Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Transcriptie

1 Besluit MLVER/07-56/mavb. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE HEER LEENAERTS JAN MET BETREKKING TOT EEN GEMENGD VEEBEDRIJF, GELEGEN TE 2321 HOOGSTRATEN (MEER), TERBEEKSESTRAAT 44, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De deputatie van de provincie Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikel 8; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets; Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen (hierna genoemd "Mestdecreet"), zoals gewijzigd bij latere decreten; Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu van 12 november 1997 (B.S. van 19 december 1997) m.b.t. de toepassing van het Mestdecreet; Gelet op de mededeling, op 2 mei 2007 ingediend door de heer, wonend Terbeeksestraat 44 te 2321 Hoogstraten (Meer), strekkende tot het bekomen van een akteneming om een gemengd veebedrijf, gelegen te 2321 Hoogstraten (Meer), Terbeeksestraat 44, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 3-E-166g, 3-E-166h, 3-E-167k, 3-E-167h, te veranderen door wijziging, door de interne verplaatsing van een aantal varkens en de omvorming van een vleesvarkensstal naar een stal voor opfokzeugen en biggen, met behoud van het aantal dierplaatsen, nl. stallen met plaatsen voor varkens, waarvan 2 beren, 328 zeugen en andere varkens, en stallen met plaatsen voor slachtkuikens (9.5.c.2); Gelet op het feit dat volgende klasse 3-inrichting wordt gemeld : een bijkomende mestsilo van m³ om te komen tot een totale opslagcapaciteit van m³ dierlijke mest (28.2.c.1); Vlarem-rubricering: 9.5.c c.1; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde mededeling: Koningin Elisabethlei Antwerpen 1 T F

2 2/6 Besluit nr. MLAV1/ dd. 11 augustus 2005 van de deputatie, houdende gedeeltelijke vergunning voor het verder exploiteren en veranderen door wijziging en uitbreiding van een gemengd veebedrijf voor een termijn verstrijkend op 11 augustus 2025; Gelet op het feit dat deze mededeling voor de eerste maal werd ingediend op 13 april 2007 en werd vervolledigd op 2 mei 2007; op het feit dat op datum van 8 mei 2007 de mededeling ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op het gunstig advies dd. 7 juni 2007 van de afdeling Milieuvergunningen (AMV) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) (kenmerk AMV/A/07/2818); op volgende elementen uit dit advies : 1. Het voorwerp van melding kleine verandering betreft in hoofdzaak de interne verplaatsing van een aantal varkens en de omvorming van een vleesvarkensstal naar een stal voor opfokzeugen en biggen. De inrichting beschikt over een vergunning voor o.a stalplaatsen voor varkens in 3 stallen (MB dd.11/08/2005 ref. MLAV1/05-114). 2. Hieronder een overzicht hoe de dieren verdeeld waren over de stallen en hoe ze bij deze mededeling gehuisvest zullen worden: Stalnummer huidige situatie Gewenste situatie Stal andere varkens 34 opfokzeugen + biggen Stal andere varkens andere varkens Stal zeugen, 62 opfokzeugen, 2 beren idem totaal andere varkens, 328 zeugen, 2 beren andere varkens, 328 zeugen, 2 beren a) 116 andere varkens uit de kleinere stal naast de garage worden bijgeplaatst in stal 2: i.p.v. 11 en 9 varkens/hok komen er respectievelijk 13 en 10 stuks/hok. b) De kleinere stal zal dan worden verbouwd tot een stal voor 34 opfokzeugen en biggen (opfokzeugen worden gerekend als andere varkens qua mestproductie). Er wordt geen nieuwe stal bijgebouwd; de verbouwing dient niet ammoniakemissiearm te gebeuren. Er verandert niets aan de vergunde mestproductie, omdat het aantal en soort dieren niet wijzigt. 3. Naast de bestaande mestsilo van m³ komt een nieuwe silo van eveneens m³. Het betreft een klasse-3 inrichting die hetzelfde risico en hinder inhoudt als bij vergelijkbare uitbating los van een vergunde exploitatie en kan bijgevolg geakteerd worden, op voorwaarde dat voldaan is aan de voorwaarden van Vlarem. 4. Er kan besloten worden dat de gemelde verandering niet van die aard is dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt of de bestaande hinder vergroot; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap RO-Vlaanderen (ARO); Gelet op het gunstig advies dd. 4 juni 2007 van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (kenmerk PH/ A/AV1/ ); op volgende elementen uit dit advies : 1. Uitgaande van de mestbankaangifte van deze inrichting, rekening houdende met de gekende vergunningsbeslissingen (en de termijn van ingebruikname), kan gesteld worden dat de gekende vergunningen nog volledig geldig zijn. Rekening houdende met de in de aanvraag opgegeven dierenaantallen, bevestigd door de Mestbankaangifte van deze inrichting, komt dit overeen met een vergunde mestproductie van ,55 kg P 2O 5 en ,00 kg N, overeenkomstig 2 beren, 328 zeugen incl. biggen, andere varkens en slachtkuikens. 2. De soort aanvraag en bespreking: a) De mededeling betreft een verandering van de vergunning van deze inrichting door het verplaatsen van een aantal andere varkens uit de kleinere stal naast de garage naar de bestaande vleesvarkensstal. De kleinere varkensstal zal vervangen worden door een nieuwe stal voor opfokzeugen en biggen.

3 3/6 b) Op basis van de forfaitaire normen vermeld in artikel 33bis van het mestdecreet is de gewenste vergunde mestproductie van deze inrichting na verandering ,00 kg N en ,55 kg P 2O 5, overeenkomstig de mestproductie van 2 beren, 328 zeugen inclusief biggen, vleesvarkens/opfokzeugen en slachtkuikens. c) Er is m³ dierlijke mestopslag vergund. Hierbij wenst de exploitant de mestopslag uit te breiden met m³ mengmestopslag tot een totaal van m³ mestopslag. Deze bijkomende mestopslag zal voorzien worden in een bijkomende silo naast de zeugenstal. 3. Aan de volgende voorwaarden van het Mestdecreet is m.b.t. deze mededeling voldaan : a) De definitieve bouwvergunning werd verleend vóór 1 september 1991 en de aangifte van het aanslagjaar 1993 werd ontvangen op 10 maart 1993, wat vóór 29 september 1993 is en er werden op deze aangifte dieren vermeld zodanig dat deze inrichting kan beschouwd worden als een bestaande veeteeltinrichting (artikel 2, 7, a) van het mestdecreet). b) De laatste drie kalenderjaren werd voldaan aan de aangifteplicht. c) De af te zetten difosforpentoxide van deze inrichting, bedroeg de laatste 3 kalenderjaren ( ), voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, gemiddeld kg P 2O 5. Deze berekening is bepaald conform de toen geldige wetgeving. De bij de Mestbank bekende wijze van afzet van difosforpentoxide van deze inrichting bedroeg de laatste 3 kalenderjaren, voorafgaand aan het jaar van de aanvraag, gemiddeld kg P 2O 5. Derhalve werd in het verleden de opgegeven mestproductie afgezet conform de bepalingen van het mestdecreet. d) De gewenste vergunde mestproductie voor deze inrichting bedraagt ,55 kg P 2O 5 en ,00 kg N, overeenkomstig 2 beren, 328 zeugen inclusief biggen, andere varkens en legkippen. Rekening houdende met de in punt 1. bepaalde vergunde mestproductie én het onderzoek uitgevoerd onder punt 3.c, kan de aanvraag beschouwd worden als een aanvraag tot verandering van de vergunning van deze inrichting zonder stijging van de vergunde mestproductie tot gevolg. 4. Is er voldoende mestopslagcapaciteit voorzien? a) Betreffende de varkens: Uitgaande van de inrichtingsplannen dient er een mestopslagcapaciteit van minimaal 1.875,40 m³ mengmest voorzien te worden. Aangezien er een opslagcapaciteit van m³ mengmest voorzien is, is voldaan aan de bepalingen van artikel van Vlarem II. De bijkomende mestsilo met een capaciteit van m³ moet voldaan aan de voorwaarden van art van Vlarem II. b) Betreffende de slachtkippen: Uitgaande van de inrichtingsplannen dient er een mestopslagcapaciteit van minimaal 693 m³ vaste mest voorzien te worden. Aangezien er geen opslagcapaciteit voor vaste mest voorzien is, is niet voldaan aan de bepalingen van artikel van Vlarem II; Overwegende dat uit de toepassing van de in artikel 3 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 vermelde beoordelingsschema s blijkt dat de gevraagde activiteiten van die aard zijn dat ze niet relevant zijn voor wat betreft invloed op het watersysteem; dat derhalve de aanvraag voldoet aan de in artikel 5 opgesomde doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003; Overwegende dat de meegedeelde verandering geen toevoeging van kadastrale percelen betreft; Overwegende dat de inrichting overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem in dezelfde klasse blijft ingedeeld; dat de verandering derhalve geen indeling van de inrichting in een hogere klasse tot gevolg heeft;

4 4/6 Overwegende dat de meegedeelde verandering onder de toepassing valt van de bepalingen van artikel 6 bis 3 van het Vlarem; Overwegende dat de gunstige adviezen in aanmerking worden genomen; Overwegende dat de meegedeelde verandering niet van die aard is dat ze een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt en dat de bestaande hinder niet vergroot; dat de meegedeelde verandering bijgevolg overeenkomstig artikel 6 quater, 4 van het Vlarem in aanmerking komt voor aktename geldend als vergunning; Overwegende dat voorliggend dossier tevens betrekking heeft op een melding m.b.t. een inrichting van de klasse 3; dat deze melding dient geakteerd te worden; ARTIKEL 1 - Voorwerp van de akte B E S L U I T : Akte wordt genomen van de mededeling van de heer, dd. 2 mei 2007 ingediend, inzake de verandering van het vergund gemengd veebedrijf, gelegen te 2321 Hoogstraten (Meer), Terbeeksestraat 44, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) : 3-E-166g, 3-E-166h, 3- E-167k, 3-E-167h, door wijziging door de interne verplaatsing van een aantal varkens en de omvorming van een vleesvarkensstal naar een stal voor opfokzeugen en biggen, met behoud van het aantal dierplaatsen, nl. stallen met plaatsen voor varkens, waarvan 2 beren, 328 zeugen en andere varkens, en stallen met plaatsen voor slachtkuikens (9.5.c.2). Akte wordt genomen van de melding m.b.t. volgende klasse 3-inrichting: een bijkomende mestsilo van m³ om te komen tot een totale opslagcapaciteit van m³ dierlijke mest (28.2.c.1). Vlarem-rubricering: 9.5.c c.1. ARTIKEL 2 De meegedeelde verandering waarvan akte wordt genomen mag niet langer geëxploiteerd worden dan de vergunningstermijn van de lopende vergunning, zijnde 11 augustus ARTIKEL 3 De volgende voorwaarden worden opgelegd en dienen strikt nageleefd te worden bij de exploitatie van de verandering die het voorwerp is van de akteneming : 1. Algemene : V01 Algemene milieuvoorwaarden algemeen. Hoofdstuk 4.1, 4.6, 4.7 V02 Algemene milieuvoorwaarden geluid. Hoofdstuk Sectorale : V32 Dieren. Hoofdstuk Bijzondere : geen. De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden kunnen teruggevonden worden in Vlarem II (of bijgevoegde cd-rom). Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijzigingen van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.

5 5/6 ARTIKEL 4 - Onderhavige akteneming doet geen afbreuk aan de rechten van derden. ARTIKEL 5 - Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van hoofdstuk III-bis van titel I van het Vlarem. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant dient vóór de datum van inwerkingtreding van de overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlarem. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd overeenkomstig de bepalingen van het Vlarem uiterlijk tussen de 18 de en de 12 de maand vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. ARTIKEL 6 - Tegen onderhavige akte, bedoeld onder artikel 1.1, kan bij aangetekend schrijven binnen 30 dagen na de bekendmaking ervan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel. Antwerpen, in zitting van 12 juli Aanwezig: de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren J. Geuens, K. Helsen en M. Wellens, mevrouw I. Verhaert, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever: Jos Geuens In opdracht: De Provinciegriffier, De Voorzitter, D. Toelen C. Paulus

6 6/6 Bijlage bij besluit dd. 12 juli 2007 De in artikel 3 van dit besluit opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden worden aan de exploitant louter ter indicatie meegegeven. De exploitant wordt immers geacht altijd de voor zijn inrichting van toepassing zijnde algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II na te leven. Dit betekent ook dat indien deze voorwaarden wijzigen, de exploitant steeds geacht wordt de meest recente versie ervan na te leven. De tekst van de in artikel 3 genoemde voorwaarden vindt de exploitant terug in de bij deze vergunning gevoegde cd-rom. Indien gewenst, kan de exploitant altijd een papieren afdruk bekomen bij de vergunningverlenende overheid. Deze cd-rom wordt niet meegestuurd naar de andere rechthebbenden van de beslissing. Het provinciebestuur gaat er immers van uit dat deze reeds zelf over een exemplaar van Vlarem II beschikken waarin ze de van toepassing zijnde hoofdstukken of artikelen kunnen raadplegen.