rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1999 2001 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten"

Transcriptie

1 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

2 inhoud 1 Inleiding 4 2 Beheersorganen 8 3 Organogram 9 4 Kinderbijslag Taakomschrijving Nieuwe wettelijke en reglementaire bepalingen Activiteitenverslag van de Dienst Gezinsprestaties De reorganisatie van de dienst De invoering van de euro De afschaffing van de postassignaties Statistische gegevens: de RSZPPO als uitbetalingsinstelling Financiële gegevens 16 5 Sociale zekerheid Taakomschrijving Werkgevers en werknemers De bijdragen Activiteitenverslag van de Dienst Sociale Zekerheid De Sociale Maribel Het Sectoraal Fonds Het Terugvorderingsfonds Het statuut van de vrijwilligers Het sociaal statuut van de niet-beschermde lokale mandatarissen De politiehervorming Statistische gegevens: de RSZPPO als inningsinstelling Financiële gegevens 32 2

3 6 Inspectie Taakomschrijving Activiteitenverslag van de Inspectiedienst Opdrachten voor de Dienst Sociale Zekerheid Opdrachten voor de Dienst Gezinsprestaties 37 7 Gemeenschappelijke Sociale Dienst Taakomschrijving Activiteitenverslag van de Gemeenschappelijke Sociale Dienst De niet-automatische tegemoetkomingen Automatische premies Collectieve verzekering Vakantiedienst Pollen Verdeling van de uitgaven Financiële gegevens 44 8 Rekeningen en balans Samenvatting van de rekeningen van het dienstjaar Balans Detail van het reservefonds Resultaat 49 9 Website Vorming en opleiding Personeelsgegevens RSZPPO Dienst Gezinsprestaties Dienst Sociale Zekerheid Gemeenschappelijke Sociale Dienst Verklaring afkortingen 55 JAARVERSLAG

4 1 inleiding

5 De RSZPPO bestaat 50 jaar De Gemeenschappelijke Sociale Dienst bestaat 30 jaar. Het Beheerscomité van de Rijksdienst brengt deze verjaardagen onder de aandacht met een reeks provinciale ontmoetingen, een academische zitting op 19 november 2002 en met enkele publicaties waarvan dit jaarverslag er één is. Dit jaarverslag behandelt de jaren 1999, 2000 en Zowel de inhoud, als de presentatie weerspiegelt een nieuwe benadering. Door meer pertinente gegevens en minder administratieve teksten werd getracht om de aantrekkelijkheid te verhogen. Ook de vormgeving betekent een stijlbreuk. Een eigen logo werd ontworpen. De oplage en de verspreiding werden meer dan verdubbeld. Van Bijzonder Kinderbijslagfonds tot Rijksdienst voor Sociale Zekerheid De instelling is geëvolueerd van Bijzonder Kinderbijslagfonds tot Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maar haar publiek is steeds hetzelfde gebleven: deze sociale parastatale heeft altijd gewerkt voor de besturen van de provinciale en plaatselijke sector en hun personeelsleden. Voor hen is de RSZPPO dé toegangspoort tot de sociale zekerheid. Voor hen organiseert de RSZPPO de onderlinge solidariteit. Voor sommige bevoegdheden zijn alle besturen verplicht aangesloten (kinderbijslag, betaling socialezekerheidsbijdragen), voor andere (sociale dienst, pensioenfinanciering) hebben ze zelf gekozen om toe te treden. De uitbetaling van de kinderbijslag is de oudste opdracht. Meer dan een derde van de personeelsleden van de RSZPPO werken in functie van deze bij uitstek sociale opdracht. De wijzigingen die zich in de maatschappij op het vlak van gezinspatronen manifesteren en de vele nieuwe soorten tewerkstelling hebben uiteraard ook hun weerslag gehad op de Dienst Gezinsprestaties. JAARVERSLAG

6 1 INLEIDING De inning van de socialezekerheidsbijdragen werd in 1986 als opdracht aan de RSZPPO toevertrouwd. De uitbreiding van de taken en de dienstverlening van de gemeenten, de O.C.M.W. s en de intercommunales vergt de inzet van steeds meer bijzondere categorieën van personeelsleden. Met grote bezorgdheid wordt vastgesteld dat hiervoor een groeiend aantal vrijstellingen of verminderingen van socialezekerheidsbijdragen wordt toegekend. Dit heeft zijn gevolg op het vlak van wetgeving en reglementering en draagt vanzelfsprekend niet bij tot de gewenste vereenvoudiging. Ook de budgettaire gevolgen verdienen de nodige aandacht. De financiering van bepaalde stelsels kan hierdoor op termijn ernstig worden aangetast, vooral als deze maatregelen niet verbonden zijn met bijkomende tewerkstelling. Met de overheveling van de Omslagkas der Gemeentelijke Pensioenen in 1987 naar de RSZPPO wou men dit pensioenstelsel gemeenschappelijk financieren en de prefinanciering door de Schatkist afschaffen. Bij de start was minder dan 50 % van het statutair personeel hierbij betrokken. Het betrof het vastbenoemd personeel van alle kleine en middelgrote besturen. Sinds kort is er bij de steden een verhoogde belangstelling om toe te treden tot dit gemeenschappelijk financieringsstelsel. Alhoewel de becijferde gevolgen van de politiehervorming nog niet beschikbaar zijn, beschikt het gemeenschappelijk stelsel over een gezonde structuur en over wettelijke beheersinstrumenten om de pensioenlast te stabiliseren (28,5 % van de loonmassa vanaf 1995 en 27,5 % sinds 1997). Voor het beheer van deze stelsels stelt de RSZPPO aan de Gewesten de arbeidscoëfficiënten ter beschikking berekend op basis van de driemaandelijkse socialezekerheidsaangifte: een opmerkelijk voorbeeld van samenwerking waardoor deze gegevens niet nogmaals bij de besturen dienen te worden opgevraagd. De Rijksdienst stort, in opdracht van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken, eveneens de bedragen in het kader van de veiligheidscontracten door aan de gemeenten. Gemeenschappelijke Sociale Dienst De Gemeenschappelijke Sociale Dienst (GSD) werd opgericht in mei 1972 en kende sindsdien een gestage groei, zowel wat het aantal aangesloten besturen, als wat het aantal begunstigden betreft. Daar waar initieel, nog vóór de fusie van gemeenten, de oprichting van een gemeenschappelijke dienst zich vooral leek te richten tot de (zeer) kleine besturen, wordt nu vastgesteld dat zelfs zeer grote administraties er de voorkeur aan geven om toe te treden tot de GSD. Ook de gepensioneerden kunnen voor bepaalde sociale tussenkomsten een beroep doen op de GSD. In 1996 werd een duidelijke koerswijziging ingezet door meer nadruk te leggen op de sociale hulpverlening, begeleiding met of zonder financiële tussenkomst, ingeval van uitzonderlijke omstandigheden. De RSZPPO betaalt, onder meer in opdracht van de Gewesten, ook de premies voor de gesubsidieerde contractuelen aan de besturen en de ziekenhuizen. 6

7 Politiehervorming Enkele aspecten werden nog niet belicht, alhoewel zij van grote betekenis zijn voor de Rijksdienst. De politiehervorming heeft een belangrijke invloed op de Dienst Gezinsprestaties als gevolg van de toename van het aantal rechthebbenden, op de Dienst Sociale Zekerheid voor wat de inning van de sociale bijdragen betreft (de politiezones zijn nieuwe werkgevers), op de financiering van de gemeentelijke pensioenen (afsplitsing van de personeelsleden tewerkgesteld in de politiezones) en op de werking van de Gemeenschappelijke Sociale Dienst (politiezones beschikken thans over een eigen sociale dienst). E-Government De betrokkenheid bij een aantal e-government-projecten heeft verregaande gevolgen: het elektronisch verkeer tussen de RSZPPO en de besturen en tussen de RSZPPO en de instellingen van sociale zekerheid, zal voortdurend toenemen. De jaren zullen later als scharnierjaren worden bestempeld. 2002: vele bij de RSZPPO aangesloten werkgevers verrichten hun driemaandelijkse aangifte elektronisch via MQ-series (message queuing). Een steeds groter aantal formulieren zal hierdoor overbodig worden. Sociale prestaties zullen kunnen worden toegekend en berekend op basis van de binnen de socialezekerheidssector beschikbare gegevens. Tot slot dient te worden vermeld dat sedert 1 januari 2002 een nieuwe bestuursruimte ontstond. Samen met 9 andere sociale parastatale instellingen werden met de Belgische Staat een aantal wederzijdse contractuele verbintenissen vastgelegd in een bestuursovereenkomst voor 3 jaar. Al deze activiteiten vormen het resultaat van de inzet van verschillende generaties personeelsleden. De groei van de Rijksdienst is in hoge mate aan hen te danken. Jan Gysen administrateur-generaal Nicolas Jeurissen adjunct-administrateur-generaal Valmy Féaux voorzitter 2003: de Dimona-aangifte wordt veralgemeend (Dimona: onmiddellijke aangifte). 2004: de gedetailleerde RSZPPO-aangifte krijgt een Dmfa-formaat (Dmfa: multifunctionele aangifte). JAARVERSLAG

8 2 beheersorganen Beheerscomité Algemeen Bestuur VOORZITTER Valmy FÉAUX ADMINISTRATEUR-GENERAAL Jan GYSEN VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKGEVERSORGANISATIES Clément CROHAIN Luc DEHAENE (KB ) Herman DE LOOR Christian GILBEAU Gilbert MILCAMPS Marcel NEVEN Marcel VAN DAELE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE WERKNEMERSORGANISATIES Jean-François ENGEL Jean-Pierre KNAEPENBERGH Gilbert LIEBEN Emiel LUYTEN Nico POORTERS Kristien VAN DER GUCHT Paul VEREECKE REGERINGSCOMMISSARISSEN Vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Daniël TRESEGNIE Vertegenwoordiger van de Minister van Binnenlandse Zaken Pierre DENIS (KB ) Vertegenwoordiger van de Minister van Begroting Yves ROGER ADJUNCT-ADMINISTRATEUR-GENERAAL Nicolas JEURISSEN REVISOR Jan VANDERHOEGHT, lid van het Instituut van Bedrijfsrevisoren Directie Centrum voor informatieverwerking Michel BARTEL Inspectie Alex BURKE Gemeenschappelijke sociale dienst Louis CORNELIS Sociale zekerheid Guy GILSON Vorming interne audit Luc NEFONTAINE Gezinsprestaties Hilde TAELS Documentatie Francis TOSSENS Algemene diensten Jean-Paul VAN DAELE Personeel Marc VER ELST SECRETARIS Hilde TAELS 8

9 3 organogram A E AUDIT EVALUATIE VORMING ALGEMEEN BESTUUR A DIRECTIESTAF F R1 FINANCIËLE DIENST D DIRECTIE STUDIE EN DOCUMENTA- TIE C CENTRUM INFORMATIE- VERWERKING R3 BEHEER GEBOUWEN R2 DIRECTIE ALGEMENE DIENSTEN DIRECTIE PERSONEEL I H DIRECTIE INSPECTIE S DIRECTIE SOCIALE ZEKERHEID G DIRECTIE GEZINS- PRESTATIES GEMEEN- SCHAPPELIJKE SOCIALE DIENST JAARVERSLAG

10 4 kinderbijslag

11 4.1 Taakomschrijving De Dienst Gezinsprestaties betaalt de kinderbijslag aan de personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen. De RSZPPO betaalt sinds kort eveneens kinderbijslag uit aan de mandatarissen van de gemeenten (vanaf 1 januari 2001) en aan de voorzitters van de OCMW s (vanaf 1 april 2001) in geval zij geen sociale bescherming genieten in een ander statuut. Onder kinderbijslag verstaan we: de basiskinderbijslag de verhoogde wezenbijslag de bijkomende kinderbijslag de geboortepremie de adoptiepremie Drie personen vervullen een rol bij het vaststellen van het recht op kinderbijslag: de rechthebbende: de persoon wiens huidige of voorbije beroepsactiviteit of sociale situatie het recht opent. de bijslagtrekkende: de persoon die het kind opvoedt en aan wie om die reden de kinderbijslag wordt uitbetaald. de rechtgevende: de persoon voor wie de kinderbijslag betaald wordt, met andere woorden: het kind. De kinderbijslag wordt maandelijks betaald: achteraf voor de contractuele personeelsleden en voor de vastbenoemde ambtenaren die na 1 april 2001 voor het eerst kinderbijslag ontvingen. vooraf voor de vastbenoemde ambtenaren van wie het recht op 1 april 2001 reeds vastgelegd was. Mandatarissen kunnen kinderbijslag ontvangen van de RSZPPO 4.2 Nieuwe wettelijke en reglementaire bepalingen In 1999, 2000 en 2001 werden talrijke wijzigingen in de kinderbijslagwetgeving doorgevoerd. Wij geven hieronder een overzicht van de opmerkelijkste veranderingen. Elke natuurlijke persoon met woonplaats in België, die geen koopman is in de zin van artikel 1 van het Wetboek van Koophandel, kan, indien hij niet in staat is om op duurzame wijze zijn opeisbare of nog te vervallen schulden te betalen en voor zover hij niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd, bij de rechter een verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indienen. Sedert de inwerkingtreding van de wet betreffende de collectieve schuldenregeling, komen er talrijke beschikkingen tot toelaatbaarheid bij de RSZPPO binnen. De Dienst Gezinsprestaties kan zowel als schuldenaar of als schuldeiser in dergelijke procedure betrokken zijn. (Wet van 05/07/1998 betreffende de collectieve schuldenregeling (BS 31/07/1998); in werking sinds 01/01/1999) De notie feitelijk gezin werd in de kinderbijslagreglementering ingevoerd als gevolg van de nieuwe samenlevingsvormen die in de maatschappij ontstonden. Het begrip feitelijk gezin vervangt de woorden een persoon van het andere geslacht waarmee hij een huishouden vormt. De notie feitelijk gezin weerspiegelt een nieuwe realiteit Als de samenwoonst bevestigd is en de partners geen bloed- of aanverwanten zijn tot in de derde graad, worden de betrokkenen ongeacht het geslacht of het aantal personen, geacht een feitelijk gezin te vormen. De vorming van een feitelijk gezin kan rechten doen ontstaan (rangbetaling, voorrangsrecht) of doen vervallen (toeslagen 56bis, 50ter, 42bis, voorrangsrecht). (KB van 19 maart 2001 tot wijziging van het KB van 12 april 1984 (B.S. 20/04/2001); uitwerking met terugwerkende kracht tot 01/09/2000) JAARVERSLAG

12 4 KINDERBIJSLAG Burgemeesters en schepenen op wie het suppletief sociaal statuut van toepassing is omdat zij noch als werknemer, noch als zelfstandige op basis van andere prestaties sociale bescherming genieten, hebben vanaf 01/01/2001 recht op kinderbijslag bij de RSZPPO. Dit recht wordt met ingang van 01/04/2001 uitgebreid tot de OCMW-voorzitters en hun vervangers. (Artikel van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen (B.S. 31/08/2000) en artikel van de wet van 23/03/2001 tot wijziging van de wetgeving betreffende het verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, wat de burgemeester, schepenen, de voorzitter en de leden van het bureau van de districtsraden en OCMW-voorzitter betreft en tot invoering van een suppletief sociaal statuut voor de OCMW-voorzitter (B.S. 05/04/2001)) Vanaf 16/09/2001 werd het begrip in het belang van het kind opnieuw ingevoerd. In het kader van de co-ouderschapregeling kunnen de ouders die het niet eens zijn over de toekenning van de kinderbijslag, de arbeidsrechtbank vragen om de bijslagtrekkende De notie in het belang van het kind werd opnieuw ingevoerd aan te duiden en dit in het belang van het kind. Door de vroegere schrapping (06/02/1999) van die notie oordeelden veel arbeidsgerechten enkel nog op grond van de bepalingen tot aanwijzing van de bijslagtrekkende. Enkel de wettelijke voorwaarden voor de aanwijzing van de bijslagtrekkende dienden gerespecteerd te worden. Vermits die bepalingen niet meer expliciet het belang van het kind als criterium vermeldden, achtten veel rechters er zich dan ook niet meer door gebonden. (Wet van 08/05/2001 tot wijziging van artikel 69 van de Samengeordende Wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders (BS 06/09/2001)) Daarom wordt vereist dat het kind deel uitmaakt van het gezin van de niet-voorrangsgerechtigde rechthebbende en dat het recht bij voorrang wordt afgestaan aan de vader, de moeder, de stiefvader, de stiefmoeder of de personen waarmee de vader of de moeder een feitelijk gezin vormt. (Artikel 66 van de Gecoördineerde wetten aangaande de afstand van voorrangsrecht, werd gewijzigd door de programmawet van 19/07/2001 voor het begrotingsjaar 2001 (B.S. 28/07/2001). De omzendbrief nr. 574 van 20/11/2001 licht deze wijzigingen toe.) De middelen waarmee de verjaring gestuit kan worden (ten voordele van de persoon aan wie de kinderbijslag verschuldigd is), werden uitgebreid. Voorheen werd de verjaring gestuit door een vraag of klacht bij de betrokken instelling of dienst, naargelang het geval ingediend per aangetekende brief. Voortaan kan een aanvraag of een klacht neergelegd worden bij de instelling of verzonden worden per brief, per fax of via elektronische post naar de kinderbijslaginstelling die bevoegd is voor de toekenning van de kinderbijslag. (Artikel 120 van de Gecoördineerde wetten, gewijzigd door de programmawet van 30/12/2001 (BS 31/12/2001)) De persoon die het recht op kinderbijslag opent, kan dit recht afstaan aan een andere persoon. Het afstandsrecht wordt onderworpen aan bepaalde voorwaarden opdat het voorrangsrecht eerst zou worden toegekend aan een hoofdgroep van rechthebbenden, die zich in principe prioritair bezighouden met de opvoeding van het kind. 12

13 4.3 Activiteitenverslag van de Dienst Gezinsprestaties De reorganisatie van de dienst Sinds september 2000 heeft de Dienst Gezinsprestaties een nieuwe directie. Die heeft de dienst grondig gereorganiseerd. In 2001 werden de Nederlandstalige en Franstalige afdeling samengevoegd en werden de dossiers verdeeld over acht groepen: drie Nederlandstalige, twee Franstalige, één tweetalige groep en twee groepen voor de speciale rechten. Er werden daarnaast vijf ondersteunende cellen opgericht. De cel coördinatie houdt zich bezig met het beheer en de organisatie van het personeel en de groepen. De cel juridische zaken behandelt de geschillendossiers en probleemdossiers. Verder heeft ze een algemeen ondersteunende functie. De cel opleiding onderzoekt de opleidingsbehoeften. Bovendien verzekert ze de permanente vorming en opleiding van de dossierbeheerders. De cel invordering beheert de schulden vanaf de derde herinnering. Deze cel zorgt voor de opvolging en afhandeling van de saldodossiers. De infocel fungeert als tussenpersoon tussen de groepen, de cellen, het CIV (Centrum voor Informatieverwerking) en ARDATIS en zetelt in diverse werkgroepen voor de ontwikkeling en aanpassing van het computerprogramma. Dit leidde er toe dat op 19/12/2001 de betaling van de kinderbijslag voor de vastbenoemden voor de maand januari 2002 reeds in euro kon gebeuren. De effectieve omzetting naar de euro van het kinderbijslagprogramma zelf had plaats tijdens het weekend van 19/01/2002. De euro-conversie verliep volgens plan De afschaffing van de postassignaties Vanaf 07/12/2001 kan men in België geen gebruik meer maken van postassignaties. Ter vervanging van de postassignaties kan de bijslagtrekkende nog kiezen voor een betaling met een circulaire cheque. Aangezien dit betaalmiddel niet echt veilig is, werden de bijslagtrekkenden aangemoedigd om de kinderbijslag te laten overschrijven op een zichtrekening De invoering van de euro Op 01/01/2002 werd de euro ingevoerd. De conversie van het kinderbijslagprogramma was dan ook in 2001 één van de prioriteiten. Interne tests en conversie- en afrondingstests bij ARDATIS, hebben deze operatie voorbereid. JAARVERSLAG

14 4 KINDERBIJSLAG 4.4 Statistische gegevens: de RSZPPO als uitbetalingsinstelling In 1999, 2000 en 2001 zet de tendens van de voorgaande jaren zich voort. Het aantal rechthebbenden, bijslagtrekkenden en rechtgevende kinderen waarvoor de RSZPPO de kinderbijslag uitbetaalt, blijft stijgen. AANTAL GEZINNEN EN KINDEREN DIE KINDERBIJSLAG GENIETEN TEN LASTE VAN DE RSZPPO gezinnen kinderen AANTAL BIJSLAGTREKKENDE GEZINNEN PER CATEGORIE (DECEMBER 2001) GEZINNEN MET X-AANTAL KIND(EREN) TOTAAL % arbeidsprestaties en gedeeltelijk werklozen % wezen % werklozen (*) % gepensioneerden % mindervaliden % TOTAAL AAN GEWONE BEDRAGEN % werklozen (**) % gepensioneerden % mindervaliden % wezen % TOTAAL AAN VERHOOGDE BEDRAGEN % (*) Betreft de werklozen die de gewone kinderbijslag ontvangen tijdens de eerste 6 maanden van hun volledige werkloosheid, of ook daarna indien ze om reden van samenwoonst en/of inkomsten geen recht hebben op de verhoogde kinderbijslag. (**) Betreft de werklozen die meer dan 6 maanden volledig werkloos zijn en aan de vereiste voorwaarden voldoen om de verhoogde kinderbijslag te genieten. 14

15 RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS LEEFTIJDSGROEP LEEFTIJDSGROEP RECHTGEVENDEN GEHANDICAPTEN (*) TOTAAL 0-6 jaar % % % 6-12 jaar % % % jaar % % % jaar % % % % % (*) Gehandicapte rechtgevenden die de bijkomende bijslag van art.47 GW krijgen. BEDRAGEN KINDERBIJSLAG (01/02/2002) BASISBEDRAGEN IN EURO 3de EN VOLGENDE RECHTHEBBENDE 1ste KIND 2de KIND KINDEREN loontrekkende 72,61 134,35 200,59 gepensioneerde** 109,57 157,26 204,61 meer dan 6 maanden werkloos** 109,57 157,26 204,61 meer dan 6 maanden arbeidsongeschikt** 152,14 157,26 204,61 voor de wezen van vader en/of moeder ontvangt u 278,93 278,93 278,93 behalve indien de overlevende echtgenoot hertrouwd is of een gezin vormt 72,61 134,35 200,59 DE SUPPLEMENTEN IN EURO (PER KIND) HET KIND IS GEBOREN VÓÓR 01/01/1991 het kind is geboren in vóór 1981 < 12 jaar >= 12 jaar < 18 jaar >= 18 jaar de oudste*** + 25, , , , ,53 overige kinderen + 25, , , , ,01 HET KIND IS GEBOREN NA 31/12/1990 het kind is nu 6-11 jaar jaar >=18 jaar de oudste*** + 12, , ,20 overige kinderen + 25, , ,01 SUPPLEMENT VOOR MINDERVALIDE KINDEREN MET MINSTENS 66% ONGESCHIKTHEID EN EEN GRAAD VAN ZELFREDZAAMHEID VAN 0 tot 3: + 326,65 4 tot 6: + 357,56 7 tot 9: + 382,23 HET KRAAMGELD IN EURO 1ste geboorte 983,68 2de geboorte en volgende 740,10 meervoudige geboorten 983,68 per kind (**) Onder bepaalde voorwaarden: indien de rechthebbende alleen met de kinderen leeft: mag de uitkering van de rechthebbende niet hoger zijn dan 1.607,58 euro bruto per maand als de (huwelijks)partner geen inkomsten heeft: mag de uitkering van de rechthebbende niet hoger zijn dan 1.607,58 euro bruto per maand als de (huwelijks)partner ook een uitkering heeft: de uitkeringen samen van de rechthebbende en zijn partner mogen samen niet meer bedragen dan 1.607,58 euro bruto per maand indien de (huwelijks)partner werkt:de rechthebbende heeft alleen recht op het verhoogd barema als het inkomen van de huwelijkspartner niet hoger is dan 239,46 euro bruto per maand indien uw (huwelijks)partner deeltijds werkt met behoud van rechten als werkloze: wat de partner meer verdient dan 239,46 euro bruto per maand wordt bij de sociale uitkering geteld indien de (huwelijks)partner zelfstandige is: de partner moet bewijzen dat zijn/haar inkomen niet hoger is dan 239,46 euro bruto per maand. (***) Indien betrokkene de verhoogde kinderbijslag ontvangt (pensioen, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, wezen of mindervalide kinderen), ontvangt hij/zij steeds het bedrag overige kinderen. JAARVERSLAG

16 4 KINDERBIJSLAG 4.5 Financiële gegevens Kinderbijslag (met GECO s) van 1987 tot 2001 JAAR OPBRENGSTEN LASTEN RESULTAAT RESULTAAT IN BEF IN EURO , , , , , , , , , , , , , , ,33 KINDERBIJSLAG VAN 1987 TOT 2001 (in BEF) opbrengsten lasten

17 EVOLUTIE VAN HET RESULTAAT VAN 1987 TOT MILJOEN BEF MILJOEN EURO JAARVERSLAG

18 5 sociale zekerheid

19 5.1 Taakomschrijving Sinds 1 januari 1986 int de RSZPPO de socialezekerheidsbijdragen van de provinciale en plaatselijke besturen en int zij in opvolging van de gewezen Omslagkas voor gemeentelijke pensioenen de pensioenbijdragen voor het gemeenschappelijk pensioenstelsel en het stelsel van de nieuw bij de Rijksdienst aangeslotenen. De RSZPPO stort ook de verschillende premies door ter bevordering van de werkgelegenheid en de premies in het kader van de veiligheidscontracten. De RSZPPO int bijdragen en betaalt premies Werkgevers en werknemers De provinciale en plaatselijke overheidsdiensten aangesloten bij de RSZPPO kunnen worden ingedeeld in: gemeentebesturen, OCMW s, intercommunales, provinciale instellingen, gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen en gemeenschapscommissies. Vlaanderen neemt 51 % van de aangesloten besturen en de helft van de werknemers voor haar rekening. Wallonië heeft met 45 % van de besturen 36 % van de werknemers terwijl het Brussels hoofdstedelijk Gewest met 4 % van de aangesloten werkgevers toch verantwoordelijk is voor 13 % van de werknemers. Opmerkelijk is dat in alle drie de gewesten de gemeentebesturen nagenoeg de helft van alle personeelsleden tewerkstellen. De OCMW s hebben in Vlaanderen 39 % en in Wallonië 24 %, de intercommunales respectievelijk 5 % en 18 % van alle personeelsleden in dienst. Partner van de plaatselijke overheid AANTAL WERKNEMERS PER TYPE EN PER GEWEST (2001, 2de KWARTAAL) VLAAMS GEWEST INTERCOMMUNALES 5,12 % PROVINCIALE BESTUREN 4,07 % DIVERSE 0,11 % WAALS GEWEST PROVINCIALE BESTUREN 10,97 % DIVERSE 0,06 % BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST INTERCOMMUNALES 9,01 % PROVINCIALE BESTUREN 0,00 % OCMW S 39,02 % GEMEENTEN 51,68 % INTER- COMMUNALES 17,90 % OCMW S 23,96 % GEMEENTEN 47,11 % DIVERSE 12,03 % OCMW S 26,00 % GEMEENTEN 52,97 % JAARVERSLAG

20 5 SOCIALE ZEKERHEID AANTAL WERKNEMERS PER STATUUT EN PER GEWEST (2001, 2de KWARTAAL) VLAAMS GEWEST WAALS GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST GECO S 5,44 % GECO S 19,01 % GECO S 18,41 % NIET VAST- BENOEMDEN 34,93 % VAST- BENOEMDEN 46,06 % NIET VAST- BENOEMDEN 41,12 % VAST- BENOEMDEN 40,46 % NIET VAST- BENOEMDEN 46,09 % VAST- BENOEMDEN 48,47 % De plaatselijke en provinciale besturen stellen zowel statutair als contractueel personeel tewerk. Niet alleen de socialezekerheidsregeling maar ook het loonbegrip zijn verschillend voor deze beide groepen. De gesubsidieerde contractuelen vormen een aparte categorie omdat er voor deze groep geen werkgeversbijdragen verschuldigd zijn. In Vlaanderen en Brussel is bijna de helft van de werknemers vastbenoemd, in Wallonië 40 %. Opvallend is het kleine aandeel van de gesubsidieerde contractuelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 5 %, terwijl dat in Vlaanderen en Wallonië nagenoeg 19 % bedraagt De bijdragen Het socialezekerheidsstelsel wordt gefinancierd door de werkgevers- en werknemersbijdragen op het loon van de werknemer. Voor de plaatselijke en provinciale besturen, aangesloten bij de RSZPPO, gelden de volgende bijdragepercentages: BIJDRAGEN VOOR VASTBENOEMDE EN CONTRACTUELE WERKNEMERS ziekte- en invaliditeitsverzekering sector geneeskundige verzorging sector uitkeringen werkloosheidsverzekering pensioenregeling SUBTOTAAL GLOBAAL BEHEER kinderbijslagregeling beroepsziektenregeling TOTAAL SOCIALEZEKERHEIDSBIJDRAGEN pensioenbijdrage loonmatigingsbijdrage inhouding op het dubbel vakantiegeld bijdrage voor het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (kinderopvang) bijdrage voor werkgevers met meer dan 10 werknemers 20

21 Zowel de werkgever als de werknemer betalen bijdragen Voor bepaalde werknemerscategorieën, zoals vrijwillige brandweerlieden, studenten, monitoren en geneesheren, gelden evenwel specifieke regels. Het bedrag van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid en van de vakbondspremiebijdrage wordt jaarlijks vastgelegd. Op de rust- en overlevingspensioenen is een bijzondere solidariteitsinhouding verschuldigd. Onder loon moeten we alle voordelen verstaan (zowel in geld als in natura) die een werknemer van de werkgever ontvangt als gevolg van zijn arbeidsovereenkomst of aanstelling. De termen (baremieke) wedde, commissies, premies, vakantiegeld, gratis huisvesting...vallen dus allemaal onder het begrip loon. Vergoedingen die een terugbetaling zijn van door de werknemer gemaakte kosten worden niet als loon beschouwd. VASTBENOEMD CONTRACTUEEL WERKGEVER WERKNEMER WERKGEVER WERKNEMER % % % % Het loon waarop de bijdragen berekend worden verschilt echter naargelang het statuut van het personeelslid. Voor de vastbenoemden wordt in principe alleen de baremieke wedde onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen en pensioenbijdragen. De vergoedingen die nieuw zijn en dateren van na worden enkel onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen. Voor de contractuele werknemers daarentegen is de totale loonmassa onderworpen. Voor contractuelen en vastbenoemden gelden andere bijdragen en regels De kwartaalaangifte gebeurt elektronisch en vermeldt aan de hand van codes per werknemer het statuut en de loon- en prestatiegegevens. Aan de hand van deze gegevens berekent de RSZPPO zelf de verschuldigde bijdragen en factureert die aan het bestuur. Zo n 85 % van de besturen hebben aan de RSPPO toelating gegeven om zowel de maandelijkse voorschotten als het saldo automatisch van de rekening te nemen. Elk kwartaal verwerkt de RSZPPO aangiften Als een vroegere aangifte gewijzigd moet worden, dient het bestuur een regularisatie in. Elk kwartaal verwerkt de RSZPPO ongeveer 1740 aangiften. Gemiddeld volgen op elke aangifte 2 tot 3 regularisaties die de eerdere aangifte corrigeren of aanvullen. 3,80 % 3,55 % 3,80 % 3,55 % 2,35 % 1,15 % 1,46 % 0,87 % 8,86 % 7,50 % 3,80 % 3,55 % 16,47 % 13,07 % 5,25 % 5,25 % 0,17 % 0,17 % 9,22 % 3,55 % 21,89 % 13,07 % 20,00 % 7,50 % 6,19 % 7,31 % 13,07 % 13,07 % 0,05 % 0,05 % 1,69 % JAARVERSLAG

22 5 SOCIALE ZEKERHEID De RSZPPO beheert het gemeenschappelijk pensioenstelsel Sinds 1 juli 1997 verdeelt de RSZPPO de bijdragen niet meer rechtstreeks over de verschillende takken van de sociale zekerheid. In het kader van het globaal beheer worden ze gestort aan de RSZ, die vervolgens de takken financiert volgens de behoeften. Uitzonderingen zijn de bijdragen voor de sectoren kinderbijslag en beroepsziekten. De kinderbijslagbijdrage blijft bij de RSZPPO aangezien zij zelf de kinderbijslag uitbetaalt; de bijdragen voor beroepsziekten worden rechtstreeks aan het FBZ (Fonds voor de Beroepsziekten) gestort. De pensioenbijdrage verschuldigd voor het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen (pool 1) of het stelsel van de nieuw bij de Rijksdienst aangeslotenen (pool 2) wordt beheerd door de RSZPPO die ook jaarlijks het bijdragepercentage bepaalt. De RSZPPO int eveneens de facultatieve bijdrage van 0,15 % wanneer een bestuur aangesloten is bij de Gemeenschappelijke Sociale Dienst. 5.2 Activiteitenverslag van de Dienst Sociale Zekerheid De meest opvallende vernieuwingen in 1999, 2000 en 2001 in de regelgeving betreffende de sociale zekerheid waren de oprichting van het Sectoraal Fonds en het Terugvorderingfonds voor de Sociale Maribel, het statuut van de vrijwilligers, het sociaal statuut van de niet-beschermde lokale mandatarissen en de politiehervorming De Sociale Maribel Op 1 juli 1997 werden de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector van kracht. Met de Sociale Maribel wilde de federale regering in deze sector bijkomende banen scheppen. De werkgevers die toetreden tot het systeem genieten vermindering van patronale lasten voor alle werknemers die minstens halftijds tewerkgesteld zijn. Vermindering van bijdragen in ruil voor tewerkstelling Aanvankelijk bleven deze maatregelen beperkt tot de aangesloten besturen die een activiteit uitoefenen in de gezondheidszorg of de maatschappelijke dienstverlening, zoals de bij de RSZPPO aangesloten ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen en OCMW s. Zij kregen de kans om toe te treden tot het raamakkoord van 26 mei 1997 (bij de RSZPPO) of tot het raamakkoord van 3 juni 1998 (bij het Ministerie van Volksgezondheid). Vanaf 1 juli 1998 werden de voordelen van de Sociale Maribel ook uitgebreid tot de besturen die actief zijn in de socio-culturele sector. De culturele centra, bibliotheken en mediatheken, sportverenigingen en sportcentra, niet-commerciële radio- en/of televisieverenigingen, organisaties voor sociaal- 22

23 cultureel vormingswerk, jeugdcentra en niet-commerciële toeristische organisaties kwamen daardoor ook in aanmerking. Omdat niet alle werkgevers toegetreden waren tot de Sociale Maribel, werden niet alle financiële middelen benut. Daarom richtte de RSZPPO in 1999 twee fondsen op: het Sectoraal Fonds en het Terugvorderingsfonds Het Sectoraal Fonds Het Sectoraal Fonds wordt beheerd door het Beheerscomité van de RSZPPO. Het wordt gespijsd door de vermindering van de werkgeversbijdragen waarvan de besturen die nog niet toetraden hadden kunnen genieten. Het fonds richt zich zowel tot de werkgevers die reeds toegetreden zijn tot een van de twee raamakkoorden als tot de andere besturen. Beiden kunnen een financiële tussenkomst aanvragen. Enkel het bedrag van de tegemoetkoming waarop zij aanspraak kunnen maken verschilt. Voorwaarden voor een tegemoetkoming van het Sectoraal Fonds Om recht te hebben op de tegemoetkomingen van het Sectoraal Fonds moet een werkgever in verhouding tot het bedrag bijkomende tewerkstelling realiseren. Met name dienen de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld: de tewerkstelling (het aantal koppen) moet toenemen het arbeidsvolume moet toenemen de nieuwe werknemers mogen niet aangeworven worden in het kader van een ander tewerkstellingsproject. De toename van het aantal werknemers en van het arbeidsvolume moet zich voordoen ten opzichte van het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal met ingang waarvan het bestuur toegetreden is tot het Sectoraal Fonds. Het bedrag van de tegemoetkoming van het Sectoraal Fonds De Sociale Maribel is vanaf het 3 de kwartaal 1997 in werking getreden. Het bedrag van de forfaitaire vermindering was oorspronkelijk vastgesteld op BEF (of 80,57 euro) per kwartaal en per werknemer, maar werd nadien stapsgewijs opgetrokken tot BEF (of 288,18 euro) vanaf het 3 de kwartaal Door de oprichting van het Sectoraal Fonds werd voorzien in een bijkomende forfaitaire tegemoetkoming aan de besturen waarvan de kandidatuur werd goedgekeurd van BEF (of 6.693,13 euro) voor een contractuele voltijdse werknemer en BEF (of 7.883,01 euro) voor een statutaire voltijdse werknemer per kwartaal. Deze tegemoetkomingen kunnen enkel maar verleend worden binnen de perken van de beschikbare middelen van het Sectoraal Fonds Het Terugvorderingsfonds Het Terugvorderingsfonds krijgt zijn inkomsten van: de opbrengst van de teruggevorderde verminderingen van de werkgevers die hun verplichtingen gekoppeld aan de toekenning niet naleven het overschot van bijdrageverminderingen waarover het Sectoraal Fonds eventueel beschikt JAARVERSLAG

24 5 SOCIALE ZEKERHEID De teruggevorderde bedragen worden, na aftrek van de administratieve kosten, op voorstel van het fonds aangewend voor: enerzijds de financiering van de opleidingsprogramma s voor de omvorming van sommige kinesitherapeuten en paramedici tot gegradueerde verpleegkundigen anderzijds de financiering van projecten voor de opvang van buitenlandse niet-begeleide minderjarige asielzoekers Het statuut van de vrijwilligers Geen bijdragen voor vrijwilligers België telt meer dan anderhalf miljoen vrijwilligers: tappers op het feest van de basketbalploeg, palliatieve helpers, leiders van jeugdverenigingen... Op internationaal vlak wordt de belangeloze inzet van de onbetaalde werknemers erkend: zo riepen de Verenigde Naties het jaar 2001 uit tot Internationaal Jaar van de Vrijwilliger. Omdat het vrijwilligerswerk zo belangrijk is, heeft de vrijwilliger recht op een volwaardig statuut. Dat is er tot op vandaag echter niet. Wel kunnen sedert 1999 bepaalde vrijwilligers vrijgesteld worden van socialezekerheidsbijdragen. Welke activiteiten als vrijwilliger kunnen vrijgesteld worden van socialezekerheidsbijdragen? a) Gelegenheidswerk verricht in het kader van sociale, culturele of sportieve activiteiten, onder andere opvang of begeleiding van zieken, bejaarden, kinderen, jongeren en sociaal zwakkeren bescherming van het leefmilieu organisatie van sportwedstrijden en van sociale en culturele evenementen persoonlijke deelname aan dergelijke wedstrijden en evenementen b) Het gelegenheidswerk moet gebeuren in opdracht van een rechtspersoon (vb. een gemeente of een OCMW) of een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid die geen onderneming exploiteert of geen winstgevende bezigheid verricht. Wie kan vrijwilliger zijn? Elke natuurlijke persoon die op onbaatzuchtige wijze, onbezoldigd en in een georganiseerd of gereglementeerd verband zijn activiteiten uitvoert, kan vrijwilliger zijn op voorwaarde dat deze persoon geen beroepsrelatie heeft met de opdrachtgever. Voorwaarden waaronder vrijwilligers worden vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen De vergoedingen die de opdrachtgever aan de vrijwilliger toekent, mogen niet hoger zijn dan BEF (of 24,79 euro) per dag en BEF (of 991,57 euro) per jaar. In dat geval wordt aangenomen dat de vergoedingen uitsluitend de forfaitaire terugbetaling vertegenwoordigen van werkelijke kosten, zoals verplaatsingskosten, verblijfskosten (dranken en maaltijden) en/of kosten voor uitrusting, telefoon, fax, briefwisseling, documentatie... Vergoedingen die aan deze voorwaarden voldoen, zijn niet belastbaar én vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen. 24

25 5.2.3 Het sociaal statuut van de niet-beschermde lokale mandatarissen Vóór 1 januari 2001 was aan het mandaat van lokale mandatarissen geen enkele sociale bescherming verbonden. Zij waren geen zelfstandigen omdat een politiek mandaat niet beantwoordt aan Alle mandatarissen nu sociaal beschermd het concept beroepsactiviteit, waarbij het winstoogmerk vooropstaat. Evenmin maakten zij deel uit van het socialezekerheidsstelsel van de werknemers aangezien zij geen prestaties leveren binnen een arbeidsovereenkomst of in statutair dienstverband. Ook van een band van ondergeschiktheid is bij deze mandatarissen geen sprake. De ommekeer kwam er in verschillende stappen in de loop van 1999 en 2000, toen de wetgever een sociaal statuut creëerde voor burgemeesters en schepenen die door de mazen van het sociale vangnet glipten. Deze nieuwe bescherming werd van kracht met ingang van 1 januari Drie maanden later volgde een identieke regeling voor de voorzitters van het OCMW. Een nieuw sociaal statuut In het nieuw suppletief of aanvullend sociaal statuut treedt het plaatselijk bestuur op als werkgever en verricht de inhoudingen op de wedde. De verschuldigde werknemersen werkgeversbijdragen worden berekend op de volledige wedde en worden aangegeven en betaald bij de RSZPPO. De werknemersbijdragen belopen 5,57 % en de werkgeversbijdragen 12,86 %. In ruil heeft de mandataris recht op werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag en is hij/zij verzekerd in geval van ziekte. Niet-beschermde lokale mandatarissen Niet-beschermde lokale mandatarissen zijn burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters die niet beschermd worden door een bestaand sociaal statuut (als werknemer of zelfstandige) en die enkel prestaties inzake geneeskundige verzorging zouden genieten mits betaling van persoonlijke bijdragen aan het ziekenfonds. Vaak combineren lokale politieke mandatarissen hun mandaat met een beroepsactiviteit. Sommigen maken deel uit van een specifieke bevolkingscategorie zoals werklozen, gehandicapten, gepensioneerden, studenten... Enkele van deze categorieën worden automatisch beschermd door een specifiek sociaal statuut: zelfstandigen, werknemers en ambtenaren die volledige loopbaanonderbreking nemen, arbeidsongeschikte werknemers, arbeidsongeschikte zelfstandigen (gedurende de eerste zes maanden van arbeidsongeschiktheid), werklozen, bruggepensioneerden, gehandicapten en studenten die jonger zijn dan 25 jaar. Aangezien zij reeds opgevangen worden in het sociale vangnet, zijn zij uitgesloten van het sociaal statuut van de niet-beschermde lokale mandatarissen. Dit nieuwe statuut is ook niet van toepassing op gepensioneerden, weduwnaars en weduwen van wie de betaling van het rust- of overlevingspensioen niet opgeschort is. Uiteindelijk bestaat het contingent van niet-beschermde mandatarissen uit arbeidsongeschikte zelfstandigen (na 6 maanden arbeidsongeschiktheid), werknemers en ambtenaren met verlof zonder wedde, parlementsleden, personen die niet beroepsactief zijn en studenten die ouder zijn dan 25 jaar en dus niet meer ten laste van hun ouders. Ook gepensioneerden, weduwnaars en weduwen waarvan de pensioenbetaling geschorst is, genieten dit statuut. JAARVERSLAG

26 5 SOCIALE ZEKERHEID De politiehervorming Politiezones worden aangesloten bij de RSZPPO Het Octopusakkoord dat in de Senaat ondertekend werd op 24 mei 1998 was het startschot voor een diepgaande hervorming van het Belgische politiesysteem. Dit resulteerde in de oprichting van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: op plaatselijk vlak: de lokale politie op nationaal vlak: de federale politie Op 1 januari 2001 werd de federale politie ingesteld. De lokale politie daarentegen zou per groep van politiezones ingesteld worden van zodra een aantal essentiële voorwaarden vervuld zijn. Dit betekende dat het gemeentepolitiekorps verder blijft bestaan tot op het ogenblik dat het zonale korps gecreëerd wordt. Het was de bedoeling om alle zones ten laatste op 1 januari 2002 in te stellen. Onze aandacht gaat hier uiteraard naar de lokale politie, omdat de RSZPPO aangeduid werd als socialezekerheidsinstelling voor het personeel van de lokale politie. De RSZ vervult dezelfde taak voor de federale politie. De lokale politie omvat in totaal 196 zones: 50 ééngemeentezones, die samenvallen met het grondgebied van de gemeente, en 146 meergemeentezones, die bestaan uit verschillende gemeentes. De meergemeentezones hebben rechtspersoonlijkheid en beschikken over een politieraad en een politiecollege (naar analogie met de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen in de ééngemeentezones). voor de berekening van de lonen en is ook verantwoordelijk voor het opmaken van de socialezekerheidsaangifte. Taakomschrijving van de RSZPPO in het kader van de politiehervorming De RSZPPO zal voor de lokale politie: de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen innen de pensioenbijdragen innen van het vastbenoemd personeel dat van rechtswege aangesloten is bij het fonds voor de pensioenen van de Geïntegreerde Politie de bijzondere bijdrage van 0,15 % innen voor het personeel van de lokale politie dat van rechtswege aangesloten is bij de Sociale Dienst van de Geïntegreerde Politie. Een aantal aandachtspunten De Dienst Sociale Zekerheid heeft de politiehervorming op de voet gevolgd. Dit hield onder meer in dat de vele wetgevende teksten en omzendbrieven bestudeerd werden om na te gaan welke repercussies er waren op het domein van de sociale zekerheid. Een volledig overzicht van deze teksten vindt u op de website Binnen deze context vonden er regelmatig overlegvergaderingen plaats met andere instanties. Ook nam de RSZPPO actief deel aan de redactie van ontwerpen van wetten of koninklijke besluiten. Het dossier van de politiehervorming was tijdens het jaar 2001 voor de RSZPPO een dagelijkse bekommernis. De weddenberekening voor de personeelsleden van de lokale politie zal gecentraliseerd verlopen: de personeelsdiensten van de politiezones delen alle gegevens mee aan het Sociaal Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI), dat instaat voor de correcte toepassing van het statuut. De Centrale Dienst voor Vaste Uitgaven (CDVU) staat in 26

27 In dit korte bestek willen we wijzen op een aantal markante feiten of fenomenen, die de complexiteit van het dossier schetsen: Het mammoetbesluit voerde met ingang van 1 april 2001 een nieuw personeelsstatuut in. Een grondige studie was noodzakelijk om in overleg met RSZ, CDVU, GPI en de Administratie der Pensioenen na te gaan op welke bezoldigingselementen de politiepersoneelsleden recht hadden en in welke mate deze onderworpen waren aan socialezekerheids- en/of pensioenbijdragen. Er was een schijnbare tegenstelling tussen enerzijds de inwerkingtreding van het nieuwe personeelsstatuut op 1/4/2001 en anderzijds de lokale politie die ten vroegste vanaf 1/1/2002 zou ingesteld worden. De keuze die het personeelslid moet maken tussen het oud, nieuw of gemengd statuut heeft een invloed op de vraag of een vergoeding onderworpen moet worden aan socialezekerheidsbijdragen. De (ex-)rijkswachters die overgingen naar de lokale politiezones kunnen opteren voor hun oud statuut dat specifieke bezoldigingselementen voorziet die sterk afwijken van het oud statuut van de gemeentepolitie. De wettelijke regeling aangaande het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie voorziet in een van rechtswege aansluiting van alle vastbenoemde politiepersoneelsleden vanaf 1/4/2001. Het bijdragepercentage bedraagt 27,5 %. Aangezien dit fonds enkel de last zal dragen van de pensioenen die ingaan na 31 maart 2001 zal het tijdens de eerste jaren van zijn bestaan een ruim positief saldo vertonen. Het beschikbare saldo zal verdeeld worden onder de bestaande pensioenstelsels waarbij de verschillende naar de geïntegreerde politie overgehevelde personeelscategorieën aangesloten waren. Er wordt echter een overgangsperiode ingebouwd waarbij de pensioenbijdragen tot 31 december 2002 verder overgemaakt worden aan de pensioenregimes waarbij de personeelsleden vroeger aangesloten waren. De meerkost als gevolg van de socialezekerheidsbijdragen op de toelagen, premies en vergoedingen van de personeelsleden van de politiezones moet berekend worden door de RSZPPO en in mindering gebracht op de factuur. De politiehervorming was in 2001 een dagelijkse bekommernis Uitdagingen voor het jaar 2002 De politiehervorming zal ongetwijfeld ook de komende jaren een belangrijk item blijven voor de RSZPPO. De volgende vragen zullen een antwoord moeten krijgen: Zal de instelling van de lokale politie in politiezones zijn volledige juridische uitwerking krijgen op 1 januari 2002? Indien dit niet zo zou zijn, zou dit impliceren dat over sommige kwartalen van het jaar 2002 de gemeente nog verder als werkgever moet beschouwd worden en dus ook moet instaan voor het opmaken van de socialezekerheidsaangifte. Zal de socialezekerheidsaangifte voor rekening van de politiezone binnen redelijke termijnen gebeuren? De weddenberekening en de opmaak van de socialezekerheidsaangifte zal immers door andere instanties gebeuren, en vereist een grootscheepse overdracht van gegevens van het lokale naar het centrale niveau. Alhoewel het nieuwe personeelsstatuut dat een grondige verandering van de barema s en andere bezoldigingselementen inhield in voege trad op 1 april 2001, gebeurde de uitbetaling in veel gevallen op basis van voorschotten. De definitieve herberekening zal gebeuren door het SSGPI in samenwerking met de CDVU en moet resulteren in een (regulariserende) aangifte van deze herberekening. Hoe zullen de gemeentebesturen, die nog minstens tot 31/12/2001 de werkgever zijn, een regularisatie kunnen indienen van bedragen die niet door hen werden berekend? JAARVERSLAG

28 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.3 Statistische gegevens: de RSZPPO als inningsinstelling AANTAL BIJDRAGEPLICHTIGE WERKNEMERS VOLGENS GESLACHT EN STATUUT TIJDENS HET 2de KWARTAAL VAN 2001 VROUWEN MANNEN TOTAAL vastbenoemden niet-vastbenoemden GECO s TOTAAL VROUWEN NIET VAST- BENOEMDEN 47 % GECO S 18 % VAST- BENOEMDEN 35 % MANNEN GECO S 16 % NIET VAST- BENOEMDEN 27 % VAST- BENOEMDEN 57 % VROUWEN & MANNEN NIET VAST- BENOEMDEN 39 % GECO S 17 % VAST- BENOEMDEN 44 % AANTAL BIJDRAGEPLICHTIGE WERKNEMERS BIJ DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN PER GEWEST TIJDENS HET 2de KWARTAAL VAN 2001 BRUSSELS VLAAMS WAALS TOTAAL HOOFDSTEDELIJK GEWEST GEWEST GEWEST plaatselijke besturen provinciale besturen TOTAAL PROVINCIALE BESTUREN PLAATSELIJKE BESTUREN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 14 % WAALS GEWEST 65 % VLAAMS GEWEST 35 % WAALS GEWEST 34 % VLAAMS GEWEST 52 % 28

29 AANTAL BIJDRAGEPLICHTIGE WERKNEMERS VOLGENS FUNCTIEGROEP EN GESLACHT TIJDENS HET 2de KWARTAAL VAN DE JAREN 1999 TOT VROUWEN MANNEN VROUWEN MANNEN VROUWEN MANNEN administratief personeel werklieden medisch personeel onderwijsinstellingen technisch personeel politie brandweer andere RIJK AANTAL BIJDRAGEPLICHTIGE WERKNEMERS VOLGENS FUNCTIEGROEP EN GESLACHT TIJDENS HET 2de KWARTAAL VAN vrouwen mannen ADMINISTRATIEF PERSONEEL WERK- LIEDEN MEDISCH PERSONEEL ONDERWIJS- INSTELLINGEN TECHNISCH PERSONEEL POLITIE BRANDWEER ANDERE JAARVERSLAG

Gezinsbijslag in 15 vragen

Gezinsbijslag in 15 vragen Gezinsbijslag in 15 vragen 1. Wat is gezinsbijslag? Gezinsbijslag omvat: - het kraamgeld dat eenmalig wordt uitbetaald bij de geboorte - de adoptiepremie die eenmaal wordt uitbetaald bij de adoptie - de

Nadere informatie

jaarverslag 2003 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be

jaarverslag 2003 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be jaarverslag 2003 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be 2 verantwoordelijke uitgever Jan Gysen, Jozef II-straat 47, 1000 Brussel dit

Nadere informatie

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel

Versie DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel Versie 04-03-2011 DEEL VII Titel II Toelage voor de secretaris Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 3.1 Eengemeentepolitiezone 3.2 Meergemeentepolitiezone

Nadere informatie

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet

Nadere informatie

Page 1 of 7. Mededeling 2001/7 (24-04-2001) Het sociaal statuut van de niet beschermde lokale mandatarissen

Page 1 of 7. Mededeling 2001/7 (24-04-2001) Het sociaal statuut van de niet beschermde lokale mandatarissen Page 1 of 7 Mededeling 2001/7 (24-04-2001) Het sociaal statuut van de niet beschermde lokale mandatarissen Artikelen 118-123 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen

Nadere informatie

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47 B-1000 BRUSSEL Tel. (02) 239 12 11 Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/175 BERAADSLAGING NR. 07/066 VAN 4 DECEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Juridisch bulletin. Wetgeving

Juridisch bulletin. Wetgeving Juridisch bulletin Wetgeving 2009 www.rkw.be Inhoud 1 Wetten 3 1.1 Programmawet van 22 december 2008 (Eenoudertoeslag Onmiddellijke uitwerking Kinderen met een aandoening) 3 1.2 Wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN 1 of 12 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES VOOR DE PROVINCIALE EN PLAATSELIJKE BESTUREN R S Z Kwartaal:2017/3 2 of 12 De verschuldigde bijdragen De bijdragen voor het algemeen socialezekerheidsstelsel van de

Nadere informatie

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep. 7. Het sociaal statuut van een zelfstandige ondernemer. ---------------------------------------------------------------- 7.1. Sociaal statuut zelfstandige. 7.1.1.Hoofdberoep Als zelfstandige arbeid je

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

jaarverslag 2004 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be

jaarverslag 2004 rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be jaarverslag 2004 /1 LOREM IPSUM rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten www.rszppo.fgov.be verantwoordelijke uitgever Jan Gysen Jozef II-straat 47, 1000

Nadere informatie

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels De Kamers hebben aangenomen

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 2 juni 2005; SCSZ/05/91 1 BERAADSLAGING NR. 05/032 VAN 19 JULI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING AAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS EN DE

Nadere informatie

Versie 14-01-2015 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen

Versie 14-01-2015 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen Versie 14-01-5 DEEL X Titel IV De inhouding voor het fonds van overlevingspensioenen 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. De pensioenbijdragen 2.1 De werkgeversbijdrage 2.2 De werknemersbijdrage

Nadere informatie

INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT

INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT HOOFDSTUK 1... 3 EEN SOCIAAL STATUUT VOOR ONTHAALOUDERS... 3 1. Inleiding... 3 2. De Belgische sociale zekerheid: hoe werkt dat?... 3 3. Is een onthaalouder

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/199 BERAADSLAGING NR. 16/004 VAN 2 FEBRUARI 2016, GEWIJZIGD OP 4 OKTOBER 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1

VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1 Inhoud 1 Crosscontrole personeel van onderwijsinstellingen... 3 2 Doelgroepverminderingen: refertekwartaalloon... 3 3 Doelgroepverminderingen voor jonge werknemers:

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/011 BERAADSLAGING NR. 16/004 VAN 2 FEBRUARI 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr. 1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële Omzendbrief nr. 599 Omzendbrief aan de Mevrouwen Ministers, aan de Heren Ministers,

Nadere informatie

Statistieken activiteitenverslag Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

Statistieken activiteitenverslag Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Statistieken activiteitenverslag 2008 8Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten inhoud RSZPPO Statistieken Activiteitenverslag 2008 8 1 Aantal werkgevers

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2014 Aanpassingen: 1. Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 van 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2015/4 2 van 9 De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 3 van 9 4 van 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen die in

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2016 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2011 RSZPPO - statistieken INHOUD Nummer tabel TITEL TABEL 1A 1B 1C Aantal werkgevers per gewest en type Aantal

Nadere informatie

Versie 04-03-2011 DEEL X Titel II De inhouding voor bijdrage aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging

Versie 04-03-2011 DEEL X Titel II De inhouding voor bijdrage aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging Versie 04-03-2011 DEEL X Titel II De inhouding voor bijdrage aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. Toepassingsgebied ratione personae

Nadere informatie

Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015

Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015 Van OCMW naar Zorgbedrijf? En uw sociale zekerheid? o 11 juni 2015 Ursus Wehrli 2 3 Aandachtspunten 1.Sociale Maribel 2.Pensioenen van de vastbenoemden 3.Capelo 4.Het geco-contingent 5.Nieuw financieel

Nadere informatie

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976) WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 20 juli 2007;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 20 juli 2007; SCSZ/07/130 1 BERAADSLAGING NR. 07/043 VAN 4 SEPTEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING EN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN AAN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels

Dienst. voor de. Bijzondere Socialezekerheidsstelsels Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) + Sociaal statuut van de Onthaalouders Laatste update: 1/01/2015 (versie 2015.1) ALGEMEENHEDEN... 3 TOEPASSINGSGEBIED... 3 HET SOCIAAL STATUUT...

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 103,04 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2017 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

Titel III. De regeling van toepassing op het overheidspersoneel en in het bijzonder op het personeel van de provinciale en plaatselijke

Titel III. De regeling van toepassing op het overheidspersoneel en in het bijzonder op het personeel van de provinciale en plaatselijke Titel III. De regeling van toepassing op het overheidspersoneel en in het bijzonder op het personeel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten I. Algemeen overzicht De overheidsdiensten vormen

Nadere informatie

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1 Sociaal statuut van de zelfstandige Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1. Wie is een zelfstandige? Een zelfstandige is een persoon die in België een beroepsbezigheid

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2010 RSZPPO - statistieken INHOUD. Nummer tabel TITEL TABEL 1A Aantal werkgevers per gewest en type 1B Aantal werkgevers

Nadere informatie

VZW SOCIAAL FONDS VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE WERKINGSPROGRAMMA 2013 FINANCIEEL VERSLAG 2013 BEGROTING 2014

VZW SOCIAAL FONDS VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE WERKINGSPROGRAMMA 2013 FINANCIEEL VERSLAG 2013 BEGROTING 2014 VZW SOCIAAL FONDS VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE WERKINGSPROGRAMMA 2013 FINANCIEEL VERSLAG 2013 BEGROTING 2014 27 maart 2014 p. 1 A. ALGEMEEN * De vzw Sociaal Fonds Vlaamse Gemeenschapscommissie werd gesticht

Nadere informatie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie

Handleiding Financiële Personeelsadministratie Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Herziene versie van 27-03-2006 Boek 4 Hoofdstuk 3 : Maaltijdcheques - Administratief en logistiek kader van de lokale politie Inhoudstafel 1 Wettelijke

Nadere informatie

Versie DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel

Versie DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel Versie 04-03-2011 DEEL VIII Maaltijdcheques (oud statuut) Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Bedrag 5. Kenmerken van de maaltijdcheques 5.1

Nadere informatie

Hervorming financiering ambtenarenpensioenen

Hervorming financiering ambtenarenpensioenen Hervorming financiering ambtenarenpensioenen van lokale besturen Wet van 24 oktober 2011 Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Overzicht I. Inleiding II.

Nadere informatie

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers

Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Halfjaarlijkse statistieken Tewerkstelling bij de RSZPPO-werkgevers Brochure 2 e kwartaal 2009 RSZPPO - statistieken INHOUD. Nummer tabel TITEL TABEL 1A Aantal werkgevers per gewest en type 1B Aantal werkgevers

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 of 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2014/04 2 of 9 3 of 9 Inhoudstafel De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 4 of 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen

Nadere informatie

Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De heer Rudy Demotte - Minister Kunstlaan Brussel. Brussel, 30 september 2009

Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De heer Rudy Demotte - Minister Kunstlaan Brussel. Brussel, 30 september 2009 Federaal Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid De heer Rudy Demotte - Minister Kunstlaan 7 1210 Brussel Uw kenmerk : Ons kenmerk : NDG d431 Bijlage(n) : Contact : Nele De Gols 02 211 55 35 Betreft

Nadere informatie

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht Trierstraat 70 B-1000 Brussel dienst Controle Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 21.12.2012 uw ref. contact Peter Savat Guy Tillieux sociaal inspecteurs telefoon 02-237 21 07 02-237 23 60

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2015/2 1 of 11 De beperkte onderwerping Inhoudstafel De beperkte onderwerping

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

verantwoordelijke uitgever Jan Gysen, Jozef II-straat 47, 1000 Brussel ontwerp & realisatie Erik Hubin, www.erikhubin.be

verantwoordelijke uitgever Jan Gysen, Jozef II-straat 47, 1000 Brussel ontwerp & realisatie Erik Hubin, www.erikhubin.be jaarverslag 2002 2002 verantwoordelijke uitgever Jan Gysen, Jozef II-straat 47, 1000 Brussel ontwerp & realisatie Erik Hubin, www.erikhubin.be RSZPPO Jozef II-straat 47 1000 Brussel TEL 02 234 32 11 FAX

Nadere informatie

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens I. Werkgelegenheid en beroepsbevolking De arbeidsmarkt is gestructureerd rond een aanbod van arbeidskrachten (de beroepsbevolking) en een vraag naar

Nadere informatie

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren 6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd

Nadere informatie

Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel

Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 4.1 Principe 4.2

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ 1 of 9 ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RSZ Kwartaal:2018/4 2 of 9 De beperkte onderwerping Private sector Openbare sector 3 of 9 4 of 9 Een aantal personen vallen niet onder alle regelingen die in de sociale

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 23 oktober A D V I E S Nr. 1.425 Zitting van woensdag 23 oktober 2002 --------------------------------------------------- Onderwerping aan de sociale zekerheid - federale autonome overheidsbedrijven x x x 1.958-1

Nadere informatie

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave

Versie van DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave Versie van 04-03-2011 DEEL V Titel II Hoofdstuk II Uurtoelage voor bijkomende dienstprestaties Inhoudsopgave 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5.

Nadere informatie

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning Volgens onze gegevens is X / bent u sinds... zes maanden werkloos / ziek. is X sinds... gepensioneerd. ontvangt X / u sinds... een overbruggingsuitkering

Nadere informatie

Minister van Binnenlandse Zaken. Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI)

Minister van Binnenlandse Zaken. Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI) Minister van Binnenlandse Zaken Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI) Fritz Toussaintstr. 8 1050 Brussel Uitgiftenummer SSGPI-ID 159490-2008 Tel 02 554 43 16 Uitgiftedatum 27-08-2008 Fax 02

Nadere informatie

Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting.

Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting. 1/12 Het Gesolidariseerde pensioenfonds (GPF) van de provinciale en plaatselijke besturen: algemene toelichting. Van Juridische Studies - Ambtenarenpensioenen Datum 08/03/2017 Nota 1. Algemeenheden Het

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. [De informatieplicht] HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

-00-- (luik 1), in het RSZPPO- r of een r werkt (luik 2), 3. de naam. Sociale Maribel, afhouding (luik 5), te sturen naar: Directie Sociale

-00-- (luik 1), in het RSZPPO- r of een r werkt (luik 2), 3. de naam. Sociale Maribel, afhouding (luik 5), te sturen naar: Directie Sociale R2 Beheer gegevens werkgeversrepertorium RSZPPO 00 Met dit formulierr kunt u als werkgever: 1. SCHRAPPING: stopzetting van uw activiteit als werkgever (geen personeel meer in dienst) (luik1), WIJZIGING:

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003; TC/03/14 BERAADSLAGING NR. 03/10bis VAN 4 FEBRUARI 2003, AANGEPAST OP 19 JULI 2005, M.B.T. EEN AANVRAAG TOT MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS (RKW) -

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2015 Aanpassing: Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten of sociale

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 105,10 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/09/2018 Aanpassing aan de nieuwe spilindexen I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG (1) 1ste

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/08/002 BERAADSLAGING NR. 08/002 VAN 15 JANUARI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN BEPAALDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel

Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 5.1 De overledene

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site: www.rva.be Infoblad

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Voor de kinderbijslagbedragen is de spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing vanaf 01/06/2016. De grensbedragen voor de bestaansmiddelen zijn aangepast vanaf 01/06/2017

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995;

Gelet op de aanvraag ingediend door de RKW bij brieven van 28 februari 1995 en 15 juni 1995; TC/95/24 BERAADSLAGING Nr. 95/48 VAN 12 SEPTEMBER 1995 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE RIJKSDIENST VOOR KINDERBIJSLAG VOOR WERKNEMERS (RKW) TOT MACHTIGING, ALSOOK VOOR ALLE KINDERBIJSLAGFONDSEN, VOOR HET

Nadere informatie

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4

Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 Integratie van de Sociale Maribel in de DmfA(PPL) vanaf 2018/4 1. WIE is betrokken? De werkgevers die subsidies ontvangen voor bijkomende tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel. 1 2. WAT verandert

Nadere informatie

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal Trierstraat 70 B-1000 Brussel De administrateur-generaal Afzender RKW Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 18.12.2009 uw ref. contact Hugo Bogaert adviseur telefoon 02-237 23 61 02-237 21 11 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010

Brugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010 Inhoudstafel Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake brugpensioen... 2 Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake pseudobrugpensioen (Canada Dry private sector)... 4 Vrijstelling van de werkgeversbijdrage en de sociale

Nadere informatie

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003 Bijlage bij bericht 6 H-HR/2007 71e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522 Uitreiking: typelijst 25/003 Reserve: 20 ex BEDRAGEN VAN DE GEZINSPRESTATIES TOEPASSELIJK VANAF 01.10.2006 Spilindex Coëfficiënt van de

Nadere informatie

Versie DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid

Versie DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid Versie 04-03-2011 DEEL X Titel III De inhouding voor de sociale zekerheid 1. Wettelijke en reglementaire grondslagen 2. Toepassingsgebied ratione personae 3. De bijdragen 3.1 De werkgeversbijdrage 3.2

Nadere informatie

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober Omzendbrief Vlaamse regering Kabinet van Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport Kreupelenstraat 2, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 23 11 - Fax (02)553 23 05 Datum: 8 december

Nadere informatie

Versie van DEEL V Titel I Hoofdstuk IV Verbintenistoelage Inhoudsopgave

Versie van DEEL V Titel I Hoofdstuk IV Verbintenistoelage Inhoudsopgave Versie van 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk IV Verbintenistoelage Inhoudsopgave 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 6. Kenmerken van

Nadere informatie

MEDEDELING 2014/10 dienst Sociale Zekerheid datum uw correspondent Dirk Peynsaert telefoon 02/

MEDEDELING 2014/10 dienst Sociale Zekerheid datum uw correspondent Dirk Peynsaert telefoon 02/ Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege dienst Sociale Zekerheid datum 15.09.2014 uw correspondent Dirk

Nadere informatie

Versie van DEEL VII Hoofdstuk I : Presentiegelden - politieraad Inhoudstafel

Versie van DEEL VII Hoofdstuk I : Presentiegelden - politieraad Inhoudstafel Versie van 09-05-2011 DEEL VII Hoofdstuk I : Presentiegelden - politieraad Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire basis 3. Keuze van de politiezone 3.1 De politiezone zorgt

Nadere informatie

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest

Regularisatie contingent gesubsidieerde contractuelen in het Vlaams Gewest Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent

Nadere informatie

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties)

INLICHTINGENBLAD (voor de werkgevers behalve de administraties) ACTIRIS Terug te sturen naar : ACTIRIS Dienst GECO Anspachlaan 65 1000 BRUSSEL AANVRAAGFORMULIER VOOR GESUBSIDIEERDE CONTRACTUELEN (GECO) PROGRAMMAWET VAN 30.12.1988 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010

DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers DEMOGRAFISCHE EN FINANCIËLE STATISTIEKEN TWEEDE HALFJAAR 2010 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 142 Verantwoordelijk uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag

Nadere informatie

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden

Bijlage 1 bij dienstbrief 996/93bis: vragen en antwoorden Principe 1 2 De algemene afwijking primeert op de individuele afwijking. De MO 599 vermeldt een groep personen gedefinieerd als de niet-voorrangsgerechtigde rechthebbende vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder

Nadere informatie

Trimestriële infosessie 2014/4

Trimestriële infosessie 2014/4 Trimestriële infosessie 2014/4 18 november 2014 Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Infosessie agenda o Introductie o Trimestriële aanpassingen o Te

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 5 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014

FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014 FAQ : de hulpverleningszones vanaf 2014 Inhoud Algemene informatie... 2 Wat zullen de prezones in 2014 worden?... 2 Zal de wet van 31/12/1963 betreffende de civiele bescherming nog van toepassing zijn

Nadere informatie

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007);

Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid (B.S, 31 juli 2007); Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege Voorzitter van het College van de hulpverleningszone directie

Nadere informatie

Versie 2007/3 Bijlage 32 : Codificatie van bezoldigingen PPO 1/12

Versie 2007/3 Bijlage 32 : Codificatie van bezoldigingen PPO 1/12 Versie 2007/3 Bijlage 32 : Codificatie van bezoldigingen 1/12 Aangepast loon bij ziekte of ongeval Aangepast loon bij ziekte of ongeval Aangepast loon bij ziekte of ongeval Aangepast loon bij ziekte of

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/005 BERAADSLAGING NR 09/004 VAN 13 JANUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/149 BERAADSLAGING NR. 16/068 VAN 5 JULI 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER DE

Nadere informatie

Sociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen.

Sociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen. Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Augustus. Solutions for Human Resources. 2012 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS Résidence de la Lyre, 19 1300 Wavre Tel : +32 (0)10 43 98 83 www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S

Nadere informatie

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010

BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 ONDERRICHTING AAN DE WERKGEVERS 2010-2 BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 Ingevolge het K.B. van 29/03/2010 B.S. 31/03/2010 tot uitvoering van het

Nadere informatie

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het geval van een doodgeboren kind 1 Advies nr. 154 van 8 december

Nadere informatie

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs De aanmoedigingspremie wordt toegekend door de Vlaamse overheid.

Nadere informatie

1 Wettelijke grondslagen

1 Wettelijke grondslagen Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 7.3 : Inhouding voor bijdrage aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging Inhoudstafel 1 Wettelijke grondslagen 2 Onderworpen

Nadere informatie

Versie DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel

Versie DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel Versie 11-09-2017 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 5.1 De overledene

Nadere informatie

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003

Bijlage bij bericht 6 H-HR/ e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522. Uitreiking: typelijst 25/003 Bijlage bij bericht 6 H-HR/2007 70e bijvoegsel bij ARPS-Bundel 522 Uitreiking: typelijst 25/003 Reserve: 20 ex BEDRAGEN VAN DE GEZINSPRESTATIES TOEPASSELIJK VANAF 01.05.2006 TOT 30.09.2006 Spilindex Coëfficiënt

Nadere informatie