Gemeente Katwijk. Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw. Julianaschool (hfd gebouw)

Transcriptie

1 Gemeente Katwijk Quickscan functionele en kwalitatieve staat onderwijsgebouw Julianaschool (hfd gebouw)

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting Vraagstelling Plan van aanpak Afbakening project Stappen Stap Stap Stap Stap Bevindingen Algemeen Fotocollage Algemene indruk Technische staat Binnenmilieu Functionele staat Conclusies Aanbevelingen Uitgangspunten ambitieniveau Kostenopgave aanbevelingen Bijlage I, Plattegrond gebouw Bijlage II, Conditiemeting Bijlage III, Binnenmilieu Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria

3 1 Inleiding en samenvatting Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs, heeft Asset Facility Management een quickscan uitgevoerd. De quickscan heeft betrekking op de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw waarin de Julianaschool is gehuisvest. Een functioneel, veilig en gezond schoolgebouw is een voorwaarde voor een goede leeromgeving. Een schoolgebouw dient aan diverse aspecten te voldoen om een fijne leeromgeving te kunnen bieden. In de loop der tijd is de manier waarop onderwijs in schoolgebouwen wordt gegeven veranderd. De voorzieningen in de (oudere) schoolgebouwen sluiten hierdoor niet meer in voldoende mate aan op de functionele behoeften. Dit rapport is het resultaat van een quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. De belangrijkste conclusies uit de quickscan zijn: De technische staat van het gebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform de NEN Het gebouw voldoet op luchtkwaliteit in drie leslokalen en het computerlokaal niet aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Dit betekent dat de luchtkwaliteit onvoldoende is. Het thermisch comfort in de zomer en winter voldoet wel (Respectievelijk C & B). Het functionele kwaliteitsniveau van het schoolgebouw is redelijk tot goed te noemen. Het gebouw voldoet niet aan de eisen van het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs op het gebied van compartimentering & binnenmilieu. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er aanpassingen moeten worden gedaan. In hoofdstuk 4 en bijlage 2 t/m 4 van dit rapport treft u de onderbouwing en uitgebreide onderzoeksresultaten aan die voor dit onderzoek zijn opgesteld. 3

4 2 Vraagstelling Voor de Gemeente Katwijk en het primair onderwijsbestuur, Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs, heeft Asset Facility Management quickscan uitgevoerd naar de functionele en kwalitatieve staat van het schoolgebouw. Deze quickscan bestaat uit drie onderdelen: Beoordeling technische kwaliteitsniveau schoolgebouw; Beoordeling energie en binnenmilieu prestatie schoolgebouw; Beoordeling functioneel kwaliteitsniveau schoolgebouw. Het doel van deze quickscan is de huidige technische en functionele kwaliteitsniveau van het gebouw in kaart te brengen. De resultaten worden getoetst aan een vooraf gesteld ambitieniveau (kwaliteitseisen). Het verschil tussen feitelijke en gewenste kwaliteit maken we inzichtelijk en hiervan maken we een kostenraming om het gebouw te verbeteren naar het gewenste ambitieniveau. 3 Plan van aanpak Hieronder beschrijven we de aanpak van de advieswerkzaamheden. 3.1 Afbakening project De quickscan naar de functionele en kwalitatieve staat heeft betrekking op de Julianaschool gelegen aan De Poel 2 te Rijsburg. 3.2 Stappen Voor de quickscan worden een aantal stappen doorlopen die hieronder worden toegelicht. De adviseur voert de quickscan op locatie uit. Hierbij worden geen (digitale) metingen verricht. Elke quickscan wordt gestart of afgesloten met een interview met de schooldirectie. Tijdens dit gesprek bespreken we de knelpunten die de schooldirectie ervaart tussen gewenste prestaties (technisch en functioneel) van het gebouw en de feitelijke prestaties. 4

5 3.2.1 Stap 1 Conditiemeting Door middel van een visuele inspectie bepalen we de bouwtechnische staat van het gebouw conform de methodiek Conditiemeting NEN2767. Hiervoor inspecteren we alle zwaarwegende bouw- en installatiedelen (*). Het huidige meerjarenonderhoudsplan gebruiken we als onderlegger, zodat alle bruikbare informatie op een efficiënte wijze wordt ingezet. Op basis van de conditiemeting bepaalt de adviseur op een objectieve wijze de technische staat (conditie) van het bouw- en installatiedeel. Dit resulteert in een overzicht van alle condities per bouw- en installatiedeel. De belangrijkste bevindingen brengen we in beeld door middel van een fotoreportage. * Onder de zwaarwegende gebouwelementen wordt verstaan: dak(constructie), gevel, fundering, overige draagconstructies, vloer- en plafondafwerking, warmteopwekking en distributie, eventuele luchtbehandeling en de elektra installatie Stap 2 Levensduurverlengende maatregelen Uit de conditiemeting volgen eventuele levensduurverlengende onderhoudsmaatregelen. De onderhoudsmaatregelen hebben als doel het gebouw minimaal 20 jaar in stand te houden. Het investeringsplan omvat een opsomming van onderhoudsmaatregelen (alléén groot onderhoud), inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de levensduur van het gebouw te verlengen. De geadviseerde onderhoudsmaatregelen vloeien voort uit de geconstateerde gebreken of elementen met een restlevensduur van minder dan 10 jaar (conditie 3 of slechter). 5

6 3.2.3 Stap 3 Binnenmilieu In deze stap brengen we de benodigde maatregelen in kaart, gericht op het verminderen van het energieverbruik en het verbeteren van het binnenmilieu. Simpelweg door isoleren en ventileren. In 2009 zijn door derden Energie en Binnenmilieu Adviezen (EBA) opgesteld. Deze rapportage gebruiken wij als onderlegger voor deze quickscan. De rapportage toetsen wij aan de huidige situatie en passen deze waar nodig aan. Hieruit volgen eventuele verbetermaatregelen. Het investeringsplan omvat een opsomming van verbetermaatregelen inclusief een globale kostenraming van benodigde investeringen om de prestaties van het gebouw te verbeteren. Het uitgangspunt voor de verbetermaatregelen is minimaal het bereiken van ambitieniveau C, in overeenstemming met het Programma van Eisen Frisse Scholen Stap 4 Functionele staat Voor de quickscan naar de functionele staat van het gebouw hanteren we het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Met het onderzoek toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee krijgen we inzicht in de functionele staat van het gebouw. De toetsing heeft voornamelijk betrekking op de onderdelen die van invloed zijn en/of relatief eenvoudig aanpasbaar zijn én bijdragen aan de onderwijsvisie van het schoolbestuur. De functionele kwaliteitscriteria hebben betrekking op geschiktheid van ruimte op basis van de activiteiten die er nu plaatsvinden. 6

7 4 Bevindingen 4.1 Algemeen Adresgegevens Gebouwgegevens Naam: Julianaschool Bouwjaar: 1971 Adres: De Poel 2 Verbouwing/renovatie: 2013 Postcode: 2231 TK Bruto vloeroppervlak: 1370 m2 Plaats: Rijnsburg Aantal bouwlagen: 2 BRIN-nummer: 14CR Plattegrond: Bijlage I Organisatie gegevens Organisatiesoort: Primair onderwijs Type onderwijs: Protestants Christelijk Basisonderwijs Kinderopvangvorm: BSO in één lokaal Leerlingenaantal: 235 Personeelsaantal: 11,2 fte 4.2 Fotocollage Exterieur (gevel) Exterieur (dak) Exterieur (terrein) Interieur (verkeersruimte) Interieur (aula) Interieur (lokaal) 7

8 4.3 Algemene indruk Het interieur maakt een verzorgde indruk. Het gebouw is ontworpen voor klassikaal onderwijs. Op de gangen zijn diverse werkplekken aanwezig voor zelfstudie of kleine groepjes. In het gebouw is voldoende kantoor- en bergruimte aanwezig conform opgave van de directie.. Het gebouw is vrijwel volledig rolstoelgeschikt. 4.4 Technische staat Het schoolgebouw verkeert bouwtechnisch en installatietechnisch gezien in een goede staat van onderhoud. Het gebouw dateert uit Later is het gebouw meerdere keren uitgebreid. In 2013 is de laatste uitbreiding gerealiseerd. De buitengevels en binnenwanden zijn gemetseld. De oude gevels zijn nageïsoleerd. De recentere gevels zijn geïsoleerd zijn met de bouw geïsoleerd. De kozijnen zijn uitgevoerd in hout. De kozijnen zijn voorzien van dubbele/isolerende beglazing. Op de zonbelaste gevels is buitenzonwering aanwezig in de vorm van uitvalschermen. Deze uitvalschermen kunnen bij sterkte wind niet naar beneden aan de waterzijde. Screens is geen optie omdat dat de ventilatie wordt belemmerd. De daken zijn afgewerkt met bitumineuze dakbedekking. De daken zijn grotendeels onlangs vervangen en daarbij ook geïsoleerd. De loodwerken bovendaks verkeren in een matige conditie. De zinken dakrandafwerking is plaatselijk beschadigd. Vervanging van het lood en herstel van de zinken dakrandafwerking wordt geadviseerd. Het buitenschilderwerk verkeert in een goede conditie. Het interieur maakt een verzorgde indruk. Elementen welke de komende 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Loodwerken bovendaks vervangen Buitenriolering vervangen (conditie onbekend?) Gevelbekleding / boeiboorden deels Sanitair renoveren Plafondafwerkingen vervangen deels Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen 8

9 Vloerafwerkingen vervangen deels Zonwering vervangen deels Cv-installatie vervangen Voegwerk plaatselijk herstellen Zinkwerk bovendak controleren en repareren Elementen waarvan wordt verwacht dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden zijn de boeiboorden, de keukenblokjes, een gedeelte van de plafonds en vloerafwerkingen, een gedeelte van de zonwering, een gedeelte van de bitumineuze dakbedekking, een gedeelte van de houten kozijnen, een gedeelte van de hemelwaterafvoeren en een gedeelte van de radiatoren en cvleidingen. Daarnaast komen de volgende installaties in aanmerking voor revisie: elektra installatie, inbraakinstallatie, ontruimingsinstallatie en de noodverlichting. 4.5 Binnenmilieu Om te kunnen beoordelen of een school veel of weinig energie verbruikt is in 2009 een EBA rapportage (d.d ) opgesteld waarin een indicatief energielabel is berekend. Een gebouw met een A++ label is zeer energiezuinig en een gebouw met een G label is zeer energie onzuinig. Uit de EBA rapportage komt naar voren dat het gebouw een indicatief energielabel heeft met een score G. Dit houdt in dat de energetische waarde van het schoolgebouw zeer slecht zou zijn en dat het gebouw niet energiezuinig is. Vermoedelijk is dit indicatieve energielabel achterhaald gezien de daken onlangs grotendeels zijn geïsoleerd en de uitbreiding van 2013, gezien de destijds geldende bouwbesluit eisen, goed is geïsoleerd. Daarnaast is een kwalificatie gegeven aan de luchtkwaliteit en het thermisch conform in de winter en het thermisch comfort in de zomer. De kwalificatie A t/m C is acceptabel, de kwalificatie D is niet acceptabel. De kwalificaties zijn hieronder weergegeven. De luchtkwaliteit van het binnenmilieu is onvoldoende (D). Het thermisch comfort in de winter is voldoende (B). Het thermisch comfort in de zomer is voldoende (C). 9

10 Gebouweigenschappen Isolatie De isolatiegraad van het gebouw loopt uiteen. De vloeren zijn vermoedelijk niet geïsoleerd, de gevels zijn na-geïsoleerd en de daken zijn onlangs grotendeels goed geïsoleerd. De isolatiegraad van de uitbreiding is goed gezien het bouwjaar van 2013 en de destijds geldende bouwbesluit eisen betreffende isolatie. De kozijnen zijn grotendeels voorzien van dubbele/isolerende beglazing. Verwarming In het gebouw is een energiezuinige cv-installatie (HR-107) aanwezig, die de temperatuur distribueert via radiatoren. De radiatoren zijn grotendeels voorzien van thermostatische radiatorknoppen, waardoor de temperatuur per ruimte geregeld kan worden. De stooktijden van de cv-installaties zijn vermoedelijk geoptimaliseerd. Zo wordt onnodig verwarmen voorkomen. Ventilatie In twee lokalen is in 2009/2010 gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning aangebracht. Dit functioneert goed. In de drie kleuterlokalen is slechts sprake van zeer beperkte natuurlijke ventilatie. In deze lokalen wordt op korte termijn gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning aangebracht. In vijf lokalen is natuurlijk dwarsventilatie aanwezig. Het klimaat in de lokalen is aangenaam en goed beheersbaar conform opgave van de directeur. In het computerlokaal is slechts zeer beperkt enkelzijdige ventilatie aanwezig. De ventilatiecapaciteit is theoretisch onvoldoende in het computerlokaal. Verlichting De verlichting bestaat deels nog uit conventionele TL en PL verlichting. In het nieuwe gedeelte is hoogfrequente energiezuinige T5 verlichting toegepast. De verlichting is in de lokalen in twee zones te schakelen. Er is geen daglichtafhankelijke regeling of aanwezigheidsdetectie aanwezig. Zonder het verrichten van (digitale) metingen lijkt de verlichting te voldoen aan de minimale lichtsterkte. Zonnepanelen Er zijn geen zonnepanelen op het dak aanwezig voor het opwekken van elektriciteit. Het plaatsen van zonnepanelen zou een bijdrage leveren aan het verlagen van de elektriciteitskosten en het verbeteren van het energielabel. 10

11 4.6 Functionele staat Het onderzoek naar de functionele staat van het schoolgebouw richt zich op een gewenste basiskwaliteit, waarbij het gebruikersbelang centraal staat. De aandachtspunten zijn hieronder opgesomd. Functionele en technische aandachtspunten Veiligheid Op basis van een visuele quickscan is er brandcompartimentering aanwezig tussen het voorste bouwdeel en het bouwdeel daar achter. Onveilige situaties zijn niet geconstateerd. Representativiteit De algemene uitstraling van het schoolgebouw is goed. Het gebouw is oud maar goed onderhouden. De hoofdentree is voldoende representatief. Het interieur komt verzorgd over. Logistiek Het schoolgebouw beschikt over verschillende ingangen. Ieder leeftijdscluster heeft zo haar eigen ingang. Door deze splitsing zijn de looproutes relatief kort en efficiënt. Compartimentering Het gebouw is ontworpen voor klassikaal onderwijs. Op de gangen zijn diverse werkplekken aanwezig voor zelfstudie of kleine groepjes. In het gebouw is één lokaal in gebruik als BSO-lokaal. De cv-installatie is niet gecompartimenteerd waardoor het hele gebouw verwarmd wordt als alleen de het BSO-lokaal wordt gebruikt. Flexibiliteit Het schoolgebouw is voorzien van veel dragende binnenwanden. Het is daardoor niet zonder meer mogelijk om de lokalen aan te passen aan een andere vorm van onderwijs dan de huidige klassikale vorm. Ook is het niet zonder meer mogelijk de lokalen samen te voegen. Enkel tussen het computerlokaal en de centrale ruimte is een flexibele scheidingswand aanwezig. Voorzieningen binnen In het schoolgebouw zijn verschillende ondersteunende ruimten voorzien zoals een lerarenkamer, een speellokaal, centrale ruimtes, een IB- en bespreekkamer, een directiekamer, een keukenruimte en enkele bergingen. Het ontbreekt het speellokaal aan een aparte berging. Hier is bewust voor gekozen bij de verbouwingen. Boven het kopieerapparaat is geen directe afzuiging aanwezig. 11

12 Toegankelijkheid Het gebouw is vrijwel geheel rolstoelgeschikt. Er is een MIVA-toilet aanwezig. Verkeersveiligheid De school ligt aan een rustige weg. Sinds er geen bouwverkeer meer doorheen rijdt is het veilig. Voorzieningen terrein De school beschikt over een schoolplein. Op het schoolplein aan de voorzijde is stallingsruimte voor fietsen aanwezig. Het schoolplein is omheind met een afsluitbaar hekwerk van circa 1,6 meter hoog. Vanaf het schoolplein is de inpandige berging bereikbaar. Op de schoolpleinen is beperkt groenbeleving aanwezig. Voor het personeel is een overdekte fietsenstalling aanwezig aan de achterzijde van het pand. 12

13 5 Conclusies Op dit moment voldoet de school niet aan de gestelde criteria en zullen er diverse bouwkundige aanpassingen en verbouwingen moeten plaatsvinden wil men hieraan voldoen. Technische staat Het technische kwaliteitsniveau van het schoolgebouw voldoet aan de minimale conditiescore 3 conform NEN Dit houdt in dat de zwaarwegende gebouwelementen in een acceptabele conditie verkeren. In bijlage II treft u een overzicht aan met de conditiescore per zwaarwegend gebouwelement. Binnenmilieu Het gebouw voldoet op het vlak luchtkwaliteit niet aan klasse C (C = acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen In 2009 was het resultaat van de EBA rapportage een indicatief energielabel G. Dit houdt in dat de energetische waarde van het schoolgebouw zeer slecht zou zijn en dat het gebouw niet energiezuinig is. Vermoedelijk is dit indicatieve energielabel achterhaald gezien de daken onlangs grotendeels zijn geïsoleerd en de uitbreiding van 2013, gezien de destijds geldende bouwbesluit eisen, goed is geïsoleerd. Om te voldoen aan klasse C zullen aanpassingen moeten worden gedaan. In de drie kleuterlokalen wordt op korte termijn gebalanceerde mechanische ventilatie met warmteterugwinning aangebracht. Deze lokalen voldoen dan ruim aan de gestelde minimale luchtkwaliteit. In het computer lokaal kan een van de aanpassingen zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit door het toevoegen van mechanische afzuiging. Hiermee wordt het computerlokaal beter geventileerd en daarmee gelijktijdig ook beter gekoeld met buitenlucht in de zomer. 13

14 Functionele staat Het gebouw voldoet niet aan de eisen van het kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs op het gebied van compartimentering & binnenmilieu. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er aanpassingen moeten worden gedaan. In de verwarmingsinstallatie is geen compartimentering aanwezig tussen het BSO lokaal en de overige lokalen en centrale ruimte. Het aanbrengen van compartimentering voorkomt dat het hele gebouw wordt gestookt wanneer elke het BSO lokaal in gebruik is. Daarmee wordt bespaard op de energiekosten. 14

15 6 Aanbevelingen 6.1 Uitgangspunten ambitieniveau Voor het ambitieniveau dat wordt nagestreefd, hanteren we de volgende uitgangspunten: Technische staat De technische staat van de bouwkundige en installatietechnische elementen die onderhoud behoeven, moeten minimaal voldoen aan een conditiescore 3 (NEN 2767). Dit komt overeen met een redelijk staat van onderhoud, waarbij de functievervulling van de elementen niet in gevaar komt. Om de levensduur van het gebouw met 20 jaar te verlengen moeten in de toekomst onderhoud wordt gepleegd. Elementen welke de komende 10 jaar zullen moeten worden aangepakt Loodwerken bovendaks vervangen Buitenriolering vervangen (conditie onbekend?) Gevelbekleding / boeiboorden deels Sanitair renoveren Plafondafwerkingen vervangen deels Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen Vloerafwerkingen vervangen deels Zonwering vervangen deels Cv-installatie vervangen Voegwerk plaatselijk herstellen Zinkwerk bovendak controleren en repareren Elementen waarvan wordt verwacht dat deze tussen 10 en 20 jaar vervangen moeten worden zijn de boeiboorden, de keukenblokjes, een gedeelte van de plafonds en vloerafwerkingen, een gedeelte van de zonwering, een gedeelte van de bitumineuze dakbedekking, een gedeelte van de houten kozijnen, een gedeelte van de hemelwaterafvoeren en een gedeelte van de radiatoren en cvleidingen. Daarnaast komen de volgende installaties in aanmerking voor revisie: elektra installatie, inbraakinstallatie, ontruimingsinstallatie en de noodverlichting. 15

16 Binnenmilieu Het binnenmilieu moet voldoen aan klasse C (acceptabel) conform het Programma van Eisen Frisse Scholen Om aan deze klasse te voldoen moeten de ventilatievoorziening aangepast worden. In de drie kleuterlokalen wordt op korte termijn gebalanceerde mechanische ventilatie met warmteterugwinning aangebracht. Deze lokalen voldoen dan ruim aan de gestelde minimale luchtkwaliteit. In de begroting is nog wel een stelpost opgenomen voor het aanbrengen van het ventilatiesysteem. Een van de aanpassingen in het computerlokaal kan zijn het verbeteren van de luchtkwaliteit door het toevoegen van mechanische afzuiging. Hiermee wordt het lokaal beter geventileerd en daarmee ook gekoeld door buitenlucht in de zomer. Gebruikersgedrag is in deze situatie zeer belangrijk. De natuurlijke ventilatieopeningen en mechanische afzuiging moeten handmatig bediend worden. Om de gebruikers van het leslokaal (docent en leerlingen) een instrument te geven wat aangeeft wanneer (extra) geventileerd moet worden, wordt geadviseerd in alle lokalen welke niet zijn voorzien van volledig automatische gebalanceerde ventilatie C02 meters te plaatsen. Bij het kopieerapparaat is geen directe afzuiging aanwezig. Geadviseerd wordt deze te realiseren. Functionele kwaliteitscriteria Het gebouw voldoet niet aan de eisen en wensen van de moderne tijd op het gebied van compartimentering en binnenmilieu. Om te voldoen aan het kwaliteitskader zullen er aanpassingen, verbouwingen en wellicht ook uitbreidingen gerealiseerd moeten worden. Compartimentering In de verwarmingsinstallatie is geen compartimentering aanwezig tussen het BSO lokaal en de overige lokalen en centrale ruimte. Geadviseerd wordt deze te realiseren. Gezien de afwijkende gebruikstijden van het BSO lokaal zal dit aanzienlijk schelen in de stookkosten. 16

17 6.2 Kostenopgave aanbevelingen Op basis van de geconstateerde punten kunnen we stellen dat het gebouw op enkele gewenste kwaliteitscriteria niet voldoet. Om het gebouw wel goed te laten aansluiten op de huidige en toekomstige behoeften zijn aanpassingen nodig. Hiervoor zijn meerdere bedenkbare scenario s mogelijk. Het verdient de voorkeur dat het schoolbestuur een langetermijnvisie op het gebied van onderwijs en huisvesting heeft. Op basis van deze visie is het mogelijk een passend scenario op te stellen. Hiervoor is echter een breder onderzoek nodig dan waarin deze quickscan voorziet. De quickscan is een eerste hulpmiddel bij het scherp krijgen van uw prioriteiten en maken van keuzes. In deze quickscan hebben wij de feitelijke situatie in beeld gebracht en getoetst aan de kwaliteitscriteria. Om het gebouw aan de minimale eisen te laten voldoen zijn de volgende aanpassingen noodzakelijk: Technische staat en levensduur verlengde maatregelen Aanbevolen maatregelen (exclusief terugkerende planmatige en correctieve onderhoudsmaatregelen): Loodwerken bovendaks vervangen Buitenriolering vervangen (conditie onbekend?) Gevelbekleding / boeiboorden deels Sanitair renoveren Plafondafwerkingen vervangen deels Schilderwerk: binnen & buiten (één volledige beurt opgenomen) Terreinverharding vervangen Vloerafwerkingen vervangen deels Zonwering vervangen deels Cv-installatie vervangen Voegwerk plaatselijk herstellen Zinkwerk bovendak controleren en repareren Gevelbekleding / boeiboorden deels Keukenblokjes vervangen Vloerafwerkingen vervangen deels Zonwering vervangen deels Daken deels incl. koepels en loodwerken vervangen Kozijnen vervangen deels Hemelwaterafvoeren vervangen

18 Inbraakinstallatie reviseren Elektrische installatie vervangen excl. armaturen Radiatoren + leidingen vervangen Noodverlichtingsarmaturen vervangen Ontruimingsinstallatie reviseren Globale raming kosten Onderhoud; Totaal (incl. BTW) Binnenmilieu Aanbevolen maatregelen: Aanbrengen thermostaatkranen. Stelpost Aanbrengen mechanische afzuiging in computerlokaal incl. plaatsen 5 st CO2 meters in 4 lokalen zonder gebalanceerde ventilatie en het computerlokaal. Vervangen conventionele verlichting door HF-T5 verlichting. Stelpost uit EBA Aanbrengen gebalanceerde ventilatie met WTW in de drie oude kleuterlokalen. Zonnepanelen aanbrengen PM Globale raming kosten aanpassingen Binnenmilieu; Totaal (incl. BTW) Functionele kwaliteitscriteria Aanbevolen maatregelen: Scheiding in cv-installatie aanbrengen voor lokaal BSO ivm afwijkende gebruikstijden. Afzuiging direct bij kopieerapparaat aanbrengen Verbeteren luchtkwaliteit opgenomen bij binnenmilieu - Globale raming kosten aanpassing Kwaliteitscriteria; Totaal (incl. BTW)

19 7 Bijlage I, Plattegrond gebouw Begane grond & kelder 19

20 8 Bijlage II, Conditiemeting Stap 1 en 2 De inspectie voor de conditiemeting en bepaling levensduur verlengende maatregelen is uitgevoerd volgens de methodiek NEN2767 Conditiemeting. De NEN2767 is een objectieve en betrouwbare methode voor het inspecteren van de technische staat van bouw- en installatiedelen op basis van een gebreken opname. Uit de gebreken opname komt een conditiescore tot stand. 20

21 21

22 22

23 9 Bijlage III, Binnenmilieu Stap 3 Een Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) beoordeelt de huidige situatie van de energie en het binnenmilieu. De beoordeling van de energetische kwaliteit en de kwaliteit van het binnenmilieu gebeurt op een uniforme wijze. Voor energie is het EBA vooral gebaseerd op de EPA-U methodiek en voor het binnenmilieu vooral op de ISSO 89 en de eendagsmethode van de GGD. Energiemaatregelen & binnenmilieumaatre gelen Thermostaatkranen plaatsen mechanische afzuiging klasse C incl. 5 st. CO2 meters hoeveelhe den geschatt e Invester ing Besparing energie [%] euro [per jaar] terug ver dienti jd [jaar] 12 st nvt nvt nvt 1 lok nvt nvt nvt Uitvoeren Wordt geadviseerd. Hoeveelheid ingeschat Wordt geadviseerd in het computerlokaal. Energiezuinige HF T5 verlichting aanbrengen 109 st % 250 > 20 Wordt geadviseerd. Hoeveelheid uit EBA. Gebalanceerde ventilatie met WTW klasse A Optie: gebalanceerde ventilatie met WTW klasse A incl. 5 st. CO2 meters Optie: gebalanceerde ventilatie klasse B incl. 5 st. CO2 meters 3 lok nvt nvt nvt 1 lok nvt nvt nvt 1 lok nvt nvt nvt Wordt geadviseerd in de drie oude kleuterlokalen. Wordt binnenkort aangebracht in deze lokalen. Optie ipv mechanische afzuiging klasse C in computerlokaal. Optie ipv mechanische afzuiging klasse C in computerlokaal. Optie: koeling 10 lok nvt nvt nvt Optie als aanvulling op huidige ventilatiesystemen en nieuwe ventilatiesystemen. 23

24 10 Bijlage IV, Functionele kwaliteitscriteria Stap 4 Kwaliteitskader huisvesting: resultaten quickscan Voor de quickscan hanteren we het Kwaliteitskader huisvesting basisonderwijs (VNG / PO-Raad) als onderlegger. In overleg met het schoolbestuur stellen wij het belang van de kwaliteitscriteria vast en bespreken we de knelpunten die de functionaliteit van de school belemmeren. Hierbij worden geen metingen verricht. In het kwaliteitskader is de gewenste basiskwaliteit vastgesteld. Het kwaliteitskader stelt de gebruiker centraal en is een hulpmiddel om gewenste ambities bespreekbaar te maken en eventuele keuzes te maken. Door middel van de quickscan toetsen we de gewenste gebouwprestaties aan de feitelijke situatie. Hiermee wordt inzicht verkregen in de functionele en kwalitatieve staat van het gebouw. Om de functionele staat van het gebouw inzichtelijk te maken kijken we naar de basiskwaliteitseisen die gesteld worden aan de gebruikswaarde van het gebouw. Het betreft de te verwachten prestaties van onder andere de omvang, situering en geschiktheid van ruimten, op basis van de activiteiten die er plaatsvinden. Als methodiek om de belangen te registreren hanteren we de gebruikswaarde analyse. Met deze methodiek is het mogelijk om per uit te voeren maatregel, het belang van het schoolbestuur tot uiting te brengen. Per beoordelingsaspect (uit te voeren maatregel) wordt de Prioriteit (weging) door het schoolbestuur vastgesteld. De Score, de mate waarin het aspect voldoet aan de gestelde functionaliteit, stellen wij na afstemming op locatie vast. Prioriteit: 6 = ZH (zeer hoog) 3 = R (redelijk) 5 = H (hoog) 2 = L (laag) 4 = M (matig) 1 = ZL (zeer laag) Score: 8 = (onacceptabel) 4 = (storend) 0 = goed 6 = (overlast/stress) 2 = (kan beter) Belang: Het belang, de noodzaak voor de uitvoering van aanpassing, is Prioriteit x Score. 24

25 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 1 Architectonische kwaliteitscriteria ten aanzien van belevingswaarde / beeld- en sfeerverwachting BELEVING 1.1 Exterieur (beeldverwachting buitenkant) B0 2. Entree(s) (gewenste benaderbaarheid) * Entreebenadering, uitnodigend, karakter, herkenbaarheid, representatieve ontvangst b Bezoekersentree is ruim (>12m2) en representatief van opzet J m2. Voldoende representatief c Scholen groter dan 200 leerlingen beschikken over meerdere entrees J st. 1.2 Interieur (beeldverwachting binnenkant) B0 3. Zichtlijnen (gewenste ruimtelijkheid) * a Ruimtelijkheid, aantrekkingskracht, transparantie (glaswanden) wandopeningen en doorzichten (openheid/ beslotenheid) Om gevoel sociale veiligheid te vergroten zijn wanden langs verkeersruimten altijd voorzien van ramen >zie ook D13 N Gangen centraal in gebouw B0 4. Kleur / materiaal (gewenste representativiteit) * Aantrekkelijkheid, stimulerend (rust- drukte), identiteit, leesbaarheid a Kleur/materiaal gebruik ondersteunt oriëntatie in het gebouw J 2 0 c Kleur/materiaalgebruik ondersteunt functie van ruimte > zie ook D1 t/m D9 J 2 0 B0 5. Trappen (gewenste verbindingen) * Ruimtelijkheid, uitnodigend, speelaanleiding, verticale ver- bindingen, traptype (open -gesloten) a Trappen zijn zodanig gesitueerd dat onnodig geloop door het gebouw wordt voorkomen J 2 0 Enkel trap naar kelder (bergruimte) 1

26 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding B0 6. Routing (gewenste looplijnen) * Vindbaarheid, oriëntatie, herkenbaarheid, veiligheidsgevoel verkeersruimten Logistiek (routing) van gebouw is afgestemd op gebruikstijden van (afzonderlijke) a gebruikersgroepen Indien gangen gebruikt worden voor het geven van onderwijs zijn deze minimaal drie c meter breed J 2 0 J 3 0 d Looproutes in het gebouw zijn kort en duidelijk (bijdrage gevoel van sociale veiligheid) J 2 0 B0 7. Schaal (gewenste geborgenheid) * a Geborgenheid, betekenisvol, toeeigening, domeinvorming (leeftijdsgroepen/ zonering) Gebouw heeft een schaal waarin gebruikers zich niet snel verloren voelen. Kinderen voelen zich er veilig. J Functionele kwaliteitscriteria ten aanzien van gebruikswaarde / geschiktheid en omvang GEBRUIK 2.2 Omgeving (buitenactiviteiten) C0 2. Ligging (gewenste locatie) * bereikbaarheid d Gebouw is gelegen op meer dan 50 meter van drukke weg (binnenstedelijk, provinciaal) J 1 0 C0 3. Verkeersveiligheid (gewenste aanrijroutes) * Verkeerscirculerende maatregelen b Verkeersstromen rondom het gebouw leveren geen onveilige situaties op J 4 0 School is gelegen aan de rustige weg. 2

27 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C0 4. Buitenruimte (gewenste terreininrichting) * Inrichting, afwerkingsniveau, diversiteit a De inrichting van de buitenruimte dient uit te nodigen tot sport en spel en waar mogelijk natuurbeleving N Beperkte natuurbeleving. Enkele jonge bomen op het plein aanwezig. b Voorziet in minimaal 3 m2 per leerling (4-12 jarigen) J 4 0 c Voorziet in afzonderlijke stallingsruimte voor fietsen; 1m2 per te stallen fiets J 2 0 Beperkt maar voldoende g Speelplaats voor kinderen tot 6 jaar is direct vanuit de eigen onderwijsruimte toegankelijk J 3 0 C0 5. Openbaarheid * Openbaarheid, terreinafscheiding, vandalisme a Gebouw, terreininrichting en afscheiding dient niet uit te nodigen tot vandalisme J 3 0 b Openbaar toegankelijke delen van de buitenruimte zijn uitgerust met slagvaste buitenverlichting > zie ook D2 J Gebruikersgroepen (gebruikstijden) C0 6. Toegankelijkheid * * Gebouwbeheer, intercom, toegangsdeuren, afsluitbaarheid, bergruimten derden, openingstijden (gebruik na schooltijd) a Bezoekersentree is voorzien van elektrische deuropener N Niet aanwezig b Entreedeuren (met drangers) kunnen door kinderen zelfstandig worden geopend J 3 0 Bedieningsknoppen (sluitwerk en apparaten) bevinden zich op een hoogte tussen de 900 c en 1200 mm Toegangsruimte(n) rondom entree, lift, miva, groepsruimten hebben voldoende d manoeuvreerruimte voor rolstoelgebruikers N J 3 0 e Bezoekersentree is (vanuit oogpunt veiligheid) voorzien van videofoon/ intercom J 3 0 Niveauverschillen mogen geen belemmering opleveren voor f rolstoelgebruikers/slechtzienden Netto breedte van verkeersruimte voor loopverkeer, exclusief garderobe/ werkplekken, is g tenminste 1.80 m Schakelaars: 1,25 m1 hoog. Ramen: 1,50 m1 hoog. J 4 0 Gelijkvloers. Miva-toilet aanwezig. J 3 0 3

28 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C0 7. Multifunctionaliteit ** * Compartimentering, opdeelbaarheid, paneelwanden, openingstijden a Het gebouw dient samenwerking te faciliteren door waar kan uit te gaan van dubbel ruimtegebruik N In één lokaal BSO aanwezig. b Het gebouw kent een compartimentering die multifunctioneel/gemeenschappelijk gebruik mogelijk maakt N Geen compartimentering aanwezig in verwarmingsinstallatie voor lokaal BSO. c Compartimentering brandveiligheid dient (zo veel als mogelijk) samen te vallen met gebruikscompartimentering N Brandcompartimentering tussen voorste bouwdeel en achterste bouwdeel. 2.4 Functionaliteiten (binnenactiviteiten) C0 8. Leren * onderwijsvisie, werkvormen, collectieve ruimten, groepsgrootten a De ruimten voor onderwijsactiviteiten zijn afgestemd op minimaal 2m2 per leerling en 4m2 voor de leerkracht J m2 = geschikt voor 25 leerlingen + docent (6 lokalen). 62 m2 = geschikt voor 29 leerlingen + docent (3 lokalen). b Het gebouw voorziet in divers ruimteaanbod voor verschillende werkvormen/ groepsgroottes J 4 0 c Het gebouw kan zowel klassikaal als omgevingsgericht onderwijs in zich opnemen J 4 0 d Een ruimte waar klassikale instructie wordt gegeven biedt ruimte voor ten minste 25 leerlingen J m2 tot 62 m2. Hier wordt vooralsnog geen rekening mee gehouden. In de verkeersruimtes zijn werkplekken aanwezig. Het gebouw past bij de onderwijsvisie. 54 m2 = geschikt voor 25 leerlingen + docent (6 lokalen). 62 m2 = geschikt voor 29 leerlingen + docent (3 lokalen). 4

29 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C1 0. Sport * Losse inrichting / afmetingen sportvoorziening Het gebouw heeft een speellokaal (84 m2) met bergruimte (6m2) en vrije hoogte van a minimaal 3,5 m1 In het gebouw (of in de directe nabijheid) is ruimte aanwezig voor het geven van c bewegingsonderwijs N m2. Geen berging aanwezig, dit is een bewust keuze. Uitbreiding is geen optie gezien de ligging van het pand J minuten lopen C1 1. Cultuur * Bibliotheek, ontmoetingsruimte, voorstellingsruimte, expositieruimte c Het gebouw biedt ruimte om het werk van kinderen te exposeren J 3 0 d Het gebouw kent onderwijsruimten ingericht voor creatieve, muzikale, technische en-of expressieve activiteiten N Wordt nu in de centrale ruimte, het speellokaal en de lokalen gegeven. C1 2. Overblijven * Tussenschoolse opvang, lunchvoorzieningen, centrale of decentrale voorziening a Het gebouw beschikt over adequate overblijfruimte J 4 0 BSO lokaal Het gebouw beschikt over centraal gelegen keukenvoorziening voor multifunctioneel b gebruik (geen grootkeuken) J 4 0 Keukenvoorziening is voorzien van kookgelegenheid (afzuiging), vaatwasser, oven, c koeling en opslagruimte J 4 0 5

30 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding C1 3. Werken * Werkplekken, teamkamer a Het gebouw beschikt over een teamruimte (2m2 per fte) J ,4 m2 Het gebouw beschikt minstens over een spreekkamer annex ouderruimte voor overleg b met individuele leerlingen/ouders J 4 0 c Het gebouw beschikt over ruimte voor directie, administratie, intern begeleider en ICTbeheer (8m2 per fte) N e Minimale omvang van ondersteunende ruimten is 12m2 (per ruimte) N f Werkplekken leerkrachten (4m2) zijn nabij ramen/daglicht gesitueerd > zie ook C8b J 4 0 g Het gebouw beschikt over separate werkplekken voor leerkrachten, buiten de groepsinstructieruimte, indien deze na schooltijd voor andere doeleinden dan onderwijs wordt gebruikt > zie ook C7 59,6 m2 aanwezig. Dit is voldoende conform opgave van de directie. 2 van de 4 ruimtes zijn kleiner dan 12 m2. (8,5 & 10,1 m2). Wordt niet als storend ervaren. nvt 4 0 geen dubbel gebruik lokalen C1 4. Overig * Garderobe, bergings- en watervoorzieningen Onderwijsruimten hebben minimaal 12m2 vrij wandoppervlak om werk van leerlingen op a te hangen (prikborden o.g.) J 3 0 c Garderobes moeten voorzien in jashaken en opberg/hang mogelijkheid voor tassen J 4 0 d Het gebouw heeft (verspreid door het gebouw), voldoende bergruimte, tenminste 1m2 per 4 leerlingen N ,7 m2 aanwezig. Dit is voldoende conform opgave van de directie. e Kopieerapparaten zijn in aparte, geventileerde ruimten geplaatst N Geen afzuiging aanwezig. 6

31 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 3 Technische kwaliteitscriteria ten aanzien van gebouwwaarde /gezondheid en duurzaamheid TECHNIEK 3.1 Gezondheid (binnenmilieu) D0 1. Daglicht > groot effect op B3, D2, D8 en D15 * Visueel comfort, gevelopeningen, daglichtfactor, zon- en lichtwering c In ruimten met digitale schoolborden is helderheidswering (met blijvend uitzicht naar buiten) aanwezig N In de zomer worden de beamers vervangen door touchscreens. Touchscreens hebben geen last van de zon. e Daglichttoetreding bij voorkeur van links, vanuit het kindperspectief gezien, en van boven N In sommige lokalen niet. f Kleuren op wanden, vloeren en plafonds hebben bij voorkeur hoge reflectiewaarde (lichte tinten) N Deels schoonmetselwerk. Dit is echter niet storend. D0 2. Kunstlicht > groot effect op D10 * Visueel comfort, verlichting, lichtsysteem, lichtniveau, aanwezigheidsdetectie en daglichtafhankelijke regeling c Verlichting in onderwijsruimten is in twee zones te schakelen J 2 0 Verlichting in verblijfsruimten is voorzien van daglichtafhankelijke regeling en d aanwezigheidsdetectie N Niet aanwezig. e Verlichting in toiletten is voorzien van aanwezigheidsdetectie N In één toiletgroep is dit al wel aanwezig. f Verlichtingsniveau op werkvlakniveau onderwijsruimten is minimaal 300 lux J 4 0 D0 3. Luchtverversing i.s.m. D4 * Binnenluchtkwaliteit, ventilatiecapaciteit, centraal- of decen- traal ventilatiesysteem; bedieningsgemak; nachtventilatie; Het gebouw is zodanig ontworpen dat het een natuurlijke trek van lucht (dus verversing/ a verkoeling) bevordert N Gedeeltelijk. b Ventilatie is per ruimte regelbaar J 4 0 Bij WTW-units (2 st.) 7

32 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D0 4. Luchtkwaliteit i.s.m. D3 * Binnenluchtkwaliteit, kwaliteit toevoerlucht, beïnvloeding; onderhoud; monitoring; vrije hoogte (m1) a CO2 concentratie in onderwijsruimten is in 95% van de gebruikstijd maximaal 950 ppm N In het computerlokaal en de drie kleuterlokalen is het binnenklimaat onder de maat. Er zijn slechts beperkt ventilatievoorziening aanwezig. In de drie kleuterlokalen wordt binnenkort gebalanceerde ventilatie met wtw aangebracht (radiator uitvoering). c Onderwijsruimten kennen gemiddelde vrije hoogte onder plafond van 3,2 m J 3 0 3,3 m1 f Ventilatiesystemen hebben een gedegen gebruiksinstructie. Bij oplevering monitoring gedurende 1e jaar J 3 0 Gebalanceerde ventilatie in twee lokalen functioneert volledig automatisch. D0 5. Ruimteakoestiek i.s.m. D6 * g Akoestisch comfort, akoestiek, nagalmtijd (sec.); spraakverstaanbaarheid, installatiegeluid In het gebouw zijn maatregelen getroffen voor het vergroten van de spraakverstaanbaarheid N Geen klachten D0 6. Geluidsniveau i.s.m. D5 * e Akoestisch comfort, luchtgeluidisolatie tussen ruimten onderling, contactgeluid, geluidsisolatiewaarde gevel Geluidsintensieve ruimten (speellokaal, muzieklokaal of installatieruimten) grenzen niet direct aan onderwijsruimten N Speellokaal grenst aan één lokaal. Door de spouwmuur tussen de ruimtes is er geen overlast. 8

33 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D0 7. Wintertemperatuur * Thermisch comfort, verwarmingssysteem (laag temp. verw.); beïnvloeding; tocht; verticale temp. gradient (K/m) a Entrees zijn voorzien van tochtsluizen met minimale diepte van 3m J 3 0 b Verwarmingssysteem heeft aanvoertemperatuur van maximaal 50 C N Vermoedelijk >60 graden De verwarming kan per ruimte eenvoudig, doch beperkt (plus en min 2 grd), worden d (na)geregeld J 4 0 g Luchtsnelheden in onderwijsruimten zijn 's winters niet hoger dan 0,16 m/s J 3 0 D0 8. Zomertemperatuur * a b Thermisch comfort, zonregulering, elektrisch bedienbare zonwering (ter voorkoming overhitting), koeling Op alle gevels behalve noordgevel is buitenzonwering (screens of uitvalschermen) aanwezig Buitenzonwering is automatisch en vanuit de onderwijsruimte bedienbaar (of te overrulen) J 3 0 N c In het gebouw wordt maximaal gebruik gemaakt van zomernachtventilatie N d Operatieve temperatuur bij buitentemperatuur > 20 C maximaal 3 C boven buitentemperatuur in 90% gebruikstijd J 4 0 Uitvalschermen. Deze hebben we soms last van de wind (aan de waterzijde). Niet automatisch. Wel elektrisch vanuit de onderwijsruimte. Alleen in lokalen met gebalanceerde ventilatie wel. 3.2 Duurzaamheid (toekomstbestendigheid) D1 0. Energieprestatie * Luchtdichtheid, energievraag, energieopwekking, Isolatiewaarde gebouwschil, bemetering, compartimentering h Ramen en buitendeuren hebben een dubbele kierdichting N Gedeeltelijk. Overig enkele kierdichting. i Minimaal 20% van de energievraag wordt met niet-fossiele brandstof opgewekt (duurzame energieopwekking) N Niet aanwezig. 9

34 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D1 1. Flexibiliteit * a b c Draagstructuur flexibiliteit; paneelwanden; installaties; draagstructuur, scheiding casco- gevel- afbouw Het gebouw dient ruimte te bieden aan verschillende werkvormen en (wisselende) groepsgroottes Omwille van gewenste bouwkundige flexibiliteit worden zoveel mogelijk niet dragende binnenwanden toegepast De gebouwindeling maakt het mogelijk om instructieruimten samen te voegen of op te splitsen J 3 0 N m2 tot 62 m2. Hier wordt vooralsnog geen rekening mee gehouden. Vrijwel alle wanden zijn dragend. Alleen tussen de centrale ruimt en het computerlokaal is een panelenwand aanwezig. N Vrijwel alle wanden zijn dragend 3.3 Onderhoud (afwerkingsniveau) D1 3. Materialisatie * Afwerkingsnivo afwerking van vloeren, binnenwanden (schilderwerk), plafonds, deuren, ramen en trappen Materiaalkeuzes zijn afgestemd op intensief gebruik, bedoelde functie en b schoonmaakbaarheid J 3 0 m Vloeren in toiletruimten hebben een urinedichte afwerking J 4 0 Gietvloer D1 4. Hygiëne * Schoonmaakbaarheid, schoonloopzones en sanitaire installaties a Op iedere bouwlaag is schoonmaakkast van 3m2 met warmwatervoorziening aanwezig N c Ter plaatse van entrees zijn buiten verdiepte schraaproosters toegepast over volledig breedte van de doorgang N ,4 m2. Enkel koud water. Warmwater wordt getapt in de keuken. d Toiletten zijn voorzien van hangtoiletten met inbouwreservoir N In oude toiletgroepen niet. Toiletten (kinderen tot 6 jaar) grenzen direct aan onderwijsruimten en zijn voorzien van e raam voor toezicht Mivatoilet is tevens voorzien van douchemogelijkheid (ten behoeve van volwassenen en g kleine kinderen) Iedere onderwijsruimte heeft ten minste beschikking over een wastafel met h koudwatervoorziening N Via gang N Geen douche J

35 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding D1 5. ICT * Datanetwerken ICT datavoorzieningen; beveiligingsklasse (Marsch); data-, telefoon-, elektra-aansluitingen, printplaatsen a ICT voorzieningen zijn afgestemd op pedagogisch concept J

36 Kwaliteitskader huisvesting Voldoet Ja/Nee Prioriteit Score Belang Bevinding 12