Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 1"

Transcriptie

1 Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Aanleiding... 1 Doel van de lijst... 1 Interactiepatronen ouder / kind... 1 Criteria voor de opgestelde vragen... 4 Richtlijnen bij het gebruik van de lijst... 5 Toelichting per vraag... 5 Aanleiding De leden van kwaliteitskring de Cirkel zijn al enige tijd bezig met het verbeteren van de eigen indirecte therapie. De kring heeft het thema interactie tussen ouder en kind vanaf 2015 regelmatig op de agenda gehad. Er is literatuuronderzoek uitgevoerd naar indirecte therapie en een pilot gehouden met een vorm van indirecte therapie. Deze indirecte therapie bleek voor ouders te lastig, omdat ze niet gewend waren te reflecteren op de interactie met het kind. Daaruit werd geconcludeerd dat er een instrument mist om de ouder bewust te maken van de interactie en daaruit ontstond de oudervragenlijst interactiepatronen. Dit is de handleiding bij de Oudervragenlijst interactiepatronen, die ingezet kan worden bij indirecte therapie, zoals Hanen. De oudervragenlijst is ontwikkeld als middel om de indirecte therapie op te starten. Aan de hand van een ingevulde vragenlijst kan de logopedist in gesprek gaan met de ouder teneinde bewustwording te stimuleren van de huidige manieren van communiceren. Dit geeft beide partijen inzicht en dient als aanknopingspunt voor motiverende gespreksvoering. Doel van de lijst Het doel van de vragenlijst is om ouders bewust te maken van de interactiepatronen die zij met hun kind hebben. Aan de hand van de gegeven antwoorden kan de logopedist in gesprek gaan met de ouder. De logopedist kan de ouder specifieke tips en adviezen geven, zodat de spraak- en taalontwikkeling door de ouder extra gestimuleerd wordt. Deze adviezen en tips kunnen beter aansluiten bij de ouder als deze zich bewust is geworden van bestaande interactiepatronen met het kind. Interactiepatronen ouder / kind De oudervragenlijst kan dus worden ingezet voor de indirecte therapie. Om voldoende profijt van deze lijst te hebben, is het goed meer inzicht te hebben in wat effectieve interactiepatronen zijn voor het stimuleren van de spraaktaalontwikkeling. Deze interactiepatronen zijn onderwerp van de pedagogiek. Hoewel logopedisten geen pedagogen zijn, hebben ze wel te maken met de ouder/kind-relaties en dus met verschillende opvoedstijlen van de ouders. De ene ouder wil graag veel samen met het kind doen en overleggen over wat de beste manier is voor het kind. Een andere ouder wil juist zelf veel sturen en regelen voor het kind, een derde ouder zal het kind veel vrij laten om zelf uit te zoeken wat bij hem of haar past. Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 1

2 Ook in het kader van de spraak-/taalontwikkeling kunnen deze variaties onderscheiden worden. De ene ouder stuurt het gesprek met het kind veelvuldig, een andere ouder laat zich juist leiden door waar het kind mee komt. De ene opvoedstijl is effectiever voor het verbeteren van de spraak/taalontwikkeling dan de andere. Om de antwoorden van de ouders op de vragenlijsten te kunnen interpreteren en te kunnen voorzien van adviezen, worden hierna vier opvoedstijlen besproken (Diekstra, 2010): autoritair, laissezfaire, permissief en autoritatief of democratisch. Deze vier opvoedstijlen zijn vier uitersten. De ouder gedraagt zich bijvoorbeeld autoritair of staat juist alles toe van het kind. In werkelijkheid zullen ouders afhankelijk van de situatie switchen tussen de verschillende stijlen en gebruiken ze de opvoedstijlen minder extreem dan hieronder geschetst. Het model van opvoedstijlen kan helpen om antwoorden van de ouders te interpreteren en te categoriseren in één van de opvoedstijlen. Door de antwoorden op de oudervragenlijst krijgt de logopedist een indruk aan welke opvoedstijl de ouder de voorkeur geeft. Daaruit volgen mogelijke adviezen om aan de ouder te geven. Ten eerste zullen twee uitersten geschetst worden van opvoedstijlen, waarin de ouder juist extreem veel of extreem weinig stuurt. Ten tweede volgen daaruit twee andere stijlen, waarbij de ouder het kind volgt. De eerste opvoedstijl is de autoritaire opvoedstijl. De ouder wil veel sturen, vanuit een positie waarin het zich weinig met het kind bemoeit. In een autoritaire opvoeding corrigeert de ouder bijvoorbeeld zijn of haar kind dat een woord verkeerd uitspreekt. Het kind zegt bu tegen bus en de ouder zegt: zeg nou gewoon bus!. De ouder gebruikt een negatieve, bestraffende formulering om het gewenste gedrag af te dwingen. Over het algemeen zal de ouder een stok achter de deur nodig hebben om het kind dit gewenste gedrag te laten vertonen. Dat kan dan via straffen en belonen van het gedrag van het kind. De ouder laat zich weinig leiden door dat wat het kind zelf wil of hoe het met het kind is. De ouder bepaalt: hij beloont goed gedrag en straft het foute gedrag. Deze opvoedstijl, waarbij de ouder zijn gezag gebruikt én weinig emotionele binding heeft met het kind, komt wellicht ouderwets over. Gelukkig onderhouden de meeste ouders wel een emotionele band met hun kind. Ouders die echter geen emotionele band met hun kind willen of kunnen opbouwen, geven het kind geen goede mogelijkheden tot hechting. Een puur autoritaire opvoeding wordt daarom tegenwoordig gezien als schadelijk voor de ontwikkeling van het kind (Brok, 2008). Tegenover de autoritaire opvoedstijl, staat een opvoedstijl waarin de ouder zo min mogelijk het kind opdraagt wat het moet doen. Als er weinig sturing is, doet de ouder bijvoorbeeld niets als het kind bu zegt in plaats van bus. De ouder vervolgt het gesprek met: ja, stap maar in. In deze laissez-faire opvoedingsstijl bemoeit de ouder zich zo min mogelijk met het kind. De ouder ziet zoveel mogelijk af van sturing geven aan het kind én gedraagt zich ook afstandelijk of koel naar het kind. Het kind zoekt het zelf maar uit. Het moge duidelijk zijn dat ook deze manier van opvoeden schadelijk is voor het kind (Brok, 2008). Beide opvoedstijlen zijn extremen in het spectrum van veel tot weinig sturing (zie figuur 1). Er is echter ook een overeenkomst: in beide opvoedstijlen ontwikkelen ouders geen hechte emotionele band met hun kind. Figuur 1: twee extreme opvoedstijlen: weinig en veel sturing Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 2

3 Weinig ouders zullen echter géén emotionele band aangaan met hun kind. De meeste ouders zullen willen weten hoe het met het kind gaat en daar hun gedrag op aanpassen. Er zijn ouders die zich geheel laten leiden door hoe het kind zich voelt en wat het kind zelf wil. Deze ouders geven dan veel toe, ook wel de permissieve opvoedstijl genoemd. Op het spectrum weinig of veel sturing, komen deze ouders uit bij weinig sturing. Het kind bepaalt (in het extreme geval) wat er gaat gebeuren. De ouders luisteren daarnaar en steunen het kind. In het voorbeeld van het verkeerd uitgesproken woord bus, neemt de ouder de uitspraak bu over: Ja, een bu, wat een grote bu. De ouder zorgt zo voor een warme sfeer, waarin het kind zich begrepen voelt. Maar de ouder geeft het kind weinig sturing. Net als de autoritaire opvoestijl of het laissez-faire is dat niet bevorderlijk voor de ontwikkeling van het kind. Met deze permissieve stijl is er een derde opvoedstijl geïntroduceerd, die niet meer past in het eendimensionale spectrum van veel of weinig sturing. Er is een tweede schaal nodig, namelijk een schaal die aangeeft hoe de relatie tussen ouder en kind is (zie figuur 2). Is er veel of weinig warmte en genegenheid tussen ouder en kind? Figuur 2: model van vier opvoedstijlen Nu verschijnt ook direct een vierde opvoedstijl die zich kenmerkt door zowel sturing als warmte en genegenheid. Deze opvoedstijl wordt autoritatief genoemd, of ook wel democratisch. De ouder geeft dan zowel sturing, als ook warmte aan het kind. In ons voorbeeld: de ouder interpreteert het verkeerd uitgesproken woord als bus en vervolgt het gesprek, waarbij hij of zij het woord bus met nadruk en duidelijk gearticuleerd uitspreekt. Ja, een bus. Wat een grote bus is dat. De ouder reageert zoals een logopedist zou doen. Als de ouder via indirecte therapie mogelijkheden heeft om te reflecteren op de spraak-taalontwikkeling zal de ouder ook qua zinslengte proberen aan te sluiten bij het niveau van het kind. De autoritatieve opvoedstijl is dus een combinatie: autoritatief opvoeden is zowel aanpassen aan het kind als leiding nemen over het kind. Niet voor elke ouder is het mogelijk deze dubbele taak te volbrengen. Het vraagt namelijk van de ouder, dat hij of zij kan reflecteren op het eigen gedrag en dat van het kind. Daarom kunnen we niet van elke ouder-kind relatie verwachten dat een autoritatief interactiepatroon gaat werken. De logopedist zal zich moeten afvragen of de ouder-kind relatie die er is, optimaal is voor de ontwikkeling van de spraak en taal en of de ouder mogelijkheden heeft om hier verandering in aan te brengen. Als u als logopedist verwacht dat de ouder kan schuiven in het model naar meer sturing (vanuit een permissieve opvoedstijl) of naar meer empathie (vanuit een autoritaire opvoedstijl) of op beide (vanuit een laissez faire Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 3

4 opvoedstijl) heeft dat naar verwachting een gunstig effect op de spraaktaalontwikkeling. Indirecte therapie zal zich dan kunnen richten op het aapassen van de ouder aan het kind en het toevoegen van taal op het niveau van het kind (Pepper, 2015). Bij de start van de indirecte therapie is deze vragenlijst te gebruiken om een reflectieve houding van de ouder op de interactie tussen hem of haar en het kind te ontwikkelen. In hoeverre ouders zelf het kind willen laten bepalen dan wel juist veel willen bepalen voor het kind, is aan de ouder. In hoeverre de ouder warmte en genegenheid wil of kan tonen of juist veel, is ook aan hem of haar. Belangrijk is dat de ouder daarover kan reflecteren. Kent de ouder zichzelf? Weet de ouder waarom hij bepaalde dingen in bepaalde situaties doet? De oudervragenlijst is nu vooral hierop gericht. De bedoeling is de ouder bewust te maken van het eigen handelen en dat eventueel aan te passen, omdat het kind meer of minder sturing vraagt of meer of minder warmte en genegenheid nodig heeft om tot verdere groei van de spraak en de taal te komen. Met de vier opvoedstijlen kan de logopedist de ouder dus helpen om te reflecteren op de interactie met het kind. Zij kan de antwoorden van de ouder op de vragenlijst nu beter interpreteren, door ze te categoriseren naar opvoedstijl. De logopedist kan daarbij de toelichting per vraag gebruiken, zie hieronder. Ze houdt daarbij in gedachten dat de opvoedstijlen uitersten zijn en dat in werkelijkheid de interactie tussen ouder en kind minder extreem is en wisselt in de tijd en per situatie. De antwoorden op de vragenlijst kunnen aanleiding zijn om de ouder aan te sporen om gedrag te veranderen. In feite is de logopedist daarmee ook bezig met het opvoeden van de ouder. Idealiter treedt de logopedist ook de ouder met genegenheid en warmte tegemoet en combineert dat met het sturen van de ouder naar wenselijker gedrag. Ook de opvoedstijl van de logopedist is dus idealiter autoritatief. Bij de opstelling van de vragen is hiermee rekening gehouden, zie onder criteria voor de opgestelde vragen. Kortom, de oudervragenlijst is bedoeld voor logopedisten om de indirecte therapie goed op te starten. Na het invullen en bespreken van de vragenlijst, kan de logopedist advies geven aan de ouder. Het advies is gericht op interactiepatronen, waarbij de ouder zowel warmte en genegenheid toont als het kind stuurt in het gedrag. Dit wordt autoritatief genoemd. De manier waarop de logopedist met de ouder werkt tijdens de indirecte therapie is eveneens autoritatief: affectief en sturend. De vragenlijst is daarbij een hulpmiddel. Criteria voor de opgestelde vragen Uitgangspunten voor het opstellen van de vragenlijst was dat de lijst kort is en bewustzijn bij de ouder creëert over de interactie met het kind. De vragenlijst dient ingezet te kunnen worden als start van de indirecte behandeling, om de spraak-, taal- en/of pragmatische vaardigheden van het kind te versterken. De vragen zijn daarom logopedisch van aard en sluiten aan bij de belevingswereld van de ouder. Verder zijn er een paar praktische overwegingen geweest voor de oudervragenlijst. Zo is het voor de afname belangrijk dat niet alle antwoorden aan dezelfde kant van het spectrum vallen. Er moet voor gewaakt worden dat ouders alleen antwoorden hebben aan de linkerkant (volledig mee oneens) of aan de rechterkant (volledig mee eens). Er is bovendien gekozen voor een vierpuntschaal, zodat ouders niet in de verleiding komen om het antwoord (niet mee eens / niet mee oneens) te kiezen. Ouders moeten in een vierpuntschaal stelling nemen voor of tegen de bewering. De ouder moet niet de indruk krijgen dat hij of zij beoordeeld wordt met de vragenlijst. Daarom zijn de vragen zo neutraal mogelijk en niet beoordelend gesteld. Er is geen goed of fout antwoord. In een aantal gevallen was dat lastig te bewerkstelligen. Daarom is er soms een vraag opgenomen die vraagt naar het Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 4

5 tegenovergestelde gedrag (stelling 4A). Ook wordt er een keer gevraagd naar een wens, in plaats van naar gedrag (stelling 3C). Overigens bevat de vragenlijst strikt genomen geen vragen, maar stellingen. Het gesprek tussen logopedist en ouder is idealiter open en de logopedist reageert affectief op de ouder. Ook stimuleert de logopedist de reflectie van de ouder en geeft de logopedist adviezen hoe de interactiepatronen te versterken zijn voor een betere spraak-/taalvaardigheid van het kind. De vragen moeten daarom ook bewustwording uitlokken bij de ouder en aanleiding geven tot doorvragen. Uiteindelijk zijn uit deze overwegingen een zevental criteria voortgekomen. Richtlijnen bij het gebruik van de lijst De logopedist kan de lijst introduceren door ouders uit te leggen dat deze lijst wordt gebruikt om de communicatie met hun kind in kaart te brengen. Het gaat dan om communicatie in de breedste zin van het woord, dus verbaal en nonverbaal. Het is belangrijk om aan te geven dat er geen goede of foute antwoorden bestaan, om eventuele weerstand bij ouders weg te nemen. Het gaat niet om een beoordeling, maar om het inzichtelijk en bespreekbaar maken van de interactie met hun kind. De vragenlijst wordt naar huis meegegeven, zodat ouders de lijst rustig en met elkaar in kunnen vullen. Het is van belang dat ouders erop gewezen worden dat zij voorbeelden op kunnen schrijven, met name als ouders onderling verschillend antwoorden op een stelling. Er wordt een afspraak gepland voor een gesprek, zodat de ouder(s) de beoordeelde stellingen samen met de logopedist kunnen bespreken. Mogelijk is dit gesprek zonder het kind, zodat er een betere focus is op de lijst en het kind geen dingen hoort die belastend kunnen zijn voor het kind. Ook is het raadzaam dat de logopedist de antwoorden vooraf inziet. De stellingen worden ter plekke met de ouder besproken, zodat er naar aanleiding van de stellingen een gesprek kan ontstaan. Het is niet nodig alle stellingen even uitvoerig te bespreken. De logopedist kan de ouder vragen welke stellingen hij of zij wil bespreken en de logopedist kan ook voor zichzelf een selectie maken. Toelichting per vraag Op basis van de opgestelde criteria zijn de vragen in vier domeinen geformuleerd: hoe gebruikt de ouder taal in contact met het kind (taalgebruik), hoe is de luisterhouding van de ouder, hoe betrekt de ouder het kind bij het ontdekken van de wereld (jij en je kind) en hoe stelt de ouder zich op naar het kind (gedrag). Als de vragenlijst door de ouder is ingevuld, bekijkt de logopedist de antwoorden. Zij kan daarbij gebruik maken van de toelichting per vraag. Er is voor gekozen om geen vaste vragenset te koppelen aan de toelichting per vraag. Deze toelichting dient om de logopedist op weg te helpen bij de interpretatie van de antwoorden van de ouders. De logopedist wordt zo gestimuleerd voor zichzelf te bedenken op welke manier zij wil doorvragen. De gebruikte opvoedstijlen dienen hierbij als een hulpmiddel. In de toelichting staat ook waar nodig een verantwoording van de gestelde vraag. Per vraag (of cluster van vragen) staat een tabel gegeven. Deze tabel is conform figuur 1 over opvoedstijlen, namelijk: Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 5

6 Permissief Opvoeden vanuit warmte en genegenheid en zonder sturing Laizzes-faire Opvoeden zonder warmte en genegenheid en zonder sturing Autoritatief Opvoeden vanuit warmte en genegenheid en met sturing Autoritair Opvoeden zonder warmte en genegenheid en met sturing Per vraag wordt in deze toelichting aangegeven welke antwoorden in welk kwadrant van de opvoedstijlen zouden kunnen passen. Door de antwoorden van de ouder te vergelijken met de ingevulde kwadranten kan de logopedist een beeld krijgen van de voorkeursopvoedstijl(en) van de ouder. Tijdens het gesprek over de vragenlijst kan dit aanleiding zijn voor de logopedist om door te vragen. Dit kan verdere bewustwording over de ouder/kind-relatie bij de ouder te bevorderen. Uiteindelijk kan de logopedist de ouder advies geven. Daarvoor zijn per vraag (of cluster van vragen) interventies vanuit autoritatief opvoeden groen gearceerd (zoals in de tabel hierboven). Deze interventies kan de logopedist gebruiken als voorbeeld gedrag. De logopedist en ouder kunnen zelf inschatten of en op welke manier de ouder hiermee aan de slag kan. 1. Taalgebruik A. Ik spreek in kindertaal zodat mijn kind mij goed begrijpt B. Ik verbeter taalfouten van mijn kind C. Ik spreek woorden, waar mijn kind moeite mee heeft, duidelijk uit als ik met mijn kind praat De ouder kopieert de uiting van het kind en geeft niet het goede voorbeeld. Kind: boeba (= bus) Ouder: ja een boeba, we gaan in de boeba. De ouder gaat niet in op de uiting van het kind. Kind: boeba (=bus) Ouder: stap maar in. De ouder herhaalt de uiting van het kind gecorrigeerd, articuleert het niet goed uitgesproken woord duidelijk en voegt taal toe. Kind: boeba (=bus) Ouder: Ja een bus, we gaan met de bus. De ouder corrigeert het kind. Kind: boeba (=bus) Ouder: zeg eens bus! Kind: bu Ouder: nee, bussss Ad A ik spreek in kindertaal zodat mijn kind mij goed begrijpt De bespreking van deze vraag is minstens net zo belangrijk als het antwoord van de ouder op de vragenlijst. Er zijn namelijk meerdere vormen van kindertaal: gebruik van korte zinnen, kinderzinnetjes zoals moet je plasje doen?, kinderwoordjes zoals toetoet tegen een trein of gebruik van verkleinwoorden. De logopedist kan op deze vraag goed doorvragen aan de ouder wat hij of zij wel gebruikt aan kindertaal en wat niet. Wellicht gebruikt de ouder wel vaak verkleinwoorden maar geen kinderzinnetjes. Als hier een gesprek over op gang is gekomen, kan de logopedist uitleggen welke uitingen hiervan wenselijk zijn en welke minder wenselijk. Ad B ik verbeter taalfouten van mijn kind Deze vraag kan ouders een gevoel van beoordeling geven. Ze kunnen bijvoorbeeld denken dat het verbeteren van taalfouten op een autoritaire manier logopedisch gezien de juiste is. Het is goed hier een gesprek over te hebben met de ouder, want ook het verbeteren van taalfouten kan op veel manieren. Taalfouten kunnen gecorrigeerd worden (autoritair) of in de lopende conversatie verbeterd (autoritatief). Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 6

7 De logopedist kan de ouder adviseren in de lopende spraak de taalfouten te verbeteren en als het kind er aan toe is, met het kind te praten over taal en spraak. Ad C ik spreek woorden waar mijn kind moeite mee heeft, duidelijk uit als ik met mijn kind praat Het doel van deze vraag is om bespreekbaar te maken op welke manier je moeilijke klanken in woorden kan aanbieden aan het kind. De logopedist kan de vragen 1 A t/m 1 C koppelen en in één keer bespreken. De logopedist kan dan aangeven dat het kind het meest geholpen is met het correct herhalen van de uiting in de lopende conversatie. D. Ik stel veel vragen De ouder stelt vragen over de belevingswereld van het kind. De ouder stelt geen vragen aan het kind. De ouder stelt vragen over de belevingswereld van het kind en voegt kennis over de wereld toe. De ouder stelt testvragen aan het kind. Deze vraag kan ouders eveneens een gevoel van beoordeling geven. Ze kunnen denken dat het stellen van vragen altijd logopedisch gezien de juiste is. Het is goed hier een gesprek over te hebben met de ouder, want ook het stellen van vragen kan op veel manieren. De ouder kan test- of controlevragen stellen (autoritair), waarbij de ouder zelf het antwoord al weet. De ouder kan ook uitsluitend vragen stellen die het kind niet laten nadenken over de wereld (permissief). Door hierover te praten, komt de ouder wellicht tot een bewustzijn welke vragen hij of zij zelf graag stelt en kan de logopedist eventueel advies geven aan de ouder. 2. Luisterhouding A. Als de reactie van mijn kind uitblijft, dan wacht ik op hem/haar De ouder wacht op een beurt van het kind. De ouder wacht niet en gaat door met zijn eigen gesprek of gaat wat anders doen. De ouder neemt een verwachtingsvolle houding aan naar het kind. De ouder maant het kind (non)verbaal aan om door te praten. Het kind kan meerdere redenen hebben om (nog) geen reactie te geven. Misschien durft het kind niet te praten of is hij bezig een antwoord te formuleren. Een ouder die verwachtingsvol wacht, de tijd heeft en zich inleeft in het kind, heeft een actieve luisterhouding (autoritatief) en het kind zal eerder tot een gesprek komen dan bij de andere opvoedstijlen. Ook bij deze vraag kan dus heel goed doorgevraagd worden op de manier waarop de ouder wel of niet wacht. B. Als ik mijn kind niet begrijp, dan vraag ik door De ouder vraagt door. De ouder vraagt niet door. De ouder vraagt door en reflecteert met het kind zo mogelijk op de reden waarom hij of zij niet begrepen werd. De ouder corrigeert het kind op het niet duidelijk vertellen. Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 7

8 C. Ik laat merken dat ik naar mijn kind luister De ouder laat merken dat hij of zij naar het kind De ouder laat merken dat hij of zij naar het kind luistert. luistert en helpt als het kind er niet uitkomt. De ouder laat niet merken dat hij of zij naar het kind De ouder laat niet merken dat hij of zij naar het kind luistert. luistert. De logopedist kan bij het bespreken van de vragenlijst doorvragen op hoe de ouder laat merken dat hij of zij luistert. Wellicht is dit per situatie verschillend. Ook dit kan nagevraagd worden bij de ouder: wanneer lukt het wel om te luisteren en in welke situaties minder? D. ik kijk mijn kind aan als het tegen mij praat Ouder probeert het zelf wel, maar maakt er geen punt van als het kind het niet wil. Ouder maakt geen punt van geen oogcontact maken. Ouder probeert het zelf wel en probeert het uit te lokken bij het kind. Ouder dwingt oogcontact af. Dit is een belangrijk onderwerp, omdat ogen een belangrijk communicatiemiddel zijn. Uit de ogen van een ander is veel af te lezen en mensen voelen zich met oogcontact meestal veiliger en meer begrepen. Dat is ook de reden dat het bespreken van oogcontact voor zowel de logopedist als de ouder enige sociale onrust kan geven. Het is goed om met de ouder te bespreken wat het met hem of haar doet om wel of geen oogcontact met het kind te hebben. De logopedist vraagt daarna door op de behoefte van het kind aan oogcontact: hoe is het voor het kind om oogcontact te maken in verschillende situaties, zoals bij boosheid of in spel? 3. Jij en je kind A. Ik betrek mijn kind bij dagelijkse bezigheden B. Ik verwoord wat ik aan het doen ben Ouder laat zich leiden door wat het kind wil of zegt, b.v. in het huishouden. Als het kind niet thuis is, komt de ouder pas toe aan het huishouden. Ouder betrekt het kind niet bij dagelijkse bezigheden. De ouder verwoordt niet wat hij of zij aan het doen is. Ouder doet samen met kind dagelijkse bezigheden en verwoordt wat hij of zij aan het doen is en luistert naar de inbreng van het kind. Het kind krijgt zo kennis van de wereld op zijn eigen niveau. De ouder verwoordt niet wat hij of zij aan het doen is. De ouder geeft het kind wel opdrachten ongeacht of het kind interesse heeft en ongeacht de inbreng van het kind. A. Ik betrek mijn kind bij dagelijkse bezigheden Ook deze vraag biedt mogelijkheid tot doorvragen. De logopedist zou bijvoorbeeld kunnen vragen wat de ouder benoemt en wat de inbreng van het kind is. B. Ik verwoord wat ik aan het doen ben Deze vraag is specifieker dan vraag 3 A en gaat over het woorden geven aan de handelingen. Omdat dit voor de spraak-/taalontwikkeling erg belangrijk is (Pepper, 2015), is het voor de logopedist aan te raden om dit bespreekbaar te maken ongeacht het antwoord van de ouders. C. Ik zou vaker iets met mijn kind willen doen Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 8

9 Dit is een vraag naar een wens van de ouder en daarom is een indeling in opvoedstijlen niet van toepassing. Wel kan er goed doorgevraagd worden op wat de ouder zou willen doen. Het doorvragen zou informatie op moeten leveren over: hoe zeer volgt de ouder de interesses van het kind, kan de ouder inhaken op de belevingswereld van zijn of haar kind? De logopedist kan de ouder gericht advies geven om taal en spraak toe te voegen bij de activiteiten die hij of zij met zijn kind wil gaan ondernemen. 4. Gedrag A. Eerlijk gezegd, leg ik mijn telefoon meestal niet weg als ik met mijn kind bezig ben De ouder gebruikt geen telefoon waar de kinderen bij zijn. De ouder is altijd beschikbaar voor het kind. De ouder negeert het kind als hij of zij met de telefoon bezig is. De ouder kijkt wat de behoefte van het kind is aan contact en stemt het telefoongebruik daarop af. De ouder maant het kind tot stilte als hij of zij met de telefoon bezig is. Dit is een vraag naar het tegenovergestelde van het meest wenselijke gedrag. Het gaat er vanuit dat iedereen dit gedrag herkent. Door naar het tegenovergestelde te vragen krijgt de ouder minder een gevoel van beoordeling dan wanneer gevraagd wordt: ik leg mijn telefoon altijd weg als ik met mijn kind bezig ben. De logopedist en de ouder kunnen hier praten over of er voldoende aandacht is voor het kind (in relatie tot de telefoon), maar ook over of de opvoeder voldoende tijd voor zichzelf heeft. B. Ik ondersteun mijn spreken bewust met gebaren De ouder neemt de gebaren over waar het kind meekomt en voegt geen nieuwe gebaren toe. De ouder zet niet bewust gebaren in. De ouder past zijn communicatie niet aan op het kind. De ouder gebruikt gebaren als dat de communicatie met het kind kan verbeteren. De ouder past de communicatie niet aan op het kind. Een ouder die gebaren gebruikt, zal de gebaren afdwingen bij het kind. Het ondersteunen van taal met gebaren is positief voor de spraak-/taalontwikkeling. Het gaat hier om gebaren die door de ouder bewust worden ingezet, zoals handpalmen naar boven en zeggen klaar. Dat kunnen ook gebaren zijn die ouders geleerd hebben via NmG of NGT. Een aantal bekende gebaren voordoen aan de ouder, kan bij de ouder een gevoel van herkenning oproepen of aansporen om gebaren te gaan gebruiken. C. Ik volg mijn kind in zijn spel De ouder volgt het kind helemaal in zijn spel en voegt zelf niets toe. Grensoverschrijdend of agressief gedrag wordt niet gecorrigeerd. De ouder volgt het kind niet in zijn spel. Het kind mag spelen, maar de ouder is met andere zaken bezig. De ouder volgt het kind in zijn of haar spel en doet mee. De ouder ondersteunt het spel met verbale interactie. De ouder zegt wat het kind moet spelen. De ouder corrigeert spel dat niet verloopt volgens zijn ideeën. De inbreng van het kind is nihil. Deze vraag zal vragen van ouders op kunnen roepen. Wat is volgen? Wanneer volg je? Moet je je kind altijd zijn of haar zin geven? Dat zijn goede vragen om op door te gaan in het gesprek met de ouder. Daarbij kunnen dan ook de opvoedstijlen uitgelegd worden. Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 9

10 D. Ik ben een snelle prater Bij een communicatiebreuk als gevolg van het te snel praten van de ouder, gaat de ouder door op waar het kind mee komt. De ouder past zijn spreektempo niet aan aan het kind en monitort niet of het kind hem of haar begrepen heeft. De ouder past zijn spreektempo aan aan het kind en monitort of het kind hem of haar begrepen heeft. De ouder past zijn spreektempo niet aan aan het kind. De ouder maant het kind aan beter te luisteren als het kind hem of haar niet begrepen heeft. De stelling vraagt naar een beoordeling van de ouder van zichzelf. De verwachting is dat de ouder dit ofwel van zichzelf weet, of erover na gaat denken. Daarna is het gesprek hierover mogelijk en het belang van het verlagen van het spreektempo en manieren om dit te doen. Bibliografie Brok, C. d. (2008). Er zijn voor je kind. Assen: Van Gorcum. Diekstra, R. H. (2010). Opvoedingscanon, omdat over kinderen zoveel meer te weten valt. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker. Pepper, J. W. (2015). Praten doe je met z'n tweeën, een praktische handleiding voor ouders van kinderen met een vertraagde taalverwerving. Amsterdam: Uitgeverij SWP. Handleiding bij Oudervragenlijst interactiepatronen 10

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden. Actief luisteren Om effectief te kunnen communiceren en de boodschap van een ander goed te begrijpen, is het belangrijk om de essentie te achterhalen. Je bent geneigd te denken dat je een ander wel begrijpt,

Nadere informatie

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs

Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs Observatielijst Zelfregulatie in het Onderwijs naam leerling: leeftijd (jaar) geslacht groep: datum: jongen meisje ingevuld door: Taakgericht gedrag 1 Afleidbaarheid: externe prikkels De leerling blijft

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Voorstelronde Mesut Cifci, onderwijsondersteuner/oudercontactpersoon Welke ouders zijn er vandaag aanwezig? Samen met en van elkaar leren! Het belang

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Mediaopvoeding. workshop 2015. Mediaopvoeding

Mediaopvoeding. workshop 2015. Mediaopvoeding Mediaopvoeding workshop 2015 Mediaopvoeding Contents Wat is mediaopvoeding?... 2 De jeugd van tegenwoordig... 3 Kinderen overzien niet alle gevaren van de media... 3 Opvoedingsstijlen... 4 Opvoedingscompetenties...

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Gesprekskaarten pedagogisch handelen Gesprekskaarten pedagogisch handelen Samenwerkingsproject Samen Opleiden tussen Peel en Maas en Dommel en Aa Themagroep Pedagogisch Handelen kaarten.indd 1 28-01-17 19:17 kaarten.indd 2 28-01-17 19:17

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld.

Betrokkenheid. Competentie. De behoefte aan competentie wordt vervuld. Betrokkenheid Autonomie Competentie Relatie leerkracht Relatie leerlingen De behoefte aan autonomie De behoefte aan competentie De behoefte aan een goede relatie met de leerkracht De behoefte aan goede

Nadere informatie

Jongeren in therapie

Jongeren in therapie Jongeren in therapie Jongeren in therapie: begrenzing verruimd Voorstelling For K Voorstelling team Begrenzing verruimd Nabijheid Teamproces Beleving jongere Interactie Literatuur Voorstelling For K Start:

Nadere informatie

Communicatie op de werkvloer

Communicatie op de werkvloer Communicatie op de werkvloer Voor een goede communicatie op de werkvloer is het noodzakelijk dat we letterlijk dezelfde taal spreken. Een goede kennis van het vakjargon is dan ook erg belangrijk. Net zo

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie en in elk netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7

Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal

Nadere informatie

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Themabundel Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Assistent medewerker Dit project is mede mogelijk gemaakt met een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds Voorwoord Deze themabundel is bedoeld

Nadere informatie

Hartelijk welkom Michiel L Honoré Naber

Hartelijk welkom Michiel L Honoré Naber Hartelijk welkom Michiel L Honoré Naber Hoe klantgericht ben je werkelijk? Hoe maak je het verschil en hoe kun je verkoopkansen vergroten? Wat is verkopen? Iemand bewegen/beïnvloeden tot vrijwillige acceptatie

Nadere informatie

Taal is leuk Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Taal is leuk Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren Taal is leuk Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Deze brochure bevat een aantal tips die u kunnen helpen om de taalontwikkeling van uw kind te stimuleren. Indien u na het lezen van de informatie

Nadere informatie

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind Observatielijst peuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

Dit werkblad kun je gebruiken om aantekeningen te maken tijdens de presentatie en om na afloop te reflecteren en te oefenen met wat je gehoord hebt.

Dit werkblad kun je gebruiken om aantekeningen te maken tijdens de presentatie en om na afloop te reflecteren en te oefenen met wat je gehoord hebt. Dat je een voorkeur hebt voor het een, wil natuurlijk niet zeggen dat je het ander niet kunt of kunt leren! Iedereen kan zich bekwamen in een bepaalde vaardigheid. Als je maar gemotiveerd bent en vertrouwen

Nadere informatie

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Video-hometraining. Informatie voor ouders Video-hometraining Informatie voor ouders Video-hometraining In het omgaan met kinderen komen we dagelijks grote en kleine problemen tegen. Bijvoorbeeld omdat kinderen moeilijk gerdag laten zien of problemen

Nadere informatie

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Ons uitgangspunt is het welbevinden en positief gedrag van leerlingen te bevorderen. Wij gaan uit van: Goed gedrag kun je leren Om dit te bereiken werken

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Methodisch werken binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Methodisch werken binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Gentle Teaching 4 Middelen 5 Voor wie is Gentle Teaching? 5 3. Competentievergrotend werken 6 Middelen

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking S.N. Kuik (2014, ongepubliceerd) Inleiding Het in Gesprek gaan met iemand met een LVB vergt nogal wat van Gespreksvoerders.

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele

Nadere informatie

Vaardighedenlijst Taal stimuleren

Vaardighedenlijst Taal stimuleren Vaardighedenlijst Taal stimuleren Naam: Ingevuld door: Datum (eerste meting): Datum (tweede meting): Kwaliteitsverbetering doe je zelf Vier stappen In beeld brengen van een kwaliteitsaspect Vul de lijst

Nadere informatie

Zelfevaluatieformulier

Zelfevaluatieformulier Zelfevaluatieformulier Verwijzing naar dit formulier: Mark Schep, Carla van Boxtel & Julia Noordegraaf (2017). Zelfevaluatieformulier voor rondleiders. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Deze zelfevaluatie

Nadere informatie

Kennismaking. Startopdracht. Agenda

Kennismaking. Startopdracht. Agenda Kennismaking 5 april 2017 PCBO Baarn Soest Gerreke Gierveld Agenda 1. Startopdracht 2. Waarom een kindgesprek? 3. Verschillende soorten kindgesprekken 4. Gesprekstechnieken 5. Praatkaart 6. Evaluatie en

Nadere informatie

Leven in een groep. Hoe gaat dat en wat vinden jongeren?

Leven in een groep. Hoe gaat dat en wat vinden jongeren? Leven in een groep bij DHG Hoe gaat dat en wat vinden jongeren? Jij bent belangrijk! Als je thuis woont, is je opvoeding een taak van je ouders. Woon je bij De Hoenderloo Groep, dan zorgen de groepsleiders

Nadere informatie

Reader Gespreksvoering

Reader Gespreksvoering Reader Gespreksvoering Achtergrondinformatie Soorten vragen Actief Luisteren Slecht nieuws Gesprek Fasen in het gesprek Soorten Vragen In een gesprek kun je verschillende soorten vragen stellen. Al je

Nadere informatie

Effectief aansluiten bij overbelaste leerlingen en hun ouders: Zo makkelijk is dat niet!

Effectief aansluiten bij overbelaste leerlingen en hun ouders: Zo makkelijk is dat niet! Effectief aansluiten bij overbelaste leerlingen en hun ouders: Zo makkelijk is dat niet! drs. Hilde Jans psycholoog Iedereen heeft een ander perspectief! Oefening in tweetallen Stap 1 Draai je gezicht

Nadere informatie

Gesprekstips: Open vragen

Gesprekstips: Open vragen U wilt in gesprek met uw medewerker over een onderwerp dat (onder meer) gaat over de financiële situatie van uw medewerker. Maar hoe pak je dat aan? Als u uw medewerker goed kent, dan vindt u doorgaans

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE LEERLIJNEN KIEZEN DELEN MAKEN

OVERZICHT VAN DE LEERLIJNEN KIEZEN DELEN MAKEN OVERZICHT VAN DE LEERLIJNEN KIEZEN DELEN MAKEN Naam kind: X Geboorte:.. Schooljaar leeftijd kleur leeftijd kleur 2006-2007 08-01-07 2007-2008 2008-2009 2009-2010 Jan. 10 2010-2011 Jan.08 Cito taal M2 A

Nadere informatie

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken?

Intervisie Wat is het? Wanneer kun je het gebruiken? Intervisie Wat is het? Intervisie is een manier om met collega's of vakgenoten te leren van vragen en problemen uit de dagelijkse werkpraktijk. Tijdens de bijeenkomst brengen deelnemers vraagstukken in,

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

> Ik luister met de bedoeling. > Ik leer jouw taal, zowel. > Ik maak het veilig voor jou, > Ik ga op zoek naar waar de

> Ik luister met de bedoeling. > Ik leer jouw taal, zowel. > Ik maak het veilig voor jou, > Ik ga op zoek naar waar de Bijlagen 56 Bijlage 1 Verschillen tussen een discussie en een bezoek Het is van groot belang dat je het moment leert herkennen dat een gesprek over een bepaald onderwerp niet goed gaat. Als je beiden reactief

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Pedagogisch werkplan kinderparticipatie

Pedagogisch werkplan kinderparticipatie Pagina: 1 van 6 Inleiding Kinderparticipatie betekent dat kinderen een stem hebben in allerlei zaken die hen direct aangaan: het programma, de inrichting, de groepsregels, het eten. Een handig instrument

Nadere informatie

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen: Pedagogische opleiding theorie Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback Doelstellingen De kennis over de begrippen:, feedback, opleiden en leren kunnen uitdrukken en verfijnen Doelstellingen De voornaamste

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders

Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders Pagina 1 van 10 Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor Strategieën ter bevordering van interactie communicatiestijl van het kind Rol van de ouder 1: Laat je kind

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP Dit competentieprofiel is een (zelf)reflectiedocument betreffende het functioneren van de BIO op een bepaald moment. Het wordt ingevuld: 1) door de begeleider zelf tijdens

Nadere informatie

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43

Vergelijking tussen: Functie: General Manager Dijkhuis BV Afnamedatum: :26:42 Kandidaat: Verbaan, Jan Afnamedatum: :05:43 Competentie match Score per domein Competentiescan Pagina 1 van 14 Score per schaal Competentiescan Pagina 2 van 14 Schaalscores per domein Werk Sociaal Toelichting bij de grafiek. In deze grafiek staan

Nadere informatie

Adviesgesprek Van contact naar contract

Adviesgesprek Van contact naar contract Adviesgesprek Van contact naar contract Het doel van het eerste adviesgesprek is het om het eens te worden over de vraag van de opdrachtgever en over de werkwijze van de adviseur. Het resultaat is een

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

5 pedagogisch medewerkers

5 pedagogisch medewerkers 5 pedagogisch medewerkers In dit hoofdstuk gaan we in op de pedagogisch medewerker. Zij heeft grote invloed op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen in de opvang. Door individuele interactie met

Nadere informatie

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST Het werkmateriaal is een onderdeel van de website Krachtenspel.nl. Werkmateriaal Sociaal Emotionele Educatie (SEE) Alle informatie is te vinden op de website Jan Ausum en Mieke

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het niet zo vlot met leren praten. Eén op de vijf kinderen op de basisschool

Nadere informatie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Inhoud Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan? 5 Taalproblemen 6 Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf? 7 Hoe kunt u het beste omgaan

Nadere informatie

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf

Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling: Omgaan met zichzelf 1. Wijst dingen aan die het wil, herkent zichzelf in de spiegel, is zich bewust waar het wel en niet van houdt. (Het kind wordt bewust

Nadere informatie

Accuraat communiceren

Accuraat communiceren Accuraat communiceren Erna Pluym Senior Trainer Consultant/ Business Development Manager erna.pluym@acerta.be 0472 92 11 66 Communicatie, waarom zo belangrijk? Communicatie, waarom zo belangrijk? Had ik

Nadere informatie

Profiel Voorbeeldrapport

Profiel Voorbeeldrapport Profiel Talent Scanner Inhoudsopgave 1. Algemene beschrijving... 3 1.1. Doel... 3 1.2. Sfeer van Invloed model... 4 1.3. Beschrijving van de interactiestijlen... 5 1.3.1 Interactiestijlen die sturen op

Nadere informatie

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) 1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als

Nadere informatie

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei Afasie Informatie voor familieleden Ziekenhuis Gelderse Vallei Een van uw naasten is in de afgelopen periode opgenomen in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Er is door de logopedist een afasie geconstateerd.

Nadere informatie

HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING?

HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING? HOE STIMULEREN WIJ DE SOCIAAL- EMOTIONELE ONTWIKKELING? Siméa congres, 6 april 2017 Lizet Ketelaar & Sigrid Kok 1 VANDAAG Deel 1: Theoretische introductie Onderzoeksuitkomsten Deel 2: Behandelervaringen

Nadere informatie

Leren luisteren. over opvoeden gesproken - Tips voor ouders

Leren luisteren. over opvoeden gesproken - Tips voor ouders Leren luisteren over opvoeden gesproken - Tips voor ouders? Leren luisteren Grenzen Grenzen zorgen ervoor dat je kind zich veilig en zelfzeker kan voelen. Zo weet hij wat van mama en papa mag en moet hij

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

Oplossingsgerichte gesprekken. Met kinderen

Oplossingsgerichte gesprekken. Met kinderen Oplossingsgerichte gesprekken Met kinderen VANDAAG Geeft meer richting in je gesprekken met kinderen. Leer je loslaten dat jij de oplossing moet hebben. Vanaf NU: Ga je anders handelen. Ben je gericht

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Handleiding Docenten/Begeleiders

Handleiding Docenten/Begeleiders Handleiding Docenten/Begeleiders In dit document vindt u een aantal handige tips en wetenswaardigheden die van pas kunnen komen wanneer u het invullen van de JOB-monitor klassikaal begeleidt. 1. Algemene

Nadere informatie

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL KINDEREN LEKKER IN HUN VEL 1. Welkom wij zijn Karin Hallegraeff en Noelle van Delden van Praktijk IKKE Karin stelt zich voor en er komt een foto van Karin in beeld. Noelle stelt zich voor en er komt een

Nadere informatie

Communicatie. Opleiding Kanker Beauty Professional Wendy Druyts Psychologische dienst AZTurnhout

Communicatie. Opleiding Kanker Beauty Professional Wendy Druyts Psychologische dienst AZTurnhout Communicatie Opleiding Kanker Beauty Professional Wendy Druyts Psychologische dienst AZTurnhout Even voorstellen Zoek een prent uit. Stel jezelf kort voor aan de hand van deze prent. Wat verwacht je van

Nadere informatie

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze. OPDRACHTFORMULIER Naam student: Datum: Opdracht Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze. Voordat je gaat oefenen Je oefent deze vaardigheid

Nadere informatie

Communicatie is meer dan spreken: Over communicatie met mensen met cognitieve gevolgen na niet aangeboren hersenletsel

Communicatie is meer dan spreken: Over communicatie met mensen met cognitieve gevolgen na niet aangeboren hersenletsel Communicatie is meer dan spreken: Over communicatie met mensen met cognitieve gevolgen na niet aangeboren hersenletsel Communicatie en hersenletsel: begrijpen wij elkaar? September 2010 Voorstellen Vakantie

Nadere informatie

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2 1 Observeerbare Termen Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid Leeftijdscategorie De kinderen worden opgevangen in een schone en veilige omgeving. 2 4 jaar 1. De leidster instrueert kind

Nadere informatie

In je kracht. Spelhandleiding

In je kracht. Spelhandleiding In je kracht Spelhandleiding Inhoud Introductie 3 1. Kennismakingsspel 4 2. Inspiratiespel 7 3. Kwaliteitenspel 11 Colofon De aanpak EVA (Educatie voor Vrouwen met Ambitie) is een verdieping op het ondersteuningsprogramma

Nadere informatie

DE KERSTNIEUWSBRIEF 2008 JOKE BORST INBALANCE

DE KERSTNIEUWSBRIEF 2008 JOKE BORST INBALANCE DE KERSTNIEUWSBRIEF 2008 JOKE BORST INBALANCE D E C E M B E R O N T M O E TI N G S M A A N D De maand december is voor mij een maand van ontmoeten: het vieren van het Sinterklaas- en Kerstfeest en natuurlijk

Nadere informatie

De hechtingsbril in de supervisie ladder

De hechtingsbril in de supervisie ladder De hechtingsbril in de supervisie ladder Supervisieladder in beeld De hechtingsbril in analyse en review Programma Korte intro over interactie en hechting Is VIB-G anders? Analyse van de beelden met de

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels versie 2016 Inhoudsopgave Introductie 4 Verantwoording Methodiek 5 Doorgaande lijn Po en Vo 6 Preventief en curatief 7 Organiseer je les 8 Praktische tips

Nadere informatie

Het empathiequotiënt (eq)

Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (eq) Het empathiequotiënt (EQ) versie voor volwassenen Hoe moet deze vragenlijst ingevuld worden? In deze vragenlijst staan een aantal stellingen opgesomd. Lees elke stelling aandachtig

Nadere informatie

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen PEUTERS MET TOS Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht Marthe Wijs - van Lonkhuijzen 1 KENNISMAKEN 2 INTRODUCTIE - TEKENING Pen en papier, teken wat ik beschrijf Wat ervaart de tekenaar? Hoe probeerde de spreker

Nadere informatie

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Wat is de Communicatiewaaier?

Wat is de Communicatiewaaier? Eunice van Luit Programma Wat is de Communicatiewaaier? Doel van de Communicatiewaaier. Wie en waar wordt de waaier op dit moment ingezet? Wat hoor en zie jij? Inzicht in gedrag. o van de ander en van

Nadere informatie

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Video-hometraining. Informatie voor ouders Video-hometraining Informatie voor ouders Sterk Huis is er voor iedereen die hulp nodig heeft. Wij bieden een warme en veilige omgeving waar je terechtkunt met grote opvoedings- en ontwikkelingsvragen.

Nadere informatie

Bijlage 4 De meterstanden-lijst voor begeleiders

Bijlage 4 De meterstanden-lijst voor begeleiders 7 Bijlage De meterstanden-lijst voor begeleiders De bijlagen in dit boek zijn invulformulieren, deze zijn ook te downloaden op: www.boomnelissen.nl/begeleid ontdekkendleren. Kijk eens in de spiegel De

Nadere informatie

Feedback. Wat is feedback?

Feedback. Wat is feedback? Feedback Wat is feedback? Letterlijk vertaald is feedback terugvoeding. Het is het proces waarin informatie teruggevoerd wordt in een informatieverwerkend systeem, in dit geval de mens. Als het om mensen

Nadere informatie

Mogelijke functiebenaming. Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar. Context/werkzaamheden

Mogelijke functiebenaming. Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar. Context/werkzaamheden 1 KWALIFICATIEDOSSIER VRIJWILLIGER BUURTBEMIDDELING Beroepsbeschrijving Mogelijke functiebenaming Contet/werkzaamheden Rol en verantwoordelijkheden Vrijwilliger buurtbemiddeling, buurtbemiddelaar De vrijwilliger

Nadere informatie

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar

Afasie. Logopedie. Beter voor elkaar Afasie Logopedie Beter voor elkaar Afasie In deze folder leest u wat afasie is en krijgt u adviezen hoe u de communicatie met iemand met afasie kan verbeteren. Ook staat beschreven wat de logopedist kan

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

H A P P I L Y E V E R A F T E R..

H A P P I L Y E V E R A F T E R.. H A P P I L Y E V E R A F T E R.. I N 5 S T A P P E N M E E R G E L U K I N J E R E L A T I E A A N D A C H T V E R T R O U W E N Y V O N N E T H U I J S W W W. B R E I N - P O W E R. C O M A C C E P T

Nadere informatie

Studentbegeleiding: Analyse van en reflectie op het begeleidingsgesprek

Studentbegeleiding: Analyse van en reflectie op het begeleidingsgesprek Studentbegeleiding: Analyse van en reflectie op het begeleidingsgesprek Docent: Soort gesprek: Manon Kessels Voortgangsgesprek 1. Wat is het doel van het gesprek en heb je dit bereikt? Het doel van het

Nadere informatie

Bijlage 1. Kijkwijzers leraarvaardigheden

Bijlage 1. Kijkwijzers leraarvaardigheden Bijlage 1. Kijkwijzers leraarvaardigheden In deze bijlage staan kijkwijzers op het gebied van interactie, didactiek en klassenmanagement, die je kunt gebruiken bij de analyse van opnames. A. Kijkwijzers

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

Hoe kunt u voor uw bijzondere kleinkind zorgen? Tips voor opa s en oma s. Foto Britt Straatemeier. Deze brochure werd mogelijk gemaakt door:

Hoe kunt u voor uw bijzondere kleinkind zorgen? Tips voor opa s en oma s. Foto Britt Straatemeier. Deze brochure werd mogelijk gemaakt door: Hoe kunt u voor uw bijzondere kleinkind zorgen? Tips voor opa s en oma s Foto Britt Straatemeier Deze brochure werd mogelijk gemaakt door: Tips voor grootouders Foto Susanne Reuling Als in het gezin van

Nadere informatie

Training. Interactieve vaardigheden

Training. Interactieve vaardigheden Training Interactieve vaardigheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Anne Haselberg Eindredactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Interactieve vaardigheden

Nadere informatie

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal Gesprekken Wat is gespreksvaardigheid? Het subdomein gesprekken heeft betrekking op alle mondelinge taalactiviteit waarbij sprake is van interactie (van informele gesprekjes en kringgesprekken tot overleg,

Nadere informatie

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren.

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren. Een trainer maakt afspraken met zijn spelers, binnen en buiten de lijnen.

Nadere informatie

Bijlage 2. Beoordelingsformulier Gesprekstechnieken LEH 6 2014-2015. Summatief docentoordeel: goed (9)

Bijlage 2. Beoordelingsformulier Gesprekstechnieken LEH 6 2014-2015. Summatief docentoordeel: goed (9) Beoordelingsformulier Gesprekstechnieken LEH 6 2014-2015 Bijlage 2 BEOORDELING: Naam: Anneke Gielis Studentnummer: 2379511 Docenten: Gerrie van de Ven / Lonneke Schilders Datum: 2 april 2015 Summatief

Nadere informatie