Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER"

Transcriptie

1 Uitbreiding, wijziging en vroegtijdige hernieuwing van een varkensbedrijf tot een totaal van varkens MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Bossaert Wim en Marc Industrieweg 114H Kriekstraat Wondelgem 8970 Poperinge KBO: VE: MER-deskundigen: Peter Hermans Marie-Alix Vandenabeele Toon Van Elst

2 Inhoud 1 Inleiding Projectomschrijving Bedrijfsinfrastructuur Exploitatiecyclus Beschrijving van het studiegebied (referentietoestand) Beschrijving van de milieu-effecten Discipline lucht Geur Stof Verzuring en vermesting Discipline bodem Discipline water Grondwater Oppervlaktewater Discipline geluid en trillingen Discipline fauna en flora Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Discipline mens Samenvatting van de effecten Milderende maatregelen Discipline lucht Discipline bodem Discipline water Discipline fauna en flora Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Discipline geluid en trillingen Discipline mens Conclusie Bijlagen eco-scan bvba M11BOSS1_MER 2

3 1 Inleiding Dit is de niet-technische samenvatting van een milieueffectrapport, m.a.w. een beknopte samenvatting van het eigenlijke milieueffectrapport bestemd voor publiek en belanghebbenden. Een milieueffectrapport is een openbaar document waarin de milieueffecten van een planproces of project en de eventuele alternatieven voor dat planproces of project, worden onderzocht. Het milieueffectrapport beslist niet of het project een vergunning krijgt, dit wordt beslist door de vergunningverlener die hierbij rekening houdt met milieueffectrapport. De niet-technische samenvatting heeft als doel om aan publiek en belanghebbenden de relevante informatie uit het milieueffectrapport van het project of plan te communiceren en hiermee de publieke participatie in het vergunningsproces te bevorderen. Voor de uitgebreide technische informatie moet u het eigenlijke milieueffectrapport raadplegen. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 3

4 2 Projectomschrijving In de Kriekstraat 11 te Poperinge is het varkensbedrijf van Wim en Marc Bossaert gevestigd. Het is momenteel vergund voor het houden van varkens, zijnde 296 zeugen, 3 beren, 161 jonge zeugen en andere varkens. Voor dit bedrijf wordt een uitbreiding en een vroegtijdige hernieuwing aangevraagd, en dit voor een totaal van varkens, zijnde 699 zeugen, 4 beren, 102 jonge zeugen en andere varkens. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, zal een nieuwe zeugenstal gebouwd worden, uitgerust met een biologische luchtwasser. De bestaande (traditionele) stallen blijven in gebruik. Naast de uitbreiding in aantal dierenplaatsen wenst de exploitant eveneens nog een uitbreiding aan te vragen voor transformatoren, mazoutopslag, opslag van olie, opslag van gevaarlijke stoffen en opslag van dierlijke mest. Daarnaast wordt een hernieuwing van alle rubrieken aangevraagd. Het bedrijf is eveneens vergund voor het scheiden en het verwerken van mest. De mestverwerkingsinstallatie werd nog niet geplaatst en deze zal ook nooit gebouwd worden. Daarom wordt er dan ook geen hervergunning voor deze mestverwerkingsinstallatie aangevraagd worden. Bij de bespreking van de milieu-effecten zal de mestverwerkingsinstallatie dan ook niet in rekening gebracht worden. De mestscheider is eveneens nog niet geplaatst. Aangezien voor deze rubriek wel een hervergunning wordt aangevraagd, zal de mestscheider wel in rekening gebracht worden. In het MER zullen dan ook twee situaties besproken worden. De eerste situatie omvat de huidige (en tevens ook werkelijk uitgebate) situatie met varkens zonder mestverwerkingsinstallatie, de tweede situatie omvat de gewenste situatie met varkens. De huidige situatie is vergund tot 25/09/2023. Normaal wordt ook het nulalternatief (waarbij geen uitbreiding en hernieuwing toegekend wordt) besproken. Vermist het nulalternatief tot 2023 gelijk is aan de huidige situatie (vergunning loopt tot 25/09/2023), zullen enkel de huidige en gewenste situatie besproken worden. De te verwachten impact van het project wordt dan afgeleid door de evaluatie te maken van de huidige en de gewenste situatie. 2.1 Bedrijfsinfrastructuur In de huidige situatie worden de dieren verdeeld over 4 traditionele stallen. Om de uitbreiding in dierenaantal mogelijk te maken, wordt in de gewenste situatie een nieuwe zeugenstal gebouwd. Deze zeugenstal wordt voorzien van een biologische luchtwasser. De huidige stallen blijven naar de toekomst toe traditionele stallen. Zoals blijkt uit bovenstaande tabel worden de aantallen herverdeeld over de stallen. De mestscheider waarover het bedrijf beschikt is een mobiele decanteercentrifuge type AD 1220 van het merk Westfalia. Deze mestscheider heeft een capaciteit van min. 12 m³/u. De mestscheider werkt enkel overdag (van 7 tot 19u) en staat tussen de centrale stallen opgesteld. De centrifuge van de mestscheider staat bovenop een trailer in een geluidsisolerende omkasting, wat een geluidsreductie zal teweeg brengen. Het bedrijf is eveneens vergund voor een mestverwerkingsinstallatie met een capaciteit van ton/j. Deze mestverwerkingsinstallatie is echter nooit geïnstalleerd geweest en zal ook nooit gebeuren. Er wordt hiervoor dan ook geen hervergunning aangevraagd. Momenteel is de inrichting vergund voor de opslag van m³ mest. Naar de toekomst toe zal de mestopslag toenemen tot m³. De mest wordt opgeslagen in de mestkelders onder de stallen. De mest wordt eerst gescheiden in een dunne (85 %) en een dikke fractie (15 %). De dunne fractie wordt daarna afgevoerd naar een mestverwerkingsinstallatie in de buurt. De eigen mestverwerkingsinstallatie werd namelijk nooit geïnstalleerd. De dikke fractie wordt afgevoerd naar een composteringsbedrijf. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 4

5 Voeder voor de dieren wordt opgeslagen in sleufsilo s, waar ook droge producten worden opgeslagen. CCM (Corn Cob Mix) wordt opgeslagen naast het brijvoederlokaal. In het brijvoederlokaal zelf worden granen fijngemalen met een hamermolen. Op het bedrijf wordt gewerkt met meerfasig voeder. Dit voeder heeft een laag eiwit- en laag fosforgehalte. Dit blijft zo naar de toekomst toe. De inrichting beschikt reeds over een gekoelde krengenopslag. Tweemaal per week worden de kadavers opgehaald door Rendac. Dit blijft zo naar de toekomst toe. Op de inrichting is één enkelwandige ingekuipte petroleumtank van l aanwezig op een verhoogd platform. Verder is er één bovengrondse dubbelwandige mazouttank van l en een ondergrondse enkelwandige tank van l aanwezig. In de toekomst komen daar nog een bovengrondse en ingekuipte mazouttank van l en l bij en een vat voor de opslag van 120 liter afgedraaide olie. De inrichting beschikt over een eigen grondwaterwinning voor het oppompen van m³/j (13,7 m³/d). Deze winning bevindt zich op een diepte van 136 m (Landeniaan aquifersysteem). Er wordt geen hernieuwing van de grondwaterwinning aangevraagd. Bij een hoger waterverbruik (meer dan m³) wordt gebruik gemaakt van leidingwater. Het regenwater dat op de nieuwe staloppervlakte valt, zal worden opgevangen in een regenwaterkelder met een inhoud van 120 m³. Deze regenwateropvang zal eveneens water opvangen van stal 1. Daarnaast zal van de overige stallen eveneens het regenwater opgevangen worden. Hiervoor wordt een foliebasin van 200 m³ naast stal 5 voorzien. Deze zal het hemelwater van stal 2, 3, 4 en de loods met berging opvangen. De overloop van de regenwateropvangvoorzieningen staat in verbinding met de beek. Het regenwater zal gebruikt worden om de stallen te reinigen, als drinkwater voor de varkens (excl. biggen) en als waswater voor de luchtwasser. Momenteel wordt regenwater opgevangen in een citerne van 12 m³ bij de woning. Dit wordt gebruikt voor huishoudelijke doeleinden. In de huidige situatie wordt grond- of leidingwater als reinigingswater gebruikt. In de toekomst wordt hiervoor enkel regenwater gebruikt. Water dat op de verharde oppervlakten terecht komt, wordt nu en in de toekomst geïnfiltreerd of afgeleid naar het oppervlaktewater. Op het bedrijf zijn aan de voorzijde reeds inspanningen geleverd op vlak van bedrijfsbeplanting. De bestaande beplanting bestaat uit hoogstambomen, knotbomen, Italiaanse populieren, haagstructuren en heesters. De achterzijde van het bedrijf dient nog geïntegreerd te worden in het landschap, zowel rond de nieuw te bouwen als rond de bestaande bedrijfsgebouwen. Hiervoor werd reeds een landschapsintegratieplan opgesteld. 2.2 Exploitatiecyclus De exploitatiecyclus zal in grote lijnen in beide situaties gelijk zijn. In 2013 is er het verbod op individuele huisvesting van zeugen, waardoor de stalinrichting bij de zeugen niet meer zal voldoen aan de regelgeving. Hierdoor voorziet de exploitant een nieuwe zeugenstal. Daarnaast wenst de exploitant uit te breiden. Het bedrijf is momenteel vergund voor 296 zeugen, 3 beren, 161 jonge zeugen en andere varkens en (niet-vergunningsplichtige) biggen. Naar de toekomst zal dit uitbreiden tot 699 zeugen, 4 beren, 102 jonge zeugen en andere varkens en 524 (niet-vergunningsplichtige) biggen. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 5

6 Een zeug werpt 28 biggen per jaar. Bij vleesvarkens wordt gerekend dat er 2,6 rondes per jaar plaatsvinden. De gemiddelde sterft die er gedurende het productieproces heerst zijn 9,2 % in de zoogafdeling en 1,9 % in de biggenbatterijen. Bij de zeugen is er een heel laag sterftecijfer, maar wordt 40 % van de zeugen jaarlijks vervangen wegens een lagere worpopbrengst (minder productiviteit). Na elke ronde worden de stallen gereinigd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een hogedrukreiniger. De mest komt integraal in de onderliggende mestkelder terecht. De mest wordt gescheiden, zowel in de huidige als gewenste situatie. De dikke fractie (15 %) wordt afgevoerd naar een composteringsbedrijf. De dunne fractie (85 %) gaat naar een externe verwerkingsinstallatie. Het effluent ervan komt terug en wordt uitgevoerd op eigen gronden (100 ha akkerland). Tijdens het productieproces dient rekening gehouden te worden met sterfte onder de dieren. De krengen worden in een gekoelde kadaverhut opgestapeld. Naar de toekomst toe blijft dit zo. Tweemaal per week worden na telefonisch contact de kadavers opgehaald door Rendac. 2.3 Beschrijving van het studiegebied (referentietoestand) De locatie van de inrichting wordt getoond op een uittreksel van de topografische kaart van België (Bijlage 1) en van de stratenatlas van België (Bijlage 2). De gebouwen van de inrichting zijn gelegen op de kadastrale percelen 4 de afdeling, sectie E, 295R. De nieuw te bouwen stal wordt voorzien op hetzelfde kadastraal perceel. Luchtfoto s van de huidige situatie zijn terug te vinden in Bijlage 4a (detail) en Bijlage 4b (ruimere omgeving). Rekening houdend met het gewestplan (Bijlage 5) bevindt de inrichting zich in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De voornaamste gewestplanbestemmingen in de omgeving van de inrichting (afstanden bepaald ten opzichte van de stallen en/of mestopslagplaatsen in de gewenste situatie) zijn onder andere een woongebied (445 m ten Z), woongebied met landelijk karakter (710 m ten ZW), ambachtelijke bedrijven en KMO s (685 m ten Z) en woongebied met cultureel, historisch en/of esthetische waarde (820 m ten Z). In het studiegebied te Poperinge hebben de quartaire zandafzettingen een dikte van ongeveer 5 m. De tertiaire afzetting, die onmiddellijk onder het quartair dek ter hoogte van de inrichting wordt aangetroffen, is de Formatie van Kortrijk (op basis van boringen (DOV-website) in de buurt van de inrichting). De inrichting bevindt zich in de Zandleemstreek, en dit op natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Lhc) in het noordwestelijk deel van de inrichting en op matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Lcd) in het zuidwestelijk deel van de inrichting. De omgeving van de inrichting wordt eveneens gekenmerkt door zandlemige bodems. De grondwaterkwetsbaarheidskaart van de regio rondom de inrichting omschrijft deze zone als weinig kwetsbaar (code Cc). De inrichting was vergund voor een grondwaterwinning in het Landeniaan Aquifer voor het oppompen van grondwater met een maximaal debiet van 13,7 m³/dag of m³/jaar, verleend op 09/06/1999 voor een periode van 10 jaar. In de vergunning van de Bestendige Deputatie verleend op 09/06/2005 werd de vergunning voor de grondwaterwinning in het overwegende gedeelte aangehaald als verleend voor een termijn tot 11/03/2019. De exploitant was er dan ook van overtuigd dat deze vergunning zijn vorige vergunning teniet deed en dat hij dus vergund was voor het winnen van diep grondwater tot 11/03/2019. Echter, de VMM wees de exploitant erop tijdens de mer-procedure dat zijn vergunning voor de grondwaterwinning vervallen was. Gezien de zware investering voor de diepe boorput, de haast onmogelijke overschakeling op ondiep grondwater en de geplande investeringen in hemelwateropvang (zie eco-scan bvba M11BOSS1_MER 6

7 beschrijving en beoordeling van de milieu-effecten), vraagt de exploitant om zijn diep grondwater te kunnen blijven exploiteren en dit voor m³/jaar of 7 m³/dag. De effecten van deze grondwaterwinning worden dan ook verder opgenomen in het MER. Het grondwater wordt in de huidige situatie gebruikt als drinkwater voor de dieren, reinigingswater en voor huishoudelijke doeleinden. Aanvullend wordt gebruik gemaakt van leidingwater. In de gewenste situatie wordt regenwater gebruikt als drinkwater voor de varkens (excl. biggen), om de stallen te reinigen en voor het waswater van de biologische luchtwasser. In de gewenste situatie wordt grondwater enkel gebruikt als drinkwater voor de biggen en als drinkwater voor de overige varkens bij tekort aan hemelwater, aangevuld met leidingwater. Er wordt steeds gepompt uit het Landeniaan aquifersysteem vanop een diepte van 136 m. Binnen een straal van één kilometer rondom de bedrijfsterreinen zijn er 4 andere vergunde grondwaterwinningen aanwezig. Hiervan pompt geen enkele winning uit het Landeniaan aquifersysteem. Hydrogeografisch situeert het studiegebied zich in het IJzerbekken, in het deelbekken Ieper-Ambacht. De dichtstbij gelegen waterloop betreft de Kemmelbeek (2 de categorie) op 855 m ten ZO van de inrichting. In de omgeving van de inrichting stroomt ook nog de Hazelbeek (2 de categorie) op 915 m ten NW. Alle waterlopen hebben drinkwaterkwaliteit als kwaliteitsdoelstelling. Het dichtstbij gelegen VMM-meetpunt, nr , in de Kemmelbeek bevindt zich op zowat 900 m ten ZO van de inrichting. In 2002 werd hier de Prati-index bepaald, en deze wees op een aanvaardbare toestand. De BBI-index bedroeg 5, wat wijst op een matige kwaliteit. Verder weg ligt ook het VMM-meetpunt in de Hazelbeek, op 990 m ten NW van de inrichting. Hier zijn geen meetgegevens voorhanden. Beide meetpunten zijn door de grote afstand en de niet-recente resultaten niet relevant voor de inrichting. Het dichtstbij gelegen MAP-meetpunt, nr , is op 1,1 km ten N van de inrichting gelegen in de Hazelbeek. In 2002 werd hier een Belgische Biotische Index (BBI) van 4 bepaald, wat wijst op een slechte kwaliteit. De Prati-index werd in dit VMM-meetpunt in 2011 bepaald en wees op een matige verontreiniging. In het MAP-meetpunt werd slecht 1 overschrijding van de nitraatnorm gemeten de voorbije 2 jaar. Echter, dit meetpunt is stroomopwaarts gelegen van de inrichting, dus niet relevant. Door de grote afstand tot de inrichting, en bijkomend dat er door de inrichting praktisch geen bedrijfsafvalwater geproduceerd en geloosd wordt, zal ook dit punt niet relevant zijn. Op basis van de beschikbare gegevens vanuit het MAP-meetpuntennetwerk kan er dan ook niks verteld worden over een mogelijke verontreiniging vanwege de inrichting. In de omgeving van het bedrijf komen diverse waardevolle tot zeer waardevolle BWK-complexen voor. Binnen een straal van 5 km is geen vogelrichtlijngebied gelegen, alsook geen Ramsargebied. Op 3,1 km ten zuiden is het VEN-gebied het Westvlaams Heuvelland gelegen. Het dichtstbijgelegen habitatrichtlijngebied is gelegen op ongeveer 2,8 km ten zuiden van de inrichting. Het betreft het Westvlaams Heuvelland. Gezien de grote afstand tot de bedrijfscontouren, zal de inrichting weinig bijdragen tot vermesting en verzuring en zal dit dan ook niet besproken worden. De inrichting is gelegen in het traditionele landschap Het Hoppeland van Poperinge (code , Antrop et al., 2002). Dit gebied wordt gekenmerkt door vlak tot zacht golvend landbouwgebied met weinig uitgesproken valleien als structuurrichtende elementen en kleine, lage kerndorpen en sterk verspreide alleenstaande bebouwing. In vele richtingen zijn wijdse panoramische zichten aanwezig in vele richtingen. Bebouwing vormt geïsoleerde puntvormige of kernen in de open ruimte. In het kader van de versterking van de traditionele landschappen in Vlaanderen werden een aantal wenselijkheden voor de toekomstige ontwikkeling gedefinieerd (Antrop et al., 2002) voor het traditionele landschap, namelijk: eco-scan bvba M11BOSS1_MER 7

8 vrijwaren landelijk karakter met verspreide boerderijen in een open landbouwlandschap; bufferen van industriële en commerciële complexen in de open ruimte rond de kleinstedelijke kernen; behoud van de silhouetten van de steden en dorpen als blikvanger. Met zijn aanduiding van de verschillende relictzones kan de landschapsatlas beschouwd worden als een landschappelijk referentiekader voor Vlaanderen. Voor het gehele Vlaamse grondgebied werden relicten gekarteerd en beoordeeld op basis van hun gaafheid, samenhang en herkenbaarheid. Een relict dient hierbij beschouwd te worden als een overblijfsel uit vroegere tijd dat nog getuigd van de toestand die er vroeger was. De inrichting is gelegen in de relictzone Hoppeland van Poperinge. Op 800 m ten ZO van de inrichting bevindt zich de relictzone Vallei van de Franse Beek en Pandoenebeek Reningelst. Op 915 m ten ZO van de inrichting ligt het lijnrelict Grote Kemmelbeek. Op 970 m ten Z van de inrichting is de bescherming Dorpskom van Reningelst gelegen. Daarnaast bevinden zich in de ruime omgeving van de inrichting ook nog enkele gebouwen die op de lijst van bouwkundig erfgoed opgenomen zijn. Het dichtstbijzijnde betreft een hoeve op zowat 285 m ten NW van de inrichting. In de ruime omgeving van de inrichting (binnen een straal van 1 km rondom de bedrijfscontouren) bevinden zich enkele gebouwen die op de lijst van bouwkundig erfgoed opgenomen zijn. Het dichtstbijzijnde betreft een hoeve op zowat 285 m ten NW van de inrichting. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 8

9 3 Beschrijving van de milieu-effecten 3.1 Discipline lucht Geur Er wordt dan voldaan aan de afstandsregels (geen effect). De jaarlijkse geuremissie op een landbouwbedrijf is gerelateerd aan het gebruikte stalsysteem en het aantal dieren. Op het bedrijf is een mestscheider aanwezig. Deze heeft een scheidingscapaciteit van 12 m³/u. Rekening houdende met een vergunning voor het scheiden van ton mest per jaar, zal de mestscheider bij een maximale capaciteit ongeveer 375 u per jaar (7,2 u per week) moeten draaien. Op basis van interne cijfers van de erkend deskundige lucht blijkt de geuremissie bij een gelijkaardige mestscheider ou E /s te bedragen. Dit wordt mee in het model opgenomen, waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat deze mestscheider 375 u per jaar draait. Voor voorliggend bedrijf zal de geuremissie in de huidige situatie ou E /s (zonder mestscheider, aangezien deze slechts 7,2 uur per week werkt) bedragen. In de gewenste situatie neemt de geuremissie toe tot ou E /s. Met behulp van IFDM kan een geurverspreidingsmodel opgemaakt worden. Omdat voorliggend bedrijf zich in een bronnencluster bevindt, dienen ook bedrijven uit de omgeving mee opgenomen te worden in het model. In het totaal worden 19 omliggende landbouwbedrijven in rekening gebracht. Uit de modellering blijkt dat ter hoogte van woongebied en woongebied met landelijk karakter het aantal gehinderde woningen gelijk blijft ten opzichte van de huidige situatie. In de overige gewestplanbestemmingen neemt het aantal gehinderde woningen met 2 toe in de zone met gering negatief effect (54 in huidige situatie, 56 in gewenste situatie). Het aantal woningen in de overige gewestplanbestemmingen dat een matig negatief effect en een negatief effect ondervindt wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie. Uit het gedetailleerd geuronderzoek blijkt dat er geen verschil optreedt tussen de huidige en gewenste situatie ter hoogte van het woongebied. Ter hoogte van 2 woningen in de directe omgeving van de inrichting treedt een verwaarloosbare toename in geurconcentratie op (van 0,1 ou E /m³). Ter hoogte van de twee andere woningen (waaronder de bedrijfswoning) neemt de geurconcentratie wat af. Het blijkt niet noodzakelijk te zijn om bijkomende milderende maatregelen te treffen, aangezien er nog geen klachten betreffende geur tegen het bedrijf zijn. Kadavers zullen verzameld worden met de hand gedurende de dagelijkse controle. Op de inrichting is een gekoelde kadaveropslag aanwezig. Dit blijft zo in de toekomst. De kadavers worden tweemaal per week opgehaald door de firma Rendac, na telefonisch contact. Naar de toekomst toe zal de frequentie niet veranderen. Er wordt geprobeerd om het aantal kadavers, ook vanuit economisch perspectief, zo beperkt mogelijk te houden door een goede bedrijfsvoering. Inzake geuremissie door kadaveropslag zijn geen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Verwacht wordt evenwel dat de mogelijke hindereffecten ten gevolge van kadaveropslag niet noemenswaardig zullen zijn, zeker omdat hier een gekoelde kadaveropslag voorzien is Stof Op basis van het stalsysteem en het aantal dieren per stal, kan een stofemissie voor het bedrijf bepaald worden. In de huidige situatie bedraagt de totale stofemissie 542 kg/j voor PM 10 en 96 kg/j en PM 2,5 en in eco-scan bvba M11BOSS1_MER 9

10 de gewenste situatie neemt deze af tot 514 kg/j voor PM 10 en 91 kg/j voor PM 2,5. De maximale stofconcentratie door de inrichting in de huidige situatie bedraagt 6,8 µg/m³ (PM 10 ) en 1,2 µg/m³ (PM 2,5 ). In de gewenste situatie zal het maximum van PM 10 afnemen tot 6,5 µg/m³. Voor PM 2,5 blijft de maximale stofconcentratie dezelfde. In Poperinge bedraagt de achtergrondstofconcentratie voor PM 10 tussen 21 en 25 µg/m³. Wordt deze achtergrondconcentratie bij de bedrijfseigen stofconcentratie geteld, dan wordt de norm van 40 µg/m³ nergens overschreden. De achtergrondstofconcentratie voor PM 2,5 is tussen 15 en 17 µg/m³. Wordt deze achtergrondconcentratie bij de bedrijfseigen stofconcentratie geteld, dan wordt de norm van 25 µg/m³ nergens overschreden. Enkel de bedrijfswoning bevindt zich in de PM 10 -stofpluim en zal een matig negatief effect ondervinden in beide situaties. Voor PM 2,5 -stof bevindt de bedrijfswoning zich in de zone met een gering negatief effect, dit zowel in de huidige als gewenste situatie. Tijdens het vullen van het droogvoer wordt het droogvoer via een persleiding onder druk in de voedersilo s geblazen. Om overdruk in de silo te vermijden is er een uitlaatopening voorzien om een teveel aan statische luchtdruk in de silo te laten ontsnappen naar de buitenlucht. Via de uitlaatopening kunnen stofdeeltjes in de omgevingslucht terecht komen. Het vullen neemt normaliter maximaal 1 uur in beslag. Het gaat hier dus om een tijdelijke stofbron. De uitbater verplicht het gebruik van een stofzak bij het vullen van de voedersilo s. Hierdoor zal praktisch geen stof vrijgesteld worden. Er zal dan ook geen of slechts een verwaarloosbaar effect zijn voor het vullen van de voedersilo s. Andere mogelijke bronnen van stofemissie op voorliggend bedrijf zijn het transport en de verbranding van fossiele brandstoffen voor de verwarming. Deze emissies zijn zeer moeilijk kwantitatief in te schatten, maar zullen beperkt zijn in vergelijking met de stofemissie uit de stallucht Verzuring en vermesting Door de gewenste uitbreiding zal de ammoniakemissie uit de stallen afnemen van kg/jaar naar kg/jaar. Er werden modellen (op basis van IFDM) opgesteld om de verzurende en vermestende depositie door het bedrijf te simuleren. De gemodelleerde deposities worden gebruikt om de verzurende en vermestende effecten op de omliggende fauna en flora in te schatten. Dit wordt verder besproken onder de discipline fauna en flora. 3.2 Discipline bodem Op het bedrijf zijn verschillende tanks van petroleum, olie en mazout aanwezig. Nabij stal 1 is één ondergrondse, enkelwandige mazouttank van liter aanwezig. In de berging is een bovengrondse, dubbelwandige mazouttank van liter en een enkelwandige, ingekuipte petroleumtank van liter op een verhoogd platform aanwezig. Naar de toekomst toe komen nog twee ingekuipte, bovengrondse mazouttanks van en liter bij in de loods. Doordat alle bovengrondse tanks opgesteld staan op een betonnen ondervloer, wordt het risico op verontreiniging van de bodem beperkt. Daarnaast zal er in de toekomst opslag voor 240 l olie en 120 l afgedraaide olie in de berging aanwezig zijn. Beide zijn voorzien van een lekrand. De aanwezige tanks voldoen aan de nodige veiligheidsvoorschriften en worden periodiek gecontroleerd. Naar de toekomst toe zal deze periodieke controle eveneens gebeuren. Volgens Vlarebo Artikel 61 en 62 dient al dan niet, rekening houdend met de categorie waarin de inrichting wordt ingedeeld, een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Op de inrichting is één rubriek, eco-scan bvba M11BOSS1_MER 10

11 nl. rubriek b), bodemonderzoeksplichtig (categorie A). Dit betekent dat een oriënterend bodemonderzoek verplicht is bij overdracht, onteigening, sluiting, faillissement en vereffening, en om de twintig jaar. De vergunning voor deze rubriek werd verkregen op 25 maart 2003 en wordt nu niet meer opnieuw aangevraagd. Er werd nog geen bodemonderzoek uitgevoerd. Aangezien de bodemonderzoeksplichtige rubriek nooit werd uitgevoerd, is deze reeds vervallen. Hierdoor dient geen oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Strikt genomen kan hierbij dan ook geen uitspraak gedaan worden inzake bodemkwaliteit. De hoeveelheid mest wordt beperkt door een goede voederconversie. Na iedere ronde worden de stallen nat gereinigd (huidige en gewenste situatie). In beide situaties wordt alle mest en het reinigingswater van het bedrijf in de onderliggende mestkelders opgevangen. De mest wordt eerst gescheiden in een dunne (85 %) en een dikke fractie (15 %). De dunne fractie wordt afgevoerd naar een mestverwerkingsinstallatie in de buurt. De dikke fractie wordt afgevoerd naar een composteringsbedrijf. Het effluent wordt na behandeling uitgereden op eigen land of het land van derden. De inrichting is vergund voor het houden van een mestverwerkingsinstallatie. Deze is echter nooit geïnstalleerd geweest en zal in de toekomst ook nooit geïnstalleerd worden. Er wordt dan ook geen hervergunning voor deze rubriek aangevraagd. De inrichting is in totaliteit vergund voor de opslag van m³ mest. Naar de toekomst toe wordt een nieuwe zeugenstal gebouwd, waardoor de totale mestopslagcapaciteit toeneemt tot m³. De inrichting dient over een mestopslag te beschikken die voldoende groot is om de mest geproduceerd gedurende 9 maanden te kunnen opslaan. In de huidige situatie dient m³ mest opgeslagen te kunnen worden. Naar de toekomst toe dient m³ mest opgeslagen te kunnen worden. Er is dus voldoende mestopslag aanwezig. Rekening houdend met de aanwezigheid van mengmestkelders bestaat er steeds een potentieel risico op verspreiding van mest naar de omgeving. De stallen en de mestopslaglocaties op het bedrijfsterrein dienen zodanig geconstrueerd te zijn dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de openbare riolering mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. Om de uitbreiding mogelijk te maken zal een nieuwe zeugenstal bijgebouwd worden. Onder de nieuwe stal wordt een mest- en regenkelder voorzien en zijn graafwerkzaamheden noodzakelijk. Daarnaast zal ook een extra foliebassin voorzien worden. Om deze nieuwe stal en de foliebassin te kunnen bouwen, zal ongeveer m³ grond afgegraven moeten worden. Deze grond wordt, mits voorleggen van een technisch verslag, afgevoerd naar derden. De nieuwe delen zullen gebouwd worden op een akkerland, waardoor weliswaar vrije ruimte verloren gaat. Deze bodem is geschikt voor grasland, matig geschikt voor akkerbouw, extensieve groenteteelt en fruitteelt, weinig geschikt voor boomkwekerij en ongeschikt voor intensieve groenteteelt en glasteelten. De bodem kan beschouwd worden als minder waardevol. Dit is dan ook geen of een verwaarloosbaar effect. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 11

12 3.3 Discipline water Grondwater Om de uitbreiding mogelijk te maken zal een nieuwe zeugenstal gebouwd worden. Gezien de grondwatertafel zich op een diepte van 0,81 1,58 m bevindt (minimum-maximumdiepte gemeten over de periode van ; meetgegevens grondwatermeetnet; DOV-website), is bronbemaling noodzakelijk. Er wordt vanuit gegaan dat de grondwatertafel moet dalen tot 0,5 m onder de nieuw te bouwen stal. Aangezien de bouwput op het diepste punt 1,8 m diep is, moet de grondwatertafel zakken tot op een diepte van 2,3 m-mv. Dit komt in het slechtste geval overeen met een daling van de grondwatertafel met ca 1,5 m (=φ). De doorlatendheidscoëfficiënt is afhankelijk van de bodemsoort. Omdat het onmogelijk is om van iedere specifieke bodemsoort deze parameter afzonderlijk te bepalen, worden standaardwaarden gebruikt afhankelijk van de bodemtextuur (Meyus et al., 2004). De nieuwe elementen worden gebouwd op zandleem (L) met een doorlatendheidscoëfficiënt van 9,33 x 10-6 m/s. Via de formule van Sichardt kan dan de invloedstraal van de bemaling ingeschat kan worden op ca 14 m. Er bevinden zich enkel bedrijfseigen gronden in de invloedstraal van de bemaling, er zal dus geen invloed uitgeoefend worden op de percelen van derden. Het water dat opgepompt wordt, zal in het oppervlaktewater geloosd worden in een nabijgelegen gracht. Op het bedrijf is een diepe grondwaterwinning aanwezig waarbij het grondwater met een maximaal debiet van 13,7 m³/dag of m³/jaar opgepompt wordt. Dit blijft ongewijzigd in de gewenste situatie. Bij het oppompen van m³/jaar en 13,7 m³/dag zal de grondwaterstand in de watervoerende laag volgens de formule van Theis met meer dan 50 cm dalen binnen een straal van 105,7 m rondom de winning. Binnen deze zone bevinden zich geen bedrijfsvreemde winningen. Dit wordt beschouwd als geen of een verwaarloosbaar effect. Uit de peilmeting uitgevoerd in 2013 (conform de vergunning) blijkt dat het verschil tussen het grondwaterpeil met de winning in werking en de winning in rust 8,9 m bedraagt. Dit is minder dan de grondwaterdaling in de pompput aangegeven door de formule van Theis (deze formule heeft een daling van maximaal 18 m in de pompput weer). De formule van Theis heeft bijgevolg de worst-case situatie weer. Door de diepte van de winning zullen er hoogstwaarschijnlijk geen verdrogingseffecten optreden. Voor het mogelijk verdrogend effect van de bedrijfseigen winning op de vegetatie wordt verwezen naar de discipline fauna en flora. Grondwater wordt in de huidige situatie gebruikt als drinkwater voor de dieren, als reinigingswater en voor huishoudelijke doeleinden. Bijkomend wordt leidingwater gebruikt. In de gewenste situatie zal regenwater aangewend worden als reinigingswater, als drinkwater voor de varkens (excl. biggen) en als waswater voor de biologische luchtwasser. Het grondwater zal in de eerste plaats aangewend worden als drinkwater voor de biggen en bij tekort aan regenwater tevens als drinkwater voor de andere varkens. Aanvullend wordt als drinkwater voor de varkens gebruik gemaakt van leidingwater. Momenteel wordt regenwater opgevangen in een citerne van 12 m³ bij de woning. Dit regenwater wordt gebruikt voor huishoudelijke doeleinden. In de gewenste situatie zullen, met de bouw van de nieuwe stal, voorzieningen getroffen worden om al het hemelwater van de dakoppervlaktes op te vangen. Onder de nieuwe zeugenstal wordt een regenwaterkelder van 120 m³ voorzien. Deze zal het regenwater van de nieuwe zeugenstal en van stal 1 opvangen. Naast stal 5 wordt een foliebassin van 200 m³ voorzien. Deze zal het hemelwater van stal 2, 3, 4 en de loods met berging opvangen. Beide wateropvangvoorzieningen zullen een overloop hebben naar het oppervlaktewater. Het reinigingswater wordt zowel in de huidige als gewenste situatie opgevangen in de onderliggende mestkelders. Het spuiwater van de biologische luchtwasser wordt in de gewenste situatie opgevangen in een aparte opslag. Voor huishoudelijke doeleinden wordt in de huidige situatie naast grondwater, ook regen- en leidingwater gebruikt. In de eco-scan bvba M11BOSS1_MER 12

13 gewenste situatie zal enkel regen- en leidingwater gebruikt worden. Het huishoudelijk afvalwater wordt, na voorbezinking in een septische put, via een buizensysteem geloosd in de gracht. In de toekomst zal de inrichting voorzien worden van een IBA, aangezien het bedrijf in individueel te optimaliseren buitengebied gelegen is. Het gezuiverde water wordt nadien ook in de gracht geloosd. Volgens de LNE-cijfers bedraagt de drinkwaterbehoefte in de huidige situatie m³/jaar en de waterbehoefte voor het reinigen 563 m³/jaar. Voor de drinkwaterbehoefte wordt echter geen rekening gehouden met het gebruik van brijvoer. Voor dit gebruik zijn enkel VMM-cijfers beschikbaar. Indien met deze cijfers (1,1 m²/j voor vleesvarkens en 0,5 m³ voor biggen) wordt gerekend, wordt een drinkwaterverbruik van m³/j in de huidige situatie en m³/j in de gewenste situatie bekomen. In de huidige situatie (2012) werd m³ grondwater opgepompt en 36 m³ leidingwater toegepast als drinkwater voor de dieren. Er werd dus in totaal m³ hoogwaardig water toegepast als drinkwater voor de dieren. De waterbehoefte berekend aan de hand van VMM-cijfers voor brijvoer is dus een onderschatting van de werkelijke waterbehoefte. Het drinkwaterverbruik zal evenwel dalen door het toepassen van brijvoer. Er dient ook aan deze inspanning aandacht besteed te worden qua waterbesparende middelen. De laag waaruit grondwater gepompt wordt, is een gevoelige laag, met name de kwantiteit van deze laag is erg precair, pompen uit deze watervoerende laag is dus bijkomend negatief. In de gewenste situatie wordt daarom getracht om het verbruik van grondwater (zo veel mogelijk) terug te dringen. Daarom gaat de exploitant actief op zoek naar alternatieve waterbronnen. De alternatieven zijn leidingwater, hemelwater, oppervlaktewater of ondiep grondwater. Leidingswater: Aangezien het economisch niet haalbaar is om leidingwater als gehele drinkwaterbron te gebruiken, wordt leidingwater enkel gebruikt voor huishoudelijke doeleinden en aanvullend als drinkwaterbron; Hemelwater: in de gewenste situatie zal onder de nieuwe zeugenstal een regenwaterkelder voorzien worden van 120 m³. Deze zal het regenwater van de nieuwe zeugenstal (1.212 m²) en van stal 1 (1.935 m²) opvangen. Naast stal 5 wordt een foliebassin van 200 m³ voorzien. Deze zal het water van stal 3 (720 m²), stal 4 (942 m²), stal 2 en de loods met berging (1.306 m²) opvangen. Zodoende wordt in de gewenste situatie alle hemelwater dat op de dakoppervlaktes terecht komt afgeleid naar een hemelwateropvang en maximaal benut worden. Door deze aanzienlijke investering zal het hemelwater in de gewenste situatie de belangrijkste bron van watervoorziening worden; Oppervlaktewater: in de omgeving van het bedrijf is geen oppervlaktewater beschikbaar. Dit is dus geen mogelijk alternatief voor het bedrijf; Ondiep grondwater: het oppompen van ondiep grondwater onder de vorm van een steenput of boorput is het kwalitatief en kwantitatief beste alternatief voor diep grondwater. Uit het boorverslag van de boorput blijkt echter dat op een diepte van 3 m enkel klei aanwezig is. Het is dus praktisch niet mogelijk om een duurzame ondiepe grondwaterwinning te voorzien die het bedrijf ook in de droge zomerperiode van voldoende grondwater kan voorzien. Op vraag van de VMM werd een bijkomende proefboring uitgevoerd op het bedrijf. Deze proefboring bevestigde de eerdere bevindingen dat er geen ondiep grondwater gewonnen kan worden op het bedrijf. In de gewenste situatie wordt maximaal gebruik gemaakt van hemelwater en zal het diep grondwater enkel nog gebruikt worden waar het essentieel nodig is. Het diep grondwater uit de Landeniaanse zanden is van uitstekende kwaliteit en zal om die reden gebruikt worden als drinkwater voor de biggen. Biggen zijn eco-scan bvba M11BOSS1_MER 13

14 namelijk heel gevoelig voor ziekte en sterfte als ze drinkwater van mindere kwaliteit krijgen. Daarnaast is er tijdens droge zomerperiodes onvoldoende hemelwater beschikbaar om in de drinkwaterbehoefte van de varkens te voorzien. Tijdens deze periode wordt overgeschakeld van hemelwater op diep grondwater als drinkwater voor de varkens. In de huidige situatie wordt grondwater (of leidingwater) gebruikt om te reinigen. Het gebruik van grondwater voor laagwaardige toepassingen wordt echter als negatief effect aanzien. In de toekomst zal gereinigd worden met regenwater afkomstig uit de regenwaterkelder of foliebassin. Dit wordt aanzien als geen effect. Een nieuwe zeugenstal zal gebouwd worden. Er zal dus een deel bijkomen waar het regenwater niet meer zomaar in de bodem kan infiltreren. Het regenwater dat in de gewenste situatie op het nieuwe gebouw valt, zal afgeleid worden naar een regenwaterkelder van 120 m³. Ook het regenwater afkomstig van stal 1 zal afgeleid worden naar deze regenwaterkelder. Daarnaast zal het regenwater dat op de andere staldaken valt eveneens opgevangen worden. Hiervoor wordt een foliebassin van 200 m³ voorzien naast stal 5. Regenwater afkomstig van stal 2, 3, 4 en de loods met berging worden hierin opgevangen.water dat op de overige verharde delen terechtkomt, stroomt af naar de omliggende velden en waterlopen. Het bedrijf en de nieuwe stal liggen op niet overstromingsgevoelige grond. Er wordt voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwateropvang. In de huidige situatie zijn peilputten reeds verplicht. Een bedrijf wordt namelijk verplicht peilputten te voorzien indien meer dan varkens (zonder verder onderscheid tussen diersoort) op het bedrijf gehouden worden. Gedurende de m.e.r. werden peilbuizen geplaatst en geanalyseerd. Dit rapport werd in mei 2013 ingediend bij milieu-inspectie. Uit de analyse blijkt dat de richtwaarde en/of maximaal toelaatbare waarde voor nitrieten, nitraat, chloriden, ammonium en Kjeldahl stikstof worden overschreden. Voor nitriet, chloriden, ammonium en Kjeldahl werden zowel in de getuigeputten als de controleputten overschrijdingen opgemeten. Voor nitriet werden in 2 van de 3 controleputten overschrijdingen opgemeten. De overschrijdingen in de controleputten zijn volgens het rapport te wijten aan het inrijden van aardappelen in 2012 op de naastgelegen akker (gelegen op perceel 293s). Het inrijden van aardappelen zorgt namelijk voor een sterke aanrijking van stikstof in de bodem. Het akker werd daarna normaal bemest. Het rapport vermeld dat dit de eerste grondwaterresultaten zijn en dat er elk jaar gewisseld wordt van teelt. Hierdoor zouden de resultaten over 3 jaar, wanneer terug gemeten wordt, veranderd moeten zijn. Er worden geen verdere maatregelen nodig geacht in het rapport. Gezien de verhoogde stikstofconcentraties volgens het grondwateronderzoek afkomstig zijn van de naastgelegen akker, wordt uitgegaan van een verwaarloosbaar effect van het bedrijf zelf inzake vermestende invloed op het grondwater Oppervlaktewater Er wordt geen bedrijfsafvalwater geloosd in het oppervlaktewater. Reinigingswater van de stallen komt terecht in de onderliggende mestkelders en wordt samen met de mest afgevoerd. Er is sprake van een verwaarloosbaar effect. Het bedrijf is volgens het zoneringsplan gelegen in individueel te optimaliseren buitengebied. Het bedrijf voorziet zelf een IBA om het huishoudelijk afvalwater te zuiveren, waarna geloosd zal worden op de gracht. Momenteel wordt het huishoudelijk afvalwater via een septische put geloosd op de gracht. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 14

15 3.4 Discipline geluid en trillingen Het bedrijf is gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De normen waaraan getoetst moet worden zijn 45 db(a) voor overdag (periode tussen 7 en 19 u), 40 db(a) voor s avonds (periode tussen 19 en 22 u), en 35 db(a) voor s nachts (periode tussen 22 en 7 u). Hierbij kan een zekere achtergrondwaarde mee in rekening gebracht worden, zijnde 35 db(a) voor overdag, 30 db(a) voor s avonds en 25 db(a) voor s nachts. Voor nieuwe bronnen dient getoetst te worden aan de richtwaarden 5 db(a). Een aantal bronnen op het bedrijf kunnen verantwoordelijk zijn voor geluidshinder. Op voorliggend bedrijf zullen voornamelijk de ventilatoren, de mestscheider, het vullen van voedersilo s, de hamermolen, het transport en de dieren geluid produceren. Hiervoor kunnen geluidsvermogenniveaus vanuit de literatuur gebruikt worden. Het vullen van de voedersilo s (compressor) en het geluid dat de dieren (voornamelijk bij laden en lossen + laadklep vrachtwagen) zullen produceren kunnen beschouwd worden als incidenteel geluid. Hiervoor kan een toetsing uitgevoerd worden t.o.v. de geluidsnormen voor incidenteel geluid. De ventilatoren, de mestscheider en de hamermolen worden als continue bronnen van geluid beschouwd. Exacte meetgegevens voor de hamermolen zijn niet aanwezig, maar literatuurgegevens wijzen op een geluidsniveau van db(a). Uitgaande van deze cijfers wordt voor de hamermolen rekening gehouden met een geluidsproductie van 100 db(a) (worst-case). Deze hamermolen werkt normaliter enkel overdag en bevindt zich in een loods. De mestscheider verwerkt 12 m³/dag en is voorzien van een geluidsisolerende omkasting. Er dient hierbij op gewezen te worden dat de hamermolen en mestscheider enkel overdag werken. Steeds dient hierbij rekening gehouden te worden met de gewestplanbestemming. De toetsing dient te gebeuren t.o.v. een 200-metergrens rond de bedrijfsperceelsgrenzen, en ter hoogte van de dichtstbijzijnde (niet-bedrijfsgerelateerde) woning. Op het bedrijf bevindt zich de woning van de exploitant. Deze woning wordt niet meegenomen in de toetsing t.o.v. de geluidsnormen. De dichtstbijzijnde nietbedrijfsgerelateerde woning bevindt zich op 220 m van de bedrijfscontouren. Naar de toekomst toe zullen in totaal 5 ventilatoren bijkomen op het bedrijf. Dit zijn de ventilatoren van de nieuwe zeugenstal. Indien het geproduceerde geluid van de continue bronnen (ventilatoren, hamermolen en mestscheider) in de huidige situatie wordt getoetst aan de omgeving, wordt een tussenscore bekomen van 3 overdag en s nachts en van 2 s avonds, zowel t.h.v. de 200-metergrens als t.h.v. de dichtstbijzijnde woning. In de gewenste situatie bedraagt de tussenscore op alle tijdstippen 0 op de 200-metergrens en t.h.v. de dichtstbijzijnde woning. Indien ook rekening wordt gehouden met de richten grenswaarden (de wetgeving), worden lagere scores gekomen. Uit de tabellen blijkt dat de score in de huidige situatie op 200 m van de bedrijfscontouren en ter hoogte van de niet bedrijfsgerelateerde woning - 1 is, wat betekent dat er een matig negatief effect heerst en dit voor alle tijdstippen. De uitbreiding met vijf ventilatoren zal een verwaarloosbaar bijkomend effect creëren (score 0) gedurende alle tijdstippen, dit zowel op 200 m van de bedrijfscontouren als ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning. Inzake geluidshinder zullen de incidentele bronnen zorgen voor een overschrijding van de norm s avonds en s nachts. Voor de compressor is enkel een overschrijding s nachts t.h.v. de dichtstbijzijnde woning. Er dient hierbij rekening gehouden te worden met het feit dat de compressor (van de voedersilo) overdag gebruikt wordt. Het laden en lossen van de dieren gebeurt s nachts, aangezien de dieren dan rustiger zijn. Er kan evenwel ook een kanttekening gemaakt worden, en dat is dat het hier een berekende situatie is, en dit voor de meest ongunstige situatie. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 15

16 De theoretische geluidsberekening zal evenwel een serieuze overschatting van de werkelijkheid zijn. Er wordt geen rekening gehouden met een zeker dempend effect door de stallen. Zelfs op basis van deze overschattingen blijkt dat er weinig tot geen bijkomende problemen met betrekking tot geluidshinder zullen optreden. Daarenboven worden de mestscheider en hamermolen enkel overdag gebruikt. Rondom de mestscheider bevindt zich een geluidsisolerende omkasting en de hamermolen bevindt zich in een gebouw. Dit alles zal voor een dempend effect zorgen. Dit dempend effect werd niet in rekening gebracht. Bovendien zijn er nog geen geluidsklachten gekend. Daarom worden geen bijkomende maatregelen voorgesteld. Tijdens de bouwwerkzaamheden zelf kan enige geluidshinder, die inherent is aan bouwwerkzaamheden, waarneembaar zijn in de directe bedrijfsomgeving. Tijdelijke geluidshinder kan dus verwacht worden. Deze hinder valt evenwel niet te kwantificeren. 3.5 Discipline fauna en flora De nieuwe zeugenstal wordt nabij de bestaande stallen gebouwd. Waar het nieuwe gebouw voorzien is, bevinden zich minder waardevolle BWK-elementen (bl, akker op lemige bodem). Omdat dit minder waardevolle vegetaties zijn, wordt door de uitbreiding geen of een verwaarloosbaar effect verwacht inzake direct ecotoopverlies. Uit de IFDM-output blijkt dat de bijdrage tot de kritische last verzuring gelijk blijft of zelfs afneemt. Dit komt doordat de ammoniakemissie afneemt. Hierdoor blijft de bijdrage ofwel gelijk of neemt deze af. Ter hoogte van de bwk-elementen kb, kbp en kh- is er een belangrijke bijdrage tot de KL verzuring. De elementen kb-, kbs, kbs- en kh ondervinden een relevante bedrijfsspecifieke bijdrage tot de KL verzuring. Deze bijdragen gelden telkens in beide situaties. Aangezien de verzurende depositie ofwel daalt ofwel gelijk blijft in vergelijking met de huidige situatie, dienen er dan ook geen milderende maatregelen voorgesteld te worden. Bovendien kan er nogmaals op gewezen worden dat voor ieder element de maximale verzurende depositie bepaald werd. Voor de vermestende depositie kunnen dezelfde algemene tendensen teruggevonden worden als bij verzurende depositie. Dit komt doordat de ammoniakemissie afneemt. Hierdoor blijft de bijdrage ofwel gelijk ofwel daalt deze. Ook hier blijkt dat er ter hoogte van de bwk-elementen de bijdragen aan de KL ofwel gelijk blijft ofwel zelfs daalt. Ter hoogte van de elementen kb en kh- treedt er, zowel in de huidige als gewenste situatie, een significant negatief effect op. Ter hoogte van de elementen kb-, kbp, kbs, kh en kj is er een belangrijke bedrijfsspecifieke bijdrage aan de KL vermesting. Hierbij dient er op gewezen te worden dat dit ook het geval is in de huidige situatie. Er worden dan ook geen milderende maatregelen voorgesteld, aangezien de situatie verbetert of gelijk blijft. Er dient hier ook op gewezen te worden dat voor ieder element de maximale vermestende depositie bepaald werd. Door de grondwaterwinning brengt de invloedstraal in de huidige en de gewenste situatie over een zone van 105,7 m rond de stal een grondwaterdaling van 50 cm teweeg. Het grondwaterlichaam waaruit drinkwater opgepompt wordt, is afgedekt door een kleilaag, waardoor er geen verdrogingseffecten aan het oppervlakte verwacht worden. Er is hiervoor dan ook geen effect te verwachten. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 16

17 Er wordt niet verwacht dat er significante rustverstoring voor (avi)fauna ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zal optreden. Voor het bedrijf zelf is het ook van belang dat de dieren zo weinig mogelijk gestoord worden waardoor geluid op het bedrijf beperkt wordt. Tijdens de aanlegfase zal er tijdelijk geluidverstoring zijn. Dit is echter van voorbijgaande aard. Er is sprake van een tijdelijk negatief effect, na de aanlegfase is er sprake van een verwaarloosbaar effect. 3.6 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie In de huidige situatie vormt de inrichting reeds een compact geheel. De gebouwen staan geordend en de silo s bevinden zich binnen de bebouwing. Daarnaast zijn alle stallen met hetzelfde materiaal en dezelfde kleuren uitgevoerd. Rondom de inrichting is overal, behalve langs de achterzijde, beplanting aanwezig. Dit alles zorgt ervoor dat de inrichting in het landschap geïntegreerd is. In voorliggend project zal een nieuwe zeugenstal gebouwd worden. De zeugenstal komt evenwijdig te liggen aan de huidige zeugenstal en loodrecht aan een vleesvarkensstal. Zo wordt een geordend geheel nagestreefd. Dit is ook de beste locatie om verdere landschapsinsnijding zo beperkt mogelijk te houden. De inrichting ligt in de relictzone Hoppeland van Poperinge. De inrichting is gelegen in het traditionele landschap Hoppeland van Poperinge. In het kader van de versterking van de traditionele landschappen in Vlaanderen werden een aantal wenselijkheden voor de toekomstige ontwikkeling gedefinieerd (Antrop et al., 2002) voor dit traditionele landschap, namelijk: vrijwaren landelijk karakter met verspreide boerderijen in een open landbouwlandschap; bufferen van industriële en commerciële complexen in de open ruimte rond de kleinstedelijke kernen; behoud van de silhouetten van de steden en dorpen als blikvanger. In de ruime omgeving van de inrichting (binnen een straal van 1 km rondom de bedrijfscontouren) bevinden zich enkele gebouwen die op de lijst van bouwkundig erfgoed opgenomen zijn. Het dichtstbijzijnde betreft een hoeve op zowat 285 m ten NW van de inrichting. Het project zal hierop geen enkele invloed uitoefenen. Om de uitbreiding mogelijk te maken zullen graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn. Hierdoor is de kans op het vinden van archeologisch waardevolle artefacten niet onbestaande. In Poperinge werd reeds infrastructuur aangetroffen vanuit de Romeinse tijd. De meldingsplicht dient gerespecteerd te worden indien iets aangetroffen wordt. Het respecteren hiervan bij het vinden van archeologische vondsten wordt als voldoende maatregel beschouwd om het archeologisch patremonium te beschermen. Binnen de drie dagen moeten eventuele vondsten gemeld worden aan het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed. Belangrijk is om ook na te gaan in welke mate de inrichting een invloed heeft en zal hebben op zijn omgeving. De impact van een landbouwinrichting (met loodsen, stallen, voedersilo s,...) op het landschap kan immers groot zijn. De locatie van de inrichting in zijn ruimere omgeving wordt geïllustreerd aan de hand van foto s. Op het bedrijf zijn aan de voorzijde reeds inspanningen geleverd op vlak van bedrijfsbeplanting. De bestaande beplanting bestaat uit hoogstambomen, knotbomen, Italiaanse populieren, haagstructuren en heesters. De achterzijde van het bedrijf dient nog geïntegreerd te worden in het landschap, zowel rond de nieuw te bouwen als rond de bestaande bedrijfsgebouwen. Hiervoor werd reeds een eco-scan bvba M11BOSS1_MER 17

18 landschapsintegratieplan opgesteld. Omdat het groenscherm naar de toekomst toe zal bestaan uit streekeigen en autochtone beplanting, en rond het volledige bedrijf aanwezig zal zijn, wordt dit geklasseerd als geen of een verwaarloosbaar effect in de gewenste situatie. In de huidige situatie is er sprake van een matig negatief effect. 3.7 Discipline mens Onder de discipline mens kan zowel geurhinder, stofhinder, geluidshinder en verkeershinder geklasseerd worden. De meeste effecten worden evenwel in andere disciplines besproken, zodat onder de discipline mens enkel nog de klachtenregistratie en het transport besproken worden. Navraag bij de gemeentelijke milieudienst en provinciale milieu-inspectie leert ons dat er in het verleden geen klachten opgetekend zijn met betrekking tot de bedrijfsuitbating. Op de inrichting worden allerhande producten aan- en afgevoerd. Meestal gaat dit gebeuren met vrachtwagens. De gebruikte transportwegen worden aangeduid op Bijlage 2. Het transport maakt gebruik van 2 transportroutes. De voornaamste route voor de transportbewegingen verloopt via de Kriekstraat, Ouderdomseweg en Vlamertingseweg naar de N38. De tweede route verloopt via de Kriekstraat, Ouderdomseweg, Sint-Pietersstraat en Baljuwstraat (N304) naar de N38. Bij deze routes wordt het centrum van Reningelst vermeden (geen effect). De Vlamertingseweg is de verbindingsweg tussen Reningelst en Vlamertinge. De Kriekstraat maakt deel uit van een route uit het fietsknooppuntennetwerk. De meest geschikte transportwegen zijn ook de gebruikte transportwegen. Het gemiddeld aantal transporten per week neemt van 7 naar 8 toe. De uitbreiding (1 vracht per week meer) zal dan ook niet zorgen voor een belasting van de verkeersdruk. 3.8 Samenvatting van de effecten Tabel 1 Samenvatting effecten deelaspect onderdeel effectbeoordeling LUCHT geur afstandsregels geen effect bronnencluster WOONGEBIED geen bijkomend effect, negatief effect voor 3 woningen (beide situaties) WOONGEBIED MET LANDELIJK KARAKTER geen negatief effect (beide situaties) matig negatief effect voor 16 woningen (beide situaties) OVERIG negatief effect voor 17 woningen (beide situaties) matig negatief effect voor 37 woningen (beide situaties) gering negatief effect voor 56 woningen eco-scan bvba M11BOSS1_MER 18

19 deelaspect onderdeel effectbeoordeling (2 woningen extra t.o.v. de huidige situatie) stof PM 10 (jaargemiddeld) matig negatief effect voor 1 woning (bedrijfswoning) (beide situaties) PM 10 (cumulatief, rekening houdend met de achtergrondconcentratie) geen negatief effect PM 2,5 (jaargemiddeld) PM 2,5 (cumulatief, rekening houdend met de achtergrondconcentratie) gering negatief effect voor 1 woning (bedrijfswoning) (beide situaties) geen negatief effect ammoniak zie fauna en flora BODEM bodemverontreiniging door opslag risicostoffen opslag bodemonderzoek geen of verwaarloosbaar effect geen uitspraak mogelijk effecten op bodemprocessen door verzuring en vermesting mestafzet mestopslag geen beoordeling geen of verwaarloosbaar effect verzurende en vermestende depositie zie discipline fauna en flora bodemverstoring door aanleg verhardingen, graafwerkzaamheden WATER bodemverlies geen of verwaarloosbaar effect bronbemaling verstoring omliggende grondwaterwinningen geen of verwaarloosbaar effect daling grondwatertafel door grondwaterwinning verstoring grondwaterwinningen omliggende geen of verwaarloosbaar effect overmatig waterverbruik overmatig waterverbruik geen effect soort water negatief effect (huidig, grondwater als reinigingswater), negatief effect (toekomst, grondwater uit gevoelige laag) beperking infiltratiecapaciteit geen of verwaarloosbaar effect vermestende invloed peilputten verwaarloosbaar effect lozing afvalwater bedrijfsafvalwater geen of verwaarloosbaar effect eco-scan bvba M11BOSS1_MER 19

20 deelaspect onderdeel effectbeoordeling huishoudelijk afvalwater gering negatief effect (huidig), geen of verwaarloosbaar effect (toekomst) FAUNA EN FLORA direct ecotoopverlies permanent of tijdelijk geen of verwaarloosbaar effect verzurende depositie algemeen belangrijke bijdrage (negatief effect) vermestende depositie algemeen significant negatief effect verdroging rustverstoring door bemaling en/of grondwaterwinning gering negatief effect verwaarloosbaar effect, tijdelijk negatief effect LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE het landschap als relatiesysteem inschatting van effecten veroorzaakt door aanwezigheid stallen (bedrijf) geen effect erfgoedaspecten bouwkundig erfgoed geen effect archeologie geen effect perceptieve aspecten GELUID EN TRILLINGEN geluidsproductie inschatting effect groenscherm continue bronnen matig negatief effect (huidige situatie) geen effect (gewenste situatie) huidig: matig negatief effect (200 m- grens en dichtstbijzinde woning) op alle tijdstippen gewenst: verwaarloosbaar bijkomend effect (200 m-grens en dichtstbijzinde woning) op alle tijdstippen MENS klachten incidentele bronnen dieren en laadklep: overschrijding norm s avonds en s nachts (200 m-grens en dichtstbijzijnde woning) voedersilo: overschrijding norm s avonds en s nachts (200 m-grens) + overschrijding norm s nachts (dichtstbijzinde woning) geen effect transport verkeerssituatie tot eerste grote weg (autostrade, gewestweg,...) geen effect eco-scan bvba M11BOSS1_MER 20

21 eco-scan bvba M11BOSS1_MER 21

22 4 Milderende maatregelen 4.1 Discipline lucht Het zeer frequent verwijderen van mest is een belangrijke manier om de geuremissies uit de stallen te beperken. Naarmate er meer mest accumuleert in het gebouw, zal de geuremissie vanuit het gebouw toenemen. Een manier om dit tegen te gaan bestaat er dus uit om de mest zo snel mogelijk uit de stal te verwijderen naar een afzonderlijke opslagplaats of onmiddellijk af te voeren van het bedrijf. De frequentie en de grondigheid van de mestverwijdering zullen de mate waarin de geuremissie gereduceerd wordt sterk beïnvloeden. Doordat de mest na iedere ronde uit de stallen verwijderd wordt met onmiddellijke afvoer van het bedrijf, wordt de geuremissie beperkt. Op het bedrijf wordt reeds gebruik gemaakt van meerfasig voeder. Door het voeder zoveel mogelijk te gaan aanpassen aan de voedingsbehoefte van de dieren, zal ook de voederconversie optimaal gaan gebeuren, waardoor er een efficiënter N-gebruik zal zijn en er een reductie in de uitscheiding van stikstofen geurcomponenten zal optreden. Deze voeders zijn beter afgestemd op de specifieke behoefte van het dier in die bepaalde periode. Het toepassen van precisievoeding wordt ook als Best Beschikbare Techniek beschouwd. Hier kunnen dan ook geen bijkomende maatregelen voorgesteld worden, want het bedrijf maakt hiervan reeds gebruik. Om de emissie van ammoniak naar de lucht te beperken worden ammoniakemissiearme stalsystemen toegepast (terug te vinden in de Ministrieel besluit tot wijziging van bijlage I van het ministrieel besluit van 19 maart 2004 houdende vaststelling van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen Ministerieel besluit van 31/05/2011 Belgische Staatsblad ). Hierbij blijft een goede bedrijfsvoering echter nog steeds van essentieel belang. Het emissiearme karakter van de stallen wordt o.a. bepaald door het vertragen van de eiwit-ammoniakemissie door het drogen van mest of het verlagen van de temperatuur van de mest, en anderzijds het vertragen van de ammoniakvrijzetting door het snel verwijderen van mest uit de stal naar een afgesloten ruimte. Op de voorliggende inrichting wordt er geopteerd voor een luchtwassysteem dat de uitgaande stallucht zuivert. De nieuwe zeugenstal wordt uitgerust met een biologisch luchtwassysteem, die de ammoniakemissie met minstens 70 % reduceert, de geuremissie met 40 % en de stofemissie met 60 %. Kadavers worden en zullen worden opgeslagen in een gekoelde kadaveropslag, en worden op regelmatige basis opgehaald. De invloed van deze koeling op de geuremissie kan niet gekwantificeerd worden, maar zal zeker een positief effect hebben. Uit de modelleringen van de stof- en geuremissie blijkt dat er geen bijkomende problemen zullen optreden naar de toekomst toe. Daarom is het niet noodzakelijk om bijkomende milderende maatregelen te voorzien. 4.2 Discipline bodem De nieuwe stal en zijn mestkelder dienen zodanig geconstrueerd te zijn dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de openbare riolering mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 22

23 Omdat er weinig tot geen problemen te verwachten zijn voor de discipline bodem, worden naar de toekomst toe geen bijkomende milderende maatregelen voorgesteld. Indien calamiteiten optreden die een impact kunnen hebben op de bodem, dienen zo snel mogelijk de nodige acties ondernomen te worden om de verontreiniging weg te nemen. Naar de toekomst toe zullen de ondergrondse enkelwandige tanks moeten vervangen worden. Verder is een regelmatige controle van de opslagtanks noodzakelijk en moeten de tanks op de wettelijke manier verwijderd worden. Er dient de nodige aandacht geschonken te worden aan de regels van het grondverzet. 4.3 Discipline water Op de inrichting zijn er een aantal maatregelen genomen of zullen er een aantal maatregelen getroffen worden om de verstoring van de waterhuishouding tot een minimum te beperken: het hemelwater kan vrij infiltreren op de onverharde stukken van het bedrijfsterrein; de inrichting tracht het drinkwaterverbruik van de dieren te rationaliseren door het gebruik van drinknippels, anti-morscups en beperkte watertoevoer; het drinkwaterwaterverbruik van de dieren daalt door het toedienen van brijvoeder. Volgende tips kunnen ook belangrijk zijn voor een duurzaam watergebruik op bedrijfsniveau: herstel lekken zo snel mogelijk en laat het water niet onnodig lopen; gebruik goede drinkbakken, -nippels en dergelijke. Vermijd mors- en lekverliezen,... Deze maatregelen van goede praktijk worden ook op de inrichting zo veel mogelijk toegepast. Het gebruik van grondwater dient beperkt te blijven en het gebruik van grondwater zou enkel toegelaten mogen worden voor drinkwater- en voedselvoorziening en andere doeleinden waarvoor grondwater met een betrouwbare kwaliteit nodig is uit het oogpunt van volks- en dierengezondheid. Er dient op gewezen te worden dat het kwaliteitsvolle grondwater zo min mogelijk gebruikt mag worden voor andere toepassingen waar geen kwaliteitsvol water noodzakelijk is (vb. reinigingswater,...). In de huidige situatie wordt echter grondwater gebruikt als reinigingswater. In de gewenste situatie zal hiervoor regenwater gebruikt worden. De laag waaruit grondwater gepompt wordt, nl. het Landeniaan Aquifer, is een zeer gevoelige laag. Zeker wat betreft de kwantiteit is de toestand in deze regio in het Landeniaan erg precair. Echter, doordat biggen zeer gevoelig zijn voor ziekte en sterfte, is de inrichting genoodzaakt grondwater uit deze laag toe te dienen, aangezien andere alternatieven niet voorhanden zijn. Regenwater is namelijk van mindere kwaliteit en een ondiepe grondwaterwinning is praktisch niet mogelijk (er is klei aanwezig op een diepte van 3 m). Door enkel de biggen grondwater te geven en voor de andere dieren enkel grondwater toe te dienen bij tekort aan regenwater, wordt het gebruik van grondwater teruggedrongen. De exploitant doet dus inspanningen om zo weinig mogelijk gebruik te maken van de diepe grondwaterwinning. Zoals vermeld onder Administratieve voorgeschiedenis wordt de vergunning van de ondiepe grondwaterwinning betwist door de VMM. Als eventueel alternatief/milderende maatregel kan voorgesteld worden om de diepe grondwaterwinning verder af te bouwen tot m³/jaar. In dit geval zal de invloedstraal waar de grondwaterstand in de watervoerende laag volgens de formule van Theis met meer dan 50 cm daalt, gereduceerd worden tot 60,7 m. In deze invloedstraal zijn evenmin bedrijfsvreemde winningen gelegen. Gezien de exploitant reeds optimaal gebruik maakt van de voor handen zijnde alternatieven, zal er bij de afbouw van de diepe winning in de gewenste situatie meer leidingwater (4.960 eco-scan bvba M11BOSS1_MER 23

24 m³/jaar) nodig zijn om de kunnen voldoen aan de waterbehoefte op het bedrijf. Dit brengt een aanzienlijke financiële kost met zich mee. De nieuwe stal dient zodanig geconstrueerd te worden dat er geen inspoeling naar het grondwater of afspoeling van mestdeeltjes naar het oppervlaktewater of de omgeving mogelijk is. Door het rein houden van de verharde oppervlakken op de inrichting wordt voorkomen dat het afspoelingswater (na regenval) bevuild wordt met mestresten. Om de vermestende invloed van het bedrijf na te gaan, zullen bij de volgende controle van de peilbuizen de resultaten vergeleken worden met de resultaten van vorige peilbuismetingen. Indien blijkt dat de concentraties niet gedaald zijn, dienen er verdere maatregelen genomen worden. 4.4 Discipline fauna en flora Hierbij moet voornamelijk gedacht worden aan maatregelen die verhinderen dat ammoniak uit de stallen in de omgevingslucht vrijgesteld wordt. Dit kan op een aantal manieren bewerkstelligd worden: voedingsmaatregelen; aanpassen huisvestingssysteem; toepassing wassers en filters; gebruik van mestadditieven. Op de inrichting wordt en zal meerfasig voeder toegediend worden aan de dieren. Er wordt gewerkt met biggenmeel, startersmeel en afmestmeel. Zo wordt het voeder afgestemd op de noden van de dieren, waardoor de voedingsstoffen optimaal opgenomen worden en stikstofexcretie gereduceerd wordt. Het toepassen van precisievoeding wordt ook als Best Beschikbare Techniek beschouwd. Hier kunnen dan ook geen bijkomende maatregelen voorgesteld worden, want de inrichting maakt hiervan reeds gebruik. De nieuwe zeugenstal zal uitgerust worden met een biologisch luchtwassysteem. Dit zorgt voor een reductie van de ammoniakemissie met minimaal 70 %. De gewenste situatie zorgt voor een vermindering of stand-still van de verzurende en vermestende deposities. Om deze deposities te evalueren, werd de maximale depositie op de diverse BWK-elementen bepaald. Aangezien de situatie gelijk blijft of zelfs (in de meeste gevallen) verbetert, dienen, bovenop de reeds genomen maatregelen, geen extra maatregelen voorzien te worden. 4.5 Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Na het voltooien van de werken zal de exploitant het groenscherm rond de nieuwe stallen aanplanten. Hierdoor is en zal de inrichting zo optimaal mogelijk geïntegreerd zijn in het landschap en dienen er geen verdere maatregelen voorgesteld te worden. 4.6 Discipline geluid en trillingen Er bestaat geen geschreven plan van aanpak om de geluidsemissie van de inrichting tot een minimum te beperken. Om de geluidsoverlast voor omwonenden zoveel mogelijk te vermijden heeft de exploitant momenteel al een aantal maatregelen getroffen: het vullen van de voedersilo s vindt overdag plaats; eco-scan bvba M11BOSS1_MER 24

25 aan de chauffeurs wordt gevraagd om de motor af te leggen tijdens stilstand; de ventilatoren van de nieuw te bouwen stal bevinden zich voor de biologische luchtwasser, en zullen gekenmerkt worden door een geluidsarme werking. Hierdoor zal er reeds een geluidsdempend effect optreden; de mestscheider bevindt zich in een geluidsisolerende omkasting; de hamermolen is binnen een gebouw geplaatst. Het groenscherm oefent eveneens een invloed op de geluidsoverdracht van de inrichting. Een groenscherm kan zowel het geluid absorberen, maar ook verder verstrooien. Het effect is afhankelijk van de positie, de gebruikte soorten (structuur) en de dikte van het groenscherm. Daarnaast is er ook sprake van een seizoenale trend; dicht bebladerde boomkruinen zullen het geluid anders absorberen/verspreiden dan kale boomtakken. Het effect van een groene afscherming eerder psycho-akoestisch, m.a.w. mensen ervaren geluid als minder storend in een groene omgeving. Omdat hier nog geen geluidsklachten gekend zijn, is het dan ook niet noodzakelijk om bijkomende milderende maatregelen te voorzien. Bovendien bevinden de extra ventilatoren (van de nieuwe stal) zich achter de luchtwasser van de stal, waardoor reeds een dempend effect zal optreden. Dit is evenwel niet meegenomen in de theoretische benadering van de geluidsproblematiek. Ook zijn de dempende effecten van de geluidsisolerende omkasting rond de mestscheider en het feit dat de hamermolen zich in een gebouw bevindt niet mee in rekening gebracht. Ook worden de hamermolen en mestscheider als continue bronnen beschouwd, terwijl deze enkel overdag worden gebruikt. De theoretische berekeningen kunnen dus aanzien worden als een worst-case benadering. 4.7 Discipline mens Er worden geen bijkomende te nemen maatregelen voorgesteld. Het bedrijf maakt reeds gebruik van de meest optimale route. Er dient evenwel voorzichtigheid geboden te worden door de chauffeurs, gezien de gebruikte verkeersroute gedeeltelijk samenvalt met een fietsroute. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 25

26 5 Conclusie In de Kriekstraat 11 te Poperinge is het varkensbedrijf van Wim en Marc Bossaert gevestigd. Het is momenteel vergund voor het houden van varkens, zijnde 296 zeugen, 3 beren, 161 jonge zeugen en andere varkens. Voor dit bedrijf wordt een uitbreiding en een vroegtijdige hernieuwing aangevraagd, en dit voor een totaal van varkens, zijnde 699 zeugen, 4 beren, 102 jonge zeugen en andere varkens. Om deze uitbreiding mogelijk te maken, zal een nieuwe zeugenstal gebouwd worden, uitgerust met een biologische luchtwasser. De bestaande (traditionele) stallen blijven in gebruik. In het MER zullen dan ook twee situaties besproken worden. De eerste situatie omvat de huidige (en tevens ook werkelijk uitgebate) situatie met varkens zonder mestverwerkingsinstallatie, de tweede situatie omvat de gewenste situatie met varkens. De huidige situatie is vergund tot 25/09/2023. Normaal wordt ook het nulalternatief (waarbij geen uitbreiding en hernieuwing toegekend wordt) besproken. Vermist het nulalternatief tot 2023 gelijk is aan de huidige situatie (vergunning loopt tot 25/09/2023), zullen enkel de huidige en gewenste situatie besproken worden. De te verwachten impact van het project wordt dan afgeleid door de evaluatie te maken van de huidige en de gewenste situatie. Bij de wijziging van het bedrijf dient er met de volgende effecten rekening gehouden te worden: de totale geuremissie door het bedrijf bedraagt in de huidige situatie ou E /m³. en in de gewenste situatie ou E /m³. Hierin zit de geuremissie van de mestscheider niet vervat, aangezien deze slechts 7,2 uur per week werkt; het bedrijf maakt deel uit van een bronnencluster, waardoor 19 omliggende bedrijven mee in rekening gebracht worden. Uit de modellering blijkt dat ter hoogte van woongebied en woongebied met landelijk karakter het aantal gehinderde woningen gelijk blijft ten opzichte van de huidige situatie. In de overige gewestplanbestemmingen neemt het aantal gehinderde woningen met 2 toe in de zone met gering negatief effect (54 in huidige situatie, 56 in gewenste situatie). Het aantal woningen in de overige gewestplanbestemmingen dat een matig negatief effect en een negatief effect ondervindt wijzigt niet ten opzichte van de huidige situatie. Uit het gedetailleerd geuronderzoek blijkt dat er geen verschil optreedt tussen de huidige en gewenste situatie ter hoogte van het woongebied. Ter hoogte van 2 woningen in de directe omgeving van de inrichting treedt een verwaarloosbare toename in geurconcentratie op (van 0,1 oue/m³). Ter hoogte van de twee andere woningen (waaronder de bedrijfswoning) neemt de geurconcentratie wat af. Het blijkt niet noodzakelijk te zijn om bijkomende milderende maatregelen te treffen, aangezien er nog geen klachten betreffende geur tegen het bedrijf zijn; de totale ammoniakemissie ten gevolge van de bedrijfsuitbating bedraagt in de huidige situatie kg/j, in de gewenste situatie zal deze emissie afnemen tot kg/j; inzake verzuring blijkt uit de IFDM-output dat de bijdrage tot de kritische last gelijk blijft of zelfs afneemt. In de huidige en gewenste situatie zijn er ter hoogte van 3 elementen een belangrijke bijdrage aan de kritische last (meer dan 10 %). Vier elementen ondervinden een relevante bedrijfsspecifieke bijdrage tot de kritische last verzuring, dit zowel in de huidige als gewenste situatie. worden geen kritische lasten overschreden. Er kan evenwel vastgesteld worden dat er een algemene positieve evolutie optreedt inzake de verzurende depositie; voor de vermestende depositie kunnen dezelfde algemene tendensen teruggevonden worden als bij de verzurende depositie. Inzake vermesting treedt echter wel overschrijding op van de kritische lasten in de huidige situatie ter hoogte van 2 vermestingskwetsbare elementen, dit zowel in de huidige als gewenste situatie. Wordt gekeken naar de elementen waarvoor een belangrijke bijdrage geleverd wordt (meer dan 10 % van de kritische last), maar waarvan de kritische last niet eco-scan bvba M11BOSS1_MER 26

27 overschreden wordt, dan kan vastgesteld worden dat in de huidige situatie voor 5 vermestingskwetsbare elementen een belangrijke bijdrage geleverd wordt (in huidige en gewenste situatie). Naar de toekomst toe zal algemeen gezien de bijdrage aan alle kritisch lasten ofwel gelijk blijven ofwel afnemen. Er is dus sprake van een positieve evolutie; er vindt geen verstoring van de landschappelijke erfgoedwaarde en/of beschermde entiteiten plaats, dus er is geen of een verwaarloosbaar effect. Momenteel zijn aan de voorzijde van het bedrijf reeds inspanningen geleverd op vlak van bedrijfsbeplanting. Bij de uitbreiding zal ervoor gezorgd worden dat een groenscherm zal geplaats worden rondom de bedrijfsgebouwen (gebruik makend van streekeigen en autochtone planten). Rekening houdende met deze maatregelen zal het bedrijf normaal gezien niet als visueel hinderlijk optreden in haar omgeving; op het bedrijf zijn verschillende tanks van petroleum, olie en mazout aanwezig. Deze bestaan uit 1 ondergrondse en 1 bovengrondse mazouttank, een ingekuipte petroleumtank in de huidige situatie en in de gewenste situatie komen nog 2 bovengrondse mazouttanks bij. Doordat alle bovengrondse tanks opgesteld staan op een betonnen ondervloer, wordt het risico op verontreiniging van de bodem beperkt. Daarnaast zal er in de toekomst opslag voor 240 l olie en 120 l afgedraaide olie in de berging aanwezig zijn. Beide zijn voorzien van een lekrand. De aanwezige tanks voldoen aan de nodige veiligheidsvoorschriften en worden periodiek gecontroleerd. Naar de toekomst toe zal deze periodieke controle eveneens gebeuren; op de inrichting is één rubriek, nl. rubriek b), bodemonderzoeksplichtig (categorie A). Dit betekent dat een oriënterend bodemonderzoek verplicht is bij overdracht, onteigening, sluiting, faillissement en vereffening, en om de twintig jaar. De vergunning voor deze rubriek werd verkregen op 25 maart 2003 en wordt nu niet meer opnieuw aangevraagd. Er werd nog geen bodemonderzoek uitgevoerd. Strikt genomen kan hierbij dan ook geen uitspraak gedaan worden inzake bodemkwaliteit; na elke ronde worden de stallen gereinigd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een hogedrukreiniger. De mest komt integraal in de onderliggende mestkelder terecht. De mest wordt gescheiden, zowel in de huidige als gewenste situatie. De dikke fractie (15 %) wordt afgevoerd naar een composteringsbedrijf. De dunne fractie (85 %) gaat naar een externe verwerkingsinstallatie. Het effluent ervan komt terug en wordt uitgevoerd op eigen gronden (100 ha akkerland); grondwater wordt in de huidige situatie gebruikt als drinkwater voor de dieren, als reinigingswater en voor huishoudelijke doeleinden. Bijkomend wordt leidingwater gebruikt. In de gewenste situatie zal regenwater als reinigingswater, als drinkwater voor de dieren (excl. biggen) en als waswater voor de biologische luchtwasser gebruikt worden. Als drinkwater voor de biggen zal gebruik gemaakt worden van grondwater en leidingwater; om de uitbreiding mogelijk te maken zal een nieuwe zeugenstal gebouwd worden. Gezien de grondwatertafel zich op een diepte van 0,81 1,58 m bevindt (minimum-maximumdiepte gemeten over de periode van ; meetgegevens grondwatermeetnet; DOV-website), is bronbemaling noodzakelijk. De invloedstraal van de bemaling kan ingeschat worden op 14 m. Er bevinden zich enkel bedrijfseigen gronden in de invloedstraal van de bemaling, er zal dus geen invloed uitgeoefend worden op de percelen van derden; een nieuwe stal zal bijgebouwd worden. Er zal dus een stuk bijkomen waar het regenwater niet meer zomaar in de bodem kan infiltreren. Het regenwater dat in de gewenste situatie op de nieuwe stal valt, zal afgeleid worden naar een regenwaterkelder onder deze nieuwe stal. Ook het regenwater dat op de andere staldaken en op de loods met berging valt, zal opgevangen worden. Hiervoor wordt een foliebassin voorzien. Water dat op de overige verharde delen terechtkomt, stroomt af naar de omliggende velden en waterlopen; eco-scan bvba M11BOSS1_MER 27

28 om de uitbreiding mogelijk te maken zal een nieuwe zeugenstal bijgebouwd worden. Onder de nieuwe stal wordt een mest- en regenkelder voorzien en zijn graafwerkzaamheden noodzakelijk. Daarnaast zal een extra regenwaterput gegraven worden. Om deze nieuwe stal en regenwateropvang te kunnen bouwen, zal grond ongeveer m³ afgegraven moeten worden. Deze grond wordt, mits voorleggen van een technisch verslag, afgevoerd naar derden. De nieuwe delen zullen gebouwd worden op een akkerland, waardoor weliswaar vrije ruimte verloren gaat. Deze bodem kan beschouwd worden als minder waardevol. Dit is dan ook geen of een verwaarloosbaar effect; inzake geluid is er voor de continue bronnen (ventilatoren, hamermolen en mestscheider) sprake van een matig negatief effect in de huidige situatie op alle tijdstippen zowel ter hoogte van de 200-metergrens als de dichtstbijzijnde woning. In de gewenste situatie is er sprake van een verwaarloosbaar bijkomend effect op alle tijdstippen en zowel ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning als op de 200-metergrens. Indien wordt gekeken naar de incidentele bronnen, is er een overschrijding van de norm s avonds en s nachts door de dieren en het laden en lossen (200- metergrens en dichtstbijzijnde woning). De voedersilo s zorgen voor een overschrijding van de norm s avonds en s nachts ter hoogte van de 200-metergrens en s nachts ter hoogte van de dichtstbijzijnde woning. Hierbij dient rekening gehouden te worden dat dit een worst-case benadering is; de totale stofemissie ten gevolge van de bedrijfsuitbating bedraagt in de huidige situatie 542 µg/m³ voor PM 10 en 96 µg/m³ voor PM 2,5, in de gewenste situatie zal deze emissie afnemen tot 514 µg/m³ voor PM 10 en 91 µg/m³ voor PM 2,5 ; enkel de bedrijfswoning bevindt zich in de PM 10 -stofpluim en zal een matig negatief effect ondervinden in beide situaties. Voor PM 2,5 -stof bevindt de bedrijfswoning zich in de zone met een gering negatief effect, dit zowel in de huidige als gewenste situatie; in Poperinge bedraagt de achtergrondstofconcentratie voor PM 10 tussen 21 en 25 µg/m³. Wordt deze achtergrondconcentratie bij de bedrijfseigen stofconcentratie geteld, dan wordt de norm van 40 µg/m³ nergens overschreden. De achtergrondstofconcentratie voor PM 2,5 is tussen 15 en 17 µg/m³. Wordt deze achtergrondconcentratie bij de bedrijfseigen stofconcentratie geteld, dan wordt de norm van 25 µg/m³ nergens overschreden; het aantal bedrijfsgerelateerde transporten neemt toe van 7 naar 8 transporten (geen of verwaarloosbaar effect). Hierbij wordt het centrum van Reningelst vermeden (geen effect). Bij deze routes wordt het centrum van Reningelst vermeden (geen effect). De Kriekstraat (klein deel van de transportroute) maakt deel uit van een route uit het fietsknooppuntennetwerk. De meest geschikte transportwegen zijn ook de gebruikte transportwegen; navraag bij de gemeentelijke milieudienst leert ons dat er in het verleden geen klachten opgetekend zijn met betrekking tot de bedrijfsuitbating. Door toepassing van een aantal milderende maatregelen worden de mogelijke effecten gekoppeld aan de gewenste situaties te Poperinge zo goed als mogelijk volgens de best beschikbare technieken beperkt tot de aanvaardbare hinder door zulke inrichtingen teweeg gebracht. De belangrijkste maatregelen zijn: de nieuwe zeugenstal zal ammoniakemissiearm uitgevoerd worden, zijnde met een biologische luchtwasser; in de toekomst wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van regenwater; er is een gekoelde kadaveropslag aanwezig; eco-scan bvba M11BOSS1_MER 28

29 er wordt gebruik gemaakt van een laag eiwit- en fosforgehalte, wat een betere voederconversie oplevert. Dit resulteert in een lagere uitscheiding van stikstof- en geurcomponenten; het groenscherm wordt verder uitgebouwd eenmaal de uitbreiding er staat. Hierdoor zal het bedrijf goed geïntegreerd zijn in het landschap; de varkensstallen worden droog geborsteld waarna met de hogedruk nat gereinigd wordt, wat het waterverbruik toch drukt. Met de volledige uitwerking van dit dossier werd getracht om voldoende en volledige informatie aan te reiken om het aspect milieu een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming. De uitbreiding zorgt niet voor een significante toename van de effecten, waardoor op basis van dit MER geconcludeerd kan worden dat de uitbreiding aanvaardbaar is, mits toepassing van een aantal milderende maatregelen. eco-scan bvba M11BOSS1_MER 29

30 6 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 10 Topografische kaart van België Stratenatlas, transport- en fietsroute a) Luchtfoto van de inrichting b) Luchtfoto van de omgeving van de inrichting Gewestplan a) Grondplan huidige situatie b) Grondplan gewenste situatie eco-scan bvba M11BOSS1_MER 30

31 Bijlage 1 Topografische kaart Legende contour bedrijf in gewenste situatie cirkel met straal 1 km rond het bedrijfsmiddelpunt Schaal 1: N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

32 Bijlage 2 Stratenplan en transportroute << < < < < Legende < ligging bedrijf transportroute < < < < < < < < < < N < < farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

33 Bijlage 4a Luchtfoto van de inrichting Legende contour bedrijf in gewenste situatie N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

34 Bijlage 4b Luchtfoto van de omgeving van de inrichting Legende contour bedrijf in gewenste situatie N farmer bvba Industrieweg 114H 9032 Wondelgem Tel.: Fax: info@farmer.be

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012

INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 INFORMATIEVERGADERING 19/06/2012 Milieuvergunningsaanvraag KL1 VAMO BVBA Ter Poperenweg 9 8560 Moorsele (Wevelgem) OVERZICHT INFOVERGADERING 1. Beknopte beschrijving project 2. MER-plicht 3. Situering

Nadere informatie

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van varkens en 120 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding van een gemengd bedrijf tot een totaal van 7.357 varkens en 120 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Vardeco BVBA Industrieweg 114H Lammekensstraat 17 9032 Wondelgem 8900 Tielt

Nadere informatie

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting

Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij. Niet Technische Samenvatting Verandering en vroegtijdige hernieuwing van een varkenshouderij MER (PR0708) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Verheyen Marc en Davy Maatschap Industrieweg 114H Eindepoel 18 9032 Wondelgem 2330

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met andere varkens MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot een inrichting met 5.521 andere varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Devar BVBA Defoort J. BVBA Industrieweg

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge

Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Uitbreiding en hernieuwing milieutechnische eenheid Louwagie Stefan Louwagie-Derycke te Poperinge Aanmelding/ontwerp-MER Niet Technische Samenvatting 2017_ES_000196 Colofon Opdrachtgever: Stefan Louwagie

Nadere informatie

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens

Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens Milieutechnische eenheid Krespo bvba en Patrick Vanderheyden: Uitbreiding en hernieuwing tot een totaal van 3.450 varkens MER (PR0684) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Krespo bvba / Vanderheyden

Nadere informatie

Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en stuks pluimvee

Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en stuks pluimvee Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot 2.930 varkens en 30.800 stuks pluimvee MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba De Brabandere Wingene NV Industrieweg 114H

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens

Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot varkens Uitbreiding, wijziging, toevoeging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Ieper tot 2.686 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Agri Heyman LV Industrieweg 114H Hoge Ziekenweg

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van varkens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 11.253 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba De Hoge Roker bvba / Tolpe Chris / Eco-Amron cvba Industrieweg

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4.

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4. Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkens- en rundveehouderij te Sint-Niklaas (Sinaai-Waas) tot 4.266 vleesvarkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba LV Porcsite De Roover

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 7.560 andere varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kodeva nv, Kortemarkstraat 193, 8820 Torhout 07KODE1_MER augustus 2008

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout. niet-technische samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Kalmthout MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Van Looveren Bart Industrieweg 114H Blikstraat 63 9032 Wondelgem 2920

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en hernieuwing van een pluimveebedrijf tot 120.000 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Danny Coulier LV Industrieweg 114H Gemeneweg 5 9032 Wondelgem 8691 Leisele farmer

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot vleesvarkens. niet-technische samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot vleesvarkens. niet-technische samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Pepingen tot 9.220 vleesvarkens MER niet-technische samenvatting eco-scan bvba Bovarpo bvba Industrieweg 114H Teleweidestraat

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot vleesvarkens. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Meeuwen-Gruitrode tot 10.200 vleesvarkens MER (PR0695) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba De Berger nv Industrieweg 114H

Nadere informatie

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/000143635/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen van

Nadere informatie

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens

Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot varkens Omvorming en hernieuwing van een bestaande varkenshouderij te Arendonk tot 12.894 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING eco-scan bvba Moons nv Industrieweg 114H Polderstraat 9 11 9032 Wondelgem 2370

Nadere informatie

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot varkens en 89 runderen NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Wijziging, uitbreiding en hernieuwing van een varkensen rundveehouderij tot 3.528 varkens en 89 runderen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Aelvoet Industrieweg 114H Izegemstraat 147

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman, leden Albert De Smet, provinciegriffier

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting Het project Inleiding Het bedrijf Bavarti bvba wenst de capaciteit van de inrichting uit te breiden met 3.151 vleesvarkens waardoor de inrichting in totaal 6.038 vleesvarkens

Nadere informatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie

Hervergunning, uitbreiding en wijziging van een veeteeltbedrijf en biogasinstallatie Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix te Essen Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000260_nts Inhoudsopgave Colofon 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004

Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~  ~ AMV/000151415/1004 Vlaamse Regering.:~~~= '~~ = :n~ " "~ AMV/000151415/1004 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot slachtkippen. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand pluimveebedrijf te Sint-Gillis-Waas tot 199.500 slachtkippen MER (PR0730) Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Jan Zaman Industrieweg 114H Eeckbergstraat

Nadere informatie

Vlaamse Regering : AMV/ /1 002

Vlaamse Regering : AMV/ /1 002 .... Vlaamse Regering : AMV/00018771 /1 002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincié

Nadere informatie

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals

AMV/ /1007 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals ^ \ Vlaamse Regering AMV/000119824/1007 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2,1, van titel II van het VLAREM ingediend door Luc en Yves Van Caeneghem,

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij tot 5.138 vleesvarkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Vermeiren Danny en Hofmans FV Industrieweg 114H Meerleseweg 63A 9032 Wondelgem 2321

Nadere informatie

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van milieutechnische eenheid tot een totaal van 370.760 slachtkuikens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING farmer bvba Industrieweg 114H Vanhaecke Frank / Vanhaecke

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas. Niet Technische Samenvatting Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkenshouderij te Merksplas Definitief MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba Bolckmans LV Industrieweg 114H Moerstraat 40 9032 Wondelgem 2330 Merksplas

Nadere informatie

niet-technische samenvatting MER

niet-technische samenvatting MER MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 121.000 legkippen Brabantstraat 77 8850 Ardooie niet-technische samenvatting MER 10BELL1_MER, maart 2011 farmer bvba 10BELL1_niet-technische

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER MER. 10BIVA1_niet-technische samenvatting MER 1

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER MER. 10BIVA1_niet-technische samenvatting MER 1 Overname van twee inrichtingen en uitbreiding van het totaalproject tot een capaciteit van 1.021 zeugen, 10.510 andere varkens, 3 beren en 271 jonge zeugen MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba

Nadere informatie

Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht. Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS

Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht. Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS Uitbreiding van het pluimveebedrijf Ria Gilops te Brecht Aanmelding/ontwerp-MER: Niet-technische samenvatting 2017_ES_000103_NTS Colofon Opdrachtgever: Ria Gilops Eester 7 (projectlocatie Oostmalsebaan

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van varkens NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een veeteeltbedrijf tot een totaal van 3.749 varkens MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Stoop Marcel Industrieweg 114H Heiveldstraat 129 9032 Wondelgem

Nadere informatie

niet-technische samenvatting

niet-technische samenvatting MER Uitbreiding van een varkensbedrijf tot 5.493 andere varkens BVBA De Stroombeek niet-technische samenvatting 07STRO1_MER oktober 2008 farmer bvba Niet-technische samenvatting 1 Het project 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf. Niet-technische samenvatting MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een vleeskippenbedrijf MER Niet-technische samenvatting MER farmer bvba Wouters LV Industrieweg 114H Heggestraat 5 9032 Wondelgem 2310 Rijkevorsel farmer bvba

Nadere informatie

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon

Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon project-mer: Niet-technische Samenvatting 2017_ES_000097_niet technische samenvatting eco-scan bvba

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens !!"#$ %###&'()) *#"+,,-.$#./01*#"+,,-.$#./, Ontheffing tot het opstellen van een MER Ontheffingsbeslissing Project: De uitbreiding van een varkensbedrijf tot 850 zeugen en 958 andere varkens Initiatiefnemer:

Nadere informatie

niet-technische samenvatting

niet-technische samenvatting MER Hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij met 110.000 dieren Wageweg 3 9880 Aalter niet-technische samenvatting 09COOP1_ MER, januari 2011 farmer bvba 09COOP1_niet-technische samenvatting MER

Nadere informatie

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens

Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot slachtkuikens Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van het pluimveebedrijf Klaasen lv te Ravels tot 135.100 slachtkuikens project-mer: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000231_niet technische samenvatting Inhoudsopgave

Nadere informatie

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029

11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11. Niet-technische samenvatting PRMER-0028 en 0029 11.1 Ruimtelijke situering Veldkaaistraat Het bedrijf is gelegen aan de Veldkaaistraat z/n te Ardooie. Volgens het kadastraal plan is het bedrijf gelegen

Nadere informatie

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/00066448/1012. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/00066448/1012 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de provincie West-Vlaanderen, van

Nadere informatie

AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE FIGUREN DE MEIBOOM BVBA. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE

AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE FIGUREN DE MEIBOOM BVBA. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE AANMELDING MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE 18.1. FIGUREN DE MEIBOOM BVBA Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij ZWEVEZELE Opmaak en begeleiding: SBB Accountants & Adviseurs Milieubureau Joveco

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens

Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van legkippen en 550 mestvarkens Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot een totaal van 149.350 legkippen en 550 mestvarkens MER niet-technische samenvatting farmer bvba Vanhoef Maaseik LV Industrieweg 114H Stenenbrugweg

Nadere informatie

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019

Uitbreiding slachtkuikenbedrijf Van Bijsterveldt tot slachtkuikens te Ravels. Initiatiefnemer: 24/01/2019 Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Directie Gebiedsontwikkeling Team Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven. administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot varkens te Merksplas Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een milieutechnische eenheid van drie varkensbedrijven tot 6.272 varkens te Merksplas Kennisgeving/ontwerp-MER: Niet-technische Samenvatting 2016_ES_000059_M_LAN_nts

Nadere informatie

niet-technische samenvatting MER

niet-technische samenvatting MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 6.183 vleesvarkens LV Beck Vanthillo Vaalmoer 9 2321 Hoogstraten (Meer) niet-technische samenvatting MER 09BECK1_MER, oktober

Nadere informatie

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE

KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV. Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE KENNISGEVING/ONTWERP-MER BIJLAGE FIGUREN FLAVIEHOEVE GCV Hernieuwing en uitbreiding van een pluimveehouderij VEURNE Opdrachtgever Flaviehoeve GCV Noordmoerstraat 5 8630 Veurne KBO-nummer 0828.449.185 Vestigingseenheidsnummer

Nadere informatie

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B J' Vlaamse Regering : ~............ AMV1000143935/1 004/B Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER

Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER Uitbreiding en hernieuwing van een bestaande pluimveehouderij tot 146.000 legkippen en 50 paarden MER NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MER farmer bvba Wim Cant bvba Industrieweg 114H Weverstraat 99 9032 Wondelgem

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting

Niet-technische samenvatting Niet-technische samenvatting 1.1 Het project 1.1.1 Inleiding Het varkensbedrijf te Aalter (Bosstraat 41) wordt uitgebaat door Eddy Van Wonterghem en is momenteel vergund voor het houden van 2.689 varkens

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Project-MER 0329. MER Varcap, Verrebroek NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Project-MER 0329 MER Varcap, Verrebroek Opdrachtgever: Varcap NV Borringstraat 19 9130 Verrebroek Projectlocatie: Borringstraat 19 9130 Verrebroek Uitvoerend studiebureau:

Nadere informatie

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel

Niet Technische Samenvatting MER Wondelgem 2440 Geel Milieutechnische eenheid Poultryfarms bvba: Uitbreiding, hernieuwing en wijziging tot een totaal van 84.000 opfokpoeljen van legkippen en 100.000 legkippen MER Niet Technische Samenvatting eco-scan bvba

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting MER

Niet-technische samenvatting MER Niet-technische samenvatting MER 1 Het project 1.1 Inleiding Het varkensbedrijf Fok- en Mesterij Henk bvba, gelegen in de Houwendijk 9 te Arendonk, is momenteel vergund voor het houden van 1.755 varkens,

Nadere informatie

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2 CONCREET VOORBEELD STAP 1: Baken binnen de SBZ de toetszone af op basis van de berekende contour van de projectspecifieke grondwaterstandverandering. stap 2 Uitwerking stap 1. De Voortoets geeft aan dat

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00026203/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.6.1, 2, van titel II van het VLAREM ingediend door Michel en Fabio Lefever, Gerzenstraat

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning

Pluimveehouderij met stalruimte voor 90.000 stuks pluimvee te Assenede ten gevolge van een hernieuwing van de milieuvergunning Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1000 VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/00068315/1000 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. D/PMVC/05L07/05262

Nadere informatie

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied.

1.1. Vilvoorde. Machelen. Brussel. Legenda. Projectgebied. Gemeentegrenzen Meters. Titel: Situering projectgebied. Vilvoorde Machelen Gemeentegrenzen Brussel Situering projectgebied 1.1 1:10.000 Path: I:\FP1707\Technical_Data\Figuren\T_hoofddocumenten\MXD_0021_situering_20160421.mxd N Vilvoorde 0 Brussel Gemeentegrenzen

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER

Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot braadkippen. niet-technische samenvatting MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een pluimveehouderij tot 252.000 braadkippen niet-technische samenvatting MER eco-scan bvba Heyrman LV Industrieweg 114H Muggenhoek 2A 9032 Wondelgem 9130 Kieldrecht

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning Bergs Advies B.V. Dorpstraat 55 6095 AG Baexem Telefoon Fax E-mail Internet (0475) 49 44 07 (0475) 49 23 63 info@bergsadvies.nl www.bergsadvies.nl Rabobank 14.42.17.414 K.v.K. Roermond nr. 12065400 BTW

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou) Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10. Besluit /hs. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF,

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP. ~j) .~~ AMV/ /1008

VLAAMSE GEMEENSCHAP. ~j) .~~ AMV/ /1008 VLAAMSE GEMEENSCHAP ~j).~~ AMV/00026746/1008 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR HET MILIEUBUREAU VOOR

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING AMV/000143165/1003

VLAAMSE REGERING AMV/000143165/1003 VLAAMSE REGERING AMV/000143165/1003 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. M03/P/44048/47/4/A/2/WV/HD VAN

Nadere informatie

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Milieueffectrapport. Gemengde veehouderij Dewulf Marc, Kemmelstraat 115, 8952 Heuvelland

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING. Milieueffectrapport. Gemengde veehouderij Dewulf Marc, Kemmelstraat 115, 8952 Heuvelland NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport Gemengde veehouderij Dewulf Marc, Kemmelstraat 115, 8952 Heuvelland Initiatiefnemer Dewulf Marc Kemmelstraat 115 8952 Heuvelland KBO-nummer 0675.201.855

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Marino Huyghe/Marel BVBA Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide KBO-nummer: 0865.365.011 VE-nummer: 2.137.723.018. Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide

Marino Huyghe/Marel BVBA Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide KBO-nummer: 0865.365.011 VE-nummer: 2.137.723.018. Bien Acquisstraat 2 8600 Diksmuide NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport Uitbreiding en hernieuwing van een varkensbedrijf te Diksmuide Marino Huyghe/Marel BVBA, Bien Acquisstraat 2, 8600 Diksmuide PR0735 Opdrachtgever: Marino

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Uitbreiding en wijziging van een bestaande pluimveehouderij tot 92.000 legkippen Laerco bvba Meeuwstraat 4a 2440 Geel NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING 09LAER1_MER, juli 2010 farmer bvba 09LAER1_niet-technische

Nadere informatie

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN Calibeke bvba, Staden

NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN Calibeke bvba, Staden NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Kennisgeving + PN 09826 Calibeke bvba, Staden Opdrachtgever: Calibeke bvba Hogestraat 63 8840 Staden Projectlocatie: Hogestraat 63 8840 Staden Uitvoerend studiebureau: ABO

Nadere informatie

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/000/150708/1002. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; J" Vlaamse Regering. -... AMV/000/150708/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over het beroep aangetekend tegen het besluit van de deputatie van de

Nadere informatie

MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK

MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK MILIEUEFFECTRAPPORT BIJLAGE 18.3. NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING MESSELY KLAAS Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij KORTRIJK Opmaak en begeleiding: SBB Accountants & Adviseurs Milieubureau

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne. KBO-nummer: VE-nummer: Karreweg Veurne. Uitvoerend studiebureau:

Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne. KBO-nummer: VE-nummer: Karreweg Veurne. Uitvoerend studiebureau: NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING Milieueffectrapport Veeteeltbedrijf Pieter Hauspie, Karreweg 4, 8630 Veurne Opdrachtgever: Pieter Hauspie Karreweg 4 8630 Veurne KBO-nummer: 0883.239.735 VE-nummer: 2.210.544.975

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW,

AMV' '1001 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, m rin AMV'00060090'1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door nv Van De Velde voor een tankstation

Nadere informatie

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002

Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Vlaamse Regering AMV/000150456/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over de beroepen aangetekend tegen het besluit met nummer M03/43014/40/21A11/BUKVDS

Nadere informatie

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011

RUP SION. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. bijlage 5: aanvullende watertoets. stad Lier. 04 mei 2011 RUP SION bijlage 5: aanvullende watertoets Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan stad Lier 04 mei 2011 RUP SION LIER BIJLAGE 5 aanvullende watertoets dd. 04.05.2011 PAGINA 2 / 10 Inhoud 1. Inleiding

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = " " AMV/ /1009

Vlaamse Regering.::sm~~= '~ =   AMV/ /1009 ,n,- " " Vlaamse Regering.::sm~~= '~ = AMV/0002414/1009 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 6.2.2.1.2, 1, artikel

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van een project-mer Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie