Visserijquota: Commissie wil visbestanden beter beschermen om stillegging van de visserij in 2004 te voorkomen

Transcriptie

1 IP/03/1656 Brussel, 4 December 2003 Visserijquota: Commissie wil visbestanden beter beschermen om stillegging van de visserij in 2004 te voorkomen Om te voorkomen dat de visserij in bepaalde visserijtakken in 2004 volledig moet worden stilgelegd, heeft de Commissie vandaag voorgesteld om 1) de huidige maatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden te consolideren, 2) deze maatregelen uit te breiden tot andere bedreigde bestanden, en 3) de vangstmogelijkheden voor nieuwe bestanden die als bedreigd worden aangemerkt, sterk te verlagen. Hierdoor blijft de continuïteit van de economische activiteit in de betrokken visserijtakken bewaard maar krijgen de uitgeputte bestanden toch een redelijke kans zich te herstellen, terwijl de gezondere bestanden worden beschermd. In afwachting van herstelplannen voor de langere termijn, zijn op korte termijn strengere maatregelen nodig met lagere totaal toegestane vangsten (TAC s), rechtstreekse beperkingen van de visserij (d.w.z. het aantal buitengaats door te brengen dagen), en controlemaatregelen om te garanderen dat de quota niet worden overschreden. De Commissie zal in de komende maanden nieuwe controlemaatregelen op tafel leggen. Voor bestanden waarvoor de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) een nulvangst heeft aanbevolen, stelt de Commissie aanzienlijke verlagingen van de TAC s en de visserij-inspanning voor, variërend van 50 tot 65%. Het gaat onder andere om een verlaging van 50% voor het zuidelijke heekbestand en de tong in het westelijke Kanaal. Ten aanzien van bestanden waarvoor de TAC s al sterk waren verlaagd, zoals de kabeljauw in de Noordzee, stelt de Commissie voor om de quota van dit jaar te handhaven. Er is echter ook beter nieuws, bijvoorbeeld voor koolvis en enkele schartong- en zeeduivelbestanden. Voor die bestanden stelt de Commissie een verhoging van 15% voor. De gevolgen van de gebrekkige handhaving van de instandhoudings- en herstelmaatregelen zijn duidelijk zichtbaar. Enkele belangrijke demersale bestanden bevinden zich nog steeds in een zorgwekkende toestand en de volledige sector betaalt hiervoor de tol. De keuze is duidelijk: jaar na jaar zullen we de TAC s moeten verlagen en de visserij-inspanning moeten beperken, of we ontwerpen een herstelplan voor de langere termijn met minder drastische maar meer samenhangende maatregelen. Mijn voorkeur gaat uit naar het laatste, aldus Commissaris Franz Fischler, verantwoordelijk voor Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij. Zie grafieken in bijlage

2 Herstelplannen omvatten een langetermijnstrategie met duidelijke doelstellingen om de bestanden binnen een aantal jaren weer binnen biologisch veilige grenzen te brengen. Binnen dat kader worden TAC s vastgesteld volgens een overeengekomen formule, die een minder restrictieve aanpak mogelijk maakt dan de jaarlijkse besluiten. Beperkingen van de visserij-inspanning zijn een essentieel instrument bij herstelplannen. In afwachting van de goedkeuring van dergelijke plannen zijn geringere vangstmogelijkheden en voorlopige regelingen voor het beheer van de visserijinspanning van cruciaal belang om bedreigde bestanden te beschermen Toestand van de belangrijkste bestanden De bestanden die er het ergst aan toe zijn en waarvoor een stopzetting van de visserij is aanbevolen, zijn alle kabeljauwbestanden buiten de Oostzee, met uitzondering van het bestand in de Keltische Zee, waarvoor wel erg lage vangsten zijn geadviseerd. Andere visserijtakken die volgens de ICES moeten worden stopgezet, zijn de wijting in de Ierse Zee, de tong in het westelijk deel van het Kanaal, en de heek en langoestine in de wateren voor het Iberisch schiereiland. Bestanden waarvoor de wetenschappers een erg laag vangstniveau of een herstelplan aanbevelen, zijn onder andere de schol in de Noordzee, het noordelijke heekbestand, de kabeljauw en de schol in de Keltische Zee, de tong in de Golf van Biskaje en de zeeduivel in de wateren voor het Iberisch schiereiland. Bestanden die zich buiten biologische veilige grenzen bevinden en waarvoor de visserijsterfte aanzienlijk moet worden verlaagd, zijn onder andere ansjovis en langoestine in de Golf van Biskaje en zeeduivel ten westen van Schotland. Beperking van de visserij-inspanning Om de visserijsterfte te verminderen onder ernstig uitgeputte bestanden die bij gemengde visserij worden gevangen, moeten ook de vangsten van vis uit andere bestanden aanzienlijk worden verlaagd. Kabeljauw en heek leven bijvoorbeeld samen met tal van andere soorten en worden dus bij de gerichte visserij op die andere soorten ook gevangen. Om de kabeljauw en de heek doeltreffend te beschermen en teruggooi te verminderen moeten de toegestane vangsten worden verlaagd in alle visserijtakken waar de kans groot is dat deze soorten worden gevangen. Wetenschappers hebben lang gepleit voor een beperking van de visserij-inspanning als beheersinstrument voor de gemengde visserij. De tijdelijke maatregelen die de Raad vorig jaar december voor bepaalde kabeljauwbestanden heeft vastgesteld, omvatten onder andere inspanningsbeperkingen. De Commissie stelt daarom voor deze maatregelen te herzien en toe te passen op alle bestanden waarvoor de ICES een nulvangst voorstelt (zie onder). Aangezien de voor deze bestanden voorgestelde TAC s niet overeenkomen met het wetenschappelijk advies, is het van essentieel belang dat deze TAC s niet worden overschreden. De beste manier om dit te bereiken is een beperking van de visserijinspanning. 2

3 Door de Commissie voorgestelde vangstmogelijkheden voor de belangrijkste bestanden in 2004 (zie tabel in bijlage) Bestanden waarvoor wetenschappers een stopzetting van de visserij aanbevelen Ten aanzien van de kabeljauwbestanden waarvoor de ICES een stopzetting van de visserij had aanbevolen, heeft de Raad voor 2003 op voorstel van de Commissie specifieke maatregelen goedgekeurd die een zekere continuïteit van de economische activiteit mogelijk maakten. Daarbij zijn de totale toegestane vangsten (TAC s) verlaagd tot een niveau waarop de visserijsterfte onder kabeljauw 65% lager uitvalt. Om overschrijding van deze quota te voorkomen zijn ook tijdelijke maatregelen vastgesteld voor het beperken van de visserij-inspanning - uitgedrukt in het maximum aantal zeedagen voor vissersvaartuigen - en specifieke controlemaatregelen voor de betrokken visserijtakken. Voor 2004 stelt de Commissie voor om deze tijdelijke maatregelen voor kabeljauw te handhaven, maar wel in een aangescherpte versie om te garanderen dat zij volkomen doeltreffend zijn. De belangrijkste wijzigingen zijn onder andere de vereiste om in de haven of in ieder geval buiten de betrokken visgrond te blijven als het toegestane aantal buitengaats door te brengen dagen is opgebruikt, nauwkeuriger ramingen van het door ieder vaartuig op zee doorgebrachte aantal dagen en een strengere toepassing van de regel één net per visreis. Ook zal de Commissie controlemaatregelen nemen om de handhaving van de herstelmaatregelen voor kabeljauw te versterken. De TAC s voor kabeljauwbestanden worden vastgesteld met inachtneming van het voornemen van de Raad van december jl. om de visserijsterfte te verlagen, al zijn de niveaus in enkele gevallen aangepast aan de meest recente informatie. Voorgesteld wordt derhalve de TAC voor de kabeljauw in de Noordzee te handhaven op het huidige niveau van ton. Gelet op de kleinere omvang van de betrokken bestanden in 2004 wordt voor de kabeljauw ten westen van Schotland een verlaging van 53% voorgesteld en voor die in het Kattegat een verlaging van 41%. Voor andere bestanden in deze categorie - de wijting in de Ierse Zee, de tong in het westelijk deel van het Kanaal, en de heek en langoestine in de wateren voor het Iberisch schiereiland - stelt de Commissie aanzienlijk lagere TAC s voor, waardoor de visserijsterfte met 50% of meer zou moeten dalen. Zij is voornemens in een van haar voorstellen voor herstelplannen maatregelen voor de wijting in de Ierse Zee op te nemen. Bestanden waarvoor de visserijsterfte tot het minimum moet worden beperkt, of waarvoor een herstelplan moet worden vastgesteld Voor deze bestanden stelt de Commissie TAC s voor die overeenkomen met een lage visserijsterfte. Zo stelt de Commissie voor schol in de Noordzee een vermindering van 40% voor. Voor de wijting in de Keltische Zee komt de TAC overeen met de verlaging van de visserijsterfte voor kabeljauw in dat gebied. De Commissie is voornemens om de kabeljauw en schol in de Keltische Zee, de schol in de Noordzee en de zeeduivel in de wateren voor het Iberisch schiereiland in bestaande herstelplannen op te nemen of om dergelijke plannen voor te stellen in de loop van

4 De Commissie hoopt dat het door haar al eerder voorgestelde herstelplan voor kabeljauwbestanden tijdens de aanstaande Raad in december zal worden goedgekeurd. Ofschoon een besluit over de voorgestelde herstelmaatregelen voor de noordelijke heek moet wachten tot het Europees Parlement hierover in februari as. advies heeft uitgebracht, hoopt de Commissie dat er ondertussen zoveel mogelijk vooruitgang kan worden geboekt. De Commissie is voornemens binnenkort voorstellen op tafel te leggen voor twee extra herstelplannen, het ene voor de tong in het westelijk deel van het Kanaal en in de Golf van Biskaje en het andere voor het zuidelijke heekbestand in de wateren voor het Iberisch schiereiland. Bestanden die worden bevist samen met bestanden waarvoor een visserijverbod of een zo sterk mogelijke beperking is aanbevolen Op basis van het wetenschappelijk advies over gemengde visserij (d.w.z. op verschillende soorten tegelijkertijd) waarbij ook kabeljauw wordt gevangen, stelt de Commissie voor om ten aanzien van samen met kabeljauw gevangen soorten, zoals schelvis en wijting, TAC s vast te stellen waarbij de visserijsterfte wordt verlaagd naar rato van de mate van verbondenheid met de betrokken soort. Zo stelt de Commissie buiten de Noordzee voor om de visserijsterfte voor bepaalde soorten zoals schartong, zeeduivel, tong en wijting, te verminderen om bij te dragen aan het herstel van de soorten waarmee deze soorten samen worden gevangen, namelijk kabeljauw, heek en tong. Deze verminderingen zullen ook bijdragen aan het herstel van die soorten zelf, die in veel gevallen overbevist zijn. Bestanden waarvoor geen evaluaties beschikbaar zijn Ten aanzien van bestanden waarvoor geen advies beschikbaar is, stelt de Commissie in de regel een TAC voor gelijk aan die van het voorgaande jaar, voorzover uit de aangiften blijkt dat de quota worden benut. Voor bestanden waarvan de TAC niet volledig wordt benut, stelt de Commissie voor de TAC 20% te verlagen om de papieren vis te elimineren. In gevallen waarover de ICES en het WTECV advies hebben uitgebracht, stelt de Commissie in de regel voor het advies te volgen. Bestanden die onder overeenkomsten met derde landen vallen De kabeljauw, schelvis, wijting, koolvis, schol, haring en makreel in de Noordzee en de kabeljauw, schelvis, wijting, schol, haring, sprot en garnalen in het Kattegat worden door de EU en Noorwegen gezamenlijk beheerd. Ieder jaar vanaf november vergadert de Europese Commissie namens de EU met Noorwegen over de TAC s voor deze gedeelde bestanden voor het komende jaar. De betrokken hoeveelheden in het voorstel voor 2004 zijn dan ook onder voorbehoud van de bilaterale overeenkomsten tussen beide partijen. Bepaalde bestanden die door vaartuigen van de Gemeenschap worden bevist, worden beheerd in het kader van regionale visserijorganisaties. Voor die bestanden weerspiegelt het voorstel van de Commissie de besluiten die in deze fora zijn genomen. Zo heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (NAFO) bijvoorbeeld onlangs een herstelplan voor zwarte heilbot vastgesteld, dat voorziet in verlagingen van de TAC s. 4

5 Verdeling van quota voor toetredende landen Met het oog op de uitbreiding van de EU in 2004 stelt de Commissie voor om ook met de toetredende landen rekening te houden voor alle quota, voorzover deze landen recht hebben op vangstmogelijkheden. Er worden TAC s voorgesteld naargelang van de relatieve stabiliteit overeenkomstig de Akte van Toetreding. In de Oostzee gaat het om kabeljauw, haring, zalm en sprot. Achtergrond De Commissie baseert haar voorstellen op het recentste wetenschappelijke advies. Dit advies komt van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES), waarvan niet alleen vele lidstaten van de Europese Unie lid zijn, maar ook alle kuststaten van de noordelijke Atlantische Oceaan waaronder de Verenigde Staten, Canada, Noorwegen, IJsland en Rusland. Het advies van de ICES wordt aangevuld met dat van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) dat de Commissie adviseert en waarvan de deskundigen afkomstig zijn uit verschillende lidstaten en uit verschillende disciplines. In mei en juni jl. heeft de Commissie een herzien voorstel ingediend voor langetermijnherstelmaatregelen voor respectievelijk bepaalde kabeljauwbestanden en het noordelijke heekbestand. De eerste voorstellen voor dergelijke maatregelen had zij al twee jaar geleden gedaan. Naast de aanzienlijke quotaverlagingen voorzien de voorstellen in een systeem van beperkingen van de visserij-inspanning, een versterkte controle en handhaving en verbeterde technische maatregelen. Er zijn verschillende aanwijzingen dat niet alle lidstaten de regels inzake de TAC s, inspanningsbeperkingen en aangifteverplichtingen even goed hebben nageleefd. Deze tekortkomingen leiden over het algemeen tot overbevissing, onaangegeven aanvoer, dalende visprijzen, een grotere doordraai en oneerlijke concurrentie. Om ervoor te zorgen dat de regels worden nageleefd, moeten dringend maatregelen worden genomen. Binnenkort zal de Commissie controlemaatregelen nemen om de handhaving van de herstelmaatregelen voor kabeljauw te versterken. Dergelijke maatregelen zullen in 2004 ook worden voorgesteld voor andere visserijtakken ten aanzien waarvan de ICES herstelplannen had aanbevolen. 5

6 Bijlage : TAC's 2003 en Commissievoorstellen TAC's 2004 Soort (gebruikelijke naam) Soort (wetenschappelijke naam) ICES-visserijzone TAC's (def.) Voorgestelde TAC's % verschil t.o.v. TAC's 2003 Zandspiering Ammodytidae IV (Noorse wateren) % Zandspiering Ammodytidae IIa, Skagerrak, Kattegat ,27% Noordzee Zeewolf Anarhichas lupus V, XIV (wateren van Groenland) % Zeewolf Anarhichas lupus NAFO 0, 1 (wateren v % Groenland) Reuzenhaai Cetorhinus maximus EU-wateren van zones IV, VI en 0 VII Haring Clupea harengus Oostzee (Management Unit 3) % Haring Clupea harengus Noorse wateren bezuiden % NB Haring Clupea harengus Skagerrak en Kattegat ,59% Haring Clupea harengus I, II (EU-wateren, Noorse ,53% wateren, internationale wateren) Haring Clupea harengus IIIb,c,d, behalve * 5,35% Management Unit 3 Haring Clupea harengus IIId (wateren van Estland) 0 Haring Clupea harengus IIId (wateren van Letland) 0 Haring Clupea harengus IIId (wateren van Litouwen) Haring Clupea harengus Noordzee benoorden 53 30' NB ,06% Haring Clupea harengus IVc, VIId ,01% Haring Clupea harengus Vb, VIaN, VIb % Haring Clupea harengus VIaS, VIIb,c % Haring Clupea harengus VIa Clyde % Haring Clupea harengus VIIa % Haring Clupea harengus VIIe,f % Haring Clupea harengus VIIg,h,j,k ,38% Grenadiersvis Coryphaenoides rupestris V, XIV (wateren van Groenland) % Grenadiersvis Coryphaenoides rupestris NAFO 0, 1 (wateren van % Groenland) Ansjovis Engraulis encrasicolus VIII ,67% Ansjovis Engraulis encrasicolus IX, X, CECAF (EUwateren) ,25% Kabeljauw Gadus morhua I, II (Noorse wateren) ,04% Kabeljauw Gadus morhua Skagerrak % Kabeljauw Gadus morhua Kattegat ,33% 6

7 Kabeljauw Gadus morhua Oostzee (Onderverdelingen * 32 - EU-wateren) Kabeljauw Gadus morhua Oostzee (Onderverdelingen * 24 - EU-wateren) Kabeljauw Gadus morhua I, IIb ,04% Kabeljauw Gadus morhua IIa, Noordzee % Kabeljauw Gadus morhua Wateren van Groenland % Kabeljauw Gadus morhua IIIb,c,d Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Estland) 650 Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Letland) 950 Kabeljauw Gadus morhua IIId (wateren van Litouwen) Kabeljauw Gadus morhua Noorse wateren bezuiden % NB Kabeljauw Gadus morhua Vb, VI, XII, XIV ,10% Kabeljauw Gadus morhua VIIa ,26% Kabeljauw Gadus morhua VIIb-k, VIII, IX, X, CECAF ,49% Kabeljauw Gadus morhua NAFO 2J3KL 0 0 0% Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3NO 0 0 0% Kabeljauw Gadus morhua NAFO 3M 0 0 0% Kabeljauw en schelvis Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus Vb (wateren van de Faeröer) % Witte tonijn Germo alalunga Atlantische Oceaan (benoorden , ,5 6,45% 5 NB) Witte tonijn Germo alalunga Atlantische Oceaan (bezuiden 2 962, ,7-35,37% 5 NB) Witje Glyptocephalus cynoglossus NAFO 2J3KL 0 0 0% Witje Glyptocephalus cynoglossus NAFO 3NO 0 0 0% Heilbot Hippoglossus hippoglossus V, XIV (wateren van Groenland) % Heilbot Hippoglossus hippoglossus NAFO 0, 1 (wateren van Groenland) % Amerikaanse schol Hippoglossoides platessoides NAFO 3M 0 0 0% Amerikaanse schol Hippoglossoides platessoides NAFO 3LNO 0 0 0% Kortvinnige pijlinktvis Illex illecebrosus NAFO deelgebieden 3 en 4 Geen specifiek Geen specifiek EU-deel EU-deel Makreelhaai Lamna nasus EU-wateren IV, VI en VII Geen Geen beperkingen beperkingen Schartong Lepidorhombus spp. IIa, Noordzee ,00% Schartong Lepidorhombus spp. Vb, VI, XII, XIV ,43% Schartong Lepidorhombus spp. VII ,37% Schartong Lepidorhombus spp. VIIIa,b,d,e ,36% Schartong Lepidorhombus spp. VIIIc, IX, X, CECAF (EG ,88% wateren) Zandschar Limanda ferruginea NAFO 3L,N,O % 7

8 Schar en bot Limanda limanda en Platichthys flesus IIa, Noordzee ,00% Zeeduivel Lophiidae IIa, Noordzee(EUwateren) ,56% Zeeduivel Lophiidae Vb, VI, XII, XIV ,55% Zeeduivel Lophiidae VII ,67% Zeeduivel Lophiidae VIIIa,b,d,e ,70% Zeeduivel Lophiidae VIIIc, IX, X, CECAF (EUwateren) ,25% Blauwe marlijn Makaira nigricans Atlantische Oceaan % Lodde Mallotus villosus V, XIV (wateren van Groenland) % Lodde Mallotus villosus IIb 0 0 Lodde Mallotus villosus NAFO 0, % Lodde Mallotus villosus NAFO 3NO 0 0 0% Schelvis Melanogrammus aeglefinus I, II (Noorse wateren) % Schelvis Melanogrammus aeglefinus Noorse wateren, bezuiden % NB Schelvis Melanogrammus aeglefinus Skagerrak en Kattegat, IIIb,c,d % Schelvis Melanogrammus aeglefinus IIa, Noordzee ,87% Schelvis Melanogrammus aeglefinus VIb, XII, XIV 702 Schelvis Melanogrammus aeglefinus Vb, VIa Schelvis Melanogrammus aeglefinus Vb, VI, XII, XIV Schelvis Melanogrammus aeglefinus VII, VIII, IX, X, CECAF ,27% Schelvis Melanogrammus aeglefinus VIIa 585 Wijting Merlangius merlangus Skagerrak en Kattegat % Wijting Merlangius merlangus IIa, Noordzee % Wijting Merlangius merlangus Vb, VI, XII, XIV ,00% Wijting Merlangius merlangus VIIa ,80% Wijting Merlangius merlangus VIIb-k ,49% Wijting Merlangius merlangus VIII ,96% Wijting Merlangius merlangus IX, X, CECAF (EUwateren) Wijting en Witte Merlangius merlangus en Noorse wateren bezuiden 62 koolvis Pollachius pollachius NB Heek Merluccius merluccius Skagerrak en Kattegat, IIIb,c,d ,00% % ,31% 8

9 Heek Merluccius merluccius IIa, Noordzee ,27% Heek Merluccius merluccius Vb, VI, VII, XII, ,34% XIV Heek Merluccius merluccius VIIIa,b,d,e ,34% Heek Merluccius merluccius VIIIc, IX, X, CECAF (EUwateren) ,80% Blauwe wijting Micromesistius poutassou I-XIV (EU en internationale wateren) Blauwe wijting Micromesistius poutassou I, II (Noorse wateren) % Blauwe wijting Micromesistius poutassou I, II (Gereglementeerd gebied 0 NEAFC) Blauwe wijting Micromesistius poutassou V, VI, VII, XII, XIV Blauwe wijting Micromesistius poutassou IIa, Noordzee Blauwe wijting Micromesistius poutassou IV (Noorse wateren) % Blauwe wijting Micromesistius poutassou VIIIa,b,d,e Blauwe wijting Micromesistius poutassou VIIIc, IX, X, CECAF (EUwateren) Blauwe wijting Micromesistius poutassou Vb (wateren van de Faeröer) % Blauwe wijting Micromesistius poutassou V, XIV (wateren van Groenland) % Tongschar en witje Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus IIa, Noordzee ,00% Leng en Blauwe leng Molva molva en Molva Vb (wateren van de Faeröer) % dypterigia Langoestine Nephrops norvegicus Skagerrak en Kattegat(EUwateren), ,22% IIIb,c,d Langoestine Nephrops norvegicus IIa, Noordzee ,22% Langoestine Nephrops norvegicus Vb, VI ,35% Langoestine Nephrops norvegicus VII ,91% Langoestine Nephrops norvegicus VIIIa,b,d,e ,00% Langoestine Nephrops norvegicus VIIIc ,00% Langoestine Nephrops norvegicus IX, X, CECAF (EUwateren) ,83% Noorse garnaal Pandalus borealis Skagerrak en Kattegat ,52% Noorse garnaal Pandalus borealis IIa, Noordzee % Noorse garnaal Pandalus borealis Noorse wateren bezuiden NB % 9

10 Noorse garnaal Pandalus borealis V, XIV (wateren van Groenland) % Noorse garnaal Pandalus borealis NAFO 3L 0 145* Garnalen "Penaeus" Penaeus spp. Frans-Guyana % Schol Pleuronectes platessa Skagerrak ,46% Schol Pleuronectes platessa Kattegat ,14% Schol Pleuronectes platessa IIIb,c,d * 0% Schol Pleuronectes platessa IIa, Noordzee ,00% Schol Pleuronectes platessa Vb, VI, XII, XIV ,01% Schol Pleuronectes platessa VIIa ,51% Schol Pleuronectes platessa VIIb,c ,75% Schol Pleuronectes platessa VIId,e ,51% Schol Pleuronectes platessa VIIf, g ,79% Schol Pleuronectes platessa VIIh,j,k ,03% Schol Pleuronectes platessa VIII, IX, X, CECAF (EUwateren) % Witte koolvis Pollachius pollachius Vb, VI, XII, XIV ,00% Witte koolvis Pollachius pollachius VII % Witte koolvis Pollachius pollachius VIIIa,b,d,e % Witte koolvis Pollachius pollachius VIIIc ,92% Witte koolvis Pollachius pollachius IX, X, CECAF (EUwateren) ,00% Zwarte koolvis Pollachius virens I, II (Noorse wateren) % Zwarte koolvis Pollachius virens I, II (Internationale wateren) 0 0 0% Zwarte koolvis Pollachius virens IIa, Skagerrak en ,15% Kattegat, IIIb,c,d, Noordzee Zwarte koolvis Pollachius virens Noorse wateren bezuiden % 62 NB Zwarte koolvis Pollachius virens Vb (wateren van de Faeröer) % Zwarte koolvis Pollachius virens Vb, VI, XII, XIV ,15% Zwarte koolvis Pollachius virens VII, VIII, IX, X, CECAF ,00% Tarbot en griet Psetta maxima en Scophthalmus rhombus IIa, Noordzee ,00% 10

11 Roggen Rajidae IIa, Noordzee ,99% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides I, II (Noorse wateren) % Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides I, II (Internationale wateren) 0 0 0% Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides IIa, VI Geen Geen beperkingen beperkingen Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides V, XIV (wateren van Groenland) % Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 0,1 (wateren van % Groenland) Zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides NAFO 3LMNO ,38% Atlantische zalm Salmo salar IIIb,c,d, behalve * 0% Onderverdeling 32 Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren van Estland) 2000 Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren van Letland) Atlantische zalm Salmo salar IIId (wateren van Litouwen) Atlantische zalm Salmo salar Onderverdeling 32 van IBSFC * -30,00% Makreel Scomber scombrus IIa (Noorse wateren) % Makreel Scomber scombrus IIa, Skagerrak en ,18% Kattegat, IIIb,c,d, Noordzee Makreel Scomber scombrus IIa (niet-eu-wateren), Vb (EUwateren), ,65% VI, VII, VIIIa,b,d,e, XII, XIV Makreel Scomber scombrus Vb (wateren van de Faeröer) ,81% Makreel Scomber scombrus VIIIc, IX, X, CECAF (EUwateren) ,70% Roodbaars Sebastes spp. V, XII, XIV ,67% Roodbaars Sebastes spp. I, II (Noorse wateren) % Roodbaars Sebastes spp. V, XIV (wateren van Groenland) % Roodbaars Sebastes spp. NAFO 0, 1 (wateren van % Groenland) Roodbaars Sebastes spp. Va (wateren van IJsland) % Roodbaars Sebastes spp. Vb (wateren van de Faeröer) % Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3M * 0% Roodbaars Sebastes spp. NAFO 3LN 0 0 0% Roodbaars Sebastes spp. NAFO IF Tong Solea solea Skagerrak en Kattegat, IIIb,c,d ,80% Tong Solea solea II, Noordzee ,83% Tong Solea solea Vb, VI, XII, XIV ,81% Tong Solea solea VIIa ,26% Tong Solea solea VIIb,c ,75% Tong Solea solea VIId ,20% Tong Solea solea VIIe ,00% 11

12 Tong Solea solea VIIf,g ,06% Tong Solea solea VIIh,j,k ,69% Tong Solea solea VIIIa,b ,32% Tong Solea spp. VIIIcde, IX, X, CECAF ,00% Sprot Sprattus sprattus Skagerrak en Kattegat % Sprot Sprattus sprattus IIIb,c,d * 24,42% Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren van Estland) 0 Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren van Letland) Sprot Sprattus sprattus IIId (wateren van Litouwen) Sprot Sprattus sprattus IIa, Noordzee ,83% Sprot Sprattus sprattus VIId,e % Doornhaai/speerhaai Squalus acanthias IIa, Noordzee ,71% Witte marlijn Tetrapturus alba Atlantische Oceaan 46,5 46,5 0% Horsmakreel Trachurus spp. IIa, Noordzee ,01% Horsmakreel Trachurus spp. Vb, VI, VII, ,65% VIIIa,b,d,e, XII, XIV Horsmakreel Trachurus spp. VIIIc, IX ,09% Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Azoren % Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Madeira % Horsmakreel Trachurus spp. X, CECAF Canarische eilanden % Kever Trisopterus esmarki IIa, Skagerrak en % Kattegat, Noordzee (EUwateren) Kever Trisopterus esmarki IV (Noorse wateren) % Blauwvintonijn Thunnus thynnus Atlantische Oceaan (ten oosten , ,06% van 45 WL) en Middellandse Zee Grootoogtonijn Thunnus obesus Atlantische Oceaan ,2-2,45% Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (benoorden 6 745, ,3 1,42% 5 NB) Zwaardvis Xiphias gladius Atlantische Oceaan (bezuiden ,3-0,63% 5 NB) Platvis Vb (wateren van de Faröer) % 1 Verordening van de Raad (EG) Nr. 2341/2002 van 20 december 2002, Bijlagen IA, IB, IC, ID, IE, IF. 2 Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van TAC s en vangstquota voor 2004, Bijlagen IA, IB, IC, IE. *Omvat niet de lidstaten die in mei 2004 tot de Europese Unie zullen toetreden. 12

13 13

14 14

15 15

16 16

17 17

18 18