het College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "het College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H."

Transcriptie

1 107833/107861/ Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond vanwege een vormfout. Beroep tegen tweede en derde schorsing ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te F, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. R. van Viersen en het College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H. te Voortwis 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij beroepschrift van 18 juli 2017, ingekomen op 19 juli 2017, en aangevuld op 25 juli 2017, heeft A beroep ingesteld tegen het besluit van de werkgever van 9 juni 2017 om hem met onmiddellijke ingang te schorsen voor de duur van vier weken (besluit 1, dossier ). Bij beroepschrift van 3 augustus 2017, ingekomen op 4 augustus 2017, heeft A beroep ingesteld tegen het besluit van de werkgever van 6 juli 2017 om hem voor maximaal drie maanden te schorsen (besluit 2, dossier ). De werkgever heeft op 28 september 2017 een verweerschrift ingediend. Bij beroepschrift van 6 oktober 2017, ingekomen op 9 oktober 2017, heeft A beroep ingesteld tegen het besluit van de werkgever van 4 oktober 2017 om de schorsing die bij besluit 2 is opgelegd, met drie maanden te verlengen (besluit 3, dossier ). De werkgever heeft op 9 november 2017 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de beroepen, die gevoegd werden behandeld, vond plaats op 30 november 2017 te Utrecht. A verscheen in persoon en werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De werkgever werd ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw C, voorzitter van het College van Bestuur. Zij werd bijgestaan door de gemachtigde. A heeft een pleitnotitie overgelegd. 2. DE FEITEN A, geboren op 28 december 1953, is sinds 1 augustus 1990 werkzaam bij de werkgever, laatstelijk in de functie van adjunct-directeur van christelijke basisschool D (hierna: de school), in een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao po. De dochter van A zit in het schooljaar in groep 7 van de school. Zij krijgt in dat jaar één keer per week (studie)begeleiding bij een huiswerkinstituut, genaamd E , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 1 van 8

2 In 2016 is op de school het drempelonderzoek ingevoerd. Dit is een toets voor het te verstrekken schooladvies voor het voortgezet onderwijs (hierna: vo)-schooladvies aan leerlingen. A heeft het drempelonderzoek via zijn dochter aan E verstrekt, door deze in een enveloppe aan haar mee te geven. Vervolgens is het drempelonderzoek op 17 mei 2017 in groep 7 afgenomen. De dochter van A herkent onderdelen die zij heeft geoefend bij E en meldt dat aan haar leerkracht en aan A. De leerkracht heeft dit vervolgens gemeld aan de directeur van de school. Op 9 juni 2017 heeft de werkgever A mondeling meegedeeld voornemens te zijn hem bij wijze van ordemaatregel voor vier weken te schorsen. De werkgever geeft A kort bedenktijd om zijn reactie op het voornemen te geven. A heeft daarna op diezelfde dag mondeling zijn zienswijze naar voren gebracht. Bij brief van 9 juni 2017 heeft de werkgever het besluit tot schorsing als ordemaatregel voor de duur van vier weken genomen, waarbij A tevens de toegang tot het gebouw en het terrein van de school wordt ontzegd (schorsingsbesluit 1). Voornoemde brief van de werkgever bevat de mededeling dat er nader onderzoek zal worden uitgevoerd naar wat er is gebeurd. Bij brief van 14 juni 2017 heeft de werkgever A meegedeeld voornemens te zijn hem bij wijze van ordemaatregel voor de duur van ten hoogste drie maanden te schorsen. De reden van het voornemen is gelegen in het feit dat het onderzoek nog niet is afgerond. A heeft op 4 juli 2017 schriftelijk verweer gevoerd tegen dit voornemen. Bij brief van 6 juli 2017 heeft de werkgever het besluit tot schorsing als ordemaatregel voor de duur van maximaal drie maanden genomen, waarbij A tevens de toegang tot het gebouw en het terrein van de school en van alle andere van de stichting uitgaande scholen wordt ontzegd (schorsingsbesluit 2). De werkgever deelt bij dit besluit aan A mee dat het onderzoek nog in volle gang is. Bij brief van 21 september 2017 heeft de werkgever A meegedeeld voornemens te zijn de aan hem bij besluit van 6 juli 2017 opgelegde schorsing als ordemaatregel met drie maanden te verlengen. De reden van het voornemen is gelegen in het beraad dat over het dienstverband van A plaatsvindt. A heeft op 27 september 2017 schriftelijk verweer gevoerd tegen dit voornemen. Bij brief van 4 oktober 2017 heeft de werkgever het besluit genomen, inhoudende dat de nog van kracht zijnde schorsing als ordemaatregel wordt verlengd met een periode van drie maanden, tot en met 9 januari 2018 (schorsingsbesluit 3). De grond voor deze schorsing is gelegen in artikel 3.17 lid 3 juncto artikel 3.15 sub d cao po. Gedurende die periode wordt A tevens de toegang tot het gebouw en het terrein van de school en alle andere van de stichting uitgaande scholen ontzegd. De werkgever deelt A bij dit besluit mee zich te beraden over zijn dienstverband. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Standpunt A , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 2 van 8

3 Schorsingsbesluit 1 A stelt zich op het standpunt dat er geen gronden zijn om hem te schorsen en dat onduidelijk is waarom de werkgever tot 9 juni 2017 heeft gewacht met het treffen van (rechts)maatregelen. Voorts voert A aan dat de werkgever bij het opleggen van de schorsing in strijd met het bepaalde in de cao po heeft gehandeld. Het besluit is niet rechtsgeldig tot stand gekomen. Artikel 3.20 lid 1 cao po schrijft voor dat de werkgever de werknemer bij een voornemen tot schorsing in de gelegenheid dient te stellen om binnen drie weken na verzending van het voornemen zijn zienswijze mondeling, dan wel schriftelijk kenbaar te maken en dat de werknemer zich hierbij kan laten bijstaan door een raadsman of raadsvrouw. De werkgever heeft A echter (onverwachts) het voornemen tot schorsing mondeling meegedeeld. A diende vervolgens binnen een half uur zijn zienswijze op het voorgenomen besluit kenbaar te maken. Schorsingsbesluit 2 A is van mening dat het feitencomplex het besluit niet rechtvaardigt. A ging er vanuit dat het drempelonderzoek ieder jaar werd vervangen door een nieuwe versie en dat het alleen werd uitgevoerd in groep 8. Daarom veronderstelde hij dat met de toets van het vorige jaar kon worden geoefend. Daarnaast is de uitslag van het drempelonderzoek niet leidend, maar ondersteunend in het opstellen van het voorlopig schooladvies. A heeft niet vermoed en hoefde evenmin redelijkerwijs te vermoeden, dat het drempelonderzoek niet mocht worden gebruikt als oefenmateriaal. Ook de plek waar hij de, overigens losbladige, toets aantrof, te weten in een bak in het magazijn, deed niet vermoeden dat dit een toets was die niet mocht worden gebruikt als oefentoets. A heeft nooit tot doel gehad om enig (toets)resultaat van zijn dochter te beïnvloeden. Het besluit borduurt voort op het eerder ondeugdelijk en onjuist genomen besluit en kan daardoor niet in stand blijven. Een schorsing van drie maanden is onredelijk lang en verstoort op ernstige wijze terugkeer in zijn functie. A begrijpt ten slotte niet dat het ontzeggen van de toegang tot het gebouw en het terrein van de school wordt uitgebreid naar het ontzeggen van de toegang tot alle andere van de stichting uitgaande scholen. De reden hiervoor wordt in het besluit niet nader gemotiveerd. Schorsingsbesluit 3 A stelt zich op het standpunt dat in dit besluit geen nieuwe feiten worden aangehaald en hij vindt het onbegrijpelijk dat dit besluit genomen wordt op dezelfde gronden als de twee eerder genomen besluiten. Reden voor de twee eerder genomen besluiten was gelegen in het onderzoek dat werd uitgevoerd. Dat onderzoek is inmiddels afgerond en er is daarom geen reden voor een nieuwe schorsing. A heeft ter zitting verklaard dat hij zijn eigen rol, dat hij zelf het drempelonderzoek in een enveloppe aan zijn dochter had meegegeven, niet eerder aan de directeur kenbaar heeft gemaakt, omdat er sprake was van een getroebleerde relatie tussen hem en de directeur. A ziet in dat hij op dit punt verkeerd heeft gehandeld. A betwist dat hij medewerkers heeft benaderd met het verzoek hun mond te houden over het gebeurde. Wel heeft hij, nadat hij eind mei 2017 met de directeur had gesproken, E gevraagd het drempelonderzoek te , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 3 van 8

4 verwijderen uit hun materiaal. Dat was echter om te voorkomen dat het drempelonderzoek nogmaals als oefentoets kon worden gebruikt. A werkt al 41 jaar voor de werkgever en is nog 2,5 jaar van zijn pensioen verwijderd. Gelet daarop is het vreemd dat de werkgever er niet voor heeft gekozen om met hem het gesprek aan te gaan, maar er direct voor heeft gekozen om juridische stappen te nemen. Standpunt werkgever Schorsingsbesluiten 1 en 2 De werkgever stelt dat met betrekking tot schorsingsbesluit 1 en 2 niet in strijd met de cao po is gehandeld. Het spoedeisende karakter van schorsingsbesluit 1 maakt dat het in de praktijk bij een voornemen daartoe gebruikelijk is dat een werknemer op dezelfde dag dat hij over het voornemen wordt geïnformeerd, in de gelegenheid wordt gesteld om zijn zienswijze ten aanzien van dit voornemen te geven. Het spoedeisende karakter verdraagt zich niet met een zienswijze periode van drie weken, waarvan in artikel 3.20 cao po sprake is. Ook de PO-raad heeft desgevraagd aangegeven dat een termijn van drie weken voor het kenbaar maken van de zienswijze bij een spoedschorsing niet werkbaar is en dat de sociale partners dit ook niet hebben beoogd. Op dit punt is er sprake van een fout in de cao po. Voor zover de Commissie dit standpunt niet deelt, is A desondanks niet in zijn belangen geschaad, nu er bij schorsingsbesluit 2 wel conform de voornemenprocedure is gehandeld en dit besluit inhoudelijk en procedureel als zelfstandig besluit dient te worden aangemerkt. Over de rol van A bereikten de werkgever verschillende signalen. Zo zou A medewerkers op de school hebben benaderd en hebben geprobeerd te voorkomen dat zij naar de directeur zouden gaan. Ook zou hij een dergelijk verzoek aan E hebben gedaan. De werkgever achtte het daarom noodzakelijk dat er op de school een nader extern onderzoek zou worden uitgevoerd naar de gang van zaken met betrekking tot het drempelonderzoek. Het was onwenselijk dat A gedurende dat onderzoek op de school aanwezig zou zijn. Anders dan door A wordt gesteld, is het drempelonderzoek niet van mindere waarde dan andere toetsen, zoals bijvoorbeeld de Cito-toets. De uitslag van het drempelonderzoek is een belangrijke indicator voor het schooladvies voor het vo dat in groep 8 wordt gegeven. Ook de vorm van het drempelonderzoek en de plaats waar A het aantrof, rechtvaardigen niet dat de toets zomaar door een medewerker wordt meegenomen. Voorts is het niet de taak van een school om een huiswerkinstituut van (test)materiaal te voorzien. De reden dat schorsingsbesluit 1 eerst op 9 juni 2017 is genomen, is gelegen in het feit dat A in eerste instantie heeft verzwegen dat hij zelf E het drempelonderzoek ter beschikking had gesteld. De directeur van de school heeft dit pas op 7 juni 2017 van E vernomen. Schorsingsbesluit 3 De werkgever weerspreekt dat het besluit is genomen op dezelfde gronden als de twee eerder genomen besluiten. De werkgever is, na het uitgevoerde en op 27 juli 2017 voltooide onderzoek en de reactie van A daarop eind augustus 2017, in september 2017 tot de slotsom gekomen dat in redelijkheid niet kan worden gevergd dat het dienstverband met A nog langer wordt voortgezet. De gedragingen van A zijn ernstig verwijtbaar en er is sprake van een diepe en ernstige vertrouwensbreuk tussen de werkgever en A. Daarom is er ook niet voor gekozen om het gesprek met A aan te gaan. A is van het voornemen tot beëindiging van het , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 4 van 8

5 dienstverband bij brief van 8 september 2017 in kennis gesteld en hij heeft daarop mogen reageren, wat hij op 28 september 2017 heeft gedaan. In deze periode heeft de werkgever de voornemenprocedure met betrekking tot schorsingsbesluit 3 opgestart, omdat het einde van de periode waarin schorsingsbesluit 2 van kracht was, in zicht kwam. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid en de ontvankelijkheid Aangezien de beroepen zijn gericht tegen één van de besluiten, genoemd in artikel 12.1 cao po, en binnen de daartoe geldende termijn zijn ingesteld, is de Commissie bevoegd van de beroepen kennis te nemen en zijn deze ontvankelijk. Schorsingsbesluit 1 (107833) De schorsing van 9 juni 2017 betreft een schorsing als ordemaatregel als bedoeld in artikel 3.16, lid 1 cao po. Artikel 3.16 cao po luidt als volgt: 1. De werkgever kan de werknemer schorsen voor ten hoogste vier weken, indien dit gelet op het belang van de instelling dringend noodzakelijk is. 2. Voordat de werknemer wordt geschorst, wordt deze in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze omtrent de voorgenomen schorsing kenbaar te maken. Een besluit tot schorsing wordt zo spoedig mogelijk daarna doch uiterlijk binnen drie dagen schriftelijk bevestigd. De zienswijze van de werknemer omtrent de schorsing wordt in deze bevestiging opgenomen. Gedurende de periode dat het besluit nog niet is bevestigd, kan de werknemer de toegang tot het gebouw en de terreinen van de instelling(en) worden ontzegd. Artikel 3.20 lid 1 cao po luidt, voor zover hier van belang: Het voornemen tot een besluit tot schorsing als bedoeld in artikel 3.16 wordt per aangetekend schrijven aan de werknemer ter kennis gebracht, die in de gelegenheid wordt gesteld om binnen drie weken na verzending van het voornemen zijn zienswijze mondeling dan wel schriftelijk kenbaar te maken. De werkgever heeft met verwijzing naar een bij de PO-raad ingewonnen advies, zich beroepen op het feit dat daaruit blijkt dat de tekst van de cao niet overeenkomt met de bedoeling van cao-partijen. A heeft zich er op beroepen dat deze bedoeling van cao-partijen voor hem niet kenbaar was of had kunnen zijn en dat daarom afgegaan moet worden op de tekst van hetgeen in de cao is bepaald. Die is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad geldt voor de uitleg van een bepaling van een cao de zogeheten cao-norm. Deze houdt in dat aan een bepaling van een cao een uitleg naar objectieve maatstaven moet worden gegeven, waarbij in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, van doorslaggevende betekenis zijn. Het komt dan niet aan op de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 5 van 8

6 gebracht, voor zover deze niet uit de daarin opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin de cao is gesteld. Bij deze uitleg kan onder meer acht worden geslagen op de elders in de cao gebruikte formuleringen en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden, op zichzelf mogelijke tekstinterpretaties zouden leiden (vgl. HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9889, NJ 2012/142). Ook de bewoordingen van de eventueel bij de cao behorende schriftelijke toelichting moeten bij de uitleg van de cao worden betrokken (vgl. HR 31 mei 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2376, NJ 2003/110). Indien de bedoeling van de partijen bij de cao naar objectieve maatstaven volgt uit de cao-bepalingen en de eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting, en dus voor de individuele werknemers en werkgevers die niet bij de totstandkoming van de overeenkomst betrokken zijn geweest, kenbaar is, kan ook daaraan bij de uitleg betekenis worden toegekend (vgl. HR 28 juni 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE4366, NJ 2003/111). De Commissie constateert dat de bedoeling van cao-partijen dat de verweertermijn van drie weken als bedoeld in art cao po ten onrechte van toepassing is verklaard, noch uit de tekst of uit een daarop gerichte toelichting bij de cao blijkt. De bepalingen in de cao po ter zake van schorsing laten geen ruimte voor interpretatie. Artikel 3.20 lid 1 cao po verwijst expliciet naar de schorsing als genoemd in artikel 3.16 cao po, zodat de werkgever de bepalingen van artikel 3.20 lid 1 cao po ook bij het opleggen van een (spoed)schorsing op grond van artikel 3.16 lid 1 cao po in acht moet nemen. De werkgever kan, gelet op het bepaalde in de laatste volzin van artikel 3.16 lid 2 cao po, de ordemaatregel tot ontzegging van de toegang opleggen, ook gedurende de termijn waarop de werknemer in de gelegenheid wordt gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken. Dit brengt met zich mee dat enerzijds het belang voor de werknemer om de zienswijze snel kenbaar te maken groot kan zijn in het geval de werkgever van deze mogelijkheid gebruik maakt, maar anderzijds de cao de werknemer ook in de gelegenheid stelt om enige tijd te kunnen nemen om zijn zienswijze kenbaar te maken, indien hij daar behoefte aan heeft. Anders dan artikel 3.20 lid 1 cao po voorschrijft, heeft de werkgever A geen drie weken gegund om zijn zienswijze te geven op het voornemen hem te schorsen, maar hem slechts zeer kort, een half uur zo is door A onweersproken gesteld, in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Daardoor is A geschaad in zijn door de cao po beschermde belang zich adequaat te kunnen verweren tegen een voornemen van de werkgever om hem te schorsen. Reeds daarom is het beroep van A tegen schorsingsbesluit 1 gegrond. Schorsingsbesluit 2 (107861) Ten aanzien van het schorsingsbesluit van 14 juli 2017 overweegt de Commissie dat de werkgever de voornemenprocedure in overeenstemming met de bepalingen van de cao po heeft gevolgd. Inhoudelijk toetst de Commissie een schorsing als ordemaatregel, waarvan hier sprake is, terughoudend. Bij het bepalen van de gang van zaken in de school, dus ook bij het beoordelen , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 6 van 8

7 of het belang van de instelling het opleggen van de schorsing vordert (artikel 3.15 sub d cao po), komt immers aan de werkgever een grote mate van vrijheid toe. De Commissie overweegt dat ten tijde van het nemen van schorsingsbesluit 2 voor de werkgever, hoewel het onderzoek formeel nog niet was afgerond, wel al vaststond wat er feitelijk was gebeurd met betrekking tot het drempelonderzoek en de rol van A daarin. De werkgever heeft aangegeven dat hij behoefte had aan een breder onderzoek om onder meer de context van hetgeen was voorgevallen te onderzoeken en of vergelijkbaar handelen eerder aan de orde was geweest. Het feit dat A in eerste instantie aan zijn directeur niet de waarheid heeft verteld over zijn rol en het belang van het drempelonderzoek bagatelliseert en daarmee zijn handelen rechtvaardigt, maakten dat de werkgever behoefte had aan een grondig en zorgvuldig extern onderzoek. De werkgever heeft aangegeven van oordeel te zijn op deze manier op zorgvuldige wijze rekening te hebben gehouden met alle belangen. De Commissie is van oordeel dat met name het feit dat A niet van begin af aan open kaart heeft gespeeld naar zijn directeur, mede tot gevolg heeft gehad dat de werkgever heeft kunnen besluiten om een extern onderzoek te laten verrichten en daarbij het noodzakelijk heeft gevonden dat A niet op school aanwezig was. De gespannen relatie met zijn directeur en het feit dat de dochter van A in de klas van andere teamleden zat, maakten, aldus de werkgever, dat de schorsing gerechtvaardigd was om ongewenste beïnvloeding door A of oplopende spanningen binnen het team te voorkomen. De Commissie is van oordeel dat de werkgever daarmee voldoende aannemelijk heeft gemaakt welke belangen hij heeft laten meewegen bij het opleggen van de schorsing. Gelet daarop acht de Commissie het schorsingsbesluit gerechtvaardigd. De Commissie verklaart het beroep tegen schorsingsbesluit 2 daarom ongegrond. Schorsingsbesluit 3 (107922) Ten aanzien van het schorsingsbesluit van 4 oktober 2017 heeft de werkgever eveneens de voornemenprocedure van artikel 3.20 cao po gevolgd. De werkgever heeft als grond voor deze schorsing aangevoerd dat het belang van de instelling het opleggen van de schorsing vordert. De Commissie stelt vast dat in het besluit wordt aangegeven dat het onderzoek is afgerond. Het onderzoeksrapport is op 27 juli 2017 uitgebracht en A heeft op 25 augustus 2017 daarop schriftelijk zijn reactie gegeven. In het schorsingsbesluit wordt voorts vermeld dat de werkgever A bij brief van 8 september 2017 de eindconclusie heeft meegedeeld die op basis van de bevindingen is getrokken. Die houdt in dat er volgens de werkgever sprake is van een dermate diepe en ernstige vertrouwensbreuk tussen de werkgever en A, dat van de werkgever niet in redelijkheid kan worden gevergd dat het dienstverband met A nog langer wordt voortgezet. Op 28 september 2017 is hierop door A gereageerd. De Commissie stelt daarmee vast dat de werkgever de eerste stap heeft gezet richting beëindiging van het dienstverband van A. Hoewel de werkgever er voor had kunnen kiezen, gezien de stand van zaken op 4 oktober 2017, om A ex artikel 3.17 lid 1 cao po te schorsen, acht de Commissie schorsing op grond van artikel 3.15 sub d cao po in deze niet onbegrijpelijk. Daarbij houdt de Commissie ook rekening met het feit dat het voornemen tot verlenging van , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 7 van 8

8 de schorsing op deze grond reeds was kenbaar gemaakt, voordat de reactie van A op de eindconclusie van 8 september 2017 door de werkgever was ontvangen. Gelet op het feit dat de werkgever geen vertrouwen meer heeft in A en er een voornemen tot beëindiging van het dienstverband lag (waartoe de ontbindingsprocedure inmiddels bij de kantonrechter in gang is gezet), is de Commissie van oordeel dat de werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het belang van de instelling vordert dat A in de tussentijd niet tot de school wordt toegelaten en zwaarder mag wegen dan het belang van A om hangende de ontslagprocedure weer toegelaten te worden op zijn werkplek. De Commissie is derhalve van oordeel dat de werkgever in redelijkheid tot het nemen van schorsingsbesluit 3 heeft mogen overgaan en zal daarom het beroep tegen deze schorsing ongegrond verklaren. De Commissie geeft daarbij geen oordeel over de vraag of er voldoende redelijke grond is voor de door de werkgever nagestreefde beëindiging van het dienstverband, welke vraag niet bij de Commissie voorligt, maar ter beantwoording aan de kantonrechter is. De Commissie wenst ten slotte niet onopgemerkt te laten dat het haar bevreemdt dat er gedurende de gehele schorsingsperiode op geen enkel moment een gesprek tussen de werkgever en A, die 41 jaar naar behoren lijkt te hebben gefunctioneerd, heeft plaatsgevonden. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen verklaart de Commissie - het beroep tegen schorsingsbesluit 1 gegrond; - het beroep tegen schorsingsbesluit 2 ongegrond; - het beroep tegen schorsingsbesluit 3 ongegrond. Vastgesteld te Utrecht op 4 januari 2018 door mr. L.C.J. Sprengers, voorzitter, mr. M.J. van Dasselaar en mr. P.H.M. Kanters, leden, in aanwezigheid van mr. C.M. Noomen, secretaris. mr. L.C.J. Sprengers voorzitter mr. C.M. Noomen secretaris , en /uitspraak d.d. 4 januari 2018 pagina 8 van 8

107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was.

107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. 107502/107581 - De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK 107991/108080 Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. 107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak.

108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. 108490/108540 - Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. 108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M. 107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de

Nadere informatie

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] 108047 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] en het College van Bestuur van [de werkgever], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat er onvoldoende grond voor de schorsing was.

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat er onvoldoende grond voor de schorsing was. 108550 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond, omdat er onvoldoende grond voor de schorsing was. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

Nadere informatie

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. 108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. 108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

Nadere informatie

UITSPRAAK. de heer [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. R.H.M.

UITSPRAAK. de heer [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. R.H.M. 108633 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel ongegrond; de inhoud van de e- mailwisseling tussen de docent en een minderjarige leerlinge was voldoende reden om een onderzoek in te stellen. in het

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105924 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De gymleraar heeft bezittingen van leerlingen in bewaring genomen. Na de les ontbreekt een ipod. De werkgever stelt dat de werknemer in strijd

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma 107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

SAMENVATTING. 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; HBO

SAMENVATTING. 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; HBO SAMENVATTING 106049/106052 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden en tegen vrijstelling van werkzaamheden; De aan het ontslag ten grondslag gelegde gewichtige reden houdt verband met het functioneren

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. 106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,

Nadere informatie

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft. 108604 - Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk.

Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk. 108263 - Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante,

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. S.K. Oskam 107544 Terugplaatsing in de functie docent LB is onthouding van promotie. De terugplaatsing is redelijk omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten van docent LD en omdat hij de aangeboden

Nadere informatie

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING 107547 - Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van een schorsing als ordemaatregel afgewezen omdat het gedrag van de werknemer heeft geleid tot onrust bij studenten en hij niet open stond voor overleg

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; PO

Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; PO 106792 - Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; in het geding tussen: UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A gemachtigde:

Nadere informatie

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO

SAMENVATTING / Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO SAMENVATTING 105366 / 105383 Beroepen (2) tegen rddf-plaatsingen; PO De werkgever heeft de in de CAO PO voorgeschreven procedure om tot een rddf plaatsing te besluiten op een juiste wijze gevolgd. Op grond

Nadere informatie

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom

het College van Bestuur van de C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. W. Lindeboom 106605 - Door werkneemster bij volledige arbeidsgeschiktheid minder dan 50% van haar lessen in de bovenbouw toe te delen, is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden; in het

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting voor D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105932 - Beroep tegen indirecte onthouding promotie: Het beroep is gericht tegen de beslissing om de werknemer in het schooljaar 2013-2014 met 7 lessen in de bovenbouw en 7,5 lessen in de

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A 107607 - De overplaatsing als gevolg van boventalligheid houdt geen stand omdat de werkgever de regels die hij hiervoor heeft opgesteld niet juist heeft toegepast. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. SAMENVATTING 105957 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid; PO In geval van ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid is het, zeker bij een langdurig dienstverband, noodzakelijk dat

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO

SAMENVATTING. 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO SAMENVATTING 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; Werkgever heeft werkneemster bij wijze van ordemaatregel geschorst voor de duur van 4 weken omdat hij een onderzoek

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies.

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies. 107257 - De school heeft volgens de regels gehandeld bij het afgeven van het schooladvies. inzake de klacht van: ADVIES mevrouw A en de heer B te G/H, ouders van C, klagers tegen mevrouw D, directeur van

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105514 - Verzoek voorlopige voorziening om opheffing schorsing; Verzoekster is geschorst voor de duur van de procedure tot ontbinding dan wel beëindiging van de Omdat de werkgever heeft nagelaten

Nadere informatie

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische  levert geen plichtsverzuim op. UITSPRAAK 108343 - Beroep tegen berisping gegrond. De verzonden kritische e-mail levert geen plichtsverzuim op. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107669 - De terugplaatsing in de oude LB-functie komt neer op de onthouden van promotie. Terugplaatsing mocht omdat de werkneemster niet voldeed aan de functievereisten docent LD. in het geding tussen:

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105601 SAMENVATTING Werknemer heeft Niet Aangeboren Hersenletsel en er dient op advies van de bedrijfsarts een goede werkbalans te zijn. De werknemer wordt verweten dat zich een aantal incidenten hebben

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 105181 - Beroep tegen schriftelijke berisping; SAMENVATTING De werknemer wordt verweten dat hij disfunctioneert en hierin bewust geen verbetering brengt. Het complex aan feiten in onderlinge samenhang,

Nadere informatie

Commissie van Beroep BVE

Commissie van Beroep BVE SAMENVATTING 105083 De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op studiereis naar Londen is

Nadere informatie

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. 106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING 106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

het bestuur van de Schoolvereniging C, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. L.M.E.

het bestuur van de Schoolvereniging C, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. L.M.E. 107807 - Tegen waarschuwing staat geen beroep open; beroep tegen schorsing en berisping gegrond omdat belang van de instelling respectievelijk plichtsverzuim niet aannemelijk zijn gemaakt. UITSPRAAK in

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

105372/ Beroep tegen schorsing en ontslag wegens ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; BVE

105372/ Beroep tegen schorsing en ontslag wegens ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; BVE 105372/105373 - Beroep tegen schorsing en ontslag wegens ongeschiktheid, subsidiair wegens redenen van gewichtige aard; Aan het einde van het schooljaar is een aantal klachten van leerlingen en collega's

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014 Z -08 datum 27 juni 2014 Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies De school heeft geen passend schoolkeuzeadvies

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR.

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van [de school], gevestigd te [plaatsnaam], verweerder, hierna te noemen de PMR. 107987 UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van [naam stichting], gevestigd te [plaatsnaam], verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag, gemachtigde: mevrouw mr. S.A. Geerdink en

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 106562 - Ontslag wegens gewichtige omstandigheden (verstoorde arbeidsrelatie) dan wel ongeschiktheid niet toegestaan omdat deze onvoldoende zijn gebleken. Beroep tegen de schorsing houdt evenmin stand

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure. 108092 - Klacht over schooladvies wordt teughoudend getoetst. Schooladvies is gebaseerd op objectieve gegevens en is zorgvuldig tot stand gekomen. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw [klagers]

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager SAMENVATTING 105724 - Klacht over schorsing; VO Een vader klaagt erover dat de school zijn zoon op onjuiste gronden heeft geschorst en voor deze schorsing geen eenduidige reden heeft aangevoerd. De school

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106978 - De plaatsing van de schoonmaker-functie in het rddf is juist omdat de functiegroep schoonmaak vanwege formatietekort wordt opgeheven. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te E, appellante,

Nadere informatie

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster 107299 - De weg naar de Commissie moet altijd open staan. Het indienen of handhaven van een klacht mag geen reden zijn om maatregelen tegen een klager te nemen. inzake de klacht van: ADVIES mevrouw A te

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet en Hoger Beroepsonderwijs Beroep tegen besluit tot opzegging arbeidsovereenkomst o.g.v. 9.a.5 sub a dan wel artikel 9.a.5 sub i In het ontslagbesluit noemt verweerster als gronden voor het aan appellant gegeven ontslag de artikelen

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

[appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. H.J. Weekers

[appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. H.J. Weekers 108222 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat er geen sprake is van plichtsverzuim maar van functioneringsproblemen. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante,

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing.

Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing. 108563 - Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing. in het geding tussen: [appellante], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Commissie van Beroep BVE

Commissie van Beroep BVE 105933 - Beroep tegen ontslag wegens dringende reden, subsidiair wegens andere redenen van gewichtige aard; SAMENVATTING De werkgever kocht stageplaatsen in bij de fietsenwinkel van werknemer, die de bij

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G. 107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores

Nadere informatie

SAMENVATTING. 106382 - Beroep tegen mededeling einde tijdelijk dienstverband van rechtswege; PO

SAMENVATTING. 106382 - Beroep tegen mededeling einde tijdelijk dienstverband van rechtswege; PO SAMENVATTING 106382 - Beroep tegen mededeling einde tijdelijk dienstverband van rechtswege; De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat het verlengd tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. Er

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger 107990 - Geschil over voorgenomen verwijdering. De voorgenomen verwijdering is niet juist omdat onvoldoende onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling is gedaan en omdat de ernst van het

Nadere informatie

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/024 Klacht over te laag schooladvies, slechte begeleiding en gebrekkige communicatie. Klacht ongegrond. Advies aan: het bestuur van de stichting

Nadere informatie

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M. 108148 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerlingen en het ontbreken van een ontwikkelingsperspectief. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen;

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; PO

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; PO 106238- Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim/gewichtige omstandigheden en tegen schorsing als ordemaatregel; SAMENVATTING Het dienstverband is primair opgezegd wegens plichtsverzuim, kortweg bestaande

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

SAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO

SAMENVATTING t/m , t/m en Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; VO SAMENVATTING 104994 t/m 104997,104999 t/m 105002 en 105007 - Beroepen tegen ontslag wegens opheffing van de school; De werknemers voeren aan dat voortzetting van de school mogelijk is, dat de werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/054 Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. Advies

Nadere informatie

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5 107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106918 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A en het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. F

SAMENVATTING. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. F 105369 - Beroep tegen overplaatsing; SAMENVATTING De werknemer is overgeplaatst om drie redenen, namelijk een conflictsituatie, het advies van de bedrijfsarts en andere zwaarwichtige omstandigheden, zoals

Nadere informatie