bodembescherming, deellocatie VOC-verontreiniging zuidelijke sloot, Hoofdweg bodembescherming (verder: Wbb ) van een voornemen om de bodem op

Transcriptie

1 Bezoekadres Ebbehout EA Zaandam Kverneland Group Nieuw-Vennep B.V. De heer J.C. Lagerwerf Postbus BA Nieuw-Vennep Postbus EE Zaandam Betreft: Ontwerpbeschikking instemming saneringsplan ingevolge de Wet bodembescherming, deellocatie VOC-verontreiniging zuidelijke sloot, Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep. Geachte directie, Op 18 maart 2016 ontvingen wij een melding op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming (verder: Wbb ) van een voornemen om de bodem op bovengenoemde locatie gefaseerd te saneren. Contactpersoon Michiel Eijndhoven Contactgegevens Zaaknummer Bodemlocatiecode NH0394/00648 Datum 8 juni 2016 De saneerder verzocht om de volgende beschikkingen: - instemming met het (deel)saneringsplan (artikel 39, lid 1 Wbb). - bepaling dat de sanering in fasen kan worden uitgevoerd (artikel 38, lid 3 Wbb). De melding omvat de volgende stukken: - een meldingsformulier van 18 maart Saneringsplan Zuidelijke sloot Hoofdweg 1278 te Nieuw-Vennep, Antea Group, projectnummer , def revisie 01, 31 mei Procedure Op de totstandkoming van de beschikking zijn de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) en de Wet bodembescherming van toepassing. Het voornemen om deze beschikking te nemen is bekend gemaakt op de website van de OD NZKG. Wij baseren ons besluit op de ingediende en de ons al bekende gegevens. Indien blijkt dat deze gegevens onjuist of onvolledig zijn, is het bevoegd gezag Wbb niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg hiervan. De procedure is geschorst van 3 mei tot 1 juni 2016 voor het aanleveren van aanvullende informatie. Het saneringsplan is aangevuld en gewijzigd ingediend. Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. 1 6

2 Tijdens de uitvoering van de sanering wordt toezicht gehouden door de Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord, omdat sprake is van een spoedlocatie. Toetsing aanvraag De melding is getoetst aan: - de Wet bodembescherming. - de Circulaire bodemsanering de Provinciale Milieuverordening de Provinciale werkwijzer Ernst en spoedeisendheid van de sanering Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben in een beschikking (kenmerk /682390, verzonden 23 september 2015) de ernst en spoedeisendheid van de bodemverontreiniging vastgesteld. Er is sprake van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging: - Een verontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl) in de grond en het grondwater. Deze verontreiniging bestaat uit twee bronlocaties: de Noordelijke sloot en de Zuidelijke sloot. De VOCl-verontreiniging moet met spoed worden gesaneerd vanwege het ontoelaatbare risico voor verspreiding. In de beschikking van 23 september 2015 is bepaald wanneer moet worden gestart met de sanering van de twee bronlocaties van de VOCl-verontreiniging en wanneer hiervoor (deel)saneringsplannen moeten worden ingediend. - Een verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater. De verontreiniging met minerale olie hoeft niet met spoed te worden gesaneerd. Voor de VOCl verontreiniging bronlocatie noordelijke sloot hebben wij op 5 april 2016 (kenmerk ) ingestemd met het plan van aanpak voor de pilot-sanering. Voor de VOCl verontreiniging bronlocatie zuidelijke sloot is nu het saneringsplan van 31 mei 2016 ingediend. Sanering Saneringsdoelstelling Het doel van de sanering van de VOCl-verontreiniging kern zuidelijke sloot is het wegnemen van de actuele verspreidingsrisico's door het oppervlaktewater te isoleren van de grond- en grondwaterverontreiniging en het zoveel mogelijk verwijderen van de verontreiniging, waarbij minimaal een stabiele eindsituatie wordt bereikt. Uitwerking Saneringsvariant De sanering bestaat uit: - Het verwijderen van het slib ter hoogte van de verontreinigingscontour uit de zuidelijke sloot en vervolgens in en rond de sloot doorgraven tot 3,0 m mv. (kernverwijdering). Hierbij wordt ook een deel van de grondwaterverontreiniging verwijderd omdat bronbemaling voor de ontgraving noodzakelijk is. - Het aanvullen van de ontgraving met een bioactieve laag en een kleischerm, zodat opkwellend grondwater wordt afgebroken en de sloot niet opnieuw verontreinigd zal raken. 2 6

3 - Het stimuleren van de natuurlijke afbraak van de diepere verontreinigingen en de verontreinigingen buiten de ontgravingscontour middels substraatinjectie. - Monitoring van de resterende verontreiniging/natuurlijke afbraak. Deze saneringsvariant is conform de standaardaanpak zoals beschreven in de Circulaire bodemsanering Deze saneringsvariant voldoet aan de saneringsdoelstelling van art. 38 Wbb. In onze beschikking van 23 september 2015 hebben wij onder besluit 4 aangegeven dat verdere verspreiding van het met VOCl verontreinigd oppervlaktewater dient te worden voorkomen. Omdat de laatste monitoring van het oppervlaktewater in 2014 heeft plaatsgevonden, hebben wij voorschrift 7 opgenomen. Daarnaast dient te worden voorkomen dat VOCl verontreiniging via afwateringsbuizen in het oppervlaktewater terecht komt. De tijdelijk omhooggezette afwateringsbuizen ter plaatse van de zuidelijke sloot worden permanent buiten gebruik gesteld. De verdere onderbouwing van de verspreiding naar het eerste watervoerend pakket (zoals gesteld in onze beschikking van 23 september 2015 bij overweging ad 7) dient te worden opgenomen in het nog op te stellen saneringsplan noordelijke sloot. Nazorg en gebruiksbeperkingen Omdat er sprake zal zijn van een restverontreiniging moeten aanvullende nazorgmaatregelen worden genomen en/of gebruiksbeperkingen worden gesteld. In het saneringsplan zijn de volgende nazorgmaatregelen en gebruiksbeperkingen beschreven: Als ter plaatse van de restverontreiniging werkzaamheden in de bodem worden verricht moet dit opnieuw bij ons worden gemeld (op grond van de artikelen 28 en 39 Wbb of 28 en 39b Wbb). De achterblijvende sterke verontreiniging dient te worden geregistreerd bij het kadaster. Na afloop van de sanering wordt in het evaluatieverslag aangegeven welke nazorgmaatregelen en/of gebruiksbeperkingen noodzakelijk zijn. Deelsanering Er wordt instemming gevraagd om slechts een gedeelte van de ernstige bodemverontreiniging te saneren. Het belang van de bescherming van de bodem verzet zich niet tegen een deelsanering. Gefaseerde sanering Er wordt instemming gevraagd om het geval van ernstige bodemverontreiniging in fasen te saneren. Wij overwegen hierbij dat het belang van de bescherming van de bodem zich niet verzet tegen een sanering in fasen. Conclusie Door het uitvoeren van het saneringsplan wordt voldaan aan de saneringsdoelstelling van artikel 38 Wbb, nader uitgewerkt in de Circulaire Bodemsanering

4 Besluit Wij bepalen dat kan worden volstaan met het saneringsplan voor het betrokken gedeelte. Wij stemmen in met het deelsaneringsplan zuidelijke sloot, onder het stellen van onderstaande voorschriften. Deze instemming vervalt als niet binnen vier jaar na verzenddatum van deze beschikking gestart is met de sanering. Voorschriften Wij verbinden aan deze instemming de volgende voorschriften. 1. De sanering moet overeenkomstig het saneringsplan, deze beschikking en de daaraan verbonden voorschriften worden uitgevoerd. Uitvoering van de sanering in afwijking van dit saneringsplan, deze beschikking of de voorschriften moet worden gemeld aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied door het opsturen van het formulier Melding wijziging uitvoering bodemsanering en is uitsluitend toegestaan na onze instemming. Het formulier vindt u op de website onder digitale formulieren. 2. De saneerder moet deze beschikking bekend maken aan de feitelijke uitvoerder van de werkzaamheden. Deze beschikking en het saneringsplan moeten tijdens de saneringswerkzaamheden op de locatie aanwezig zijn. 3. Bij het optreden van calamiteiten tijdens de sanering moet door of namens de saneerder onmiddellijk contact worden opgenomen met de afdeling Bodemtoezicht van de Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. 4. Het tijdstip waarop de einddiepte van de ontgraving wordt bereikt en tot aanvulling van de ontgravingsput wordt overgegaan wordt door of namens de saneerder ten minste twee werkdagen van te voren gemeld aan de inspecteur van de afdeling Bodemtoezicht van de Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Bij ontgraving en aanvulling in gedeeltes, geldt deze verplichting tot melding per gedeelte. 5. De sanering moet binnen 7 jaar na de start van de sanering zijn afgerond. 6. De in het kader van de sanering uit te voeren onderzoeken, de uitvoering van de sanering zelf en de milieukundige begeleiding van de sanering moeten worden uitgevoerd door een persoon en/of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden. 7. Indien de start van de sanering zuidelijke sloot niet voor 1 januari 2017 plaatsvindt, dient het oppervlaktewater van de zuidelijke sloot te worden bemonsterd en geanalyseerd op VOCl. De resultaten van deze monitoring dienen aan ons te worden toegestuurd voor 1 januari

5 Verplichtingen ingevolge de Provinciale Milieuverordening - De startdatum van de saneringswerkzaamheden moet door of namens de saneerder ten minste vijf werkdagen voor de feitelijke aanvang van de werkzaamheden schriftelijk worden gemeld bij Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Dit kunt u met behulp van het meldingsformulier Aanvang bodemsanering doen dat te vinden is op de website - De beëindiging van de saneringswerkzaamheden moet door of namens de saneerder uiterlijk vijf werkdagen na afloop van de sanering schriftelijk worden gemeld bij de Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Dit kunt u met behulp van het meldingsformulier Gereedmelding bodemsanering doen dat te vinden is op de website - Binnen vijftien weken na afronding van elke fase van saneringswerkzaamheden (kernverwijdering fase 1 en in situ aanpak fase 2, exclusief nazorg) moet een evaluatieverslag van de sanering ter instemming bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied worden ingediend. De eisen die aan het evaluatieverslag worden gesteld staan in artikel 7 van de Verordening. Geschiktheid na sanering Na uitvoering van de bodemsaneringswerkzaamheden conform het saneringsplan en na goedkeuring van het evaluatieverslag van de sanering door Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (besluit op grond van artikel 39c, Wbb), is de bodemkwaliteit van een deel van de locatie geschikt voor het beoogde gebruik, te weten industrie. De beschikking heeft alleen betrekking op de deellocatie zuidelijke sloot. De beschikking heeft dus geen betrekking op de rest van de percelen. De volgende wijzigingen van het bodemgebruik moeten aan ons worden gemeld: - Het graven in de sterk verontreinigde grond en grondwater. - Het onttrekken van verontreinigd grondwater. Hoogachtend, Het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, de heer J.T.M. Jansen Teammanager Advies & Expertise Portefeuille Bodem en Bouw Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: 5 6

6 Afschrift aan: - De gemeente Haarlemmermeer - De GGD Kennemerland - Antea Group - De Regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (toezicht spoedlocaties) - Hoogheemraadschap Rijnland - Kinderdagverblijf De Boshoeve - Algemene begraafplaats Taxushof - De heer A.P. Wijnhout - De heer J. Valk - Timpaan Hoofddorp B.V. Zienswijzen In de periode zoals aangegeven in de bekendmaking van deze ontwerpbeschikking kan eenieder schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren brengen over de ontwerpbeschikking. Zienswijzen kunnen naar voren worden gebracht via digitale formulieren op de website bij Bekendmakingen. Geef duidelijk aan als u niet wilt dat uw naam en adres bekend gemaakt worden. Een schriftelijke zienswijze stuurt u aan: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Postbus EE Zaandam Voor het naar voren brengen van een mondelinge zienswijze kunt u een afspraak maken via het contactformulier op Er wordt dan contact met u opgenomen. 6 6