Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER"

Transcriptie

1 Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Devar BVBA Defoort J. BVBA Industrieweg 114H Gootstraat Wondelgem 8880 Ledegem farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 1

2 1 Het project 1.1 Inleiding De varkenshouderij Devar BVBA Defoort J. BVBA, gelegen te Ledegem, is momenteel vergund voor het houden van andere varkens. Deze varkens worden gehouden in 4 stallen. Eén van deze stallen beschikt over een chemisch luchtwassysteem. Voorliggend project omvat de uitbreiding van het dierenaantal tot een totaal van andere varkens. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, zullen 2 bestaande gebouwen (uit gebruik genomen stallen) omgevormd worden tot vleesvarkensstal en wordt boven een mestput een derde stal gebouwd. Deze laatste stal zal uitgerust zijn met een chemisch luchtwassysteem. Er is eveneens een milieuvergunning aanwezig voor een co-vergistingsinstallatie met een verwerkingscapaciteit van max ton/j. Deze installatie is echter niet aanwezig op het bedrijf, aangezien de bouwvergunning nooit aangevraagd werd. Wegens de grote investering die een dergelijke installatie met zich mee brengt heeft de exploitant in samenspraak met de leverancier (Eneco) besloten om deze installatie ook niet meer verder aan te vragen. De co-vergistingsinstallatie zal dan ook niet gebouwd worden, en wordt daarom niet opgenomen in dit MER. Zodoende zullen er twee situaties in overweging genomen worden, zijnde de huidige situatie (2.950 andere varkens) en de gewenste situatie (5.521 andere varkens), waarbij verder geen rekening gehouden wordt met de co-vergistingsinstallatie. De te verwachten impact van de uitbreiding in dieren wordt dan afgeleid door de evaluatie te maken van de gewenste versus de huidige situatie. 1.2 Bedrijfsinfrastructuur Foto s van het bedrijf zijn terug te vinden in Bijlage 8. Het grondplan van de inrichting wordt gegeven in Bijlage 9a (huidige situatie) en Bijlage 9b (gewenste situatie). In Tabel 1 wordt de bedrijfsinfrastructuur in de huidige en de gewenste situatie weergegeven. Tabel 1 Bedrijfsinfrastructuur (nummering stallen zoals op Bijlage 9) huidige situatie gewenste situatie open mestopslagput (1) / stal (1) m³ mestopslag 540 andere varkens en 840 m³ mestopslag stal (2) 528 andere varkens en 615 m³ mestopslag 576 andere varkens en 615 m³ mestopslag stal (3) 528 andere varkens en 615 m³ mestopslag 576 andere varkens en 615 m³ mestopslag stal (4) 516 andere varkens en 595 m³ mestopslag 564 andere varkens en 595 m³ mestopslag stal (5) uit gebruik genomen zeugenstal en 465 m² mestopslag stal (6) andere varkens en m³ mestopslag stal (7) uit gebruik genomen zeugenstal en 675 m³ mestopslag bedrijfswoning (8) berging (9) andere varkens en 465 m³ mestopslag andere varkens en m³ mestopslag 743 andere varkens en 675 m³ mestopslag mobiele mestscheider (10) m³/j, op een verharde ondergrond m³/j, op een verharde ondergrond grondwaterwinning (11) open vijver, 28 m³/dag en m³/j open vijver, 36 m³/dag en ,88 m³/j opvang regenwater (12) opslag stookolie (13) open vijver 2 citernes in berging (9), met totale capaciteit van 100 m³ l, bovengronds, ingekuipt, bij stal (5) l (met brandstofverdeelslang), bovengrond, ingekuipt, in berging (9) open vijver 2 citernes in berging (9), met totale capaciteit van 100 m³ l, bovengronds, ingekuipt, bij stal (6) l, bovengronds, ingekuipt, bij stal (6) l (met brandstofverdeelslang), bovengrond, ingekuipt, in berging (9) farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 2

3 huidige situatie gewenste situatie zwavelzuuropslag (14) kg in berging (9) kg in berging (9) voedersilo s (15) bij stal (3): 3 x 9 ton bij stal (5): 1 x 6 ton, 1 x 8 ton, 1 x 9 ton bij stal (6): 2 x 7,5 ton, 1 x 9 ton bij stal (3): 3 x 9 ton bij stal (5): 1 x 6 ton, 1 x 8 ton, 1 x 9 ton bij stal (6): 2 x 7,5 ton, 1 x 9 ton kadaveropslagplaats (16) niet-gekoeld niet-gekoeld Momenteel zijn er op het bedrijf zes stallen aanwezig, waarvan er twee uit gebruik genomen zijn. De meest recente stal is reeds uitgerust met een chemisch luchtwassysteem. De overige stallen zijn traditionele stallen. Naar de toekomst toe zullen de twee uit gebruik genomen stallen opnieuw in gebruik genomen worden. Hiervoor zal de binneninrichting aangepast moeten worden, maar aan de eigenlijke stalinfrastructuur en mestkelders zal niets gewijzigd worden. Momenteel is er ook een mestput aanwezig, waarboven nog geen stal voorzien is. Naar de toekomst toe komt boven deze mestput een nieuwe stal, die eveneens met een chemisch luchtwassysteem voorzien zal worden. De is niet meer in gebruik. Alle stallen bestaan uit volroostervloeren, met uitzondering van stal (7), waar een halfroostervloer aanwezig is. Het gebruikte ventilatiesysteem en het aantal ventilatoren per stal worden weergegeven in Tabel 2. De stallen met het chemisch luchtwassysteem zijn uitgerust met klepventilatie, en met een centrale afvoer naar de wassers toe. Tabel 2 Overzicht ventilatiesystemen en ventilatoren voor de diverse stallen op het bedrijf nr. stal (Bijlage 9) huidig gewenst ventilatiesysteem aantal ventilatoren ventilatiesysteem aantal ventilatoren 1 / / klepventilatie 2 2 natuurlijk 0 natuurlijk 0 3 natuurlijk 0 natuurlijk 0 4 natuurlijk 0 natuurlijk 0 5 deurventilatie 20* deurventilatie 20 6 klepventilatie 6 klepventilatie 6 7 natuurlijke ventilatie 0* klepventilatie 4 * deze stallen worden momenteel niet gebruikt. Bij stal (5) zijn 20 ventilatoren aanwezig, maar deze zullen momenteel dan ook nooit werken Het bedrijf is vergund voor de opslag van mengmest onder de stallen met een totale capaciteit van m³. Naar de toekomst toe zal de mestopslagcapaciteit onder de stallen afnemen tot m³. De mest die door de dieren geproduceerd wordt komt integraal terecht in de onderliggende mestkelders. Momenteel wordt 85 % van de mest afgezet op het land van derden. Het overige deel wordt verwerkt in een externe mestverwerkingsinstallatie. Naar de toekomst toe zal dit zo blijven. Regenwater dat op stal (6) terecht komt wordt in beide situaties opgevangen in twee citernes (van elk 50 m³) onder de berging (9) bij stal (6). In totaliteit kan hier 100 m³ water opgeslagen worden. Voor de co-vergistingsinstallatie zou een loods met een regenwateropslag van 200 m³ voorzien worden. De regenwateropslag was namelijk bedoeld voor de opslag van water nodig voor de co-vergistingsinstallatie. Aangezien deze nooit zal geïnstalleerd worden, is deze grote regenwateropslag dan ook niet vereist. Vandaar dat de regenwateropslag van 100 m³ water voldoende zal zijn. Daarenboven is en zal de loods ook nooit gebouwd worden. Het regenwater dat op de overige stallen valt, wordt afgeleid naar de open vijver. Doordat er geen zeil in de vijver ligt, is het vijverwater eigenlijk een mengsel van grond- en regenwater. Vanuit deze vijver wordt het water eerst overgepompt naar de citernes onder berging (9). Vanuit één citerne van regenwateropslag wordt het water dan rechtstreeks verder gebruikt als reinigingswater voor alle stallen. Het water vanuit de andere citerne wordt eerst behandeld en daarna verder gebruikt als drinkwater voor de dieren. Reinigingswater van de stallen wordt opgevangen in de onderliggende mestkelders en samen met de mest afgevoerd. In de bedrijfswoning wordt gebruik gemaakt van leidingwater. Het voeder voor de dieren wordt opgeslagen in 9 silo s met een gezamelijke capaciteit van 74 ton. Na de uitbreiding worden hier geen veranderingen in gepland. Het bedrijf beschikt over een niet-gekoelde kadaveropslag. Dit blijft ook zo naar de toekomst toe. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 3

4 Aan de voorzijde van het bedrijf zijn coniferen aanwezig en langs de varkensstallen bevindt zich een losse heg. Voor het overige is er nog geen groenscherm verder uitgebouwd. In het kader van de co-vergistingsinstallatie is wel reeds een landschapsintegratieplan opgemaakt. 1.3 Exploitatiecyclus In zowel de huidige als gewenste situatie worden biggen op een leeftijd van 10 weken aangevoerd door derde bedrijven. Deze dieren worden in de vleesvarkensstallen gehuisvest en worden verder afgemest tot slachtrijpe vleesvarkens van 110 kg, waarna ze naar het slachthuis afgevoerd worden. Jaarlijks zijn er op het bedrijf gemiddeld 2,5 rondes. Tijdens het afmesten van de vleesvarkens dient rekening gehouden te worden met een sterftecijfer van gemiddeld 3,5 %. De kadavers worden opgeslagen in een niet-gekoelde kadaverhut. Binnen de 24 u na een vondst van een kadaver wordt Rendac opgebeld. Na melding wordt het kadaver binnen een tijdspanne van 48 uur opgehaald. Naar de toekomst toe zijn hier geen veranderingen in gepland. Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal afgemeste varkens en het aantal kadavers, en dit voor zowel de huidige als gewenste situatie. Hierbij wordt rekening gehouden met de vergunde dieraantallen, met 2,5 exploitatierondes per jaar, en een sterftecijfer van 3,5 %. Tabel 3 Overzicht van het aantal dieren en kadavers die op het bedrijf geproduceerd worden huidige situatie gewenste situatie per ronde jaarlijks per ronde jaarlijks aantal dieren aantal afgemeste dieren aantal kadavers Tussen twee rondes wordt een periode van leegstand, zowat één week, voorzien. Gedurende deze periode worden de stallen nat gereinigd met behulp van een hogedrukreiniger. Iedere twee rondes worden de stallen eveneens ontsmet met het ontsmettingsmiddel Cid20. De mest die door de dieren geproduceerd wordt komt integraal terecht in de onderliggende mestkelders. Momenteel wordt 85 % van de mest afgezet op het land van derden. Het overige deel wordt verwerkt in een externe mestverwerkingsinstallatie. Naar de toekomst toe zal dit zo blijven. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 4

5 2 Beschrijving van het studiegebied (referentietoestand) De locatie van de inrichting, gelegen in de Gootstraat 6 te Ledegem, wordt getoond op een uittreksel van de topografische kaart van België (Bijlage 1) en van de stratenatlas van België (Bijlage 2). De inrichting beslaat de kadastrale percelen 3 de afdeling, Sectie A, nrs. 1208C en 1229D (Bijlage 3). Een luchtfoto van het bedrijf in de huidige situatie en zijn ruimere omgeving is terug te vinden in Bijlage 4a en 4b. Rekening houdend met het gewestplan bevindt deze inrichting zich volledig in agrarisch gebied. De voornaamste gewestplanbestemmingen in de omgeving van het bedrijf worden weergegeven in Tabel 4. Een kopie van het gewestplan kan teruggevonden worden in Bijlage 5. Tabel 4 Bestemmingen volgens het gewestplan in de omgeving van de inrichting (binnen 1 km vanaf de stallen/mestopslagplaatsen in de gewenste situatie) kleinste afstand (m) woongebied 860 W windrichting woongebied met landelijk karakter 780 / 795 / 885 N / N / ZO woonpark 505 Z agrarisch gebied 0 / 300 / 715 / / O / ZO / Z zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO s 675 / 875 N / ZW In de omgeving van het bedrijf zijn geen bijzondere plannen van aanleg (BPA) gelegen. Op ongeveer 300 m ten oosten van het bedrijf start het grondgebied Lendelede en Kortrijk. In zuidelijke richting bevindt het grondgebied Wevelgem zich op zowat 850 m, en het grondgebied Izegem is op ongeveer 2,3 km ten noorden van het bedrijf gelegen. Een uittreksel uit de Bodemkaart van België wordt weergegeven in Bijlage 12. Het varkensbedrijf te Ledegem is gelegen in de Zandleemstreek. Het varkensbedrijf is gelegen op matig natte licht zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B-horizont (Pdc). Een klein deel is eveneens gelegen op matig droge licht zandleembodem (Pcc). In de omgeving van het bedrijf bestaat het merendeel van het quartair dek eveneens uit zandleem, met uitzondering van een aantal stukken kleigrond en bebouwing. In het studiegebied te Ledegem hebben de quartaire afzettingen een dikte die ongeveer 6 m bedraagt. De tertiaire afzetting (Bijlage 13), die onmiddellijk onder het quartair dek ter hoogte van de inrichting en omgeving wordt aangetroffen, is de Formatie van Tielt (op basis van boorgegevens van de DOV-website in de buurt van het bedrijf; Daaronder bevinden zich respectievelijk de Formatie van Kortrijk (Lid van Aalbeke, Lid van Moen, Lid van Saint Maur, Lid van Mont-Haribu), Groep van Landen, Krijt en primair. De grondwaterkwetsbaarheidskaart van de ruime regio rondom het bedrijf omschrijft deze zone als weinig kwetsbaar (code Cc). Het bedrijf beschikt over een grondwatervergunning voor het oppompen van m³/j grondwater vanuit het quartair. Eigenlijk is dit een open vijver, waar ook regenwater in gecollecteerd wordt. Dit water kan dan ook beschouwd worden als een mengsel van grond- en regenwater. Naar de toekomst toe wordt hier een uitbreiding tot ,88 m³/j. Binnen een straal van 1 km rondom het bedrijf zijn nog 10 andere grondwaterwinningen aanwezig (Bijlage 14). De meest nabijgelegen winning, op 355 m van het bedrijf pompt eveneens vanuit het quartiar. Eén winning pompt water vanuit het Ieperiaan, en één vanuit het Landeniaan. Acht winningen pompen hun grondwater vanuit het quartair dek. Vanuit het quartair dek zal door al deze winningen m³/j opgepompt worden. Het bedrijf zelf neemt hiervan 39 % voor zijn rekening. Indien de uitbreiding verkregen wordt, zal de bijdrage van het bedrijf toenemen tot 55 % (zijnde ,88 m³/j op een totaal van m³/j). Hydrogeografisch situeert het studiegebied zich in het Leiebekken, in de VHA-zone Heulebeek. Binnen een straal van 1 km stromen vier waterlopen (Bijlage 6), namelijk drie naamloze waterlopen (op respectievelijk 420, 550 en 925 m ten N van het bedrijf) en de Steenbeek (815 m ten Z van, 2 de categorie). Voor alle waterlopen geldt de basiskwaliteitsdoelstelling. In de ruime omgeving van de landbouwinrichting bevinden zich een aantal VMM en MAP-meetpunten (Bijlage 6). De dichtstbijzijnde meetpunten bevinden zich in de Rakebosbeek (nr ) en de Steenbeek (nr ). Beide meetpunten zijn gelegen op zowat m van het bedrijf. In beide punten werd enkel de Prati-index opgemeten. Deze index wees op een aanvaardbare waterkwaliteit (Steenbeek, gemeten in 2007) en een matig verontreinigde waterkwaliteit (Rakebosbeek, gemeten in 2008). Beide meetpunten fungeren eveneens als MAP-meetpunt. Voor 2008 werd de nitraatnorm dikwijls overschreden. Vanaf 2008 echter werd de norm evenwel steeds gehaald, met uitzondering van het farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 5

6 MAP-meetpunt , waar in 2009 een kleine overschrijding waar te nemen was. Momenteel wordt evenwel nog geen afvalwater geloosd op het oppervlaktewater (met uitzondering van een kleine hoeveelheid huishoudelijk afvalwater, dat via een septische put in het oppervlaktewater terecht komt), waardoor de invloed van het bedrijf op deze punten verwaarloosbaar zal zijn. Het dichtstbijzijnde VEN-gebied Bergelen bevindt zich op 3,2 km ten zuiden van het bedrijf. Binnen een straal van 10 km zijn geen habitat- en vogelrichtlijngebieden aanwezig. De invloed van het bedrijf op deze gebieden zal dan ook verwaarloosbaar (VEN-gebied) tot (bijna) onbestaande (richtlijngebieden) zijn. Binnen een straal van 1 km komen enkele waardevolle tot zeer waardevolle BWK-eenheden voor. Rekening houdende met de indeling van Vlaanderen in Traditionele Landschappen (Antrop et al, 2002) bevindt het studiegebied zich in het traditioneel landschap Land van Roeselare Kortrijk. Het wordt gekenmerkt door een golvende topografie, met valleien en een sterk verstedelijkt weefsel. Het vormt sterk versnipperde en onregelmatige open ruimten die begrens worden door bebouwing en infrastructuur. Kleine landschapselementen zijn beperkt en sterk geïsoleerd. De landschapsatlas kan beschouwd worden als een landschappelijk referentiekader voor Vlaanderen. Het dichtstbijzijnde onderdeel van de landschapsatlas betreft het puntrelict Molen van het Lindeke. Dit puntrelict bevindt zich reeds op 2 km in westelijk richting. In de ruime omgeving van het bedrijf zijn enkele gebouwen gelegen die op de lijst van het bouwkundig erfgoed opgenomen zijn (Bijlage 7). Het dichtstbijzijnde onderdeel betreft een hoeve (uit 19 de eeuw) die zich op 350 m van het bedrijf bevindt. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 6

7 3 Beschrijving van de milieu-effecten In de onderstaande paragrafen wordt voor al de beschouwde disciplines een beknopt overzicht gegeven van de voornaamste effecten. Voor meer achtergrondinformatie bij deze synthese wordt verwezen naar het desbetreffende disciplinehoofdstuk. 3.1 Discipline lucht Geur Volgens de afstandsregels moet het bedrijf in de gewenste situatie op minimaal 350 m van gevoelig gebied gelegen zijn. Het dichtstbijzijnde gevoelig gebied, een woonpark, bevindt zich op 505 m van het bedrijf. Dit is verder weg dan de vereiste minimumafstand. Er wordt dan ook voldaan aan de afstandsregels. Op basis van het staltype, de diersoort en het aantal dieren kan een geuremissie bepaald worden. Voor voorliggend bedrijf zal de geuremissie in de huidige situatie ou E /s bedragen. Naar de toekomst toe zal deze toenemen tot ou E /s. Met behulp van IFDM kan een geurverspreidingsmodel opgemaakt worden. Omdat voorliggend bedrijf deel uitmaakt van een bronnencluster, dienen nog 43 andere bedrijven mee opgenomen te worden in het model. De output van de bronnenclustersimulatie wordt gegeven in Bijlage 11 (a, b). Tabel 5 toont het aantal woningen dat zich in de verschillende geurconcentratiezones bevindt. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende gewestplanbestemmingen. Ook de situatie zonder bedrijf wordt louter illustratief weergegeven in deze tabel. Tabel 5 Aantal woningen dat zich in de verschillende geurconcentratiezones bevindt omschrijving effect zonder bedrijf huidige situatie gewenste situatie verschil gewenst - huidig woongebied > 3 ou E/m³ negatief woongebied met landelijk karakter 3 5 ou E/m³ matig negatief > 5 ou E/m³ negatief overige gewestplanbestemmingen 3 5 ou E/m³ gering negatief ou E/m³ matig negatief > 10 ou E/m³ negatief Op basis van de modellering blijkt dat er heel wat negatief gehinderden zijn door de geuruitstoot van de bronnencluster. Deze hinder is evenwel niet alleen afkomstig van het bedrijf zelf. Daarom wordt ook de situatie zonder het bedrijf kort aangehaald. Het bedrijf zelf en zijn uitbreiding zorgt voor een toename van het aantal gehinderden. De negatief gehinderden kunnen hierbij in detail verder onderzocht worden. Hierbij wordt een uitmiddeling gemaakt over de diverse woongebieden en woongebieden met landelijk karakter waar een negatief effect heerst (in de minst gunstige situatie). Daarnaast worden ook de woningen in agrarisch gebied in de onmiddellijke omgeving van het m.e.r.-plichtige bedrijf onderzocht. Hieruit blijkt dat het bedrijf zelf een beperkte invloed zal uitoefenen op de geurconcentratie in woongebied (al dan niet met landelijk karakter),, niettegenstaande er veel bijkomende woningen in deze gebieden gelegen zijn in een zone met een negatief effect. Zelfs de uitbreiding van het bedrijf zal op deze gebieden weinig bijkomende hinder veroorzaken inzake geurconcentratie. Bij de overige gewestplanbestemmingen is de toename evenwel niet steeds verwaarloosbaar. Bijkomende milderende maatregelen zullen dan ook noodzakelijk zijn. Kadavers worden bewaard in een niet-gekoelde kadaveropslag en worden na melding (max. één werkdag na vondst kadaver) opgehaald door Rendac (binnen de twee werkdagen). Naar de toekomst toe blijft hier een farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 7

8 niet-gekoelde kadaveropslagplaats behouden. Hier is het evenwel aangeraden om een gekoelde kadaveropslagplaats te voorzien. Inzake geuremissie door kadaveropslag zijn geen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Daardoor kon de mogelijke geurverspreiding van de kadaveropslag niet in de eerdere beoordelingen (afstandsregels of modellering) verwerkt worden. De bijkomende effecten zijn echter door de gepaste opslag en de frequente afvoer zeer beperkt, zodat verwacht wordt dat er geen geurhinder optreedt ten gevolge van de kadaveropslag Stof Op basis van het stalsysteem en het aantal dieren per stal kan een stofemissie voor het bedrijf bepaald worden. Door de gewenste uitbreiding zal de stofemissie stijgen, waarbij de PM 10 -emissie zal toenemen van 325 kg/j tot 657 kg/j en de PM 2,5 -emissie zal toenemen van 58 kg/j tot 117 kg/j. De stofemissie door het bedrijf (emissie uit de stallen) zelf zal de stofnormen op zich nooit overschrijden. De maximale jaargemiddelde PM 10 -stofconcentratie door het bedrijf zelf bedraagt namelijk respectievelijk 2,94 µg/m³ (huidige situatie) en 5,79 µg/m³ (gewenste situatie), voor PM 2,5 is dit 0,52 µg/m³ (huidige situatie) en 1,03 µg/m³ (gewenste situatie). In Ledegem bedraagt de achtergrondstofconcentratie tussen 31 en 35 µg/m³. Wordt deze achtergrondconcentratie bij de bedrijfseigen stofconcentratie geteld, dan bestaat de kans dat de norm van 40 µg/m³ overschreden wordt in de gewenste situatie. In deze zone bevinden zich echter geen woningen. Bij een toetsing aan de jaargemiddelde PM 10 -stofconcentratie blijkt dat er in beide situaties een belangrijke bijdrage zal geleverd worden. In deze zone zijn evenwel geen woningen gelegen. Wordt de bedrijfswoning buiten beschouwing gelaten, dan is er naar de toekomst toe één woning (van moeder exploitant) waarvoor een beperkte bijdrage geldt. De PM 2,5 -stofemissie door het bedrijf zorgt in beide situaties voor een verwaarloosbare bijdrage tot een omliggende woning. Andere mogelijke bronnen van stofemissie op voorliggend bedrijf zijn het transport, de verbranding van fossiele brandstoffen voor de verwarming en het uitmesten en droogborstelen van de stallen. Deze emissies zijn zeer moeilijk kwantitatief in te schatten, maar zullen beperkt zijn in vergelijking met de stofemissie uit de stallucht Verzuring en vermesting De totale ammoniakemissie van de inrichting wordt berekend door vermenigvuldiging van het aantal dieren met een emissiefactor behorend bij de betreffende diercategorie en huisvestingssysteem. Door de gewenste uitbreiding neemt de ammoniakemissie toe van kg/j tot kg/j. Op basis van de ammoniak emissies wordt via modelleringen een depositie (zowel verzurende als vermestende depositie) op de omringende BWK-elementen bekomen. Dit wordt verder uitgewerkt in de discipline fauna en flora. Specifiek zal hierbij gekeken worden naar de verzurings- en vermestingskwetsbare vegetaties. De kritische lasten van deze verzurings- en vermestingskwetsbare vegetatietypes worden vergeleken met de berekende ammoniakdeposities. 3.2 Discipline bodem Voornamelijk de opslag van zwavelzuur (chemische luchtwassers), de opslag van stookolie (met brandstofverdeelinstallatie) en de citerne voor opslag van spui zijn de risicovolle onderdelen inzake bodemverontreiniging. Momenteel zijn er twee mazouttanks op het bedrijf aanwezig, en dit met een capaciteit van respectievelijk l en l. Bij deze laatste is een brandstofverdeelinstallatie voorzien. Beide tanks zijn bovengrondse, ingekuipte tanks, waardoor de kans op lekkage naar de bodem toe sterk verkleind wordt. Naar de toekomst toe zal de tank van l farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 8

9 verwijderd worden volgens de geldende voorschriften, waarbij alle noodzakelijke voorzorgen genomen zullen worden om milieuproblemen te voorkomen. In plaats hiervan worden twee nieuwe bovengrondse, ingekuipte tanks (van elk l) voorzien, die op een betonnen ondergrond zullen geplaatst worden. De tank met brandstofverdeelinstallatie blijft naar de toekomst toe behouden. Deze staat binnen opgesteld in een loods op een betonnen ondergrond. Bij onoordeelkundig gebruik en slecht onderhoud kunnen door lekken en morsen verontreinigingen optreden, maar door de inkuiping en de betonnen ondergrond wordt insijpeling in de bodem vermeden. Eén stal is momenteel reeds voorzien van een chemisch luchtwassysteem. Naar de toekomst toe wordt ook een tweede stal met een chemisch luchtwassysteem voorzien. Naar opslag van zwavelzuur en spui zal er evenwel niets veranderen. Momenteel is er een zwavelzuuropslag (kunststof) van kg aanwezig. Deze staat eveneens binnen opgesteld, in een afzonderlijke ruimte. Het spui wordt opgeslagen in een citerne, waar 78 ton kunstmest in opgeslagen kan worden. Op het bedrijf is één rubriek aanwezig die bodemonderzoeksplichtig zijn, nl. de opslag van zwavelzuur. Een eerste bodemonderzoek zal dan uitgevoerd moeten worden binnen de 12 jaar (categorie A) na aanvang van de exploitatie, en vervolgens om de 20. Momenteel wordt dan ook voldaan aan de regelgeving inzake bodemonderzoeksplicht, maar er dient een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te zijn tegen begin Er is evenwel nog niet geweten wanneer deze rubrieken in gebruik genomen zullen worden. Er wordt dan ook voldaan aan de regelgeving inzake bodemonderzoeksplicht. Omdat er evenwel nog nooit een bodemonderzoek uitgevoerd werd, kan strikt genomen geen uitspraak gedaan worden inzake bodemkwaliteit. Een gedeelte van de mest wordt momenteel uitgereden op eigen land (50 ha eigen land) en het land van derden. De rest (15 %) wordt verwerkt in een externe mestverwerkingsinstallatie. Naar de toekomst toe blijft dit behouden (percentagegewijs). Het spui dat geproduceerd wordt in de chemische wassers zal uitgereden worden op de eigen gronden. De mestafzet voldoet aan het mestdecreet, de uitvoeringsbesluiten en MAP IV. Wat de mestopslagcapaciteit betreft moet er voldoende capaciteit zijn voor het opslaan van de hoeveelheid mest die gedurende zes maanden geproduceerd wordt (vanaf 31 december 2011 gedurende negen maanden). Op basis van de toekomstige dieraantallen zou m³ (zes maanden) en m³ (negen maanden) mest opgeslagen moeten worden. In de toekomst zal er een vergunde opslagcapaciteit van m³ onder de stallen zijn. Er wordt aldus voldaan aan de verplichting inzake mestopslagvoorziening. Rekening houdend met de aanwezigheid van mengmestkelders bestaat er steeds een potentieel risico op verspreiding van mest naar de omgeving. De stallen en de mestopslaglocaties op het bedrijfsterrein dienen zodanig geconstrueerd te zijn dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de openbare riolering mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. Daarenboven bestaan grote delen van het bedrijfsterrein uit betonverharding. Hierdoor zal insijpeling naar de bodem toe verhinderd worden. Vermorsing van mest tijdens het verpompen vanuit de mestkelders wordt vermeden door het gebruik van terugslagkleppen en een directe aansluiting op de transportmiddelen te voorzien. Bij eventuele calamiteiten (o.a. losschieten slang, lekken,...) dienen alle mogelijke acties ondernomen te worden om de hinder tot een absoluut minimum te beperken en de verontreiniging zo snel mogelijk weg te nemen. Mogelijke maatregelen die getroffen zijn of getroffen kunnen worden om mogelijke incidenten te vermijden, worden in hoofdstuk 8.8 opgesomd. Om te onderzoeken of er bepaalde vermestende invloeden van het bedrijf waar te nemen zijn, kunnen peilbuismetingen een indicatie geven. Voorliggend bedrijf heeft vleesvarkens, en moet dan ook peilbuismetingen laten uitvoeren, want de verplichting geldt vanaf varkens. De uitbreiding tot boven de drempel van varkens vond plaats in het najaar van Momenteel zijn er dan ook nog geen peilbuismetingen uitgevoerd, zodat er strikt genomen geen uitspraak gedaan kan worden met betrekking tot een vermestende invloed op het grondwater. De opdracht is gegeven om peilbuismetingen te laten uitvoeren. Het voorstel voor de plaatsing van de peilbuizen is reeds goedgekeurd door de Dienst farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 9

10 Milieuvergunningen van LNE en de peilbuizen zijn reeds geïnstalleerd. De resultaten zullen beschikbaar zijn tijdens de aanvraag van de milieu- en bouwvergunning en kunnen dan opgevraagd worden. Omdat deze metingen op het grondwater uitgevoerd worden, wordt dit meer in detail besproken en een effectbeoordeling gegeven bij de discipline Water (zie 9.1.4). Vooraleer de nieuwe stal boven op de mestkelder gebouwd zal worden, dient eerst een grondig onderzoek op de mestdichtheid van deze kelder uitgevoerd te worden. Momenteel is dat namelijk slechts een open mestopslagput. Ter hoogte van deze mestkelder is een peilbuis aanwezig. De analyseresultaten van deze peilbuis zullen hierover een uitspraak kunnen doen. Via de bijzondere voorwaarden die gekoppeld waren aan de co-vergistingsinstallatie diende deze mestopslag onmiddellijk afgedekt te worden. Deze mestopslag is reeds afgedekt. Twee bestaande stallen zullen opnieuw in gebruik genomen worden. Bovendien zal een mestloods (in feite kan dit beschouwd worden als een mestkelder) vervangen worden door een stal. Hiervoor zal de reeds aanwezige mestkelder gebruikt worden, en komt er stalinfrastructuur boven de mestkelder te staan. Hiervoor zal dan ook geen grond afgegraven moeten worden, en zal geen nieuwe open ruimte in gebruik genomen worden. 3.3 Discipline water Onder deze discipline wordt zowel grondwater als oppervlaktewater beschouwd Grondwater Om de uitbreiding in dierenaantal mogelijk te maken zal één stal bijgebouwd worden. Deze stal komt op een bestaande mestopslagput te staan, zodat hier geen grond afgegraven zal moeten worden. Hierdoor zal geen bronbemaling noodzakelijk zijn. Het bedrijf is momenteel vergund voor het oppompen van m³/j (28 m³/dag) vanuit het quartair dek. Naar de toekomst toe wordt hier een uitbreiding tot ,88 m³/j (36 m³/dag) aangevraagd. Het grondwater wordt gewonnen vanuit een open vijver, waarin ook regenwater (afkomstig van alle stallen met uitzondering van stal (6)) gecollecteerd wordt. Om de invloed van de uitbreiding van de grondwaterwinning op de watertafel te voorspellen werd er gebruik gemaakt van de methode van Dupuit, gezien het een freatische waterlaag betreft. Er wordt uitgegaan van een worst-case scenario, waarbij de pomp continu pompt op zijn maximale capaciteit gedurende een periode die noodzakelijk is om aan het vergunde dagdebiet te komen. De pomp heeft een maximale oppompcapaciteit van 5 m³/u. Tabel 6 geeft een overzicht van de grondwatertafeldaling en de straal van de spreidingskegel door de ondiepe winning voor beide situaties. Tabel 6 Bepaling grondwatertafeldaling oppompdebiet huidige situatie m³/j 28 m³/dag gewenste situatie ,88 m³/jaar 36 m³/dag hydraulische conductiviteit (m/dag) 2,89 2,89 dikte aquifer (m) 6 6 capaciteit van de pomp (m³/u) 5 5 beschermende kleilaag neen neen straal waar grondwater 10 cm daalt (m) Bij deze bepaling werd evenwel geen rekening gehouden met het feit dat de grondwaterwinning een open vijver betreft. Bovenstaande cijfers dienen dan ook met de nodig voorzichtigheid gebruikt te worden. In werkelijkheid zal de farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 10

11 invloedsstraal kleiner zijn dan deze berekend via de formule van Dupuit. Ook wordt in de vijver regenwater opgevangen, en dat wordt niet doorgerekend in deze formule. Toch kan hier gesteld worden dat binnen de zone waar het grondwater met meer dan 10 cm zal dalen, geen andere grondwaterwinningen aanwezig zullen zijn. De dichtstbijgelegen winning is op 355 m van de bedrijfseigen winning gelegen. Er zal dus geen cumulatief effect optreden. Water vanop stal (6) wordt opgevangen in twee regenwateropvangkelders van elk 50 m³. Het regenwater dat op de overige staldaken terecht komt, wordt afgeleid naar de open vijver, die eveneens dienst doet als grondwaterwinning. Vanuit deze vijver wordt het water overgepompt naar de twee kelders waarin het regenwater van stal (6) opgevangen wordt. Het water van één van deze kelders wordt niet verder behandeld, en wordt gebruikt als reinigingswater. Het water van de andere kelder wordt verder gezuiverd en behandeld, en wordt als drinkwater voor de dieren gebruikt. In beide gevallen is de waterbron dan ook een mengsel van grond- en regenwater. Voor de luchtwassers wordt eveneens (onbehandeld) water uit de regenwaterkelder gehanteerd. Rekening houdende met de oppervlakte van stal (6) zal jaarlijks zowat 870 m³ regenwater rechtstreeks naar de kelders geleid worden. Het water vanop de andere staldaken zal naar de vijver geleid worden. Jaarlijks zal dit m³ (huidig situatie) en m³ (gewenste situatie) bedragen. In totaliteit wordt zowat m³/j (huidig) en m³/j (gewenst) regenwater gecollecteerd. Voor de co-vergistingsinstallatie zou een loods met een regenwaterkelder van 200 m³ voorzien worden. De regenwateropslag was namelijk bedoeld voor de opslag van water nodig voor de co-vergistingsinstallatie. Aangezien deze nooit zal geïnstalleerd worden, is deze grote regenwateropslag dan ook niet vereist. Vandaar dat de regenwateropslag van 100 m³ water voldoende zal zijn. Daarenboven is en zal de loods ook nooit gebouwd worden. Het drinkwaterverbruik van de varkens kan geschat worden op basis van VMM- verbruikscijfers (VMM, 2004), op basis van BBT-cijfers (Derden et al., 2006) en op basis van de LNE-richtwaarden. Een samenvatting wordt in Tabel 7 gegeven. Tabel 7 Bepaling jaarlijks waterverbruik huidige situatie gewenste situatie drinkwater reinigingswater water wasser drinkwater reinigingswater water wasser VMM m³/j 184 m³/j 550 m³/j m³/j 345 m³/j 820 m³/j LNE m³/j 354 m³/j 550 m³/j m³/j 663 m³/j 820 m³/j BBT m³/j 454 m³/j 550 m³/j m³/j 663 m³/j 820 m³/j In 2010 werd m³ grondwater opgepompt, in 2011 was dit m³. Al het water dat uit de vijver gehaald wordt, dient vergund te zijn als grondwaterwinning. Dit omdat hier geen onderscheid gemaakt kan worden tussen grond- of regenwater, m.a.w. het is onmogelijk te bepalen wat de bijdrage regenwater zal zijn dat opgepompt wordt. Uit de vijver kan dan ook maar m/j (huidig) en ,88 m³/j (gewenst) getrokken worden (alhoewel hier ook een deel regenwater in opgevangen wordt). Op basis van de richtcijfers blijkt dat deze hoeveelheid niet volstaat om het drink- en reinigingswaterverbruik te dekken en dat dit onvoldoende is om als waterbron voor de wasser te tellen. Strikt genomen wordt het water vanuit de open vijver vergund als grondwater. Doordat het bedrijf hiervan ook gebruik maakt om de stallen deels te reinigen (regenwater opgevangen in de citernes wordt eveneens deels als reinigingswater gebruikt), zou dit strikt genomen als een negatief effect beschouwd moeten worden. Maar in deze open vijver wordt jaarlijks m³ (huidig) en m³ (gewenst) regenwater gecollecteerd, en er is slechts 663 m³/j reinigingswater noodzakelijk. Netto wordt er dan ook meer aangevoerd dan er water noodzakelijk is voor laagwaardige toepassingen, waardoor dit evenwel als een verwaarloosbaar effect beschouwd wordt. Het aangevraagde debiet geldt dus voor zowel hoogwaardige (drinkwater) als laagwaardige toepassingen (reinigingswater en waswater). farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 11

12 In het voorliggend project zullen door de uitbreiding in varkens geen verhardingen en slechts één nieuwe stal bijkomen. Deze nieuwe stal zal voorzien worden op een mestopslagput, waardoor geen wijzigingen in de infiltratievoorzieningen gaan optreden. Wel zal meer regenwater afgeleid worden naar de open vijver. Het regenwater dat op deze nieuwe stal terechtkomt, zal namelijk naar deze vijver afgeleid worden. Hierdoor zal voldaan worden aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang (Bijlage 15). De nieuwe stal (en verharding) zal namelijk ongeveer 475 m² horizontaal dakoppervlak hebben, en de vijver heeft de ruimte om water vanop m² horizontaal dakoppervlak te bergen. Het regenwater vanop de meeste overige stallen (met uitzondering van stal (6)) wordt eveneens naar de open vijver geleid, maar het totaal dakoppervlak van deze stallen is veel kleiner dan m², namelijk ongeveer m². Wordt de overstromingskwetsbaarheidskaart geraadpleegd, dan kan vastgesteld worden dat het bedrijf gelegen is in een zone die niet van nature overstroombaar (niet overstromingsgevoelig) is. Er dienen nog peilbuizen geplaatst te worden in de omgeving van de stal, aangezien dit wettelijk verplicht is vanaf varkens op een inrichting met mestkelders. Bij plaatsing dient men ervoor te zorgen dat minstens één referentieput aanwezig is, zodat mogelijke effecten van lekken van ondergrondse mestopslagplaatsen kunnen vastgesteld of opgevolgd worden. Eventuele lekken van de ondergrondse mestopslagplaatsen kunnen vastgesteld worden door de mestdichtheid van de mest in de mestkelders op te volgen. Doordat er geen peilbuizen aanwezig zijn, is hier sprake van een negatief effect. Er kan hierbij evenwel geen uitspraak gedaan worden over een al dan niet vermestende invloed van het bedrijf op het grondwater. Het voorstel van de plaatsing van de peilbuizen is reeds goedgekeurd door de Afdeling Milieuvergunningn van LNE en de peilbuizen zijn reeds geïnstalleerd. Bij het indienen van de aanvraag van de milieu- en bouwvergunning zullen de analyseresultaten beschikbaar zijn en kunnen dan opgevraagd worden. De goedkeuring van de plaatsing van de peilbuizen is weergegeven in Bijlage 21. Staalnames en analyses dienen driejaarlijks te gebeuren en meegedeeld te worden aan de milieu-inspectie Oppervlaktewater In de ruime omgeving van de landbouwinrichting bevinden zich een aantal VMM en MAP-meetpunten (Bijlage 6). De dichtstbijzijnde meetpunten bevinden zich in de Rakebosbeek (nr ) en de Steenbeek (nr ). Beide meetpunten zijn gelegen op zowat m van het bedrijf. In beide punten werd enkel de Prati-index opgemeten. Deze index wees op een aanvaardbare waterkwaliteit (Steenbeek, gemeten in 2007) en een matig verontreinigde waterkwaliteit (Rakebosbeek, gemeten in 2008). Beide meetpunten fungeren eveneens als MAP-meetpunt. Voor 2008 werd de nitraatnorm dikwijls overschreden. Vanaf 2008 echter werd de norm evenwel steeds gehaald, met uitzondering van het MAP-meetpunt , waar in 2009 een kleine overschrijding waar te nemen was. Momenteel wordt evenwel bijna geen water geloosd op het oppervlaktewater (met uitzondering van een kleine hoeveelheid huishoudelijk afvalwater, dat via een septische put in het oppervlaktewater terecht komt), waardoor de invloed van het bedrijf op deze punten verwaarloosbaar zal zijn. Zoals reeds vermeld loost het bedrijf (in feite de bedrijfswoning) enkel huishoudelijk afvalwater, na behandeling in een septische put. Volgens de zoneringsplannen van de VMM is het bedrijf gelegen in een collectief te optimaliseren buitengebied. Dit wil zeggen dat aansluiting op de riolering in de toekomst voorzien wordt en dat het bedrijf niet zelf dient in te staan voor een zuiveringsinstallatie. 3.4 Discipline fauna en flora Bij de uitbreiding in het varkensgedeelte zullen geen nieuwe gronden in gebruik genomen moeten worden. Er zal dan ook door deze uitbreiding geen verlies van waardevolle biotopen optreden (geen effect). farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 12

13 Door de grote afstand tot het bedrijf zal er geen of een zeer verwaarloosbare verzurende invloed uitgeoefend worden op de omliggende richtlijn- en VEN-gebieden. Uit de resultaten van de modellering blijkt dat de toename aan de kritische last van de weinig tot zeer verzuringskwetsbare BWK-elementen, waaronder ook kleine landschapselementen, niet zomaar te verwaarlozen is. Ter hoogte van één BWK-element (kbs) is er in beide situaties zelfs een overschrijding van de KL. Voor de andere elementen is er in de huidige situatie een beperkte of relevante (maar geen belangrijke) bijdrage waar te nemen. In de gewenste situatie neemt de bijdrage toe, zodat er bij een aantal BWK-elementen een belangrijke bijdrage waar te nemen valt. Wel is het zo dat er (met uitzondering van kbs) nergens meer dan 15 % van de KL zal bijgedragen worden door het bedrijf, en dat de elementen waarvoor een belangrijke bijdrage heerst in de toekomst kwetsbaar zijn voor verzuring (en niet zeer kwetsbaar). Bijkomende milderende maatregelen worden dan ook noodzakelijk geacht. Dezelfde tendensen als bij de verzurende depositie kunnen ook bij de vermestende depositie teruggevonden worden, met dit verschil dat de bijdragen tot de KL steeds hoger zullen liggen. Nog steeds is er één element (kbs) waarvoor de KL overschreden wordt. Dit element is evenwel weinig kwetsbaar voor verzuring. Ter hoogte van een eutrofe plas is er eveneens een significant negatief effect waar te nemen, en dit voor beide situaties. Deze plas is zeer kwetsbaar voor vermesting. De toename op deze plas door de uitbreiding is niet te verwaarlozen. Er komen geen elementen bij waar een belangrijke bijdrage aanwezig is, maar de procentuele toename t.o.v. de KL is niet zomaar te verwaarlozen. Bijkomende milderenden maatregelen worden dan ook noodzakelijk geacht. Er dient volledigheidshalve op gewezen te worden dat voor ieder element de maximale depositie bepaald werd en dat er wordt gerekend met de maximale vergunning, in werkelijkheid zal de bezetting evenwel niet voor de volledige 100 % zijn. In het hoofdstuk met betrekking tot de discipline Water werd bepaald dat er geen bronbemaling zou nodig. Met betrekking tot de grondwaterwinning bedraagt de straal waar het grondwater met meer dan 10 cm daalt respectievelijk 77 m (huidige situatie) en 95 m (gewenste situatie). De berekening is evenwel slechts van toepassing indien het grondwater vanuit een buis opgepompt wordt, maar hier is het water afkomstig uit een vijver. De invloedsstraal omvat eveneens enkel niet waardevolle BWK-complexen. Volgens de verdrogingskwetsbaarheidskaart wordt het gebied rond het bedrijf bovendien geklasseerd als weinig kwetsbaar voor verdroging. Dit alles samen in overweging nemende, kan hier uitgegaan worden van geen verdrogend effect. Tijdens de bouw van nieuwe stal (bovenop de bestaande mestput, die momenteel evenwel niet meer in gebruik is) zal er tijdelijk geluidshinder zijn voor omgeving. Na de aanlegfase valt dit echter weg. Er wordt dan ook uitgegaan van een tijdelijk negatief effect. Wordt gekeken naar de geluidskwetsbaarheidskaart dan kan vastgesteld worden dat het bedrijf gelegen is in een zone die zeer kwetsbaar is voor geluidsverstoring, wat betekent dat er weinig geluidsbronnen aanwezig zijn. Er wordt evenwel niet verwacht dat er significante rustverstoring voor avifauna ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zal optreden. Voor het bedrijf zelf is het ook van belang dat de dieren zo weinig mogelijk gestoord worden waardoor geluid op het bedrijf beperkt wordt. 3.5 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het landschap als relatiesysteem Tijdens de uitbreiding van het varkendsgedeelte wordt strikt genomen één extra stal gebouwd. Deze stal wordt op een bestaande mestput gebouwd. Deze stal bevindt zich achteraan het bedrijf op een reeds in gebruik genomen stuk grond, waardoor deze uitbreiding weinig invloed zal hebben op het landschap. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 13

14 In het kader van de versterking van de traditionele landschappen in Vlaanderen werden een aantal wenselijkheden voor de toekomstige ontwikkeling gedefinieerd (Antrop et al., 2002). Hierbij worden voor het Land van Roeselare Kortrijk onder meer vermeld: vrijwaren relicten open ruimten, afremmen volledig dichtslibben, actieve landschapsbouw: er wordt geen nieuwe open ruimte in gebruik genomen; versnippering door infrastructuur en verspreiding van (bio)industriële vestigingen tegengaan: dit is evenwel niet van toepassing voor het bedrijf; versterken van de samenhang en buffering van de visuele verstedelijking door selectieve groenaanplanting: strikt genomen is dit eveneens niet van toepassing, maar hierbij kan reeds vermeld worden dat een landschapsintegratieplan voor het bedrijf opgemaakt werd (zie hoofdstuk ) Erfgoedaspecten Het dichtstbijzijnde bouwkundig erfgoed bevindt zich op 350 m van het bedrijf. Door de uitbreiding van het bedrijf zal hierop geen invloed uitgeoefend worden. Om te onderzoeken of er mogelijkerwijs archeologische vondsten te verwachten zijn, werd de Centraal Archeologische Inventaris ( geraadpleegd. Hieruit bleek dat er op de bedrijfslocatie geen archeologische vondsten geïnventariseerd zijn. Het bedrijf zelf is niet gelegen in een relictzone. Het is niet omdat het bedrijf niet gelegen is in een relictzone, en er nog geen archeologische vondsten geïnventariseerd zijn, dat de mogelijkheid niet bestaat om archeologische vondsten terug te vinden. Er zijn geen grote grondwerken noodzakelijk. Het is evenwel niet eenvoudig om met de huidige kennis reeds te voorspellen of er al dan niet een kans bestaat op het vinden van archeologisch waardevolle voorwerpen. Toch kan op basis van het voorgaande ergens een inschatting gemaakt worden dat de kans op het vinden van archeologische vondsten niet groot zal zijn. Samengevat kan gesteld worden dat bij de uitbreiding van het varkensgedeelte geen grondwerken noodzakelijk zullen zijn, waardoor er geen effecten zullen zijn op erfgoedaspecten Perceptieve aspecten Belangrijk is om ook na te gaan in welke mate het bedrijf een invloed zal hebben op zijn omgeving. De impact van een landbouwinrichting (met loodsen, stallen, voedersilo s,...) op het landschap kan immers groot zijn. De locatie van het bedrijf wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal foto s (Bijlage 8). Het bedrijfsterrein is momenteel slechts voor een deel voorzien van een groenscherm, bestaande uit coniferen aan de straatkant en een losse heg langs de varkensstallen. De exploitant heeft evenwel reeds een landschapsintegratieplan laten opmaken door het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw. Dit landschapsintegratieplan met keuze van de aanplantingen is terug te vinden in Bijlage 19. Er wordt geopteerd voor een combinatie van struiken en bomen rondom het volledige bedrijf. De struiken zorgen ervoor dat het bedrijf van dichtbij een groene tint krijgt. Bomen zijn onmisbaar voor het groene natuurlijke effect op lange afstand. Er wordt hierbij ervoor gezorgd dat het bedrijf niet volledig weggestopt wordt achter een groen scherm, aangezien landbouwbedrijven een beeldbepalend en essentieel onderdeel zijn van het landschap. Er wordt ernaar gestreefd dat landbouwbedrijven opgenomen worden in het omliggende landschap. Hierbij worden een aantal algemene principes bij beplanting rond agrarische bedrijven gehanteerd: agrarische bedrijven dienen in hun totaliteit geïntegreerd te worden, zonder afbreuk te doen aan de functionaliteit en de landbouwtechnische eisen van het bedrijf; een eenvoudige beplanting op maat van het bedrijf, waarbij rekening gehouden wordt met de streekidentiteit, zorgt voor een mooie integratie; bedrijven moeten niet volledig weggestopt worden achter een groenscherm. Ze zijn beeldbepalend en een essentieel onderdeel van ons omliggende landschap; voor een mooi resultaat wordt gespeeld met combinatie van struiken (heesters) en bomen, en dit over het volledige bedrijf. Struiken zorgen er namelijk voor dat het bedrijf van dichtbij een groene tint krijgt. Bomen zijn onmisbaar voor het groene natuurlijke effect op lange afstand. De manier waarop dit op bedrijfniveau wordt farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 14

15 toegepast is maatwerk en afhankelijk van bedrijf tot bedrijf en sterk afhankelijk van de landbouwtechnische vereisten van het bedrijf. Om tot het landschapsintegratieplan te komen werden een aantal motivaties mee in rekening gebracht: het bedrijf bevindt zich in halfopen landschap. In het landschap is weinig tot geen beplanting aanwezig; het bedrijf is zo gestructureerd, met de woning aan de straatzijden en met de varkensstallen erachter, evenwijdig tot elkaar ingeplant; de percelen van het buurbedrijf rond het bedrijf worden gebruikt als akker; de toegangsweg van het bedrijf ligt tegen de perceelsgrens, waardoor er daar geen mogelijkheid tot beplanting is; aan de straatzijde zullen de coniferen verwijderd worden en zal de kleine huisweide omrand worden door hoogstambomen. Hierdoor zal een losse structuur ontstaan. Deze bomen sluiten aan met de bestaande losse heg die nu aanwezig is op de perceelsgrens naast de bestaande varkensstallen. Dit zou moeten leiden tot een gestructureerd en goed geïntegreerd bedrijf. Concreet zullen als bomen essen gebruikt worden, die op zowat 10 m van elkaar zullen staan. Langs één zijde (toegangsweg) zal evenwel nog steeds geen groenscherm aanwezig zijn, maar daar is dit ook niet mogelijk. Dit wordt dan ook geklasseerd als een blijvend gering negatief effect. Met betrekking tot het varkensgedeelte, zal de nieuwe stal volgens een aantal tips gebouwd worden zoals beschreven in de brochure Agrarische architectuur, technisch bekeken (Boussery et al., 2006): streven naar gesloten, compact geheel van het bedrijf: de nieuwe stal komt op een mestput te staan, aan de achterzijde van het bedrijf (vanaf de straatkant bekeken); geordende plaatsing van de gebouwen: de nieuwe stal zal evenwijdig met de andere stallen opgesteld zijn; torensilo s binnen bebouwing houden: er worden geen nieuwe silo s voorzien. Een deel van de bestaande silo s bevinden zich reeds tussen de stallen. Naast de inplantingsplaats kan ook de vormgeving en materialen van de bedrijfsgebouwen een voorname rol spelen in het visuele aspect van een landbouwbedrijf. Op het bedrijf worden een aantal tips (Boussery et al., 2006) gebruikt: gelijke dakhelling gebruiken: dit zal toegepast worden bij de bouw van de nieuwe stal; gebruik van dezelfde materialen en kleuren: de niewe stal zal gebouwd worden met dezelfde materialen als de meest recente stal (6), namelijk betonnen silexpanelen; donkere dakstructuur: het dak zal evenwel uit een bleke dakbedekking bestaan (net zoals meest recente stal (6)); kleurgebruik torensilo s: er worden geen nieuwe silo s voorzien. Momenteel zijn de bestaande silo s geelbruin van kleur. Indien een silo aan vervanging toe is, kan geopteerd worden voor een transparante kleur; versieringen vermijden: onnodige versieringen en accenten zullen vermeden worden. Doordat het bedrijf verder uitgebreid wordt met bovenstaande tips indachtig, zal het bedrijf goed geïntegreerd zijn in het landschap. 3.6 Discipline geluid en trillingen Het bedrijf is gelegen in agrarisch gebied. De normen waaraan getoetst moet worden zijn 45 db(a) voor overdag (periode tussen 7 en 19 u), 40 db(a) voor s avonds (periode tussen 19 en 22 u) en 35 db(a) voor s nachts (periode tussen 22 en 7 u). Hierbij kan een zekere achtergrondwaarde (referentiewaarde) mee in rekening gebracht worden, zijnde 35 db(a) voor overdag, 30 db(a) voor s avonds en 25 db(a) voor s nachts. Tijdens de bouwwerkzaamheden zelf kan enige geluidshinder, die inherent is aan bouwwerkzaamheden, waarneembaar zijn in de directe bedrijfsomgeving. Tijdelijke geluidshinder kan dus verwacht worden. Deze hinder valt evenwel niet te kwantificeren. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 15

16 Daarnaast zullen een aantal bronnen op het bedrijf zelf verantwoordelijk zijn voor geluidshinder. Op voorliggend bedrijf zullen voornamelijk de ventilatoren, het vullen van voedersilo s, het transport en de dieren geluid produceren. Hiervoor kunnen geluidsvermogenniveaus vanuit de literatuur gebruikt worden. Het vullen van de voedersilo s (compressor) en het geluid dat de dieren (voornamelijk bij laden en lossen + laadklep vrachtwagen) zullen produceren kunnen beschouwd worden als incidenteel geluid. Hiervoor kan een toetsing uitgevoerd worden t.o.v. de geluidsnormen voor incidenteel geluid. Het geluid van de kippen kan echter niet getoetst worden. De ventilatoren zullen een continue bron van geluid zijn. Hierbij moet getoetst worden aan de richtwaarde voor een bestaande inrichting. Steeds dient hierbij rekening gehouden te worden met de gewestplanbestemming. De toetsing dient te gebeuren t.o.v. een 200-metergrens rond de bedrijfsperceelsgrenzen, en ter hoogte van de dichtstbijzijnde (niet-bedrijfsgerelateerde) woning. De dichtstbij liggende woning bevindt zich op 185 m van de bedrijfscontouren. In de huidige situatie zijn er 6 ventilatoren, in de toekomst neemt dit toe met 26 ventilatoren. Hierbij is geen rekening gehouden met de noodventilatoren, gezien deze enkel uitzonderlijk, bij warm weer, werkzaam zijn. De score in de huidige situatie op 200 m van de bedrijfscontour is 1 (matig negatief effect) voor alle periodes. Alsook ter hoogte van de dichtstbijgelegen woning is de score -1 (matig negatief effect) voor alle periodes. Kijken we naar de gewenste situatie, dan kan vastgesteld worden dat het effect op 200 m van het bedrijf niet wijzigt overdag en s avonds. De score wijzigt wel s nachts naar -3 (zeer significant effect). Deze effecten gelden ook voor de dichtstbijzijnde woning. Uit de toetsing van de incidentele bronnen blijkt dat de richtwaarde voor incidentele bronnen overschreden wordt gedurende de avond- en nachtperiode op 200 m van het bedrijf door de dieren, laadklep en het vullen van de silo s. Ter hoogte van de dichtstbij gelegen woning is door deze activiteiten een overschrijding van de norm tijdens de avond- en nachtperiode. Hier dient er dan ook rekening mee gehouden te worden dat het laden van dieren en het leveren van voeder overdag moet gebeuren. Er kan evenwel ook een kanttekening gemaakt worden, en dat is dat het hier een berekende situatie is, en dit voor de meest ongunstige situatie. Door de uitbreiding van het bedrijf zijn er op het vlak van geluidshinder weinig bijkomende effecten te verwachten. Tijdens de bouwwerkzaamheden zelf kan enige geluidshinder, die inherent is aan bouwwerkzaamheden, waarneembaar zijn in de directe bedrijfsomgeving. Tijdelijke geluidshinder kan dus verwacht worden, maar zal naar alle waarschijnlijkheid, rekening houdende met de afstand tot de dichtstbijzijnde woning zeer beperkt zijn. Deze hinder valt evenwel niet te kwantificeren. 3.7 Discipline mens Klachtenregistratie Navraag bij de gemeente leert dat tegen het bedrijf in het verleden nog geen klachten geregistreerd werden bij de milieudienst van Ledegem. Tijdens het openbaar onderzoek van de milieuvergunningsaanvraag voor de covergistingsinstallatie, zijn wel vier schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen ingediend. Deze hadden betrekking op veiligheidsafstanden tot hoogspanningslijnen, het niet in het gedrang brengen van de afwatering van de drainage, het debiet van het te lozen afvalwater, de sterke belasting van het plaatselijk wegennet door talrijke transporten, geurhinder en het bouwen van de loods op de uitweg die naar het aanpalend perceel loopt. Doordat deze vergistingsinstallatie niet gebouwd zal worden, zijn deze bezwaren en opmerkingen niet relevant voor het project. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 16

17 3.7.2 Verkeershinder Op het bedrijf worden allerhande producten aan- en afgevoerd. Meestal gebeurt dit met vrachtwagens. Wordt gekeken naar het aantal transporten dan kan vastgesteld worden dat dit in de huidige situatie 6 transporten per week is, na de dieruitbreiding wijzigt dit tot 9,5 per week. De transporten van oa. vrachtwagens gebeuren via de Gootstraat (éénvaksbaan met enkele uitwijkstroken) naar de Lendeleedsestraat (een tweevaksbaan die aangepast is aan zwaarder verkeer). Op het eind van de Lendeleedsestraat kan het transport de Gullegemsestraat of Izegemsestraat (eveneens een tweevaksbaan, aangepast aan zwaarder verkeer) oprijden. De route is aangeduid in Bijlage 2. De burgemeester verklaarde aan de provinciale milieuvergunningscommissie (in het kader van de milieuvergunningsaanvraag van de co-vergistingsinstallatie) dat de Gootstraat heraangelegd wordt en dat een extra uitwijkstrook wordt voorzien, wat de transportbewegingen aanvaardbaar zullen maken, mits de aanvoer zal gebeuren door groottransporten van 30 ton. Deze heraanleg is begin 2010 uitgevoerd. Langsheen de transportroute loopt geen officiële, bewegwijzerde fiets- of wandelroute. Ook wordt geen woongebied doorkruist (op onaangepaste wegen). Het transport gaat dus over een korte afstand over lokale wegen, maar dat is niet te vermijden. Hier kan dan ook een blijvend matig negatief effect ondervonden worden. 3.8 Samenvatting van de effecten deelaspect onderdeel effectbeoordeling LUCHT GEUR afstandsregels geen of verwaarloosbaar effect bronnencluster WOONGEBIED negatief effect voor 240 bijkomende woningen WOONGEBIED MET LANDELIJK KARAKTER negatief effect voor 19 bijkomende woningen matig negatief effect voor 23 bijkomende woningen OVERIG negatief effect voor 15 bijkomende woningen matig negatief effect voor 5 woning minder gering negatief effect voor 20 bijkomende woningen STOF PM 10 (jaargemiddeld) gering negatief effect voor 1 woning in de toekomst BODEM bodemverontreiniging door opslag risicostoffen effecten op bodemprocessen door verzuring en vermesting bodemverstoring door aanleg verhardingen, graafwerkzaamheden WATER PM 10 (cumulatief, bedrijf en gemeentelijke achtergrondconcentratie) PM 2,5 opslag bodemonderzoek mestafzet mestopslag verzurende en vermestende depositie bodemverlies negatief effect (overschrijding norm is mogelijk naar de toekomst toe) verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect geen effectbeoordeling geen of verwaarloosbaar effect zie discipline fauna en flora geen of verwaarloosbaar effect bronbemaling verdroging zie discipline fauna en flora daling grondwatertafel door grondwaterwinning verstoring omliggende grondwaterwinningen verdroging geen of verwaarloosbaar effect zie discipline fauna en flora farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 17

18 deelaspect onderdeel effectbeoordeling verstoring omliggende grondwaterwinningen geen of verwaarloosbaar effect waterverbruik overmatig waterverbruik geen of verwaarloosbaar effect beperking infiltratiecapaciteit soort water geen of verwaarloosbaar effect geen of verwaarloosbaar effect vermestende invloed peilputten negatief effect (niet in orde met regelgeving), maar milieutechnisch is evenwel geen uitspraak mogelijk vermestende depositie door opslag zie discipline fauna en flora zie discipline bodem lozing afvalwater bedrijfsafvalwater geen of verwaarloosbaar effect FAUNA EN FLORA huishoudelijk afvalwater direct ecotoopverlies permanent of tijdelijk geen of verwaarloosbaar effect verzurende depositie vermestende depositie momenteel gering negatief effect (septische put), naar toekomst toe geen effect (riolering) negatief effect negatief effect verdroging door bemaling en/of grondwaterwinning geen of verwaarloosbaar effect rustverstoring LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE het landschap als relatiesysteem inschatting van effecten veroorzaakt door aanwezigheid stallen (bedrijf) verwaarloosbaar effect tijdelijk negatief effect bij aanlegfase geen of verwaarloosbaar effect erfgoedaspecten bouwkundig erfgoed geen of verwaarloosbaar effect archeologie geen of verwaarloosbaar effect perceptieve aspecten inschatting effect groenscherm momenteel een matig negatief effect, naar de toekomst toe (na realisatie landschapsintegratieplan) blijvend gering negatief effect (langs één zijde is geen groenscherm mogelijk) GELUID EN TRILLINGEN continue bronnen 200 m geen of verwaarloosbaar effect matig negatief effect (score 1) in huidige en gewenste situatie overdag en s avonds en in huidige situatie s nachts zeer significant negatief effect (score -3) in gewenste situatie s nachts continue bronnen dichtstbijgelegen woning matig negatief effect (score 1) in huidige en gewenste situatie overdag en s avonds en in huidige situatie s nachts zeer significant negatief effect (score -3) in gewenste situatie s nachts incidentele bronnen 200 m overschrijding van de norm tijdens avond- en nachtperiode in huidige en gewenste situatie MENS klachten verkeershinder incidentele bronnen dichtstbijgelegen woning verkeerssituatie (tot eerste grote weg (autostrade, gewestweg,...), aantal transporten, overschrijding van de norm tijdens avond- en nachtperiode in huidige en gewenste situatie geen effect matig negatief effect farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 18

19 4 Milderende maatregelen 4.1 Discipline lucht Op het bedrijf wordt reeds gebruik gemaakt van meerfasig laag eiwit en laag fosfor voeder. Door het voeder zoveel mogelijk te gaan aanpassen aan de voedingsbehoefte van de dieren, zal ook de voederconversie optimaal gaan gebeuren, waardoor er een efficiënter N-gebruik zal zijn en er een reductie in de uitscheiding van stikstof- en geurcomponenten zal optreden. Deze voeders zijn beter afgestemd op de specifieke behoefte van het dier in die bepaalde periode. Het toepassen van precisievoeding wordt ook als Best Beschikbare Techniek beschouwd. Hier kunnen dan ook geen bijkomende maatregelen voorgesteld worden, want het bedrijf maakt hiervan reeds gebruik. Niettegenstaande de geuremissie van kadaveropslag niet gekwantificeerd kan worden, wordt het voorzien van een koeling op de kadaveropslag aangeraden. Maar uit de modellering blijkt dat de maatregelen eigenlijk nog onvoldoende zijn om de geuremissies in die mate te reduceren dat het bedrijf geen invloed meer zal leveren op de omgeving. Hierbij kan evenwel het volgende vermeld worden: er wordt gerekende met een maximale vergunde bezettingsgraad. In werkelijkheid zullen steeds minder dieren (zowat 90 %) aanwezig zijn; de geurconcentratietoename ter hoogte van de negatief gehinderde woningen gelegen in woongebied (al dan niet met landelijk karakter) is zeer beperkt. Toch dient nagedacht te worden over bijkomende milderende maatregelen, en dit voornamelijk in het kader van geurhinder. Inzake stofemissie zijn milderende maatregelen niet echt noodzakelijk, maar de bijkomende maatregelen die voorgesteld kunnen worden om de geur verder te beperken, zullen ook een invloed uitoefenen op de stofemissies. Er wordt in de gewenst situatie enkel op de nieuwe stal een chemische luchtwasser geplaatst, aangezien het bouwtechnisch moeilijker is om op bestaande gebouwen een luchtwasser te plaatsen. Navraag bij de producent leert dat het niet mogelijk is om het chemisch luchtwassysteem, dat reeds aanwezig is op één stal, verder om te bouwen tot een combiwassysteem. Daarom zullen maatregelen getroffen moeten worden op de traditionele stallen. Brongerichte maatregelen genieten de voorkeur boven nageschakelde technieken. Doordat het bestaande stallen betreft, is het economisch niet realistisch om wijzigingen aan het stalsysteem te voorzien. Daarom is het in voorliggend geval beter om een nageschakelde techniek (luchtwassysteem) te voorzien op de bestaande stallen. Een aantal scenario s kunnen in dit kader onderzocht worden: scenario 1: een chemisch luchtwassysteem op stallen (2) en (3); scenario 2: een biologisch luchtwassysteem op stallen (2) en (3); scenario 3: een combiwassysteem op stallen (2) en (3); scenario 4: een chemisch luchtwassysteem op stallen (2), (3) en (4); scenario 5: een biologisch luchtwassysteem op stallen (2), (3) en (4); scenario 6: een combiwassysteem op stallen (2), (3) en (4). De (theoretische) reductiepercentages van deze systemen wordt nogmaals kort samengevat in Tabel 8. Tabel 8 Theoretische reductiepercentages van de diverse luchtwassystemen biologisch luchtwassysteem (S-1.) chemisch luchtwassysteem (S-2.) combiwassysteem geur 40 % 30 % 70 % ammoniak 70 % 70 % 85 % stof 60 % 60 % 80 % farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 19

20 De emissies voor alle scenario s worden weergegeven in Tabel 9. Tabel 9 Emissies (geur, stof, ammoniak) voor alle scenario s geuremissie PM 10-stofemissie PM 2,5-stofemissie ammoniakemissie huidige situatie ou E/s 325 kg/j 58 kg/j kg/j gewenste situatie ou E/s (+ 93 %) 657 kg/j (+ 102 %) 117 kg/j (+ 102 %) kg/j (+ 52 %) scenario ou E/s (+ 80 %) 549 kg/j (+ 69 %)) 98 kg/j (+ 69 %)) (+ 22 %) scenario ou E/s (+ 75 %) 549 kg/j (+ 69 %) 98 kg/j (+ 69 %) (+ 22 %) scenario ou E/s (+ 61 %) 510 kg/j (+ 57 %) 91 kg/j (+ 57 %) (+ 16 %) scenario ou E/s (+ 73 %) 497 kg/j (+ 53 %) 89 kg/j (+ 53 %) (+ 8 %) scenario ou E/s (+ 66 %) 497 kg/j (+ 53 %) 89 kg/j (+ 53 %) (+ 8 %) scenario ou E/s (+ 46 %) 442 kg/j (+ 36 %) 79 kg/j (+ 36 %) (- 2 %) Het aantal gehinderde woningen wordt weergegeven in Tabel 10. Tabel 10 Aantal woningen dat zich in de verschillende geurconcentratiezones bevindt omschrijving effect huidige situatie woongebied gewenste situatie scenario 1 scenario 2 scenario 3 scenario 4 scenario 5 > 3 ou E/m³ negatief woongebied met landelijk karakter 3 5 ou E/m³ matig negatief > 5 ou E/m³ negatief overige gewestplanbestemmingen 3 5 ou E/m³ gering negatief ou E/m³ matig negatief > 10 ou E/m³ negatief scenario 6 Hieruit blijkt dat het aantal gehinderden voor de milderende scenario s steeds lager ligt dan de gewenste situatie. Er is evenwel nog steeds een toename van gehinderden waar te nement t.o.v. de huidige situatie. Uit het detailonderzoek blijkt eveneens dat de scenario s tot lagere geurconcentraties leidt dan de gewenste situatie. De laagste geurconcentraties worden teruggevonden bij scenario 6. Inzake stofproblematiek is er niet direct een noodzaak naar bijkomende milderende maatregelen. Cumulatief kan de norm overschreden worden, maar in deze zone zijn er echter geen woningen gelegen. Voor PM 10 ondervindt slechts 1 woning een beperkte bijdrage in de gewenste situatie. Voor PM 2,5 is de bijdrage zelfs verwaarloosbaar. De onderzochte scenario s, die voornamelijk uitgewerkt worden om de geurproblematiek aan te pakken, zullen evenwel ook een invloed uitoefenen op de stofemissie. Voor de volledigheid worden de resultaten met betrekking tot stof voor deze scenario s weergegeven in Tabel 11. Tabel 11 Resultaten van de stofconcentratiemodelleringen (aantal woningen; X betekent dat er geen dergelijke zone voorkomt) PM 10- jaargemiddeld huidige situatie gewenste situatie scenario 1 en 2 scenario 3 scenario 4 en 5 scenario 6 norm X X X X X X 5 % van de norm % van de norm 0 1* % van de norm 1* 1 2* 2* 1* 1* PM 2,5- jaargemiddeld norm X X X X X X 5 % van de norm X X X X X X farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 20

21 huidige situatie gewenste situatie scenario 1 en 2 scenario 3 scenario 4 en 5 scenario 6 3 % van de norm X 0 X X X X 1 % van de norm 0 1* 1* 1* 1* X * waaronder bedrijfswoning 4.2 Discipline bodem De opslagtanks dienen te voldoen aan de nodige veiligheidsvoorschriften. De reeds aanwezige tanks worden periodiek gecontroleerd. Er moet nauwlettend op toegezien worden dat dit eveneens naar de toekomst toe verder opgevolgd wordt. Door de vergunningsplichtige rubrieken is het bedrijf bodemonderzoeksplichtig. Een oriënterend bodemonderzoek is verplicht bij overdracht, onteigening, sluiting, faillissement en vereffening, en om de 20 jaar voor het meest strenge kader (zijnde categorie A). Een eerste maal dient het bodemonderzoek uitgevoerd te worden 12 jaar na de ingebruikname van de zwavelzuuropslag. Dit betekent dat er in het jaar 2022 een oriënterend bodemonderzoek noodzakelijk zal zijn. De nieuwe stallen en stalgedeeltes dienen zodanig geconstrueerd te zijn dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de openbare riolering mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. De mest wordt vanuit de mestkelders rechtstreeks opgepompt. Hierbij wordt het morsen van mest zoveel mogelijk vermeden doordat er een directe aansluiting op het voertuig gebruikt wordt. Eventuele mestresten dienen na het transport opgeschept te worden en opnieuw in de mestkelder gedeponeerd te worden. Er moet ten allen tijde vermeden worden dat de mestresten ten gevolge van ontwatering van het bedrijfsterrein de bodem/grondwater en het oppervlaktewater verontreinigen. Dit slaat eigenlijk op zowel de discipline Bodem als de discipline Water. Er zijn een aantal maatregelen die reeds getroffen worden of die naar de toekomst toe getroffen kunnen worden om deze verontreiniging te voorkomen (Broos Water B.V., 2007): het bedrijfsterrein opdelen in een schoon en vuil deel: bepaalde delen van het terrein worden bijna dagelijks gebruikt voor o.a. voedertransport en mestafvoer. Op dit deel van het erf is de kans op vervuiling vrij groot. De voorkeur geniet om dit vuile deel zo klein mogelijk te houden en goed te verharden. Dit vereenvoudigt het reinigen van dit deel; alle stallen uitrusten met dakgoten: regenwater, afkomstig van de daken, is relatief schoon en mag direct in het oppervlaktewater geloosd worden. Door dakgoten te plaatsen en deze rechtstreeks af te koppelen naar het oppervlaktewater (voor zover dit niet herbruikt wordt), wordt voorkomen dat dit hemelwater in contact komt met de potentieel vervuilde gedeelten van het bedrijfsterrein. Bij voorliggend bedrijf zijn de stallen met dakgoten uitgerust, die het water afleiden naar regenwatervoorziening (stal (6)) of de open vijver (overige stallen); na de ophaling van mest, de mestresten direct opruimen. Dit wordt op het bedrijf ook toegepast; groenstrook rond het erf: het afspoelen van (vervuild) regenwater van de bedrijfsterreinen kan daar in de bodem infiltreren. De groenstrook zelf fungeert als een infiltratievoorziening die samen met de vegetatie zorgt voor het zuiverende vermogen. Door uitspoeling kan de aanwezige vervuiling in dit water echter alsnog in het oppervlakte- en grondwater terechtkomen. In die zin dient goede bedrijfsvoering erop gericht te zijn om zoveel mogelijk vervuiling van de bedrijfsterreinen te voorkomen, en indien desgevallend toch vervuiling optreedt deze zo snel mogelijk te verwijderen. Rond het bedrijf bevindt zich een gedeeltelijk groenscherm; gecentraliseerde afvoer: via een systeem van gootjes kan al het regenwater dat op de bedrijfsterreinen valt, afgeleid worden naar een zogenaamde bezinksloot, waarvan de overloop in contact staat met het oppervlaktewater. Hierbij zal eerst een bezinking van eventuele mestdeeltjes gebeuren, waarna deze verwijderd kunnen worden. Momenteel beschikt het bedrijf niet over een bezinksloot. Deze maatregel vereist een te grote aanpassing van de bedrijfsterreinen en wordt dan ook naar de toekomst toe niet gepland; farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 21

22 peilbuismetingen om een vermestende invloed op het grondwater te kunnen bepalen: momenteel beschikt het bedrijf evenwel nog niet over peilbuismetingen (negatief effect), waardoor geen uitspraak mogelijk is. Naar de toekomst toe dienen deze metingen evenwel uitgevoerd te worden. Daarvoor is de opdracht reeds gegeven, maar door de lange tijdspanne (circa drie maanden), zullen de resultaten opgevraagd kunnen worden bij de aanvraag van de milieu- en bouwvergunning. Indien calamiteiten optreden die een impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. 4.3 Discipline water Op het bedrijf zijn er een aantal maatregelen genomen of zullen er een aantal maatregelen getroffen worden om de verstoring van de waterhuishouding tot een minimum te beperken: het hemelwater kan vrij infiltreren op de onverharde stukken van het bedrijfsterrein; het regenwater vanop de staldaken wordt volledig opgevangen (in een kelder en een open vijver); het bedrijf tracht het drinkwaterverbruik van de dieren te rationaliseren door het gebruik van drinknippels, anti-morscups en beperkte watertoevoer; de stallen worden gereinigd met een hogedrukreiniger, waardoor het waterverbruik gedrukt wordt. Volgende tips kunnen ook belangrijk zijn voor een duurzaam watergebruik op bedrijfsniveau: herstel lekken zo snel mogelijk en laat het water niet onnodig lopen; gebruik goede drinkbakken, -nippels en dergelijke. Vermijd mors- en lekverliezen,... Deze maatregelen van goede praktijk worden ook op de inrichting zo veel mogelijk toegepast. De stallen worden niet droog gereinigd voor de verwijdering van grof vuil. Volgens de BBT is nochtans aangewezen om vuil droog te reinigen of op z n minst regelmatig droog te reinigen. Daarom wordt de exploitant ook aangewezen dit in acht te nemen. Doordat er ondanks de wettelijke verplichting - geen peilbuizen aanwezig zijn, is hier sprake van een negatief effect. Er kan hierbij evenwel geen uitspraak gedaan worden over een al dan niet vermestende invloed van het bedrijf op het grondwater. Het voorstel van de plaatsing van de peilbuizen is reeds goedgekeurd door de Afdeling Milieuvergunningn van LNE en de peilbuizen zijn reeds geïnstalleerd. De resultaten van deze analyses zullen beschikbaar zijn op het moment de milieu- en bouwvergunning aangevraagd worden en kunnen dan opgevraagd worden. De goedkeuring van de plaatsing van de peilbuizen is weergegeven in Bijlage Discipline fauna en flora Hierbij moet voornamelijk gedacht worden aan maatregelen die verhinderen dat ammoniak uit de stallen in de omgevingslucht vrijgesteld wordt. Dit kan op een aantal manieren bewerkstelligd worden: voedingsmaatregelen; aanpassen huisvestingssysteem; toepassing wassers en filters; gebruik van mestadditieven. De nieuw te bouwen stal zal uitgerust zijn met een chemisch luchtwassysteem. Bovendien is een bestaande stal eveneens uitgerust met een dergelijk luchtwassysteem. Een standaard chemische luchtwasser brengt een ammoniakreductie van 70 % teweeg. Deze maatregel zorgt er evenwel niet voor dat de totale verzurende en vermestende depositie op de omliggende BWK-eenheden gelijk blijft of daalt. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 22

23 In de discipline lucht worden reeds een aantal scenario s uitgewerkt, en dit voornamelijk om de geurhinder te beperken. Deze scenario s zullen evenwel ook een invloed uitoefenen op de ammoniakemissies van het bedrijf, met als gevolg dat de deposities ook zullen veranderen. Hieruit blijkt dat de deposities in de alternatieve scenario s steeds lager zullen liggen dan deze in de gewenste situatie. Scenario 6 benadert hierbij het best de huidige situatie. 4.5 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het landschapsintegratieplan dient uitgevoerd te worden. Dan zal het varkensgedeelte zo goed als mogelijk geïntegreerd zijn in het landschap. Het landschapsintegratieplan dient uitgevoerd te worden (waarbij rekening gehouden moet worden met het feit dat de co-vergistingsinstallatie niet aanwezig zal zijn). 4.6 Discipline geluid en trillingen Zoals hoger aangehaald, is de bovenstaande effectbespreking gebaseerd op een theoretische berekening. Er is sprake van een zeer significant negatief effect. Om de geluidsoverlast voor omwonenden zoveel mogelijk te vermijden heeft de exploitant momenteel al een aantal maatregelen getroffen: het vullen van de voedersilo s vindt overdag plaats; aan de chauffeurs wordt gevraagd om de motor af te leggen tijdens stilstand; het laden van de dieren gebeurt of zal zo veel mogelijk overdag gebeuren; een deel van de stallen is natuurlijk geventileerd; de ventilatoren van de stal bevinden zich telkens in de stal. Hierdoor zal er reeds een geluidsdempend effect optreden. Al deze reducerende aspecten kunnen echter niet doorgevoerd worden in de berekening, maar hier dient zeker rekening mee gehouden te worden bij de beschouwing van de effectbeoordeling inzake geluid. 4.7 Discipline mens Alle mogelijke maatregelen zijn getroffen om de hinder gekoppeld aan de bezwaren tot een absoluut minimum te beperkten. Enkel inzake transport blijft er een matig negatief effect over, maar hier kan weinig aan veranderd worden. De meest optimale transportroute wordt reeds gevolgd. farmer bvba 10DEVA1_ niet-technische samenvatting MER pagina 23

24 Bijlage 1 Topografische kaart Legende contour bedrijf bestaande stal nieuwe stal woning berging N Schaal 1:2.500 farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

25 Bijlage 1 Topografische kaart Legende contour bedrijf cirkel met straal van 1 km rond het bedrijfsmiddelpunt Schaal 1: N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

26 Bijlage 2 Stratenatlas Legende indicatie ligging bedrjif voornaamste transportroute N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

27

28 Voorbereiding MER voor Devar BVBA Defoort J. BVBA pag. 42

29 Voorbereiding MER voor Devar BVBA Defoort J. BVBA pag. 43

30 Voorbereiding MER voor Devar BVBA Defoort J. BVBA pag. 44

31 Voorbereiding MER voor Devar BVBA Defoort J. BVBA pag. 45

32 Bijlage 4a Luchtfoto van de inrichting N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

33 Bijlage 4b Luchtfoto van de inrichting in zijjn ruimere omgeving N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

34 P P N Bijlage 5 Gewestplan Legende contour bedrijf cirkel met straal van 1 km rond het bedrijfsmiddelpunt woongebied woongebied met landelijk karakter woonpark woonuitbreidingsgebied gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut parkgebied P N natuurgebied LO agrarische gebieden industrie ambachtelijke bedrijven en kmo's lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter Schaal 1: N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

35 # # Bijlage 6 Waterlopen en lvmm-/mapmeetpunten Legende contour bedrijf cirkel (indicatief) met straal van 1 km rond bedrijfscentrum # VMM-/MAP-meetpunt bevaarbare waterloop niet-geklasseerde waterloop categorie 1 waterloop categorie 2 waterloop categorie 3 waterloop Schaal 1: N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

36 # 8 # 6 # 4 # 3 # 14 # 9 # ## # 11 # 1 # 2 # 5 # Bijlage 7 Bouwkundig erfgoed Legende contour stallen cirkel met straal van 1 km rond het bedrijfsmiddelpunt # bouwkundig erfgoed uitleg bij nummering: zie volgende blz. Schaal 1: N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

37

38 Bijlage 8 Staanplaats foto's N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be < < < < < < < < < < < <

39

40

41 Bijlage 9a Grondplan huidige situatie uitleg bij de nummering wordt op de volgende bladzijde weergegeven farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

42 Bijlage 9b Grondplan gewenste situatie uitleg bij de nummering wordt op de volgende bladzijde weergegeven farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

43

44 Bijlage 12 Quartaire bodemkaart Legende indicatie ligging bedrjif N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

45

46

47

48

49 Lid van Aalbeke Formatie van Tielt Bijlage 13 Tertiaire bodemkaart Legende indicatie ligging bedrjif N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 Milieuvergunningsaanvraag KL1 VAMO BVBA Ter Poperenweg 9 8560 Moorsele (Wevelgem) OVERZICHT INFOVERGADERING 1. Beknopte beschrijving project 2. MER-plicht 3. Situering

Nadere informatie

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van 7.357 varkens en 120 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Vardeco BVBA Industrieweg 114H Lammekensstraat 17 9032 Wondelgem 8900 Tielt

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER

Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van 3.301 varkens MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Bossaert Wim en Marc Industrieweg 114H Kriekstraat

Nadere informatie

niet-technische samenvatting MER

niet-technische samenvatting MER MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 121.000 legkippen Brabantstraat 77 8850 Ardooie niet-technische samenvatting MER 10BELL1_MER, maart 2011 farmer bvba 10BELL1_niet-technische

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 7.560 andere varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kodeva nv, Kortemarkstraat 193, 8820 Torhout 07KODE1_MER augustus 2008

Nadere informatie

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot 3.528 varkens en 89 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Aelvoet Industrieweg 114H Izegemstraat 147

Nadere informatie

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij MER (PR0708) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Verheyen Marc en Davy Maatschap Industrieweg 114H Eindepoel 18 9032 Wondelgem 2330

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Van Looveren Bart Industrieweg 114H Blikstraat 63 9032 Wondelgem 2920

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

niet-technische samenvatting

niet-technische samenvatting MER Hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij met 110.000 dieren Wageweg 3 9880 Aalter niet-technische samenvatting 09COOP1_ MER, januari 2011 farmer bvba 09COOP1_niet-technische samenvatting MER

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 11.253 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba De Hoge Roker bvba / Tolpe Chris / Eco-Amron cvba Industrieweg

Nadere informatie

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens MER (PR0684) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Krespo bvba / Vanderheyden

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot 120.000 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Danny Coulier LV Industrieweg 114H Gemeneweg 5 9032 Wondelgem 8691 Leisele farmer

Nadere informatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Aanmelding/ontwerp-MER Niet Technische Samenvatting 2017_ES_000196 Colofon Opdrachtgever: Stefan Louwagie

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas Definitief MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Bolckmans LV Industrieweg 114H Moerstraat 40 9032 Wondelgem 2330 Merksplas

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven. administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 146.000 legkippen en 50 paarden MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Cant bvba Industrieweg 114H Weverstraat 99 9032 Wondelgem

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000260_nts Inhoudsopgave Colofon 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

niet-technische samenvatting MER

niet-technische samenvatting MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 6.183 vleesvarkens LV Beck Vanthillo Vaalmoer 9 2321 Hoogstraten (Meer) niet-technische samenvatting MER 09BECK1_MER, oktober

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER MER. 10BIVA1_niet-technische samenvatting MER 1

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER MER. 10BIVA1_niet-technische samenvatting MER 1 Overname van twee inrichtingen en uitbreiding van het totaalproject tot een capaciteit van 1.021 zeugen, 10.510 andere varkens, 3 beren en 271 jonge zeugen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot 199.500 slachtkippen MER (PR0730) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Jan Zaman Industrieweg 114H Eeckbergstraat

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot 2.686 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Agri Heyman LV Industrieweg 114H Hoge Ziekenweg

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van 149.350 legkippen en 550 mestvarkens MER niet-technische samenvatting farmer bvba Vanhoef Maaseik LV Industrieweg 114H Stenenbrugweg

Nadere informatie

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11.1 Ruimtelijke situering Veldkaaistraat Het bedrijf is gelegen aan de Veldkaaistraat z/n te Ardooie. Volgens het kadastraal plan is het bedrijf gelegen

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Vermeiren Danny en Hofmans FV Industrieweg 114H Meerleseweg 63A 9032 Wondelgem 2321

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf MER Niet-technische samenvatting MER farmer bvba Wouters LV Industrieweg 114H Heggestraat 5 9032 Wondelgem 2310 Rijkevorsel farmer bvba

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10. Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot 6.272 varkens te Merksplas Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000059_M_LAN_nts

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot 135.100 slachtkuikens project-mer: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000231_niet technische samenvatting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van 3.749 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Stoop Marcel Industrieweg 114H Heiveldstraat 129 9032 Wondelgem

Nadere informatie

Vlaamse Regering : AMV/ /1 002

Vlaamse Regering : AMV/ /1 002 .... Vlaamse Regering : AMV/00018771 /1 002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincié

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting MER

Niet-technische samenvatting MER Niet-technische samenvatting MER 1 Het project 1.1 Inleiding Het varkensbedrijf Fok- en Mesterij Henk bvba, gelegen in de Houwendijk 9 te Arendonk, is momenteel vergund voor het houden van 1.755 varkens,

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Project-MER 0329 MER Varcap, Verrebroek Opdrachtgever: Varcap NV Borringstraat 19 9130 Verrebroek Projectlocatie: Borringstraat 19 9130 Verrebroek Uitvoerend studiebureau:

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon project-mer: Niet-technische Samenvatting 2017_ES_000097_niet technische samenvatting eco-scan bvba

Nadere informatie

Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel

Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel Milieutechnische eenheid Poultryfarms bvba: Uitbreiding, hernieuwing en wijziging tot een totaal van 84.000 opfokpoeljen van legkippen en 100.000 legkippen MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba

Nadere informatie

niet-technische samenvatting

niet-technische samenvatting MER Uitbreiding van een varkensbedrijf tot 5.493 andere varkens BVBA De Stroombeek niet-technische samenvatting 07STRO1_MER oktober 2008 farmer bvba Niet-technische samenvatting 1 Het project 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot 10.200 vleesvarkens MER (PR0695) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba De Berger nv Industrieweg 114H

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting Het project Inleiding Het bedrijf Bavarti bvba wenst de capaciteit van de inrichting uit te breiden met 3.151 vleesvarkens waardoor de inrichting in totaal 6.038 vleesvarkens

Nadere informatie

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 370.760 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Industrieweg 114H Vanhaecke Frank / Vanhaecke

Nadere informatie

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot 12.894 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Moons nv Industrieweg 114H Polderstraat 9 11 9032 Wondelgem 2370

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot 252.000 braadkippen niet-technische samenvatting MER eco-scan bvba Heyrman LV Industrieweg 114H Muggenhoek 2A 9032 Wondelgem 9130 Kieldrecht

Nadere informatie

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en wijziging van een bestaande pluimveehouderij tot 92.000 legkippen Laerco bvba Meeuwstraat 4a 2440 Geel NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING 09LAER1_MER, juli 2010 farmer bvba 09LAER1_niet-technische

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 1.1 Het project 1.1.1 Inleiding Het varkensbedrijf te Aalter (Bosstraat 41) wordt uitgebaat door Eddy Van Wonterghem en is momenteel vergund voor het houden van 2.689 varkens

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens !!"#$ %###&'()) *#"+,,-.$#./01*#"+,,-.$#./, Ontheffing tot het opstellen van een MER Ontheffingsbeslissing Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens Initiatiefnemer:

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN Calibeke bvba, Staden

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN Calibeke bvba, Staden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN 09826 Calibeke bvba, Staden Opdrachtgever: Calibeke bvba Hogestraat 63 8840 Staden Projectlocatie: Hogestraat 63 8840 Staden Uitvoerend studiebureau: ABO

Nadere informatie

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning Bergs Advies B.V. Dorpstraat 55 6095 AG Baexem Telefoon Fax E-mail Internet (0475) 49 44 07 (0475) 49 23 63 info@bergsadvies.nl www.bergsadvies.nl Rabobank 14.42.17.414 K.v.K. Roermond nr. 12065400 BTW

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting MER

Niet-technische samenvatting MER Niet-technische samenvatting MER Lokip Lochtenberg 3B Merksplas 09LOKI1_niet-technische samenvatting MER 1 1 Het project 1.1.1 Inleiding Het bedrijf Lokip, gelegen in de Lochtenberg 3B te Merksplas, is

Nadere informatie

RECENTE EVOLUTIES IN HET VLAAMSE GEURBELEID

RECENTE EVOLUTIES IN HET VLAAMSE GEURBELEID RECENTE EVOLUTIES IN HET VLAAMSE GEURBELEID Bijdrage van LNE afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid VEMIS platform BELEID, 19 juni 2012 Topics 1. IMPACT 2. MER RL-BOEK Lucht actualisatie

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 08PLAS1_niet technische samenvatting MER 1 1 Het project 1.1 Inleiding Het pluimveebedrijf Plasschaert LV, gelegen in de Kruiskenstraat 54 te Sint-Laureins, is momenteel vergund

Nadere informatie

1 Niet-technische samenvatting

1 Niet-technische samenvatting 1 Niet-technische samenvatting 1.1 Het project 1.1.1 Inleiding Het voorliggende varkensbedrijf is gelegen in de Hees 7 te 2310 Rijkevorsel. Deze varkensinrichting is vergund voor het houden van 2.880 vleesvarkens.

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE Opdrachtgever Flaviehoeve GCV Noordmoerstraat 5 8630 Veurne KBO-nummer 0828.449.185 Vestigingseenheidsnummer

Nadere informatie

1 Niet-technische samenvatting

1 Niet-technische samenvatting 1 Niet-technische samenvatting 1.1 Het project 1.1.1 Inleiding Stan Peeraer wenst een nieuwe inrichting op te starten op het adres Achteraard z/n te Hoogstraten. De exploitant dient zijn huidig bedrijf

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLAV1/08-123/hs. BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE HEREN PIET EN DANNY VERMEIREN MET BETREKKING

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied. Vilvoorde Machelen Gemeentegrenzen Brussel Situering projectgebied 1.1 1:10.000 Path: I:\FP1707\Technical_Data\Figuren\T_hoofddocumenten\MXD_0021_situering_20160421.mxd N Vilvoorde 0 Brussel Gemeentegrenzen

Nadere informatie

Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen

Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente Balen Toets aan regelgeving milieueffectrapportage M_IMPACT 30 APRIL 2014 Opgesteld door: Wouter Beyen Aanvraag Planologisch Attest door GESBO gemeente

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Milieueffectrapport PRMER Coghe Heidi LV, Ardooie (Koolskamp)

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Milieueffectrapport PRMER Coghe Heidi LV, Ardooie (Koolskamp) NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport PRMER-0509 Coghe Heidi LV, Ardooie (Koolskamp) Opdrachtgever: Coghe Heidi LV Oude Heirweg 34A 8851 Ardooie (Koolskamp) Projectlocatie: Oude Heirweg 34A

Nadere informatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B J' Vlaamse Regering : ~............ AMV1000143935/1 004/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000 VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/00068315/1000 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. D/PMVC/05L07/05262

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

AMV/ /1004. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/ /1004. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, AMV/00035702/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie Limburg van 12 mei

Nadere informatie

ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF. L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008

ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF. L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008 ) ENVIRO + NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING VOOR HET UITBREIDEN VAN VARKENSBEDRIJF L. GERARDI en zonen NV (PR0191) Malle DECEMBER 2008 Contactpersonen Contactpersonen Tel.: 03/755.00.65 Tel.: 03/312.17.86

Nadere informatie

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne. KBO-nummer: VE-nummer: Karreweg Veurne. Uitvoerend studiebureau:

Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne. KBO-nummer: VE-nummer: Karreweg Veurne. Uitvoerend studiebureau: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport Veeteeltbedrijf Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne Opdrachtgever: Pieter Hauspie Karreweg 4 8630 Veurne KBO-nummer: 0883.239.735 VE-nummer: 2.210.544.975

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Melding Activiteitenbesluit milieubeheer Aanvrager: Dhr. W.A. Maalderink Akkermansstraat 11 7021 LW ZELHEM INHOUDSOPGAVE Uitwerking melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het bedrijf

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /kh/mige. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER VERSTRAELEN GUY MET BETREKKING TOT

Nadere informatie

BROCHURE. Varkensbedrijf Bergakker BV. Noordzijde TH Odoornerveen. Schutte agrarisch vastgoed I

BROCHURE. Varkensbedrijf Bergakker BV. Noordzijde TH Odoornerveen. Schutte agrarisch vastgoed I BROCHURE Varkensbedrijf Bergakker BV Noordzijde 14 7874TH Odoornerveen Schutte agrarisch vastgoed I www.schutte-agra.nl KvK 55 07 88 93 Weidehof 16 E info@schutte-agra.nl BTW 189 738 248 B01 7772 GX Hardenberg

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor een gemengd landbouwbedrijf met stalruimte voor legkippen en 50 runderen

Milieueffectrapport voor een gemengd landbouwbedrijf met stalruimte voor legkippen en 50 runderen Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK

MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE 18.3. NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK Opmaak en begeleiding: SBB Accountants & Adviseurs Milieubureau

Nadere informatie

AMV/ /1000/B

AMV/ /1000/B AMV/000157133/1000/B Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, 1 0, van titel 11 van het VLAREM ingediend

Nadere informatie

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; J" Vlaamse Regering. -... AMV/000/150708/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard

AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING. VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard AANMELDINGSNOTITIE M.E.R.- BEOORDELING VAN: Mts. K. en M. en K. Hellinga Hegedyk 4 9089 BN Wytgaard 6 november 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INITIATIEFNEMER... 2 2. DE BEOOGDE ACTIVITEITEN... 3 Hoofdactiviteit...

Nadere informatie

WET MILIEUBEHEER aanvraag vergunning Agrarische sectortevens

WET MILIEUBEHEER aanvraag vergunning Agrarische sectortevens WET MILIEUBEHEER aanvraag vergunning Agrarische sectortevens beschrijving ROBA Advies B.V. Florijn 4 Postbus 330 5750 AH Deurne tel. 0493-326030 fax. 0493-311939 1 Inrichting 1.1 Algemene gegevens Aanleiding:

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00026203/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat

Nadere informatie

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/000143635/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen van

Nadere informatie

Varkenshouderij: Wat zijn de nieuwe wettelijke kantlijnen? En de gevolgen? 24 november 2017 Ir Isabelle Vermander gsm 0497/

Varkenshouderij: Wat zijn de nieuwe wettelijke kantlijnen? En de gevolgen? 24 november 2017 Ir Isabelle Vermander gsm 0497/ Varkenshouderij: Wat zijn de nieuwe wettelijke kantlijnen? En de gevolgen? 24 november 2017 Ir Isabelle Vermander gsm 0497/974443 iv@dlv.be 2017: het jaar van de veranderingen Omgevingsvergunning: jonge

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging BIJLAGE Milieuneutrale wijziging Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting De heer W.B.M. Aarts heeft aan de Polderdreef 5 te Liessel de beschikking over een varkenshouderij. De inrichting

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER An-Pigs bvba, Bassevelde (Assenede)

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER An-Pigs bvba, Bassevelde (Assenede) NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER An-Pigs bvba, Bassevelde (Assenede) Opdrachtgever: An-Pigs bvba Schare 40A 9965 Bassevelde (Assenede) Projectlocatie: Schare 40A 9965 Bassevelde (Assenede) Uitvoerend studiebureau:

Nadere informatie

Bijlage Melding Activiteitenbesluit. Oude Neerkantseweg 7 te Liessel

Bijlage Melding Activiteitenbesluit. Oude Neerkantseweg 7 te Liessel Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Marino Huyghe/Marel BVBA Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide KBO-nummer: 0865.365.011 VE-nummer: 2.137.723.018. Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide

Marino Huyghe/Marel BVBA Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide KBO-nummer: 0865.365.011 VE-nummer: 2.137.723.018. Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport Uitbreiding en hernieuwing van een varkensbedrijf te Diksmuide Marino Huyghe/Marel BVBA, Bien Acquisstraat 2, 8600 Diksmuide PR0735 Opdrachtgever: Marino

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV Hernieuwing van de bestaande milieuvergunning met uitbreiding mestverwerking Voeder Seurynck NV Rennevoortstraat 3 8880 Sint-Eloois-Winkel

Nadere informatie

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Bioremediering wetgeving Richtlijn Duurzaam gebruik van pesticiden (EU 2009/128) Vlaanderen: Vlarem -

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit MLVER/07-56/mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER LEENAERTS JAN MET BETREKKING

Nadere informatie

Toelichting op aanvraag om omgevingsvergunning activiteit milieu. Locatie: Beitelweg 7 en 7a 3882 MT PUTTEN

Toelichting op aanvraag om omgevingsvergunning activiteit milieu. Locatie: Beitelweg 7 en 7a 3882 MT PUTTEN Toelichting op aanvraag om omgevingsvergunning activiteit milieu Locatie: Beitelweg 7 en 7a 3882 MT PUTTEN 1. Omschrijving inrichting, activiteiten en procesbeschrijving De inrichting betreft een gemengde

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 7241 andere varkens te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 7241 andere varkens te Wuustwezel Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18

Nadere informatie