Rapport Huisbezoeken jarigen

Transcriptie

1 Rapport Huisbezoeken jarigen Na de huisbezoekenronde bij de 80-plussers werd opgemerkt dat een aantal tachtigplussers weinig kennis heeft van de rechten waar hij uit put of uit kan putten. Tevens werd ook opgemerkt dat deze doelgroep veelal te oud is om nog actief zélf iets aan de bestaande situatie te veranderen en vaak op derden (die al dan niet aanwezig zijn) aangewezen is om nog iets te ondernemen. Intern werd vanuit onze eigen vrijetijdssector de vraag gesteld of zij in de vragenlijst een aantal vragen konden aanbrengen rond de dienstverlening. In Destelbergen, projectpartner, werd vanuit het dienstencentrum deze vraag gesteld. Tevens vroegen zij ook of het mogelijk was een iets jongere doelgroep te benaderen in functie van de werking. In een vervolgtraject werden tussen half 2011 en begin 2013 huisbezoeken gedaan bij de jarigen in Merelbeke (1154 personen; 896 bezoeken). Hieronder gaan we in op de projectdoelstellingen die werden opgemaakt voor het vervolgtraject bij deze bezoekenronde. Projectdoelstellingen: 1. Het wegwijs maken van kwetsbare ouderen binnen de dienstverleningen die hen kunnen ondersteunen bij het langer zelfstandig wonen Naast bekendmaking van de huidige sociale dienstverlening van gemeente en OCMW, zoals in de huisbezoeken bij 80-plussers, werd ook het aanbod van de vrijetijdssector (cultuur, sport, bib, lokaal dienstencentrum) meer onder de aandacht gebracht. Ook in de vragenlijst werd meer de focus op de vrijetijdssector gericht. 2. Het aanreiken van bruikbare informatie betreffend deze dienstverleningen Voor 70-plussers is maatwerk een must. Het aanreiken van informatie over diensten, of dienstverlening die niet aansluit bij hun realiteit heeft weinig zin. Vandaar dat de huisbezoeker bij alle vrijetijdsdiensten ging om de dienstverlening specifiek gericht op ouderen in kaart te brengen en mee te nemen tot in de huiskamer. Bij deze eerste twee doelstellingen kunnen geen objectieve maatstaf weergeven voor het al dan niet behalen van deze doelstellingen en zijn deze inherent aan de methodiek van de huisbezoeken. Wel stellen we een algemene tevredenheid vast bij de bezochte personen over het bezoek en heeft het bezoek op zich een heel grote preventieve waarde. Zo zien we dat er regelmatig contact opgenomen met de eigen backoffice in de gemeente om dossiers rond tegemoetkoming hulp aan bejaarden op te starten, maar bijna even frequent wordt beroep gedaan op de OCMW-backoffice of verwijzingen naar mutualiteiten voor dossieropstart rond zorgverzekering of thuiszorgdiensten. Conotatie

2 hierbij is dat de dossieropstart bij jarigen iets minder is dan bij de 80-plussers, wat niet onlogisch is. Door deze preventieve waarde is het ook aangewezen dat de bezoekenronde- op minder intsensieve wijze wordt voortgezet, zodat elke oudere Merelbekenaar minstens één bezoek krijgt. Als we personen zouden bezoeken in het jaar dat ze 85 jaar worden, wordt het project minder intensief voortgezet en moet er op langere termijn geen nieuwe grote bezoekronde worden ingepland. 3. Constateren en noteren van gegevens belangrijk voor eventuele vervolgacties en het vergaren van informatie over de doelgroep Omdat de algemene administratieve zaken een handige leidraad in het gesprek vormen, tevens te waardevol zijn om weg te laten, hebben we bij de vragenlijst deze deze zaken behouden. Deze zijn echter niet opgenomen in de rapportage. Daarnaast werden een aantal specifiekere zaken (gezondheid & huisvesting) in de nieuwe vragenlijst voor deze doelgroep weggelaten en vervangen door de insteek vanuit de vrijetijdssector. De volledige vragenlijst is in bijlage te vinden. In wat volgt gaan we dieper in op de resultaten van de bevraging. In de bijlage is tevens een bundel opgenomen met een ruw overzicht van alle gemaakte statistieken. Bijkomende kruisanalyses kunnen op verzoek worden gemaakt. Resultaten uit de vragenlijst Vanuit de vragen die werden gesteld in de vragenlijst proberen we een aantal algemene vaststellingen te doen. Gezien de insteek voor de vragenlijst vooral uit de vrijetijdssector kwam, is onderstaand rapport ook een stuk meer gericht op vrijetijdsector dan het rapport rond huisbezoeken bij 80-plussers was. Toch gaan we nog even in op vragen die worden gesteld rond mantelzorg en thuiszorg. Ook gaan we even in op de dagbesteding en de betrokkenheid in het verenigingsleven van de bevraagde doelgroep. In eerste plaats geven we de cijfers meer rond het bereik van de huisbezoeken. Eerder gaven we aan dat aan 1154 personen een bezoek werd voorgesteld. In deze bezoekronde kregen 82% (940)van de jarigen een bezoek. 130 personen gaven aan dat een bezoek niet gewenst was. 7% was sinds de opmaak van de planning verhuisd, opgenomen in een woonzorgcentrum of ziekenhuis of was overleden.

3 Om de rapportage leesbaar te houden zijn alle gemaakte grafische voorstellingen in bijlage weergegeven. Enkel zeer opvallende resultaten worden doorheen de conclusies meegenomen. Om overzicht te krijgen over de leefwereld in de geografisch verschillende deelgebieden van Merelbeke werd telkens de opdeling Flora, centrum en buitengebied gehanteerd, waarbij het buitengebied de lading dekt van wat niet tot centrum en Flora behoort. Onderstaande tabel geeft de onderlinge verhouding weer van deze groepering met groep 1 als buitengebied. Mantelzorg Overheen de grafische projecties zien we het duidelijk afgetekend beeld dat er minder mantelzorg is in Flora dan in het centrum en het buitengebied. Vooral mantelzorg binnen de familie is veel minder aanwezig. Deze vaststelling deden we eerder bij de 80-plussers. Dit kan meerdere verklaringen hebben. Een eerste veronderstelling dat er minder zorgbehoefte is in Flora lijkt niet plausibel. Een tweede denkpiste is dat er in een verstedelijkte context minder contact is met kinderen (en vrienden) omdat men een stuk opgaat in de anonimiteit. Ook in het Nederlandse Groningen kwam men in onderzoek (sociaal planbureau groningen, 2013) tot de vaststelling dat sociale samenhang tussen plattelanders sterker is dan tussen stedelingen. Zo zijn dorpsbewoners vaker tevreden over de contacten die ze hebben met hun familie, buren en vrienden dan stedelingen. Ook geven plattelanders minder vaak aan dat ze zich wel eens eenzaam voelen. Deze sterkere samenhang blijkt ook uit de sociale binding in de buurt: plattelanders ervaren een sterkere binding met de buurt dan stedelingen.

4 De geplande uitbouw van de werking van het lokaal dienstencentrum in Flora komt al deels tegemoet aan de nood om de binding in Flora te verhogen. Thuiszorg en (para-medische diensten) Aan de doelgroep werden een aantal vragen gesteld rond de bekendheid en het gebruik van specifieke dienstverlening van de thuiszorgdiensten en de (para)medische sector. Ook hier kunnen we de vaststelling die we bij de huisbezoeken aan 80-plussers hebben gedaan doortrekken: de basisdienstverlening rond thuiszorg en poetshulp zijn vrij goed gekend, met weinig verschillen tussen Flora, Centrum en het buitengebied. De aanvullende diensten zijn veel minder gekend. Met voetverzorging als uitzondering is het vrij duidelijk dat de bekendheid van specifieke (niche-)dienstverlening onder de aandacht mag worden gebracht. Zo zijn bij de jarigen oppasdiensten, het dagverzorgingscentrum, de mindermobielencentrale, gezelschap voor senioren en klusjesdiensten door (in sommige gevallen veel) minder dan 20% gekend. In de paramedische en medische dienstverlening zien we dat het bestaan van thuisverpleging en kinesitherapie bij nagenoeg iedereen gekend is. Enkel ergotherapie is nog niet helemaal ingeburgerd. De bekendheid van de (para)medische sector kan worden toegeschreven aan de gerichte doorverwijzing via de huisartsen, waar iedereen vroeg of laat mee in contact komt. Naast een brede communicatie lijkt het hier ook vooral van belang om in te zetten op bekendheid van deze dienstverlening bij doorverwijzers. Hierin kan een taak zijn weggelegd voor het sociaal huis. Enerzijds de netwerkfunctie uitbouwen met de (thuis & woon)zorgsector, anderzijds heel gericht gaan communiceren over de bestaande dienstverlening op het grondgebied, overheen de in deze sector actieve organisaties heen. Dagbesteding Om een beeld te krijgen van wat de jarigen bezighoudt, werd gepeild naar interesses en dagbesteding. Hieronder lijsten we de voornaamste zaken op. Minder dan 10% van de bevraagden doet minimaal wekelijks vrijwilligerswerk. Hier kunnen we voornamelijk uit concluderen dat er nog een groot potentieel aan vrijwilligers is onder deze doelgroep. Ongeveer 70% geeft aan minstens wekelijks gebruik te maken van internet. Een 30% van de doelgroep geeft aan minstens maandelijks de zorg voor kleinkinderen op te nemen.

5 Bijna 80% doet jaarlijks een daguitstap, bij ongeveer 30% gebeurt dit minstens maandelijks. Ongeveer 80% van de jarige Merelbekenaars zit minstens maandelijks op de fiets. Bij bijna de helft is dit wekelijks. Iets meer dan 10% is actief lid in een sportvereniging. Ongeveer 25% is actief in een socio-culturele vereniging. Opvallend daarbij is dat de deelname aan het verenigingsleven veel hoger is in het buitengebied (30%) dan in Flora (14%) en het centrum (13%). Van de jarigen kunnen we een heel divers beeld schetsen. Sommigen zitten met een zorgbehoefte, maar velen nemen zelf zorg op voor een partner, kleinkinderen,. Sommigen gaan wekelijks op daguitstap, anderen iets minder. Sommigen gebruiken het internet anderen niet. Het is dan ook niet zo evident om een zeer gericht beleid op te zetten rond deze groep. Opvallend is hier toch terug de lijn van sterke sociale samenhang die zich uit in het verenigingsleven in het buitengebied. Specifieke diensten De bibliotheek Algemeen Het overgrote deel (+-95%) van de jarigen kent de bibliotheek. Een goede 10% bezoekt de bibliotheek op maandelijkse basis. Nog eens 10 % geeft aan dat ze sporadisch de bibliotheek bezoeken. 70% van de jarigen geeft geen blijk van interesse in de dienstverlening van de bibliotheek. Een kleine 10% geeft aan dat de ooit bib-bezoeker waren, maar op vandaag niet meer ( afhakers ). Van deze groep geeft 25% aan fysieke moeilijkheden te ondervinden bij het lezen en geeft een kleine 15% aan dat het om een mobiliteitsprobleem gaat. In slechts enkele gevallen neemt een kennis boeken mee voor de jarigen. Ongeveer 10% van de afhakers geeft aan dat ze opnieuw van de bib zouden gebruik maken als ze boeken aan huis zouden kunnen krijgen. Slechts een heel kleine minderheid van de jarigen maakt gebruik van de online instrumenten die de bibliotheek ter beschikking stelt. Bibliotheekaanbod Om na te gaan of de jarige bezoeker van de bibliotheek weet dat de bib meer in zijn mars heeft dan enkel boeken werd ook de kennis rond het breder aanbod van de bibliotheek bevraagd. Het aanbod rond kranten, tijdschriften en DVD s en CD s blijkt vrij goed gekend bij de bezoekers van de bib. Logischerwijs is het aanbod beter bekend naarmate men frequenter de bib bezoekt. Bij de afhakers zien we vooral dat zij minder bekend zijn met het aanbod.

6 Het specifiek aanbod rond grootletterboeken en luisterboeken, daisy-boeken en daisy- spelers is bij nagenoeg iedereen (bezoekers én niet-bezoekers) ongekend. Gemeenschapscentrum het Groenendal Algemeen GC Groenendal is goed tot zeer goed gekend door de doelgroep. Enkel in Flora is 15% niet vertrouwd met het bestaan van het gemeenschapscentrum. Ook het aanbod van het Groenendal is goed gekend bij deze populatie. Nagenoeg iedereen geeft aan dat men kennis krijgt van de programmatie van het Groenendal via het gemeentelijk infomagazine. Één op drie bezoekt het Groenendal soms. Ongeveer de helft geeft aan geen interesse te hebben in het aanbod. Ongeveer 15% geeft aan dat ze de mogelijkheid niet hebben om het Groenendal te bezoeken. Dit zien we iets vaker in Flora (22%) dan in het centrum (10%)of het buitengebied (14%). Aanbod van GC Groenendal De jarigen die het Groenendal bezoeken hebben sterke interesse in theatervoorstellingen (35%). Nog specifieker is het vooral theater georganiseerd vanuit het verenigingsleven die de voorkeur wegdraagt (30%) tegenover de organisatie vanuit de gemeente (5%). Een 17% heeft interesse in muziekvoorstellingen en 6% heeft interesse in de zondagse matinées. Van degenen die het Groenendal niet bezoeken geeft net geen 80% aan niet te houden van culturele of muzikale activiteiten. Een goede 30% geeft aan dat het aanbod van het Groenendal niet in hun interesseveld ligt. Ongeveer 13 % geeft aan liever elders van deze activiteiten te genieten. Een 9% geeft aan dat zij niet gaan omdat ze er niet kunnen geraken. Dit aantal ligt iets hoger in Flora dan in het centrum en in het buitengebied. De interesses van de doelgroep liggen vooral bij amateurtheater (46%), humor (34%) en muziek (47%). Cultureel erfgoed, beeldende kunst en workshops dragen minder de interesse weg (7,5% of minder). Opvallend rond het aanbod is het antwoord op de vraag op welk tijdstip men graag activiteiten georganiseerd ziet. Slechts 3% heeft interesse in voorstelling in het weekend in de voormiddag, terwijl de voorkeur sterk uitgaat naar de late namiddag in het weekend.

7 Sport en beweging Ongeveer de helft van de doelgroep vindt van zichzelf dat hij of zij voldoende beweegt. Van zij die bewust sporten of bewegen doet ongeveer 70% dat alleen. De overigen kiezen voor een groepsverband. 13% zegt aangesloten te zijn bij een sportclub. Zij die niet bewegen doen dit overwegend door fysieke onmogelijkheid (72%). Één op drie houdt niet van bewegen en ongeveer 5% geeft aan dat zij niet bewegen bij gebrek aan een partner om mee te sporten. Wat het aanbod betreft kunnen we stellen dat het aanbod vanuit de sportdienst minder bekend is bij de jarigen. Het aanbod rond Tai chi, Aquagym en petanque, fietsen en wandelen is bekend bij ongeveer 1 op 5 ouderen. Het aanbod fit 50+ (11%)en curvebowl (6%) nog iets minder. Het aanbod om te leren zwemmen is dan weer wel bekend bij ongeveer de helft van deze populatie. Ook de sportdag 50+ geniet weinig bekendheid onder de ouderen (14%). Lokaal dienstencentrum Algemeen Het lokaal dienstencentrum is relatief goed gekend in het centrum en in Flora (70 à75%). In het buitengebied is de bekendheid van het lokaal dienstencentrum veel minder pertinent (54%). Een 12% geeft aan dat ze bezoeker zijn van het dienstencentrum. In het centrum is dat iets meer (14.5%) dan in het buitengebied (11%) en Flora (10%)

8 Aanbod van het lokaal dienstencentrum Als we doorvragen naar de kennis rond het inhoudelijk aanbod van het dienstencentrum kunnen we volgende zaken vaststellen. Bij de bezoekers stellen we vast dat zij niet op de hoogte zijn van het volledige aanbod, maar dat de kennis van het gewone aanbod bij ongeveer 60 à 70% van de bezoekers gekend is, wat gelinkt aan persoonlijke interessevelden vrij normaal overkomt. Door de niet-bezoekers die het LDC wel kennen, wordt heel sterk de link gemaakt met computerlessen. Dit is ook nagenoeg het enige aanbod dat bij iedereen gekend is. Petanque (28%) en cursussen Frans (24%) genieten ook nog een relatieve bekendheid. Het gevaar zit erin dat het lokaal dienstencentrum bezoekers misloopt door deze perceptie. Als men geen interesse heeft in computerlessen en men kent het overig aanbod niet, zal de stap naar het LDC niet snel worden gezet. De drempels om het dienstencentrum te bezoeken liggen voornamelijk in het niet houden van activiteiten van het dienstencentrum (43%). Als we daarbij in acht nemen dat het LDC wordt gepercipieerd als een locatie waar computerlessen doorgaan, is er nog een ruime groeimarge. Informatiekanalen Bij de bevraging via welke informatiekanalen de jarigen kunnen worden bereikt, dan komen we tot de vaststelling dat het gemeentelijk infomagazine door 75% elke keer gelezen wordt en door 21% soms wordt gelezen. Het infomagazine wordt in het centrum wel systematische gelezen (86% leest het elke keer). Zij die het niet lezen zijn geven bijna allen aan te zijn belemmerd bij het lezen (3% of N=29).

9 Een mogelijke oplossing om de gemeentelijke informatie ook tot bij deze laatsten te krijgen is het laten inlezen door vrijwilligers van het infomagazine. Zo kan het ook worden beluisterd. Ook voor het woonzorgcentrum zou dit een toepassing kunnen zijn. Het Uit-magazine wordt minder (frequent) gelezen. 36% leest het elke keer, 52% leest het soms. 12% geeft aan dit magazine niet te kennen. Het Uit-Vorming magazine is slechts bij een 30% van deze groep gekend. Het Uit Podiumboekje is bij 45% gekend. Slechts 5% geeft aan op de hoogte te zijn van het bestaan van de Uit-cheques (ongeveer 10% is rechthebbend). Ongeveer een kwart (26%) van de doelgroep van de bevraging bezoekt wel eens de gemeentelijke website. Voor de website van het OCMW is dat slechts 8%. De website van de bibliotheek kent met 10% ongeveer een gelijk aantal. Conclusies Er heerst een algemene tevredenheid rond het bezoek van de huisbezoeker. In de algemene schets zien we dat de sociale verbondenheid ervoor zorgt dat er een netwerk rond personen gebouwd, en dat dat netwerk het sterkste naar voor komt in het buitengebied. Wil men ouderen bereiken in het buitengebied, biedt het kansen om mee te zeilen op de draagkracht van het bestaande netwerk in het verenigingsleven. Het sociaal netwerk is minder sterk aanwezig in Flora. Dit is een bevestiging van de huisbezoeken bij 80-plussers. Hieraan kan en zal worden gewerkt door de uitbouw van een lokaal dienstencentrum. In de bibliotheek konden we vaststellen dat net zoals in de doorsnee bevolking niet iedereen interesse heeft in de dienstverlening. Als we de groep bekijken die afhaakte uit de dienstverlening van de bibliotheek is ongeveer een 10% daarvan afhaker door een probleem buiten hun wil om. Een uitgebreide aanvullende dienstverlening lijkt hier dan ook niet op zijn plaats. Een dienstverlening vanuit een op te starten vrijwilligerswerking zou de nood kunnen dekken. Vanuit de bibliotheek kan ook verder worden ingezet op de bekendmaking van het minder bekende en specifiek aanbod. Ook vanuit de sportsector kan het specifieke aanbod beter bekend gemaakt worden. Daarnaast is er misschien een opportuniteit om personen die niet graag alleen sporten bijeen te brengen omdat ze een sparringpartner missen. Het gemeenschapscentrum mist een aantal jarigen omdat zij daar niet geraken. Of een nieuwe uitbouw in het centrum daarvoor een oplossing zal bieden blijft daarbij een open vraag. De mogelijkheid scheppen om in personenververvoer te voorzien (vrijwilligers, MMC,?) is een optie. Er moet wel rekening mee worden gehouden dat de activiteiten zich voornamelijk s avonds en in het weekend afspelen. Vanuit deze doelgroep is het ook duidelijk dat activiteiten die naar hen worden gericht best in het weekend in de late namiddag worden geprogrammeerd. Wat het lokaal dienstencentrum betreft is er nood aan profilering in het buitengebied. Ook wordt het dienstencentrum door inwoners die er nog niet zijn geweest niet helemaal juist gepercipieerd. Een

10 gerichte werking in het buitengebied kan aanvullend op de uitbouw in Flora soelaas brengen. De voorzichtige suggestie rond een merknaam die de lading van de inhoud van het LDC dekt kan de perceptie beïnvloeden en eventueel nieuwe bezoekers bereiken. Deze doelgroep is al licht vertrouwd met het internet, maar is nog steeds, en veruit, het best bereikbaar via gedrukte communicatie.

11 GRAFISCHE DOCUMENTATIE Inhoud Toelichting bij de statistische informatie... 2 Mantelzorg... 3 Specifieke diensten: Thuiszorg & (para)medische... 5 Dagbesteding Verenigingsleven Specifieke diensten: Bibliotheek Algemeen Bibliotheekaanbod Bibliotheek: inclusiviteit Bibliotheek: profiel en kruisbestuiving Specifieke diensten: Groenendal Algemeen Aanbod Groenendal Belemmeringen Bereikbaarheid Groenendal Timing organisatie GCG Groenendal: profiel en kruisbestuiving Specifieke diensten (sport- beweging) Algemeen Belemmeringen Bekendheid aanbod Specifieke diensten: Lokaal dienstencentrum Algemeen Bekendheid aanbod Belemmeringen Lokaal dienstencentrum: Profiel en kruisbestuiving Informatiekanalen... 50

12 Toelichting bij de grafische informatie Hieronder zijn de resultaten van de bevraging van jarigen in Merelbeke grafisch voorgesteld. Bij het opmaken van het grafisch materiaal zijn een aantal leidraden gehanteerd: - Om territoriale verschillen te kunnen detecteren tussen het verstedelijkte Flora, het centrum en de iets minder bebouwde gebieden zijn waar mogelijk onderstaande classificaties gebruikt o Flora, o Centrum o Buitengebied (Melsen, Schelderode, Lemberge, Kwenenbos, Munte) - Bij de dienstgerichte vragen is telkens de meest nuttige selectie gemaakt. Meestal staat er heel kort beschreven hoe of wat, of kan men uit de titel afleiden wat de grafiek weergeeft. Zo zijn veelal vragen gekruist om tot een realistische weergave te komen. (bijvoorbeeld: bij vragen over de bekendheid van het aanbod van het dienstencentrum is iedereen die het dienstencentrum op zich niet kent eruit gehaald bij de weergave). - Naast de loutere beschrijving zijn nog 2 extra zaken opgenomen: o Voor elke dienst is een profiel gemaakt van wie de jarigen nu zijn die hun dienst bezoeken. o Kruisbestuiving: Bij elke dienst is ook een weergave gemaakt van op welke diensten de jarigen ook nog bezoeken. Ook bij deze resultaten willen we benadrukken dat geenszins een wetenschappelijke sociaal-methode is gebruikt. De grafische weergaves zijn erop gericht om een bruikbaar instrument te zijn voor diensten en beleidsmakers bij het werken met of beleid voeren naar deze doelgroep.

13 Mantelzorg Hulp van kinderen Hulp van partner

14 Hulp van buren Hulp van vrienden

15 Specifieke diensten: Thuiszorg & (para)medische Voetverzorging Gezinszorg

16 Poetsdienst Warme maaltijden

17 Oppasdiensten Dagverzorgingscentrum 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ken je of maak je gebruik van het dagverzorgingscentrum? 75% 25% 91% 9% 77% 23% Flora Centrum Buitengebied Ik ken het niet Ik ken het

18 Gezelschap voor senioren Mindermobielencentrale Ken je of maak je gebruik van de mindermobielencentrale? 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 75% 77% 91% 25% 23% 9% Flora Centrum Buitengebied Ik ken het niet Ik ken het

19 Klusjesdienst Thuisverpleging

20 Kinesist Ergotherapie

21 Gespecialiseerd arts

22 Dagbesteding Hoe vaak doe je: Vrijwilligerswerk Hoe vaak gebruik je internet?

23 Hoe vaak draag je zorg voor kleinkinderen? Hoe vaak doe je daguitstappen?

24 Hoe vaak ga je fietsen of wandelen? Verenigingsleven Lid van sportvereniging?

25 Lid van een socio-culturele vereniging?

26 Specifieke diensten: Bibliotheek Algemeen Ken je de bib? Bezoek je de bib?

27 Gaat er soms een kennis voor jou naar de bib? Gebruik je online catalogus?

28 Ik bezoek de bib niet omdat ik er niet geraak Ik bezoek de bib niet omdat ik moeite heb om te lezen

29 Bibliotheekaanbod (enkel antwoorden van bezoeker/frequentie van bezoek) Kranten Tijdschriften

30 DVD collectie CD collectie Kijk-en luisterabonnement

31 Grootletterboeken Luisterboeken Daisy-boeken

32 Audio-krant Proefnummers Daisy-spelers en software

33 Bibliotheek: inclusiviteit Interesse in boeken aan huis (niet of niet meer bezoekers)

34 Interesse iemand mee naar bib. (niet of niet meer bezoekers) Bibliotheek: profiel en kruisbestuiving Mobiliteit / gezondheid

35 Beroepsachtergrond

36 Kruisbestuiving dienstverlening

37 Specifieke diensten: Groenendal Algemeen Ken je het Groenendal? Weet je welke activiteiten er worden georganiseerd in het Groenendal? d

38 Via welk kanaal ken je het aanbod? Ga je soms naar het Groenendal?

39 Aanbod Groenendal Theatervoorstellingen (enkel antwoorden van bezoekers): Muziekvoorstellingen (enkel antwoorden van bezoekers):

40 Matinéé (enkel antwoorden van bezoekers): Atelier/workshop/cusussen (enkel antwoorden van bezoekers):

41 Lezingen (enkel antwoorden van bezoekers): Belemmeringen Niet houden van cultuur of muziek (enkel antwoorden van niet- bezoekers):

42 Aanbod GCG niet in interesse (enkel antwoorden van bezoekers): ( Ik ga liever elders

43 Ik geraak er niet (mobiliteit) Interesses

44 Bereikbaarheid Groenendal Timing organisatie

45 GCG Groenendal: profiel en kruisbestuiving Bewegen: Fietsen of wandelen

46 Beroepsachtergrond Kruisbestuiving: GCG- bib GCG- groenendal

47 Specifieke diensten (sport- beweging) Algemeen Vind je dat je genoeg beweegt? Van degenen die voldoende bewegen doet:

48 Belemmeringen Fysiek onmogelijk Niet houden van bewegen

49 Geen sportpartner Bekendheid aanbod Tai chi

50 Aquagym Leren zwemmen Curvebowl

51 petanque Fit 50+

52 Wandelen Fietsen Aangesloten bij een sportclub?

53 Ken je sportdag 50+

54 Specifieke diensten: Lokaal dienstencentrum Algemeen Bekendheid LDC Ga je naar het LDC?

55 Bekendheid aanbod (bij diegenen die het LDC kennen) LDC: niet-bezoekers kennen het aanbod niet of bijna niet Belemmeringen om LDC te bezoeken (enkel bij zij die het LDC kennen) Ik houd niet van de activiteiten

56 Ik geraak er niet (mobiliteit) Aanbod niet in mijn interesse

57 Ik ga liever ergens anders Lokaal dienstencentrum: Profiel en kruisbestuiving Onafhankelijk beroepsachtergrond

58 Fietsen of wandelen Voldoende bewegen

59 Kruisbestuiving LDC en bib LDC> GCG

60 Informatiekanalen Lees je het infomagazine Bezoek je de website van de gemeente

61 Bezoek je de website van het OCMW Bezoek je de website bibliotheek

62 Ken je UIT Lees je UIT?

63 Ken je Uit-Vormingsmagazine Ken je UIT- podium

64 Ken je de Uit-cheques