distributie, elektriciteit en gas 435 1% 3 0% E Distributie van water, afvalbeheer, sanering 276 0% 8 0% F Bouwnijverheid % 470 9% G Groot- en detailhandel, reparatie van auto s % % H Vervoer en opslag % 52 1% I Logies-, maaltijd- en drankverstrekking % 319 6% J Informatie en communicatie % 298 6% K Financiële instellingen 458 1% 43 1% L Verhuur van en handel in onroerend goed 431 1% 68 1% M Advisering, onderzoek, spec. zakelijke dienstverl % % N Verhuur roerend goed, overige zakelijke dienstverl % 254 5% O Openbaar bestuur, overheid, sociale verzekeringen % 29 1% P Onderwijs % 314 6% Q Gezondheids- en welzijnszorg % % R Cultuur, sport en recreatie % 243 5% S Overige dienstverlening 940 2% 267 5% Totaal % % Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, 1 januari 2013 Iets meer dan de helft van alle bedrijfsvestigingen in Leiden is een eenmanszaak. Dit zijn ruim bedrijven. Iets meer dan de helft van de werkzame personen in Leiden daarentegen werkt in een bedrijfsvestiging met meer dan honderd werknemers. Het aandeel van deze (grotere) vestigingen is echter nog geen 2% van het totaal aantal bedrijfsvestigingen. Werkzame personen en bedrijfsvestigingen naar bedrijfsgrootte werkzame personen bedrijfsvestigingen bedrijfsgrootte aantal % aantal % 1 werkzame persoon % % 2 4 werkzame personen % % 5 9 werkzame personen % % werkzame personen % 347 7% werkzame personen % 276 5% werkzame personen % 87 2% werkzame personen % 57 1% werkzame personen % 32 1% > 500 werkzame personen % 11 0% Totaal % % Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, 1 januari 2013 De cijfers uitgesplitst naar district wijzen uit dat in de Stevenshof en Merenwijk relatief veel eenmansbedrijven gevestigd zijn, respectievelijk 60% en 64%. Bedrijfsvestigingen met meer dan 20 werknemers zijn vooral in het Boerhaave- en Stationsdistrict te vinden. Staat van Leiden

54 6.3 Bedrijventerreinen In Leiden bevinden zich verspreid over de stad twaalf grote en kleinere bedrijventerreinen. In totaal werken op deze bedrijventerreinen bijna personen en zijn er bijna 600 bedrijven gevestigd. Dit is respectievelijk 38% van het totaal aantal werkzame personen en 11% van alle bedrijfsvestigingen. Van de werkenden op een bedrijventerrein werkt bijna tweederde deel op het Leiden Bio Science Park (ongeveer personen). Werkgelegenheid uitgesplitst naar locatie Op één van de andere 11 bedrijventerreinen Leiden Bio Science Park Níet op een bedrijventerrein werkzame personen 13% 25% 62% bedrijfsvestigingen 9% 3% 89% Bron: Feitenblad bedrijventerreinen Holland Rijnland en Bedrijvenregister Zuid-Holland, 1 januari Kantoren De kantorenvoorraad in Leiden op 1 januari 2014 bedraagt m 2 bedrijfsvloeroppervlak. Deze voorraad is de afgelopen vier jaar gestegen met 9,6%. Daarnaast is er nog m2 in aanbouw, duidelijk minder dan in 2011 en Grote projecten als het Centre for Human Drugs Research en Level (meer dan alleen kantoren) zijn in 2013 afgerond. De totale voorraad bestaat uit 351 panden. 10 daarvan zijn groter dan m2 en 185 zijn kleiner dan 500 m2. Begin 2014 stond 13,8% van de kantooroppervlakte leeg. Dat is minder dan in 2013 (14,5%) en in 2012 (14,2%). De leegstand doet zich vooral voor in panden die gebouwd zijn tussen 1980 en Van de leegstaande kantoren in 2014 stond 23% langer dan vier jaar leeg en 40% korter dan één jaar. Kantorenvoorraad gemeten in bedrijfsvloeroppervlakte (m 2 ) in aanbouw in gebruik leeg Bron: Kantorenmonitor BV, stand per 1 januari 54 Staat van Leiden 2014

55 6.5 Detailhandel In totaal bevinden zich in Leiden 766 winkels, waarvan tweederde deel (515) in de binnenstad. Daarnaast zijn er in de Leidse winkelgebieden nog 848 vestigingen van ondersteunende diensten zoals horeca, kappers en bankfilialen. Bij de branches valt op dat de binnenstad relatief veel winkelvloeroppervlak heeft in het segment mode en luxe (49% ten opzichte van 30%). Winkels met artikelen voor in en om het huis zitten juist vaker buiten het centrum. In hoofdstuk 8 over Toerisme is informatie te vinden over koopstromen. Op basis van de onderstaande tabel is ook het leegstandspercentage te berekenen. In heel Leiden bedraagt dit in april ,4% (110 leegstaande panden in winkelgebieden gedeeld door het totale aantal van 1.724). In de binnenstad is het 6,6%. Vergelijkbare cijfers op landelijk niveau zijn 6,9% voor alle winkelgebieden en 6,7% voor binnensteden (Locatus, januari 2014). Winkels naar branche aantal en winkelvloeroppervlak (wvo) Leiden totaal Binnenstad Leiden aantal m2 wvo % wvo aantal m2 wvo % wvo Leegstand Dagelijks % % Mode en luxe % % Vrije tijd % % In en om het huis % % Detailhandel overig % % Totaal detailhandel % % Transport en brandstoffen 75 5 Leisure Diensten Ondersteunende sectoren Totaal Bron: Locatus, april Woon-werkverkeer van en naar Leiden Waar werkt de Leidenaar en waar wonen de in Leiden werkzame personen? De infographic op de volgende bladzijde geeft het antwoord op die vraag, uitgesplitst naar gebieden die rondom Leiden liggen. Van de in Leiden werkzame personen (exclusief zelfstandigen), woont 40%, te weten ruim personen, in 2011 in Leiden zelf. Dagelijks komen bijna mensen naar Leiden om hier te werken, terwijl bijna Leidenaren in een andere gemeente werken. Leiden heeft in 2011 dan ook een positief pendelsaldo van ruim personen (meer mensen er in dan er uit). Dit is een toename van bijna personen ten opzichte van Een groot deel van de werknemers die in Leiden werken, maar hier niet wonen, woont in een (andere) gemeente van Holland Rijnland (bijna personen), terwijl bijna Leidenaren hun inkomen in een (andere) gemeente van Holland Rijnland verdienen. Dit resulteert in een positief pendelsaldo met Holland Rijnland van ruim personen. Daarentegen heeft Leiden met de regio Haaglanden en Amsterdam een negatief pendelsaldo van respectievelijk en personen. Een belangrijk deel van het woon-werkverkeer van en naar Leiden is verkeer met een gemeente uit de Leidse regio (Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude). Bijna werknemers in Leiden zijn woonachtig in een van de andere vier gemeenten van de Leidse regio, terwijl Leidenaren in een andere gemeente van de Leidse regio werkt. Staat van Leiden

56 Woon-werkverkeer van en naar Leiden (excl. zelfstandigen) Bron: CBS Statline, Sociaal-economische index Een stad is aantrekkelijk om te wonen als er veel voorzieningen zijn, maar ook het aanbod van banen is van belang. Uit de Atlas voor Gemeenten waarin de 50 grootste gemeenten jaarlijks worden vergeleken, blijkt dat de sociaal-economische positie van Leiden weer in de lift zit. Na een daling sinds 2006 tot een 18 e plaats in 2011, staat Leiden in 2014 op een 8 e plaats. Sociaal economische positie Leiden (nummer 1 is de beste) Positie 2011 Positie 2012 Positie 2013 Positie 2014 sociaal-economische index arbeidsongeschiktheid % laagopgeleiden werkloosheid participatie vrouwen bijstand % zakelijke diensten banen armoede Bron: Atlas voor Gemeenten 56 Staat van Leiden 2014

57 Als het om sociaal-economische aspecten gaat scoort Leiden bovengemiddeld goed op het (lage) aantal personen met arbeidsongeschiktheid (2 e ), het lage aantal personen met een lage opleiding (4 e ), de lage werkloosheid (9 e ) en grote vrouwenparticipatie (11 e ). De beoordelingen liggen onder het gemiddelde als het gaat om het aantal banen als % van de beroepsbevolking (27 e ) en armoede (31 e ). Gemeenten met een vergelijkbare sociaal-economische index zijn Haarlem, Alphen aan den Rijn en Breda. De hoogste posities worden, evenals vorig jaren, ingenomen door Haarlemmermeer (1 e ), Amstelveen en Utrecht. 6.8 Beleid en ontwikkelingen Op economisch gebied is de wereld al jaren in verandering. Het internet en de economische recessie zijn nog steeds bepalende factoren voor economische trends en ontwikkelingen anno nu. Internet Zo draagt internet nog steeds bij aan verdergaande internationalisering van onze handel en tot een economie die niet gebonden is aan plaats en tijd ( footloose ). Werken vanuit huis of meer algemeen op afstand is met digitalisering en internationalisering ten eerste beter mogelijk, wat weer gevolgen heeft voor de vraag of en waar een onderneming zich wil vestigen. Ten tweede gaat een footloose-economie ook gepaard met de opkomst van startende ondernemingen die snel kunnen reageren en inspringen op nieuwe maatschappelijke trends. Hiermee worden deze ondernemingen geduchte concurrenten van de traditionele en meer omvangrijke bedrijven. Ten derde krijgt ook de concurrentie tussen ondernemingen een andere dimensie in een footloose-economie omdat niet plaats en omvang bepalend zijn voor economische succes, maar veel meer service en kwaliteit. Deze service en kwaliteit is bovendien ook steeds beter onderling vergelijkbaar via het internet en andere sociale media. Economische recessie De crisis is een andere factor die zijn stempel op het economisch gedrag en handelen nog steeds bepaalt. Kostenbesparingen zijn veel meer vereist om te overleven als onderneming en internet is een middel om deze ook te realiseren. De consument service bieden en faciliteren om zaken zelf te doen, zoals bijvoorbeeld thuisbankieren, staat daardoor steeds meer centraal. Overige ontwikkelingen Een andere trend is de vernieuwde belangstelling van de consument voor authentiek, ambachtelijk en de waardering voor puur en biologisch. Een veranderende consumentenvraag die de nadruk legt op eerlijk, verantwoord en kwalitatief is het logische gevolg en zijn de speerpunten waarop ondernemers kunnen scoren. Een bedrijfslocatie en huisvesting die deze waarden versterkt, zoals een historische binnenstad of monumentaal gebouw, wordt hierdoor mede een strategische keuze. De stad als knooppunt van werk, innovatie, kennis, cultuur en ontmoeting is een laatste ontwikkeling die hier nog aandacht verdient. Het belang van de stad, steden en stedennetwerken als economische motor wordt wereldwijd erkend, waaronder door onze eigen nationale overheid die medio 2014 een Agenda Stad heeft ontwikkeld. Naast visies en beleid op dit onderwerp, zien we in de praktijk ook steeds meer concrete samenwerkingsverbanden ontstaat rondom steden. Leidse ontwikkelingen Ook de gemeente Leiden werkt samen met de regiogemeenten en haar natuurlijke partners aan een duurzame plek in de top van de Europese kennisregio s met Life Sciences & Health als sleutelsectoren. Ondernemers, onderzoeks- en onderwijsinstellingen en de zes gemeenten van de Leidse regio werken hiervoor samen in de Economische Agenda van de Leidse regio. Hierin staan de volgende thema s centraal: Staat van Leiden

58 Economische structuurversterking Ondernemerschap en starters Onderwijs & arbeidsmarkt Vestigingsklimaat, ruimte & mobiliteit Regiomarketing & acquisitie Samen met 12 andere partners van deze Agenda zet de gemeente Leiden in op deze thema s die moeten bijdragen aan de verdere economische ontwikkeling van de gehele Leidse regio. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Economie vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Kantorenmonitor Holland Rijnland Cijfers werkgelegenheid 58 Staat van Leiden 2014

59 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde: 7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt 7.3 Werkloosheid in Leiden 7.4 Leidenaren met een bijstandsuitkering 7.5 Minderjarige kinderen in Leidse bijstandsgezinnen 7.6 Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering 7.7 Inkomens van Leidse huishoudens 7.8 Huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum Samenvatting De bruto arbeidsparticipatie in Leiden is 72%, van mannen 78% van vrouwen 67% Eind 2013 stonden Leidenaren als werkzoekende bij het UWV ingeschreven Vanaf eind 2009 is het aantal Leidenaren met een bijstandsuitkering toegenomen van tot eind 2013; 4,3% van de 18- t/m 64-jarigen. In 2013 is ook het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen toegenomen; eind 2013 waren het er ofwel 7,9% van alle minderjarige kinderen. Eind 2013 hadden 4,8 duizend Leidenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 5,5% van alle 15- t/m 64-jarigen. Met de leeftijd neemt het percentage Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe. De huishoudeninkomens in Leiden zijn relatief wat hoger dan het gemiddelde van de middelgrote gemeenten (G32) en wat lager dan het gemiddelde van de overige gemeenten van Holland Rijnland. In 2011 hadden in Leiden 8,1 duizend huishoudens een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Daarin wonen 13,3 duizend personen waarvan 2,7 duizend kinderen. \Ongeveer de helft van deze kinderen woonde in een eenoudergezin met enkel minderjarige kinderen (1,3 van de 2,7 duizend). Staat van Leiden

60 duizenden 7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt In 2013 had Leiden 86,6 duizend inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar: de potentiële beroepsbevolking, ofwel het arbeidspotentieel. Niet iedereen in de potentiële beroepsbevolking kan en/of wil werken. In 2013 hebben ongeveer 62 duizend inwoners de intentie om te werken of ze werken al en vallen daarmee onder de feitelijke beroepsbevolking 7. De bruto participatiegraad in Leiden (= het percentage van alle 15- t/m 64-jarigen dat behoort tot de feitelijke beroepsbevolking) is 72%. De arbeidsparticipatie van mannen is hoger dan die van vrouwen en met het opleidingsniveau neemt de arbeidsparticipatie toe. (Potentiële) beroepsbevolking (* duizend) en arbeidsparticipatie in Leiden naar sekse en opleidingsniveau, % 60 60% 40 40% 20 20% 0 totaal man vrouw laag midden hoog potentiële beroepsbevolking 86,6 42,4 44,2 16,0 28,0 39,0 waarvan beroepsbevolking bruto arbeidsparticipatie 72% 78% 67% 50% 68% 86% 0% Bron: CBS, Enquête BeroepsBevolking Het opleidingsniveau van de Leidse beroepsbevolking 8 is duidelijk hoger dan de landelijke cijfers. Meer dan de helft (56%) in 2013) heeft een hoog opleidingsniveau (hbo / universitair) terwijl dit landelijk ruim een derde is (36% in 2013). In de Atlas voor Gemeenten staat Leiden wat betreft aandeel hoogopgeleiden in de beroepsbevolking jaar in jaar uit in de top Werkloosheid in Leiden Het CBS publiceert maandelijks cijfers over de ontwikkeling van de werkloosheid in Nederland. Die cijfers zijn gebaseerd op de Enquête BeroepsBevolking (EBB) en geven de landelijke ontwikkeling weer. De uitkomsten kunnen niet worden gebruikt om de ontwikkeling van de werkloosheid per gemeente te volgen, want per gemeente zitten er te weinig mensen in de steekproef van de EBB. Voor de ontwikkeling van de werkloosheid per gemeente wordt daarom gebruik gemaakt van cijfers van het UWV, het gaat dan om het aantal geregistreerde werkzoekenden. Bij het UWV geregistreerde werkzoekenden Het aantal bij het UWV geregistreerde werkzoekenden is in 2013 sterk gestegen, landelijk gaat het om een toename van eind 2012 tot een jaar later. In Leiden gaat het om mensen eind 2012 en mensen een jaar later. De stijging is deels het gevolg van een betere registratie van 7 De omvang van de beroepsbevolking is een schatting op basis van de Enquête BeroepsBevolking (EBB) van het CBS, de gepubliceerde cijfers bevatten aantallen afgerond op een duizendtal en percentages. 8 In hoofdstuk 10 Onderwijs, staan gegevens over het opleidingsniveau van álle 15- t/m 64-jarigen 60 Staat van Leiden 2014

61 mensen in de bijstand met arbeidsplicht; vanaf 2013 wordt er overal in den lande beter voor gezorgd dat zij bij het UWV staan ingeschreven. Welk deel van de toename in 2013 komt door de betere registratie van bijstandsgerechtigden met arbeidsplicht en welk deel door nieuwe werkzoekenden is niet te bepalen. Bij het UWV geregistreerde werkzoekenden eind jaar Leiden overig Holland Rijnland G32 Nederland Bron: UWV Leidenaren met een WW-uitkering Van de Leidenaren die eind 2013 bij het UWV als werkzoekende stonden geregistreerd hadden een WW-uitkering (voorlopig cijfer). In de periode van eind 2004 tot eind 2008 daalde het aantal WW-uitkeringen van naar 1.070, vanaf eind 2008 tot eind 2013 is het aantal gestegen met vijftienhonderd mensen. Uitkeringen werkloosheidswet (WW) aan Leidenaren, ultimo jaar totaal mannen vrouwen Bron: CBS, eind 2013 voorlopige cijfers (CBS rondt de aantallen af op een tiental) Staat van Leiden

62 7.4 Leidenaren met een bijstandsuitkering 9 Vanaf eind 2009 is het aantal Leidenaren met een bijstandsuitkering elk jaar gestegen. In de periode van eind 2004 tot eind 2008 daalde het aantal Leidenaren in de bijstand 10 gestaag, van tot Vanaf 2009 is dit aantal weer opgelopen tot personen eind 2013, dit is 4,3% van de 18- t/m 64-jarige Leidenaren. Leidenaren van 18 t/m 64 jaar met een bijstandsuitkering (WWB, IOAW/Z, BBZ), ultimo jaar totaal BBZ IOAW/Z WWB Bron: Gemeente Leiden Voor de uitkeringsbedragen in de bijstand is het relevant of men alleenstaand is, samenwoont met een andere volwassene of hoofd is van een eenoudergezin. Eind 2013 ging het in Leiden om alleenstaanden, 809 personen die samenwoonden met een andere volwassene en 656 hoofden van eenoudergezinnen. Van de eenoudergezinnen in de bijstand heeft het overgrote deel een vrouwelijk hoofd jonger dan vijfenveertig jaar: 462 van de 656. In de categorie alleenstaanden in de bijstand zitten relatief juist weinig vrouwen onder de vijfenveertig jaar: 275 van de Leidenaren met een bijstandsuitkering (WWB, IOAW/Z, BBZ) naar gezinssituatie, ultimo 2013 mannen vrouwen alleenstaand alleenstaand paar paar oudergezin < oudergezin < Bron: Gemeente Leiden 9 Het gaat hier om het totaal van alle soorten bijstandsuitkeringen: volgens wet WWB, IOAW/Z, BBZ 10 Opmerking: het gaat hier steeds om het aantal personen dat een uitkering ontvangt; (echt) paren in de bijstand worden als twee personen meegeteld hoewel ze samen maar één uitkering ontvangen. Het aantal bijstandsuitkeringen is dus lager dan het aantal hier genoemde personen. 62 Staat van Leiden 2014

63 Het percentage Leidenaren in de bijstand neemt in grote lijnen toe met de leeftijd. Zo zit van de jongvolwassenen tussen de 18 en 27 jaar 1,1% in de bijstand, in de groep Leidenaren tussen de 55 en 59 jaar is dat 6,8%. Leidenaren met een bijstandsuitkering (WWB, IOAW/Z, BBZ) per leeftijdsgroep, ultimo % 400 4% 200 2% met uitkering totaal leeftijdsgroep % met uitkering 1,1% 4,0% 5,1% 5,7% 6,7% 6,2% 6,8% 5,8% 0% Bron: Gemeente Leiden Vrouwen in de bijstand zitten daar langer in dan mannen. Er is een rechtstreeks verband tussen leeftijd, sekse en duur dat mensen in de bijstand zitten. Van alle Leidenaren met een bijstandsuitkering zit de helft korter en de andere helft langer dan 2,5 jaar in de bijstand. Van de mannen in de bijstand is dat 1,9 jaar, van de vrouwen 3,0 jaar. Dat is als je niet naar leeftijd kijkt, want met de leeftijd neemt de duur toe. Zo zit de helft van de 60- t/m 64-jarige mannen in de bijstand daar langer dan 3,7 jaar in; voor de vrouwen in de bijstand in die leeftijdsgroep is dat 10,6 jaar. Maar ook in de jongste groep is er al een verschil in duur: van de mannen van 18 tot 27 jaar zit de helft langer dan een 0,3 jaar in de bijstand, van de vrouwen in die leeftijdsgroep gaat het om een duur van 0,9 jaar. Middenduur* in jaren in de bijstand (WWB, IOAW/Z, BBZ) naar leeftijd en sekse, ultimo middenduur allen in de bijstand: 2,5 jaar totaal 2,5 0,5 1,2 2,2 2,9 3,1 3,8 4,9 5,5 mannen 1,9 0,3 1,0 1,6 2,1 2,3 3,0 4,4 3,7 vrouwen 3,0 0,9 1,5 2,8 3,4 4,1 5,4 6,4 10,6 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 * Middenduur = mediane duur: de helft zit korter, de helft langer in de bijstand Bron: Gemeente Leiden Staat van Leiden

64 7.5 Minderjarige kinderen in Leidse bijstandsgezinnen Het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen is in 2013 voor het derde achtereenvolgende jaar toegenomen. Eind 2013 hadden Leidenaren van 18 t/m 64 jaar een bijstandsuitkering. Samen hadden zij thuiswonende kinderen onder de achttien jaar, dat is 7,9% van alle thuiswonende minderjarige kinderen. Een jaar eerder waren het er 1.543, ofwel 7,6% van alle kinderen. Kinderen in eenoudergezinnen hebben een veel grotere kans om in een bijstandsgezin te wonen: van hen woont 14,7% in een bijstandsgezin, van kinderen in een gezin met twee ouders is dat percentage 3,8%. Waar de kinderen in bijstandsgezinnen wonen is zeer ongelijkmatig verdeeld over de 54 buurten van Leiden: meer dan 70% van hen woont in slechts acht buurten. De Slaaghwijk heeft het hoogste aantal kinderen in bijstandsgezinnen: 272. Daarmee is de Slaaghwijk tevens de buurt met het hoogste percentage kinderen in bijstandsgezinnen, meer dan een vijfde (23,1%) van de minderjarige kinderen daar woont in een bijstandsgezin, bijna drie keer zoveel als het Leidse gemiddelde van 7,9%. Acht Leidse buurten met de meeste kinderen in bijstandsgezinnen, ultimo % 18% 16% 21% 14% 16% 15% 16% 25% 20% 15% % % 0% kinderen in bijstandsgezinnen % van alle kinderen in de betr. buurt Bron: Gemeente Leiden 7.6 Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering Eind 2013 hadden 4,8 duizend Leidenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering (AO), ofwel 5,5% van alle 15- t/m 64-jarigen (= de potentiële broepsbevolking). Samenvatting: Het aantal Leidenaren met een WAO-uitkering daalde van eind 1998 tot eind 2013 van 4,4 duizend naar 2,1 duizend. Het aantal Leidenaren met een Wajong-uitkering steeg in diezelfde periode van 0,7 naar 1,7 duizend; Daarnaast zijn er eind 2013 duizend Leidenaren met een uitkering volgens de WIA, de wet die de WAO heeft vervangen. Tenslotte hebben afgerond vijftig Leidenaren een AO-uitkering op basis van de WAZ. 64 Staat van Leiden 2014

65 (x duizend) (x duizend) Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, ultimo jaar ,3 dzd 5,2 dzd 5,5 dzd 5,7 dzd 5,8 dzd 5,7 dzd 5,7 dzd 5,4 dzd WAO 4,4 4,4 4,6 4,8 4,9 4,8 4,7 4,3 3,8 3,5 3,3 3,1 2,8 2,5 2,3 2,1 Wajong 0,7 0,7 0,8 0,8 0,8 0,8 0,9 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 WAZ 0,2 0,1 0,1 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 WIA 0,6 0,8 0,9 1,0 4,9 dzd 4,7 dzd 4,6 dzd 4,5 dzd 4,9 dzd 4,8 dzd 4,8 dzd 4,8 dzd Bron: CBS Er is een relatie tussen leeftijd en arbeidsongeschikheidsuitkeringen: met de leeftijd neemt het aantal Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe, zowel absoluut als relatief. Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar leeftijd, ultimo 2013 (aantallen * duizend) 1,7 1,5 aantal % in leeftijdsgroep 1,1 15% 1,0 0,5 0,5 0,7 0,7 7% 12% 10% 5% 0,0 4% 4% 2% < % Bron: CBS 7.7 Inkomens van Leidse huishoudens Het gemiddeld besteedbaar inkomen (GBI) van alle Leidse huishoudens is al jaren zo n 10 à 11% lager dan het landelijk gemiddelde. Dat komt door het grote aantal studentenhuishoudens in de stad, en door het in verhouding met veel andere gemeenten grote aandeel eenpersoonshuishoudens 11 en tweepersoonshuishoudens. De grootte van een huishouden is relevant, immers een eenpersoonshuishouden heeft minder kosten dan een gezin met kinderen. Aan de andere kant heeft een huishouden met meer personen schaalvoordelen die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Hiermee houdt het CBS rekening bij de bepaling van gestandaardiseerde huishoudinkomens, dat zijn de besteedbare inkomens herleid tot het inkomen van 11 Ook onder huishoudens van niet-studenten is het aandeel eenpersoonshuishoudens in Leiden hoog. Staat van Leiden

66 14% 18% 18% 19% 18% 21% 20% 22% 21% 20% 19% 18% 24% 22% 25% een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens van verschillende grootte onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gemiddelde gestandaardiseerde huishoudinkomen exclusief studentenhuishoudens is in Leiden al jaren zo n 2 à 3% hoger dan het landelijke cijfer. Gemiddelde inkomens van particuliere huishoudens GBI*, inclusief studenten Gestandaardiseerd inkomen, exclusief studenten Nederland 30,4 32,6 33,3 33,5 33,3 33,3 Leiden 27,3 28,9 29,6 30,2 29,9 29,7 verschil -10% -11% -11% -10% -10% -11% Nederland 21,8 23,3 23,9 24,0 23,9 23,9 Leiden 22,3 23,8 24,3 24,8 24,7 24,7 verschil +2% +2% +2% +3% +3% +3% Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek, * GBI = gemiddeld besteedbaar inkomen Nu zegt een gemiddelde niets over de spreiding van inkomens, over hoeveel lage en hoge inkomens er zijn. In vergelijking met de landelijke cijfers heeft Leiden relatief wat meer huishoudens in de laagste en hoogste inkomensgroepen en wat minder in de middeninkomens. Leiden, gestandaardiseerde huishoudinkomens (excl. studenten) vergeleken, % landelijk 20% per groep 0% Leiden overige gemeenten Holland Rijnland G32 < > Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 66 Staat van Leiden 2014

67 (x duizend) Het CBS publiceert de gegevens over spreiding van inkomens ook voor de tien Leidse districten. Het Bos- en Gasthuisdistrict heeft in absolute zin het grootste aantal huishoudens in de laagste van de vijf inkomensgroepen (2,1 duizend huishoudens). Het Roodenburgerdistrict heeft het grootste aantal huishoudens in de hoogste van vijf inkomensgroepen (2,9 duizend). Aantal huishoudens (exclusief studenten) naar gestandaardiseerd inkomen, ,9 2 2,1 1 0 Leiden Noord Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevenshofd. < > Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek Bij de inkomensverdeling in vijf groepen zit landelijk twintig procent in elke groep. Kijk je naar de percentuele verdeling per district dan springt voor de laagste inkomens Leiden Noord eruit: 33% van de huishoudens daar heeft een inkomen in de laagste van de vijf inkomensgroepen. Voor de hoogste inkomens valt het Boerhaavedistrict op: daar heeft 48% van de huishoudens een inkomen in de hoogste van de vijf groepen. Percentuele verdeling huishoudens (exclusief studenten) naar gestandaardiseerd inkomen, % 40% 33% 20% 0% Leiden Noord Bos- en Gasthd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevenshofd. < > Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek Staat van Leiden

68 7.8 Huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum In Leiden geldt als inkomensgrens voor het minimabeleid 120% van het sociaal minimum 12. In 2011 hadden in Leiden 8,1 duizend huishoudens een inkomen tot deze grens. Daarin wonen 13,3 duizend personen waarvan 2,7 duizend kinderen. Ongeveer de helft van deze kinderen woonde in een eenoudergezin met enkel minderjarige kinderen (1,3 van de 2,7 duizend). Als je kijkt naar wáár in Leiden deze kinderen wonen, dan springen Leiden Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict eruit: in beide districten wonen ongeveer zeshonderd minderjarige kinderen in een gezin met een inkomen tot 120% van het sociale minimum. Personen en kinderen in huishoudens tot 120% van het sociaal minimum per district, 2011 (* duizend) 2 2,6 2,6 1 1,6 1,7 1,4 1,5 0 0,6 0,1 0,3 0,1 0,0 Binnen stad-z Binnen stad-n Stations district 0,6 Leiden Noord 0,3 Rooden burgerd. 0,6 Bos- en Gasthuisd. Mors district 0,8 0,3 0,2 0,0 0,4 0,2 Boer haaved. Meren wijkd. Stevens hofd. personen waarvan minderjarige kinderen Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Werk en Inkomen vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Feitenbladen over inkomens in Leiden Feitenbladen over minimuminkomens Stadsenquête over financiële situatie Tabellen met bijstandsgegevens 12 Het sociaal of beleidsmatig minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Het sociaal minimum betreft normbedragen die verschillen per huishoudenstype en die jaarlijks worden aangepast 68 Staat van Leiden 2014

69 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 8 Toerisme 8.1 Inleiding Toerisme is een belangrijke sector in een stad als Leiden. Mensen uit binnen- en buitenland bezoeken de stad om de historische sfeer te proeven, een museum te bezoeken, om te winkelen of om iets te gebruiken in de horeca. Uiteraard gebruiken ook de eigen inwoners deze voorzieningen. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 8.2 Dagbezoek aan Leiden 8.3 Horeca 8.4 Watertoerisme 8.5 Evenementen 8.6 Bestedingen 8.7 Werkgelegenheid in de bezoekerseconomie 8.8 Koopstromen 8.9 Beleid en ontwikkelingen Verschillende raakvlakken zijn er met hoofdstuk 12 Cultuur en hoofdstuk 6 Economie. Samenvatting Een kleine twee miljoen dagbezoeken per jaar aan Leiden Dagbezoekers aan Leiden gaan vaak naar musea Dagbezoekers besteden relatief weinig in winkels Er zijn in Leiden 380 horecavestigingen Een stijging aantal restaurants De hotelcapaciteit is sinds 2010 flink gestegen Er zijn arbeidsplaatsen in toeristische sector Rapportcijfer 7,1 van eigen inwoners voor levendigheid Leidenaar koopt 36% van niet-dagelijkse artikelen in binnenstad Staat van Leiden

70 8.2 Dagbezoek aan Leiden Per jaar brengen bijna één miljoen Nederlanders een kleine twee miljoen dagbezoeken aan Leiden. Dat is vergelijkbaar met het bezoek aan steden als Delft, Deventer en Dordrecht, maar uiteraard veel lager dan aan Amsterdam (elf miljoen bezoeken) en aan Rotterdam (acht miljoen bezoeken). Aan de dagbezoekers is gevraagd wat de hoofdreden is om een stad te bezoeken. Het opvallendste verschil tussen Leiden en andere Nederlandse steden die aan het CVO meedoen is dat men in Leiden vaak een museum bezoekt en minder vaak komt om te winkelen. In hoofdstuk 12 Cultuur staat meer informatie over museumbezoek. Hoofdreden voor dagbezoek aan stad Bezoek museum Winkelen vooor plezier Geen reden Lunch / diner in restaurant Stadswandeling Bezoek evenement Bezoek theater / concert Bezoek bioscoop Op terrasje zitten Bezoek nachtleven / uitgaan Bezoek wellness centrum Bezoek sportwedstrijd Bezoek aan attractie Bezoek strand 7% 10% 7% 7% 5% 6% 5% 4% 4% 3% 4% 3% 4% 3% 3% 2% 1% 1% 3% 1% 3% 0% 1% 16% 15% 21% 23% Leiden alle steden 39% Bron: Continu Vakantie Onderzoek, driejaarsgemiddelde Horeca Een bezoek aan de stad gaat vaak gepaard met horecabezoek. En natuurlijk maken ook de eigen inwoners gebruik van restaurants of cafés. In onderstaande tabel is te zien hoe het aanbod van horecavestigingen zich heeft ontwikkeld in Leiden. Het totale aantal horecavestigingen is in vergelijking met 1995 steeds gestegen. Dat komt met name door een stijging van het aantal restaurants. Het laatste jaar is het aantal vestigingen van partycatering flink omhoog gegaan. Na 1999 is een afname te zien van het aantal vestigingen in de drankensector, waarvan cafés het grootste deel uitmaken. De fastservicesector, waaronder snackbars en lunchrooms, schommelt rond de Staat van Leiden 2014

71 Aantal horecavestigingen naar sector Jaar Dranken Fastservice Restaurant Hotel Partycatering Totaal Bron: Bedrijfsschap horeca en catering, stand per 1 januari Hoe verhoudt de horeca in Leiden zich met die in andere steden? In onderstaande grafiek is te zien dat in andere steden met meer dan inwoners het aanbod in de drankensector is afgenomen. Leiden heeft nu 12,2 vestigingen per inwoners tegen 11,3 in andere grote steden. Wat restaurants betreft heeft Leiden ook een relatief groter aanbod dan vergelijkbare steden. Aantal horecavestigingen per inwoners dranken Leiden dranken fastservice Leiden fastservice restaurant Leiden restaurant Bron: Bedrijfschap horeca en catering, stand per 1 januari Ook voor de hotelsector is een vergelijking te maken van het aanbod in Leiden en dat in andere grote steden. In de volgende grafiek is het aantal hotelkamers en -bedden in 1995 op 100 gesteld. Vervolgens is de ontwikkeling te zien tot en met 2013, steeds uitgedrukt in een indexcijfer. In Leiden is de hotelcapaciteit de laatste drie jaar flink toegenomen, die is namelijk bijna twee keer zo groot als in Staat van Leiden

72 Ontwikkeling aantal hotelkamers en bedden (index 1995 = 100) Kamers Leiden Bedden Leiden Kamers Bedden Bron: Bedrijfsschap horeca en catering, stand per 1 januari In welke mate wordt er gebruik gemaakt van de hotels en pensions? Daarvoor geven de opgaven voor de toeristenbelasting een aanwijzing. In de periode 2001 t/m 2010 ligt het aantal hotelovernachtingen (inclusief de camping in Leiden) op een kleine tweehonderdduizend. Sinds twee jaar is een stijging te zien, overeenkomstig de toename van het aanbod. Aantal hotel- en campingovernachtingen Bron: Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland 8.4 Watertoerisme Leiden staat bekend om de vele grachten en singels. Watertoerisme is een steeds groter onderdeel van de bezoekerseconomie. Dat blijkt onder andere uit het aantal bezoekers dat in de passantenhaven bij de Zijlpoort overnacht. Zowel het aantal boten (passanten) als het aantal verblijfsdagen is sinds 2005 flink gestegen, maar vanaf 2009 stabiel. 72 Staat van Leiden 2014

73 Aantal passanten en verblijfsdagen in de passantenhaven Zijlpoort passanten verblijfsdagen Bron: Gemeente Leiden 8.6 Bestedingen In het Continu Vakantie Onderzoek wordt aan dagbezoekers gevraagd hoeveel zij besteden tijdens hun bezoek en waaraan (verdeeld in drie segmenten). Het blijkt dat bezoekers aan Leiden in totaal minder besteden dan bezoekers aan andere steden in Nederland. Gemiddeld zijn de uitgaven 37 per bezoeker. Dit verschil komt omdat zij minder uitgeven in winkels. 51% van de bezoekers aan Leiden geeft helemaal niets uit in winkels tegen 35% van de dagbezoekers in andere steden. Bestedingen van dagbezoekers Winkels Horeca Overig Leiden Nederland Bron: Continu Vakantie Onderzoek, driejaarsgemiddelde Werkgelegenheid in de bezoekerseconomie De toeristische sector geeft in Leiden werk aan ongeveer zesduizend mensen. De toeristische sector is daarbij opgebouwd uit de sectoren detailhandel, horeca en recreatie. Die laatste omvat onder andere cultuur, sport en rederijen. Uiteraard maken ook inwoners gebruik van deze sectoren. De werkgelegenheid in de horeca is in 2012 gestegen. Staat van Leiden

74 Aantal werknemers (> 12 uur per week) Recreatie Horeca Detailhandel Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, stand per 1 januari 8.8 Koopstromen Eens in de vijf tot zeven jaar wordt het Koopstromenonderzoek Randstad gehouden. Hierbij wordt per gemeente, en soms per winkelgebied, bekeken waar de bezoekers vandaan komen en hoeveel zij besteden in de detailhandel. Tussen 2004 en 2011 is een groot verschil te zien in het winkelgedrag van Leidenaren. Werd in 2004 nog meer dan de helft van de niet-dagelijkse artikelen in de binnenstad van Leiden gekocht, in 2011 is dat nog maar 36%. Inmiddels kopen Leidenaren 13% via internet. In hoofdstuk 6 over Economie is informatie te vinden over het winkelaanbod in Leiden. Waar winkelt de Leidenaar? andere gemeenten 28% internet 0% Binnenstad Leiden 52% andere gemeenten 25% internet 13% Binnenstad Leiden 36% Leiderdorp 5% overig Leiden 11% Kopermolen 2% Luifelbaan 2% Leiderdorp 7% overig Leiden 14% Kopermolen 2% Luifelbaan 3% Bron: Koopstromenonderzoek Randstad 74 Staat van Leiden 2014

75 8.9 Beleid en ontwikkelingen Ontwikkelingen in Nederland Anno 2012 bezochten bijna 11,7 miljoen buitenlandse verblijfsgasten Nederland voor een vakantie of zakelijk verblijf. Niet eerder bezochten in een jaar tijd zoveel verblijfsgasten ons land. Vergeleken met 2000 betekent dit een stijging van 17%. Deze buitenlandse verblijfsgasten zijn samen goed voor circa 28 miljoen overnachtingen en een totale besteding van zo n 4,8 miljard euro. De Europese landen zijn voor Nederland verreweg het belangrijkst als het gaat om aantal aankomsten. Bijna 80% van de buitenlandse gasten die in 2012 in Nederland verbleven, was afkomstig uit Europa (op 1 Duitsland, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk en België). Van de intercontinentale herkomstmarkten is Amerika (met name de Verenigde Staten) de belangrijkste, gevolgd door Azië. Voor circa zeven op de tien buitenlandse bezoekers is vakantie het hoofdmotief. Dit motief is de afgelopen jaren in aandeel toegenomen. Ongeveer een kwart van de buitenlandse gasten komt naar Nederland met een zakelijk motief. De bijdrage van de gastvrijheidssector aan de Nederlandse samenleving is groot. Naast een maatschappelijk belang heeft de sector ook een aanzienlijke economische betekenis. De bestedingen van internationale verblijfsgasten bedragen jaarlijks vele miljarden euro s. In samenhang daarmee heeft de sector ook een substantieel aandeel in de werkgelegenheid. Het inkomend toerisme zal in de komende jaren verder groeien, waarbij er tot 2018 een groei verwacht wordt van gemiddeld 2,4% per jaar. Na 2018 vlakt deze groei af naar gemiddeld 1,6% per jaar. De relatief hoge groeipercentages in de eerste periode worden beïnvloed door het gegeven dat verschillende economieën de komende jaren weer zullen gaan aantrekken en in tijden van herstel (na een crisis) relatief hoge groeipercentages worden gerealiseerd. Uiteindelijk resulteert deze verwachting in zo n 15,75 miljoen internationale verblijfsgasten voor Nederland in 2025 (bron: Toekomstvisie Destinatie Holland 2025 van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) Leids beleid De gemeente Leiden heeft de afgelopen periode beleid ontwikkeld op verschillende deelterreinen binnen het taakveld toerisme. In het Collegeprogramma Samenwerken en innoveren is de continuering van het programma Binnenstad opgenomen, met als doelen: meer bezoekers; hogere bestedingen en hogere waardering. In dit programma zijn belangrijke projecten opgenomen voor de kwaliteitsverbetering en het aantrekkelijker maken van de binnenstad van Leiden, zoals ontwikkeling en realisatie van het Aalmarktproject, restauratie en uitbreiding van museum De Lakenhal, bouw van twee parkeergarages in het stadscentrum, ontwikkeling cultuurplein Lammermarkt, realisatie van poptempel Gebr. De Nobel, ontwikkeling en realisatie van het Singelpark en kwaliteitsverbetering van de winkelstraten Breestraat en Haarlemmerstraat. In 2013 heeft de gemeenteraad ingestemd met de voortzetting van de citymarketing van Leiden, in samenwerking met de Stadspartners van Leiden; Leiden Marketing is de centrale organisatie voor de citymarketing van de stad, met als pijlers Cultuur (-historie) en Kennis. Leiden Marketing werkt intensief samen met het Centrummanagement Leiden en het Cultuurfonds Leiden. Dit zorgt voor een aantrekkelijker verblijf in de binnenstad door onder meer de Signatures Cultuurweken; de Nacht van Kunst en Kennis; Winter-Wonder-Weken (met onder meer ijsbaan en Kerstmarkt); een maandelijks programma van Verrassende Winkelweekenden (combinatie van retail en cultuur). Leiden Marketing en aangesloten Stadspartners (waaronder universiteit, LUMC en congres gerelateerde bedrijven) hebben zich verbonden in een samenwerkingsverband, voor de stimulering van de veelal kennis gerelateerde congressen en zakelijke evenementen. Het stimuleringsbeleid voor de hotelontwikkeling in Leiden heeft geleid tot een verdubbeling van de hotelcapaciteit in Leiden en een groei van het aantal overnachtingen naar (groei ca. 40 %). Staat van Leiden

76 De 14 musea en museale collecties in Leiden (inclusief het in buurgemeente Oegstgeest gelegen Corpus) zorgen de afgelopen jaren voor meer dan een miljoen cultuurbezoekers aan de stad. De investeringen in de voorzieningen voor stimulering van het watertoerisme van de afgelopen jaren, hebben geleid tot flinke groei van het aantal bezoekers per sloep/boot, groei van het aantal watergebonden bedrijven (rondvaart, botenverhuur en horeca met waterarrangementen) en terrassen langs/terrasboten op het water. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Toerisme vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers LeidenPanel over evenementen Winkels in de Leidse binnenstad Stadsenquête over koopstromen 76 Staat van Leiden 2014

77 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 9 Bereikbaarheid 9.1 Inleiding Leiden heeft 349 kilometer weg op het grondgebied, waarvan 332 gemeentelijk, 4 provinciaal en 13 rijksweg. Hierop vinden dagelijks veel verkeersbewegingen plaats. Te voet, op de fiets, met de auto of met het openbaar vervoer. Dit hoofdstuk gaat in op de verschillende manieren van vervoer en het gebruik dat Leidenaren en anderen daarvan maken. Daarnaast is er aandacht voor het parkeren van fiets en auto. Achtereenvolgens komen aan de orde: 9.2 Keuze vervoermiddel 9.3 Fietsgebruik 9.4 Openbaar vervoer 9.5 Autobezit 9.6 Parkeren 9.7 Beleid en ontwikkelingen Samenvatting Leidenaren gebruiken binnen de stad meestal de fiets om hun bestemming te bereiken. Dagbezoekers nemen naar Leiden vaker de trein en minder vaak de auto dan naar andere steden. 90% van de Leidenaren heeft een fiets en 84% gebruikt hem minimaal wekelijks. Het aantal treinreizigers op Leiden Centraal steeg tussen 1992 en In Leiden bezit men gemiddeld minder auto s per inwoner dan in Nederland. Sinds 2009 is Leids autobezit afgenomen. Er is een opmars van hybride auto s in Leiden. 74% van de Leidenaren vindt parkeermogelijkheden bij huis goed of voldoende. 19% van de Leidenaren ondervindt zelf veel parkeerproblemen in de buurt Staat van Leiden

78 9.2 Keuze vervoermiddel Voor verschillende bestemmingen gebruiken mensen verschillende vervoerwijzen. In de Stadsenquête is gevraagd welk vervoermiddel mensen gebruiken als ze bepaalde activiteiten ondernemen. Het blijkt dat men om naar het werk te gaan, als dit binnen Leiden is, in 77% van de gevallen de fiets neemt, 11% gebruikt de auto. Als het werk buiten Leiden is, neemt nog maar 14% de fiets en 49% de auto. Het gebruik van het openbaar vervoer is in dat geval 36%. Ook bij winkelen zien we dat naarmate de afstand toeneemt meer mensen de auto en openbaar vervoer gebruiken. Vervoermiddel dat wordt gebruikt om grootste afstand af te leggen Fiets Auto OV Lopend Anders Werk binnen Leiden 77% 11% 2% 5% 5% Werk buiten Leiden 14% 49% 36% 1% Winkelen binnen Leiden 63% 6% 3% 26% 2% Winkelen buiten Leiden 19% 58% 19% 3% 1% Bron: Stadsenquête Leiden 2013 In het Continu Vakantie Onderzoek - onderdeel toeristisch bezoek aan steden - wordt bezoekers uit Nederland gevraagd met welk vervoermiddel zij een dagbezoek aan een stad afleggen. Bezoekers aan Leiden nemen in 44% van de gevallen de auto. Gemiddeld is dit 57% in alle steden die deelnemen aan het CVO. Als mensen naar Leiden gaan nemen ze vaker dan gemiddeld de trein of fiets. Vervoermiddel dat wordt gebruikt om een dagbezoek af te leggen Dagbezoek aan Leiden Dagbezoek aan alle steden anders; 10% fiets; 10% anders; 9% fiets; 5% trein; 29% trein; 35% Leiden Alle steden auto; 44% auto; 57% Bron: Continu Vakantie Onderzoek, driejaarsgemiddelde Staat van Leiden 2014

79 9.3 Fietsgebruik Van de volwassen Leidenaren heeft 90% een fiets. 5% heeft een elektrische fiets. 84% gebruikt de fiets minimaal wekelijks en 65% zelfs vrijwel dagelijks. Als we kijken naar de leeftijd dan zien we dat mensen minder vaak fietsen naarmate ze ouder worden. Leidenaren die bovendien over een auto bezitten gebruiken de fiets minder vaak om binnen Leiden naar het werk te gaan of voor dagelijkse boodschappen dan mensen zonder auto. Opvallend is dat voor uitgaan en winkelen het niet uitmaakt of er een auto in het huishouden is. Mensen met en zonder auto gaan in die gevallen even vaak met de fiets. Frequentie fietsgebruik inwoners naar leeftijd jr 5% 11% 17% 68% jr 8% 5% 24% 62% 55+ jr 17% 9% 14% 60% totaal 0% 7% 19% 65% nooit niet wekelijks wekelijks (vrijwel) dagelijks Bron: Stadsenquête Leiden 2013 In de Stadsenquête van 2013 is gevraagd of de gemeente iets zou kunnen doen om Leidenaren vaker gebruik te laten maken van de fiets. 27% antwoordt bevestigend. Daarbij worden drie zaken naar voren gebracht: (veilige) stallingsmogelijkheden, beter onderhoud van fietspaden en zorgen voor meer veiligheid voor fietsers, zoals goede straatverlichting, gescheiden fietspaden en dergelijke. 9.4 Openbaar vervoer Het gebruik van de bus wordt gemeten in reizigerskilometers per jaar. In onderstaande grafiek staat het totale busgebruik in een gebied dat ruimer is dan alleen Leiden. Immers, buslijnen houden niet op bij de stadgrens. Het blijkt dat na het topjaar 2008 het aantal busreizigers is gedaald. Inmiddels wordt het busvervoer in de omgeving van Leiden verzorgd door Arriva. Cijfers zijn nog niet beschikbaar. Aantal reizigerskilometers concessiegebied Duin- en Bollenstreek / Leiden (x duizend) Bron: Connexxion Staat van Leiden

80 In Leiden bevinden zich drie treinstations: Leiden Centraal, Leiden Lammenschans en De Vink. In de afgelopen twintig jaar is het aantal reizigers op alle drie de stations toegenomen. Leiden Centraal stond in 2013 op de vijfde plek van alle treinstations in Nederland, na Utrecht-, Amsterdam-, Rotterdam- en Den Haag Centraal en voor Schiphol. Aantal in- en uitstappende reizigers op een gemiddelde werkdag op Leidse treinstations Leiden Lammenschans De Vink Leiden Centraal Bron: NS Reizigers 9.5 Autobezit Leidenaren bezitten in 2012 in totaal personenauto s; dat is gemiddeld 69 per 100 huishoudens. In heel Nederland is het vergelijkbare cijfer 105 per 100 huishoudens. In Nederland zijn zes gemeenten met relatief minder autobezit dan in Leiden (Amsterdam het minst met 52 auto s per 100 huishoudens). Het autobezit in Leiden is sinds 2009 afgenomen. Ontwikkeling aantal personenauto s per 100 huishoudens Nederland Leiden Bron: CBS 80 Staat van Leiden 2014

81 Binnenstad-Zuid Binnenstad- Noord Stationsdistrict Leiden-Noord Roodenburger district Bos- en Gasthuisdistrict Morsdistrict Boerhaave district Merenwijk district Stevenshof district Per district is er veel verschil in Leiden. In de Stevenshof is het autobezit het hoogst (96 auto s per 100 huishoudens in 2013) en in Binnenstad-Zuid het laagst (31 auto s per 100 huishoudens). 13 Aantal personenauto s per 100 huishoudens per district Bron: CBS, 2013 Veruit de meeste personenauto s in Leiden (83%) hebben een benzinemotor. Het aantal auto s met een LPG-installatie daalt de laatste jaren, maar we zien een opmars van het aantal hybride auto s. In 2011 reden 18 auto s in Leiden op aardgas (CNG). Personenauto s naar brandstofsoort Benzine Diesel LPG Hybride Elektrisch CNG Totaal Bron: CBS, via Omgevingsdienst West-Holland 9.6 Parkeren Leiden kent een gebied waarin betaald parkeren geldt. Dat wordt het parkeerrestrictiegebied genoemd. Daarnaast zijn er sinds 1 januari 2012 zes blauwe zones in gebruik genomen. Daarin kan binnen bepaalde tijdsintervallen slechts een beperkte tijd worden geparkeerd. Het parkeerareaal in het parkeerrestrictiegebied bestaat per 31 december 2012 uit automaatplaatsen, plaatsen voor vergunninghouders en 431 overige plaatsen op straat. Daarnaast zijn er plaatsen in openbare parkeergarages en 750 plaatsen op het Haagwegterrein. In de Stadsenquête wordt Leidenaren met een auto gevraagd hoe zij de parkeermogelijkheden bij hun huis beoordelen. Het gaat dan om mensen die niet op eigen terrein kunnen parkeren. Driekwart vindt dit goed of voldoende als het gaat om een plek voor hun eigen auto. Ruim de helft vindt de 13 De aantallen per district kunnen niet worden vergeleken met het aantal voor geheel Leiden. Er zijn in Leiden namelijk ongeveer zesduizend personenauto s die op een postbusnummer staan geregistreerd. Deze tellen wel mee in het totaal van Leiden, maar zijn niet toegewezen aan één van de districten. Staat van Leiden

82 Binnen stad-zuid Binnen stad-noord Stations district Leiden- Noord Rooden burgerd. Bos- en Gasthuisd. Morsdistrict Boerhaave district Merenwijk district Stevenshof district parkeermogelijkheden voor bezoek goed of voldoende. In de Stevenshof en de binnenstad is men het minst tevreden over parkeermogelijkheden voor de eigen auto en in het Boerhaave- en het Bos- en Gasthuisdistrict het meest tevreden. Beoordeling door autobezitters van parkeermogelijkheden in openbare ruimte bij huis voor zichzelf goed; 37% voldoende; 37% matig; 16% slecht; 10% voor bezoekers goed; 21% voldoende; 33% matig; 23% slecht; 22% Bron: Stadsenquête Leiden 2013 De Veiligheidsmonitor vraagt inwoners of ze vinden dat parkeerproblemen wel eens voorkomen. 19% heeft zelf veel last van parkeerproblemen. Ter vergelijking: gemiddeld in Nederland bedraagt dat cijfer 17%; in de G32 20%. Per district zijn er grote verschillen. In de Stevenshof komen parkeerproblemen volgens inwoners het vaakst voor. Percentage inwoners dat vindt dat buurtprobleem parkeerproblemen vaak voorkomt per district 33% 21% 21% 20% 20% 14% 15% 14% 15% 7% Bron: Veiligheidsmonitor Beleid en ontwikkelingen Op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit zijn verschillende trends te onderkennen. Bronnen voor onderstaande trends zijn Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Sociaal en Cultureel Planbureau en Kennisplatform CROW. Het einde van de daling van het reistijdverlies door files op het hoofdwegennet lijkt bereikt. Voor 2014 en 2015 wordt een lichte toename van de files met 1% verwacht. Dit komt door een aantrekkende economie en de daarmee gepaard gaande toename van het verkeer. De aanzienlijke verbetering in de doorstroming sinds 2010 kwam vooral door de aanleg van spits- en plusstroken en wegverbredingen en de economische crisis. Flexibele werktijden en thuiswerken blijven bijdragen aan beperking van de filedruk. 82 Staat van Leiden 2014

83 Het aantal kilometers dat bestuurders in Nederland met de auto afleggen is de laatste jaren gelijk gebleven. Mensen zijn minder vaak als passagier mee gaan rijden. Dit hangt samen met de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens en de groei van het aantal tweede en derde auto s per huishouden. Jongeren rijden steeds minder vaak auto; het rijbewijs- en autobezit daalt bij hen de laatste jaren, zowel in Nederland als in andere landen. Als oorzaak wordt gewezen op de economische crisis en de werkloosheid onder jongeren waardoor hun koopkracht afneemt. Verder groeit het aantal jongeren dat in steden woont; binnen steden zijn de afstanden kort. Jongeren studeren langer en hebben daardoor geen geld voor de aanschaf van een auto. Ook het internet speelt een rol. Jongeren zijn sterk gericht op sociale media en hoeven voor het onderhouden van hun sociale contacten minder vaak de deur uit. Autodelen blijft groeien als één van de verschijnselen van de opkomende deeleconomie via internetmarktplaatsen. Mensen kiezen vaker een vervoermiddel op maat. De traditie van gratis parkeren op de openbare weg is niet meer vanzelfsprekend. Sturend parkeerbeleid en parkeerbelastingen winnen terrein. De waardering voor een aantrekkelijke openbare ruimte neemt toe. Als gevolg van het duurder wordende autogebruik zijn meer mensen de afgelopen jaren gaan fietsen en dat doen ze steeds vaker en over langere afstanden. Een groot deel van het toegenomen fietsgebruik komt voor rekening van de e-fiets die vooral senioren steeds vaker gebruiken. Het openbaar vervoer (de bus) zal zich verder terugtrekken op hoofdassen en ontsluitende lijnen. Niet voldoende renderend openbaar vervoer wordt geschrapt. Taxi s zullen een deel van de rol van het openbaar vervoer overnemen. Het beter en efficiënter benutten van het verkeer- en vervoersysteem wordt steeds belangrijker. Duurzame mobiliteit heeft de toekomst. Onder andere elektrische auto s en scooters zorgen voor het efficiënter omgaan met fossiele brandstoffen en voor minder CO2-uitstoot. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Bereikbaarheid vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Feitenblad autobezit in Leiden Jongerenpanel over fietsparkeren Stadsenquête over mobiliteit Staat van Leiden

84 84 Staat van Leiden 2014

85 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die de bevolking volgt of heeft gevolgd als om de onderwijsinstellingen binnen Leiden. Achtereenvolgens komen aan de orde: 10.2 Opleidingsniveau van de Leidse bevolking 10.3 Onderwijsgevenden en onderwijsvolgenden 10.4 Ontwikkeling van schoolpopulaties basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs 10.5 Regionale functie Leidse onderwijsinstellingen 10.6 Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang 10.7 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan Leidse peuters 10.8 Onderwijs aan Leidse jongeren van 12 t/m 17 jaar 10.9 Onderwijs aan Leidse jongvolwassenen van 18 t/m 26 jaar Beleid en ontwikkelingen Samenvatting Van alle 15- t/m 64-jarige Leidenaren heeft 47% een hoog, 34% een middelbaar en 19% een laag opleidingsniveau (2013). Aan in Leiden gevestigde onderwijsinstellingen volgen 60,9 duizend leerlingen, deelnemers en studenten onderwijs (2013/14). In het onderwijs zijn 8,7 duizend banen (2013). Prognose komende tien jaar: lichte stijging leerlingaantallen in basisonderwijs, lichte daling leerlingaantallen in speciaal onderwijs, gelijk blijven leerlingaantallen voortgezet onderwijs. Voor elke honderd kinderen onder de vier zijn er 37,5 plaatsen in kinderdagverblijven, voor elke honderd kinderen van twee of drie zijn er 14,0 plaatsen in peuterspeelzalen en voor elke honderd kinderen van vier tot en met elf zijn er 21,3 plaatsen voor buitenschoolse opvang (eind 2013). Van de doelgroep voor VVE van Leidse peuters volgt 65% ook een VVE-programma (2013). Steeds meer Leidse middelbare scholieren volgen HAVO of VWO en steeds minder volgen (V)MBO. Van de Leidse jongvolwassenen van 18 t/m 26 jaar volgt 60% onderwijs (2011/12). Staat van Leiden

86 (x duizend) Opleidingsniveau van de Leidse bevolking Anno 2013 heeft 47% van alle Leidse 15- t/m 64-jarigen een hoog opleidingsniveau (HBO of universiteit), 34% een middelbaar opleidingsniveau (MBO, VWO of HAVO) en 19% een laag opleidingsniveau. Het aantal en aandeel hoog opgeleiden in de Nederlandse samenleving is de laatste elf jaar toegenomen. Leiden had altijd al veel hoogopgeleiden en ook hier nam dat nog toe maar niet zo veel als in heel Nederland. Wat verder opvalt is dat het aandeel inwoners met een middelbaar opleidingsniveau landelijk ongeveer constant bleef terwijl het in Leiden licht daalde. Voor het aandeel met een laag opleidingsniveau geldt het omgekeerde: in Leiden bleef dat ongeveer gelijk, landelijk was er een daling. Opleidingsniveau Leidse en Nederlandse bevolking (15- t/m 64-jarigen) Leiden Nederland 40% hoog 47% 41% midden 42% 40% 30% 20% 10% midden 38% 22% laag 34% 19% 40% 30% 20% 10% 38% 21% laag hoog 29% 29% 0% 0% Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking (EBB 14 ) 10.3 Onderwijsgevenden en onderwijsvolgenden Anno 2013 levert de Leidse onderwijssector 8,7 duizend banen op. Dat wil zeggen dat een op de zeven banen in Leiden er een in het onderwijs is. Dat onderwijs wordt gegeven aan 60,9 duizend leerlingen, deelnemers en studenten die onderwijs volgen aan in Leiden gevestigde onderwijsinstellingen. Leerlingen/studenten aan en banen in in Leiden gevestigde onderwijsinstellingen leerlingen / deelnemers / studenten banen 20,0 23,0 15,0 10,0 5,0 0,0 10,5 8,3 9,0 8,8 3,9 0,9 1,3 0,5 1,3 0,8 0,6 0,0 0,7 basis speciaal voortgezet MBO HBO WO overig Opmerking: Speciaal onderwijs is speciaal basisonderwijs plus speciaal onderwijs expertisecentrum. Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (voorlopige cijfers 2013/14) en Bedrijvenregister Zuid-Holland (1 jan 2013) 14 De EBB is een landelijke enquête, slechts een beperkt deel van de respondenten woont in Leiden, daardoor zijn de schommelingen voor Leiden van jaar tot jaar veel groter dan voor heel Nederland. 86 Staat van Leiden 2014

87 10.4 Ontwikkeling van schoolpopulaties basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs Een van de taken van de gemeente is de zorg voor huisvesting van het zogeheten funderend onderwijs: basisonderwijs, speciaal en voortgezet onderwijs. Bij het maken van prognoses van het aantal leerlingen wordt rekening gehouden met het feit dat op Leidse scholen ook leerlingen zitten die niet in Leiden wonen. Per schooltype gaat het om de volgende ontwikkelingen en prognoses: In het basisonderwijs zijn de leerlingaantallen het afgelopen decennium gedaald. Op basis van de leeftijdsopbouw van de bevolking wordt de komende jaren een lichte stijging van het aantal leerlingen verwacht. Van de leerlingen in het speciaal basisonderwijs komt ruim 60% uit Leiden en de rest uit omliggende gemeenten. De afgelopen jaren is hier het aantal leerlingen fors teruggelopen. Volgens de prognose zet deze daling zich niet verder door, en wordt op langere termijn een lichte groei verwacht. Voor het (voortgezet) speciaal onderwijs geldt nog meer dat Leiden een centrumgemeente is. De groei met een kleine honderd leerlingen afgelopen decennium tot iets meer dan duizend leerlingen wordt niet voortgezet. Eerder is een langzame terugloop van het aantal leerlingen te verwachten. Door de invoering van passend onderwijs per augustus 2014 zou het zelfs goed mogelijk zijn dat de terugloop op termijn forser is dan nu op basis van de prognose van de leerlingenpopulaties is verondersteld. Ook de scholen voor voortgezet onderwijs in Leiden hebben een grote regionale functie: 5,7 van de 10,5 duizend leerlingen (54%) wonen buiten Leiden, overwegend uit de direct omliggende gemeenten (cijfers 2013/14). Volgens de prognose blijven de leerlingaantallen hier de komende tien jaar (ongeveer) gelijk. Ontwikkeling schoolpopulaties Leidse scholen, schooljaar 2003/04 tot en met 2023/ aantal (* dzd) basisonderwijs speciaal basisonderwijs voortgezet speciaal onderwijs Bronnen: DUO (2003/04, 2008/09 en 2013/14), Gemeente Leiden en Ministerie van onderwijs (prognoses 2018/19 en 2023/24) voortgezet onderwijs 2003/04 8,8 0,6 0,9 10,1 2008/09 8,5 0,5 0,9 10,6 2013/14 8,3 0,3 1,0 10,5 2018/19 8,4 0,3 1,0 10,7 2023/24 8,8 0,3 0,9 10,4 percentages ontw 2004/14-6% -49% +10% +4% ontw 2014/24 +6% -5% -8% -1% Staat van Leiden

88 (x duizend) 10.5 Regionale functie Leidse onderwijsinstellingen In de vorige paragraaf kwam het al ter sprake: de in Leiden gevestigde onderwijsinstellingen hebben een grote regionale functie. Veel van de leerlingen, deelnemers en studenten wonen buiten Leiden. Voor het studiejaar 2013/2014 gaat het om de volgende aantallen: In het voortgezet onderwijs om 5,7 duizend van de 10,5 duizend leerlingen (54%). In het middelbaar beroepsonderwijs 7,8 duizend van de 9,0 duizend deelnemers (87%). In het hoger beroepsonderwijs 7,3 duizend van de 8,8 duizend studenten (83%). In het wetenschappelijk onderwijs 14,0 duizend van de 23,0 duizend studenten (61%). Woonplaats van in Leiden onderwijs volgende leerlingen, deelnemers en studenten, 2013/2014* Leiden overige gemeenten Holland Rijnland elders 11,9 8 9, ,4 4,8 0,3 voortgezet onderwijs 4,0 3,9 1,2 1,5 middelbaar beroepsonderwijs 4,9 2,4 2,1 hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs 10,5 duizend leerlingen 9,0 duizend deelnemers 8,8 duizend studenten 23,0 duizend studenten Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (voorlopige cijfers) 10.6 Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang Eind 2013 waren er in Leiden plaatsen in kinderdagverblijven, 37,5 per honderd kinderen onder de vier jaar. Daarnaast waren er 350 plaatsen in peuterspeelzalen (14,0 per honderd kinderen van twee of drie jaar) en plaatsen voor buitenschoolse opvang (21,3 per honderd kinderen in de leeftijd van vier tot en met elf jaar). Het aantal plaatsen in de buitenschoolse opvang is de laatste zeven jaar meer dan verdubbeld (van 955 tot 1.947). Ook het aantal plaatsen in kinderdagverblijven nam toe, terwijl het aantal plaatsen in peuterspeelzalen afnam. Plaatsen in kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang, ontwikkeling eind eind 2013 plaatsen kinderdagverblijven plaatsen peuterspeelzalen plaatsen buitenschoolse opvang eind aant per 100 kinderen 0-3 jaar aant per 100 kinderen 2-3 jaar aant per 100 kinderen 4-11 j ,8 llllllllllllllllllllllllll ,2 lllllllllllllllllll ,0 llllllllll ,5 llllllllllllllllllllllllllll ,3 llllllllllllllllllllll ,9 llllllllllll ,0 llllllllllllllllllllllllllllll ,7 llllllllllllllllllll ,1 llllllllllllll ,1 llllllllllllllllllllllllllllll ,4 lllllllllllllllllll ,9 llllllllllllllllll ,6 lllllllllllllllllllllllllllllll ,8 llllllllllllllllllll ,2 lllllllllllllllllll ,6 lllllllllllllllllllllllllllllllllll ,9 lllllllllllllllllll ,6 lllllllllllllllllllllll ,0 llllllllllllllllllllllllllllllllllll ,0 lllllllllllllllll ,8 llllllllllllllllllllll ,5 llllllllllllllllllllllllllllllllllllll ,0 llllllllllllll ,3 lllllllllllllllllllll Bron: Gemeente en BRP (Basisregistratie Personen) 88 Staat van Leiden 2014

89 10.7 Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan Leidse peuters In Leiden kwamen in 2013 naar schatting 285 peuters van twee en drie jaar in aanmerking voor de gewichtenregeling, 65% van hen (185 peuters) volgde een programma voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Een VVE-programma stimuleert de taal-, cognitieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind en is bedoeld voor kinderen van twee tot zes jaar van ouders met een zeer laag of laag opleidingsniveau. Een leerling krijgt een gewicht 15 van: 1,2 als minimaal één ouder een zeer lage opleiding heeft gehad: van deze groep volgde 87% in 2013 een VVE-programma; 0,3 als beide ouders een lage opleiding hebben gehad: van deze groep volgde 40% in 2013 een VVE-programma. Leidse peuters van 2 en 3 jaar oud naar gewicht totaal en een VVE-programma volgend, gewicht 0 beide gewichten samen gewicht 0,3 gewicht 1,2 totaal met VVE % met VVE 14% 65% 40% 87% Bron: PLATO Leidse onderwijsmonitor Het percentage van de doelgroep dat deelneemt aan een VVE-programma is het laatste jaar gedaald. Dit is onder andere toe te schrijven aan landelijke ontwikkelingen zoals de economische crisis en het duurder worden van kinderopvang, waardoor minder kinderen gebruik maken van een voorschoolse voorziening. Percentage van de Leidse gewichten peuters dat een VVE-programma volgt, % 60% 72% 82% 65% 67% 69% 75% 92% 87% 40% 20% 0% 40% beide gewichten samen gewicht 0,3 gewicht 1,2 Bron: PLATO Leidse onderwijsmonitor 15 Van kleuters is de omvang van de totale doelgroep goed te bepalen want van iedere kleuter wordt het gewicht bepaald op het moment dat zij worden ingeschreven op de basisschool; voor peuters van twee of drie jaar betreft de omvang van de totale doelgroep een schatting want niet alle kleuters gaan naar een peuterspeelzaal of naar de kinderopvang. Staat van Leiden

90 10.8 Onderwijs aan Leidse jongeren van 12 t/m 17 jaar In 2011/12 volgen ongeveer 5,9 duizend 12- t/m 17-jarige Leidenaren voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs. Van de twaalfjarigen zitten daarnaast nog een aantal op de basisschool of in het speciaal onderwijs 16. Vanaf 2005/2006 volgen steeds meer jongeren algemeen vormend onderwijs (HAVO of VWO) en minder jongeren volgen (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs (VMBO of MBO). Dat is het beste te zien aan de onderwijsvorm die zestienjarigen volgen, omdat dan van de meesten de schoolkeuze duidelijk is en nog slechts een enkeling in de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs (VO) zit. Van 2005/06 tot 2011/12 nam het percentage dat HAVO of VWO volgt toe van 49% tot 53%, het percentage dat VMBO of MBO volgt nam in die periode af van 51% tot 46%. Onderwijsvorm Leidse jongeren van 16 jaar, 2005/06 tot en met 2011/12 30% 20% 10% 0% VO, klas 1-2 VMBO, klas 3-4 HAVO, klas 3-5 VWO, klas 3-6 MBO 2005/06 1% 33% 20% 29% 18% 2006/07 1% 31% 22% 30% 16% 2007/08 1% 32% 22% 28% 17% 2008/09 0% 32% 22% 32% 14% 2009/10 1% 31% 23% 31% 14% 2010/11 1% 30% 25% 32% 13% 2011/12 1% 32% 21% 32% 14% Bron: CBS (2011/12 voorlopige cijfers) 10.9 Onderwijs aan Leidse jongvolwassenen van 18 t/m 26 jaar Veel volwassen Leidenaren volgen, in Leiden of elders, middelbaar of hoger onderwijs. Als je kijkt naar de groep jongvolwassenen (18 t/m 26 jaar) dan gaat het in 2011/12 om zo n 12,6 duizend mensen 17 ; dat betekent dat in 2012 drie van de vijf Leidenaren in deze leeftijdsgroep onderwijs volgen. Met de leeftijd neemt dit percentage af, zo volgt van de 18-jarigen ongeveer driekwart onderwijs (77%), van de 26- jarigen is dit nog ongeveer een kwart (26%). 16 Onderverdeling van de in Leiden wonende leerlingen niet bekend 17 Het gaat hier om bekostigd onderwijs, deze cijfers zijn dus exclusief Leidenaren die particulier onderwijs volgen. 90 Staat van Leiden 2014

91 Onderwijsvorm Leidse jongvolwassenen van 18 t/m 26 jaar, 2011/12* 60% 40% 20% 0% jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 jaar 24 jaar 25 jaar 26 jaar jaar VO 1% 14% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% MBO 8% 28% 19% 12% 8% 5% 4% 2% 1% 2% HBO 12% 11% 13% 16% 17% 15% 12% 10% 8% 7% WO 38% 24% 43% 48% 48% 47% 44% 35% 26% 17% geen onderwijs 40% 23% 24% 24% 27% 32% 39% 53% 65% 74% * In deze grafiek gaat het om 18- t/m 26-jarige Leidenaren ongeacht waar zij onderwijs volgen. Bron: CBS (voorlopige cijfers) en BRP (Basisregistratie Personen) Beleid en ontwikkelingen De instroom op scholen in Leiden is tot nu toe macro gezien vrij stabiel. In 2002 gingen er in Leiden leerlingen naar het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Op 1 oktober 2013 waren dit leerlingen. De verwachting is dat dit op de lange termijn iets terug zal lopen. Vanaf schooljaar 2014/2015 is Passend Onderwijs ingevoerd. De overheid verplicht reguliere scholen om een passend onderwijsaanbod aan te bieden voor kinderen met een beperking, leer- of ontwikkelingsproblemen, een stoornis of een ziekte. Om dit daadwerkelijk te kunnen doen, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Landelijke ontwikkelingen spelen zich af rondom integrale kind-voorzieningen, waarbij een sterke samenwerking van peuterspeelzaal, kinderopvang en onderwijs centraal staat. Scholen en leraren krijgen steeds meer te maken met de sociale opvoeding en problemen in de thuissituatie van kinderen. Internationalisering/opvoeden tot wereldburger is zowel een landelijke als Leidse trend. Snelle technologische ontwikkelingen, met name ICT. Arbeidsmarkttrends: de onderwijssector is bij uitstek een sector die met vergrijzing te maken krijgt. Ook is er in Nederland een tekort aan academisch geschoolde leraren. Daarnaast zien we een feminisering van het onderwijs, vooral op basisscholen. Imagoprobleem van het beroepsonderwijs. Leiden Kennisstad heeft sinds 2012 een vlucht genomen en raakt steeds meer het onderwijsbeleid. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Onderwijs vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers JongerenPanel over internationaal onderwijs Leidse onderwijsmonitor Werkgelegenheid in het onderwijs Staat van Leiden

92 92 Staat van Leiden 2014

93 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 11 Sport 11.1 Inleiding Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: 11.2 Sportbeoefening 11.3 Sportaccommodaties en -stimulering 11.4 Bewegen Samenvatting 66% van de volwassen Leidenaren doet aan sport, 43% sport wekelijks 78% van de jongeren jaar sport minimaal eens per week meest beoefende sporten zijn fitness, hardlopen, fietsen beoordeling sportmogelijkheden: 7,4 beoordeling hoeveelheid sportaccommodaties: 7,2 beoordeling kwaliteit sportaccommodaties: 7,0 ongeveer zwembadbezoeken per jaar 53% van de volwassen Leidenaren voldoet aan de Norm Gezond Bewegen 38% van de volwassen Leidenaren voldoet aan de Fitnorm 65% van de volwassen Leidenaren voldoet aan de Combinorm Staat van Leiden

94 11.2 Sportbeoefening Van de Leidse volwassenen doet rond de zeventig procent aan sport. Dit is ongeveer gelijk aan het landelijk gemiddelde. Sporters zijn hierbij volgens de landelijke richtlijn gedefinieerd als iedereen die jaarlijks 12 keer of vaker sport. Ruim veertig procent van alle volwassen Leidenaren sport wekelijks of vaker. 65-plussers sporten minder vaak dan andere volwassen Leidenaren (ongeveer 40% sport minimaal 12 keer per jaar). Tussen de andere leeftijdsgroepen zit weinig verschil. Hoe hoger de opleiding, hoe vaker mensen sporten. De sportdeelname van jongeren tussen 12 en 17 jaar wordt gemeten door de Jongerenpeiling van de GGD. Hieruit blijkt dat in % van de Leidse jongeren minimaal eens per week sport. Dit percentage is al jaren stabiel. Sportbeoefening door inwoners van Leiden Volwassenen minimaal 12 x per jaar minimaal wekelijks 73% 64% 64% 66% Jongeren 12 t/m 17 jaar minimaal wekelijks 79% 77% 78% 79% 38% 38% 43% 43% Bron: Stadsenquête Leiden Bron: Jongerenpeiling GGD De sporten die door Leidse volwassenen het meest worden beoefend zijn: fitness, hardlopen, zwemmen, wielrennen/toerfietsen en wandelsport. De landelijke top-3 is fitness, wandelen en zwemmen. Het verschilt per sport of deze in georganiseerd verband wordt gedaan of niet. Hardlopen gebeurt meestal ongeorganiseerd, voetbal en tennis meestal georganiseerd en fitness met name in een commerciële sportschool. Top-9 meest beoefende sporten door volwassenen Totaal leeftijd geslacht man vrouw Fitness / cardio / kracht 31% 41% 27% 23% 28% 34% Hardlopen 25% 40% 23% 7% 26% 25% Zwemsport (excl. waterpolo) 17% 19% 17% 16% 15% 20% Wielrennen / mountainbike / toerfietsen 15% 14% 16% 15% 20% 10% Wandelsport 14% 9% 14% 20% 11% 16% Tennis 9% 11% 9% 7% 11% 8% Schaatsen 8% 8% 11% 4% 9% 7% Bowling 7% 11% 6% 3% 7% 6% Skiën / langlaufen / snowboarden 7% 9% 7% 3% 6% 8% Bron: Stadsenquête Leiden Staat van Leiden 2014

95 Sportaccommodaties en -stimulering Leidenaren beoordelen de sportmogelijkheden voor zichzelf in 2013 met een 7,2. De gemeente is eigenaar van bijna alle sportaccommodaties in Leiden. Het Sportbedrijf Leiden is verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van deze sportaccommodaties en verhuurt die aan de sportverenigingen. Een uitzondering daarop vormen de IJshal en een aantal tennisparken die geen eigendom zijn van de gemeente. Hoe beoordeelt de Leidenaar de accommodaties? Gemiddeld geven gebruikers in 2013 een 7,3 voor de hoeveelheid sportaccommodaties en een 7,2 voor de kwaliteit ervan. In de afgelopen jaren is dit gemiddelde rapportcijfer vrij constant. Gevraagd naar verbetertips, noemt men vooral onderhoud en uitstraling van de sportvoorzieningen. Beoordeling sportmogelijkheden en -accommodaties 7,3 7,4 7,2 7,2 7,2 7,3 7,1 7,0 7,2 Bron: Stadsenquête Leiden Sportmogelijkheden Hoeveelheid sportaccomodaties Kwaliteit sportaccommodaties De gemeente Leiden beheert drie zwembaden: De Zijl, het Vijf Meibad en openluchtzwembad De Vliet. Gezamenlijk trokken deze in 2013 ruim vierhonderdduizend bezoeken. Dat is iets meer dan de afgelopen twee jaren. Ruim de helft van het aantal bezoeken komt voor rekening van De Zijl. Bijna alle bezoeken aan De Vliet zijn recreatief van aard, bij De Zijl is dit ongeveer de helft van alle bezoeken en van het Vijf Meibad wordt juist veel gebruik gemaakt door verenigingen. Aantal zwembadbezoeken Bron: Sportbedrijf Leiden Het Sportbedrijf van de gemeente organiseert elk jaar cursussen om inwoners te laten kennismaken met verschillende sporten. Dit gebeurt in samenwerking met de verenigingen en is bedoeld voor beginners. Er zijn aparte cursussen voor volwassenen en voor kinderen. De cursussen voor kinderen worden schoolsport genoemd. Staat van Leiden

96 Aantal kennismakingscursussen Volwassenen Schoolsport Bron: Sportbedrijf Leiden 11.4 Bewegen Landelijk en ook in Leiden is er steeds meer aandacht voor de gezondheidsaspecten van sport. Vaak wordt het dan bewegen genoemd. Dat is ruimer dan alleen sport. Er is onderscheid tussen matig intensief actief zijn (bv tuinieren, wandelen en fietsen) en zwaar intensief actief zijn (waarbij men merkbaar sneller ademt en bezweet raakt). Er zijn verschillende normen om de mate van bewegen te meten: - De Norm Gezond Bewegen: voor volwassenen betekent dit dat zij op minimaal vijf dagen van de week minstens 30 minuten matig intensief actief zijn, voor kinderen zeven dagen per week minimaal een uur matig intensief actief. - Fitnorm: minimaal drie dagen per week minstens 20 minuten per dag zwaar intensief actief (zowel volwassenen als kinderen). - Combinatienorm: men voldoet aan de Norm Gezond Bewegen en/of aan de Fitnorm. Percentage Leidenaren dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen (NGB), Fitnorm en Combinorm Volwassenen Jongeren jaar NGB Fitnorm Combinorm NGB 66% 65% 67% 60% 53% 55% 38% 34% 27% 14% 21% 16% Bron: Stadsenquête Leiden Bron: Jongerenpeiling GGD In Leiden voldoet 55% van de volwassenen aan de Norm Gezond Bewegen, 34% aan de Fitnorm en 67% aan de Combinorm in In heel Nederland zijn deze percentages 53%, 34% en 62%. Dat is dus vergelijkbaar. Voor jongeren zijn geen vergelijkbare landelijke cijfers beschikbaar, wel het percentage kinderen 6-14 jaar dat voldoet aan de Norm Gezond Bewegen, dat is 12%. Van de Nederlandse kinderen voldoet 58% aan de fitnorm en 62% aan de combinorm. Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Onderwijs vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Stadsenquête over sportdeelname Rekenkamerrapport over sport Sportverenigingsmonitor Leiden 96 Staat van Leiden 2014

97 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 12 Cultuur 12.1 Inleiding Cultuur is één van de peilers van de stadsvisie Leiden, stad van ontdekkingen. Leiden is een historische stad met een breed aanbod aan culturele voorzieningen. Zo is de oudste schouwburg van het land hier te vinden, zijn de musea flinke publiekstrekkers, is er met BplusC een unieke combinatie van bibliotheek, muziekschool en volksuniversiteit en is eind 2014 poppodium Gebr. de Nobel geopend. In dit hoofdstuk staan de belangrijkste cijfers over de culturele sector in Leiden op een rijtje. Achtereenvolgens komen aan de orde: 12.2 Cultuurtoerisme in Leiden 12.3 Cultuur in Leiden ten opzichte van andere steden 12.4 Monumenten 12.5 Bezoek aan culturele voorstellingen door Leidenaren 12.6 Bezoek aan bioscopen, theater- en concertzalen en musea in Leiden 12.7 Evenementen 12.8 Actieve cultuurbeoefening door Leidenaren 12.9 Werkgelegenheid in de cultuursector Beleid en ontwikkelingen Samenvatting Leiden staat op nummer 4 van de cultuurindex Atlas voor gemeenten Cultuur als reden voor dagbezoek is het hoogst in Leiden 79% van Leidenaren bezoekt culturele voorstellingen In bezoeken aan Leidse podia Ruim museumbezoekers in 2013 Bezoek aan Leidse bioscopen na twee topjaren in 2013 weer gedaald 43% van de volwassen Leidenaren is zelf cultureel actief Werkgelegenheid in cultuursector sinds 2009 gestegen Staat van Leiden

98 12.2 Cultuurtoerisme in Leiden Per jaar brengen bijna één miljoen bezoekers bijna twee miljoen bezoeken aan Leiden. We hebben het dan over een dagje uit, niet over werk, school of familiebezoek. Wat is de belangrijkste reden voor mensen om een stad te bezoeken? Leiden is de stad waar de meeste bezoekers komen met een cultureel bezoekmotief. 43% van de dagbezoekers komt naar Leiden vanwege het culturele aanbod. Dit betekent dat de hoofdreden dat ze Leiden bezochten was: museumbezoek, stadswandeling, evenement, theater- of bioscoopbezoek. Percentage bezoekers met een culturele hoofdreden Leiden Amsterdam 41% 43% Deventer Utrecht 31% 32% Den Haag Tilburg Rotterdam Delft Haarlem Zutphen Maastricht Leeuwarden Dordrecht Arnhem Groningen Den Bosch Zwolle Amersfoort Eindhoven Hoorn Alkmaar Breda Enschede 28% 26% 26% 25% 23% 23% 23% 22% 22% 21% 20% 20% 18% 18% 18% 16% 16% 16% 15% Bron: Continu Vakantie Onderzoek, driejaarsgemiddelde Cultuur in Leiden ten opzichte van andere steden In de Atlas voor Gemeenten worden de 50 grootste gemeenten van Nederland op een aantal punten met elkaar vergeleken. Hieronder de plaats van Leiden op de verschillende ranglijsten die over cultuur en cultuurbeleving gaan. De laatste twee jaar heeft cultuur geen prominente plek gehad in de Atlas. 98 Staat van Leiden 2014

99 Leidse cultuur in de Atlas voor Gemeenten plaats in de top-50 (nummer 1 is het beste) Cultuurindex Aantal musea per inwoner Aantal bezoeken musea per inwoner Kunstenaars als % van de beroepsbevolking Aantal evenementen per inwoner Aanbod podiumkunsten totaal theatervoorstellingen klassieke concerten popconcerten Aantal bezoeken podiumkunsten per inwoner Aantal rijksmonumenten per inwoner Aantal boekwinkels per inwoner Aantal galerieën per inwoner Aantal doeken in filmhuizen per inwoner Bron: Atlas voor Gemeenten 12.4 Monumenten Zoals in bovenstaande tabel te zien is, heeft Leiden veel monumenten binnen de grenzen. Eind 2013 zijn er in totaal gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten. Gemeten naar de oppervlakte land (dus exclusief water), staat Leiden met het aantal rijksmonumenten op de eerste plaats in Nederland. Het is niet zinvol om het aantal gemeentelijke monumenten met elkaar te vergelijken, want gemeenten hanteren verschillende criteria om objecten aan te wijzen als monument. Aantal rijksmonumenten per vierkante kilometer (tussen haakjes het absolute aantal per gemeente) Leiden (1.260) 58 Amsterdam (7.036) Haarlem (1.198) Delft (902) Maastricht (1.660) 29 Enkhuizen (327) 26 Schoonhoven (149) Middelburg (1.113) Harlingen (513) Gouda (333) Bron: Erfgoed Nederland (2010) en gemeente Leiden (2013) Staat van Leiden

100 12.5 Bezoek aan culturele voorstellingen door Leidenaren Uit de Stadsenquête 2013 blijkt dat 79% van de Leidenaren in de afgelopen 12 maanden één of meer culturele voorstellingen heeft bezocht. Het meest bezocht is een film (3,6 keer per volwassen Leidenaar per jaar), toneelvoorstelling (1,0 keer per jaar) en een popconcert (0,9 keer per jaar). Jongere Leidenaren (18 t/m 34 jaar) brengen vaker een bezoek aan een culturele voorstelling dan ouderen en hoger opgeleiden vaker dan lager opgeleiden. Bezoek culturele voorstellingen door Leidenaren per jaar Totaal bezoek 79% Film in bioscoop of filmhuis 63% Toneelvoorstelling 26% Concert pop- / wereldmuziek 26% Cabaret of kleinkunst Concert klassieke muziek 19% 26% Musical 17% 2013 Bron: Stadsenquête Leiden 12.6 Bezoek aan bioscopen, theater- en concertzalen en musea in Leiden Bioscopen Leiden was met bezoekers in 2013 de 23 e gemeente van Nederland op basis van bioscoopbezoek. Het aantal bezoekers beleefde in 2011 en 2012 twee topjaren. Landelijk loopt het aantal bezoekers aan bioscopen sinds 2007 jaarlijks op. Aanbod en bezoek bioscopen in Leiden Aantal bioscopen Aantal doeken Aantal stoelen Aantal bezoekers (x 1.000) Recette (x 1.000) Rang op basis van bezoek Bron: Jaarverslag NVB / NVF 100 Staat van Leiden 2014

101 Theater- en concertzalen Het totale bezoekersaantal van de Leidse podia lag tussen 2007 en 2012 jaarlijks rond de tweehonderdduizend. Tussen 2007 en 2009 werd de Stadsgehoorzaal verbouwd. Vandaar de lagere bezoekersaantallen in die periode. In 2013 daalde het totale aantal bezoekers tot onder de Bezoek aan Leidse theater- en concertzalen Leidse Schouwburg LAK theater (in 2012 opgeheven) Scheltema Stadsgehoorzaal + De Waag LVC Muziekhuis / Q-bus Theater ins Blau Totaal Bron: Opgave afzonderlijke podia Musea Onderstaande grafiek laat de bezoekerscijfers van 2007 tot en met 2013 zien voor de zeven Leidse musea die aangesloten zijn bij de Museumgroep Leiden aangevuld met Molenmuseum de Valk. Tussen 2007 en 2013 liep het totale aantal bezoekers op van 640 naar 930 duizend. Volgens NRC Handelsblad stond Naturalis in 2013 op de 15 e plaats van Nederlandse musea, gemeten naar bezoekersaantal. En volgens het NBTC stond Naturalis op plek 50 van meest bezochte dagattracties in Nederland. De Times noemt museum Boerhaave in de top-50 van beste musea ter wereld. Bezoekersaantallen diverse Leidse musea Naturalis Rijksmuseum van Oudheden Hortus botanicus Leiden Museum Volkenkunde Museum Boerhaave Stedelijk museum De Lakenhal SieboldHuis Molenmuseum de Valk Bron: Museumgroep Leiden + gemeente Leiden Staat van Leiden

102 12.7 Evenementen 78% van de Leidenaren vindt dat er in Leiden voldoende te beleven is; 15% vindt van niet en 7% heeft geen mening. Als rapportcijfer voor de levendigheid geeft men in 2013 een 7,1; 39% geeft een 8 of hoger en 22% een onvoldoende. Uit de Veiligheidsmonitor 2013 blijkt dat een ruime meerderheid (72%) van de Leidenaren positief staat tegenover evenementen, ook in de binnenstad waar men er meer overlast van ervaart. Rapportcijfer levendigheid 7,3 7,1 7,4 7,5 7,3 7, Bron: Stadsenquête Leiden 12.8 Actieve cultuurbeoefening door Leidenaren Ruim vier op de tien Leidenaren beoefent zelf een culturele activiteit. Dat is vergelijkbaar met eerdere jaren en met andere steden. Muziek maken (instrument bespelen of zingen), fotografie/film en tekenen/schilderen zijn het meest populair. Jongeren tot 35 jaar en hoger opgeleiden beoefenen relatief vaker zelf een culturele activiteit, 50-plussers en lager opgeleiden relatief het minst vaak. Van alle Leidenaren is 19% aangesloten bij een culturele instelling of vereniging, meestal in Leiden. Percentage Leidenaren dat culturele activiteiten beoefent Totaal participatie 43% Muziekinstrument bespelen Fotografie, film, video Tekenen, schilderen Zingen 16% 13% 17% 12% Bron: Stadsenquête Leiden 102 Staat van Leiden 2014

103 12.9 Werkgelegenheid in de cultuursector De cultuursector biedt in Leiden werkgelegenheid aan ongeveer achthonderd mensen. Hieronder vallen onder andere kunstenaars met een bedrijf en werknemers bij musea en podia. Het aantal bedrijven en instellingen is tot en met 2012 sterk gestegen; vaak zijn dit zelfstandigen. Ook het aantal werknemers laat een gestage stijging zien. Werkgelegenheid in de cultuursector Aantal vestigingen Aantal werknemers Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland, stand per 1 januari (totaal van SBI-codes 90 en 91) Beleid en ontwikkelingen Leids beleid In 2012 heeft de Leidse gemeenteraad unaniem de nieuwe Cultuurnota vastgesteld. Alle fracties in de raad spraken hun waardering uit voor de manier waarop de cultuurnota tot stand kwam. Voor het opstellen van de nieuwe cultuurnota is het college in gesprek gegaan met betrokkenen uit de stad. Met de inzichten uit alle bijeenkomsten, (social media-) discussies, bijdragen en onderzoeken is de nieuwe nota geschreven. De cultuurvisie luidt: Cultuur in onze historische stad is een dragende pijler van de stadsvisie Leiden, Stad van Ontdekkingen en maakt daardoor Leiden één van de aantrekkelijkste steden van Nederland: de kracht van cultuur is de toekomst van de stad. De ambities van de cultuurnota zijn: Cultuur heeft een breed en divers aanbod, met meer kwaliteit en vernieuwing; Cultuur versterkt de levendigheid en identiteit van de (binnen)stad; Cultuur (ver)bindt en ontwikkelt talenten en activiteiten die passen bij Leiden, Stad van Ontdekkingen. Algemene trends In de cultuurnota worden externe ontwikkelingen genoemd die van belang zijn voor cultuurbeleid: Nederland vergrijst Nederland wordt veelkleuriger De belevingseconomie is in opkomst Cultuurhistorie beleeft een revival Er vinden meer cross-overs plaats tussen kunstvormen Groeiend belang van cultureel ondernemerschap De rijksoverheid bezuinigt op cultuur Daarnaast zijn de volgende meer recente ontwikkelingen van belang: Opkomst nieuwe media, leidt tot nieuw cultuuraanbod en tot veranderingen in afname Toename bezoekersaantallen van musea Toename van festivals en evenementen Staat van Leiden

104 Meer informatie? bijvoorbeeld Meer informatie over Cultuur vindt u op Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers Stadsenquête over cultuurparticipatie Cultuur in Leiden (Atlas voor gemeenten) LeidenPanel over cultuurbeleid 104 Staat van Leiden 2014

105 Staat van Leiden 2014 Hoofdstuk 13 Jeugd 13.1 Inleiding Het programma Jeugd heeft raakvlakken met veel andere programma s. Thema s als bijvoorbeeld studentenhuisvesting, overlast van jongeren, kinderopvang en onderwijs komen in andere hoofdstukken van deze Staat van Leiden aan de orde. In dit hoofdstuk beschrijven we: 13.2 Aantal Leidenaren tot 27 jaar 13.3 Gezondheid en welzijn van jongeren 13.4 Vrijetijdsbesteding van jongeren 13.5 Beleid en ontwikkelingen Samenvatting Op 1 januari 2014 heeft Leiden 43,4 duizend inwoners onder de 27. De grootste groep is die van 18 t/m 26 jaar: 23,0 duizend, waaronder natuurlijk veel studenten. 86% van de Leidse jongeren beoordeelt de eigen gezondheid als goed of heel goed. 13% heeft een risico op psycho-sociale problemen. In 2013 was 9% van de jongeren te zwaar. In 2013 voldeed 16% van de jongeren aan de Norm Gezond Bewegen (minimaal een uur per dag matig intensief bewegen). Van de jongeren ontbijt 77% dagelijks. 32% van de 11- t/m 18-jarigen heeft de afgelopen maand wel eens alcohol gedronken. Dit percentage loopt op van 6% van de 11- t/m 13-jarigen naar 71% van de 16- t/m 18-jarigen Jongeren drinken gemiddeld 6,4 glazen alcohol per week. Jongens en oudere kinderen drinken meer. Staat van Leiden

106 (x duizend) (x duizend) 13.2 Aantal Leidenaren tot 27 jaar Op 1 januari 2014 heeft Leiden 43,4 duizend inwoners onder de 27. De grootste groep is die van 18 t/m 26 jaar: 23,0 duizend, waaronder natuurlijk veel studenten. De grafiek hieronder toont de ontwikkeling van de omvang van vier leeftijdsgroepen van 2004 tot en met Het aantal 18- t/m 26-jarigen is van 2009 tot 2014 toegenomen met 3,7 duizend personen, een onverwacht hoge toename. Aantal Leidenaren tot 27 jaar van 2004 tot 2024 (x duizend) ,4 19,5 19,4 19,3 19,3 19,3 19,7 20,5 21,2 22,1 23,0 22,9 23,0 23,0 22,9 22,7 22,5 22,5 22,6 22,6 22, ,5 9,5 9,4 9,3 9,3 9,2 9,1 9,0 9,0 8,9 8,9 8,9 8,9 8,9 9,0 9,0 9,1 9,1 9,3 9,3 9, ,1 7,1 7,0 7,0 7,0 6,8 6,7 6,6 6,7 6,6 6,5 6,6 6,6 6,5 6,4 6,4 6,4 6,2 6,2 6,3 6, ,5 5,4 5,3 5,2 5,0 4,9 5,0 5,1 5,1 5,0 4,9 4,9 4,9 5,0 5,1 5,2 5,3 5,4 5,5 5,5 5,6 De PEARL-prognose van 2013 was te laag voor de 18- t/m 26-jarigen, daarom zijn de cijfers tot 2024 naar boven bijgesteld. Bron: BRP (2004 t/m 2014) en CBS/PBL (2015 t/m 2024, bewerking BOA) Kinderen, jongeren en jongvolwassenen wonen niet gelijk verdeeld over de districten. Zo wonen jongvolwassenen, waaronder natuurlijk veel studenten, in grote getale in het centrum; minderjarigen wonen juist meer buiten het centrum. Aantal Leidenaren tot 27 jaar per district, 1 januari Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Leiden- Noord Bos- en Gasthd. Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Merenwijkd. Stevenshofd. jonger dan 4 0,2 0,4 0,1 0,7 1,1 0,8 0,5 0,1 0,6 0,4 4 t/m 11 0,3 0,5 0,1 1,1 2,0 1,3 0,8 0,3 1,5 0,9 12 t/m 17 0,1 0,4 0,1 0,7 1,3 1,0 0,6 0,2 1,2 1,0 18 t/m 26 3,4 5,0 0,5 2,4 2,2 3,6 1,8 1,5 1,4 1,3 Bron: BRP 106 Staat van Leiden 2014

107 13.3 Gezondheid en welzijn van jongeren De gegevens waarop we de gezondheid van jongeren baseren zijn grotendeels afkomstig uit de Jeugdpeiling. Dit is een onderzoek van de GGD onder leerlingen van 11 t/m 18 jaar van het vmbo, havo en vwo en is voor de laatste keer in 2013 gehouden. Behalve dat dit onderzoek de basis vormt voor het beleid van de GGD en de gemeente is het ook de basis voor het Veilig Opgroeien in de buurt. In Leiden is namelijk in 2003, 2008 en in 2013 de Jeugdpeiling gecombineerd met de speciaal voor Veilig Opgroeien ontworpen vragenlijst. Dit uit de Verenigde Staten overgekomen concept (Communities That Care, CTC) wordt in Leiden al enige tijd met succes toegepast. Het onderzoek spoort risico- en beschermende factoren en probleemgedrag op en op basis daarvan wordt een wijk gekozen waar preventief jeugdbeleid wordt ingezet om probleemgedrag en maatschappelijke uitval te verminderen. De aandacht gaat uit naar Leiden Noord, Stevenshofdistrict, Morsdistrict en Bos- en Gasthuisdisctrict. Gezondheid, gewicht, beweging en voeding 86% van de Leidse jongeren beoordeelt de eigen gezondheid als goed of heel goed. Desondanks voelt ruim een derde zich belemmerd door een langdurige aandoening en/of een allergie. 13% van de jongeren heeft een risico op psychosociale problemen, inclusief 5% met een groot risico op psychosociale problemen. 8% van de jongeren is in de afgelopen drie maanden weleens gepest op school en 15% is in het afgelopen jaar slachtoffer geweest van cyberpesten. Ruim de helft (57%) rapporteert problemen door het gebruik van sociale media, zoals slaap- en concentratieproblemen en te weinig tijd voor huiswerk. 10% van de leerlingen heeft in de afgelopen maand gespijbeld, een derde van de leerlingen heeft verzuimd wegens ziekte. Het percentage leerlingen dat gespijbeld heeft is ten opzichte van peiljaar 2008 afgenomen (van 18% naar 10%) evenals het percentage leerlingen dat verzuimd heeft wegens ziekte (van 43% naar 30%). In 2013 voelde 20% van de jongeren zich te zwaar (11% van de jongens en 31% van de meisjes). Aan de hand van de Body-Mass-Index (BMI; berekend aan de hand van de zelf opgegeven lengte en gewicht) was 9% te zwaar. Waarschijnlijk is het iets hoger als het door een arts wordt gemeten. 1% van de jongeren had in 2013 ernstig overgewicht en 3% van de jongeren had ernstig ondergewicht. Het percentage jongeren dat over- of ondergewicht rapporteert is in de afgelopen tien jaar ongeveer gelijk gebleven. Opgegeven over- en ondergewicht Leidse jongeren van 11 t/m 18 jaar Bron: GGD Jongerenpeiling 2013 Staat van Leiden

108 Hoewel ruim driekwart van de leerlingen minstens één keer per week sport en twee derde lid is van een sportvereniging, voldoet slechts 16% aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Deze norm houdt in dat de jongeren elke dag minimaal een uur matig intensief moeten bewegen. Jongeren van 11 t/m 13 jaar sporten het meest, en jongens sporten meer dan meisjes. Het percentage jongeren dat in 2013 lid is van een sportvereniging (69%) is vergelijkbaar met het percentage in peiljaar Aantal dagen per week minimaal één uur bewegen naar leeftijd Bron: GGD Jongerenpeiling 2013 Van de jongeren ontbijt 77% dagelijks. Iets minder dan de helft (44%) eet dagelijks groente; 1% zegt nooit groente te eten en circa een derde (36%) eet dagelijks fruit. Deze eetgewoonten verslechteren allemaal met het toenemen van de leeftijd tussen 11 en 18 jaar. Alcoholgebruik, roken en drugs 32% van de 11- t/m 18-jarigen heeft de afgelopen maand wel eens alcohol gedronken. Dit percentage loopt op van 6% van de 11- t/m 13-jarigen naar 71% van de 16- t/m 18-jarigen. Een vijfde (22%) van de jongeren dronk bij minimaal één gelegenheid vijf glazen of meer (binge-drinken). Dit loopt op met de leeftijd. Jongeren drinken gemiddeld 6,2 glazen alcohol per week. Jongens en oudere kinderen drinken meer, meisjes en niet-westers allochtonen minder dan gemiddeld. Het laatste komt omdat een deel (onder andere vanwege het geloof) in het geheel niet drinkt. De meerderheid van de jongeren (80%) geeft aan dat de ouders het (heel) slecht vinden als zij vaak alcohol drinken.. Als we het alcoholgebruik door de tijd heen willen vergelijken kan dat alleen op basis van een selectie van 12- t/m 17-jarigen op het voortgezet onderwijs. In 2003 had 52% van deze groep de afgelopen maand gedronken, in 2008 was dit 43% en in 2013 is dit gedaald naar 32%. De algemene conclusie van de GGD is dat het percentage leerlingen dat drinkt is afgenomen. Ook het percentage jongeren dat rookt is afgenomen. In 2008 had 20% van de jongeren in de afgelopen maand gerookt, in 2013 is dit gedaald naar 14%. Veertien procent van de jongeren heeft in de afgelopen maand waterpijp gerookt. Vijf procent van de jongeren heeft in de afgelopen maand cannabis gebruikt en 1% heeft harddrugs gebruikt. 108 Staat van Leiden 2014

Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en zorg.

Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en zorg. Hoofdstuk 1 Bevolking 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaat het om de Leidse bevolking: hoeveel inwoners zijn er, wat zijn hun kenmerken, waar in de stad wonen zij, zijn vragen waarop dit hoofdstuk ingaat.

Nadere informatie

Wonen. Hoofdstuk Inleiding

Wonen. Hoofdstuk Inleiding Hoofdstuk 3 Wonen 3.1 Inleiding Leiden is een aantrekkelijke stad om in te wonen met veel voorzieningen op diverse terreinen. Dit hoofdstuk gaat over woningen en wonen. Achtereenvolgens komen aan de orde:

Nadere informatie

Kiezen. in krappe tijden. Strategische Verkenningen

Kiezen. in krappe tijden. Strategische Verkenningen Kiezen in krappe tijden Strategische Verkenningen 2014-2018 Deel II Staat van Leiden 2013 Staat van Leiden 2013 Colofon Gemeente Leiden Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Serie Statistiek 2013 / 08 071

Nadere informatie

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Staat van Leiden 214 Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde:

Nadere informatie

Leidse bevolking groeit in 2014 met 378 personen

Leidse bevolking groeit in 2014 met 378 personen Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidse bevolking groeit in 214 met 378 personen ONTWIKKELING VAN DE LEIDSE BEVOLKING IN 214 Op 1 januari

Nadere informatie

Staat van Leiden 2012

Staat van Leiden 2012 Staat van Leiden 2012 Colofon Gemeente Leiden Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Serie Statistiek 2012 / 14 oktober 2012 071 516 5064 boa@leiden.nl www.leiden.nl/statistiek Aan de Staat van Leiden 2012

Nadere informatie

Leidse bevolking groeit in 2013 met 1,4 duizend personen

Leidse bevolking groeit in 2013 met 1,4 duizend personen Februari 214 Leidse bevolking groeit in 213 met 1,4 duizend personen ONTWIKKELING VAN DE LEIDSE BEVOLKING IN 213 Op 1 januari 214 heeft Leiden 121.216 inwoners, 1,4 duizend (+1.49) meer dan een jaar eerder

Nadere informatie

Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden

Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden September 21 ugu Bevolkings- en huishoudensprognose Leiden 21 24 Samenvatting 1. De totale bevolkingsomvang Leiden verandert tot 24 nauwelijks: schommelt tussen 116,7 en 118,4 duizend inwoners (117,5 duizend

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden September 2013 ugu Minimuminkomens in Leiden Samenvatting De armoede in Leiden is na 2009, net als in heel Nederland, toegenomen. Dat blijkt uit cijfers uit het regionaal inkomensonderzoek van het Centraal

Nadere informatie

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde: 7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt

Nadere informatie

BOA. Feitenblad De Leidse bevolking in Af in 2015 Bij in inwoners. mannen: vrouwen: 62.

BOA. Feitenblad De Leidse bevolking in Af in 2015 Bij in inwoners. mannen: vrouwen: 62. Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming De Leidse bevolking in 216 122.612 inwoners : 17.222 (14%) 2 64: 81.38 (66%) : 59.665 : 62.947

Nadere informatie

De Leidse bevolking in inwoners

De Leidse bevolking in inwoners De Leidse bevolking in 218 124.417 inwoners Colofon Analyses voor en vormgeving van deze publicatie door: BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek

Nadere informatie

Ontwikkeling van de Leidse bevolking in 2010

Ontwikkeling van de Leidse bevolking in 2010 Maart 211 ugu Ontwikkeling van de Leidse bevolking in 21 Op 1 januari 211 had Leiden 117.951 inwoners; 86 meer dan een jaar daarvoor toen Leiden 117.145 inwoners had. De ontwikkeling van de bevolking is

Nadere informatie

Onderwijs in cijfers 2016

Onderwijs in cijfers 2016 Onderwijs in cijfers 2016 BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek 2016 / 11 Omslag: Schema onderwijssysteem in Nederland (bron: Wikimedia commons)

Nadere informatie

De Leidse bevolking in 2018

De Leidse bevolking in 2018 De Leidse bevolking in 218 124.417 inwoners 6.287 mannen 64.13 vrouwen BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek 218 / 3 2 De Leidse bevolking in

Nadere informatie

Huishoudens in Leiden

Huishoudens in Leiden 211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het

Nadere informatie

Welzijn en (gezondheids)zorg

Welzijn en (gezondheids)zorg Hoofdstuk 14 Welzijn en (gezondheids)zorg 14.1 Inleiding Een belangrijke doelgroep voor het welzijns- en zorgbeleid zijn de ouderen. Dit hoofdstuk begint daarom met het in kaart brengen van deze groep

Nadere informatie

Kerncijfers Holland Rijnland

Kerncijfers Holland Rijnland 2012 Kerncijfers 2013 Inhoud Voorwoord 3 Technische toelichting 5 1. Benchmark 6 2. Kerncijfers per gemeente 10 3. Oppervlakte en bodemgebruik 26 4. Bevolking 28 5. Wonen 36 6. Economie & toerisme 39 7.

Nadere informatie

De Leidse bevolking in inwoners

De Leidse bevolking in inwoners De Leidse bevolking in 217 123.753 inwoners Colofon Analyses voor en vormgeving van deze publicatie door: BELEIDSONDERZOEK Gemeente Leiden info@leidenincijfers.nl www.leidenincijfers.nl serie statistiek

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden Juli 2012 ugu Minimuminkomens in Leiden Het CBS voert periodiek regionale inkomensonderzoeken uit, gebaseerd op gegevens van de belastingdienst. Momenteel zijn de meest actuele cijfers die van 2009. Uit

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s: Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Leiden cijfers www

Leiden cijfers  www Leidenincijfers intro INTROI bevolking I toerisme I sport en bewegen I wijkcijfers I economie I onderwijs I inkomen I bestuur & begroting I regio Leiden, stad van ontdekkingen Leiden is de Stad van ontdekkingen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2005 t/m eind 2015

Gemeentepersoneel in Leiden eind 2005 t/m eind 2015 Beleidsonderzoek & Analyse BOA draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Gemeentepersoneel in Leiden eind 25 t/m eind 215 Eind 215 heeft de gemeente Leiden 1.348 medewerkers, 643 vrouwen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-246 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding

Onderwijs. Hoofdstuk 10. 10.1 Inleiding Hoofdstuk 10 Onderwijs 10.1 Inleiding Leiden kennisstad heeft een hoog opgeleide bevolking en herbergt binnen haar grenzen veel onderwijsinstellingen. In dit hoofdstuk gaat het zowel om de opleiding die

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-243 Datum Juli 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Leiden cijfers www

Leiden cijfers   www Leidenincijfers intro INTROI bevolking I toerisme I sport en bewegen I wijkcijfers I economie I onderwijs I inkomen I bestuur & begroting I regio Leiden, stad van ontdekkingen Leiden is de Stad van ontdekkingen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2

Nadere informatie

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s: Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-244 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk Andijk Opm eer Medem blik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2010 117.145 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden en is gebaseerd op kerncijfers uit de Gemeentelijke

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen

Nadere informatie

Leidenincijfers Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio

Leidenincijfers Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming 2015 Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio BELEIDSONDERZOEK 071-516 5122 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Gemeentepersoneel in Leiden

Gemeentepersoneel in Leiden Maart 212 ugu Gemeentepersoneel in Leiden Ruim vijftienhonderd: zoveel medewerkers had de gemeente Leiden aan het eind van 211. Dat zijn er ongeveer tweehonderd minder dan zeven jaar eerder. Wat veranderde

Nadere informatie

Sociaal wijkprofiel 2015 Merenwijk

Sociaal wijkprofiel 2015 Merenwijk Sociaal wijkprofiel 215 bevolking werk en inkomen Inwoners 215: 14.363 65+: 2.687 (19%) 2-64: 8.29 (56%) mannen: 7.11 - vrouwen: 7.262

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014 DATUM 7 december 2014 PROJECTNUMMER 3400.106 OPDRACHTGEVER Woningmarktmonitor provincie : de staat van de woningmarkt medio 2014 Inleiding Afgelopen maand is er een nieuwe update uitgevoerd van de Woningmarktmonitor

Nadere informatie

Utrecht bij de hand 2014. Utrecht.nl

Utrecht bij de hand 2014. Utrecht.nl bij de hand 204.nl Bevolking per --204 Met 328.000 inwoners, is de vierde stad van Nederland. is een studentenstad met een relatief jonge bevolkingsopbouw en de hoogst opgeleide beroepsbevolking van de

Nadere informatie

Studenten hoger onderwijs in Leiden

Studenten hoger onderwijs in Leiden September 2010 ugu Studenten hoger onderwijs in Samenvatting 1. In het studiejaar 2009/10: wonen er in 1 duizend studenten hoger onderwijs, dat is 10% van de bevolking; studeren er in 25,7 duizend studenten,

Nadere informatie

Sociaal wijkprofiel 2015 Stevenshof

Sociaal wijkprofiel 2015 Stevenshof Sociaal wijkprofiel 215 bevolking werk en inkomen Inwoners 215: 11.443 65+: 1.67 (14%) 2-64: 7.261 (63%) mannen: 5.78 - vrouwen: 5.735

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Kerncijfers Holland Rijnland

Kerncijfers Holland Rijnland 2013 Kerncijfers 2014 Inhoud Voorwoord Voorwoord 3 Technische toelichting 5 1. Benchmark 6 2. Kerncijfers per gemeente 10 3. Oppervlakte en bodemgebruik 28 4. Bevolking 30 5. Wonen 38 6. Economie en toerisme

Nadere informatie

Gemeenteraadszetels Partij

Gemeenteraadszetels Partij Brochure 2017 Kerncijfers gemeente Zutphen op 1-1-2017 Inwoners 47.339 Oppervlakte in ha. 4.293 Woningen 21.806* Bedrijfsvestigingen, april 2016 4.000 Werkzame personen, april 2016 (excl. uitzendkrachten)

Nadere informatie

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor

Gouda ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor 3. Fysieke kwaliteit 3.1 Wonen en stedelijkheid Samenvatting: Woonaantrekkelijkheidsindex ligt centraal in de Randstad en is gelet op het inwonertal de 46e gemeente van Nederland. De Atlas voor Gemeenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden telt begin januari 2001 ruim 117 duizend inwoners en bestaat uit vier stadsdelen, die samen weer zijn op te delen in tien districten. Eén op de drie (volwassen)

Nadere informatie

Jeugd. Hoofdstuk Inleiding

Jeugd. Hoofdstuk Inleiding Hoofdstuk 13 JEUGD Jeugd 13.1 Inleiding Het programma Jeugd heeft raakvlakken met veel andere programma s. Thema s als bijvoorbeeld studentenhuisvesting, overlast van jongeren, kinderopvang en onderwijs

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2009 116.818 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...

Nadere informatie

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2018 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s: Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente 's-gravenhage Woningmarktrapport 3e kwartaal 216 Gemeente 's-gravenhage Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Minimuminkomens in Leiden,

Minimuminkomens in Leiden, Mei 214 Minimuminkomens in Leiden, 25-211 Samenvatting De armoede in Leiden is ook in 211, net als in heel Nederland, toegenomen. Dat blijkt uit cijfers uit het regionaal inkomensonderzoek van het Centraal

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Alphen aan den Rijn Woningmarktrapport 3e kwartaal 217 Gemeente Alphen aan den Rijn Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 Aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Hoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten

Hoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten Hoe leefbaar is Leiden? & Leiden in de Atlas voor Gemeenten Colofon Serie Statistiek 2010/06 juni 2010 Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Afdeling Strategie en Onderzoek Gemeente Leiden tel: 071 516 5123

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2008 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Beter leven voor minder mensen

Beter leven voor minder mensen 1 Beter leven voor minder mensen Het verbeteren van de leefbaarheid in de regio Eemsdelta is het centrale uitgangspunt van het Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta. Om te kijken hoe de regio zich ontwikkelt

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2008 116.891 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Woningmarktanalyse Gooise Meren Woningmarktanalyse Gooise Meren Op basis van WOZ en BAG gegevens Versie Kerngegevens Woningmarktanalyse Gooise Meren De in dit rapport gepresenteerde analyses zijn gemaakt met behulp van gemeentelijke

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0 Stadsmonitor -Samenvatting- Modules Samenvatting 1 Wonen en woonaantrekkelijkheid 2 Gezondheid en zorg 3 Werk 4 Duurzame stad 5 Binnenstad 6 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Sociaal wijkprofiel 2015 Binnenstad-Noord

Sociaal wijkprofiel 2015 Binnenstad-Noord Sociaal wijkprofiel 215 Binnenstad- bevolking werk en inkomen Inwoners 215: 15.33 65+: 1.173 (8%) 2-64: 12.18 (79%) mannen: 7.368 - vrouwen: 7.935

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Leiden

Werkgelegenheid in Leiden maart 2010 Werkgelegenheid in Leiden Jaarlijks publiceert de eenheid Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) de meest actuele cijfers over het aantal bedrijven en werkzame personen in Leiden gebaseerd op het

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Inhoud Inleiding... 3 Demografie... 4 Wonen... 7 Bronvermelding... 8 Inleiding In 2011 ging het experiment Duurzame beschermde dorpsgezichten

Nadere informatie