Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie

1 Postbus KA Eindhoven T: I : Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Kenmerk Datum Aan CV Veldmolen voor beoordeling deelsaneringsverslag voor de locatie Losplaats 3 (DICO-terrein, geval 1 en 2) te Uden, NB pagina 1 van 8

2 Onderwerp Beoordeling deelsaneringsverslag. Locatie Losplaats 3 (DICO-terrein, geval 1 en 2) te Uden Code NB Melding De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant heeft op 5 februari 2019 van TTE Consultants te Deventer, namens CV Veldmolen te Rosmalen, een melding ontvangen van een deelsaneringsverslag met betrekking tot bovengenoemde locatie. De melding bevat de volgende stukken: [1] Meldingsformulier saneringsverslag en/of nazorgplan. [2] Evaluatieverslag bodemsanering DICO-terrein te Uden geval 1 en 2 (TTE Consultants, kenmerk: C18007, 4 februari 2019). [3] Notitie Bijlage 1 bij melding afwijking 12 Saneringsplan DICO-Uden (TTE Consultants, kenmerk: C18007, 17 december 2018) [Resultaten bodemonderzoek kantoorlocatie en uitwerking saneringsaanpak]. Bij de beoordeling van deze aanvraag is ook het volgende uitgevoerde controle-onderzoek betrokken: [4] Verificatie onderzoek van de bodem tijdens een bodemsanering ter plaatse van een perceel aan de Losplaats 3 te Uden (NB ) (team Metingen en Onderzoek Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB), kenmerk: , 3 december 2018). Bovengenoemde stukken maken onderdeel uit van deze beschikking. DICO BV is van circa 1920 tot 2005 op de locatie gevestigd geweest. Sinds 1946 zijn stalen bedden geproduceerd, waarbij onder andere trichlooretheen (tri) en wasbenzine zijn gebruikt. Daarnaast waren diverse ondergrondse HBO- en benzinetanks op het terrein aanwezig en zijn delen van het terrein opgehoogd met zinkassen. In 2005 zijn de bedrijfspanden afgebroken en sindsdien ligt het terrein braak. Gepland is de locatie te herontwikkelen tot woonwijk met woningen met tuin. In 2008 is in een beschikking vastgesteld, dat als gevolg van de diverse bedrijfsactiviteiten op de locatie sprake is van drie gevallen van ernstige bodemverontreiniging. In 2017 is ingestemd met het saneringsplan voor deze locatie. Deze beschikking heeft uitsluitend betrekking op (een deel van) geval 1 (grondsanering) en geval 2 (grond- en grondwatersanering). Van de uitvoering en het resultaat van de (nog uit te voeren) bodemsanering van geval 1 ter plaatse van het bebouwde terreindeel (kantoorlocatie; middels wijzigingsmelding van 17 december 2018 toegevoegd aan geval 1) wordt later nog een separaat evaluatieverslag opgesteld. Dit geldt ook voor geval Besluit 1. Wij stemmen op grond van artikel 39c Wet bodembescherming in met de uitgevoerde sanering. 2. Gebruiksbeperkingen zijn op de locatie van toepassing. 3. Er zijn voorschriften aan de beschikking verbonden. pagina 2 van 8

3 Het besluit wordt in deze beschikking verder gemotiveerd. 3. Procedure Op deze procedure is titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 4. Uitgevoerde sanering De locatie was voorafgaand aan de sanering braakliggend. Na afloop van de sanering is het gebruik gewijzigd in woningen met tuin. 4.1 Eerdere beschikkingen Op 17 november 2008 hebben wij in een beschikking met nummer bepaald, dat er op de locatie sprake is van drie gevallen van ernstige bodemverontreiniging: 1. grondverontreiniging met zware metalen, extraheerbare organohalogeenverbindingen (EOX) en asbest (N.B.: de verontreiniging met EOX wordt veroorzaakt door een verontreiniging met polychloorbifenylen (pcb)); 2. grond- en grondwaterverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten (N.B.: tijdens de uitvoering va de sanering bleek er ook sprake te zijn van een verontreiniging met vluchtige olie); 3. grondwaterverontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl), waarvan de pluim is verspreid tot onder de woonwijk Zoggel. Geval 1 en 2 hoeven niet met spoed te worden gesaneerd, maar geval 3 dient in verband met verspreidingsrisico s wel met spoed te worden gesaneerd. In verband met een uitspraak van de Raad van State is op 2 november 2009 in een wijzigingsbeschikking met nummer opgesteld. De wijzigingen hebben alleen betrekking op de aan te tekenen kadastrale percelen. Op 28 juni 2017 hebben wij in een beschikking met nummer Z.61173/D ingestemd met het gefaseerde saneringsplan. 4.2 Saneringsdoelstelling Op basis van de huidige wet- en regelgeving is het niet meer noodzakelijk om altijd alle verontreiniging te verwijderen. Na afweging van onder andere kosten, technische mogelijkheden en eventuele nazorg voor de verontreiniging die achterblijft, was de volgende algehele saneringsdoelstelling opgenomen in het saneringsplan: - het geschikt maken van het DICO-terrein voor het toekomstig gebruik wonen met tuinen het bereiken en instandhouden van een stabiele eindsituatie: - er wordt een leeflaag met een dikte van 1 meter aangebracht, die qua kwaliteit voldoet aan de maximale waarden klasse wonen; - bij het geplande toekomstig gebruik mogen geen humane risico s aanwezig zijn; - nalevering vanuit de bron naar de pluim wordt zoveel mogelijk beperkt; - de eindsituatie is en blijft stabiel. pagina 3 van 8

4 Voor geval 1 betekent dit concreet: - Er wordt een leeflaag met een dikte van 1 meter aangebracht, die qua kwaliteit voldoet aan de maximale waarden klasse wonen. Als terugsaneerwaarden worden in het horizontale vlak de maximale waarden voor de bodemfunctieklasse wonen gehanteerd. Voor geval 1 is deze saneringsdoelstelling met de uitgevoerde sanering in voldoende mate gehaald. Wel zijn in de ondergrond (onder leeflaag) ter plaatse van controlemonsters W10 / 3-1 (1,0 1,5 m-mv) en W11 / 3-2 (1,0 1,4 m-mv) sterke verontreinigingen van beperkte omvang met respectievelijk zink en pcb achtergebleven. Daarnaast zijn op het terreindeel kantoorgebouw (toegevoegd aan geval 1 middels wijzigingsmelding van 17 december 2018) nog sterke verontreinigingen aanwezig. Van de uitvoering en het resultaat van de (nog uit te voeren) bodemsanering op dit terreindeel zal nog een separaat saneringsverslag worden ingediend. Tenslotte dient de restverontreiniging (3-0; gehaltes lager dan de interventiewaarde, maar boven de terugsaneerwaarde) ter plaatse van de controlemonsters W6 (0,8 1,4 m-mv), W7 (0,0 1,0 m-mv) en W9 (0,0 1,0 m-mv) nog te worden verwijderd als onderdeel van bouwrijp maken. Ter plaatse dient na ontgraving nog een uitkeuring plaats te vinden. Voor geval 2 betekent dit concreet: - Als terugsaneerwaarden voor de bovengrond (tot 1 m beneden toekomstig peil) worden in het horizontale vlak de maximale waarden voor de bodemfunctieklasse wonen gehanteerd. - Als terugsaneerwaarden voor de ondergrond (dieper dan 1 m beneden toekomstig peil) worden in het horizontale vlak de interventiewaarden gehanteerd. - Als terugsaneerwaarden voor het grondwater worden 75 % van de risicogrenswaarden als terugsaneerwaarden gehanteerd. Voor geval 2 is deze saneringsdoelstelling met de uitgevoerde sanering gehaald. In de grond en het grondwater zijn geen sterke verontreinigingen achtergebleven. 4.3 Wijzigingen Met betrekking tot geval 1: De volgende wijzigingen zijn gemeld: 5 september 2018 : Aantreffen asbestspot (spot 7) langs zuidoostelijke terreingrens. Met asbest verontreinigde grond wordt verwijderd (ca. 140 m 3 ). 5 september 2018 : Ter plaatse van een te behouden, monumentale boom in noordoosthoek van het terrein blijft een matige verontreiniging met zware metalen achter in de bodemlaag 0,0 0,8 m-mv (wandmonster W1; gehalte boven de terugsaneerwaarde klasse wonen, maar beneden interventiewaarde). 7 september 2018 : Aantreffen asbestspot (spot 8) op middenterrein. Met asbest verontreinigde grond wordt verwijderd. pagina 4 van 8

5 7 september 2018 : Aantreffen zwarte grond op middenterrein. Is in separaat depot (D04) geplaatst. Grond blijkt sterk verontreinigd met minerale olie. Grond wordt gesaneerd (doelstelling gelijk aan geval 2). 23 oktober 2018 : Aantreffen asbestspot (spot 10) op middenterrein. Met asbest verontreinigde grond wordt verwijderd. 23 oktober 2018 : Aantreffen gebied met geroerde grond (vak B209 t/m B214) en sliblaag op noordelijk terreindeel. Wordt ontgraven. 23 oktober 2018 : Wijziging milieukundig begeleider. 29 oktober 2018 : Toepassen grond van klasse industrie als aanvulgrond onder leeflaag. 17 december 2018 : Uitbreiding saneringslocatie geval 1 met terreindeel kantoorgebouw. Dit terreindeel maakt deel uit van herontwikkelingslocatie, maar was buiten saneringsplan gelaten. Geval 1 (grondverontreiniging met zware metalen, PCB en/of asbest) loopt door tot op de kantoorlocatie. De aanpak van de verontreiniging gebeurd conform het beschikte saneringsplan. Hiervan wordt later nog een separaat deelsaneringsverslag opgesteld. Daarnaast is ter plaatse een sterke VOCl-verontreiniging aangetroffen (mogelijk bron van geval 3). Hiernaar zal nog verder onderzoek worden verricht, waarna aanpak in overleg met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant wordt bepaald [valt buiten onderhavige beschikking]. Met deze wijzigingen hebben wij ingestemd. Met betrekking tot geval 2: De volgende wijziging is gemeld: 11 oktober 2018 : Bij uitvoering van de bodemsanering van geval 2 (minerale olie en aromaten) is een nevenverontreiniging met vluchtige minerale olie vastgesteld. Aard, mate en omvang van deze verontreiniging is vastgesteld, alsmede saneringsaanpak en saneringsdoelstelling. Met deze wijziging hebben wij ingestemd. 4.4 Controle onderzoek Door het team Metingen en Onderzoek Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) is een controleonderzoek uitgevoerd voor geval 2. Uit dit onderzoek blijkt het volgende: - In de onderzochte vakken van de putbodem geen verhoogde gehalten aan minerale olie, olie vluchtig en/of vluchtige aromaten aangetoond. - In één putwand 4 zijn lichte verontreinigingen met vluchtige aromaten aangetoond. Verder zijn geen verhoogde gehalten aan minerale olie, olie vluchtig en/of vluchtige aromaten aangetoond. Gelet op dit onderzoek concluderen wij, dat in de grond bij geval 2 geen sterke verontreinigingen zijn achtergebleven. pagina 5 van 8

6 Het betreffende onderzoek wordt als bijlage 3 bij deze beschikking meegezonden. 5. Nazorg Geval 1: Uit het saneringsverslag blijkt dat er na de sanering sterke verontreiniging in de grond is achtergebleven. Actieve nazorgmaatregelen zijn niet noodzakelijk, aangezien de restverontreiniging immobiel is en de omvang van de restverontreiniging beperkt is. Geval 2: Aangezien er niet langer sprake is van een overschrijding van de interventiewaarden in de grond en/of het grondwater, is er geen nazorg noodzakelijk. 6. Gebruiksbeperkingen Gebruiksbeperkingen worden opgelegd om te voorkomen dat er onaanvaardbare risico s ontstaan als gevolg van de in de grond achtergebleven sterke verontreiniging. Er is sprake van de volgende gebruiksbeperkingen: - Wijziging naar een gevoeliger gebruik van de perceelgedeelten binnen de interventiewaardecontouren is alleen toegestaan met goedkeuring van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. - Werkzaamheden in de verontreinigde grond binnen de interventiewaardecontouren van de grondverontreiniging zijn alleen toegestaan met goedkeuring van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. De gebruiksbeperkingen gelden voor de perceelgedeelten binnen de interventiewaardecontouren (zie bijlage 2). Daarnaast is conform de beschikking van 28 juni 2017 nog sprake van de volgende gebruiksbeperking met betrekking tot de nog op de locatie aanwezige verontreiniging met VOCl in het grondwater - Het onttrekken van grondwater binnen de interventiewaardecontouren van de grondwaterverontreiniging is alleen toegestaan met goedkeuring de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. 7. Kadastrale registratie Naar aanleiding van de beschikking op het saneringsplan van 28 juni 2017 zouden de percelen waarbinnen de verontreinigingen van geval 1 en 2 aanwezig waren kadastraal worden geregistreerd. Dit blijkt abusievelijk niet te zijn gebeurd. Naar aanleiding van de beschikking op het saneringsverslag van 12 april 2017 met kenmerk Z.63327/ D met betrekking tot de locatie Velmolenweg te Uden (NB ) is de na afloop van de hier uitgevoerde sanering achtergebleven restverontreiniging kadastraal geregistreerd. Dit betrof ook een perceel van het DICO-terrein. Omdat het betreffende perceel nu is gesaneerd is, laten wij voor dit perceel de kadastrale registratie verwijderen (zie onderstaande tabel). Kadastrale gemeente Sectie Nummer Geregistreerd onder Uden I 2494 Deelnr. HYP4 7155/44 pagina 6 van 8

7 Na afronding van de sanering is een restverontreiniging in de grond boven de interventiewaarde op de saneringslocatie achtergebleven. Daarom laten wij de percelen waarbinnen de restverontreiniging gelegen is opnieuw registreren. Ook de percelen van de nog te saneren uitbreidingslocatie (percelen I 3589 en I 3590), die conform de wijzigingsmelding van 17 december 2018 ook tot geval 1 blijken te horen, worden kadastraal geregistreerd (zie onderstaande tabel). Kadastrale gemeente Sectie Nummer Code Toelichting Uden I 2494 KWD restverontreiniging geval 1 Uden I 3507 KWD restverontreiniging geval 1 Uden I 3589 KW uitbreidingslocatie geval 1 Uden I 3590 KW uitbreidingslocatie geval 1 Uden I 3699 KWD restverontreiniging geval 1 KW = Kennisgeving vordering, bevel of beschikking op grond van de Wet bodembescherming KWD = Kennisgeving vordering, bevel of beschikking op grond van de Wet bodembescherming dat voor een gedeelte van het perceel geldt. Kadastrale kaarten met daarop de interventiewaardecontouren van de (rest)verontreinigingen in de grond zijn als bijlage 2a (restverontreiniging) en 2b (uitbreidingslocatie) toegevoegd. 8. Rechtsbescherming Binnen zes weken na de dag waarop de beschikking bekend is gemaakt, kunnen belanghebbenden tegen deze beschikking een bezwaarschrift indienen. In het bezwaarschrift moet het volgende zijn opgenomen: naam en adres van de indiener, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt en de reden(en) van het bezwaar. Wij verzoeken om op de linkerbovenhoek van de envelop het woord "bezwaarschrift" te vermelden. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en te worden gericht aan: Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant het secretariaat van de hoor- en adviescommissie Postbus MC s-hertogenbosch Het secretariaat van de hoor- en adviescommissie is bereikbaar op telefoonnummer , faxnummer en adres bezwaar@brabant.nl. pagina 7 van 8

8 Eindhoven, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze, A.M.J. Leermakers- v. Heijst, Afdelingsmanager Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant pagina 8 van 8

9 Bijlagen : 1. Verzendlijst. 2. Kadastrale kaarten. 3. Onderzoek team Metingen en Onderzoek OMWB. 4. Voorschriften. pagina 9 van 8

10 BIJLAGE 1. VERZENDLIJST Deze beschikking is verzonden aan: - TTE Consultants (t.a.v. de heer E Bussink), Keizerstraat 16, 7411 HH Deventer. - CV Veldmolen (t.a.v. de heer B. van den Broek), Postbus 2, 5240 BB Rosmalen. - College van burgemeester en wethouders van Uden (t.a.v. de heer M. van den Elzen), Postbus 83, 5400 AB Uden. pagina 1 van 1

11 BIJLAGE 2 KADASTRALE KAARTEN pagina 1 van 3

12 BIJLAGE 3 ONDERZOEK TEAM METINGEN EN ONDERZOEK OMWB (los bijgevoegd) pagina 1 van 1

13 BIJLAGE 4 VOORSCHRIFTEN Voorschriften verbonden aan de beschikking behorende bij de op 5 februari 2019 door TTE Consultants te Deventer, namens CV Veldmolen te Rosmalen ingediende melding saneringsverslag en/of nazorgplan. 1. Aanvullende sanering geval 1 op basis van resultaten uitkeuring In het saneringsverslag is aangegeven dat de in de bovengrond (0-1 m-mv) van de wanden W6, W7 en W9 achtergebleven grond met kwaliteit Industrie (voldoen niet aan saneringsdoelstelling) nog wordt verwijderd als onderdeel van het bouwrijp maken. Ter plaatse dient na ontgraving nog een uitkeuring plaats te vinden. De resultaten hiervan dienen binnen 8 weken na uitvoering te worden verstuurd naar de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. 2. Aanvullende sanering uitbreidingslocatie geval 1 Van de sanering ter plaatse van de uitbreidingslocatie (percelen I 3589 en I 3590; onderdeel van geval 1) dient nog een separaat deelsaneringsverslag te worden opgesteld, dat binnen 8 weken na melding einde sanering met het betreffende meldingsformulier bij de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant ter instemming dient te worden ingediend via bodemloket@odzob.nl. 3. Sanering geval 3 Van de sanering van geval 3 dient nog een separaat saneringsverslag te worden opgesteld, dat binnen 8 weken na melding einde sanering met het betreffende meldingsformulier bij de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant ter instemming dient te worden ingediend via bodemloket@odzob.nl. De voor de hiervoor genoemde meldingen te gebruiken meldingsformulieren zijn beschikbaar op onze website via pagina 1 van 1