Afweging tracés omleidingsweg Anzegem

Transcriptie

1 Afweging tracés omleidingsweg Anzegem DIENST RUIMTELIJKE PLANNING OKTOBER 2018 Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 1/32

2 Inhoudsopgave Historiek... 3 Omleidingsweg tracé Omleidingsweg tracé Omleidingsweg tracé Omleidingsweg tracé 3bis Omleidingsweg tracé Noord A Omleidingsweg tracé Noord B Algemene afweging Bijlagen Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 2/32

3 Historiek 1. Aanleiding Bij de opmaak van het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen (PRS-WV) heeft het provinciebestuur de oefening gemaakt welke wegen de functie van secundaire weg opnemen op haar grondgebied. Hierbij werd de N382, die de dorpskern van Anzegem doorsnijdt, als secundaire weg geselecteerd. Samen met de N8 verzorgt de N382 immers een belangrijke verzamelende functie in het Leie-Scheldeinterfluvium. De doortocht van deze secundaire weg in Anzegem zorgt sinds geruime tijd voor een aantasting van de leefbaarheid en verkeersveiligheid. Gezien de provincie West-Vlaanderen bevoegd is voor de secundaire wegen op haar grondgebied, heeft het gemeentebestuur van Anzegem in 2005 en 2006 de vraag gericht tot het provinciebestuur om de mogelijkheid van een ringweg (of omleidingsweg) rond de kern Anzegem te onderzoeken. 2. Historiek Teneinde de wenselijkheid en haalbaarheid van een omleidingsweg te kunnen bepalen, werd in het provinciaal beleidskader bijkomende omleidingswegen op secundair niveau toegepast op de situatie in Anzegem. Op basis van deze resultaten heeft de deputatie eind 2008 beslist dat de aanleg van een ringweg gerechtvaardigd is. Hierbij werden vier mogelijke omleidingstracés naar voor geschoven, twee ten westen en twee ten oosten van Anzegem (figuur 1). FIGUUR 1: VIER OMLEIDINGSTRACÉS ALS BASIS VOOR VERDER ONDERZOEK Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 3/32

4 Door middel van een plan-mer werden deze vier omleidingstracés grondig tegenover elkaar afgewogen. Medio 2011 wordt het plan-mer voor de omleidingsweg goedgekeurd door de dienst MER van de Vlaamse overheid. In het plan-mer worden de conclusies van het vooronderzoek die de provincie in 2008 heeft uitgevoerd, bevestigd. Het tracé West A (rood tracé op figuur 1) wordt als voorkeurstracé aangeduid in het plan-mer (figuur 2). FIGUUR 2: VOORKEURSTRACÉ WEST-A UIT HET PLAN-MER 2011 Ondertussen werd door de dienst mobiliteit van de provincie begin 2011 een studie opgestart waarin de mobiliteit voor het ganse interfluvium Schelde-Leie wordt onderzocht en waarbij het de bedoeling is een aantal beleidsaanbevelingen te formuleren. Ook de omleidingsweg Anzegem wordt in deze studie belicht. De resultaten van de regionale mobiliteitsstudie bevestigen nogmaals de noodzaak van een omleidingsweg. De regionale mobiliteitsstudie Interfluvium wordt in het voorjaar 2012 door de deputatie goedgekeurd. Op basis van de resultaten van bovenstaande studies, beslist de deputatie in mei 2012 en juni 2013 om een provinciaal RUP op te maken voor het vastleggen van een reservatiestrook voor het tracé West A in functie van een omleidingsweg rond Anzegem. Eén van de bijkomende aandachtspunten was hierbij dat het tracé West A verder dient onderzocht te worden en desgewenst dient bijgestuurd op basis de visie van Infrabel om in het studiegebied, indien mogelijk, één of meerdere spoorwegovergangen af te sluiten, in het bijzonder deze van de N382 zelf. Rekening houdende met deze vraag, werd beslist om door middel van een technisch-ruimtelijk vooronderzoek een aantal varianten op dit Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 4/32

5 tracé West A verder uit te werken, met de focus op het gebied ter hoogte van de spoorlijn Kortrijk-Oudenaarde. Uit dit technisch-ruimtelijk vooronderzoek 2015 zijn een 4-tal tracés weerhouden, waaronder ook het voorkeurstracé West A uit het plan-mer uit 2011 zelf (figuur 3). FIGUUR 3: DE VARIATIES OP TRACÉ WEST A VANUIT HET TECHNISCH-RUIMTELIJK VOORONDERZOEK 2015 Momenteel worden deze vier tracés onderworpen aan verder onderzoek. Enerzijds is er een nieuwe plan-mer in opmaak, waarbij de impact van de vier tracés op vlak van milieu in kaart wordt gebracht. Daarnaast wordt er een landbouweffectenrapport (LER) uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij om de effecten op het functioneren van de landbouw in het gebied te kennen. Bij de uitwerking van het nieuwe plan-mer is vanuit verschillende milieudisciplines gebleken dat er ter hoogte van de Landergemstraat een aantal negatieve effecten te verwachten zijn, waarvoor verschillende milderende maatregelen noodzakelijk zijn. Zo ligt het tracé in de loop van een beek, waardoor deze moet verlegd worden en de ruimteinname een stuk groter zal zijn dan eerst gedacht. Daarnaast zijn er ook op vlak van geluid een relatief groot aantal gehinderden, waardoor ook hiervoor extra milderende maatregelen moeten genomen worden. Als alternatief voor het milderen van de negatieve effecten op de huidige locatie (ter plaatse milderen), wat resulteert in bijkomende negatieve effecten op vlak van ruimte-inname, werd gezocht naar een alternatief voor het tracé ter hoogte van de Landergemstraat met name tracé Noord-B (figuur 4). Dit alternatief tracé wordt eveneens meegenomen in het in opmaak zijnde landbouweffectenrapport, waarbij de betrokken landbouwer bijkomend werd bevraagd door de Vlaamse Landmaatschappij. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 5/32

6 FIGUUR 4: BIJKOMENDE TRACÉ NOORD B TER HOOGTE VAN LANDERGEMSTRAAT Op de bespreking van het ontwerp plan-mer dd. 15 februari 2018 werd in samenspraak met de dienst MER en de gemeente Anzegem besloten om het plan-mer opnieuw ter inzage te leggen. De verschuiving van het tracé als milderende maatregel vloeit immers voort uit de milieubeoordeling in het plan-mer zelf. Hierdoor was de ligging van het tracé nog niet gekend ten tijde van eerste terinzagelegging (oktober 2016), waardoor bewoners en belanghebbenden niet de kans hebben gekregen om in te spreken op deze nieuwe variant. Deze nieuwe terinzagelegging ging door van 3 april 2018 tot en met 2 mei Op basis van de tweede terinzagelegging heeft de dienst MER op 15 juni 2018 aanvullende richtlijnen uitgevaardigd. Op basis van deze aanvullende richtlijnen werd de ontwerptekst van het plan-mer waar nodig aangevuld en/of gecorrigeerd. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 6/32

7 Omleidingsweg tracé 1 1. Situering tracé Zie kaart in bijlage 2. Plan-MER Discipline mobiliteit Tracévariant 1 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten in het centrum van Anzegem: daling met ca. 75%, zeer sterke daling aandeel vrachtverkeer (het aandeel vrachtverkeer wordt gereduceerd tot 5-6%). Dit leidt tot een positieve impact op de verkeersveiligheid in het centrum. Het aandeel vrachtverkeer ter hoogte van de Statiestraat/stationsomgeving daalt niet. Hierdoor verbetert de verkeersveiligheid ter hoogte van de stationsomgeving niet. Omliggende wegennet: o Verkeersintensiteiten: Grote Leiestraat +10% (blijft zeer druk), Bevrijdingslaan -5% (blijft zeer druk), Vichtsesteenweg -22%, Berglaan: - 62% (sterke toename verkeersveiligheid), Tiegemberg: verdubbeling intensiteiten (tot ca. 170 PAE) o Aandeel vrachtverkeer: stijging op Grote Leiestraat en Bevrijdingslaan (<8%) o Verschuiving verkeersstromen relatief beperkt (m.u.v. Tiegemberg) N36 (Tiegemstraat): stijging van de verkeersintensiteiten met ca. 5%, het aandeel vrachtverkeer stijgt met ca. 10% Doorsnijden Belsbruggestraat: toename omrijfactor met 3 min (gemotoriseerd verkeer) en 7 min (fietsers) voor bewoners ten zuiden van spoorlijn die richting Anzegem centrum moeten Doorsnijden Krommestraat: bereikbaarheid woningen en landbouwbedrijf garanderen Kenmerken van het tracé zelf: bochtig verloop ter hoogte van de Berglaan Discipline geluid Het geluidsklimaat in het centrum van Anzegem verbetert aanzienlijk, met een daling tot 6,2 db(a) Het geluidsklimaat in de stationsomgeving en in de Statiestraat blijft ongewijzigd. Milderende maatregelen zijn nodig voor ca. 8 woningen in de Belsbruggestraat en ca. 6 woningen in de Krommestraat Discipline lucht Bij realisatie van tracévariant 1 stellen zich geen problemen wat betreft de luchtkwaliteit (geen wegsegmenten met een aanzienlijk negatieve of negatieve bijdrage voor NO2 en stof). De omleidingsweg heeft een positief effect op de luchtkwaliteit langs de N382 doorheen Anzegem. De luchtkwaliteit ter hoogte van de stationsomgeving verbetert niet bij deze variant. Langs de omleidingsweg zullen de concentraties NO2 licht stijgen t.o.v. de achtergrondwaarden. De immissieconcentraties zullen evenwel vrij laag blijven en de luchtkwaliteitsdoelstellingen blijven voor alle verontreinigende stoffen gerespecteerd. Discipline bodem en grondwater Tracévariant 1 doorsnijdt percelen met een hoge erosiegevoeligheid, passende maatregelen noodzakelijk Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 7/32

8 Negatieve balans inzake grondverzet omwille van omvangrijke zones waar ophogingen of uitgravingen nodig zijn Door uitgraving is de kans reëel dat het tracé onder het niveau van het (hoogste) grondwaterpeil komt te liggen. Er dient vermeden dat er op deze manier een permanente of seizoensgebonden drainage ontstaat van het grondwater Discipline oppervlaktewater Op plaatsen waar er een grote helling aanwezig is, dient gekeken op welke manier de vereiste buffering en infiltratie kan gerealiseerd worden (zoals bijvoorbeeld een verzamelbuffer). De diepte van de langsgrachten mag niet van die aard zijn dat het grondwater gedraineerd wordt. Tracévariant 1 dwarst de Weedriesbeek (ter hoogte van Statiestraat) Discipline fauna en flora Tracévariant 1 leidt tot de minst negatieve effecten ten aanzien van fauna en flora aangezien deze variant ten noorden van de spoorweg blijft en het openruimtegebied ten zuiden van de spoorlijn mijdt. Zo wordt ook het VEN-gebied ter hoogte van de vallei van de Nederbeek niet doorkruist. Discipline landschap Het tracévariant loopt maximaal parallel aan de bestaande spoorinfrastructuur en sluit aan bij de kern Anzegem. Hierdoor is de versnippering van de percelen minimaal en blijft de groene structuur van de Nederbeek gevrijwaard. Hierdoor is er ook geen impact op de belevingswaarde van de open ruimte ten zuiden van de spoorlijn. Mogelijke bijkomende visuele en auditieve impact richting open ruimte blijft beperkt door de ligging ten noorden van de spoorlijn. Geen kunstwerken nodig die opvallend aanwezig zullen zijn in het landschap Discipline mens Een verbetering van de luchtkwaliteit in het centrum van Anzegem naar niet in de Statiestraat en de stationsomgeving. Groot aantal woningen met een verbeterd geluidsklimaat. Inname van ca. 9,6 ha landbouwgrond Inname van een schuur in de Kouterstraat en in de Berglaan wordt de laatste woning van het woonlint ingenomen + enkele achtertuinen. In de Belsbruggestraat wordt de laatste woning ingenomen in functie van milderende maatregelen. In de Statiestraat wordt een woning + achtertuin van een woning ingenomen. Tracévariant 1 sluit maximaal aan bij het noorden van de spoorlijn, waardoor er een minimale versnippering van landbouwpercelen plaatsvindt. Het perceel tussen de Berglaan en de spoorweg en de percelen ten westen van de Belsbruggestraat is niet meer toegankelijk: toegang garanderen De Krommestraat is niet meer toegankelijk via de Statiestraat. De spoorwegovergang ter hoogte van de Belsbruggestraat kan niet worden behouden. Minimale visuele hinder aangezien de weg quasi op maaiveld wordt gerealiseerd ter hoogte van de spoorlijn Voor de aansluiting met de Statiestraat wordt de weg wel in ophoging gerealiseerd: visuele hinder voor de woningen in de onmiddellijke omgeving Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 8/32

9 3. Landbouweffectenrapport (LER) Er worden 7 landbouwers rechtstreeks getroffen door tracévariant 1. Doordat het tracé parallel met de spoorlijn loopt, is de impact relatief beperkt. Het gaat immers over oppervlakteverlies waarbij er in de meeste gevallen geen restpercelen ontstaan. De percelen blijven in de meeste gevallen bereikbaar, met uitzondering van de 2 percelen van 2 landbouwers. Oplossingen zijn hierbij evenwel mogelijk (vb. bijkomende ontsluiting via de Berglaan) en kunnen onderzocht worden. In het LER wordt dit tracé als te verkiezen optie weerhouden, omwille van de minste negatieve impact op de landbouw. 4. Conclusie Tracévariant 1 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten en het aandeel vrachtverkeer in het centrum van Anzegem. Dit zorgt op zijn beurt voor een toename van de verkeersveiligheid enerzijds en een verbetering van de luchtkwaliteit en het geluidsklimaat anderzijds. Omwille van het feit dat deze variant ten noorden van de stationsomgeving terug aantakt op de N382 werken deze positieve effecten niet door ter hoogte van de stationsomgeving/statiestraat. Wat betreft de effecten op het omliggende wegennet wordt vastgesteld dat deze variant niet zorgt voor een afname van de verkeersintensiteiten en een afname van het aandeel vrachtverkeer op de N36, integendeel. Er treedt met andere woorden slechts een beperkte verschuiving van de verkeersstroom op, aangezien de N382 geen opmerkelijke winst in reistijd oplevert ten opzichte van de situatie zonder omleidingsweg om het hogere wegennet te bereiken. De spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem blijft immers zorgen voor een weerstand. Deze blijvende weerstand brengt ook met zich mee dat Tiegemberg gevoelig drukker wordt (is een alternatief voor de N382 tussen Kaster en Anzegem). In absolute aantallen blijft het verkeer hier evenwel aanvaardbaar (tot 170 PAE per uur/richting in de avondspits). Het positief effect hiervan is dat de bijkomende verkeersdruk op Kaster beperkt blijft. Bij deze variant dienen een woning en enkele delen van achtertuinen ingenomen te worden ter hoogte van de Berglaan, dient er een woning te verdwijnen in de Belsbruggestraat en wordt een woning en een achtertuin ingenomen in de Statiestraat. Aangezien deze variant ten noorden van de spoorweg blijft en gebundeld wordt met de bestaande spoorlijninfrastructuur, zijn de effecten op vlak van landbouw, natuur, landschap en mens minder negatief: Het openruimtegebied ten zuiden van de spoorlijn wordt niet aangesneden, waardoor ook de bestaande beekvallei van de Nederbeek (natuurgebied en VEN) niet wordt aangetast. De vallei van de Weedriesbeek wordt wel gekruist ter hoogte van de aansluiting op de Statiestraat De landbouwpercelen ten zuiden van de spoorweg worden niet versnipperd en het functioneren van de landbouw blijft, met uitzondering van een wijziging in de bereikbaarheid (o.a. de spoorwegovergang aan de Belsbruggestraat dient sowieso afgesloten te worden), nagenoeg dezelfde. Vanuit het LER wordt tracévariant 1 dan ook als de te verkiezen optie weerhouden Minder visuele en auditieve hinder door bundeling met spoorlijn (weg ligt grotendeels op maaiveld) Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 9/32

10 Omleidingsweg tracé 2 1. Situering tracé Zie kaart in bijlage 2. Plan-MER Discipline mobiliteit Tracévariant 2 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten in het centrum van Anzegem: daling met ca. 75%, zeer sterke daling aandeel vrachtverkeer (het aandeel vrachtverkeer wordt gereduceerd tot 3-4%). Dit leidt tot een positieve impact op de verkeersveiligheid in het centrum. Wat betreft de Statiestraat/stationsomgeving dalen de verkeersintensiteiten met ca. 80%. Het aandeel vrachtverkeer ter hoogte van de Statiestraat/stationsomgeving daalt tot ca. 2%. Hierdoor verbetert ook de verkeersveiligheid ter hoogte van de stationsomgeving sterk. Omliggende wegennet: o Verkeersintensiteiten: Grote Leiestraat +37% (zeer druk), Bevrijdingslaan +30% (zeer druk), Vichtsesteenweg -22%, Berglaan oost: -23% (toename verkeersveiligheid), Tiegemberg: +50% (beperktere stijging dan tracévariant 1) o Aandeel vrachtverkeer: sterke stijging op de Grote Leiestraat en de Bevrijdingslaan met ca. 25% o Duidelijker verschuiving van het verkeer, zeker ter hoogte van de Grote Leiestraat Bevrijdingslaan, wat negatiever is voor Kaster dan bij tracévariant 1 N36 (Tiegemstraat): sterke daling van de intensiteiten met ca. 37%. Het aandeel aandeel vrachtverkeer daalt met ca. 15%: positieve impact voor de kernen langs de N36 De Belsbruggestraat, Krommestraat en Zijptestraat worden doorsneden, waardoor er naar milderende maatregelen moet worden gezocht om aangelanden, in het bijzonder de aanwezige landbouwers, bereikbaar te houden. Kenmerken van het tracé zelf: minder overzichtelijk door gebruik tunnel en bochtig tracé. Een tunnel is gunstiger voor fietsers (eerst dalen, dan stijgen). Discipline geluid Het geluidsklimaat in het centrum verbetert aanzienlijk, met een daling tot 8 db(a) Het geluidsklimaat in de stationsomgeving en in de Statiestraat verbetert eveneens. Milderende maatregelen nodig voor ca. 8 woningen in de Belsbruggestraat, ca. 8 woningen in de Krommestraat, ca. 4 woningen in de Zijptestraat/Oude Pontstraat Discipline lucht Bij realisatie van tracévariant 2 stellen zich geen problemen wat betreft de luchtkwaliteit (geen wegsegmenten met een aanzienlijk negatieve of negatieve bijdrage voor NO2 en stof). De omleidingsweg heeft een positief effect op de luchtkwaliteit langs de N382 doorheen Anzegem en de stationsomgeving. Langs de omleidingsweg zullen de concentraties NO2 licht stijgen t.o.v. de achtergrondwaarden. Ter hoogte van de aantakking van de omleidingsweg met de Bevrijdingslaan wordt een negatief effect verwacht inzake NO2 (NOx stijgt tot ca. 18 µg/m³, richtwaarde WHA 40 µg/m³). De immissieconcentraties zullen evenwel vrij laag blijven en de luchtkwaliteitsdoelstellingen blijven voor alle verontreinigende stoffen gerespecteerd. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 10/32

11 Discipline bodem en grondwater Tracévariant 2 doorsnijdt percelen met een hoge erosiegevoeligheid, passende maatregelen noodzakelijk Tracévariant 2 heeft een uitgesproken negatieve balans inzake grondverzet omwille van de omvangrijke uitgraving die noodzakelijk is voor de tunnelconstructie Door de uitgraving is de kans reëel dat het tracé onder het niveau van het (hoogste) grondwaterpeil komt te liggen. Er dient vermeden dat er op deze manier een permanente of seizoensgebonden drainage ontstaat van het grondwater Gezien de configuratie van de tunnel, het reliëf en de diepte van de insnijding (tot in de tertiaire klei) is de kans groot dat de tunnelconstructie een impact zal hebben op de grondwaterstromingen. Dit kan resulteren in een permanente vernatting opwaarts en verdroging afwaarts. Maatregelen zijn vereist om deze impact te beperken. Discipline oppervlaktewater Op plaatsen waar er een grote helling aanwezig is, dient gekeken op welke manier de vereiste buffering en infiltratie kan gerealiseerd worden (zoals bijvoorbeeld een verzamelbuffer). De diepte van de langsgrachten mag niet van die aard zijn dat het grondwater gedraineerd wordt. Er kan niet uitgesloten worden dat bij tracévariant 2 de invloedstraal van de bemaling bij aanleg van de tunnel tot aan een waterloop zal reiken (zijloop van de Weedriesbeek). Dwarsing van een zijbeek van de Weedriesbeek, de Nederbeek en de Bassegembeek Discipline fauna en flora Het VEN-gebied ter hoogte van de vallei van de Nederbeek wordt ingenomen (soortenarm cultuurgrasland met houtkant (zwarte els en wilg)) Geen inname van soortenrijk cultuurgrasland ten zuiden van de spoorlijn Nieuwe barrière/bijkomende versnippering in de open ruimte ten zuiden van de spoorweg De versnippering wordt ingeperkt door de parallelle loop van een deel van het tracé aan de noordzijde van de spoorlijn Tunnel onder de spoorlijn: mogelijke impact op de grondwaterstroming Discipline landschap De tracévariant loopt deels parallel ten noorden van de bestaande spoorinfrastructuur waardoor de versnippering minder groot is. De tracévariant sluit aan bij de bebouwing (bedrijfsgebouwen). De groene lijnstructuur van de Nederbeek wordt doorsneden. Mogelijke impact op de belevingswaarde van de open ruimte ten zuiden van de spoorlijn. Geen kunstwerken nodig die opvallend aanwezig zullen zijn in het landschap door de verzonken ligging ter hoogte van de spoorlijn. Hierdoor wordt mogelijke bijkomende auditieve en visuele impact enigszins beperkt. Discipline mens Er treedt een verbetering van de luchtkwaliteit op in het centrum van Anzegem én in de Statiestraat/stationsomgeving. Een zeer groot aantal woningen met een verbeterd geluidsklimaat Inname van ca. 12,8 ha landbouwgrond De woning en de tuin(en) ter hoogte van de Berglaan kunnen behouden blijven Inname van natuurgebied bij het kruisen van de Nederbeek Tracévariant 2 sluit deels aan bij het noorden van de spoorlijn, waardoor er hier een relatief beperkte versnippering van landbouwpercelen plaatsvindt (er ontstaat wel een restperceel tussen de spoorlijn en de omleidingsweg). Ten zuiden van de spoorlijn treedt er wel een versnippering op Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 11/32

12 Deze tracévariant sluit maximaal aan bij de bebouwing (bedrijfsgebouwen) Het perceel tussen de Berglaan en de spoorlijn wordt onbruikbaar De percelen ten westen van de Belsbruggestraat zijn vermoedelijk nog toegankelijk De spoorwegovergang ter hoogte van de Belsbruggestraat kan niet worden behouden. Het knippen van de Zijptestraat en de Krommestraat vormt een knelpunt inzake bereikbaarheid van de landbouwfunctie en de aanwezige woningen: onderdoorgang noodzakelijk. Bovendien is het kruispunt van de Krommestraat met de Lindestraat niet geschikt voor landbouwvoertuigen: aanpassen kruispunt. Visuele impact door de weg in ophoging alvorens in tunnel te gaan ter hoogte van de spoorlijn. Visuele impact voor de bewoning ten zuiden van de spoorlijn (de weg ligt hier wel grotendeels onder of op maaiveld). 3. Landbouweffectenrapport (LER) Deel ten noorden van de spoorlijn Ten noorden van de spoorlijn zijn er vier landbouwers rechtstreeks getroffen door tracévariant 2. In tegenstelling tot tracévariant 1 gaat het bij drie van de vier landbouwers om een grotere inname van het landbouwareaal omwille van de ruimte die nodig is voor de sleuf van de ondertunneling van de omleidingsweg. Eén relatief groot perceel van (ca. 2 ha) gaat zo goed als volledig verloren. De bereikbaarheid van een aantal percelen zal mogelijk ook dienen herbekeken te worden (idem aan tracévariant 1). Oplossingen zijn evenwel mogelijk vanuit de Berglaan of Belsbruggestraat. Deel ten zuiden van de spoorlijn Ten zuiden van de spoorlijn worden er vier landbouwers (rechtstreeks) getroffen door tracévariant 2. Eén landbouwer wordt zwaar getroffen in die zin dat het tracé dicht bij de landbouwzetel ligt en een groot aaneengesloten deel van de huiskavels wordt afgesneden van de bedrijfsvoering. De overige drie landbouwers worden minder zwaar getroffen. De impact bestaat uit inname van landbouwareaal en het ontstaan van restpercelen. Net als bij de andere varianten is het ook hier van belang dat er milderende maatregelen worden getroffen om de bereikbaarheid van de landbouwzetels en de percelen te garanderen. Zo wordt bij tracévariant 2 een eiland gecreëerd in het geval de spoorwegovergang aan de Krommestraat zou worden afgesloten. Ook zonder afsluiten van de spoorwegovergang zal een onderdoorgang ter hoogte van het kruisen van de Krommestraat noodzakelijk zijn. Ook het knippen van de Zijptestraat dient gemilderd (onderdoorgang of parallelweg), aangezien de Zijptestraat voor een aantal landbouwers een belangrijke ontsluitingsweg is. Ontsluiten via de Oudepontstraat (smalle holle weg) of de Lindestraat (onaangepast kruispunt, smalle weg) is op vandaag niet mogelijk. 4. Conclusie Tracévariant 2 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten en het aandeel vrachtverkeer in het centrum van Anzegem én ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem. Dit zorgt op zijn beurt voor een toename in de verkeersveiligheid enerzijds en een verbetering van de luchtkwaliteit en het geluidsklimaat anderzijds. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 12/32

13 Wat betreft de effecten op het omliggende wegennet wordt vastgesteld dat deze tracévariant eveneens zorgt voor een afname van de verkeersintensiteiten en een afname van het aandeel vrachtverkeer op de N36. Er treedt met andere woorden een gedeeltelijke verschuiving op van de verkeersstromen op de N36 (lokale weg) naar de N382 (secundaire weg), wat een positief effect heeft op de kernen langs deze weg (Tiegem, Ingooigem en Vichte). De weerstand veroorzaakt door de spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem wordt immers weggenomen. Deze verschuiving van de verkeersstromen zorgt er voor dat de verkeersintensiteiten op de Grote Leiestraat (N382 ten noorden van Anzegem) en de Bevrijdingslaan/Kaster (N382 ten zuiden van Anzegem) gevoelig stijgen, wat een aangepaste inrichting van de weg zal vragen (o.a. vrijliggende fietspaden, verkeersremmende maatregelen in de doortocht van Kaster). De verkeersintensiteiten op Tiegemberg stijgen, maar minder dan bij tracévariant 1 (Tiegemberg is een minder aantrekkelijk alternatief dan de N382 tussen Kaster en Anzegem bij dit scenario omwille van het wegvallen van de weerstand van spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving). Bij deze tracévariant dienen geen woningen onteigend te worden. De bundeling met de bestaande spoorinfrastructuur is bij tracévariant 2 beperkter, het landschap ten zuiden van de omleidingsweg wordt doorsneden. Hierbij blijft de tracévariant wel zo dicht mogelijk bij de nederzettingsstructuur (o.a. bedrijfsgebouwen Abriso). De effecten op vlak van landbouw, natuur, landschap en mens zijn groter dan bij tracévariant 1: Het openruimtegebied ten zuiden van de spoorlijn wordt aangesneden, waardoor ook de bestaande beekvallei van de Nederbeek (natuurgebied en VEN) wordt aangetast. De landbouwpercelen ten noorden van de spoorweg worden deels ingenomen, vooral in functie van de tunnel onder de spoorlijn, wat voor ruime taluds zorgt. Naast de ruimte-inname dient ook de bereikbaarheid van de restende percelen bekeken te worden. De landbouwpercelen ten zuiden van de spoorlijn worden doorsneden, wat voor één landbouwer zware gevolgen heeft, aangezien er een groot deel van de huiskavel wordt afgesneden van de bedrijfszetel. Eén landbouwer verliest een beperkt deel van een huiskavel. Voor de overige getroffen landbouwers gaat het ofwel om inname van landbouwareaal en/of een gewijzigde bereikbaarheid. Er zullen dan ook milderende maatregelen nodig zijn om de effecten van het knippen van de Krommestraat en de Zijptestraat te milderen. Meer visuele en auditieve hinder voor omwonenden in het gebied ten zuiden van de spoorlijn. Het kruisen van de spoorlijn door middel van een tunnel heeft enerzijds het voordeel dat de visuele en auditieve impact beperkt wordt. Anderzijds heeft de tunnelconstructie als belangrijke nadelen dat deze minder verkeersveilig is (minder overzichtelijk en bochtig tracé) en dat er belangrijke negatieve effecten kunnen ontstaan op vlak van grondwaterstroming (verdroging en vernatting) en op de grondwatertafel (o.a. effect op de zijloop van Weedriesbeek). Dit heeft op zijn beurt ook weer negatieve effecten op landbouw en fauna/flora. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 13/32

14 Omleidingsweg tracé 3 1. Situering tracé Zie kaart in bijlage 2. Plan-MER Discipline mobiliteit Tracévariant 3 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten in het centrum van Anzegem: daling met ca. 75%, zeer sterke daling aandeel vrachtverkeer (het aandeel vrachtverkeer wordt gereduceerd tot 3-4%). Dit leidt tot een positieve impact op de verkeersveiligheid in het centrum. Wat betreft de Statiestraat/stationsomgeving dalen de verkeersintensiteiten met ca. 80%. Het aandeel vrachtverkeer ter hoogte van de Statiestraat/stationsomgeving daalt tot ca. 2%. Hierdoor verbetert ook de verkeersveiligheid ter hoogte van de stationsomgeving sterk. Omliggende wegennet: o o o Verkeersintensiteiten: Grote Leiestraat +37% (zeer druk), Bevrijdingslaan +30% (zeer druk), Vichtsesteenweg -22%, Berglaan oost: -23% (toename verkeersveiligheid), Tiegemberg: +50% (beperktere stijging dan tracévariant 1) Aandeel vrachtverkeer: sterke stijging op de Grote Leiestraat en de Bevrijdingslaan met ca. 25% Duidelijker verschuiving van het verkeer, zeker ter hoogte van de Grote Leiestraat Bevrijdingslaan, wat negatiever is voor Kaster dan bij tracévariant 1 N36 (Tiegemstraat): sterke daling van de intensiteiten met ca. 37%. Het aandeel aandeel vrachtverkeer daalt met ca. 15%: positieve impact voor de kernen langs de N36 De Belsbruggestraat, de Krommestraat en de Zijptestraat worden doorsneden, waardoor er naar milderende maatregelen moet worden gezocht om de aangelanden, in het bijzonder de aanwezige landbouwers, bereikbaar te houden. Kenmerken van het tracé zelf: Meer overzichtelijk gezien de weg in brug over de spoorlijn gaat. Een brug is minder gunstig voor fietsers (eerst stijgen, dan dalen). Discipline geluid Het geluidsklimaat in het centrum verbetert aanzienlijk, met een daling tot 8 db(a) Het geluidsklimaat in de stationsomgeving en in de Statiestraat verbetert eveneens. Er zijn milderende maatregelen nodig voor ca. 8 woningen in de Belsbruggestraat, ca. 3 woningen in de Krommestraat en ca. 4 woningen in de Zijptestraat/Oudepontstraat Discipline lucht Bij de realisatie van tracévariant 3 stellen er zich geen problemen wat betreft de luchtkwaliteit (geen wegsegmenten met een aanzienlijk negatieve of negatieve bijdrage voor NO2 en stof). De omleidingsweg heeft een positief effect op de luchtkwaliteit langs de N382 doorheen Anzegem en de stationsomgeving. Langs de omleidingsweg zullen de concentraties NO2 licht stijgen t.o.v. de achtergrondwaarden. Ter hoogte van de aantakking van de omleidingsweg met de Bevrijdingslaan wordt een negatief effect verwacht inzake NO2 (NOx stijgt tot ca. 18 µg/m³, richtwaarde WHA 40 µg/m³). De immissieconcentraties zullen evenwel vrij laag blijven en de luchtkwaliteitsdoelstellingen blijven voor alle verontreinigende stoffen gerespecteerd. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 14/32

15 Discipline bodem en grondwater Tracévariant 3 doorsnijdt percelen met een hoge erosiegevoeligheid, passende maatregelen noodzakelijk De brugconstructie heeft geen invloed op de grondwaterstromingen Discipline oppervlaktewater Op plaatsen waar er een grote helling aanwezig is, dient gekeken op welke manier de vereiste buffering en infiltratie kan gerealiseerd worden (zoals bijvoorbeeld een verzamelbuffer). De diepte van de langsgrachten mag niet van die aard zijn dat het grondwater gedraineerd wordt. Dwarsing van een zijbeek van de Weedriebeek, de Nederbeek en de Bassegembeek Discipline fauna en flora Het VEN-gebied ter hoogte van de vallei van de Nederbeek wordt ingenomen (soortenarm cultuurgrasland met houtkant (zwarte els en wilg)) Inname van soortenrijk cultuurgrasland ten zuiden van de spoorlijn (door aanleg van de brug) Er is voldoende ruimte aanwezig ter hoogte van de brug om de spoorwegbermen als ecologische corridor te behouden Nieuwe barrière/bijkomende versnippering in de open ruimte ten zuiden van de spoorweg De versnippering wordt ingeperkt door deels parallelle loop van het tracé aan de zuidzijde van de spoorlijn Discipline landschap De tracévariant loopt deels parallel ten zuiden van bestaande spoorinfrastructuur waardoor versnippering minder groot is. De variant sluit aan bij de bebouwing (bedrijfsgebouwen). De groene lijnstructuur van de Nederbeek wordt doorsneden. Mogelijke bijkomende visuele en auditieve impact op de belevingswaarde van de open ruimte. Deze impact wordt versterkt door de brug en bijhorende taluds ter hoogte van de kruising met de spoorlijn (hoogte 6,5m). Discipline mens Er treedt een verbetering van de luchtkwaliteit op in het centrum van Anzegem én in de Statiestraat/stationsomgeving. Een zeer groot aantal woningen met een verbeterd geluidsklimaat Inname van ca. 12 ha landbouwgrond De woning en de tuin(en) ter hoogte van de Berglaan kunnen behouden blijven Inname van natuurgebied bij het kruisen van de Nederbeek Tracévariant 3 sluit aan ten zuiden van de spoorlijn, waardoor er hier minder versnippering van landbouwpercelen plaatsvindt (er ontstaat wel een restperceel tussen de spoorlijn en de omleidingsweg). Ten oosten van de Belsbruggestraat treedt er wel een versnippering op De omleidingsweg sluit maximaal aan bij de bebouwing (bedrijfsgebouwen) De percelen ten westen van de Belsbruggestraat zijn nog toegankelijk De spoorwegovergang ter hoogte van de Belsbruggestraat kan worden behouden, maar heeft na de komst van de omleidingsweg nog weinig nut. Het knippen van de Zijptestraat en de Krommestraat vormt een knelpunt inzake bereikbaarheid van de landbouwfunctie en de woningen: onderdoorgang noodzakelijk. Bovendien is het kruispunt van de Krommestraat met de Lindestraat niet geschikt voor landbouwvoertuigen: aanpassen kruispunt. Visuele impact door de talud van de brug over de spoorlijn voor de woningen ten zuiden van de Berglaan en de bewoning ten zuiden van de spoorlijn. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 15/32

16 3. Landbouweffectenrapport (LER) Deel ten noorden van de spoorlijn De impact van tracévariant 3 ten noorden van de spoorweg (en ten zuiden van de Berglaan) beperkt zich tot het aansnijden van één perceel. Dit perceel zal grotendeels onbruikbaar worden. Deel ten zuiden van de spoorlijn Ten zuiden van de spoorlijn worden er acht landbouwers (rechtstreeks) getroffen door tracévariant 3. Eén landbouwer wordt net zoals bij tracévariant 2 zwaar getroffen in die zin dat het tracé dicht bij de landbouwzetel ligt en een groot aaneengesloten deel van de huiskavels wordt afgesneden van de bedrijfsvoering. Twee landbouwers worden matig tot zwaar getroffen aangezien ca. 3,8 ha van de huiskavel wordt ingenomen door het tracé (vooral omwille van de grondinname door de talud voor de brug over de spoorlijn). Doordat tracévariant 3 wel relatief dicht bij de spoorlijn blijft ter hoogte van de twee gebruikers, is de versnippering van het totale landbouwareaal evenwel minder groot. Het resterende gedeelte van de huiskavels blijft met andere woorden een aaneengesloten geheel. De vijf overige landbouwers worden minder zwaar getroffen. De impact beperkt zich tot inname van landbouwareaal en het ontstaan van restpercelen. Net als bij de andere varianten is het ook hier van belang dat er milderende maatregelen worden getroffen om de bereikbaarheid van de landbouwzetels en de percelen te garanderen. Zo wordt ook bij tracévariant 3 (net als bij variant 2) een eiland gecreëerd in het geval de spoorwegovergang aan de Krommestraat zou worden afgesloten. Ook zonder afsluiten van de spoorwegovergang zal een onderdoorgang ter hoogte van het kruisen van de Krommestraat noodzakelijk zijn. Ook het knippen van de Zijptestraat dient gemilderd (onderdoorgang of parallelweg), aangezien de Zijptestraat voor een aantal landbouwers een belangrijke ontsluitingsweg is. Ontsluiten via de Oudepontstraat (smalle holle weg) of de Lindestraat (onaangepast kruispunt, smalle weg) is op vandaag niet mogelijk. 4. Conclusie Tracévariant 3 zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten en het aandeel vrachtverkeer in het centrum van Anzegem én ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem. Dit zorgt op zijn beurt voor een toename in de verkeersveiligheid enerzijds en een verbetering van de luchtkwaliteit en het geluidsklimaat anderzijds. Wat betreft de effecten op het omliggende wegennet wordt vastgesteld dat deze tracévariant eveneens zorgt voor een afname van de verkeersintensiteiten en een afname van het aandeel vrachtverkeer op de N36. Er treedt met andere woorden een gedeeltelijke verschuiving op van de verkeersstromen op de N36 (lokale weg) naar de N382 (secundaire weg), wat een positief effect heeft op de kernen langs deze weg (Tiegem, Ingooigem en Vichte). De weerstand veroorzaakt door de spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem wordt immers weggenomen. Deze verschuiving van de verkeersstromen zorgt er voor dat de verkeersintensiteiten op de Grote Leiestraat (N382 ten noorden van Anzegem) en de Bevrijdingslaan/Kaster (N382 ten zuiden van Anzegem) gevoelig stijgen, wat een aangepaste inrichting van de weg zal vragen (o.a. vrijliggende fietspaden, verkeersremmende maatregelen in de doortocht van Kaster). De verkeersintensiteiten op Tiegemberg stijgen, maar minder dan bij tracévariant 1 (Tiegemberg is een minder aantrekkelijk alternatief dan de N382 tussen Kaster en Anzegem bij dit scenario omwille van het wegvallen van de weerstand van spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving). Bij deze tracévariant dienen geen woningen onteigend te worden. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 16/32

17 De bundeling met de bestaande spoorinfrastructuur is bij tracévariant 3 beperkter, het landschap ten zuiden van de omleidingsweg wordt doorsneden. Hierbij blijft de tracévariant wel zo dicht mogelijk bij de nederzettingsstructuur (o.a. bedrijfsgebouwen Abriso). De effecten op vlak van landbouw, natuur, landschap en mens zijn groter dan bij tracévariant 1: Het openruimtegebied ten zuiden van de spoorlijn wordt aangesneden, waardoor ook de bestaande beekvallei van de Nederbeek (natuurgebied en VEN) wordt aangetast. De landbouwpercelen ten noorden van de spoorlijn worden niet ingenomen De landbouwpercelen ten zuiden van de spoorlijn worden doorsneden, wat voor één landbouwer zware gevolgen heeft, aangezien er een groot deel van de huiskavel wordt afgesneden van de bedrijfszetel. Voor twee andere landbouwers heeft tracévariant 3 tot gevolg dat er ca. 3,8 ha van de huiskavel wordt ingenomen. Doordat tracévariant 3 wel relatief dicht bij de spoorlijn blijft ter hoogte van deze twee gebruikers, blijft resterende gedeelte van de huiskavels een aaneengesloten geheel. Voor de overige getroffen landbouwers gaat het ofwel om inname van landbouwareaal en/of een gewijzigde bereikbaarheid. Er zullen dan ook milderende maatregelen nodig zijn om de effecten van het knippen van de Krommestraat en de Zijptestraat te milderen. Meer visuele en auditieve hinder voor omwonenden in het gebied ten zuiden van de spoorlijn. Het kruisen van de spoorlijn door middel van een brug heeft enerzijds het nadeel dat de visuele en auditieve impact gevoelig toeneemt ten aanzien van de tunnelvariant. Anderzijds heeft de brug als belangrijke voordelen dat deze de grondwaterstroming en de watertafel niet aantast en dat deze naar verkeersveiligheid beter scoort (minder scherpe bocht en overzichtelijker). Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 17/32

18 Omleidingsweg tracé 3bis 1. Situering tracé Zie kaart in bijlage 2. Plan-MER Discipline mobiliteit Tracévariant 3bis zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten in het centrum van Anzegem: daling met ca. 75%, zeer sterke daling aandeel vrachtverkeer (het aandeel vrachtverkeer wordt gereduceerd tot 3-4%). Dit leidt tot een positieve impact op de verkeersveiligheid in het centrum. Wat betreft de Statiestraat/stationsomgeving dalen de verkeersintensiteiten met ca. 80%. Het aandeel vrachtverkeer ter hoogte van de Statiestraat/stationsomgeving daalt tot ca. 2%. Hierdoor verbetert ook de verkeersveiligheid ter hoogte van de stationsomgeving sterk. Omliggende wegennet: o Verkeersintensiteiten: Grote Leiestraat +37% (zeer druk), Bevrijdingslaan +30% (zeer druk), Vichtsesteenweg -22%, Berglaan oost: -23% (toename verkeersveiligheid), Tiegemberg: +50% (beperktere stijging dan tracévariant 1) o Aandeel vrachtverkeer: sterke stijging op de Grote Leiestraat en de Bevrijdingslaan met ca. 25% o Duidelijker verschuiving van het verkeer, zeker ter hoogte van de Grote Leiestraat Bevrijdingslaan, wat negatiever is voor Kaster dan bij tracévariant 1 N36 (Tiegemstraat): sterke daling van de intensiteiten met ca. 37%. Het aandeel aandeel vrachtverkeer daalt met ca. 15%: positieve impact voor de kernen langs de N36 De Belsbruggestraat, de Krommestraat en de Zijptestraat worden doorsneden, waardoor er naar milderende maatregelen moet worden gezocht om aangelanden, in het bijzonder de aanwezige landbouwers, bereikbaar te houden. Kenmerken van het tracé zelf: Meer overzichtelijk gezien de weg in brug over de spoorlijn gaat. Bovendien is het tracé minder bochtig waardoor het veiliger is. Een brug is minder gunstig voor fietsers (eerst stijgen, dan dalen) Discipline geluid Het geluidsklimaat in het centrum verbetert aanzienlijk, met een daling tot 9,2 db(a) Het geluidsklimaat in de stationsomgeving en in de Statiestraat verbetert eveneens. Milderende maatregelen zijn nodig voor ca. 3 woningen in de Krommestraat, ca. 10 woningen in de Zijptestraat/Oudepontstraat Discipline lucht Bij realisatie van tracévariant 3bis stellen zich geen problemen wat betreft de luchtkwaliteit (geen wegsegmenten met een aanzienlijk negatieve of negatieve bijdrage voor NO2 en stof). De omleidingsweg heeft een positief effect op de luchtkwaliteit langs de N382 doorheen Anzegem en de stationsomgeving. Langs de omleidingsweg zullen de concentraties NO2 licht stijgen t.o.v. de achtergrondwaarden. Ter hoogte van de aantakking van de omleidingsweg met de Bevrijdingslaan en in de buurt van Kaster, waar de woningen dicht tegen de weg zijn gelegen, wordt een negatief effect verwacht inzake NO2 (NOx stijgt tot ca. 18 µg/m³, richtwaarde WHA 40 µg/m³). De immissieconcentraties zullen evenwel vrij Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 18/32

19 laag blijven en de luchtkwaliteitsdoelstellingen blijven voor alle verontreinigende stoffen gerespecteerd. Discipline bodem en grondwater Tracévariant 3bis doorsnijdt percelen met een hoge erosiegevoeligheid, passende maatregelen noodzakelijk De brugconstructie heeft geen invloed op de grondwaterstromingen Discipline oppervlaktewater Op plaatsen waar er een grote helling aanwezig is, dient gekeken op welke manier de vereiste buffering en infiltratie kan gerealiseerd worden (zoals bijvoorbeeld een verzamelbuffer). De diepte van de langsgrachten mag niet van die aard zijn dat het grondwater gedraineerd wordt. Dwarsing van een zijbeek van de Weedriesbeek, de Nederbeek en de Bassegembeek Discipline fauna en flora Het VEN-gebied ter hoogte van de vallei van de Nederbeek wordt ingenomen (soortenarm cultuurgrasland met houtkant (zwarte els en wilg)) Inname van soortenrijk cultuurgrasland ten zuiden van de spoorlijn (door aanleg van de brug) Er is voldoende ruimte aanwezig ter hoogte van de brug om de spoorwegbermen als ecologische corridor te behouden Nieuwe barrière/bijkomende versnippering in de open ruimte ten zuiden van de spoorlijn Tracévariant 3bis wordt als het meest negatief beoordeeld, aangezien deze niet is gebundeld met reeds bestaande infrastructuur en zo de meeste versnippering, verstoring en barrièrevorming veroorzaakt. Discipline landschap Tracévariant 3bis is niet gebundeld met de bestaande spoorinfrastructuur waardoor de versnippering en de negatieve impact op de belevingswaarde van het open agrarisch landschap ten zuiden van de spoorlijn groter is. Tracévariant 3bis sluit niet aan bij de bebouwing (bedrijfsgebouwen). De groene lijnstructuur van de Nederbeek wordt doorsneden. Mogelijke bijkomende visuele en auditieve impact op de belevingswaarde van de open ruimte. Deze impact wordt versterkt door de brug en bijhorende taluds ter hoogte van de kruising met de spoorlijn (hoogte 6,5m). Discipline mens Er treedt een verbetering van de luchtkwaliteit op in het centrum van Anzegem én in de Statiestraat/stationsomgeving. Een zeer groot aantal woningen met een verbeterd geluidsklimaat Inname van ca. 11,6 ha landbouwgrond De woning en de tuin(en) ter hoogte van de Berglaan kunnen behouden blijven Inname van natuurgebied bij het kruisen van de Nederbeek Tracévariant 3bis is niet gebundeld met de spoorweginfrastructuur, waardoor er een maximale versnippering optreedt De percelen ten westen van de Belsbruggestraat zijn nog toegankelijk De spoorwegovergang ter hoogte van de Belsbruggestraat kan worden behouden Het knippen van de Zijptestraat en de Krommestraat vormt een knelpunt inzake bereikbaarheid van de aanwezige landbouwfunctie en de woningen: onderdoorgang noodzakelijk. Bovendien is het kruispunt van de Krommestraat met de Lindestraat niet geschikt voor landbouwvoertuigen: aanpassen kruispunt. Visuele impact door de talud van de brug over de spoorlijn voor de woningen ten zuiden van de Berglaan en de bewoning ten zuiden van de spoorlijn. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 19/32

20 3. Landbouweffectenrapport (LER) Deel ten noorden van de spoorlijn De impact van de tracévariant 3bis ten noorden van de spoorweg (en ten zuiden van de Berglaan) beperkt zich tot het aansnijden van één perceel. Dit perceel zal grotendeels onbruikbaar worden. Deel ten zuiden van de spoorlijn Ten zuiden van de spoorlijn worden er acht landbouwers (rechtstreeks) getroffen door variant 3bis. Bij variant 3bis worden twee landbouwers zwaar getroffen. Tracé 3bis ligt immers dicht bij een landbouwzetel en een groot aaneengesloten deel van de huiskavels wordt afgesneden van de bedrijfsvoering. Het aaneengesloten landbouwareaal wordt in twee delen opgesplitst. Eén landbouwer ziet een deel van een huiskavel afgesplitst worden van de overige huiskavels, hetzij wel minder ingrijpend dan bij tracévariant 2 en 3. De vijf overige landbouwers worden minder zwaar getroffen. De impact bestaat uit inname van landbouwareaal en het ontstaan van restpercelen. De restpercelen die ontstaan zijn evenwel omvangrijker dan bij tracévariant 2 en 3. Net als bij de andere varianten is het ook hier van belang dat er milderende maatregelen worden getroffen om de bereikbaarheid van de landbouwzetels en de percelen te garanderen. Zo wordt bij tracévariant 3bis een eiland gecreëerd in het geval de spoorwegovergangen aan de Krommestraat en de Belsbruggestraat zouden worden afgesloten. Ook zonder afsluiten van de spoorwegovergang zal er een onderdoorgang ter hoogte van het kruisen van de Krommestraat noodzakelijk zijn, onder andere ook voor de bereikbaarheid van de landbouwpercelen aan beide zijden van de omleidingsweg en de bereikbaarheid van het landbouwbedrijf zelf (keren is niet mogelijk). Ook het knippen van de Zijptestraat dient gemilderd (onderdoorgang of parallelweg), aangezien de Zijptestraat voor een aantal landbouwers een belangrijke ontsluitingsweg is. Ontsluiten via de Oudepontstraat (smalle holle weg) of de Lindestraat (onaangepast kruispunt, smalle weg) is op vandaag niet mogelijk. 4. Conclusie Tracévariant 3bis zorgt voor een gevoelige daling van de verkeersintensiteiten en het aandeel vrachtverkeer in het centrum van Anzegem én ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem. Dit zorgt op zijn beurt voor een toename in de verkeersveiligheid enerzijds en een verbetering van de luchtkwaliteit en het geluidsklimaat anderzijds. Wat betreft de effecten op het omliggende wegennet wordt vastgesteld dat deze tracévariant eveneens zorgt voor een afname van de verkeersintensiteiten en een afname van het aandeel vrachtverkeer op de N36. Er treedt met andere woorden een gedeeltelijke verschuiving op van de verkeersstromen op de N36 (lokale weg) naar de N382 (secundaire weg), wat een positief effect heeft op de kernen langs deze weg (Tiegem, Ingooigem en Vichte). De weerstand veroorzaakt door de spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving van Anzegem wordt immers weggenomen. Deze verschuiving van de verkeersstromen zorgt er voor dat de verkeersintensiteiten op de Grote Leiestraat (N382 ten noorden van Anzegem) en de Bevrijdingslaan/Kaster (N382 ten zuiden van Anzegem) gevoelig stijgen, wat een aangepaste inrichting van de weg zal vragen (o.a. vrijliggende fietspaden, verkeersremmende maatregelen in de doortocht van Kaster). De verkeersintensiteiten op Tiegemberg stijgen, maar minder dan bij tracévariant 1 (Tiegemberg is een minder aantrekkelijk alternatief dan de N382 tussen Kaster en Anzegem bij dit scenario omwille van het wegvallen van de weerstand van spoorwegovergang ter hoogte van de stationsomgeving). Bij deze tracévariant dienen geen woningen onteigend te worden. Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 20/32

21 Er is bij tracévariant 3bis geen bundeling met de bestaande spoorinfrastructuur waardoor het landschap ten zuiden van de omleidingsweg maximaal wordt doorsneden. De effecten op vlak van landbouw, natuur, landschap en mens zijn groter dan bij de overige tracévarianten: Het openruimtegebied ten zuiden van de spoorlijn wordt maximaal aangesneden, waardoor ook de bestaande beekvallei van de Nederbeek (natuurgebied en VEN) wordt aangetast. De versnippering, verstoring en barrièrewerking van de tracévariant 3bis in de open ruimtestructuur is het grootst van alle tracés De landbouwpercelen ten noorden van de spoorlijn worden niet ingenomen De landbouwpercelen ten zuiden van de spoorlijn worden doorsneden, wat voor twee landbouwers zware gevolgen heeft, aangezien er een groot deel van de huiskavel wordt afgesneden van de bedrijfszetel en het landbouwareaal in twee stukken wordt opgedeeld. Voor een andere landbouwer wordt een deel van de huiskavel afgesplitst van de overige huiskavels. Voor de overige getroffen landbouwers gaat het ofwel om inname van landbouwareaal en/of een gewijzigde bereikbaarheid. Er zullen dan ook milderende maatregelen nodig zijn om de effecten van het knippen van de Krommestraat en de Zijptestraat te milderen. Meer visuele en auditieve hinder voor omwonenden in het gebied ten zuiden van de spoorlijn. Het kruisen van de spoorlijn door middel van een brug heeft enerzijds het nadeel dat de visuele en auditieve impact gevoelig toeneemt ten aanzien van de tunnelvariant. Anderzijds heeft de brug als belangrijke voordelen dat deze de grondwaterstroming en de watertafel niet aantast en dat deze naar verkeersveiligheid beter scoort (3bis is de minst bochtige tracévariant waardoor overzichtelijk). Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 21/32

22 Omleidingsweg tracé Noord A 1. Situering tracé Zie kaart in bijlage 2. Plan-MER Discipline mobiliteit Er worden geen onderscheidende effecten verwacht tussen Noord A en Noord B op vlak van verkeersintensiteiten, wijzigingen in doorstroming, verkeersveiligheid of openbaar vervoer, aangezien de lengte van de tracés niet of nauwelijks van elkaar verschilt. Het kruispunt met de Landergemstraat komt bij tracé Noord A dichtbij de kruispunten van lokale wegen (Buyckstraat, Nieuwpoortstraat en Lange Winterstraat), wat bijkomende aandacht zal vragen bij de concretisering van het ontwerp (projectniveau). Discipline geluid Het potentieel aantal gehinderden is groter bij tracé Noord A. Er liggen verschillende woningen in de Lange Winterstraat, Landergemstraat en Buyckstraat tot dicht bij het tracé Noord A, waardoor milderende maatregelen nodig zijn. Discipline lucht Bij realisatie van tracévariant Noord A stellen zich geen problemen wat betreft de luchtkwaliteit (geen wegsegmenten met een aanzienlijk negatieve of negatieve bijdrage voor NO2 en stof). De omleidingsweg heeft een positief effect op de luchtkwaliteit langs de N382 doorheen Anzegem en de stationsomgeving. Langs de omleidingsweg zullen de concentraties NO2 licht stijgen t.o.v. de achtergrondwaarden. De immissieconcentraties zullen evenwel vrij laag blijven en de luchtkwaliteitsdoelstellingen blijven voor alle verontreinigende stoffen gerespecteerd. Bij Noord A liggen de woningen gemiddeld wel dichter bij de omleidingsweg, waardoor de immissieconcentraties ter hoogte van een aantal woningen iets hoger zijn. Het bijkomend effect is evenwel verwaarloosbaar. De woningen liggen evenwel windopwaarts ten aanzien van de heersende windrichting. Discipline bodem en grondwater Het risico op beïnvloeding van de grondwaterstroming en de daaruit resulterende permanente vernatting opwaarts en verdroging afwaarts kan niet uitgesloten worden. In functie van het ontwerp zal moeten nagegaan worden of maatregelen nodig zijn. Aansnijding percelen met een hoge erosiegevoeligheid over een iets langere afstand dan Noord B Discipline oppervlaktewater Tracé Noord A loopt ter hoogte van de kruising met de Landergemstraat samen met de vallei van een zijbeek van de Dommelbeek. De milderende maatregelen uit het plan-mer van 2011 worden niet ondersteund, met name het combineren van een verlegging van de waterloop met de langsgracht van de weg voor infiltratie, buffering en afvoer. Beiden dienen gescheiden te worden aangelegd in functie van het voorkomen van effecten ten aanzien van oppervlaktewaterkwaliteit. Dit brengt een bijkomend ruimtebeslag met zich mee ten aanzien van de huidige voorziene Afweging tracés omleidingsweg Anzegem 22/32