Schoolgids Parkschool SCHOOLGIDS. Schooljaar

Transcriptie

1 SCHOOLGIDS Schooljaar school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen

2 Beste ouders en verzorgers, Een nieuw jaar, een nieuwe schoolgids in eenzelfde jasje. In deze schoolgids staat alle informatie over de gang van zaken met betrekking tot het onderwijs en verdere opvang van uw zoon/dochter, met daarnaast allerlei andere nuttige afspraken. De Parkschool verzorgt speciaal onderwijs voor 200 leerlingen. Daarnaast worden er leerlingen in het reguliere onderwijs ambulant begeleid, een en ander in afstemming met de samenwerkingsverbanden. Een hele organisatie, waar afspraken duidelijk moeten zijn, om samen gestalte te geven aan kwalitatief goed onderwijs voor onze kinderen. Hierbij ziet de school graag betrokkenheid van de ouders. In deze gids staat hierover het een en ander vermeld. (ouderraad, MR, ouderpanel) Deze schoolgids is de nieuwste versie, is gebaseerd op eerdere schooljaren en heeft de medewerking en instemming van de medezeggenschapsraad. Vanaf dit schooljaar presenteren wij de schoolgids digitaal en natuurlijk via de website. Een kort overzicht van praktische zaken heeft u via uw zoon/ dochter mee naar huis gekregen. Natuurlijk kunt u reageren op de schoolgids, dit kan via mail info@deparkschool.nl. Deze gids geldt voor het hele schooljaar! Eventuele wijzigingen/aanvullingen krijgt u via mail. Zie ook de webiste: Team Parkschool

3 INHOUDSOPGAVE 1. De Parkschool Richting Directie Schoolgrootte 4 2. Waar de school voor staat Uitgangspunten Het klimaat van de school Sociale media (Kern)doelen De ordening van de inhoud van het onderwijs Levensbeschouwing Kwaliteitszorg 7 3. De organisatie van het onderwijs De groepsindeling De organisatie structuur van de school De samenstelling van het team Vervanging (Speciale) voorzieningen in het schoolgebouw Onderwijstijd De zorg voor de leerlingen De plaatsing van nieuwe leerlingen op school De overgang van leerlingen naar het voortgezet speciaal 35 onderwijs of plaatsing van nieuwe leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs 4.3 Rapportage De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Schoolverlating Nadere regels voor toelating (zie 4.1 en 4.2) en verwijdering Naschoolse activiteiten voor leerlingen Speciale activiteiten voor leerlingen Jeugdgezondheidszorg MEE helpt graag MEE Verwijsindex Schoolafspraken Schooltijden Vakanties en vrije dagen Leerplicht / verlof Schoolverzuim Verzekering Bereikbaarheid ouders Vrijwillige bijdrage Traktaties Overblijven Gedragsregels 53 2

4 5.11. Zwemmen Lichamelijke oefening Hoofdluis Veiligheid ARBO BHV Belangrijk om te weten Het bevoegd gezag De medezeggenschapsraad Klachtenregeling De ouderraad Hulp door ouders bij activiteiten Ouderpanel Informatieplicht van school aan ouders Sponsoring en andere inkomsten De onderwijskaart en het lesgeld Stagiaires Regeling leerlingenvervoer Namen en adressen 63 Bijlagen: 1. Model overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage Voorlopig jaaroverzicht schooljaar voor ouders en 66 verzorgers 3. Overzicht van de leergebied specifieke en leergebiedoverstijgende 67 vakken 4. Gedragsregels Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel (SO) en Perspectief 81 op school (VSO) 6. Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Sociale media Hoe te handelen bij een calamiteit Muziekonderwijs op de Parkschool Reactieformulier schoolgids 93 Losse bijlagen: Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage Formulier vrijstelling schoolbezoek vakantie buiten schoolvakantie Formulier vrijstelling schoolbezoek andere gewichtige omstandigheden Formulier m.b.t. publicatie van foto s en video s 3

5 1. De Parkschool. 1.1 Richting. De Parkschool is een school voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen, en zeer moeilijk lerende kinderen met meervoudige handicap. Voorheen maakte de school deel uit van het REC-verband cluster III, regio Limburg (REC = Regionaal Expertisecentrum). Nu maakt de Parkschool deel uit van de samenwerkingsverbanden PO Westelijke Mijnstreek ( en VO Westelijke Mijnstreek (PO en VO 31-04). Daarnaast participeert de Parkschool (of zijn er leerlingen afkomstig) uit de samenwerkingsverbanden Midden Limburg (31-02), Maastricht e.o. (31-05) en Parkstad (31-06). De Parkschool is gevestigd aan de Onderste Sittarderweg 4, 6141 AZ Limbricht t De praktijklocatie Ons Huis bevindt zich aan de Burg. van Boxtelstraat 18, 6141 AK te Limbricht info@deparkschool.nl Website: De school ressorteert onder Kindante, leren leren, leren leven. 1.2 Directie. De directie bestaat uit: Mevr. Nancy Verreijen, interim-directeur Mevr. Mery Ruber, adjunct directeur 1.3 Schoolgrootte. In het schooljaar heeft onze school 7 S.O. groepen en 10 V.S.O. groepen met een totaal van 200 leerlingen. Er werken 74 personeelsleden, zowel onderwijzend als onderwijsondersteunend personeel. Namen van alle personeelsleden verbonden aan onze school vindt u in hoofdstuk 3. 4

6 2. Waar de school voor staat. Zie ook schoolplan (o.a. 2.3) op Uitgangspunten. De Parkschool biedt een vorm van speciaal onderwijs aan een specifieke groep leerlingen, namelijk kinderen die zeer moeilijk leren en zeer moeilijk lerenden met een meervoudige handicap. De school is voor hen de enig mogelijke vorm van onderwijs en dus meestal ook eindonderwijs (VSO). De leerlingen die onze school bezoeken zijn in de eerste plaats kinderen die in ontwikkeling zijn. Nagenoeg iedere leerling op de Parkschool heeft behoefte aan: Structuur Visuele ondersteuning Verlengde instructie Leeractiviteiten die opgedeeld zijn in kleine stappen/ kleinere leeractiviteiten Ondersteunende materialen en programma s Uitdagende werkvormen Tussentijdse feedback Eenvoudig/ eenduidig taalgebruik Leerkrachtnabijheid, extra ondersteuning van en anderen De ontwikkelingsmogelijkheden van onze kinderen worden mede bepaald door de aard van hun handicap. Hiervan uitgaande is adaptief onderwijs een van de pijlers in het onderwijs (competentie, relatie, autonomie). Het gebruik van pictogrammen is een noodzakelijke voorwaarde om tot leren en ontwikkelen te komen. Zowel klassikaal als individueel wordt gebruik gemaakt van time-timers. De ontwikkeling dient in een ononderbroken proces plaats te vinden. Dit gebeurt middels het werken vanuit een ontwikkelingsperspectief. Ook het Opbrengstgericht en Datagestuurd werken behoort tot de uitgangspunten van de Parkschool. Opbrengstgericht werken is een manier van werken die uitgaat van de leeropbrengsten van leerlingen. Datagestuurd werken is een manier van werken waarbij de toetsgegevens bepalen welke doelen voor de leerling gesteld worden (leerlingniveau). Op schoolniveau worden verbeterdoelen gesteld. Dit gebeurt volgens de cyclus plan, do, check, act (pdca). Doelen worden bereikt, gemeten, bijgesteld, weer bereikt etc. Onze school is tevens gespecialiseerd in de opvang van laag functionerende kinderen met autisme. 2.2 Het klimaat van de school. We streven er naar een veilig, stimulerend en uitlokkend klimaat te bieden. Een sfeer van geborgenheid en veiligheid is de basis van een vertrouwensrelatie met alle volwassenen, die weer leidt tot het kunnen leren. Dit pedagogisch (opvoedkundig) klimaat wordt vooral gecreëerd door met elkaar afspraken te maken over gedragingen en regels, die nageleefd moeten worden. Behalve dat er specifieke 5

7 schoolregels bestaan, zijn er ook wettelijke bepalingen waaraan we ons moeten houden. Alle scholen hebben een actueel schoolveiligheidsplan waarin al deze zaken in relatie met elkaar zijn beschreven. Deze regels en afspraken gelden niet alleen voor de kinderen en personeelsleden binnen de school, maar voor iedereen die zich in en om de school ophoudt. Dat betekent dat alle kinderen, alle ouders, alle personeelsleden en alle andere personen die hand- en spandiensten verzorgen in en om de school zich dienen te houden aan deze regels en afspraken en kunnen weten wat de gevolgen zijn als deze worden overtreden. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen: De ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de school daartoe onderneemt. De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De school gaat adaptief uit van de mogelijkheden en beperkingen van alle individuele kinderen. Respect voor elk kind en elke medewerker staat voorop. De Parkschool wil samen met ouders/verzorgers verantwoordelijk zijn voor een gedeelte van de opvoeding en vorming van de kinderen. Een eerlijk en open contact met de ouders/verzorgers is hierbij van groot belang Sociale media In het kader van bovenstaande willen we specifiek aandacht vragen voor het gebruik van sociale media door de, met name oudere, leerlingen. De mogelijkheden van de sociale media zijn enorm, maar kunnen ook de nodige problematiek opleveren. Problematiek die vaak en veelal buiten school omgaat (vrije tijd en thuissituatie). We willen de ouders en verzorgers dan ook wijzen op de eigen verantwoordelijkheid in deze. Zie hiervoor bijlage (Kern)doelen. Algemene doelstelling. De school tracht door onderwijs, vorming en opvoeding een voor de zeer moeilijk lerende leerling, optimale bereikbare streefkwaliteit te bereiken m.b.t. kennis en competenties. De school wil de leerling een aantal voor hem/haar zinvolle functionele en doelmatige vaardigheden en attitudes bijbrengen die van wezenlijk belang zijn om tot een persoonlijk niveau van zelfstandig functioneren te komen. 2.4 De ordening van de inhoud van het onderwijs. Het wettelijk kader voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden geeft de inhoud van het onderwijs, de doelen en de leergebieden aan. De Parkschool maakt gebruik van de nieuwste CED-leerlijnen (speciale leerlijnen voor zeer moeilijk lerende leerlingen, zie ook paragraaf 2.6). De leerlijn geeft voor een bepaald vakgebied aan hoe een 6

8 leerling van een bepaald beginniveau tot een van de drie uitstroombestemmingen komt. De Parkschool werkt zowel met de leerlijnen voor leergebied specifieke vakken als met de leerlijnen voor leergebied overstijgende vakken van CED. Voor MGleerlingen/ leerlingen van profiel 1 van het SO (en leerlingen van de aanvangsgroep) wordt gebruik gemaakt van de Plancius-leerlijnen. Deze leerlijnen werken met de volgende domeinen: communicatie, sensomotorische ontwikkeling, sociaal emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid en spelontwikkeling. De bovengrens van deze leerlijnen sluit aan op de zml-leerlijnen. Dit maakt een eventuele overstap mogelijk wanneer blijkt dat een leerling zich verder kan ontwikkelen. Een overzicht van de leergebied specifiek vakken en de leergebiedoverstijgende vakken is te vinden in bijlage Levensbeschouwing. Wij als school baseren ons in ons omgaan met de mens en de omgeving op de christelijke levensovertuiging. Wij ontlenen die aan de Joods-christelijke traditie, verwoord in de bijbel, en aan wat de katholieke kerk eeuwenlang heeft gekoesterd en overgedragen. Concreet betekent dit dat we menen dat het juist op onze weg ligt om aandacht te geven aan een aantal waarden, die deels op relationeel vlak liggen, zoals openheid, respect, dienstbaarheid, veiligheid bieden, betrouwbaarheid, gepaste tolerantie, naastenliefde, opkomen voor de zwakke en het zwakke, het humane. Wij zien het als onze opdracht om als school te werken aan deze uitgangspunten van menselijk leven, door er aandacht aan te geven, door erover te communiceren, door ze over te dragen, kinderen in te wijden, door ze voor te leven, door ze ter sprake te brengen, door mensen/kinderen ervan bewust te maken. Hierin ligt voor ons de basis van het feit dat we een katholieke school zijn. Openheid en respect houdt ook in dat iedereen ongeacht levensbeschouwing/geloof in onze school een plek heeft. 2.6 Kwaliteitszorg. Elk jaar werkt de Parkschool op alle gebieden aan de verbetering van kwaliteit. De eigen visie, missie, maar ook omgevingsfactoren, ontwikkelingen, eisen eventuele kwaliteitsonderzoeken spelen hierbij een rol, naast de plan-do-check-actcyclus, zoals in het onderwijskundig jaarplan. In het schoolplan ( ) worden de grote lijnen aangegeven waarna een en ander in het onderwijskundig jaarplan wordt uitgewerkt. Middels nascholing (ondersteuningsplan) en gerichte begeleiding van de CED wordt de ontwikkeling verder onderbouwd, geëvalueerd, vindt borging plaats en wordt er verder gepland. Wat zijn de resultaten op kwaliteitsgebied van het afgelopen schooljaar en hoe krijgt het zijn vervolg? A. Onderwijskundig jaarplan Lerende school (adaptief onderwijs) De thema s rondom adaptief onderwijs zijn gerealiseerd. Er zijn clusters gemaakt van verschillende klassen. Samenwerking en leren van elkaar (collegiale consultatie) blijft een beproefd middel. Collegiale visitatie wordt sinds afgelopen schooljaar gedaan aan de hand van filmfragmenten die tijdens een vergadering in groepjes worden besproken. De rol van adaptief onderwijs blijft ook komend jaar actueel tijdens de unitbijeenkomsten. De Parkschool is blijvend in ontwikkeling. Leerlingenzorg 7

9 Alle geplande leerlingbesprekingen, gebruik LVS enz. zijn volgens plan, waarbij hier en daar een bijstelling, uitgevoerd. Er is aandacht geweest voor de borging van Leefstijl en de vaardigheden m.b.t. Leren leren. De werkgroep Borging onderwijsontwikkelingen, bestaande uit leerkrachten uit de diverse groepen, heeft zich gebogen over borgingsplannen m.b.t. sociaal-emotionele ontwikkeling (Leefstijl), leren leren en passend lesmodel (i.c.m. de technieken Teach like a Champion/ activerende werkvormen). Op deze manier blijven deze onderwerpen ook komend(e) schoolja(a)r(en) actueel. Hulpmiddel voor de zorg van de leerling is en blijft ook komend schooljaar het Spoorboekje van de interne begeleiding. De leerlingbesprekingen, het LVS en het ontwikkelingsperspectief zijn doorlopende thema s. Raadpleeg voor meer informatie omtrent het LVS (LOGOS) het stuk Leerlingvolgsysteem LOGOS verderop in deze paragraaf. Autisme Naast de vaste elementen betreffende het aanleveren van kengetallen, deelname aan werkgroepen, ontwikkelen van de relatie tussen sensorische training en autisme gaat de aandacht uit naar expertise-uitbouw binnen het team. Onder leiding van de aandachtfunctionaris autisme en twee commissieleden heeft dit o.a. via het autioverleg plaatsgevonden. Verder zijn er diverse lezingen bezocht. Er is veel aandacht uitgegaan naar de inzet van innovatie. De Parkschool heeft de gelegenheid geboden om de toepassingsmogelijkheid van Kaspar de Robot in de praktijk te onderzoeken. Extern zijn er contacten met wetenschappers door samenwerking t.b.v. onderzoek naar de ontwikkeling van een methodiek voor sensorische prikkelverwerking bij mensen met een verstandelijke beperking en autisme. Intervisiemomenten zijn er met aandachtfunctionarissen van de Limburgse ZML scholen. Een zeer mooie ervaring was de deelname aan de documentaire Scenario s voor een normaal leven. Afgelopen schooljaar is weer gewerkt met een gecombineerde SO/VSO groep. Voor komend schooljaar blijven de elementen betreffende kengetallen, werkgroepen, relatie sensorische training en autisme en expertise-uitbouw, zowel intern als extern actueel. Integraal Personeelsbeleid/ Schoolorganisatie IPB Afgelopen schooljaar hebben alle personeelsleden een functioneringsgesprek gehad n.a.v. gegevens rondom de eigen professionele ontwikkeling i.r.t. de schoolontwikkeling, maar ook rondom het welbevinden in het functioneren. Belangrijke zaken en wensenpakketten in het kader van personeelswelbevinden m.b.t. de organisatie zijn hierin voor zover mogelijk meegenomen, evenals het Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) dat iedere medewerker heeft opgesteld. De normjaartaak is teambreed en individueel geëvalueerd. Hier wordt komend jaar weer mee gewerkt. ICT Het uitbreiden van allerlei licenties is nog steeds actueel. Dit geeft uitbreiding van ICT-mogelijkheden als middel ter ondersteuning van het lessenpakket (lezen, rekenen, maar ook picto-schrijver). Begin 2018 is binnen onze school een Wifinetwerk aangelegd. Hierdoor is het mogelijk om met de geschonken IPads goed te werken (zie ook paragraaf 6.8). M.b.v. de IPads kunnen leerlingen nog beter en gedifferentieerder werken aan bepaalde lesdoelen. Leerlingen zijn gemotiveerd om via de IPads visueel lerend bezig te zijn. Dit past binnen de digitale ontwikkelingen in het onderwijs van de 21 e eeuw. Arbeidstoeleiding en VSO Praktijk De cyclus bij de leerling vanaf 15 jaar (beginnend met de SIWIT, (zie elders schoolgids) blijft gehandhaafd. Door bepaalde leeftijdstargets te stellen kan de 8

10 arbeidstoeleiding nog gerichter worden vormgegeven (stages, cursussen etc.). Een en ander komt terug in het ontwikkelingsperspectief. De Parkschool maakt gebruik van het subsidieprogramma van het ESF (zie hiervoor paragraaf 3.1.1). Certificering vond plaats bij schoonmaak, bediening, snijtechnieken, houtbewerking, machinegebruik, fietstechniek en groen. Het Portfolio is, indien van toepassing bijgewerkt met de uitslagen SIWIT, evaluaties interne stages en behaalde certificaten. De werkgroep VSO-ontwikkelingen, bestaande uit leerkrachten uit diverse groepen, heeft een voorstel gedaan om dit Portfolio en Zedemo (pragmatische registratie) een impuls te geven. Bijna alle leerlingen werken met Zedemo. Het stagebeleidsplan is aangepast aan de veranderende situatie (toelaatbaarheidsverklaringen worden veelal afgegeven tot de leeftijd van 18 jaar, zie ook paragraaf arbeidsoriëntatie/ leerwerkplekken en stage binnen de Parkschool). Tevens is het gebruik van de taakkaarten opgenomen in het stagebeleidsplan. Door het werken met de taakkaarten wordt nog meer aandacht besteed aan de vaardigheden m.b.t. leren leren op stage (aandacht voor transfer). Komend schooljaar zullen wederom een aantal leerlingen opgeleid worden voor bovenstaande certificaten. Ook het gebruik van het Portfolio en de taakkaarten blijft actueel. Het werken met Zedemo wordt geborgd en is uitgebreid middels de aanschaf van twee nieuwe leskisten. Het stagebeleid wordt in de uitvoering steeds meer gericht op de uitstroom op 18-jarige leeftijd. Vak en vormingsgebieden Afgelopen schooljaar is schoolbreed aandacht besteed aan het project Gedrag is een vak, gedrag is een signaal (o.l.v. CED en in samenwerking met de werkgroep Gedrag, bestaande uit leerkrachten uit diverse groepen). Dit project richt zich met name op de vakgebieden sociaal-emotionele ontwikkeling (sociaal gedrag) en leren leren. Leren leren en sociaal emotionele ontwikkeling blijven speerpunten in ons onderwijs. Tevens stond het gebruik van activerende werkvormen en het werken met de onderwijstechnieken vanuit Teach like a Champion centraal. Door de inzet van het project Gedrag is een vak, gedrag is een signaal worden deze speerpunten in een breder perspectief geplaatst. Dit voorkomt het ontstaan van losse eindjes en legt de focus op de juiste plaats. De Cito-toetsen Taal voor peuters en Taal voor kleuters zijn in bepaalde groepen geïmplementeerd. Verder heeft een aantal leerkrachten begeleiding van Artamuse ontvangen m.b.t. het geven van muziekonderwijs. In dit kader is ook teambreed informatie gegeven (zie ook bijlage 9, Muziekonderwijs op de Parkschool). Ook komend jaar zal schoolbreed aandacht worden besteed aan het project Gedrag is een vak, gedrag is een signaal. Hiermee samenhangend worden de onderwijstechnieken vanuit Teach like a champion geborgd en uitgebreid en zullen we extra aandacht blijven besteden aan de vakgebieden sociaal-emotionele ontwikkeling en Leren leren. Ambulante begeleiding Het geringe aantal AB-leerlingen wordt zo optimaal mogelijk begeleid en de hulpvraag van buitenaf wordt zo goed mogelijk ingevuld, zowel voor PO als VO. Leertijd De effectieve leertijd is verhoogd middels het werken met de technieken van Teach like a Champion en activerende werkvormen. Ook komend schooljaar willen we het werken met de Teach-technieken borgen en verder uitbreiden, e.e.a. m.b.v. het borgingsplan opgesteld door de werkgroep Borging. Logopedie 9

11 De logopedisten hebben een digitaal administratiesysteem binnen de logopedie geïmplementeerd. Wat betreft Nederlands Ondersteund met Gebaren heeft er een opfrisuurtje plaatsgevonden. Ook komend schooljaar blijft de aandacht voor Nederlands Ondersteund met Gebaren actueel. Tevens zal gekeken worden naar een intensivering van de multidisciplinaire samenwerking tussen de verschillende partijen op de Parkschool. Kwaliteitszorgverantwoording Alle verantwoording/ kwaliteitsrapportages (nascholingsplan, onderwijskundig jaarplan, jaarrooster, jaarverslagen) zijn tijdig door directie ingestuurd en door CvB en indien van toepassing MR vastgesteld (zie ook website). De Parkschool doet mee aan de Vensters PO en VO, waarbij cijfermatige informatie over scholen verzameld wordt in één systeem. Deze informatie is voor ouders/ verzorgers beschikbaar via de website Tevens is sociale veiligheid een belangrijk item betreffende de kwaliteitszorg. Het schoolveiligheidsplan is geactualiseerd (oktober 2017). Middels het afnemen van de Vragenlijst van Van Beekveld en Terpstra is de (sociale) veiligheidsbeleving van onze leerlingen gemonitord (is wettelijk verplicht). Het themaonderzoek inspectie en het kwaliteitsonderzoek CKMZ hebben plaatsgevonden, zie ook de volgende (sub)paragraaf. De trainingen met betrekking tot Omgaan met agressie hebben plaatsgevonden en blijven ook voor komend schooljaar actueel. Ook de verantwoordingen en kwaliteitsrapportages komen jaarlijks aan bod. Sociale veiligheid blijft een jaarlijks terugkerend item. Onderwijs en zorg In het voorjaar 2018 is er op de Parkschool een schoolvoorbereidingsgroepje vanuit KDC t Steyntje gestart. Dit groepje bestaat uit een stel kinderen waarvan een aantal uitstroomt naar school. Door de samenwerking tussen Parkschool en Steyntje worden de kinderen optimaal voorbereid op de overstap naar onderwijs. Bovendien profiteert t Steyntje van onze onderwijskundige inbreng en wij van de zorginbreng (mogelijk ook voor andere leerlingen). Gedrag Het werken aan gedrag is schoolbreed opgepakt. Dit is onder andere gedaan door de nascholingsmomenten in het teken te stellen van gedrag. Deze hebben (grotendeels) plaatsgevonden o.l.v. CED. Daarnaast was er een werkgroep Gedrag, deze bestaat uit leerkrachten uit de diverse groepen. Borging onderwijsontwikkelingen Om de opbrengsten m.b.t. sociaal-emotionele ontwikkeling, leren leren en het gebruik van het passend lesmodel i.c.m. activerende werkvormen/ de technieken van Teach like a Champion te borgen, hebben leerkrachten uit diverse groepen hier een borgingsplan voor opgesteld. VSO-ontwikkelingen Een werkgroep bestaande uit leerkrachten uit de verschillende groepen heeft voorstellen gemaakt m.b.t. een werkwijze en een pragmatische registratie van Zedemo, een stageplan voor interne en externe stage met een belangrijke rol voor de taakkaarten en m.b.t. een nieuwe impuls aan het bestaand portfolio. B. Kwaliteitsonderzoek Inspectie Themaonderzoek dagbesteding, november 2017 Op 13 november 2017 heeft de Inspectie van het Onderwijs de Parkschool bezocht voor een themaonderzoek naar de staat van het onderwijs binnen het 10

12 uitstroomprofiel dagbesteding. Tijdens het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met de directie en Commissie van Begeleiding, met leraren van de onderbouw, met leraren van de bovenbouw, met leerlingen en met een stagecoördinator en een stagegever, tevens vertegenwoordiger van een plek voor dagbesteding. Bij de gesprekken zijn de volgende aspecten aan bod gekomen: onderwijsaanbod, zicht op ontwikkeling, samenwerking, stage en praktijkvorming, resultaten en vervolgsucces. Het themaonderzoek heeft geen risicogericht karakter en leidt daarom niet tot een aanpassing in het toezichtarrangement. Een en ander is terug te vinden op de website van inspectie: Hierop zijn tevens de bevindingen van de samenwerkingsverbanden PO en VO 31-04, waarbinnen onze school een plek heeft, te bekijken. C. Kwaliteitsonderzoek CKMZ In januari 2018 vond het kwaliteitsonderzoek van CKMZ plaats. De Kwaliteitsnorm (Speciaal) Onderwijs (K(S)O) is hiervoor gebruikt als toetsingskader met daarin meegenomen het onderzoekskader 2017 van de Inspectie van het Onderwijs en de eigen ambities zoals verwoord in diverse beleidsdocumenten van de school. Doel was om in beeld te krijgen of het onderwijsproces van voldoende kwaliteit is, kansen en risico s onderkend zijn, en waar eventueel witte vlekken rondom kwaliteitszorg zitten. In 2014 heeft CKMZ een nulmetingsonderzoek uitgevoerd binnen de Parkschool waarin alle domeinen van de K(S)O zijn getoetst tegen de K(S)O. Deze keer is gekozen voor het onderzoeken van een beperktere scope in de vorm van een aantal specifieke thema s uit het onderwijsproces. Uit het kwaliteitsonderzoek komen de volgende bevindingen naar voren op het gebied van koers en onderwijskundige visie, veiligheid en pedagogisch klimaat, samenwerking intern en extern inclusief ouderbetrokkenheid, zicht op ontwikkeling en begeleiding, opbrengstgericht werken en kwaliteitszorg: Koers en onderwijskundige visie De ambitie en doelstellingen van de Parkschool zijn duidelijk geformuleerd en laten een groei zien in ontwikkeling. Jaarplannen zijn volledig en worden periodiek in teamoverleg besproken. Veiligheid en pedagogisch klimaat De school wordt door alle betrokkenen als een veilige school ervaren. Er wordt gerichte training ingezet om medewerkers tools te geven het pedagogisch klimaat te bewaken en te bevorderen. De methode Gedrag is een vak, gedrag is een signaal wordt toegepast om specifieke gedragscompetenties bij leerlingen (en teamleden) te ontwikkelen. Samenwerking intern en extern inclusief ouderbetrokkenheid De school voorziet in gremia als ouderraad, medezeggenschapsraad, en een ouderpanel. Ouderbetrokkenheid heeft de volle aandacht, met voldoende effect. De school voorziet in een aantal externe stageplaatsen voor leerlingen. Deze zijn belangrijk als brugfunctie naar uitstroommogelijkheden voor leerlingen. 11

13 Zicht op ontwikkeling en begeleiding De zorgstructuur maakt dat de vorderingen van alle leerlingen in voldoende mate gemonitord worden. Instrumenten als observaties en kijkwijzers (Teach like a Champion) worden gebruikt om elkaar scherp te houden. Het Passend Lesmodel/ ADI-model en de technieken van Teach like a Champion worden door alle betrokkenen genoemd als waardevol en effectief voor de doelgroep. Opbrengstgericht werken Voor alle leerlingen worden ontwikkelingsperspectieven opgesteld, en daar waar nodig individuele handelingsplannen. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is van hoog niveau en ondersteunend aan de dagelijkse processen van medewerkers. D. Kwaliteitsonderzoek ZEK De afname van het kwaliteitsonderzoek ZEK staat gepland voor najaar E. Leerlingvolgsysteem LOGOS De Parkschool maakt gebruik van de herziene leerlijnen van CED in het leerlingvolgsysteem LOGOS. Deze leerlijnen zijn opgesplitst in leerlijnen voor het SO en leerlijnen voor het VSO. Een overzicht van deze leerlijnen is te vinden in bijlage 3. De leerlijnen voor het SO bestaan uit negen niveaus. Alleen de beste leerlingen zullen niveau 9 behalen. De leerlijnen voor het VSO bevatten kerndoelen voor de uitstroomrichtingen dagbesteding, arbeid en vervolgonderwijs (dit laatste is niet van toepassing op onze leerlingen). Leerlingen die uitstromen naar dagbesteding zullen vooral worden ingeschaald op de leerlijnen in de niveaus 1 t/m 12. Mochten leerlingen op een vakgebied meer aankunnen dan niveau 12, dan kunnen ze eenvoudig doorgaan op de doorlopende leerlijn VSO Arbeid (deze loopt door t/m niveau 16). Zie ook paragraaf 4.3. In LOGOS is ook het ontwikkelingsperspectief van de leerling terug te vinden. Specifiek aan het ontwikkelingsperspectief in LOGOS is dat leerlingen worden ingedeeld in profielen. Aan ieder profiel is een leerroute gekoppeld welke leidt naar een uitstroombestemming. Het ontwikkelingsperspectief in LOGOS bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Instroomprofiel Het instroomprofiel bevat een samenvattend beeld van de leerling. Het bevat informatie over: Onderzoeken naar intelligentie: verstandelijke mogelijkheden. 12

14 Didactische vorderingen (toetsgegevens) van bijvoorbeeld lezen, rekenen en taak-werkhouding: conceptuele vaardigheden. De sociaal-emotionele ontwikkeling, bijvoorbeeld sociaal contact en weerbaarheid: sociale vaardigheden. Praktische redzaamheid, bijvoorbeeld aankleden, zindelijkheid, omgaan met geld: praktische vaardigheden. Het functioneren in de maatschappij: participatie. De gezondheid en de context (thuissituatie). Er wordt aangegeven wat bevorderend of belemmerend kan zijn voor de ontwikkeling van de leerling. Tevens wordt een score gegeven van 1 t/m 3. Deze score komt overeen met een van de 3 profielen waar de Parkschool mee werkt (profiel 1 is MG, profiel 2 is ADL en profiel 3 is Leer). In ieder profiel wordt toegewerkt naar een bepaalde uitstroombestemming. Het instroomprofiel sluit af met een integratief beeld. Hier worden de belangrijkste sterke en minder sterke punten van de leerling samenvattend weergegeven. Tevens is hier de datum van inschrijving op de Parkschool terug te vinden en de eventuele school van herkomst. Deze gegevens zijn van belang voor het aanvragen van de toelaatbaarheidsverklaring. 2. Uitstroombestemming Met de informatie uit het instroomprofiel is de hoogst haalbare uitstroombestemming die past bij de leerling vastgesteld. Ieder jaar wordt, in overleg met ouders, bekeken of dit nog passend is. Voor SO-leerlingen geldt doorgaans dat zij aan het einde van het SO uitstromen naar het VSO. Voor VSO-leerlingen geldt dat zij in de meeste gevallen uitstromen naar een vorm van dagbesteding (al dan niet met arbeid). De uitstroombestemming hangt af van het profiel waarbij de leerling is ingedeeld (1. MG, 2. ADL of 3. Leer). Verderop is hier meer informatie over te vinden. Bij de onderbouwing van de uitstroombestemming zijn bij de VSO-leerlingen ook de resultaten van de SIWIT (arbeidsinteressetest), de gevolgde cursussen/ behaalde certificaten en de stages van de leerling vermeld (indien van toepassing). De interesses, ervaringen en vaardigheden spelen namelijk een rol bij de keuze voor de plek waar de leerling uiteindelijk naar toe zal gaan. 3. Leerroute Voor de vakgebieden die het meest belangrijk worden geacht voor de ontwikkeling van de leerling is de hoogst haalbare leerroute gekozen (keuze uit 1 t/m 3 (MG, ADL en Leer)). Voor zowel de SO-leerlingen als de VSO-leerlingen betreft dit de vakgebieden mondelinge taal, schriftelijke taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, leren leren en praktische redzaamheid (wonen en vrije tijd). Bij de VSOleerlingen komen bij leren leren ook de vaardigheden op stage aan bod (taakkaarten); bij praktische vaardigheden op het VSO horen tevens de praktijkvakken huishoudkunde, tuin en techniek en de praktische toepassing hiervan in bijvoorbeeld stagesituaties. In de klas (en tijdens de praktijkvakken) wordt gewerkt aan de doelen die bij de leerroute horen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de leerlijnen van CED (voor MG- 13

15 leerlingen van het SO/ SO-leerlingen van profiel 1 wordt ook gebruik gemaakt van de Plancius-leerlijnen). De leerroute geeft de verwachte uitstroomniveaus weer aan het einde van het SO (SO-leerlingen) of de verwachte uitstroomniveaus aan het einde van het VSO (VSOleerlingen). 4. Ondersteuningsbehoefte De ene leerling heeft meer ondersteuning nodig dan de andere om de onderwijsdoelen te behalen. In de ondersteuningsbehoefte staat welke begeleiding de leerling op school nodig heeft en welke voorwaarden in de klas nodig zijn om optimaal tot ontwikkeling te kunnen komen en de uitstroombestemming te kunnen halen. Overzicht van de verschillende profielen Alle leerlingen binnen de school zijn uniek en zijn daardoor niet zondermeer in te delen in hokjes. Onderstaand schema geeft een globale beschrijving van wat leerlingen binnen een bepaald profiel kenmerkt in hun cognitief en sociaalemotioneel functioneren. Deze beschrijving is bedoeld om een plaatje bij ieder profiel te kunnen voorstellen en leerlingen hierin te herkennen. De beschrijvingen zijn dus uitdrukkelijk niet bedoeld als statische gegevens of een checklist waaraan alle leerlingen die binnen dit betreffende profiel worden ingedeeld volledig moeten voldoen. Daarbij moet er, zeker als het gaat om VSO-leerlingen, altijd rekening gehouden worden met een toenemende hoeveelheid aan levenservaring, waardoor ontwikkelingsleeftijden een steeds relativerende maat worden voor het beschrijven van het functioneren. Ook kunnen leerlingen, op verschillende deelgebieden, verder/ minder ver zijn in hun cognitieve of sociaal-emotionele ontwikkeling. Er zal dan binnen de school een afweging gemaakt moeten worden welk profiel desondanks het best passend is. Het gaat erom te kijken naar het profiel waarin het meeste recht wordt gedaan aan de leer- en ontwikkelingsbehoeften van een leerling, zodat hij/zij zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. 14

16 Profiel 1 (vergelijk MG) Profiel 2 (vergelijk ADL) Profiel 3 (vergelijk Leer) Verstandelijke Ernstig Matig Licht beperking IQ-bereik Bereik ontwikkelingsleeftijd Kenmerken van het denken Zelfredzaamheid Sociaal-emotionele ontwikkeling 2-4 jaar 4-7 jaar 7-12 jaar MG-leerlingen/ leerlingen van profiel 1 kunnen zich een innerlijke voorstelling maken van een gebeurtenis of object. Als gevolg hiervan zijn zij in staat om te doen alsof. Beperkte praktische redzaamheid, MGleerlingen/ leerlingen van profiel 1 hebben aansturing van een ander nodig. Herhaling bieden en deze leerlingen helpen herinneren aan (deel)stappen is eveneens nodig. Bij MG-leerlingen/ leerlingen van profiel 1 is er sprake van zelfbesef, het bewustzijn dat ze los van de rest van de wereld bestaan. Ze hebben een theory of mind, dat ADL-leerlingen/ leerlingen van profiel 2 kunnen symbolisch denken. Dit helpt hen om zich ervaringen te herinneren, problemen meer effectief op te lossen en te communiceren met anderen over hun ervaringen. ADL-leerlingen/ leerlingen van profiel 2 hebben aansturing en controle nodig bij de eigen dagelijkse verzorging. De stappen benoemen van (deel)vaardigheden is nodig. ADL-leerlingen/ leerlingen van profiel 2 sluiten vriendschappen op basis van karaktereigenschappen, vertrouwen en gemeenschappelijke interesses. De aard van het spel Leer-leerlingen/ leerlingen van profiel 3 kunnen tegelijkertijd op meerdere kanten van een probleem letten, kunnen een zelfde voorwerp op verschillende manieren zien en deze gegevens combineren op een logische manier. Daarnaast leren ze dat sommige handelingen weer te niet gedaan kunnen worden door andere handelingen (bijv. optellen en aftrekken). Leer-leerlingen/ leerlingen van profiel 3 zijn zelfredzaam wat betreft de eigen dagelijkse verzorging. Soms hebben ze nog een herinnering van de volwassene nodig. Leer-leerlingen/ leerlingen van profiel 3 maken sociale vergelijkingen en ontwikkelen een zelfbeeld op basis van psychische in plaats van alleen fysieke 15

17 Ervaringsordening Uitstroombestemming SO Uitstroombestemming VSO wil zeggen dat ze zich op een eenvoudige manier in een ander kunnen verplaatsen. De MG-leerling/ leerling van profiel 1 heeft een gevoel voor vaste patronen. De taal is concreet en gebonden aan actuele situaties. Hij doet anderen na en in het spel worden materialen gericht gebruikt. VSO (EMB, leerlingen met een ernstige meervoudige beperking) Belevingsgerichte dagbesteding wordt complexer, interactiever en coöperatiever en is steeds meer gebaseerd op sociale vaardigheden. De ADL-leerling/ leerling van profiel 2 kan vooruit denken op wat komen gaat en terugkijken naar wat geweest is. De leerling heeft inzicht in oorzaak en gevolg. In het contact is sprake van wederkerigheid. VSO Activiteitengerichte dagbesteding/ Arbeidsmatige dagbesteding eigenschappen. Bij vriendschappen is vaak sprake van een statushiërarchie. De leer-leerling/ leerling van profiel 3 kan zelf oplossingen bedenken en ideeën aandragen. De eigen creativiteit en fantasie zijn zichtbaar in het spel en in de tekeningen. De leerling kan zich verbaal goed uiten en zijn gevoelens verwoorden. Hij kan luisteren naar het verhaal van anderen en daarop reageren. Hij begrijpt eenvoudige sociale omgangsregels en kan vriendschappen sluiten. De leerling heeft tijdsoverzicht en kan complexe situaties overzien. VSO PrO Arbeidsmatige dagbesteding/ Arbeid (begeleid werken of vrij bedrijf) 16

18 F. Nascholing Teambreed waren er dit jaar scholingsmomenten op het gebied van Gedrag is een vak, gedrag is een signaal (CED) Omgaan met agressie (verbaal en fysiek) Teach like a champion (leerkrachtvolgsysteem) Sociale veiligheid Muziek (zie ook bijlage 9, Muziekonderwijs op de Parkschool). Kenniskringen Kindante Nederlands Ondersteund met Gebaren (opfrisuurtje) CED Individueel o.a. Master EN, BHV, Autisme, IB, ICT, LOGOS, Keuken, Techniek, Certificering Groen, Brainblocks, Veiligheid, Module Begeleiden van spelen en vrijetijdsbesteding (GJKD4) en Scholing werkplekbegeleider van studenten Master Educational Needs van Fontys OSO. Komend schooljaar staat o.a. op het programma: Specifieke autisme scholing, Bedrijfshulpverlening, Master EN, Kenniskring Kindante, CED, vervolg Gedrag is een vak, gedrag is een signaal. Deze activiteiten worden opgenomen in het nascholingsplan. Dit nascholingsplan wordt aan de Medezeggenschapsraad ter instemming voorgelegd. Samenwerking SO/VSO-SBO Stichting Kindante heeft in totaal vijf SO/VSO- SBO-scholen: de Blinker in Geleen, de Horst in Echt, het Mozaïek in Sittard, Parkschool in Limbricht en Xaverius in Sittard. Het zijn scholen die zich voortdurend ontwikkelen om goed te kunnen afstemmen op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften, die binnen de reguliere basisschool (nog) niet beantwoord kunnen worden. Naast het verzorgen van goed onderwijs op de eigen school vervullen ze ook een ondersteunende functie naar de reguliere basisscholen. Om in de toekomst kwalitatief goed onderwijs en deze ondersteuning aan de kinderen die dat nodig hebben te kunnen blijven bieden en verder door te ontwikkelen, gaan de vijf scholen hun krachten bundelen. In het schooljaar hebben de leidinggevenden van deze scholen onderzocht op welke wijze zij de reeds bestaande samenwerking verder kunnen intensiveren. Het doel is om, door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten, een organisatie te ontwikkelen die goed toegerust is om in de toekomst in te kunnen spelen op veranderende hulpvragen van kinderen, ouders en scholen. Op basis van dit onderzoek is het besluit genomen om vanuit de vijf betrokken SBO- SO-scholen te komen tot één flexibele S(B)O-organisatie met één onderwijskundige visie per 1 augustus Om dit gestelde doel te bereiken zijn in het schooljaar de directeuren bezig geweest met de uitwerking van o.a. financiën, formatie en nascholing. Middels nieuwsbrieven zal over de stand van zaken regelmatig worden gecommuniceerd. 17

19 3. De organisatie van het onderwijs. 3.1 De groepsindeling. Bij de indeling van alle groepen in de school gelden globaal de volgende criteria: - leeftijd en/of onderwijsjaren. - cognitief niveau. - stoornis uit het autistisch spectrum. - specifieke gedragskenmerken (rekening houdende met combinatie van leerlingen). - het aantal leerlingen dat reeds in de klas geplaatst is. - Ook andere, niet nader genoemde overwegingen, kunnen bij de groepsindeling een rol van betekenis zijn. Bij de overgang van S.O. naar V.S.O. is vooral de leeftijd van de leerling het uitgangspunt. Het onderwijs en de daarbij behorende onderwijsinhouden moeten optimaal functioneel zijn. Dat houdt in eerste instantie in dat het onderwijs aansluit bij de mogelijkheden van de leerling. We richten ons te allen tijden op wat de leerling al kan. Van hieruit wordt vervolgens gewerkt aan hetgeen de leerling kan leren (zone van de naaste ontwikkeling). Daarnaast bereidt het de leerlingen voor op de toekomstige leefsituatie aangaande wonen, werken en vrijetijdsbesteding. 1. Voor jongere leerlingen: (S.O.) Voor hen is de pedagogische en didactische omgeving gericht op de realisering van voorwaarden. Dat wil zeggen dat binnen mogelijkheden wordt ingespeeld op (een zekere mate van) zelfstandigheid. Het onderwijsaanbod bestaat dan voor een groot deel uit kennis, vaardigheden en houding, die het mogelijk maken informatie te verwerven en te verwerken en om contact te maken, uitlopend in de instrumentele vaardigheden (leren, rekenen, etc) 2. Voor oudere leerlingen: (V.S.O.) De onderwijsactiviteiten krijgen een ander accent. Een wijze van benaderen, die past bij de ouder wordende leerling en bij de mogelijkheden van de leeren leefomgeving. De pedagogische en didactisch context is meer gebonden aan de directe voorbereiding op de naschoolse periode, waarin de leefverbanden wonen, werken en vrije tijd centraal staan De organisatie structuur van de school Aanvangsgroep: Het kind maakt kennis met de school en er wordt gekeken wat de mogelijkheden zijn voor ieder kind. Het stroomt door naar een MG-groep, (profiel 1), ADL-groep (profiel 2), leergroep (profiel 3) of auti- /structuurgroep (profiel 1, 2 of 3) (ontwikkelingsperspectief). Het onderwijs in de aanvangsgroep is gericht op sociaal emotionele ontwikkeling, de werkhouding, algemene leervoorwaarden en de zelfstandigheid. ADL-groepen (algemeen dagelijkse levensverrichtingen) (profiel 2-groepen) /MG-leerlingen (meervoudig gehandicapt) (profiel 1-groepen): 18

20 Het doel van het onderwijs is in eerste instantie: het stimuleren van de sociaal emotionele ontwikkeling en het bevorderen van de zelfredzaamheid. De mate van de te ontvangen zorg dient overeen te komen met de eigen mogelijkheden van het kind. D.w.z. dat zorg geboden wordt waar nodig en waar het kan. De cognitieve vaardigheden worden op peil gehouden en waar mogelijk praktisch toegepast. Het onderwijsaanbod van de MG-leerlingen/ leerlingen van profiel 1 is gericht op de uitstroom naar een dagactiviteitencentrum belevingsgericht. Het onderwijsaanbod van de ADLleerlingen/ leerlingen van profiel 2 is gericht op de uitstroom naar een dagactiviteitencentrum arbeidsmatig of belevingsgericht. Zie ook profiel 1 en 2 van het ontwikkelingsperspectief LOGOS (paragraaf 2.6). Leergroepen (profiel 3-groepen): Binnen deze groepen liggen de accenten van ons onderwijs op de sociaal emotionele ontwikkeling, het voorwaardelijk leren en de cognitieve vakken. Naast natuurlijk ook ADL-aspecten, t.b.v. de zelfstandigheid van de kinderen. Daarnaast speelt de bevordering van de sociale redzaamheid een belangrijke rol binnen het gehele onderwijsprogramma. In het VSO komen ook de praktijkvakken uitgebreid aan bod. Het onderwijsaanbod van de leerleerlingen/ leerlingen van profiel 3 is gericht op de uitstroom naar het vrij bedrijf (loonwaarde: verhouding salaris- Wajong) of naar een dagactiviteitencentrum met arbeidsmatig werk. Zie ook profiel 3 van het ontwikkelingsperspectief LOGOS (paragraaf 2.6). Autigroepen (profiel 1, 2 of 3): Dit zijn groepen voor leerlingen met een gediagnostiseerde/ gesignaleerde stoornis die binnen het autistisch spectrum valt, waarbij het leren en sociaal functioneren ernstig bemoeilijkt wordt. De pedagogische en didactische benadering zal zoveel mogelijk worden afgestemd op de individuele behoeften van de kinderen met autisme. Er wordt hoofdzakelijk gewerkt volgens een auti-gerichte aanpak, waarbij duidelijkheid en voorspelbaarheid uitgangspunten zijn. Er is veel aandacht voor visualisatie en communicatie. Om een zo groot mogelijke zelfstandigheid/sociale zelfredzaamheid te bevorderen wordt er o.a. gewerkt volgens het Teacch principe. Problemen met de senso-motorische prikkelverwerking worden in kaart gebracht en er wordt waar mogelijk naar oplossingen gezocht. Naast homogene autigroepen zijn er structuurgroepen (profiel 1, 2 of 3), waarin naast leerlingen met ASS ook andere leerlingen zitten die qua onderwijsorganisatie eveneens baat hebben bij meer duidelijkheid en voorspelbaarheid. Indien mogelijk integreren autileerlingen binnen heterogene groepen, waarbij de voor hen specifieke aanpak voortgezet wordt. Het is van belang dat bij aangeleerde vaardigheden aandacht is voor transfer naar andere situaties. Differentiatie. Binnen het klassengebeuren wordt er rekening gehouden met het niveau van 19

21 elke leerling. Er wordt extra oefenstof aangeboden of aanvullende extra uitdagende opdrachten. Een en ander wordt uitgewerkt in groeps- en individueel plan. Uitgangspunt is adaptief onderwijs waarin elk kind op zijn/haar niveau het beste tot zijn recht komt. Groepsgrootte. De groepsdeler van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerenden is 12. Afhankelijk van de groepssamenstelling kan de gemiddelde groepsdeler iets hoger of lager zijn. Auti-groepen bestaan, gezien de speciale hulpvraag van de leerlingen, meestal uit 7 tot 9 leerlingen. Groepsbezetting en assistentie. Er wordt gestreefd naar een evenwichtige personeelsbezetting van de klassen. Waar knelpunten en/of grote hulpvragen zijn wordt zoveel mogelijk gestreefd om de problemen d.m.v. assistentie op te lossen. Enkele groepen hebben alle dagen vaste assistentie, andere groepen werken samen met een assistentenpool. Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften. Logopedie Wanneer een leerling bij de Parkschool wordt aangemeld, wordt door de logopedisten allereerst aan de hand van eerdere gegevens van ouders/vorige school bekeken of de leerling al logopedie heeft gehad en indien noodzakelijk wordt nader logopedisch onderzoek gedaan. Vervolgens wordt gekeken of uw kind ook op de Parkschool in aanmerking komt voor logopedie. Uw kind wordt vervolgens ingepland voor logopedieles éen, dan wel tweemaal per week in groepsverband of individueel. Daarnaast wordt in enkele groepen ook klassikaal logopedieles gegeven. Tijdens de les wordt aandacht besteed aan de gebieden stem, spraak, taal en gehoor en worden eet- en drinksituaties geobserveerd. In de logopedieles worden de doelstellingen getraind a.d.h.v. allerlei spelhandelings- en interactiesituaties, aangepast aan de doorlopende thema s in het jaar. Tenslotte is het nog belangrijk om te vermelden dat als algemene richtlijn een therapieduur van maximaal twee schooljaren wordt aangehouden. Ergotherapie De ergotherapeut screent kinderen aan de hand van klassenobservatie, of vragen vanuit de klas, cq leerlingbespreking. Aan de hand hiervan geeft zij praktische adviezen, individueel of in groepsverband. Ook verwijst zij kinderen naar praktijken voor ergotherapie (awbz). SVIB School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is één van de begeleidingsmethodieken die de school hanteert om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leraren te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leerlingenzorg, als bij vragen 20

22 rondom onderwijsvernieuwing. Personeelsleden van de school maken korte video-opnames in de klas en bespreken deze vervolgens met de leerkracht na. Net zo als dat bij andere begeleidingsfunctionarissen het geval is, wordt ook nu een beroepscode gehanteerd waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. De opnames worden alleen intern gebruikt en niet bewaard. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd. KDC Ook komend schooljaar wordt met de stichting Daelzicht weer bekeken hoe de samenwerking met KDC t Steyntje een vervolg krijgt. Collegiale consultatie alsook assistentie behoort hier tot de mogelijkheden. Doel is o.a. een zo n naadloos mogelijke overgang van KDC naar school. In het voorjaar 2018 is er op de Parkschool een schoolvoorbereidingsgroepje vanuit KDC t Steyntje gestart. Dit groepje bestaat uit een stel kinderen waarvan een aantal uitstroomt naar school. Door de samenwerking tussen Parkschool en Steyntje worden de kinderen optimaal voorbereid op de overstap naar onderwijs. Bovendien profiteert t Steyntje van onze onderwijskundige inbreng en wij van de zorginbreng (mogelijk ook voor andere leerlingen). Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding is een vorm van ondersteuning waardoor leerlingen die zonder deze hulp aangewezen zouden zijn op (voortgezet) speciaal onderwijs, in staat zijn een school voor regulier onderwijs te bezoeken. Ambulante begeleiding is een flexibele vorm van dienstverlening gericht op de mogelijkheden van het kind of de jongere en op de wensen van ouders en school. De begeleiding kan bestaan uit het bieden van hulp en het ondersteunen van leerlingen, leerkrachten, ouders, begeleiders en therapeuten. De ambulant begeleider onderhoudt ook contacten met andere betrokkenen en heeft naast een coachende ook een informerende en coördinerende taak. De ambulante begeleiding wordt verzorgd door Rosita Kapell en Xavier de Bruijn, een en ander in samenspraak met samenwerkingsverbanden en onderwijsloket Kindante Kwadrant. Arbeidsoriëntatie/Leerwerkplekken en Stage binnen de Parkschool (zie ook stagebeleidsplan, dit is jaarlijks in ontwikkeling). VSO-leerlingen hebben de mogelijkheid om stage te lopen. Het uitgangspunt zijn de competenties van de leerlingen, mogelijk aan de hand van de SIWIT (arbeidsinteressetest). Dit wordt ook met ouders besproken. Voor alle leerlingen is een ontwikkelingsperspectief met hieraan gekoppelde uitstroomprofielen leidend. De stages zijn hierbij ondersteunend en richtinggevend. De voortgang van de stage wordt regelmatig besproken met de ouders en de leerlingen. Binnen het VSO zijn diverse vak- en vormingsgebieden nauw verbonden met de voorbereiding op stage en werk: huishoudkunde, techniek, zorg voor tuin en dier, sociale vaardigheidstraining, leren leren en arbeidstraining. 21

23 Alle leerlingen worden ingedeeld op hun eigen niveau. We kennen een indeling drie leerroutes/ profielen: leerroute 1 (vergelijk MG), leerroute 2 (vergelijk ADL) en leerroute 3 (vergelijk leer). De leerlingen uit leerroute 1 komen in een beschutte omgeving terecht, waar een intensieve ondersteuning kan worden geboden. Leerlingen uit leerroute 2 stromen uit naar een semi beschutte omgeving waar aansturing en controle nodig is. De leerlingen uit leerroute 3 komen terecht in een veilige reguliere of semi beschutte omgeving waar nabije ondersteuning nodig is (zie ook paragraaf 2.6). Voor de leerlingen wordt een portfolio aangelegd waarin alle gegevens in het traject naar uitstroom worden verzameld. Momenteel is de stagebegeleiding in handen van drie stagecoördinatoren. In totaal zijn zij 5 dagen per week bezig met het onderdeel stage. Er wordt frequent overleg gepleegd met zorgaanbieders en vertegenwoordigers van de diverse leerwerk- en stageplekken (bijvoorbeeld Pergamijn, Daelzicht, leerwerkplek de Lemborgh). De leerwerkplekken en stageplekken zijn gerelateerd aan de mogelijkheden en wensen die onze leerlingen hebben en hangen samen met de fase waarin de leerling zich bevindt. In elke fase zijn er overlegmomenten met ouders, leerling en externen om de stand van zaken te bespreken en om te bepalen of de beoogde doelen gerealiseerd worden. Daarnaast zijn er de afstemmingsgesprekken met IB, (vak)leerkrachten en directie, waaronder structureel stage- en leerwerkplekoverleg. Aanspreekpunt hiervoor zijn binnen het VSO Leonie Beelen, Peggy Ubachs en Rosita Kapell of Mery Ruber. Binnen de opbouw naar stage worden diverse fasen doorlopen: Fase I Op de leeftijd van 13 jaar starten de jongeren met arbeidstraining. Dit wordt gegeven middels de methode Zedemo. Bij arbeidstraining worden ook de vaardigheden aangaande leren leren getraind die nodig zijn om arbeidsmatig werk te verrichten, denk hierbij aan taakaanpak, werkhouding en sociale competentie. Verder staan de praktijkvakken huishoudkunde, tuin en techniek voor alle VSO-leerlingen op het programma o.l.v. vakleerkrachten. Fase II Rond de leeftijd van jaar wordt er, in overleg met ouders, gestart met interne stages. Dit zijn stages die invulling krijgen binnen de school. De leerlingen verrichten taken binnen een voor hen bekende omgeving en worden hierbij begeleid door voor hen bekende personen (assistenten). Interne stages hebben de omvang van één tot enkele uren per week. Met interne stages bedoelen we (o.a.) de was vouwen en strijken, vuile was ophalen/ schone was rondbrengen, vuilnis ophalen en opruimen, koffie rondbrengen, oud papier ophalen. In een periode van drie maanden leren de leerlingen onder begeleiding deze taken zo zelfstandig mogelijk uit te voeren. Hierbij wordt aandacht besteed aan werktempo, werkhouding, bij de opdracht blijven, eigen initiatief en 22

24 groeten bij binnenkomst. Daarnaast werken de leerlingen a.d.h.v. taakkaarten aan individuele leerdoelen m.b.t. leren leren op het gebied van samenwerken en overleggen; procedures en instructies opvolgen; materialen, middelen en gereedschappen; plannen en organiseren; kwaliteit leveren en omgaan met druk en tegenslag. Na drie maanden wordt er geëvalueerd en gerouleerd. De evaluaties van deze stages worden bewaard in het leerlingportfolio. Fase III Rond 15 jaar wordt, in overleg met ouders, de SIWIT-arbeidsinteresse test afgenomen bij leerlingen van leerroute 2 en leerroute 3. Ervaring van de afgelopen jaren laat namelijk zien dat een SIWIT-afname geen meerwaarde heeft voor leerlingen van leerroute 1. Als gevolg van hun verstandelijke mogelijkheden (IQ 20-34) geeft de SIWIT voor deze leerlingen geen betrouwbaar beeld. Uitgaande van de SIWIT wordt het uitstroomprofiel indien mogelijk verder gespecificeerd. Leerlingen die de mogelijkheden hebben om hun werknemersvaardigheden te ontwikkelen gaan (waar mogelijk) binnen de belangstellingsvelden van de SIWIT een half jaar tot een jaar ervaring opdoen op een passende leerwerkplek. Op de leerwerkplek maken leerlingen kennis met een andere omgeving dan de bekende schoolomgeving. Op deze manier kunnen zij zich een beeld vormen van het begrip werken. De leerlingen leren taken uitvoeren in een reguliere werkomgeving en maken kennis met werknemers die beroepsmatig bezig zijn met het uitvoeren van hun werkzaamheden in een bedrijf. In de regel gaan de leerlingen een dag(deel) per week naar de leerwerkplek. Ook op de leerwerkplek wordt middels de taakkaarten gewerkt aan individuele doelen m.b.t. leren leren. Deze doelen liggen in de lijn van de onderwerpen zoals ook beschreven bij fase II (samenwerken en overleggen; procedures en instructies opvolgen; materialen, middelen en gereedschappen; plannen en organiseren; kwaliteit leveren en omgaan met druk en tegenslag), maar zullen nu op een hoger niveau worden gesteld. De belangstellingsvelden van de SIWIT zijn grotendeels terug te voeren binnen de volgende vakgebieden: Groen Techniek Horeca Schoonmaak Naast de SIWIT vinden er met de leerlingen gesprekken plaats m.b.t. hun interesses in bovenstaande vakgebieden. Binnen deze vakgebieden hebben wij als Parkschool vakleerkrachten, die doelgericht werken aan die competenties die nodig zijn om binnen het vakgebied te kunnen functioneren. 23

25 Zowel in de klas als tijdens de lessen van de vakleerkrachten wordt er aandacht besteed aan de competenties, die nodig zijn met betrekking tot de gekozen richting (denk hierbij aan algemene competenties m.b.t. leren leren en sociaal-emotionele ontwikkeling en aan specifieke competenties m.b.t. de praktijkvakken Huishoudkunde/ Tuin/ Techniek). Fase IV Vanaf een jaar of 16 kunnen leerlingen, in overleg met ouders, officiële certificaten en/of diploma s behalen en/of de cursus Brug naar Werk volgen. In deze cursus werken de leerlingen aan de leergebiedoverstijgende competenties die nodig zijn om op een werkplek en in de maatschappij te kunnen functioneren. De selectie van de leerlingen die een certificeringstraject gaan volgen, wordt gemaakt op basis van de interessegebieden en mogelijkheden van de individuele leerling (is maatwerk). Momenteel worden onze leerlingen binnen de volgende onderdelen gecertificeerd: Brug naar Werk (op A en B niveau) Werken in groot keuken (Pro Keukentechnieken deel 1, 2, 3) Werken in de bediening (Pro Restauranttechnieken) Schoonmaak in de groot huishouding (Pro Schoonmaak) Groen (Pro Tuin) Houtbewerking (Pro Tech) Fietstechniek (Pro Fietstechniek) Schilderen (Pro Paint) Fase V Rond de leeftijd van 17 jaar wordt voor de tweede keer de SIWITarbeidsinteressetest afgenomen bij die leerlingen bij wie ook op 15-jarige leeftijd SIWIT is afgenomen. Nu gaat de leerling zich oriënteren op externe stage. De externe stage betreft veelal enkele dagdelen per week, die worden uitgebreid naarmate de leerling ouder wordt. De duur van de stage bedraagt gemiddeld ten hoogste 50% van het aantal onderwijsuren. Het merendeel van onze leerlingen wordt, in overleg met ouders, middels stage voorbereid op een passende plek binnen dagactiviteitencentra. Bij de externe stage komen onder andere de volgende aspecten aan bod: kennismaken op de stage, op tijd aanwezig zijn, aanpassen aan de werksituaties, aanvaarden van leiding, het juist uitvoeren van een opdracht en het ontwikkelen van algemene werknemerscompetenties. Leerlingen van leerroute 1 zullen een belevingsgerichte vorm van dagbesteding bezoeken, leerlingen van leerroute 2 een vorm van activiteitengerichte of arbeidsmatige dagbesteding en leerlingen van leerroute 3 een arbeidsmatige vorm van dagbesteding of, indien mogelijk, een arbeidsmarktgerichte werkplaats. Op deze manier kunnen leerlingen (en ouders) langzaam wennen aan de overstap van school naar een passende uitstroomplek. Ook op de externe stageplaatsen wordt gebruik gemaakt van de taakkaarten. De doelen liggen ook nu weer in de lijn van de onderwerpen zoals ook beschreven bij fase II en III (samenwerken en overleggen; procedures en instructies opvolgen; materialen, middelen en gereedschappen; 24

26 plannen en organiseren; kwaliteit leveren en omgaan met druk en tegenslag), maar zullen, afhankelijk van de mogelijkheden van de leerling, op een hoger niveau gesteld worden en/of uit meerdere onderdelen bestaan. Rond de leeftijd van 17,5 jaar zullen alle leerlingen van de Parkschool met hun ouders/ verzorgers worden uitgenodigd voor een werkgesprek met de jongerenconsulent van de gemeente (dit geldt voor de leerlingen die woonachtig zijn in de gemeenten Sittard-Geleen, Schinnen, Stein en Beek. Voor de leerlingen uit andere gemeenten legt de school samen met ouders contacten met de desbetreffende gemeente). Middels de gesprekken met de consulent van de gemeente kan deze consulent zich een beeld vormen van de betreffende leerling. Voor alle leerlingen van de Parkschool wordt de Wajonguitkering aangevraagd. De criteria voor toekenning van de Wajong zijn echter behoorlijk aangescherpt. Zodoende zal een deel van de leerlingen niet in aanmerking komen voor Wajong. Deze leerlingen vallen dan binnen de Participatiewet. De gemeentes zorgen voor een extra studietoelage voor leerlingen tussen 18 en 20 jaar. Daarnaast worden de leerlingen financieel ondersteund door de Wet Tegemoetkoming in Onderwijs- en studiekosten en kan bovendien Zorgtoeslag worden aangevraagd. Als school zullen wij de ouders ondersteunen bij de aanvragen. Fase VI Op de leeftijd van 18 jaar (met uitloop tot uiterlijk twintig jaar) worden onze leerlingen conform het participatieplan binnen de dagbesteding van een van onze partners geplaatst. Leerlingen van leerroute 3 worden indien mogelijk geplaatst in de beschermde werkomgeving (m.b.v. een jobcoach van een van onze partners) en zeer incidenteel in het reguliere bedrijfsleven. Dit alles vindt plaats in overleg met ouders. De groep leerlingen tussen de 18 en 20 jaar krijgt niet automatisch een verlenging van hun toelaatbaarheidsverklaring. De samenwerkingsverbanden richten zich vooral op uitstroom op 18-jarige leeftijd. Een en ander heeft te maken met de financiën. Met andere woorden: een toelaatbaarheidsverklaring tot 20 jaar is niet meer vanzelfsprekend. Dit betekent voor de school dat we goede keuzes moeten maken en dat we ons onderwijsaanbod op de veranderde situatie afstemmen. Het stagebeleidsplan is hier op aangepast. Het College van Bestuur van onze Stichting Kindante, alsook wij als school zijn van mening dat een aantal leerlingen het traject tot 20 jaar zou moeten kunnen doorlopen. Dit om zo nog beter voorbereid te zijn op hun toekomstige plek in de maatschappij. Dit kan middels extra cursussen, trainingen, stages en/of andere activiteiten op school. Onze leerlingen hebben namelijk een langer tijdstraject nodig dan reguliere leerlingen en indien nodig moeten zij deze kans dan ook krijgen. Voor deze leerlingen zullen wij dan ook altijd een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen (natuurlijk in overleg met u als ouders/ verzorgers). Een gegronde onderbouwing met argumenten is daarbij van belang (aanvragen wil nog niet zeggen dat de toelaatbaarheidsverklaring dan verkregen wordt). 25

27 Voor meer informatie omtrent de toelaatbaarheidsverklaringen wordt verwezen naar hoofdstuk 4. Fase VII De Parkschool wordt op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van haar oud-leerlingen tot de leeftijd van 23 jaar. Via RMC, Jongerenloket en UWV krijgt de school een melding bij stagnatie van de cliënt bij de dagbesteding of op de werkplek. De Parkschool neemt contact op met de betreffende partner en informeert naar de stappen die de betreffende partner onderneemt richting participatie vanuit het vangnet. De Parkschool koppelt het een en ander dan weer terug naar het jongerenloket van het UWV. Ook volgt de Parkschool zelf actief de ontwikkeling van haar oud-leerlingen door hun status op te vragen bij ketenpartners (collega-scholen en uitstroomplekken). Het ESF (Europees Sociaal Fonds) Het ESF is het belangrijkste Europese instrument om werkgelegenheid te ondersteunen, mensen aan beter werk te helpen en te zorgen voor eerlijkere arbeidskansen voor alle EU-burgers. Het werkt door te investeren in Europa's menselijke kapitaal - haar werknemers, haar jongeren en iedereen op zoek naar een baan. De jaarlijkse ESF-financiering van 10 miljard euro verbetert de kansen van miljoenen Europeanen, met name van hen die moeilijk werk vinden. De Europese Commissie en de EU-landen bepalen samen de prioriteiten van het ESF en hoe het zijn middelen besteedt. Eén prioriteit is het stimuleren van het aanpassingsvermogen van werknemers dankzij nieuwe vaardigheden, en van bedrijven dankzij nieuwe werkwijzen. Andere projecten richten zich op een betere toegang tot werk, door jongeren te helpen bij de overgang van school naar werk of door werkzoekenden bij te scholen om zo hun arbeidskansen te verbeteren. Beroepsopleidingen en mogelijkheden tot een leven lang leren om mensen nieuwe vaardigheden te bieden, zijn een groot deel van veel ESFprojecten. Er bestaat enorme verscheidenheid in aard, omvang en doelen van ESFprojecten en ze zijn gericht op een brede waaier van doelgroepen. Er zijn projecten die zich richten op onderwijsstelsels, onderwijzers en schoolkinderen, op jonge en oudere werkzoekenden en op potentiële ondernemers met verschillende achtergronden. Bij het ESF ligt het accent op de mensen. De Parkschool neemt sinds 1 november 2015 deel aan het ESF-traject. Het tweede traject is gestart per en het derde per De projecten op de Parkschool die subsidiering vanuit het ESF kunnen ontvangen zijn Brug naar Werk, Stage, Techniek, Huishoudkunde en Groen en vanaf januari 2018 ook Zedemo. Mocht uw zoon/ dochter voor (een van) deze projecten worden aangemeld bij het ESF, dan wordt u middels een brief expliciet geïnformeerd over deze bijdrage van de Europese Unie. Er wordt zorgvuldig met de gegevens van de leerlingen omgegaan. 26

28 3.2 De samenstelling van het team Interim-directeur Mevr. Nancy Verreijen Adjunct-directeur Mevr. Mery Ruber Groep SO 1 Mevr. Britt Jacobs Mevr. Vicky Geus Mevr. Lucienne Maessen Mevr. Joyce Roberts Groep SO 2 Mevr. Anja Verbruggen Mevr. Ankie Konings Mevr. Britta Uiterwaal Mevr. Marie-Louise Munsters Mevr. Gabriela Luján Mevr. Charlotte v.d. Laar Groep SO 3 Mevr. Lilian Gooren Mevr. Eugenie Schrijen Mevr. Jose van Moerkerk Mevr. Nelly v.d. Werf Mevr. Elvi Lambriex Groep SO 4 Mevr. Inge Schrooders Mevr. Ans Zee Mevr. Marlene Verschuren Mevr. Yvonne Hobus Groep SO 5 Mevr. Joyce van den Bosch Mevr. Cecile Delahaye Mevr. Dynah Middendorp Mevr. Nelly v.d. Werf Mevr. Inie Baggen Groep SO 6 Mevr. Anne Oostdam Mevr. Cecile Delahaye Mevr. Dynah Middendorp Mevr. Nelly v.d. Werf Mevr. Inie Baggen leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht (vervanging) (vervanging) leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht 27

29 Groep SO 7 Mevr. Jacqueline Kusters Mevr. Resie Swerts Mevr. Cecile Delahaye Mevr. Dynah Middendorp Mevr. Nelly v.d. Werf Mevr. Inie Baggen Groep VSO 1 Mevr. Vicky Claassen Mevr. Marjo Collaris Mevr. Riet Römers Mevr. Annemie Benjamins Groep VSO 2 Dhr. Roel Graus Mevr. Nicole Salden Mevr. Judith Nelis Mevr. Yvonne Hobus Mevr. Ilona Bok Dhr. Maarten Paulssen Groep VSO 3 Dhr. Xavier de Bruijn Mevr. Marie-Louise Munsters Mevr. Yvonne Heuvelsland Mevr. Anke Köhlen Mevr. Charlotte v.d. Laar Groep VSO 4 Mevr. Monda Tummers Mevr. Ankie Konings Mevr. Marie-Louise Munsters Mevr. Yvonne Heuvelsland Mevr. Anke Köhlen Mevr. Charlotte v.d. Laar Groep VSO 5 Dhr. Ivo Hermans Dhr. Niels Alberts Mevr. Jeanny Pfennings Mevr. Yvonne Hobus Mevr. Geeske de Loo Mevr. Judith Nelis Groep VSO 6 Mevr. Femke Moors Dhr. Ivo Hermans Mevr. Geeske de Loo Mevr. Anke Köhlen leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht onderwijsassistent (vervanging) leerkracht (vervanging) leerkracht leerkracht (vervanging) leerkracht leerkracht leerkracht leerkracht 28

30 Groep VSO 7 Mevr. Leonie Beelen Mevr. Marie-Louise Munsters Mevr. Yvonne Heuvelsland Mevr. Anke Köhlen Mevr. Charlotte v.d. Laar Groep VSO 8 Mevr. Fleur Spaans Mevr. Nicole Salden Mevr. Judith Nelis Mevr. Yvonne Hobus Mevr. Ilona Bok Dhr. Maarten Paulssen Groep VSO 9 Mevr. Corrie Jacobs Mevr. Nicole Salden Mevr. Judith Nelis Mevr. Yvonne Hobus Mevr. Ilona Bok Dhr. Maarten Paulssen Groep VSO 10 Mevr. Peggy Ubachs Mevr. Karuni Kurulingam Mevr. Joyce Roberts Mevr. Anke Köhlen leerkracht (vervanging) leerkracht onderwijsassistent (vervanging) leerkracht onderwijsassistent (vervanging) leerkracht leerkracht Vakleerkracht huishoudkunde VSO Mevr. Trudie Russel maandag t/m donderdag Assistentie huishoudkunde Mevr. Nicole Salden Mevr. Cecile Delahaye Dhr. Maarten Paulssen (vervanging) Vakleerkracht algemene techniek VSO Dhr. Maurice v.d. Vorst maandag t/m vrijdag Vakleerkracht tuin VSO Dhr. Huub Habets Vakleerkracht gymnastiek Dhr. Dennis Feitsma maandag t/m vrijdag dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag Psychologen en orthopedagogen Mevr. Marjo Mertens psychologe maandag en dinsdag Mevr. Anita van Wijlick psych. assistente donderdagochtend Mevr. Megan Janssen orthopedagoge donderdag en vrijdag 29

31 Mevr. Loes Wulms orthopedagoge maandag en donderdag Logopedisten Mevr. Evelyne Peerboom Mevr. Ilona Kreuwels Mevr. Lotte Gijsen Administratie Mevr. Ans Hoorens Mevr. Gerda Moling Conciërge / Arbocoördinator Dhr. Peter Penners Ergotherapeut Mevr. Karin Gielen NB. Speciale taken: Stagebegeleiders Mevr. Rosita Kapell Mevr. Peggy Ubachs Mevr. Leonie Beelen dinsdag maandag en dinsdag woensdag en donderdag maandag t/m vrijdag maandag, dinsdag en donderdag maandag t/m vrijdag woensdag- of vrijdagochtend maandag, dinsdag dinsdag dinsdag Arbeidstraining, Zedemo: Mevr. Chantalle Brankaert Ambulant begeleider Mevr. Rosita Kapell Onder voorbehoud: Dhr. Xavier de Bruijn donderdag donderdag Interne begeleider + unitcoördinator Dhr. Niels Alberts maandag, dinsdag, vrijdag ADL en MG groepen (profiel 2 en 1) Mevr. Els Wackers Leergroepen (profiel 3) maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag ICT en functionaris m.b.t. trajectbegeleiding SWV Mevr. Ans Zee maandag, dinsdag, en vrijdag Autisme: Mevr. Anja Verbruggen woensdagochtend Samenwerking KDC Coördinator mevr. Sandra Veugelers Onderwijs-, IB- en directieondersteuner Mevr. Anne Doggen maandag t/m vrijdag 30

32 Brug naar Werk Mevr. Peggy Ubachs en Mevr. Leonie Beelen Managementteam Mevr. Nancy Verreijen Mevr. Mery Ruber Mevr. Els Wackers Dhr. Niels Alberts Mevr. Sandra Veugelers Externe medewerkers: Jeugdgezondheidszorg GGD Geleen Maatschappelijk werk Mevr. Annie Mestrom MEE Heerlen 3.3 Vervanging. Bij afwezigheid van personeelsleden zal gestreefd worden naar vervanging. De school beschikt over een aantal vaste invalskrachten voor diverse functies. In het uiterste geval is het mogelijk dat leerlingen tijdelijk verdeeld worden over andere groepen. Gezien de ontwikkelingen van de WWZ (Wet Werk en Zekerheid) heeft Stichting Kindante extra vervangers aangenomen, om een en ander te voorkomen. 3.4 (Speciale) voorzieningen in het schoolgebouw. SO 8 leslokalen VSO 10 leslokalen Gymzaal Speelleerlokaal/muzieklokaal Aula, incl. ICT leerplekken 3 praktijklokalen Personeelskamer Kantoren t.b.v. logopedie, psychologie, management, ICT, AB, Stage, ergotherapie, directie en overige spreekkamers Administratie Conciërgeruimte/magazijn Speelplaatsen Buitenberging Aanrijroute, te gebruiken als speelruimte Tuinkas Snoezelruimte Belevingstuin Inpandige groep KDC t Steyntje Praktijkruimte Ons Huis. Burgemeester van Boxtelstraat 18, Limbricht 31

33 Gebruik externe ruimtes / gebouwen: * Zwembad De Nieuwe Hateboer, Sittard * Bibliotheek Sittard Ook voor de Parkschool gelden qua gebruik school en andere zaken de ARBOregels. 3.5 Onderwijstijd. De wet schrijft voor dat de schooltijd voor leerlingen vanaf 7 jaar minimaal 1000 uur bedraagt. Voor leerlingen tussen 4½ en 7 bedraagt de tijd minimaal 880 uur per schooljaar. Een schooldag mag maximaal 5½ uur bedragen. De Parkschool biedt de mogelijkheid voor alle leerlingen om 1000 uur onderwijs te ontvangen. Elke groep hanteert een lesrooster en klassenklapper waarop staat welke vak- vormingsgebieden op welk moment aan bod komen. De lestijden staan vermeld in hoofdstuk 5. 32

34 4. De zorg voor de leerlingen. NB. zie ook de notitie Zorgtoewijzing en TLV SWV PO WM, alsook het schoolontwikkelingsprofiel (SOP SO en POS VSO, zie overzichten in bijlagen, voor gehele tekst, zie website) 4.1 De plaatsing van nieuwe leerlingen op school (afkomstig uit de Westelijke Mijnstreek). (Voor de afdeling SO. Voor afdeling VSO zie 4.2) Aanmelding. Alle basisscholen, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in de Westelijke Mijnstreek werken samen om alle leerlingen van 4-12 jaar kwalitatief goed onderwijs te geven. Het samenwerkingsverband (swv) streeft ernaar zoveel mogelijk kinderen in de eigen regio te bedienen, het liefst in de eigen basisschool en als dat niet lukt in het speciaal (basis)onderwijs (S(B)O). Alle partijen in het samenwerkingsverband moeten hun verantwoordelijkheid nemen in het bieden van basisondersteuning en extra ondersteuning in de basisscholen. Als blijkt dat een S(B)O-plaatsing nodig is, moet het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) afgeven, met daaraan gekoppeld financiële consequenties voor alle participanten. De leerlingen die onze school bezoeken hebben een verschillende voorgeschiedenis. De aspirant leerlingen kunnen afkomstig zijn uit: - een thuissituatie zonder een dagopvang buiten het gezin - kinderdagverblijf (Medisch Kleuter Dagverblijf en Kinder Dag Centrum). - scholen voor speciaal onderwijs - scholen voor basisonderwijs of speciale scholen voor basisonderwijs - instellingen voor intramurale zorg (internaten). Meestal maken de ouders een afspraak met de adjunct directeur ( Mery Ruber) van de school. Er volgt een kennismakings- en informatiegesprek dat in de meeste gevallen gepaard gaat met een korte rondleiding door de school. De toelating wordt bepaald door het samenwerkingsverband Om tot een toelaatbaarheidsverklaring te komen dient een aantal processtappen te zijn doorlopen. Trajectbegeleiding (TB), het multidisciplinair overleg (MDO) en deskundigenadvies (DA) spelen een cruciale rol. Uiteindelijk geeft de directeur van het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring af. Deskundigenadvies (DA) Het is wettelijk verplicht dat deskundigen het samenwerkingsverband adviseren over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het S(B)O. Deze deskundigen zijn in ieder geval een orthopedagoog of psycholoog en afhankelijk van de ondersteuningsvraag van de leerling tenminste een tweede deskundige, te weten een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts. 33

35 Multidisciplinair overleg (MDO) Aan een MDO nemen naast de leerkracht, IB-er of voorzitter CVB gedelegeerd uit CVB en ouders ook een of meer (externe) deskundigen deel, zoals een ABer, schoolpsycholoog/ orthopedagoog, schoolarts, schoolmaatschappelijk werker of hulpverlener uit de jeugdhulp. Het Groeidocument MDO ondersteunt hierbij en fungeert tevens als verslag van de bespreking. Dit document bevat recente informatie over problematische en positieve aspecten van kind, onderwijs en opvoeding, de doelen die vanuit het overleg worden nagestreefd, de onderwijs-, opvoed- en ondersteuningsbehoeften en de afspraken die gemaakt zijn tijdens het MDO. MDO en Trajectbegeleiding (TB) Het MDO vindt plaats in aanwezigheid van de trajectbegeleider. De trajectbegeleider ondersteunt en bewaakt het werkproces van bepalen van (tijdelijke) toelaatbaarheid. Hij/ zij informeert, communiceert, adviseert, confronteert en medieert binnen de uitgezette kaders en rapporteert per kwartaal aan het schoolbestuur over de vervulling van de zorgplicht en aan de directeur van het samenwerkingsverband over de relevante aspecten m.b.t. het ondersteuningsplan. MDO- oordeel m.b.t. toelaatbaarheid De afweging in het MDO wordt gemaakt op basis van: De helder in kaart gebrachte/ te brengen ondersteuningsbehoefte in combinatie met De schoolondersteuningsprofielen (SOP-en) in combinatie met De procesvoorwaarden in de opschalingsprocedure vanaf zorgniveau 1 t/m 5 in combinatie met De navolgende specifieke richtlijnen. Indien het kind toelaatbaar wordt geacht ontvangen de ouders en de school een toelaatbaarheidsverklaring ondertekend door de directeur van het samenwerkingsverband. Bij toelating zorgt de commissie van begeleiding voor overdracht van de conclusies van het gezamenlijk rapport naar de leerkracht waar de leerling geplaatst wordt en naar de ouders. Indien ouders behoefte hebben aan een nadere uitleg van de onderzoeksresultaten dan kunnen zij dit kenbaar maken. Men kan dan een afspraak maken met betrokkenen. De commissie van onderzoek en begeleiding bestaat uit: Psycholoog Pedagoog-didacticus Schoolmaatschappelijk werker Psycholoog orthopedagoog Schoolarts Directeur of adjunct directeur Intern Begeleider 34

36 Wervingsgebied van de school: De leerling dient afkomstig te zijn uit het samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek. Daarnaast bezoeken enkele leerlingen uit andere samenwerkingsverbanden onze school. Voor deze leerlingen geldt een afwijkende plaatsingsprocedure. De verschillende samenwerkingsverbanden houden er andere procedures en werkwijzen op na. Een toelaatbaarheidsverklaring verschaft overal toegang tot speciaal onderwijs. Herindicatie: Alle leerlingen die op onze school staan ingeschreven hebben een toelaatbaarheidsverklaring (tlv). Met een toelaatbaarheidsverklaring geeft het samenwerkingsverband aan dat een leerling niet binnen het regulier onderwijs, maar bij het speciaal onderwijs cluster 3 en 4 of het speciaal basisonderwijs (sbo) ingeschreven moet worden of blijven. Bij de overgang naar het VSO worden deze leerlingen opnieuw bekeken. De Parkschool behoort tot het samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek, waarin regulier en speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) samenwerken. In het ondersteuningsplan legt het samenwerkingsverband vast hoe het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste 1x per 4 jaar opgesteld en kan tussentijds worden aangepast Zie ook bijlage 6 Passend primair onderwijs in Zuid Limburg. Instroombespreking: Binnen 4 weken na plaatsing vindt een instroombespreking plaats, waarin het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld. 4.2 De overgang van leerlingen naar het voortgezet speciaal onderwijs of plaatsing van nieuwe leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs (afkomstig uit de Westelijke Mijnstreek). De Parkschool past in het dekkend aanbod voor het SWV Passend Onderwijs VO Westelijke Mijnstreek. De Parkschool maakt deel uit van het SWV Passend Onderwijs VO Westelijke Mijnstreek. Binnen dit verband verzorgt de Parkschool onderwijs voor VSO-leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte en ondersteunt reguliere VO-scholen middels ambulante begeleiding. Nieuwe leerlingen Vanaf 1 augustus 2014 is het SWV verantwoordelijk voor het verstrekken van de toelaatbaarheidsverklaring die toegang geeft tot deze vorm van speciaal onderwijs. Voor ouders, leerling en verwijzende school verloopt de toelaatbaarheidsroute via het onderwijsloket van het Onderwijs Dienstencentrum Westelijke Mijnstreek ( Medewerkers ondersteunen, indien gewenst, betrokkenen bij het completeren van het dossier, waarin de vraag centraal staat: wat heeft deze leerling nodig om zijn talenten ten volle te kunnen ontplooien? Vervolgens bieden de ouders het dossier aan bij de Plaatsingscommissie Passend Onderwijs (PCPO) van het SWV. Deze onafhankelijke commissie zal dan een afgewogen besluit nemen. Indien ouders het niet eens zijn met het besluit van de commissie kunnen ze zich wenden tot de Klachtencommissie Passend Onderwijs Zuid-Limburg. 35

37 De verschillende samenwerkingsverbanden houden er andere procedures en werkwijzen op na. De toelaatbaarheidsverklaring verschaft overal toegang tot speciaal onderwijs. 4.3 Rapportage. We hanteren een LVS (leerlingvolgsysteem), met daarin opgenomen de leergebiedspecifieke vakken en de leergebied overstijgende vakken. Dit betreft de herziene leerlijnen van CED: Leergebied specifieke vakken (LOGOS): - Schriftelijke taal - Mondelinge taal - Rekenen - Oriëntatie op ruimte - Oriëntatie op tijd - Oriëntatie op natuur en techniek (SO) - Wonen en vrije tijd - Bewegen - Beeldende vorming - Muziek en bewegen - Dramatische vorming - Seksuele vorming - Culturele oriëntatie (VSO) - Engels (VSO) (alleen voor leerlingen van profiel 3) - Mens en maatschappij (VSO) - Huishoudkunde (VSO) - Tuin (VSO) - Techniek (VSO) Leergebiedoverstijgende vakken (LOGOS): - Leren leren - Sociale en emotionele ontwikkeling - Omgaan met media - Zintuiglijke en motorische ontwikkeling (SO) - Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit (SO) - Spelontwikkeling (SO) - Voorbereiding op dagbesteding en arbeid (VSO) Voor MG-leerlingen van het SO/ SO-leerlingen van profiel 1 (en leerlingen van de aanvangsgroep) wordt gebruik gemaakt van de leerlijnen van Plancius: - Communicatie - Sensomotorische ontwikkeling - Sociale en emotionele ontwikkeling - Zelfredzaamheid - Spelontwikkeling De verschillende vakken zijn op hun beurt weer onderverdeeld in items (bijv. mondelinge taal is onderverdeeld in communicatieve voorwaarden; zinsbouw; woordvorming; non-verbale communicatie; denkrelaties; enz.). 36

38 De leerlijnen zijn opgesplitst in leerlijnen voor het SO en leerlijnen voor het VSO. De leerlijnen voor het SO bestaan uit negen niveaus. Alleen de beste leerlingen zullen niveau 9 behalen. Na niveau 9 staat aangegeven of er aansluiting is op de VSOleerlijnen en zo ja, welke aansluiting dit dan precies is. De leerlijnen voor het VSO bevatten kerndoelen voor de uitstroomrichtingen dagbesteding, arbeid en vervolgonderwijs (dit laatste is niet van toepassing op onze leerlingen). De leerlijnen van het VSO sluiten aan op de leerlijnen van het SO vanwege het feit dat leerlingen op het zml in het VSO op ieder niveau kunnen instromen, bijvoorbeeld zml SO mondelinge taal niveau 4 is zml VSO mondelinge taal niveau 4. De leerlijnen voor het VSO zijn zowel geschikt voor de uitstroom dagbesteding als voor de uitstroom arbeid. De doorlopende leerlijnen die zijn ontwikkeld voor de uitstroom dagbesteding en arbeid bestaan uit 16 niveaus. Leerlingen die uitstromen naar dagbesteding zullen vooral ingeschaald worden op de leerlijnen in de niveaus 1 t/m 12. Mochten leerlingen op een vakgebied meer aankunnen dan niveau 12, dan kunnen ze eenvoudig doorgaan op de doorlopende leerlijn VSO Arbeid (zie ook paragraaf 2.6). Ieder schooljaar worden alle leerlingen twee keer besproken tijdens de individuele leerlingbespreking. Hierbij zijn aanwezig: de groepsleerkracht, de psychologe en de intern begeleider. De vakleerkrachten, logopedisten en ergotherapeut leveren voor deze bespreking gegevens aan. Blijkt n.a.v. deze bespreking dat er vervolgstappen nodig zijn, dan kan het zijn dat wij als school contact opnemen met de ouders/ verzorgers en/of interne en externe organisaties. In november en juni ontvangen ouders/ verzorgers het ontwikkelingsperspectief. Dit wordt in LOGOS vastgesteld. Specifiek hieraan is dat leerlingen worden ingedeeld in profielen. Aan ieder profiel is een leerroute gekoppeld welke leidt naar een uitstroombestemming (zie ook paragraaf 2.6). Voor de vakgebieden die het meest belangrijk worden geacht voor de ontwikkeling van de leerling zal in het ontwikkelingsperspectief de hoogst haalbare leerroute worden gekozen (1. MG, 2. ADL of 3. Leer). Voor zowel de SO-leerlingen als de VSO-leerlingen betreft dit de vakgebieden mondelinge taal, schriftelijke taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, leren leren en praktische redzaamheid (wonen en vrije tijd). Op het VSO vallen ook de praktijkvakken Huishoudkunde, Tuin en Techniek onder praktische redzaamheid. Leren leren heeft in het ontwikkelingsperspectief van de VSO-leerlingen zowel te maken met de vaardigheden m.b.t. leren leren als met de vaardigheden m.b.t. Voorbereiding op dagbesteding en arbeid (zie bijlage 3 (dikgedrukte vakgebieden)). Uiteraard zal in de dagelijkse onderwijspraktijk gewerkt worden aan alle vakgebieden die bij de leerroute horen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de leerlijnen van CED. Het ontwikkelingsperspectief speelt een belangrijke rol in het bepalen, volgen en bijstellen van de uitstroomperspectief van de leerling. De gegevens uit dit perspectief 37

39 vormen een inschatting waar een leerling uiteindelijk naartoe zal gaan (arbeid, dagbesteding arbeidsgericht of dagbesteding beleving). Naar aanleiding van het ontwikkelingsperspectief vindt er op school een gesprek plaats (nov. en juni) tussen ouders/verzorgers en groepsleerkracht(en). Het ontwikkelingsperspectief wordt, indien nodig bijgesteld, en door de ouders ondertekend. Het wordt op school bewaard in het dossier van de leerling, dat ten alle tijden mag worden ingezien. 4.4 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften. Leerlingen met een aandoening uit het spectrum van autistische stoornissen hebben specifieke behoeften. Verduidelijking is een sleutelwoord bij het onderwijs aan deze leerlingen. De specifieke auti-groepen binnen onze school bieden naar deze groep leerlingen toe een speciaal afgestemd onderwijsaanbod. In samenspraak met ouders kunnen zij vanuit P.G.B. extra trainingen laten verrichten. Op school wordt dit gecoördineerd door de directie. Vanuit observaties en signalerende volglijsten kunnen bij leerlingen problemen worden vastgesteld. De leerkracht kan hierbij de directie en/of psychologe inschakelen. In veel gevallen zal door middel van gerichte observatie, aanvullende instrumenten en gesprekken geprobeerd worden zicht te krijgen op de oorzaak, aard en uitingsvorm van het probleem. Met behulp van een handelingsplan kan gewerkt worden aan de handelingsgerichte adviezen. De problemen zijn in de praktijk veelal gedragsmatig van aard. Bij een aantal leerlingen is sprake van meervoudige handicaps. Deze uiten zich op alle ontwikkelingsgebieden. In eerste instantie zijn die leerlingen in kleinere groepen met extra bezetting geplaatst. Op deze manier kan er zo optimaal mogelijk aan de behoeften en mogelijkheden van het kind worden voldaan. Bij de aanname van jonge leerlingen met ASS wordt door de ouders/verzorgers de SMI-vragenlijst (sensomotorische integratie lijst) ingevuld. Na beoordeling en eventuele observatie in de groep geeft de ergotherapeute advies inzake de aanpak bij een verstoorde prikkelverwerking. Op verzoek van de leerkracht gebeurt dit ook voor MG-leerlingen/ leerlingen van profiel 1 en leerlingen waarbij de leerkracht problemen signaleert m.b.t. de prikkelverwerking. 4.5 Schoolverlating. In samenspraak met ouders/verzorgers zoekt de school naar een geschikte vervolgplaats. Vaak zal hier een deskundige van MEE bij betrokken zijn, of andere deskundigen (jongerenloket, UWV e.a.). Deze vervolgplaats is vaak een logische voortzetting van de weg die tijdens stage-periodes met de leerling is ingeslagen. Elk jaar is er een uitstroom van een aantal VSO-leerlingen. De uitstroom was dit schooljaar vooral gericht op: Dagactiviteitencentrum: 16 (16) Vrije bedrijf: 4 (4) Tussen haakjes zijn de aantallen van vermeld. 38

40 4.6 Nadere regels voor toelating (zie 4.1 en 4.2) en verwijdering Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen. Onze school behoort tot Stichting Kindante en is een katholieke school waarbij de katholieke geloofsovertuiging ten grondslag ligt aan het aangeboden onderwijs. Bij de toelating van leerlingen zal in principe geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Onze school voert een open toelatingsbeleid ten aanzien van de richting. M.a.w. zowel katholieke kinderen als kinderen met een andere godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond worden toegelaten. Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Ingaande deze datum heeft elke school/ elk bestuur een zorgplicht. Indien de school bij aanmelding niet de noodzakelijke ondersteuning kan geven op basis van de hulpvragen van het kind is de school/ het bestuur verplicht de ouder te begeleiden naar een andere passende plek. Bij aanmelding hebben de ouders wel de plicht om alle relevante en juiste informatie te verstrekken of dienen ouders toestemming te geven dat de school informatie kan opvragen aan derden. Daarnaast kan de school ten behoeve van het vaststellen van de onderwijsbehoeften van het kind de ouders verzoeken eerst aanvullend onderzoek te laten verrichten. Bij de invoering van Passend Onderwijs dienen alle kinderen een passende plek te krijgen binnen de totale zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in de regio. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan en thuis komt te zitten. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders (zie elders in deze schoolgids, paragraaf 5.7). De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter. Verwijdering Een verwijdering is een besluit van het bevoegd gezag om de leerling, wegens een bepaalde gedraging, niet meer toe te laten tot de lessen en tot de school. Het bevoegd gezag zal een andere school/ instelling moeten vinden die bereid is de leerling toe te laten. Tot die tijd is de school verantwoordelijk voor het bieden van onderwijs. Het bevoegd gezag kan overgaan tot verwijdering als: de school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen, bijvoorbeeld bij: - niet hanteerbaar chaotisch gedrag; - niet hanteerbaar agressief gedrag; 39

41 - niet hanteerbaar destructief gedrag; - bij lichamelijke handicaps die meer dan gewone hulp vereisen wordt dit per kind bekeken. Bovenstaande criteria kunnen tevens contra-indicaties bij toelating zijn. er sprake is van ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders. De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en directeur van de school. Verwijdering van leerlingen op het (voortgezet) speciaal onderwijs (artikel 40 lid 18 WEC): Voordat wordt besloten tot verwijdering hoort het bevoegd gezag de betrokken leraar of leraren. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet 1969 van toepassing is, vindt niet plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft zorggedragen dat een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, een instelling, een school voor voortgezet onderwijs dan wel een instelling als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Leerplichtwet 1969 bereid is de leerling toe te laten. Indien het betreft een leerling van een instelling behorend tot cluster 1 of 2 kan, in afwijking van de vorige volzin, tot definitieve verwijdering worden overgegaan indien aantoonbaar gedurende 8 weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen. Indien het betreft een leerling van een school als bedoeld in artikel 71c, eerste lid, wordt in afwijking van de tweede volzin, tot definitieve verwijdering overgegaan indien de leerling niet langer is opgenomen in de inrichting of accommodatie, bedoeld in genoemde bepaling. 20. Indien tegen een besluit van het bevoegd gezag van een openbare school ingevolge het eerste, tweede, vijfde, zevende, achtste, negende, tiende, twaalfde, zeventiende, achttiende of negentiende lid, bezwaar is gemaakt, besluit het bevoegd gezag in afwijking van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht binnen 4 weken gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken. 21. Het bevoegd gezag van een openbare school besluit niet op het bezwaarschrift, dan na overleg met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen, tenzij het bezwaarschrift is gericht tegen een besluit ingevolge het tweede of negentiende lid. Indien de school besluit tot verwijdering van een leerling, dient ze dit besluit van te voren met redenen omkleed schriftelijk aan de ouders te sturen. Ouders krijgen op grond van artikel 4:8 Awb de gelegenheid om hun zienswijze kenbaar te maken. Voor een bijzondere school gelden de volgende regels (artikel 61 WEC): 1. Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van artikel 36, derde lid, een student de toegang weigert, deelt het bevoegd gezag deze beslissing, schriftelijk en met redenen omkleed, mede door toezending of uitreiking aan de student, onverminderd het bepaalde in dat artikellid. 2. Indien het bevoegd gezag van een bijzondere school hetzij weigert een leerling toe te laten, hetzij een leerling verwijdert, op grond van artikel 40, eerste lid en zesde lid, deelt het deze beslissing, schriftelijk en met redenen omkleed, mede door toezending of uitreiking aan de ouders. Daarbij wordt 40

42 tevens de inhoud van het bepaalde in het derde lid, eerste volzin, vermeld. Voordat het bevoegd gezag van een bijzondere school op grond van artikel 40, eerste lid en zesde lid, beslist tot verwijdering van een leerling, hoort het de ouders van de leerling, onverminderd het zesde lid van dat artikel. 3. Binnen 6 weken na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, kunnen de ouders bij het bevoegd gezag schriftelijk hun bezwaren kenbaar maken tegen de beslissing. Het bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van de bezwaren. Alvorens te beslissen hoort het bevoegd gezag de ouders. 4. Het bevoegd gezag beslist niet eerder op de bezwaren dan: a. Na overleg met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen, b. Nadat de ouders kennis hebben kunnen nemen van de op de beslissing betrekking hebbende adviezen of rapporten, en c. De ouders opnieuw zijn gehoord. Schorsing van leerlingen Een schorsing is een besluit van het bevoegd gezag om de leerling, wegens een aparte gedraging, tijdelijk niet toe te laten tot de lessen of de school. De leerling wordt in een aparte ruimte gezet en gaat daar werken aan zijn schoolwerk of krijgt schoolwerk mee naar huis. Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: 1. Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd (maximaal 5 dagen); 2. De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht; 3. Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen; De directeur is gemandateerd namens het bevoegd gezag deze brief te ondertekenen nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het domein onderwijs; 4. De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt; 5. Voordat de leerling terugkeert naar school vindt altijd een gesprek plaats met de ouders en zo mogelijk de leerling. Na afloop van dit gesprek worden gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd; 6. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Zo nodig wordt ook de jeugdzorg geïnformeerd. Schorsing van leerlingen op het (voortgezet) speciaal onderwijs (artikel 40a WEC): 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders dan wel, indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, aan de leerling bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Indien de school besluit tot schorsing van een leerling, dient ze dit besluit van te voren met redenen omkleed schriftelijk aan de ouders te sturen. Ouders krijgen op grond van artikel 4:8 Awb de gelegenheid om hun zienswijze kenbaar te maken. 41

43 4.7 Naschoolse activiteiten voor leerlingen. De Parkschool biedt geen voorzieningen in het kader van naschoolse opvang. Sociaal Pedagogische Zorg Sittard, de Stichting Pergamijn, Stichting Daelzicht en anderen organiseren woensdagmiddagopvang voor leerlingen van de Parkschool. 4.8 Speciale activiteiten voor leerlingen. Sportdagen Per afdeling op verschillende dagen. Voetbaltoernooien Uitstapjes/excursies/tentoonstellingen Deze worden per groep en per onderwerp gepland Bibliotheekbezoek. Bibliotheekbezoek is mogelijk in kleinere groepjes. Het gebeurt regelmatig en op projectbasis. Winkelen In het kader van huishoudkunde gaan (V).S.O. leerlingen regelmatig met de (vak)leerkracht winkelen in naburige winkelcentra. Stages Zie paragraaf (Arbeidsoriëntatie/ Leerwerkplekken en stage binnen de Parkschool) Sinterklaasviering 5 december 2018 Kerstviering 19 december 2018 Carnavalsviering 1 maart 2019 Paasviering 17 april 2019 Schoolreisje De leerlingen kunnen deelnemen aan het schoolreisje. Aan het schoolreisje zijn kosten verbonden. Leerlingen die niet deelnemen aan het schoolreisje worden op school opgevangen. Dit schooljaar vindt het schoolreisje plaats op 4 juni 2019 (onder voorbehoud) Kerkelijke gebeurtenissen. o.a. Communieviering 10 mei Winterfair 12 december Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg. Wat doet de jeugdgezondheidzorg? De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg bewaakt en beschermt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle jeugdigen van 4 tot 18 jaar. Dit doen wij door uw kind regelmatig uit nodigen voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Tevens nemen wij binnen de school deel aan overleggen waar het functioneren van de kinderen regelmatig besproken wordt. Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een gezondheidsonderzoek als het instroomt in school. Tevens krijgt uw kind een gezondheidsonderzoek rond de leeftijd van 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we onder andere naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen proberen wij eventuele problemen tijdig te signaleren en erger te voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen met u wat daar voor nodig is. We werken hierin ook nauw samen met andere hulpverleners. De gezondheidsonderzoeken vinden plaats in het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), op school of op een dependance van GGD Zuid Limburg. 42

44 Uw informatie is erg belangrijk Om te weten of er zaken zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om voorafgaande aan het gezondheidsonderzoek een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle gegevens van u en uw kind. Inentingen DTP/BMR vaccinatie: In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). HPV vaccinatie: Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Meningococcen ACWY vaccinatie: Jongeren die in 2018 tussen 1 mei en 31 december 14 jaar worden krijgen een vaccinatie tegen meningokokken, typen A,C,W en Y aangeboden. In 2019 krijgen tieners die dan 14 jaar worden een uitnodiging voor een Men. ACWY vaccinatie. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over opgroeien en opvoeden of zijn er zorgen over uw kind, neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Eslie Bos, jeugdverpleegkundige Miriam Schrage, doktersassistente Saskia Vader, jeugdarts, Team JGZ Westelijke Mijnstreek Tel iedere werkdag van uur. Infojgz.westelijkemijnstreek@ggdzl.nl 4.10 MEE helpt graag MEE Heeft u misschien vragen over uw kind? En wilt u die vragen bespreken? U kunt natuurlijk altijd aankloppen bij de leerkrachten van de school. Eveneens kunt u ook terecht bij Mw. A. Mestrom, consulent/maatschappelijk werker bij MEE. Zij is al meer dan 25 jaar als maatschappelijk werker/consulent werkzaam voor de Parkschool. Voor veel ouders is ze een bekend gezicht: Zij is degene die bij een aanmelding van een nieuwe leerling indien nodig een huisbezoek brengt, indien mogelijk voorafgaande aan de schooltoelating. De bedoeling van haar bezoek is om de mogelijkheden en beperkingen van het kind en tevens de gezinssituatie goed in beeld te brengen. De school kan dan zo optimaal mogelijk rekening houden met de nieuwe leerling en de wensen van de ouders. Onderwijs en begeleiding kan zo goed mogelijk worden afgestemd op wat het kind nodig heeft. Zoals gezegd werkt ze vanuit MEE voor de Parkschool. Om MEE in zijn algemeenheid nog meer bij ouders bekend te laten zijn, is het zinvol een korte toelichting te geven op de werkzaamheden van MEE. MEE is een organisatie die zich inzet voor mensen met een beperking, zowel voor kinderen als volwassenen. Beperkingen kunnen van velerlei aard zijn: lichamelijk, verstandelijk, visueel, auditief e.d. 43

45 De centrale locatie van MEE Zuid-Limburg is gevestigd in Heerlen. Mee Zuid Limburg werkt voor de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal in Oostelijk Zuid-Limburg. In de Westelijke Mijnstreek Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein en in de regio Maastricht- Heuvelland in de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg. Informatie en advies MEE biedt informatie en advies, zolang het te maken heeft met een beperking. Het kan gaan om vragen over wonen of werken maar ook over school, vrije tijd, vakantie of financiële regelingen. Bijvoorbeeld: Hoe vind ik een vrijetijdsclub voor mijn gehandicapte kind?, Welk speelgoed is geschikt voor mijn kind zodat het kind beter leert spelen of zich goed leert bezighouden in zijn/haar vrije tijd en zodoende zelfstandiger wordt?, Waar kan ik begeleiding krijgen in de gezinssituatie?, Zijn er financiële regelingen voor de extra kosten die ik maak vanwege de handicap van mijn kind?, etc. Iedereen met een beperking ongeacht de leeftijd, kan bij MEE terecht (van de wieg tot het graf). Hulpvraagverduidelijking Het kan natuurlijk verder gaan dan een simpele vraag. Cliënten of ouders willen dan een aantal wezenlijke vragen en keuzes op een rij zetten. Bijvoorbeeld: Wat wil ik voor mijn kind?, Wat zou voor de toekomst al geregeld kunnen worden?, bv. als zoon of dochter de school verlaat. Wat zou een goed vervolg kunnen zijn qua werk en/of wonen? Wat heb ik daarvoor nodig en wie heb ik daarvoor nodig?, Wie kan me zoal helpen en waar heb ik een stuk professionele hulp nodig?. In vaktaal wordt dit hulpvraagverduidelijking genoemd. Ook hierbij kan een consulent van MEE helpen. Ondersteuning MEE biedt ook ondersteuning. In de praktijk kan dat een heleboel betekenen. U kunt hulp vragen bij het invullen van formulieren, bijv. een aanvraag voor een indicatie voor gezinsondersteuning, voor Praktische Pedagogische Gezinsbegeleiding, Gespecialiseerde Thuiszorg e.d. MEE kan ook helpen bij het onderhandelen met school, zorgaanbieder of gemeente, bij het aantekenen van bezwaar of beroep e.d. Bij MEE staat het belang van de cliënt centraal. MEE kan volkomen onafhankelijk functioneren. Cursussen Voor groepen organiseert MEE cursussen. Deze cursussen kunnen bestemd zijn voor kinderen met een verstandelijke beperking, bijvoorbeeld een training sociale vaardigheden of weerbaarheid. Er zijn ook oudercursussen, bv. voor ouders met een autistisch kind. Het aanbod kan van seizoen tot seizoen verschillen, afhankelijk van de vraag. Door het stellen van uw vragen, kunnen er nieuwe producten ontwikkeld worden. Maatschappelijk belang Collectief neemt MEE tenslotte een aantal maatschappelijke taken voor z n rekening. Het verstrekken van voorlichting, bijvoorbeeld over handicaps, ziekten en syndromen, is er daar een van. 44

46 Daarnaast onderhoudt MEE contacten met instanties in de zorg en met overheden. Doel hiervan is om deelname van mensen met een beperking aan onze maatschappij te bevorderen. Last but not least signaleert MEE hiaten in de zorg en legt deze neer bij betrokkenen of onderneemt zelf actie. Gratis en zonder indicatie MEE wordt gefinancierd vanuit de AWBZ-gelden (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Dit houdt in dat cliënten en ouders gratis bij MEE terecht kunnen, ongeacht inkomen. Dit geldt ook voor PGB-budgethouders. U heeft bovendien voor dienstverlening van MEE geen indicatie of verwijsbrief nodig. Meer informatie? Mw. Mestrom helpt u graag verder. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het MEE-kantoor in Heerlen. Er is iedere werkdag spreekuur van 9.00 tot uur. Het informatiecentrum is geopend van maandag tot en met donderdag van uur of anders op afspraak. Meer informatie is ook te krijgen via de website U kunt zich via deze website aanmelden voor de maandelijkse Nieuwsbrief van MEE Zuid-Limburg. Ook dit is gratis. MEE Zuid-Limburg Frankenlaan BT HEERLEN tel: Verwijsindex. Met ingang van 1 augustus 2010 zijn de Nederlandse gemeenten wettelijk verplicht om (zich) aan te sluiten bij de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR). De VIR brengt risicosignalen van professionals, zowel binnen gemeenten als over gemeentegrenzen heen, bij elkaar en informeert meldende professionals onderling over hun betrokkenheid bij jeugdigen in de leeftijd van 0-23 jaar. Met behulp van de VIR blijft de jongere in beeld, kunnen professionals signalen afgeven en hun activiteiten op elkaar afstemmen. De VIR wordt gevoed door regionale Verwijsindexen. Alle basisscholen, en ook de Parkschool, in de Westelijke Mijnstreek zijn aangesloten. De Verwijsindex is een online hulpmiddel voor hulpverleners om snel met elkaar in contact te komen. Hulpverleners geven in de verwijsindex een signaal af wanneer zij vaststellen dat het opgroeien van het kind met enige zorg verloopt. Dit gebeurt aan de hand van landelijk bepaalde criteria. Het gaat enkel over het bericht DAT er zorgen zijn, in de verwijsindex staat niet WAT de zorg is. Als blijkt dat er minimaal nog een signaal over hetzelfde kind is afgegeven, dan ontstaat er een match tussen de meldende organisaties. Deze organisaties nemen contact met elkaar op ten behoeve van de gesignaleerde jeugdige. Doel van de Verwijsindex is door tijdig de hobbels in ontwikkeling naar volwassenheid te signaleren, eerder de betrokkenen in beeld te hebben en sneller eenduidigheid in handelen na te streven. Een sluitende aanpak, en niet langs elkaar heen werken, begint bij het van elkaar weten en vervolgens vooral samenwerken. De Verwijsindex is daarmee niets meer dan een ondersteunend instrument voor 45

47 professionals om bij zorgen gemakkelijk met elkaar in contact te komen en onderling afspraken te maken betreffende de hulpverlening. Als de school een melding doet, wordt dat altijd met de ouders besproken. In de Westelijke Mijnstreek is afgesproken dat zo nodig de kinderen die in de Commissie van Begeleiding worden besproken zullen worden gemeld. De intern begeleider is voor onze school meldingsbevoegd. Er zullen pas gegevens worden uitgewisseld als de ouder daarmee instemt, dan wel wanneer er een situatie van dreiging ontstaat. Kinderen vanaf 12 jaar worden indien mogelijk ook om instemming gevraagd. Andere instanties die aan de Verwijsindex meedoen zijn o.a. de GGD, Orbis-JGZ, Huisartsen, Maatschappelijk Werk, het voortgezet onderwijs, de peuterspeelzalen, Bureau Jeugdzorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op de website vindt u meer informatie. 46

48 5. Schoolafspraken 5.1 Schooltijden (zie ook bijlage 2, jaarrooster) SO (ochtend) VSO (ochtend) Maandag uur uur of uur* Dinsdag uur uur of uur* Woensdag uur uur Donderdag uur uur of uur* Vrijdag uur uur of uur* SO (middag) VSO (middag) Maandag uur of uur* uur Dinsdag uur of uur* uur Woensdag Donderdag uur of uur* uur Vrijdag uur of uur* uur * Leerlingen van het VSO hebben gesplitste pauzemomenten. Eén gedeelte van de VSO-klassen heeft pauze van uur uur. De andere VSO-klassen hebben pauze van uur. 5.2 Vakanties en vrije dagen. Herfst t/m Kerst t/m Carnaval t/m Meivakantie t/m Zomer t/m Vrije dagen: Paasmaandag (in de meivakantie) Hemelvaart , Pinkstermaandag Studiedagen: Studiemiddagen 27 september, 20 november, 21 maart, 14 mei Voor het personeel zijn er tijdens de vakanties diverse werkdagen ingepland, zie tabel in de bijlage Leerplicht/ Verlof. Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. 47

49 In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/verzorgers en legt aan iedere ouder/verzorger twee verplichtingen op: 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven; deze begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. 2. De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. De leerplichtwet richt zich ook tot de jongeren. Jongeren vanaf 12 jaar zijn ook zelf verplicht zorg te dragen voor een correct schoolbezoek. Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen volledige leerplicht meer heeft na het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar. Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt in het reguliere onderwijs de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind kan ook gedeeltelijk werken/stage lopen en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn/haar 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Voor onze VSO leerlingen is er in de regel een ander traject (zie hoofdstuk 3 paragraaf De organisatiestructuur van de school, onderdeel Arbeidsoriëntatie/Leerwerkplekken en Stage binnen de Parkschool). Omdat VSO eindonderwijs is kunnen de leerlingen tot hun 20 e jaar de Parkschool bezoeken, mits het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring afgeeft. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting of het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof. Verlof wegens gewichtige omstandigheden: In geval van gewichtige omstandigheden kan verlof worden verleend. Ouders moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de directeur van de school. Onder gewichtige omstandigheden worden omstandigheden verstaan waarop leerling en ouders geen invloed hebben, zoals bijvoorbeeld: Het voldoen aan een wettelijke verplichting; Begrafenis; Huwelijk; Een 25-,40- en 50-jarig ambtsjubileum van ouders. 48

50 Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden tot en met 10 dagen is ter beoordeling van de directeur. Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan 10 schooldagen is ter beoordeling van de leerplichtambtenaar. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt. Indien geen verlof wordt verleend door de directeur of de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen. Vakantieverlof: Buiten de schoolvakantie mag geen (extra) vakantieverlof verleend worden, tenzij de specifieke aard van het beroep ouders ertoe dwingt buiten alle schoolvakanties op vakantie te gaan. Deze specifieke aard van het beroep moet kunnen worden aangetoond. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: Het verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar en mag niet langer duren dan 10 schooldagen; Het verlof kan slecht één keer per schooljaar worden verleend; De aanvraag moet ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend. Ook hierbij geldt dat indien geen verlof wordt verleend door de locatiedirecteur u een bezwaarschrift kunt indienen. De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ouders/verzorgers en leerlingen is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/verzorgers en jongeren vanaf 12 jaar, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door de scholen is opgedragen aan de Inspectie voor het Onderwijs, die hierin vaak samenwerkt met leerplichtambtenaren. Melding afwezigheid: Ouders hebben de plicht om afwezigheid van hun kind te melden bij de school. Indien ouders hierbij in gebreke blijven wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim. Voor verlofmomenten dient een aanvraagformulier ingevuld te worden. Deze formulieren zijn te verkrijgen via de administratie van de Parkschool. 49

51 5.4 Schoolverzuim. Op de Parkschool wordt afwezigheid van leerlingen geregistreerd. Elke dag wordt in de groepen geïnventariseerd welke leerlingen afwezig zijn. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt contact opgenomen met de ouders / verzorgers van de betreffende leerling. Als een leerling niet naar school komt door bijvoorbeeld ziekte verzoeken wij u ons vóór 9.00 uur hiervan in kennis te stellen. Telefoonnummer: Denk ook aan het inlichten van het vervoersbedrijf. Een strikte administratie rondom schoolverzuim is de basis voor verdere maatregelen die het ongeoorloofd schoolverzuim terugdringen. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt bij de leerplichtambtenaar gemeld. 5.5 Verzekering. De Collectieve Verzekeringen voor de leerlingen van Stichting Kindante, leren leren leren leven. =========================================================== ====================== Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten. De Aansprakelijkheidsverzekering: Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijv. niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren t.b.v. Kindante. De Collectieve Ongevallenverzekering: Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen zoals deze vallen onder Stichting Kindante zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallen polis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 50

52 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval ,- 2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval ,- 3) Geneeskundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering totaal 2.500,- Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering, als er een beschadiging is ontstaan aan tenminste twee tanden of kiezen. De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren). Bij de collectieve verzekeringen geldt dat het gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze verzekeringsmakelaar, Meeús Assurantiën BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen. Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24 uurs dekking gedurende 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. *) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit resp. verantwoordelijkheid van de directie van Kindante op reis resp. met excursie gaan. Naast deze Collectieve Ongevallen en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd. Tussenschoolse opvang Scholen die tussenschoolse opvang onder eigen beheer hebben georganiseerd: In die gevallen dat het overblijven wordt verzorgd (toezicht en begeleiding) 51

53 door de school, berust de verantwoordelijkheid alsdan ook bij de school. De genoemde Kindanteverzekeringen Aansprakelijkheid en collectieve ongevallenverzekering zijn dan van toepassing. Op de Parkschool blijven alle leerlingen tussen de middag op school. De school verzorgt de begeleiding (zie ook paragraaf 5.9). De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens en hier kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten kan daarvoor bellen met de schoolverzekeraar. Dat is Meeús Assurantiën te Den Haag. Het telefoonnummer is U kunt dan vragen naar de relatiebeheerder Robert Jan Donker of de accountmanager Saskia Knegtmans. 5.6 Bereikbaarheid ouders. In verband met onvoorziene omstandigheden verzoeken wij u ervoor zorg te dragen dat wijzigingen van adres en/of telefoonnummer tijdig worden gemeld aan school. Wij zien het als de plicht van de ouders ervoor te zorgen dat ze bereikbaar zijn of zorgen dat er iemand namens de ouders bereikbaar is. Geeft u daarom ook altijd een adres en/of telefoonnummer van iemand door tot wie we ons kunnen wenden tijdens de schooluren indien u thuis niet te bereiken bent. Wijzigingen graag zo vlug mogelijk, liefst schriftelijk, melden. Daar informatie steeds meer via de digitale weg gaat, zijn ook recente mailadressen van belang. 5.7 Vrijwillige bijdrage. De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die aan ouders/verzorgers wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra uitgaven die het schoolbestuur niet vergoed krijgt door de overheid. Tevens zijn het overblijfgeld en de algemene kosten opgenomen in de ouderbijdrage. De vrijwillige bijdrage per leerling is 36,00 per schooljaar ( 3,00 per maand). Het geld wordt besteed aan thee en soep (1x per week) en aan traktaties bij vieringen en feesten. De bijdrage is vrijwillig. Voor de leerlingen van het speciaal onderwijs wordt een schoolreis georganiseerd. De bijdrage voor deelname hieraan is 11,35 (onder voorbehoud). Ook voor de leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs wordt een schoolreis georganiseerd. De bijdrage voor deelname hieraan is 20,-- (onder voorbehoud). Leerlingen die niet deelnemen aan het schoolreisje worden op school verwacht. Afgelopen schooljaar sponsorde de Stichting Vrienden van de Parkschool de busreis van de VSO-schoolreis. In verband met de ouderbijdrage wordt een schriftelijke overeenkomst gesloten met ouders / verzorgers van de leerlingen. Deze overeenkomst wordt aan het begin van het schooljaar aan de verantwoordelijke personen verstrekt met de vraag de overeenkomst te tekenen en naar de schooladministratie te retourneren. Een model van de overeenkomst ontvangt u via uw zoon/ dochter. 52

54 Reductieregeling. Indien een leerling de school verlaat vindt naar rato restitutie van het eventueel vooruit betaalde bedrag plaats. 5.8 Traktaties. Bij een verjaardag en een feest hoort vaak een traktatie. Mogen wij u verzoeken om de zoetigheid in traktaties zoveel mogelijk te beperken. Dit met het oog op gezondheid, tandbederf en mogelijk aanwezige allergieën. Overleg met de leerkracht daaromtrent is wenselijk. 5.9 Overblijven. In principe blijven alle leerlingen over op school. Bij goed weer kunnen de leerlingen buiten op de speelplaats verblijven. Bij slecht weer vindt het overblijven binnen plaats. Personeel houdt via een rooster bij toerbeurt toezicht gedurende het overblijven. In het VSO worden er in elke middagpauze in het kader van sfeerverbetering activiteiten aangeboden, waar leerlingen zich via de eigen leerkracht voor kunnen inschrijven. Deze activiteiten zoals voetbal en spel, worden geleid door een teamlid. De andere leerlingen zijn in de middagpauze buiten op de speelplaats (voor het VSO gelden gesplitste middagpauzes). In de kleine pauze blijven de leerlingen van de VSO-klassen in de klas. Op het SO is de kleine pauze gesplitst Gedragsregels. Gedrag van kinderen is altijd onderwerp van gesprek. Onze kinderen hebben soms moeite om het juiste gedrag te laten zien in alle situaties. Om een veilige en geborgen (leer)omgeving te creëren zijn er met elkaar afspraken gemaakt omtrent gedragingen en regels die nageleefd moeten worden. Deze lijst van gedragsregels wordt regelmatig bijgesteld. Het overzicht hiervan vindt U in bijlage 4. Het hele team heeft scholing gekregen omtrent het omgaan met agressie (ook praktijk). Indien noodzakelijk zal fysiek ingrijpen door teamleden plaatsvinden. Dit gebeurt op professionele wijze (met meerdere personen, ook zijn hiervoor bepaalde technieken aangeleerd) met als doel verder fysieke agressie (slaan, schoppen etc.) van het kind naar anderen gericht of naar zichzelf gericht te voorkomen. Een en ander gebeurt op de getrainde wijze (zie ook bijlage schoolregels). Bij overtreding van de regels kan er straf volgen. In sommige (uiterste gevallen) kan er een schorsing worden uitgesproken. Hiervan wordt inspectie alsook schoolbestuur op de hoogte gesteld Zwemmen. De groepen SO 2 en VSO 1 gaan 1x per twee weken op maandagochtend zwemmen in het zwembad de Nieuwe Hateboer in Sittard (oneven weken). De leerlingen worden watervrij gemaakt en voorbereid op zweminstructie. De andere groepen van het SO gaan iedere week op maandagmiddag naar het zwembad (m.u.v. de aanvangsgroep en de leerlingen die al een diploma hebben). De eerste week van het schooljaar is geen zwemmen. De leerlingen krijgen les van gediplomeerde instructeurs en de mogelijkheid bestaat om een zwemdiploma te behalen. Leerlingen die (nog) niet zindelijk zijn zullen uit hygiënisch oogpunt niet deelnemen aan de zwemlessen. 53

55 5.12 Lichamelijke oefening. Elke groep heeft lichamelijke oefening op het lesrooster staan (gymzaal of speelleerlokaal). De lessen worden verzorgd door de klassenleerkracht en/of vakleerkracht. Ouders worden verzocht gymkleren, bestaande uit sportschoenen (geen zwarte zolen), sportbroek en T-shirt mee te geven. Verschillende groepen douchen na de gymles; handdoeken en douchespullen nemen de leerlingen zelf mee. Om verwisseling en kwijtraken van sport- en zwemkleding te voorkomen is het wenselijk dat deze kleding is voorzien van een naam of nummer Hoofdluis. Soms wordt er op de Parkschool hoofdluis geconstateerd. Hoofdluis trekt zich weinig of niets aan van de goede verzorging van uw kind, dus iedereen kan er mee te maken krijgen. De schoolarts adviseert voor behandeling een bestrijdingsmiddel te gebruiken uit: Groep A = Noury en Prioderm Groep B = Loxazol en Para Speciaal Spray. Indien door herbesmetting regelmatig een hoofdluisbehandeling noodzakelijk is, is het wel verstandig om niet altijd een middel uit dezelfde groep te gebruiken. Indien een kind CARA heeft, is het verstandig om een bestrijdingsmiddel te kiezen in overleg met de apotheek. De schoolarts adviseert "loxazol" te gebruiken, voor carapatiënten "paraspeciaal". Heeft uw kind een paar keer achter elkaar hoofdluis, dan adviseert de schoolarts eens een andere crème of shampoo te gebruiken. Indien u bij uw kind hoofdluis constateert, dient u dit te melden bij de school. Wordt er op school hoofdluis geconstateerd, dan krijgen alle kinderen uit de groep een briefje mee naar huis. Eventueel wordt de GGD ingeschakeld Veiligheid. Op alle scholen binnen Nederland worden maatregelen getroffen om (uw) kinderen zich in een veilige en geborgen omgeving te laten ontwikkelen. Natuurlijk staat veiligheid (fysiek en sociaal) voor de kinderen en medewerkers hoog in het vaandel binnen de Parkschool. Uw zoon/dochter moet zich in vertrouwde en veilige handen en in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen. Om een en ander goed gestalte te geven heeft de Parkschool o.a. een veiligheidsplan opgesteld, zijn er vertrouwenspersonen en pestcoördinatoren, zijn er volop regels en afspraken en is er een overzicht hoe er gehandeld wordt bij een calamiteit (zie bijlage 8). De veiligheidsbeleving van de leerlingen wordt jaarlijks gemonitord middels een (digitale) vragenlijst. De regels en afspraken gelden niet alleen voor de kinderen en personeelsleden binnen de school, maar voor iedereen die zich in en om de school ophoudt. Dat betekent dat alle kinderen, alle ouders, alle personeelsleden en alle andere personen die hand- en spandiensten verzorgen in en om de school zich dienen te houden aan deze regels en afspraken en kunnen weten wat de gevolgen zijn als deze worden overtreden (zie hiervoor ons protocol grensoverschrijdend gedrag). De coördinatie hiervan is in handen van Dhr. Huub Habets. 54

56 5.15 ARBO. Alle zaken die de veiligheid en het welbevinden van leerlingen en personeel bevorderen, kunnen bij de directie bespreekbaar worden gemaakt. Ook dit schooljaar worden faciliteiten vrijgemaakt om (vooral materiële) Arbozaken in samenhang met de bestaande situatie in school te inventariseren en te coördineren. Peter Penners is voor de Parkschool de Arbo-coördinator. In 2019 zal een nieuwe risico-inventarisatie worden afgenomen B.H.V. De Bedrijfs Hulp Verlening is op de Parkschool als volgt geregeld: Er zijn 18 officiële B.H.V.-ers: Xavier de Bruijn, Ilona Bok, Marjo Collaris, Ivo Hermans, Jacqueline Kusters, Ans Hoorens, Chantalle Brankaert, Corrie Jacobs, Resie Swerts, Anke Köhlen, Dennis Feitsma, Peter Penners, Cecile Delahaye, Anja Verbruggen, Karuni Kurulingam, Loes Wulms, Niels Alberts en Ankie Konings. Er zijn dus voldoende gekwalificeerde mensen op het gebied van EHBO, brandpreventie en ontruiming. Ook worden er regelmatig ontruimingsoefeningen georganiseerd. Bij ziekte of ongeval van een leerling wordt door de leerkracht de BHV-er geraadpleegd alvorens een kind naar arts/ziekenhuis wordt verwezen. De Parkschool heeft een veiligheidsplan waarin alle afspraken, documenten en protocollen met betrekking tot veiligheidsbeleid zijn samengebracht. 55

57 6. Belangrijk om te weten. 6.1 Het bevoegd gezag Stichting Kindante Stichting Kindante bestuurt 33 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Sittard-Geleen, Schinnen (per 1 januari 2019 Beekdaelen) en Stein. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 SO scholen (ZMOK en ZMLK). De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar een ieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie. We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving. Leren leren en leren leven is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen de mogelijkheid krijgen zich optimaal, veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af. Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: dhr. drs. P. (Peter) Lemmens en mevr. drs. T. (Thecla) van Hoogstraten Het college van bestuur en het BURO Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Dr. Nolenslaan GV Sittard Tel

58 6.2 De medezeggenschapsraad. Medezeggenschapsraad in onze school. Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (MR) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. In de scholen van Kindante bestaat de medezeggenschapsraad alleen uit ouders en personeel. De omvang van de raad is afhankelijk van het aantal leerlingen op een school. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden. Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad praat mee over alles wat met de school te maken heeft. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht; dit is vastgelegd in het MR-reglement van elke school. Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over aanstelling van de schoolleiding of t.a.v. besluiten van het bestuur met betrekking tot personele aangelegenheden. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en GMR-platform. Omdat een aantal zaken op alle scholen van toepassing zijn hebben de afzonderlijke MR-en een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en zijn personeelsleden in dienst van Kindante of ouders die een kind hebben op één van onze Kindantescholen. Het aantal ouders en personeelsleden binnen de GMR is gelijk. Naast de formele Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor alle scholen bestaat er binnen Kindante ook een GMR-platform. De GMR voert overleg met het 57

59 GMR-platform om zodoende de betrokkenheid en inspraakmogelijkheid vanuit alle MR-en te vergroten. Het GMR-platform bestaat uit afgevaardigden van de MR-en van de afzonderlijke scholen. Als afgevaardigde van de Parkschool gaat Leonie Beelen naar het GMRplatform. De GMR is het formele overlegorgaan met het College van Bestuur. Samenstelling van de M.R.: Namens het personeel: Mevr. Sandra Veugelers (secretaris) Mevr. Leonie Beelen en Dhr. Ivo Hermans (Penningmeester) Namens de ouders: Dhr. Marc Op den Camp (voorzitter), Mevr. Corina Willems Mevr. Inge Moersheim Ondersteuningsplanraad (OPR) De OPR is de Ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband (SWV). Elk SWV heeft een Ondersteuningsplanraad (OPR), dat is verplicht op grond van de wet passend onderwijs. De OPR is het medezeggenschapsorgaan van het SWV. Ouders, leerlingen en docenten hebben medezeggenschap over het beleid en de verdeling van middelen van het SWV. Alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs (in cluster 3 en 4) zijn aangesloten bij een samenwerkingsverband VO. De Parkschool is vertegenwoordigd in de OPR PO (mevr. Inge Schrooders en mevr. Vicky Geus) en de OPR VO (dhr. Ivo Hermans). 6.3 Klachtenregeling. Klachten en klachtenprocedure In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die te vinden is op de website van Kindante. Op basis van deze regeling kunnen ouders, leerlingen en personeel klachten indienen over gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van Kindante en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Interne klachtenprocedure. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. 58

60 Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de schoolcontactpersoon op de school en als dit niet lukt bij de interne vertrouwenspersoon of bij een van de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De schoolcontactpersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. De schoolcontactpersonen beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de interne of externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld. Elke school van Kindante heeft een eigen schoolcontactpersoon, ook kent Kindante een interne vertrouwenspersoon. Deze is te bereiken via het bureau van Kindante: tel Externe klachtenprocedure. Indien de klager dit wenst, begeleidt de bovenschoolse interne of externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie. De schoolcontactpersonen (momenteel ook pestcoördinatoren en veiligheidscoördinatoren) van onze school zijn: Mevr. Elvi Lambriex ( ) en Dhr. Huub Habets ( ) De interne vertrouwenspersoon namens het bestuur is: Marianne van Kan (Tel ) 1. Adressen externe vertrouwenspersonen: De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn: Dhr. Math Haenen Burgemeester Luytenstraat 38, 6151 GG Munstergeleen Tel Dhr. Paul Baggen Poolsterstraat 19, 6133 VP Sittard Telefoon: Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante, tel , waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen. 59

61 Landelijke Klachtencommissie: 2. Adres Landelijke Klachtencommissie: Kindante heeft zich voor alle geschillenregelingen aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Hieronder valt ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is: Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus AD Utrecht Tel: (030) Website: 3. Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de onderwijsinspectie zijn eveneens vertrouwensinspecteurs aangesteld. De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie jegens andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur is te bereiken bij het Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie. Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie tel De ouderraad. Het doel van de ouderraad is de school in praktische zin te ondersteunen om samen een fijn schoolklimaat te bewerkstelligen voor kinderen, ouders en team. Een ander doel van de ouderraad is om samen met teamleden en andere ouders te praten over de dagelijkse dingen die op school en thuis gebeuren. Dit gebeurt in een huiselijke setting tijdens de vergaderingen en op school tijdens de activiteiten. Vaste thema's zijn het frites bakken met carnaval, assisteren met Kerst en Pasen, versieren van de aula voor sinterklaas, Kerst en carnaval, meehelpen met de sportdag. Daarnaast organiseerde de ouderraad ook afgelopen schooljaar weer de Speculaasactie. De ouderraad bestaat momenteel uit 7 personen. Geprobeerd wordt om het SO en het VSO beide vertegenwoordigd te hebben in de ouderraad. Er wordt één maal in de 6 á 8 weken in het bijzijn van twee teamleden van de Parkschool vergaderd. Iedereen die interesse heeft tot deelname aan de ouderraad of alleen af en toe wil deelnemen aan de begeleiding van de activiteiten kan zich melden bij de voorzitter of de secretaris (contactgegevens verkrijgbaar via school). Samenstelling ouderraad: Voorzitter: Mevr. Angelique Op den Camp Secretaris: Mevr. Brigitte Dam Penningmeester: Mevr. Nicole Steinbusch Leden: Dhr. Michel Mattheij Mevr. Marian Dreijklufft 60

62 Mevr. Esther van der Tier Mevr. Eugenie Pot Door sponsoring van de ouderraad (vanuit de speculaasactie) zijn er het afgelopen schooljaar bladblazers, buitenspeelmateriaal en 40 trommels en trommelstokken voor het muziekproject aangeschaft. 6.5 Hulp door ouders bij activiteiten. De ouders / verzorgers kunnen een leerkracht ondersteunen bij het geven van bepaalde vakken of hem of haar assisteren tijdens seizoensgerichte activiteiten of tijdens de sportdag. De ouders / verzorgers worden schriftelijk of mondeling benaderd door de leerkracht van hun kind, via de school of via de oudervereniging. De hulp die geboden wordt, gebeurt op vrijwillige basis. Soms is het noodzakelijk dat er afspraken gemaakt worden. Deze afspraken worden met hen doorgesproken, zodat de organisatie van de activiteiten soepel kan verlopen. Enkele voorbeelden van algemene afspraken zijn: * zorg dat u de gemaakte afspraak nakomt; * kunt u de afspraak niet nakomen, meld dit dan tijdig bij de leerkracht of bij degene met wie u de afspraak gemaakt heeft; * verdeel de aandacht over alle kinderen en / of activiteit waarvoor u zich heeft aangemeld. Let niet alleen maar op uw kind. Enkele voorbeelden van specifieke afspraken kunnen zijn: * medische informatie (over bijvoorbeeld epilepsie) en hoe te handelen; * gedragsregels van de klas; bijvoorbeeld niet op tafels zitten; * de aanpak van individuele leerlingen in de klas / groep. 6.6 Ouderpanel. Sinds enkele jaren is er binnen de Parkschool een ouderpanel. Het ouderpanel functioneert als klankbord bij onderwijskundige ontwikkelingen. Afgelopen schooljaar waren o.a. Passend Onderwijs, veiligheid, en veranderingen in de zorg het onderwerp. Het ouderpanel bestaat uit: mevr. Janssen, mevr. Souren, mevr. Bernardt en dhr. Meijers. Van het team sluit een afvaardiging van het managementteam aan. 6.7 Informatieplicht van school aan ouders. Onze school wil graag alle ouders goed informeren over hun kind(eren). Ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind op school; dat is ook het uitgangspunt van onze school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Welke informatie beide ouders ontvangen is afhankelijk van de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben krijgen steeds alle informatie over hun kind. Deze verstrekte informatie is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. 61

63 Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. De informatie wordt aan één van hen of aan beide ouders gegeven maar is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan in elk geval de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle informatie die redelijkerwijs alleen praktisch belang heeft voor de ouder bij wie het kind woont, wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. De ouder die geen gezag meer heeft over het kind heeft een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben deze ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. 6.8 Sponsoring en andere inkomsten. Sponsoring gebeurt vanuit het principe: Voor wat hoort wat. Tijdens de nieuwbouw (2010) is er gewerkt met een sponsorplan (i.s.m. Kindante) t.b.v. de realisatie van de tuinkas, snoezelruimte en spelmateriaal, waarvoor geen overheidsmiddelen beschikbaar waren. Dit is verder planmatig voortgezet door de stichting Vrienden van de Parkschool, voorzitter is Dhr. Bert Hendricks (o.a. middels het jaarlijks terugkerende Charity Diner). Daarnaast vindt er andere sponsoring plaats o.a. door winkels en particulieren. Afgelopen jaar zijn o.a. aanschaf jong plantgoed en potgrond gerealiseerd. De stichting Tirolerfeest Sittard heeft (op aanvraag van buschauffeur Ciel Coenen) buitenspeelgoed geschonken. Verder heeft de Parkschool IPads (en hoezen) kunnen aanschaffen door schenkingen van de Vrienden van de Parkschool, Stichting Dr. C.J. Valliantfonds.en de Sint Clemens Stichting. Ter ere van het 60-jarig jubileum van de Parkschool heeft de MR een lichttafel, diverse materialen die op de lichttafel te gebruiken zijn, een lichtgevende schildersezel, twee sets Playstix en twee lichtborden cadeau gedaan. 62

64 De school zelf organiseert een bloemenmarkt waarbij door de leerlingen zelf gekweekte bloemen en planten worden verkocht. De opbrengst is bestemd voor zaken die niet gesubsidieerd worden. De Nonnevotteclub uit Sittard stelt regelmatig financiële middelen ter beschikking aan de Parkschool. 6.9 De onderwijskaart en het lesgeld. De onderwijskaart en het lesgeld voor onze leerlingen is vanaf 1 september 2005 komen te vervallen. Uw kind/pupil hoeft dus als hij/zij 16 jaar of ouder is niet meer ingeschreven te worden met een onderwijskaart. Er hoeft ook geen lesgeld betaald te worden. Leerlingen die 18 of 19 jaar zijn komen wel nog in aanmerking voor een basistoelage. De aanvraag hiervoor dient 3 maanden voor de 18 e verjaardag te worden ingestuurd. De formulieren zijn verkrijgbaar via onze stagecoördinatoren (Rosita Kapell, Leonie Beelen en Peggy Ubachs) of via de website van DUO ( Stagiaires. De Parkschool biedt studenten van diverse opleidingen de mogelijkheid stage te lopen. De studenten krijgen de gelegenheid beroepsvaardigheden in praktijk te brengen. Begeleiding van deze stagiaires vindt plaats door de opleiding en het personeel van de Parkschool. De stageperiodes wisselen van een aantal weken tot een een jaar. De stagiaires zijn onder meer afkomstig van: Leeuwenborgh Opleidingen Sittard en Maastricht, Arcus College Heerlen, De nieuwste Pabo, Hogeschool Zuyd, Fontys Hogeschool, DaCapo College en Citaverde College Regeling leerlingenvervoer. Het leerlingenvervoer wordt door de gemeente geregeld. Elke gemeente is verplicht een verordening voor het leerlingenvervoer te hebben. Tussen verschillende gemeentes kunnen verschillen bestaan. In principe zijn alle leerlingen van de Parkschool aangewezen op aangepast vervoer. Voor specifieke informatie kun u terecht bij uw gemeente. Connexxion regelt momenteel al het leerlingenvervoer. Connexxion is te bereiken via onderstaand telefoonnummer: Namen en adressen. 1. Parkschool Onderste Sittarderweg AZ LIMBRICHT tel info@deparkschool.nl website: 2. Stichting Kindante, leren leren, leren leven Dr. Nolenslaan GV SITTARD tel BURO@kindante.nl website: 3. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek Eloystraat 1a 6166 XM GELEEN Postadres: Postbus AJ GELEEN 63

65 Directeur: mevrouw T. Meijers-Troquet m website: 4. Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Westelijke Mijnstreek Havikstraat ED SITTARD tel ( intern) Directeur: dhr. W. Botterweck info@swvvowestelijkemijnstreek.nl website: 5. MEE Mevr. A. Mestrom, school maatschappelijk werkster Frankenlaan BT HEERLEN tel GGD Westelijke Mijnstreek Geleenbeeklaan GR GELEEN tel ( intern) 7. Inspectie van het onderwijs info@owinsp.nl website: Vragen over onderwijs: (gratis) Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspectie (lokaal tarief) 8. De Nonnevotteclub Dhr. F. Stoffels Rijksweg Noord CN SITTARD 9. DUO / Informatie Beheer Groep Regiokantoor Sittard website: tel Stichting Vrienden van de Parkschool Dhr. B. Hendricks bert.hendricks@home.nl 64

66 Bijlage 1 MODEL OVEREENKOMST. U ontvangt de overeenkomst in tweevoud. Het rode vel graag retour; het witte is voor uw eigen administratie. Aan de ouders / verzorgers van, klas. Ondergetekende. ouder/ verzorger van. verklaart bij deze de vrijwillige ouderbijdrage van O 36,-- voor traktaties of ander bedrag namelijk O Totaal Voor het schooljaar s.v.p. overmaken op bankrekeningnummer NL36RABO van de RABO bank te Sittard t.n.v. ouderbijdrage, onder vermelding van de naam van de leerling. Automatisch maandelijks betalen mag ook! Datum: Plaats... Naam: Handtekening:... Deze overeenkomst graag vóór vrijdag 14 september aan de schooladministratie retourneren. 65

67 Voorlopig jaaroverzicht schooljaar voor ouders en verzorgers. maandag eerste schooldag donderdag studiemiddag maandag algemene informatieavond t/m Herfstvakantie dinsdag studiemiddag maandag ouderavond woensdag sinterklaasviering woensdag winterfair woensdag kerstviering t/m Kerstvakantie vrijdag uitroepen prins en prinses vrijdag carnavalsviering t/m carnavalsvakantie donderdag studiemiddag woensdag paasviering Paasmaandag (meivakantie) t/m Meivakantie Bijlage 2 vrijdag ste H. Communie (onder voorbehoud) dinsdag studiemiddag , Hemelvaart Pinkstermaandag dinsdag schoolreisje SO en VSO (onder voorbehoud) t/m Zomervakantie Voor het personeel zijn er naast de studiedagen diverse werkdagen ingepland op vrije schooldagen van de leerlingen: 16 en 17 augustus 2018, 15 oktober 2018, 23 april 2019 en 8 en 9 juli

68 Overzicht van de leergebied specifieke en leergebiedoverstijgende vakken Overzicht van de leergebied specifieke vakken: Bijlage 3 Schriftelijke taal* SO (schriftelijke taal) VSO (schriftelijke taal) boekoriëntatie temporele ordewaarneming auditieve discriminatie visuele discriminatie visuele analyse leesbegrippen auditieve synthese visuele synthese klank- teken koppeling woord- en tekstlezen begrijpend lezen handschriftontwikkeling auditieve analyse spellen stellen temporele ordewaarneming auditieve discriminatie visuele discriminatie visuele analyse leesbegrippen auditieve synthese visuele synthese klank- teken koppeling woord- en tekstlezen auditieve analyse en synthese auditieve discriminatie en rijm auditief geheugen boekoriëntatie begrijpend lezen handschriftontwikkeling auditieve analyse spellen stellen 67

69 Mondelinge taal* SO (mondelinge taal) VSO (mondelinge taal) Plancius (communicatie) Rekenen* SO (Rekenboog) communicatieve voorwaarden zinsbouw woordvorming voorzetsels en locatie aanduiden articulatie en mondmotoriek non-verbale communicatie zins-/ verhaalbegrip denkrelaties begrijpend luisteren auditieve analyse en synthese auditieve discriminatie en rijm auditief geheugen iemand iets vragen iets zeggen tegen iemand een gesprek voeren met een ander sociale routines passieve woordenschat actieve woordenschat woorden omschrijven communicatieve voorwaarden non-verbale communicatie zins-/ verhaalbegrip denkrelaties begrijpend luisteren iemand iets vragen iets zeggen tegen iemand een gesprek voeren met een ander sociale routines zinsbouw woordvorming voorzetsels en locatie aanduiden articulatie en mondmotoriek passieve woordenschat actieve woordenschat woorden omschrijven communicatieve voorwaarden inhoud: actief en passief gebruik vorm aangeven van aantallen en het uitvoeren van bewerkingen koppeling hoeveelheden aan getallen ordenen van hoeveelheden de telrij cijfers en getallen 68

70 handig rekenen klokkijken kalender- en agendagebruik lengte gewicht inhoud temperatuur munten en bankbiljetten benoemen bedragen aflezen, afronden en vergelijken waarde aangeven van munten en biljetten VSO (Rekenboog) aangeven van aantallen en het uitvoeren van bewerkingen koppeling hoeveelheden aan getallen ordenen van hoeveelheden de telrij cijfers en getallen handig rekenen lengte gewicht inhoud temperatuur klokkijken kalender- en agendagebruik munten en bankbiljetten benoemen bedragen aflezen, afronden en vergelijken waarde aangeven van munten en biljetten elektronisch betalen Rekenen (uitstroom arbeid) VSO (Rekenen uitstroom arbeid) Oriëntatie op ruimte SO (oriëntatie op ruimte) optellen en aftrekken vermenigvuldigen en delen schattend rekenen rekenmachine (eenvoudige) breuken, kommagetallen, procenten, verhoudingen ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijk redeneren meten van lengte, inhoud, gewicht, oppervlakte, temperatuur meten van tijd geldrekenen informatieverwerking en statistiek lichaamsschema inrichtingselementen ruimtelijke begrippen plattegrond routes herkennen en benoemen in het verkeer toegankelijkheid 69

71 topografie functie van de leefomgeving kennis over de omgeving VSO (mens en maatschappij) routes herkennen en benoemen plattegrond in het verkeer Oriëntatie op tijd SO (oriëntatie op tijd) VSO (mens en maatschappij) tijdsindeling tijdsbegrippen dagplan kalender en agenda gebeurtenissen in de tijd geschiedenis en bronnen eigen verleden geschiedenis Oriëntatie op natuur en techniek SO (oriëntatie op natuur en techniek) Wonen en vrije tijd* SO (wonen en vrije tijd) dieren leren kennen bomen en planten leren kennen inrichtingselementen van de natuur met zorg omgaan met de natuur de tuin verzorgen dieren verzorgen soorten weer meten van het weer rekening houden met het weer gevolgen van het weer invloed van een seizoen apparaten natuurkundige verschijnselen knutselen en bouwen eten en drinken koken tafeldekken afwassen boodschappen doen kleding aantrekken en verzorgen schoonmaken en inrichten inrichten van een eigen kamer ziekte, kleine verwondingen en ongelukken woonomstandigheden besturen en besluiten vrijetijdsbesteding 70

72 VSO (mens, natuur en techniek) Plancius (zelfredzaamheid) Bewegen SO (bewegen) VSO (bewegen en sport) Beeldende vorming SO (beeldende vorming) VSO (culturele oriëntatie en creatieve expressie) gezond eten en drinken hygiëne menselijk lichaam hygiëne eten en drinken aan- en uitkleden balanceren klimmen zwaaien en duikelen rollen springen gooien en vangen balspelen ren- en tikspelen slagspelen stoeispelen pleinactiviteiten helpen en opruimen spelregels inzicht in en accepteren van eigen mogelijkheden zwemmen balanceren klimmen zwaaien en duikelen rollen springen gooien en vangen balspelen ren- en tikspelen slagspelen stoeispelen bewegen op muziek helpen en opruimen spelregels inzicht in en accepteren van eigen mogelijkheden expressie met materialen beeldende aspecten in het platte vlak (tekenen) knutselen gebruik van technieken werkstukken bekijken expressie met materialen gebruik van technieken beeldende aspecten in het platte vlak (tekenen) handvaardigheid 71

73 Muziek en bewegen SO (muziek en bewegen) VSO (culturele oriëntatie en creatieve expressie) zingen bewegen op muziek muziek beleven muziek beluisteren, onderscheiden en benoemen ritmisch muziek maken met instrumenten muziekstuk maken zingen bewegen op muziek muziek beleven muziek beluisteren, onderscheiden en benoemen (ritmisch) muziek maken met instrumenten Dramatische vorming SO (dramatische vorming) VSO (culturele oriëntatie en creatieve expressie) Culturele oriëntatie VSO (culturele oriëntatie en creatieve expressie) Seksuele vorming SO (seksuele vorming) VSO (seksuele vorming) toneelstukjes opvoeren doen-alsof-situaties herkennen dramatische vorming oriëntatie op culturele activiteiten presenteren eigen werk communiceren over werkstukken lichamelijke ontwikkeling en lichaamsbeeld voortplanting seksueel gedrag en seksuele weerbaarheid relatievorming en seksuele diversiteit lichamelijke ontwikkeling en lichaamsbeeld voortplanting seksueel gedrag en seksuele weerbaarheid relatievorming en seksuele diversiteit veilige seks Engels VSO (Engels) taalbegrip mondeling taalgebruik schriftelijk taalgebruik woordenboek 72

74 Mens en maatschappij VSO (mens en maatschappij) Huishoudkunde* VSO (mens, natuur en techniek) kopen vrijetijdsbesteding burgerschap democratie koken tafeldekken afwassen schoonmaken en inrichten Tuin* VSO (mens, natuur en techniek) Techniek* VSO (mens, natuur en techniek) dieren leren kennen bomen en planten leren kennen de tuin verzorgen dieren verzorgen met zorg omgaan met het milieu technische toepassingen technisch onderhoud Overzicht van de leergebiedoverstijgende vakken /vakoverstijgend: Leren leren* SO (leren leren) VSO (voorbereiding op dagbesteding en arbeid) plannen/ organiseren taakaanpak reflectie/ terugkoppeling werkhouding samenwerken en overleggen procedures en instructies opvolgen materialen, middelen en gereedschappen plannen en organiseren kwaliteit leveren omgaan met druk en tegenslag Sociale en emotionele ontwikkeling* SO (sociale en emotionele ontwikkeling) Plancius (sociaal-emotioneel) jezelf presenteren een keuze maken opkomen voor jezelf omgaan met gevoelens ervaringen delen aardig doen omgaan met ruzie emotioneel sociaal 73

75 Sociale en emotionele ontwikkeling 1 VSO (leren leren) ervaringen delen Sociale en emotionele ontwikkeling 2 VSO (leren taken uitvoeren) Sociale en emotionele ontwikkeling 3* VSO (leren functioneren in sociale situaties) opkomen voor jezelf omgaan met gevoelens omgaan met je mogelijkheden/ beperkingen respectvol en verantwoordelijk omgaan met anderen omgaan met conflicten Zintuiglijke en motorische ontwikkeling SO (zintuiglijke en motorische ontwikkeling) Plancius (sensomotoriek) grove motoriek fijne motoriek voelen proeven ruiken luisteren kijken grove motoriek: houding en mobiliteit fijne motoriek horen zien proeven en ruiken voelen evenwichtsgevoel Omgaan met media SO (omgaan met media) VSO (leren leren) computer hanteren televisie/ dvd telefoon relevante informatie zoeken en gebruiken alfabet gebruiken computer/ tablet/ smartphone gebruiken televisie/ dvd relevante informatie zoeken en gebruiken alfabet gebruiken 74

76 Ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit SO (ruimtelijke oriëntatie en mobiliteit) Spelontwikkeling SO (spelontwikkeling) Plancius (spelontwikkeling) Voorbereiding op dagbesteding en arbeid* VSO (voorbereiding op dagbesteding en arbeid) routes herkennen en benoemen leren (samen)spelen actie-reactie materialen ontdekken spelen met materialen verkennen van mogelijkheden voor toekomstig werk beeld van eigen mogelijkheden algemene procedures op en rondom het werk belangenorganisaties en officiële stukken persoonlijk (stage)ontwikkelingsplan ethisch en integer handelen/ klantgericht werken omgaan met veranderingen * De dikgedrukte vakgebieden komen terug in het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen. Het vakgebied Wonen en vrije tijd valt in het ontwikkelingsperspectief onder de noemer Praktische redzaamheid. Op het VSO horen hier ook de praktijkvakken Huishoudkunde, Tuin en Techniek bij. Leren leren heeft in het ontwikkelingsperspectief van de VSO-leerlingen zowel te maken met de vaardigheden m.b.t. Leren leren als met de vaardigheden m.b.t. Voorbereiding op dagbesteding en arbeid. 75

77 Gedragsregels Algemeen Elkaar respecteren Ruzie Pesten Gezamenlijke verantwoording Zelfstandigheid en zelfredzaamheid Knuffelen Kussen Troosten Op de schoot nemen Kinderen aanraken, aanhalen Alleen met leerlingen in een afgesloten ruimte Leerlingen straffen S.O. en V.S.O. Parkschool Bijlage 4 We benaderen elkaar op een manier zoals we zelf ook benaderd zouden willen worden. De teamleden geven het goede voorbeeld. De leerlingen worden met de voornaam aangesproken. Maak geen opmerkingen met betrekking tot uiterlijke kenmerken, handicaps, godsdienst en afkomst van leerlingen en/of teamleden die als kwetsend of bewust prikkelend kunnen worden uitgelegd. Maak geen grapjes met betrekking tot uiterlijke kenmerken, handicaps, godsdienst en afkomst van leerlingen en/of teamleden die als kwetsend of bewust prikkelend kunnen worden uitgelegd. Discrimineer niet op grond van uiterlijke kenmerken, handicaps, godsdienst en afkomst van leerlingen en/of teamleden. Scheldwoorden worden niet gebruikt of herhaald. Accepteer de ander. De leerlingen worden verondersteld te luisteren naar alle personeelsleden. Doe een ander geen pijn: lichamelijk en/of emotioneel. Blijf van elkaars spullen af, maar blijf ook van elkaar af. Elkaar niet slaan of schoppen, maar probeer door te praten het conflict op te lossen. Lukt dit niet, dan vraag de leiding om hulp, bemiddeling. Ruzies worden uiteindelijk uitgesproken en de leerlingen maken het weer goed met elkaar. Ze geven elkaar een hand. Bemoei je niet steeds met anderen. Twee of meer leerlingen tegen één is niet eerlijk. Iedereen kan, indien mogelijk, aan het spel deelnemen op zijn/haar manier. Iemand dwingen met een ander te spelen is geen oplossing. Bij het spelen worden geen leerlingen buitengesloten. Signaleert men dat er gepest wordt, dan wordt dit bij de eigen leerkracht bespreekbaar gemaakt. Iedereen let op rondzwervende leerlingen in de school. Dit kan zijn voor of na school, tijdens pauzes en onder lestijd. Leerlingen die een boodschap mogen verzorgen in school hebben een blauw kaartje zichtbaar bij zich. Leerlingen mogen alleen naar een ruimte gaan. Het is onze gezamenlijke verantwoording zorg voor hen te dragen. Ze dragen een blauw kaartje. In de onderbouw wordt knuffelen tijdens het spel tussen de leerlingen onderling toegelaten. Vanaf de middenbouw wordt dit gedrag niet meer toegelaten. Een spontane knuffel van een kind hoeft niet geweerd te worden. Leerlingen en personeel mogen elkaar op de wang kussen tijdens verjaardagen (receptie). De leerlingen hebben het recht om aan te geven of zij dit al of niet prettig vinden en hier wordt rekening mee gehouden. Kussen gebeurt nooit op de mond. Wanneer een leerling een leerkracht spontaan wil kussen, wordt dit toegelaten op de wang. Lichamelijke aanraking kan bij troosten heel goed zijn. Merk je dat een leerling dit liever niet wil, neem dan afstand. Wanneer een kind aangeeft bij de leerkracht op schoot te willen zitten, moet dit kunnen. Vanaf de middenbouw proberen wij dit gedrag af te bouwen. Vanaf de bovenbouw mogen de leerlingen niet bij elkaar op schoot zitten. Een aai over de bol, een schouderklopje of een omhelzing, zijn goede pedagogische middelen. Verder geldt in het algemeen: let goed op of een kind gediend is van aanrakingen. Probeer te voorkomen dat je met een leerling in een afgesloten ruimte bent. Sluit een deur nooit af, zorg ervoor dat de deur geopend kan worden zodat er iemand onverwachts naar binnen kan komen. Er is een sanctiebeleid voor leerlingen aangaande verkeerd gedrag. Alle leerkrachten hanteren dit. 76

78 Te laat komen Veroorzaken schade Leerlingen die zelfstandig met de fiets komen (van het VSO): nablijven indien ze zonder geldige reden te laat (na 9.00 uur) op school verschijnen Een leerling die iets bewust kapot maakt is zelf, of diens ouders c.q. verzorgers, verantwoordelijk voor de financiële gevolgen. Vriendschappen en relaties Seksualiteit Agressief gedrag Regels m.b.t. het gebruik van het gebouw. Gebruik mobiele telefoon Incidentenmelding Vriendschappen worden indien nodig begeleid in samenspraak met teamleden en in overleg met ouders/verzorgers. Wanneer relaties, verkeringen, ontstaan, worden deze benoemd maar verwezen naar privé tijd in samenspraak met teamleden en in overleg met ouders/verzorgers. Dit geldt ook voor intimiteit (uiten van verliefdheden) en de seksuele aspecten daarvan tussen de leerlingen. We proberen claimgedrag (opeisen van elkaar, zonder dat de leerlingen rekening houden met de overige gedragsregels) te voorkomen. De leerlingen leren, zo jong mogelijk, om in het bijzijn van anderen niet met hun eigen geslachtsdelen te spelen. Is er sprake van masturberen, dan wordt de leerling gecorrigeerd. Indien deze niet te corrigeren is, dan wordt hij/zij naar het toilet gestuurd. De leerlingen leren om niet naakt door de school te lopen. Mocht dit toch voorkomen, dan worden ze naar het toilet gestuurd, waar ze hun kleding moeten aantrekken. Bij agressief gedrag van leerlingen kan het voorkomen dat leerlingen gefixeerd dienen te worden ter bescherming van zichzelf, materialen, medeleerlingen en/of personeel. Indien noodzakelijk wordt hulp geboden en/of gehaald. Het team heeft de nascholingscursus omgaan met agressie gevolgd. Hierbij is ook het gebruik van fysieke krachten geleerd. Een en ander alleen ter voorkoming van agressief gedrag van leerlingen. Het toezicht op de groep wordt overgenomen door personeel van een andere groep. Naar aanleiding van zo n incident wordt een kort verslag geschreven, een incidentmelding gedaan. De ouders/verzorgers, vertrouwenspersoon en directie worden hiervan op de hoogte gebracht. Het personeel mag bij verdenking van aanwezigheid van verboden attributen de tas van een leerling indien nodig doorzoeken. In de gangen en klassen van de school mag niet gerend, geschreeuwd of gestoeid worden. Op school mogen de leerlingen geen mobiele telefoon gebruiken. Ze zetten deze uit op school. Tijdens de pauzes mogen leerlingen van bepaalde groepen wel gebruik maken van hun mobiele telefoon. Personeel maakt tijdens de lessen en/of andere taken geen gebruik van de mobiele telefoon. Wel maken zij van bepaalde activiteiten foto s met hun mobiele telefoon t.b.v. de website van de Parkschool/ klasbord, in overeenstemming met de privacywet. Bij eventuele diefstal van het toestel ligt de verantwoordelijkheid niet bij de school. Bij het overtreden van de gedragsregels, en dan met name agressief gedrag, ruzie, elkaar respecteren en seksualiteit, wordt door het personeel melding gedaan op een roze formulier (dossier). Ouders/verzorgers worden hiervan in kennis gesteld. Kledingvoorschriften Het dragen van uitdagende kleding wordt niet toegestaan; ook niet als het te maken heeft met een voordracht/imitatie. Het dragen van sieraden wordt afgeraden, Wanneer een sieraad kapot gaat tijdens het werk ligt de verantwoordelijkheid bij degene die het draagt. Speelplaats Regels van algemene aard Algemene regels van de school en in de klas gelden ook hier. Met behulp van pictogrammen wordt de leerlingen verduidelijkt welk gedrag gewenst en welk gedrag niet gewenst is. We streven ernaar dat de leerlingen tijdens de pauzes buiten zijn. Iedereen gooit zijn afval in de prullenbak. De leerlingen mogen op de banken zitten (niet staan, of zitten op de leuning). 77

79 Toezicht S.O.-speelplaats V.S.O.-speelplaats Toiletgebruik Gescheiden toiletten Gymles Kleedlokaal De leerlingen mogen met (stoep)krijt op de speelplaats tekenen. Spelmateriaal dient functioneel gebruikt te worden. De leerlingen mogen niet met zand, stenen of takken gooien. De leerlingen mogen niet in plassen water gaan staan of lopen. Spelen wordt afgeremd indien het spelgedrag op ruzie zou kunnen uitlopen. De leerlingen mogen geen mes of (namaak) wapen, lucifers of aanstekers bij zich dragen. De toezichthouders stellen zich op de hoogte van de regels, die per afdeling kunnen verschillen. Eventuele bijzonderheden van leerlingen of situaties worden gemeld. Zij die toezicht hebben zien erop toe dat de regels nageleefd worden. De toezichthouders vertonen professioneel gedrag: evenwicht bewaren tussen jezelf zijn, emoties tonen, normaal menselijk contact en ook weten wanneer je afstand moet bewaren. Voor school is er toezicht vanaf 8.45 uur; na school totdat alle leerlingen weg zijn. De leerlingen zijn nooit zonder toezicht buiten. Volgens rooster let personeel op. Zij zorgen ervoor tijdig buiten te zijn en blijven tot het einde van de pauze buiten tot van iedere groep een personeelslid buiten is. De leerlingen mogen niet naar binnen tijdens de pauze. De leerlingen gebruiken toestellen waarvoor ze bedoeld zijn en klimmen niet over hekken. De leerlingen mogen niet met zand, modder of stenen gooien. Indien haalbaar lopen de leerlingen tijdens regen of als het gras erg nat is, niet op het gras. De leerlingen zijn nooit zonder toezicht buiten. Volgens rooster let personeel op. Zij zorgen ervoor tijdig buiten te zijn en blijven tot het einde van de pauze buiten tot alle leerlingen binnen zijn. Niet naar binnen tijdens de pauzes. De leerlingen blijven op de speelplaats, indien ze niet deelnemen aan een andere pauzeactiviteit. De leerlingen geven elkaar geen kusjes, omarmen elkaar niet. Hen wordt gezegd dat ze een hand mogen geven, indien de ander dit toestaat. Leerlingen die zich verbergen worden weggestuurd van die plek. De leerlingen mogen niet roken. De poort en deuren van/naar de speelplaats blijven tijdens de pauzes dicht. In het S.O. en V.S.O. zijn gescheiden toiletruimtes voor jongens en voor meisjes. Indien noodzakelijk wordt er toezicht gehouden in de toiletruimte. Indien nodig wordt een leerling geholpen bij iets wat noodzakelijk en functioneel is. De leerlingen leren om hulp vragen. Er wordt aandacht geschonken aan regels rondom toiletgebruik: broek in de ruimte omlaag doen, handen wassen, etc. Bij gebruik van de w.c. gaat de deur dicht of de leerling sluit deze af. De deur van de toiletruimte wordt niet afgesloten. Alleen hij/zij die met de toezicht taak belast is, mag zich in de toiletruimte bevinden. Onder schooltijd worden de toiletten door personeel van de school gepoetst. Hierbij wordt gehandeld naar de geest van de gedragscode. In de onderbouwgroepen zitten jongens en meisjes samen in een kleedlokaal. De meisjes zitten aan de ene kant van het lokaal, de jongens aan de andere kant van het lokaal. Vanaf de middenbouw kleden jongens en meisjes zich gescheiden om, indien dit organisatorisch haalbaar is. Bij het V.S.O. wordt dit kenbaar gemaakt m.b.v. een pictogram. Aan- en uitkleden gebeurt altijd onder toezicht. Worden tijdens de gymles geen gymkleren gedragen, dan kan het zijn dat jongens en meisjes in hetzelfde kleedlokaal verblijven. We streven ernaar een vrouwelijk teamlid te laten helpen bij de meisjes (indien 78

80 Douchen/afdrogen (VSO) Hulp tijdens gymles Zwemmen De Hateboer kleedlokaal De Hateboer Douchen/afdrogen De Hateboer zwemmen A.T.-lokaal Veiligheid nodig) en een mannelijk teamlid bij de jongens (indien nodig). Wil iemand het kleedlokaal betreden, dan dient hij dit kenbaar te maken door te kloppen op de deur. Vrouwelijke teamleden lopen door het meisjeskleedlokaal naar de gymzaal, mannelijke teamleden door het jongenskleedlokaal (geldt voor V.S.O.). D.m.v. verbale en visuele aanwijzingen worden de leerlingen gestimuleerd tot aan- en uitkleden. Indien noodzakelijk wordt een leerling geholpen bij iets wat hij zelf niet kan. De leerlingen leren om hulp te vragen. We proberen niet alleen met één leerling in het kleedlokaal te zijn. Mocht dit toch gebeuren dan laten we de deur een stukje open staan. Alleen hij/zij die met de toezicht taak belast is, mag zich in het kleedlokaal bevinden. Er wordt altijd rekening gehouden met het eventuele schaamtegevoel van een leerling. Er worden geen opmerkingen gemaakt over persoonlijke, lichamelijke verschijningsvormen.toezicht tijdens het douchen is noodzakelijk! Jongens en meisjes douchen gescheiden. De tussendeur dient tijdens het douchen gesloten te zijn. We streven ernaar een vrouwelijk teamlid te laten helpen bij de meisjes en een mannelijk teamlid bij de jongens (mits organisatorisch haalbaar). M.b.v. verbale en visuele aanwijzingen worden de leerlingen onderwezen in het zelfstandig douchen. Indien nodig wordt een leerling geholpen bij iets wat noodzakelijk en functioneel is. De leerlingen leren om hulp te vragen. Douchen gebeurt niet in een één-op-één situatie. We proberen zo weinig mogelijk alleen in de doucheruimte te zijn met een leerling. De begeleiders van de activiteit mogen in de doucheruimte komen. Ander personeel niet. Lichamelijke aanrakingen zijn soms nodig. Wees je ervan bewust waar je een leerling aanraakt. Een leerling die niet aangeraakt wil worden wordt met respect benaderd. Ook hier zijn de regels m.b.t. het kleedlokaal (gymles) van toepassing. De meisjes van de bovenbouwgroepen kleden zich om in individuele hokjes onder toezicht van een vrouwelijk teamlid. In de andere kleedlokalen kleden zich telkens 2 onder- en/of middenbouw groepen om. Bij deze groepen zijn jongens/meisjes apart. Er zijn twee of meer personeelsleden bij aanwezig. Personeelsleden/ stagiaires kleden zich gescheiden van de leerlingen om indien meegezwommen wordt. De leerlingen gaan met hun kleren/badkleding aan naar het toilet. Regels m.b.t. het douchen/afdrogen (gymles) zijn ook hier van toepassing. Hulp bij het douchen/afdrogen wordt beperkt tot wat noodzakelijk en functioneel is. De meisjes van de bovenbouwgroepen douchen apart van de andere groepen. De zweminstructie in het bad vindt plaats vanaf de kant door de badmeester/team- leden. In het ondiepe bad zwemmen badmeesters en/of stagiaires mee. Lichamelijke aanraking vindt enkel plaats ter ondersteuning van de zwemoefening en dient minimaal te zijn. Bij het vrij zwemmen kan er sprake zijn van lichamelijk contact. De leerlingen maken in het water gebruik van kurken, zwembandjes of zwemkragen. Personeel houdt toezicht vanaf de kant (ondiepe bad ook begeleiding). De leerlingen mogen het water pas in als het personeel van het zwembad aanwezig is. De leerlingen mogen niet zonder toezicht of begeleiding in het lokaal zijn. Losse kledingstukken worden uitgetrokken, lange haren in een staart gebonden en sieraden gaan af. Machines en gereedschappen worden volgens voorschrift en veiligheidsnorm onder begeleiding van een leerkracht of bevoegd persoon gebruikt. 79

81 Taxivervoer Veiligheid In eigen auto Afwijkende tijden Zelfstandig naar school komen Vervoer door eigen ouders Personeel let op de veiligheid van de leerlingen tijdens het uit- en instappen van de taxi s. Zij attenderen chauffeurs op gevaarlijke situaties. Bus-groepjes gaan onder begeleiding, naar de taxi s toe. Eén personeelslid gaat niet met 1 leerling in de auto naar de winkel, e.d. Met toestemming van de ouders/verzorgers mag men wel met 1 leerling in de auto naar huis rijden. Tijdens het vervoer in de privé-auto dragen de inzittenden een gordel. Alleen na/in overleg met de ouders/verzorgers laat het personeel een leerling eerder met de taxi naar huis gaan. Bij twijfel over afwijkende aankomst- en vertrektijden is er telefonisch contact. De ouders/verzorgers van leerlingen die zelfstandig naar school komen dragen hier zelf de verantwoording voor. De kinderen buiten bij de schoolpoort brengen. Niet in de klas. Opmerkingen: 1. Waar bovenstaande gedragsregels niet in voorzien, wordt elk personeelslid geacht te handelen naar de geest van deze gedragscode. 2. Soms moet er van de regels afgeweken worden. Dit wordt dan, in overleg met de ouders/verzorgers, bepaald. De directie wordt hiervan ook op de hoogte gesteld. 3. Het kan voorkomen dat ouders/verzorgers hun schriftelijke goedkeuring dienen te geven, of om schriftelijke toestemming worden gevraagd, indien er afgeweken wordt van bepaalde gedragsregels 80

82 Bijlage 5 Samenvatting Schoolondersteuningsprofiel Speciaal (Basis) Onderwijs (SO) en Perspectief op School (POS)* (VSO) Ondersteuning Specifieke ondersteuning leren en ontwikkeling - Adaptief onderwijs (relatie, competentie, autonomie) - Maximaal drie niveaugroepen per klas - Inzet onderwijsassistent, eventueel inzet schaduwtraining (PGB) - Gebruik van pictogrammen (dagschema) - Inzet time-timers - Afwisseling inspanning en ontspanning (activerende werkvormen, energizers) - Opbrengstgericht werken met passend lesmodel - Technieken van Teach like a Champion Specifieke ondersteuning sociaal-emotioneel en gedrag - Adaptief onderwijs (relatie, competentie, autonomie) - Inzet onderwijsassistent, eventueel inzet schaduwtraining (PGB) - Methodes voor sociaal-emotionele ontwikkeling, afgestemd op de behoeftes van de zml-leerling - Gebruik van plustaal - Voorbespreken van sociale situaties - Humane begeleidingstechnieken Aanwezige ondersteuning op de Parkschool Onderwijs in de groep: - Groepsleerkrachten - Vakleerkrachten (gymnastiek, huishoudkunde (VSO), algemene techniek (VSO), tuin (VSO), arbeidstraining (VSO)) - Onderwijsassistenten Ondersteuning in de groep: - Intern begeleiders/ zorgcoördinatoren - Orthopedagogen - Psychologe - Psychologisch assistent 81