- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq"

Transcriptie

1 - 1 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking met: Bodemkundige Dienst, Heverlee (Ir. J. Bries) Suikerindustrie-suikerfabriek Oreye (J. Piffet en ir. E. Boonen) Provinciaal Centrum voor Biologische Teelten, Beitem (Ir. L. Delanote) PCF Tongeren (ir. Sven Clemens) Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq Losse medewerkers: Miet Broux, Jos Fagard, Guido Haesen, Marc Van Eyck, Jos Claes, Jos Fagard jr., Koen Vrancken, Dieter Cauffman, Jeroen Daniëls, Sander Hoogstijns Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Gerard Stevens, Elly Vanspauwen, Verantwoordelijke uitgever: Vzw PIBO-Campus Sint-Truidersteenweg Tongeren biolandbouw@pibo.be Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door 2011 uitgegeven door vzw Pibo-campus Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd worden door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever

2 - 2 - Voorwoord De maand januari is half voorbij, maar wij maken toch van de gelegenheid gebruik om aan iedere lezer een gezond en een voorspoedig 2011 te wensen. De medewerkers van PIBO-Campus hebben intussen niet stilgezeten en bieden u het jaarlijks verslag aan van hun onderzoeks- en demonstratiewerk in het kader van de biologische teelten. Voor u ligt de brochure die u alles vertelt over de resultaten die in 2010 in de biologische teelten gehaald werden op onze proefvelden. In samenwerking met het Interprovinciaal Centrum voor de Biologische Teelt (PCBT) werden proeven aangelegd voor triticale, aardappelen en veldbonen. De opbrengsten waren het afgelopen jaar niet zo hoog. Deels heeft dit te maken met de droogte. Biologische landbouw blijft de interesse oproepen, maar kampt nog altijd met een geografisch te zeer verspreid werkveld om echt te kunnen doorbreken. In ieder geval denken wij dat de gebruikte teelttechnieken uit de biologische landbouw ook zeer waardevol kunnen zijn voor de gangbare teeltwijze. In het kader van duurzame landbouw streven we immers naar een minimale inzet van kunstmeststoffen en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Zo proberen we te komen tot economisch aanvaardbare opbrengsten, gerealiseerd met maximaal respect voor het milieu en voor het bodemleven. Onze leerlingen van de landbouwafdeling van PIBO krijgen ook ruimschoots de gelegenheid om met deze technieken kennis te maken. Hopelijk passen ze die later op hun bedrijven ook toe. Wij wensen dat ieder die deze brochure leest weer een beetje meer hart krijgt voor een milieuvriendelijke, duurzame landbouw. Medewerkers PIBO-Campus vzw

3 - 3 - Inhoudsopgave TEELTROTATIE ALGEMEENHEDEN BIJ DE TEELTROTATIE BIJKOMENDE VOORDELEN DIE BEREIKT WORDEN DOOR TEELTROTATIE Bodemvruchtbaarheid Rustteelten Meststofgebruik Onkruidonderdrukking Teeltrotatie biologische teelten Bemesting op de bio-percelen...7 COMPOST PROEFOPZET EIGENSCHAPPEN VAN COMPOST COMPOST: DE VOORDELEN AANBEVOLEN MAXIMALE DOSISSEN KOLEN PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS WAARNEMINGEN OOGST BESLUIT PROEFPLAN TRITICALE PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS RASSEN WAARNEMINGEN Opkomsttelling Onkruidtelling Ziektetellingen Hoogtemeting Bloei OOGST Korrelopbrengst bij 15% vocht Vochtgehalte en hectolitergewicht Overzicht triticale BESLUIT PROEFPLAN AARDAPPELEN PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS RASSENPROEF Rassen aardappelen... 27

4 Opkomst Bodembedekking Phytophthora FUNGICIDENPROEF Tabel: Sproeischema aardappelen Opbrengsten schema s OOGST Opbrengst Relatieve opbrengst Procentuele verdeling van de sortering per varïeteit Evaluatie van de opbrengst van de laatste jaren OVERZICHT RASSEN Bespreking van de rassen PROEFPLAN CICHOREI PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS ONKRUIDBESTRIJDING WAARNEMINGEN OOGST BESLUIT GRAS-KLAVER PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS ONKRUIDTELLINGEN OOGST WAARNEMINGEN BESLUIT VELDBONEN PROEFOPZET PERCEELSGEGEVENS WAARNEMINGEN Opkomsttellingen Onkruidtellingen Gewasstand Hoogtemeting OOGST Opbrengst Relatieve opbrengst t.o.v. gemiddelde Opbrengst tov OVERZICHT RASSEN INDELING VAN RASSEN BESLUIT PROEFPLAN BIO ZOEKT BOER... 52

5 - 5 - TEELTROTATIE 1 Algemeenheden bij de teeltrotatie Teeltrotatie is voor alle landbouwsystemen belangrijk. In de meest algemene vorm wordt teeltrotatie toegepast om bodemmoeheid te voorkomen. Dit leidde zelfs tot een uitzondering op de pachtwet in de vorm van cultuurcontracten. Deze contracten worden in Zuid-Limburg veel voor aardbeien, aardappelen, vlas en boomkwekerijgewassen gebruikt. In de biologische landbouw is het heel gewoon, zelfs noodzakelijk, om een ruime teeltrotatie aan te houden. 5 jaar is heel gewoon, zelfs 7 tot 8 jaar komen voor. Uiteraard is ook hier de bodemmoeheid een te voorkomen probleem. In biologische teelten tracht men met teeltrotatie echter meer te bereiken. 2 Bijkomende voordelen die bereikt worden door teeltrotatie 2.1 Bodemvruchtbaarheid Iedere teelt heeft een andere invloed op de bodem. Hakvruchten bijvoorbeeld, hebben meestal een negatieve invloed. De regelmatige grondbewerkingen, het traag dichtgroeien van de bodem en het - meestal - late oogsttijdstip zijn de voornaamste redenen voor dit probleem. Uiteraard is het gebruik van zware oogstmachines een bijkomend probleem dat niet te onderschatten is. Granen daarentegen vragen weinig grondbewerking, groeien de bodem snel dicht, de doorworteling van de bodem is zeer goed en ze worden in de zomer geoogst, meestal in droge bodemomstandigheden. 2.2 Rustteelten Het is voor iedereen duidelijk dat een braakjaar een rustjaar betekent voor de bodem. Hetzelfde effect kan ook met een aantal teelten bereikt worden. Granen en grassen zijn hiervan een gekend voorbeeld. Ze vragen relatief weinig meststoffen, de bodem heeft lang geen bewerking nodig. De structuur van de bodem verbetert. De bodem is na deze teelten in staat topprestaties te leveren. 2.3 Meststofgebruik Iedere teelt gebruikt meststoffen in andere verhoudingen. Dat ervaren we duidelijk door de verschillende hoeveelheden meststoffen die we moeten toedienen. Na de teelten blijven ook verschillende verhoudingen aan meststoffen over in de bodem. Met een uitgebalanceerde teeltrotatie kunnen we ook volgens meststofgebruik de teelten perfect op elkaar laten aansluiten. Met de beschikbare stikstof mag het duidelijk zijn: we komen er niet. Vlinderbloemigen zijn onontbeerlijk om een stikstoftekort te voorkomen. De juiste positie van de vlinderbloemige teelt in de rotatie is van groot belang om de stikstof optimaal te benutten. 2.4 Onkruidonderdrukking In cichorei kan gedurende een vrij lange periode onkruid kiemen, omdat er vrij lang licht tot op de bodem kan doordringen. Granen dekken de bodem veel sneller af. Hierdoor wordt het onkruid onderdrukt.

6 - 6 - De onkruiden die in graslanden voorkomen zijn van een gans andere aard dan de onkruiden in akkerbouwgewassen. De totaal andere beheersmaatregelen, zijnde enerzijds geen grondbewerkingen en maaien of grazen en anderzijds veelvuldige grondbewerkingen zorgen voor totaal verschillende biotoopsituaties met de daaraan gekoppelde plantengemeenschappen. Door op een perceel akkerland en grasland (grasklaver) met elkaar af te wisselen, worden de onkruiden van de beide biotoopsoorten verstoord en verzwakt. In de praktijk leidt dit tot een zeer goede onkruidonderdrukking. 2.5 Teeltrotatie biologische teelten perceel achter PIBO achter PIBO tegen weg Romeinse kassei centrale tegen weg centrale midden centrale achterkant 2008 Aardappelen Cichorei Triticale Veldbonen Rode kool Gras-klaver 2009 Grasklaver Veldbonen Aardappelen Triticale Cichorei Rode kool 2010 Rode kool Triticale Gras klaver Aardappelen Veldbonen Cichorei 2011 Cichorei Aardappelen Maïs Gras klaver Triticale Veldbonen 2012 Veldbonen Gras klaver Cichorei Maïs Aardappelen Triticale 2013 Triticale Maïs Veldbonen Cichorei Gras klaver Aardappelen

7 Bemesting op de bio-percelen Perceelsnaam Teelt N - advies ZDM (N) ton/ha E N / ha PIBO weg Triticale PIBO achter Rode kool Centrale weg Aardappelen Centrale midden Veldbonen 70 / / Centrale achter nieuw Gras-klaver Centrale achter Cichorei 30 / / Romeinse kassei Gras-klaver Op basis van de grondontledingen en de teelt zijn we de bemesting gaan afstemmen per perceel. De triticale heeft een 80 E N / ha gekregen. Dit was nodig om van start te gaan na de lange winter. Er was weinig of geen insporing. Door de droge periode duurde het lang vooraleer de triticale begon uit te stoelen. De gras klaver is bemest vlak na de winter. De eerste snede was goed. De gras-klaver heeft een 80 E N / ha toegediend gekregen. Dit om het onkruid te onderdrukken. De aardappelen hebben ook een 80 E N / ha toegediend gekregen. Lady Claire is een ras dat een betere knoldikte zou hebben dan Saturna. De rode kool heeft een 110 E N / ha gekregen. Deze gift mag iets hoger zijn, rekening houdend met de dikte van de kolen.

8 - 8 - COMPOST 1 Proefopzet In de biologische teelt is het behoud en de opbouw van voldoende organische stof in de bodem van essentieel belang voor een goede bodemvruchtbaarheid. In de praktijk worden hiertoe vaak dierlijk strorijk mest, groenbemesters en groencompost gebruikt. Daar de percelen waarover de biologische teeltrotatie loopt over een laag tot normaal humusgehalte beschikt, naar gangbare normen, werd de aanzet gegeven tot een geleidelijke heropbouw van het organische stofgehalte in de bodem. Zo kunnen we het organische stofgehalte gaan vergelijken. Dit jaar is er geen compost toegediend. Het MAP rekent compost onder de zogenaamde andere meststoffen. Het gebruik van compost is bijgevolg gelimiteerd. De stikstof- en fosforinhoud van compost is afhankelijk van het type compost. Groencompost bevat minder N en P dan GFT-compost en kan dus in hogere dosissen toegepast worden. Benaderende waarden zijn aangegeven in onderstaande tabel. Product N (kg/ton) P (kg/ton) GFT-compost 12 6 Groencompost 7 3 Indien de landbouwer compost slechts éénmaal om de twee of drie jaar toedient, mag hij de N- en P- inhoud ervan over dezelfde periode verrekenen. Het lastenboek biologische landbouw stelt dat 170 kg N uit dierlijke mest per hectare mag worden toegediend. Voor wat betreft N die wordt toegepast door middel van compost, dient men zich te houden aan de forfaitaire bemestingsnormen. Dit houdt in dat er boven 170 kg N/ha mag gegaan worden, zolang deze fractie niet uit dierlijke mest afkomstig is en gehouden wordt aan de bemestingsnormen voor de betreffende gewasgroep. Verder dient u voor het gebruik van compost toelating te vragen aan een erkend controleorganismen. Uitrijmogelijkheden van compost Compost wordt beschouwd als een meststof arm aan ammoniakale stikstof, en moet op akkerland binnen de 24 uur worden ondergewerkt. Er is een uitzondering voor graslanden en houtige teelten (o.a. fruitteelt), waar de compost niet moet worden ondergewerkt binnen de 24 uur. In algemeen gebied mag compost steeds worden uitgereden. In kwetsbare gebieden (water en natuur) geldt een verbod tot uitrijden tussen 1 september en 15 februari. In fosfaatverzadigd gebied is het gebruik van andere meststoffen, waaronder compost, verboden. Volgens het mestdecreet moet elke bemesting op een emissiearme wijze gebeuren. Dit betekent dat de toegediende meststoffen niet mogen afspoelen en dat compost in principe binnen de 24 uur ondergewerkt moet worden. Indien u gebruik wilt maken van GFT-compost bent u gebonden aan maximale gehaltes aan zware metalen die de compost mag bevatten. Het gaat hier om cadmium, koper, nikkel, lood, zink, kwik en

9 - 9 - chroom. u moet kunnen verantwoorden dat de GFT-compost, die door u werd toegepast, voldeed aan de normen voor wat betreft zware metalen; bijvoorbeeld door een analyseverslag van de compost. Uit analyse verslagen die werden geraadpleegd, bleek dat er frequent problemen waren met zink en lood en in mindere mate kwik en cadmium. Dit houdt echter niet in dat GFT-compost geen mogelijkheid biedt voor de biologische landbouw, een analyseverslag kan u zekerheid bieden over de al dan niet mogelijke toepasbaarheid. Voor wat betreft groencompost is een analyserapport aangaande zware metalen niet verplicht, daar groencompost geen problemen geeft voor wat betreft zware metalen. Dit heeft alles te maken met het uitgangsmateriaal. Zware metalen zijn niet gelijk verdeeld over de plant. De groene gedeelten en zeker de vruchten bevatten een iets hoger gehalte dan schors en stam. Om die reden bevat GFT-compost wellicht ook meer zware metalen dan groencompost. 2 Eigenschappen van compost Het organische stofgehalte: Hoe langer de compostering duurt en/of hoe vochtiger het eindproduct, hoe lager het organische stofgehalte. Wettelijk gezien moet compost minimaal 16% organische stof bevatten. De Bodemkundige Dienst van België adviseert, afhankelijk van de grondsoort, streefwaarden inzake het organische stofgehalte in landbouwbodems (cf. tabel) Grondsoort Streefwaarde organische stof % koolstof Zandgronden Zandleemgronden Leemgronden Kleigronden Het zoutgehalte: Een hoog zoutgehalte is ongunstig voor planten. Vooral jonge planten zijn hieraan gevoelig. Het is af te raden om te planten in zuivere compost. Compost wordt best vermengd met de bodem. De zuurtegraad: De ph van compost ligt in het neutrale tot licht alkalische gebied en werkt dus niet verzurend. Het toedienen van compost werkt de algemene verzuring van de bodem tegen door de aanwezigheid van kalk in de compost en door verbetering van de buffercapaciteit van de bodem. De norm voor compost ligt tussen 6,5 en 9. Stikstof: Compost bevat heel wat stikstof. De beschikbaarheid voor de planten van deze stikstof is echter zeer laag. Bijna alle aanwezige stikstof is organisch gebonden en komt slechts langzaam vrij. De hoeveelheid beschikbare nitraatstikstof in compost is hoger naarmate de compost langer narijpt. Tijdens het groeiseizoen komt er uit compost dus slechts een beperkte hoeveelheid stikstof vrij door mineralisatie. Bodems waaraan jaren na elkaar compost werd toegediend, bouwen wel een voldoende grote stikstofreserve op waaruit jaarlijks grotere hoeveelheden stikstof vrijkomen voor de plantengroei. Residu s: Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat eventueel aanwezige pesticiden tijdens het composteringsproces worden afgebroken.

10 Kiemkrachtige zaden en ziektekiemen: Deze worden door de hoge temperaturen in een vochtige omgeving tijdens de compostering afgedood. Hoe hoger de temperatuur hoe sneller de afdoding gebeurt. Compost kan en moet onkruidvrij zijn. Rijpheidsgraad: Indien de materialen onvoldoende lang werden gecomposteerd, trekken ze voedingsstoffen naar zich toe in plaats van er aan de planten af te geven. Dit omdat de compost in de bodem verder moet verteren. Onvoldoende uitgerijpte compost bevat eveneens te hoge concentraties aan ammonium en onttrekt zuurstof aan de bodem. Goede compost heeft de geur van bosgrond. De rijpheidsgraad wordt bepaald door middel van het Dewarvat. De rijpheid wordt afgeleid uit de maximale temperatuur die tijdens de incubatie wordt geregistreerd. Naarmate het monster minder uitgerijpt is (hogere microbiële activiteit en/of meer beschikbaarheid van nutriënten) zal de temperatuur in het vat hoger oplopen. C/N-verhouding: De organische stof van afbraakorganismen zelf bestaat voor 50% uit C en voor 5% (voor schimmels) en 10% (voor bacteriën) uit N. De verhouding tussen C en N in de afbraakorganismen is dus 10 voor schimmels en 5 voor bacteriën. Tijdens de afbraak van het organisch materiaal in de compost gaat maximaal 80% van de koolstof(verbindingen) verloren onder de vorm van CO 2. Er blijft na vertering dus slechts 1/5 van de koolstof uit het voedsel over. Hieruit kunnen we dus berekenen dat hun voedsel zelf voor 5x5 (voor bacteriën) en 10x5 (voor schimmels) meer koolstof mag bevatten dan stikstof. Met andere woorden het composteerbaar materiaal (voedsel) mag een C/N-verhouding hebben van 25 à 50/1. In de praktijk wordt meestal een gemiddeld cijfer van 30 aangehouden. Dit houdt in dat een te lage C/N-verhouding of met andere woorden een teveel aan N, leidt tot een verlies aan N en uitspoeling. Door het gebrek aan C is het systeem niet meer geïnteresseerd in de overtollige stikstof. Het is erg belangrijk om na te gaan of de aangekochte compost op een deskundige wijze werd gecomposteerd. Indien wordt gewerkt met compost van onvoldoende kwaliteit kunnen de gevolgen ervan meer negatief uitvallen dan het niet toepassen ervan.

11 Compost: de voordelen Verbetert de bodemstructuur waardoor de bodem in natte omstandigheden beter bewerkbaar blijft. Voorkomst bodemerosie Installeert een natuurlijk afweermechanisme tegen bodemziekten Vernieuwt humus in de grond. Versnelt de opwarming van de grond in het voorjaar: humusrijke gronden zijn vroege gronden. Activeert microbiologische bodemfauna en flora. Verbetert de wortelgroei. Verhoogt de waterreserve in zandgronden. Verzorgt een goede drainage in zware gronden. Verhindert uitdroging. Werkt bodemverzuring tegen. Vermindert meststofverliezen door uitspoeling. Voorziet de planten geleidelijk van de noodzakelijke voedingsstoffen. 4 Aanbevolen maximale dosissen GFT-Compost Bij jaarlijkse toediening Bij 2- of 3 jaarlijkse 10 tot 15 ton per hectare, afhankelijk van het organische stofgehalte van de bodem 20 tot 30 ton per hectare, afhankelijk van het organische stofgehalte van de bodem Groencompost Bij jaarlijkse toediening Bij 2- of 3 jaarlijkse 15 tot 20 ton per hectare, afhankelijk van het organische stofgehalte van de bodem 30 tot 40 ton per hectare, afhankelijk van het organische stofgehalte van de bodem

12 KOLEN 1 Proefopzet Verdere verdieping in de teelt van biologische kolen met bijzondere aandacht voor de teelttechnische problemen van het vorige teeltjaar. We denken hierbij voornamelijk aan de afzet, maar ook aan de ideale oogstomstandigheden. Er wordt, via bewaring, ook geleverd in de maand januari. Er wordt de laatste jaren gewerkt met biologisch plantgoed. Tijdens het teeltjaar 2009 waren de kolen bestemd voor de versmarkt en voor de industrie. Per week leverden we wat de koper eigenlijk vroeg op de veiling te Brava. We leverden 8 en 9 kolen per kist. Ook leverden we kolen aan de industrie. Deze kolen waren te dik voor de veiling. Voor het teeltjaar 2010 werden de kolen ook geteeld voor de versmarkt en industrie. Hier werden weer kolen verwacht die een redelijke omvang hebben en de kwaliteit van de kolen moet ook optimaal zijn. Ook werden er sproeibanen voorzien in het perceel. We laten de kolen lang staan op het veld. De kolen worden best bewaard in de frigo s rond 1 C. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: gras-klaver De voorvrucht van klaver zorgt voor stikstoffixatie en een extra stikstofgift bij vertering van de klaver. De gras-klaver werd gescheurd op Deze datum is beter, zo komt de stikstof vrij op het moment dat het nodig is. De gras-klaver werd twee keer opgereden met een schijveneg. b Plantdatum: Het plantgoed werd geleverd op en uitgezet in het containerpark op het PCF waar ze regelmatig werden beregend. Werkelijke plantdatum: Bij het planten was het essentieel dat het plantbed voldoende diep was klaargelegd. Indien niet zouden de plantjes liggend worden ingeplant en zou de containeraarde van het plantje niet volledig ondergestopt worden. Dit vergroot ernstig het gevaar op uitdrogen van de plant. Zeker dit jaar bij warm en droog weer van de eerste week. De plantjes waren voldoende nat tijdens het planten. De eerste week is het droog en warm gebleven na het planten. De planten hadden weinig last van de droogte. Gelukkig heeft het toen geregend. Wel 25 liter/m². Er was geen schade waarneembaar en de regen kwam net op tijd. c Plantdichtheid: 60 cm tussen de rij 43 cm in de rij. d Plantmachine: Twee plantkouters die manueel worden aangevuld. e Bemesting: Zeugendrijfmest 110 E N

13 f Variëteit: Bio-Pesaro Plantgoed: Plantenkwekerij De Koster g Onkruidbestrijding: Scheuren gras-klaver Ploegen gras-klaver Onderwerken drijfmest (Canadese eg) Aanleg vals zaaibed (compactor) Onkruid wieden vals zaaibed/opdrogen perceel (Canadese eg) Klaarleggen perceel (messenfrees) Planten rode kool Wiedeg Schoffelen Er werd voor de eerste keer een wiedeg gebruikt. Dit gaf een zeer goed resultaat. Wel moet men letten dat men niet te snel gaat rijden anders worden de planten omgetrokken. Het mechanisch schoffelen werd uitgevoerd in goede omstandigheden. De grond was zeker los genoeg. Door voldoende snel te rijden werden de kolen een klein beetje aangeaard. De eerste schoffelbeurt ging perfect. Door de droogte stonden de kolen er mooi bij. Er kwam weinig onkruid op. De kolen hadden geen last van de lange droge periode. h Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 6,8 (gunstig) %C: 1,4 (normaal) P: 24 (tamelijk hoog) K: 28 (tamelijk hoog) Mg: 13 (normaal) Ca: 195 (normaal) Na 2,2 (tamelijk laag) i Insectenbestrijding: Daar tijdens 2009 toch veel vraatschade werd waargenomen door rupsen van zowel koolwitje als koolmotje en in mindere mate kooluil. Zo werd deze rupsendruk opgevolgd en als het nodig is werd er behandeld tegen deze rupsen. Op 17 juni, 3 augustus, 12 augustus en 3 september is er behandeld tegen rupsen (Bt). Koolmotje Kooluil klein koolwitje

14 Xentari is een biologisch preparaat gebaseerd op sporen van de bacterie Bt. Door het vreten van bespoten plantendelen raken de rupsen geïnfecteerd met de bacterie. In het darmstelsel produceert de bacterie sporen en eiwitkristallen. Bij de afbraak van de kristallen in het darmkanaal komt een toxine vrij dat de darmwand aantast. Ongeveer 2 tot 5 dagen na opname sterven de rupsen af. Het effect van Bt is het grootst wanneer de rupsen nog jong zijn. Producten op basis van Bt hebben geen schadelijke nevenwerking op natuurlijke vijanden en laten geen schadelijk residu achter in bodem of plant. Bt is een product dat steeds in herhaling moet worden toegepast omdat eventuele eitjes aanwezig op de kolen bij een eerste behandeling niet worden afgedood. Het is daarom belangrijk het tijdstip van herhaling goed te kiezen, namelijk wanneer het merendeel van de afgezette eitjes zijn uitgekomen maar voor de rupsen overgaan naar het adultstadium zodat nieuwe eitjes kunnen worden afgezet. Zowel eitjes van de koolmot als het koolwitje kunnen bij warm weer reeds na enkele dagen uitkomen. Advies: Indien meer dan 10% van de planten bezet is met één of meer jonge rupsen, is een behandeling aangewezen, vooral in koolvormend gewasstadium. Grijp dan zo snel mogelijk in en spuit bij voorkeur vanaf de late namiddag tot avond wanneer de rupsen het meest van het blad eten. Bij een temperatuur van minder dan 16 C daalt de vraatactiviteit van de rupsen en is een bespuiting derhalve weinig effectief. Behandeling van jonge rupsen kooluil is een absolute noodzaak! Rupsen die reeds groter zijn dan ongeveer 0,5 cm zijn niet meer te bestrijden met de bacterietoxines. Tegen koolmot moet enkel behandeld worden in geval van zware druk, vooral in bij droge zomers Tien rupsen van koolmot kunnen immers maar dezelfde schade aanrichten als één rups van kooluil. j Schadedrempels Rupsen van het klein koolwitje of kooluil kunnen relatief meer schade aanrichten dan koolmot. Daarom werd een systeem ontwikkeld op basis van rupsequivalenten. Soorten waarvan de rupsen niet zo veel schade veroorzaken wegen minder zwaar dan de soorten die een langere levensduur hebben en meer van de plant kunnen eten. k Wildschade Er werd duivenschade vastgesteld. Zo te korter bij de bos zoveel te meer schade men zag. Ook was er schade door konijnen. Zelf zijn we een biologisch middel gaan sproeien tegen de afweer van vogels (Aversis van Crop Safe). Ook hebben we een getuige aangelegd om de effectiviteit van het product te bepalen. Dit had weinig resultaat. Er was nog vraatschade, maar minder. Normaliter worden vooral luchtkanonnen ingezet om de schade enigszins te beperken. Door de luide knal die zij op geregelde tijdstippen produceren proberen zij de ongewenste bezoekers van het veld te verjagen. Door de gewenning kan de effectiviteit sterk verminderen, zeker wanneer het huisduiven betreft. Kanonnen, die van 's morgens tot 's avonds ingezet worden, zijn daarbij hinderlijk voor omwonenden en nietschadelijke fauna.

15 Er dienen zich dan ook allerlei alternatieven aan: felgekleurde strandballen, vibrerende linten, pluimen, dode vogel, netten, flitsende piramides, opblaasbare poppen, geur- en kleurstoffen, geluiden van roofvogels,... l Natuurlijke vijanden: De belangrijkste groep natuurlijke vijanden die actief zijn, zijn algemene predatoren zoals spinnen, gaasvliegen en roofwantsen. Deze vangen diverse insecten, van eitjes tot volwassen individuen en dragen op die manier bij tot de natuurlijke plaagbeheersing in uw gewas. De grasstroken tussen de kolenrijen dragen hiertoe positief bij als natuurlijk habitat voor de predatoren. Ook sluipwespen zijn actief. Het volwassen vrouwtje legt eieren in de bladluis. Na uit het ei gekomen te zijn, begint de larve zich te goed te doen aan de bladluis. De eerste dagen ondervindt de bladluis hier nog niet veel hinder van. Als de larve groter wordt begint hij te eten van de inwendige organen van de bladluis waardoor de bladluis uiteindelijk sterft. Wanneer de larve volgroeid is, verpopt hij. Op een bepaald moment is het uiterlijk van de bladluis veranderd in een opgezwollen viltig wit bolletje, de mummie. Nadat de pop uitgekomen is, knaagt de volwassen sluipwesp een gaatje aan de achterkant van de bladluis en kruipt naar buiten. 3 Waarnemingen Het perceel is gelegen aan de school. De kolen zijn in goede omstandigheden geplant. De grond was vochtig. Toch is het de eerste week warm en droog geweest. Na de eerste week is er wel 25 liter water gevallen op één dag. De kolen hadden water nodig. Daarna is er een hele droge periode geweest. Dit was goed voor de onkruidbestrijding. De groei werd niet geremd van de kolen. 4 Oogst Ondanks de droge maanden juni en juli zijn de kolen toch voldoende dik. We zijn gestart met oogsten rond half oktober. We zijn dikke kolen gaan oogsten voor de industrie. De kleine kolen gaan naar de veiling Brava. Er is ongeveer 10 ton rode kool geleverd aan de industrie. De kolen die naar de veiling gaan, zijn heel klein. Ook worden de kolen verwacht in een andere verpakking. De kolen worden aangeleverd in een EPS tomatenkist. In zo een kist bevinden zich 4 kolen. De verkoop begon te lopen vanaf begin december. Wanneer het begint te vriezen is er vraag naar rode kool. We zien dat de vraag elk jaar daalt van de rode kool. 4 jaar geleden was er vraag naar 6 ers in een kist. Een jaar later moesten de kolen minder dik zijn. Toen moesten er nog 7 of 8 kolen in een kist. Vorig jaar mochten we enkel nog tien kolen leveren in een kist. Dit jaar moesten de kolen in een andere verpakking aangeleverd worden en hebben ze ongeveer dezelfde dikte als tien kolen in een grote kist.

16 Besluit De teelt van de kolen verliep het afgelopen jaar goed. Bij het planten was er voldoende vocht in de bodem. Er is toen twee maanden geen drup regen gevallen. De kolen hebben in augustus op tijd water gehad. Dit was nodig voor een voldoende diktegroei. Ook de plaagbeheersing verliep de afgelopen twee jaar goed. We kunnen de laatste drie jaar dikke kolen leveren aan de industrie. De kleinere gaan naar de veiling. Het is moeilijk werken met de veiling. De prijs van de veiling is wel veel hoger. Natuurlijk zo te dikker de kolen, zo te rendabeler ze zijn. Een kool van 3 kilo heeft dezelfde prijs bij de industrie als voor de veiling. We zien dat de vraag naar rode kool achteruit gaat. De consument koopt geen dikke kool meer. Men wil een kool die verwerkt is, of die opgebruikt kan worden bij één maaltijd. 6 Proefplan 628 kolen per rij kolen kolen 16 rijen rode kool 8 rijen rode kool gras 3,3 m gras 9,6 m 4,8 m Weg

17 TRITICALE 1 Proefopzet Het opzet van deze proef is het opvolgen van de biologische teelt van triticale. Er is een rassenproef uitgezaaid met 7 verschillende rassen. De bedoeling is de rassen onderling gaan te vergelijken met elkaar. Per ras zijn er drie herhalingen aangelegd. Het doel van deze proef is om de rassen te vergelijken op twee locaties. De andere proef ligt in West-Vlaanderen. De bedoeling is om de technische en de economische haalbaarheid van de teelt verder te bestuderen. Ook is het belangrijk om te kijken welke verschillen we kunnen waarnemen. Het gaat dan over de groei, grondbedekking, de ziekten en de opbrengsten van de verschillende rassen. Triticale kan geoogst worden voor zowel de korrel als de gehele plant silage (GPS) Voor de aanleg van de proef werken wij volgens het protocol van LCG en WPA (D. Wittouck). Bij ons wordt ze enkel geoogst voor de korrelopbrengst. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met het interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (vzw). 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: veldbonen b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 400 korrels per m 2 d Onkruidbestrijding: wiedeggen De eerste wiedegbeurt was op 18 maart. Dit was vroeg. De grond was net voldoende opgedroogd. De tweede wiedegbeurt was vrij agressief e Bemesting: Zeugendrijfmest 80 E N De bemesting gebeurde vroeg. De triticale stond er zwak bij. Er was geen insporing op het perceel door het voldoende opgedroogde perceel. f Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 7,1 (gunstig) %C: 1,4 (normaal P: 23 (tamelijk hoog) K: 17 (normaal) Mg: 14 (normaal) Ca: 327 (normaal) Na: 2,1 (tamelijk laag)

18 g Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH-KCL % C 0 30 cm leem 9,1 1,5 7,4 1, cm leem 35,7 0, cm leem 12,1 0,5 3 Rassen nr Ras Verdeler BIO DKG Kg/ha 1. Passus Semences de l'est NCB Madilo Semences de l'est NCB Collegial Agri-obtentions NCB Grandval Agri-obtentions NCB Pizarro Lemaire deffontaines NCB Talentro Clovis Matton NCB Agrano Philip seeds NCB (zaai aan 400 korrels/m²) De rassenkeuze gebeurt in samenwerking met het PCBT. De rassen werden uitgezaaid in 4 herhalingen. In totaal zijn er 7 variëteiten uitgezaaid. De buitenste zaaipijpen van het graanzaaimachine werden dicht gezet. Zo creëren we een opening van 25 cm tussen de rassen onderling. We voorkomen zo dat de rassen door elkaar gaan groeien en krijgen we een correcter beeld per ras tijdens de tellingen en de oogst.

19 Waarnemingen 4.1 Opkomsttelling De opkomsttelling is uitgevoerd op Door de zaai in natte omstandigheden is de opkomst niet zo goed. Juist de rassen Collegial en Grandval hadden een mooie stand van het gewas. Deze twee rassen hadden boven de 250 planten per m². De andere rassen hadden een gemiddelde opkomst tussen de 150 en 200 planten per m².

20 Onkruidtelling De eerste wiedegbeurt heeft plaatsgevonden in iets te natte omstandigheden. Daarom zijn we niet zo agressief gaan behandelen. Door de lange droge periode was het de tweede keer moeilijker wieden. De meest voorkomende onkruiden waren kamille, perzikkruid en akkerdistel. We hebben zo een 30 tot 40 onkruiden per m². Deze telling is uitgevoerd na de tweede wiedegbeurt.

21 Ziektetellingen In onderstaande tabel zijn de ziektetellingen weergegeven. Ras Bladseptoria Bruine roest Legering Aren uit (1juni) Passus % Madilo % Collegial % Grandval % Pizarro % Talentro % Agrano % Score: 1 ziek Score: 9 Gezond Er is weinig ziekte merkbaar bij de rassen. Dit heeft te maken met de droge weersomstandigheden.

22 Hoogtemeting De hoogtemeting is uitgevoerd op 21 juni De hoogtemeting gaan we bepalen om de stro opbrengst te kennen. We doen dit voor elk ras apart. Ook kan dit een maat zijn om de legering te voorspellen. Een ras van 1,4 m zal minder lang recht blijven staan dan een ras dat maar 1 meter hoog is. Toch is dit geen referentie. Een hoger ras kan langer recht blijven dan een minder hoog gewas. Tussen de rassen onderling zijn er vele verschillen. We zien wel duidelijk dat Talentro veel minder hoog is als de rest. Tot op heden was geen enkel ras gaan legeren. 4.5 Bloei Op 1 juni waren de eerste aren uit van sommige rassen. Dit was het geval voor Agrano en Madilo. Er was nog niks zichtbaar voor het ras Pizaro op 1 juni. Op deze datum was het graanhaantje ook zichtbaar. Er werd geen legering vastgesteld van geen enkel ras. Ook bleef de ziekte heel beperkt van de rassen. Half juni stonden de rassen in bloei.

23 Oogst Op 2 augustus werd de triticale geoogst. Door de goede omstandigheden was het vochtgehalte ideaal en kon er vlot geoogst worden. Die periode was er nog goed weer. Sindsdien is het weer minder geweest. Er werden 4 herhalingen geoogst van de 7 rassen. 5.1 Korrelopbrengst bij 15% vocht In de onderstaande tabel vinden we de oogstgegevens terug van de rassen uitgedrukt in kg/ha. Nr Ras Kg/ha (15% vocht) Rel. tov gem Kg/ha 09 1 Passus Madilo Collegial Grandval Pizarro Talentro Agrano gemiddelde In de tabel zien we dat de opbrengsten iets lager liggen dan het voorgaande jaar. Toch hebben we, van het perceel, een gemiddeld gewicht van 6100 kg/ha. Het ras collegial had de hoogste opbrengst (6189 kg/ha). Talentro had de laagste opbrengst (4703 kg/ha).

24 Vochtgehalte en hectolitergewicht In deze tabel zien we de opbrengsten met daarnaast het vochtgehalte en het hectolitergewicht. Zo kunnen we de rassen onderling gaan vergelijken. Het graan was sneller droog door de goede weersomstandigheden en de mindere stand van het gewas. Nr Ras Opbrengst kg/ha Vochtgehalte hectolitergewicht 1 Passus ,6 63,5 2 Madilo ,0 69,7 3 Collegial ,4 66,4 4 Grandval ,7 66,0 5 Pizarro ,3 69,9 6 Talentro ,0 71,8 7 Agrano ,1 66,8 5.3 Overzicht triticale 2010

25 Besluit Door de late zaai had de triticale in het algemeen een te lichte stand wanneer ze de strenge en lange winter in ging. De rassen Collegial en Grandval hadden wel een goede opkomst. Ook had het ras Collegial een mooie stand vlak na de winter. Door het goede voorjaar is er maar twee keer de wiedeg gebruikt. Ook is er gangbare tarwe mechanisch zuiver gehouden. Dit is ook goed gelukt. Men moet zo vroeg mogelijk wiedeggen. En eigenlijk moeten we preventief gaan wieden. De ziekte bleef uit door de goede weersomstandigheden. Ook was er geen legering waarneembaar van geen enkel ras. Toch was de hoogte verschillend van de verschillende rassen. De oogst gebeurde in goede omstandigheden op 2 augustus. Het ras Collegial had de hoogste opbrengst. De gemiddelde opbrengst van de rassen in proef ligt rond de kg/ha. Dit is te weinig voor triticale in deze streek. 7 Proefplan m VERKAVELINGSWEG

26 AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe worden 6 verschillende variëteiten vergeleken op gebied van grondbedekking, groei, ziekteaantasting, productie en economische waarde per ha. De proeven gebeuren telkens in drie herhalingen waarbij een buffer van Desireé wordt voorzien om de phytopthoradruk in het perceel homogeen te houden. Binnen de proef wordt er ook onderzoek gedaan naar mechanische onkruidbestrijding. Ook is er dit jaar een fungicidenproef aangelegd. Dit om op zoek te gaan naar biologische alternatieven van koper. Het bedrijf Crop Safe heeft voor ons producten ontwikkeld om de aardappelziekte tegen te gaan op basis van een gel. Het bedrijf heeft 2 producten ontwikkeld. Deze wordt in 4 herhalingen aangelegd. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met het interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (vzw) en Crop Safe. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Triticale b Plantdatum: c Variëteiten d Plantafstand per variëteit: 30 cm x 75 cm e werkzaamheden: - Ploegen Drijfmest toedienen Onderwerken drijfmest met vaste tandcultivator Opentrekken akker met Canadese eg Klaarleggen aardappelperceel rotoreg (diep) Poten aardappelen Poten van proeven Wiedeggen Aanaarden Aanaarden

27 f Ontledingsuitslag bodemstaal: ph: 7,0 (gunstig) %C: 1,6 (normaal) P: 14 (normaal) K: 20 (normaal) Mg: 20 (hoog) Ca: 280 (normaal) Na: 2,5 (tamelijk laag) g Bemesting: Zeugendrijfmest 110 E N Patentkali 290 E K Rassenproef 3.1 Rassen aardappelen nr Ras Pootgoedbedrijf Kookeig. Biologisch pootgoed 1 Agria Bioselect Agrico Tamelijk vastkokend NCB 2 Toluca Bioselect Agrico Vastkokend NCB 3 Frieslander Bioselect Agrico Tamelijk vastkokend NCB 4 Nicola Van Rijn vastkokend NCB 5 AR Bioselect Agrico Vermoedelijk vastkokend NCB 6 Biogold Van Rijn vastkokend NCB

28 Opkomst De proef is 15 april gepland. Door de droge en koude weersomstandigheden was er pas anderhalve maand later een opkomst. De rassen Frieslander en Nicola hadden een goede start. Deze hadden een gelijkmatige en mooie opkomst. De rassen Agria, Toluca en AR hadden een mindere startgroei. De startgroei kan belangrijk zijn voor de onkruidbestrijding. Opkomst rassen 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 opkomst 4 juni opkomst 27 mei y-as: o=slecht, 10= zeer goed We zien wel dat de rassen Agria en Toluca een goede inhaalbeweging hadden. En zagen ook dat de beste rassen uitgegroeid waren. Het is belangrijk in de bioteelt een ras te hebben dat snel de rijen dicht heeft. Het ras moet wel geschikt zijn voor de afzet per bedrijf.

29 Bodembedekking y-as: o=slecht, 10= zeer goed Belangrijk voor de biologische teelt is ook dat de rassen zo snel mogelijk de rijen dicht hebben. Deze telling is twee maanden na plantdatum uitgevoerd. Zo zien we dat de rassen Frieslander en Nicola de beste bodembedekking hebben. Deze heeft de rijen bijna dicht. Toluca heeft de minst goede loofontwikkeling. De andere rassen zitten hier tussen in. De aardappelen hadden weinig last van de droogte. Eind juni was er nog geen bloei zichtbaar. Wel was er geen droogteschade.

30 Phytophthora De waarnemingen werden telkens in 3 herhalingen uitgevoerd. De schadebeoordeling gebeurde volgens de PD- schaal. PD-schaal % aangetast Score Ziektebeeld 0 10 niet aangetast 0-1 9,5 1 ziek blaadje per plant zieke blaadjes per plant zieke blaadjes per plant Meer dan 10 zieke blaadjes % vlekjes (ziek) % vlekjes (ziek) % blad is vernietigd % blad is vernietigd % blad is vernietigd nagenoeg 100% van het blad is afgestorven, de stengels zijn afgestorven maar staan nog overeind alle planten zijn afgestorven, blad en stengel verdroogd PD-scores per variëteit Nr Ras 08/09/10 1 Agria 7,0 2 Toluca 6,0 3 Frieslander 2,0 4 Nicola 7,0 5 AR ,0 6 Biogold 9,0

31 Fungicidenproef Koper is niet het middel tegen de aardappelziekte. Er zijn al heel wat mogelijkheden binnen koper met hun verschillende effectiviteit. Het heeft enkel een preventieve werking en is ook niet 100% biologisch. Er zijn heel wat alternatieven op de markt. Tot op heden is weinig alternatief tegen de aardappelziekte wat biologisch is. De firma Crop Safe ontwikkelt biologische producten die de aardappelen kunnen beschermen tegen de aardappelziekte. Deze producten zouden een permanente bescherming geven. De nieuwe bladeren zouden dan een tweede behandeling moeten krijgen. Er zijn twee producten ontwikkeld. Het ene product gaat de bladeren beschermen. Het tweede product gaat ervoor zorgen dat de schimmel de plant niet kan indringen. Deze producten zijn een soort van gel dat de bladeren gaat beschermen tegen de schimmel. De gel is elastisch en kan meegroeien met het blad. Wel moet gekeken worden dat tijdens de bespuitingen de volledige plant beschermd wordt. De fotosynthese van de plant zou niet geremd worden. Wel moeten de nieuwe bladeren voor een tweede maal behandeld worden. Daarna zou de plant voldoende moeten beschermd zijn tegen de aardappelziekte. 4.1 Tabel: Sproeischema aardappelen week week 23 week 24 week 25 week 26 week 27 week 28 datum 12/jun 21/jun 2/jul 12/jul 19/jul 25/jul 1e object 0,5 kg koper 0,5 kg koper 0,5 kg koper 0,5 kg koper 0,5 kg koper 0,5 kg koper 2 e object Sporax (10%) / Sporax (10%) / Sporax (10%) / 3 e object Repello (2 %) / Repello (2%) / Repello (2%) / 4.2 Opbrengsten schema s Door de droogte in de maanden juni en juli is de knolvorming ondermaats geweest. De opbrengsten liggen hierdoor een heel stuk lager. We zien wel dat de koperbehandeling de beste opbrengsten blijft behouden. De andere (met gels) hebben een iets lagere opbrengst. Volgens ons heeft dit te maken met de belemmering van de fotosynthese van het aardappelloof. We zagen dit ook aan het product Sporax. Het product lijkt sterk op een zeer kleverige lijm. Bij het gebruiken van het middel Repello zien we een opbrengstvermindering, deels te maken met het lichtgebrek. Koper Sporax Repello kg/ha kg/ha kg/ha kg/ha kg/ha kg/ha

32 Oogst Door de droge maanden juni en juli is de knolvorming ondermaats. De ruggen waren zeer fel uitgedroogd. Het loof was half augustus volledig afgestorven door de droogte. Toch zien we tijdens de oogst dat er ook phythopthora aanwezig is op de knollen. Dit komt waarschijnlijk door de nattere maand augustus. We zijn niet gaan loofklappen. Op het einde van de teelt was er weinig onkruid aanwezig op het perceel. We zijn gaan oogsten op 20 september. De oogst verliep onder goede omstandigheden. Twee dagen later zijn de rassen geoogst. 5.1 Opbrengst nr ras Opbrengst (kg/ha) Middenmaat (kg/ha) Groot (kg/ha) Martkbare opbrengst 1 Agria Toluca Frieslander Nicola Ar Biogold Gemiddeld In de tabel zien we de opbrengsten van de verschillende rassen. Enkel de rassen Agria en Nicola hebben een goede opbrengst. Het gemiddelde ligt ook een stuk lager dan voorgaande jaren. Enkel het ras Agria heeft een goede diktemaat. We zien dit jaar enorme verschillen tussen de rassen. Zo heeft het ras Nicola een goede opbrengst. Dit ras heeft wel maar een middelmatige sortering (geen dikke knollen). Er is weinig diktemaat bij de rassen. Dit komt door de droogte van juni en juli.

33 Relatieve opbrengst nr ras Opbrengst in % Middenmaat % Groot % % Marktbare opbrengst 1 Agria Toluca Frieslander Nicola Ar Biogold Gemiddeld De marktbare opbrengst ligt gemiddeld rond de 50%. Er zijn rassen die goed scoren, maar er zijn ook rassen die minder goed scoren. De waarden rond de relatieve opbrengsten verschillen heel sterk. Dit komt door de grote verschillen in de waarden t.o.v. de verschillende rassen. In onderstaande grafiek zien we alles van de rassen bij elkaar. Van opbrengst tot oogst. Sommige rassen hebben een minder goede start, maar een goede opbrengst zoals Agria. Andere rassen scoren in het algemeen goed zoals Nicola. Andere rassen beginnen goed maar hebben een minder goede opbrengst.

34 Procentuele verdeling van de sortering per varïeteit nr ras Opbrengst Kg/ha Middenmaat % Groot % % Marktbare opbrengst 1 Agria Toluca Frieslander Nicola Ar Biogold Gemiddeld Evaluatie van de opbrengst van de laatste jaren nr variëteit Agria Biogold Nicola / / Sarpo Mira / / / 5 Triplo / / 6 Bionica / / / 7 Toluca /

35 Overzicht rassen Overzicht rassen 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 opkomst 4 juni opkomst 27 mei bodembed. loofontw. loof einde groei opbrengst 6.1 Bespreking van de rassen De rassen zijn een maand later gesorteerd. Zo kunnen we de rassen van elkaar onderscheiden. Dit jaar hadden we last tijdens de bewaring van aardappelen. Er waren veel rotten voor sommige variëteiten. Zo had Lady Claire ook veel rotten. Eerst was het twee maanden te droog. Dan de laatste maand was het te nat. Er zijn vele verschillen tussen de rassen. De ene had last van de droogte, de andere van de vochtigheid van de laatste maand. Ook Desiree had last van rotte aardappelen. Na lange bewaring zien we ook dat het ras Desiree last heeft van rotte aardappelen. Andere rassen zoals Agria, Biogold en AR hadden praktisch geen rotten. Ook de gangbare rassen hadden last van een moeilijkere bewaring Agria Agria heeft zich dit jaar weer eens bewezen. Het blijft een goed standaard ras. We zien dat het ras goed tegen de droogte kan. Dit zien we over meerder jaren heen. Vrijwel het beste ras in onze rassenproef. Het ras had een opbrengst van kg/ha. Ook had het ras een mooie diktemaat. Dit ras blijft zich bewijzen in de biolandouw. Ook waren er weinig rotte aardappelen in dit ras en had het ras een goede marktbare opbrengst. Misschien is dit een ras dat geschikt is voor de chipsindustrie voor onze gronden. Agria heeft een goede opbrengst, een goede korte bewaring maar een minder goede lange bewaring.

36 Toluca Toluca heeft een minder goede start maar op het einde van de teelt valt dit ras mee. Het ras heeft een gemiddelde opbrengst. Over de jaren heen zien we dat dit ras een goede opbrengst heeft. De diktemaat valt ook goed mee. Het ras heeft voldoende dikke knollen ondanks de droge ruggen. Toluca heeft over de jaren heen een minder goede start. Dit ras herpakt zich dan en behaalt goede opbrengsten. Dit ras heeft een goede lange bewaring Frieslander Frieslander had dit jaar de minst goede opbrengst. Het ras was niet geschikt voor de afgelopen weersomstandigheden. Dit ras had veel rotten en was dit jaar minder gepast voor bewaring. Dit was ook te zien aan de opbrengst ( kg/ha). Dit ras had ook de minst marktbare opbrengst. Dit kwam door het aantal groene knollen en door kleine aardappelen en rotte aardappelen Nicola Dit ras scoorde iets beter dan het ras Frieslander. Toch waren er ook rotten in dit ras. Wat opviel is dat er veel misvormde aardappelen waren. Ze hadden de vorm van een pop. Een dikkere knol onderaan en een klein verlengde knol eraan gegroeid bovenaan. Dit ras had een redelijke opbrengst (29 011kg/ha). Het ras had wel geen dikke knollen. De marktbare opbrengst lag rond het gemiddelde. Dus een hoge opbrengst met dezelfde vorm van aardappelen. Het ras Nicola heeft een goede lange bewaring AR Het ras met het nummer had een goede bewaring. Het ras had veel minder rotten na 1 maand bewaring. Wel had dit ras een ruwe schil. Dit kan soms nadelig zijn. Het ras had weinig rotten. Dit was al belangrijk dit jaar. De opbrengst viel mee ( kg/ha). De diktemaat was minder, deels te maken met de droogte. Dit ras heeft een goede bewaring. Dit ras heeft wel snel uitlopers Biogold Het ras biogold had ook een goede bewaring. Er waren geen rotten. Eerst was het veel te droog. Er waren wel veel kleine aardappelen bij dit ras. Ook was de opbrengst ondermaats. Dit ras kan minder tegen de doogte. Toch was dit ras ook geschikt tegen natte weersomstandigheden. Dit ras had een opbrengst van kg/ha. Dit ras heeft een goede lange bewaring.

37 Proefplan Proefplan aardappelen machine kop Weg m lang machine kop 38 m breed Weg

38 CICHOREI 1 Proefopzet In deze proef ligt de onkruidbestrijdingsproef. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de verschillende onkruidbestrijdingstechnieken. Met de nieuwe machines kunnen we de onkruidbestrijding gaan optimaliseren. De biologische cichorei is een teelt die zeer arbeidsintensief is. Er is enorm vraag om deze teelt te telen. Door het arbeidsintensieve werk is de interesse voor deze teelt klein. Toch blijft de prijs en de vraag stijgen naar dit product en wordt er onderzoek gedaan naar de ideale teeltomstandigheden en verschillen tussen de rassen. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Kolen b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 6,7 x 45cm d Zaaimachine: Accord 6 rijen e Variëteiten: naaktzaad Melci f Bodembewerkingen Ploegen Opentrekken akker (Canadese eg) Klaarleggen met compactor (2) g Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 6,8 (gunstig) %C: 1,8 (tamelijk hoog) P: 17 (normaal) K: 23 (tamelijk hoog) Mg: 14 (normaal) Ca: 171 (tamelijk laag) Na: 2,1 (laag)

39 Onkruidbestrijding De kieming was ideaal van de cichorei. De grond lag voldoende fijn. Na de zaai hebben we een droogteperiode gekend. Hierdoor is het onkruid minder gaan kiemen en zijn we deze gemakkelijker onder controle houden. De rijen waren dicht toen de grond weer vochtig werd. Toch is er voldoende handwerk in de rij. Schoffelen cichorei (kantmessen) Schoffelen cichorei (kantmessen) Schoffelen cichorei met vingerwieder Wiedbed Door gebruik te maken van het wiedbed hadden we veel minder handwerk. Met het wiedbed werken is veel aangenamer en nauwkeuriger dan met de hak. 4 Waarnemingen Er was een vals zaaibed aangelegd. Door de droge periode was er weinig onkruid gekiemd. Door het perceel zaai klaar te leggen en direct te zaaien hadden we een zeer goede opkomst. We hadden ondanks de droge omstandigheden een voldoende vochtige bodem. De kieming verliep perfect. Door de droogte was er een lage onkruiddruk. Ondanks de droge groeide de cichorei perfect verder. Hij had een voorsprong ten opzichte van andere jaren. In de zomer heeft hij het eventjes minder gegroeid (last van de droogte). Door de regen in augustus heeft de cichorei zich weer herpakt. Op het einde van de teelt zagen we knopkruid als onkruid. Juist op de open plekken. Knopkruid bloeit in september/oktober. Er is een gedeelte (3 rijen) manueel niet zuiver gehouden. Door de droge maanden juni en juli zagen we praktisch geen verschil. 5 Oogst De oogst verliep na een zware natte periode. 5 dagen voor de oogst is er een 80 l/m² gevallen. Door de goede oogstmachine en de goede bodem bleef de tarra beperkt. De opbrengsten zijn zeer hoog dit jaar. Dit heeft te maken met de goede start van de cichorei. Datum Kg/ha 18/10/10 (proefoogst) /11/10 (proefoogst) /11/10 (oogst)

40 Besluit Het afgelopen jaar is het een goed jaar geweest voor de cichorei. De cichorei kan goed tegen de droogte. Ook het onkruid wordt tegengehouden door de droogte. De cichorei had een prachtige begin groei. Ook de opbrengsten van dit jaar zijn top. Hopelijk hebben volgend jaar ook zo een goed cichorei jaar.

41 GRAS-KLAVER 1 Proefopzet We hebben dit jaar geopteerd om één variëteit te zaaien. Wel zijn we op zoek gegaan naar biologisch zaad. Ook zijn we direct de rode klaver gaan mengen. Voor een akkerbouwbedrijf is het ook niet gemakkelijk om biologische afnemers te vinden. De biologische veehouders hebben zelf voldoende gras. Het gras is afkomstig van het zaaizaadbedrijf Camena Samen. 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: aardappelen b Zaaidatum: c Zaaidichtheid 45 kg/ha d variëteit: Italiaans raaigras: Fabio Rode klaver: Titus e Bodembewerkingen: Vaste tand cultivator Rotoreg en zaaimachine f Bemesting: Zeugendrijfmest 80 E N g Ontledingsuitslag van de bouwlaag: ph: 6,9 (gunstig) %C: 1,5 (normaal) P: 20 (tamelijk hoog) K: 20 (normaal) Mg: 19 (tamelijk hoog) Ca: 266 (normaal) Na 2,9 (tamelijk laag)

42 pl/m² Onkruidtellingen Onkruid in gras-klaver Oogst We zijn gaan zaaien aan 45 kg/ha. Zelf zijn we de rode klaver gaan bijmengen wat goed gelukt is. Door het goede voorjaar is er één keer bemest. Hierdoor is het gras sterk gaan groeien.de eerste snede was vrij goed. Er werden 6 ronde balen geoogst van een 38 are opp (15 balen/ha). Deze balen zijn ingewikkeld en verkocht. Na de eerste snede is er niet bemest. De tweede snede was iets minder zwaar. Dit heeft te maken met het niet bemesten na de eerste snede. Door de droogte is ook het gras sneller in aar te komen staan. Toch had het gras nog een goede kwaliteit. 5 Waarnemingen Door de strenge winter is het gras vrij klein gebleven. In het voorjaar is er drijfmest gereden. De bemesting van de eerste snede was voldoende. Na de eerste snede is er niet bemest geweest. Het was de bedoeling om na de tweede oogst weer drijfmest te injecteren. De eerste snede was een zware snede op het zicht maar de opbrengst was minder dan de andere jaren. De tweede snede was minder zwaar maar toch nog voldoende. Ook door de droogte was de tweede snede minder zwaar. Het gras kwam ook sneller in aar door de droogte. De derde snede was ook minder door de lange droge periode. Voor de drie sneden komen we gemiddeld bij een opbrengst van 2,3 ton DS/ha. Dit is de helft t.o.v. het voorgaande jaar. Zeker de eerste snede was niet zwaar genoeg door de droogte. 6 Besluit Het was zeker geen grasjaar. Een droog voorjaar zorgde voor direct minder opbrengsten. In de zomer was het ook droog. De tweede en derde snede waren van kwaliteit minder doordat het gras telkens in aar stond.

43 VELDBONEN 1 Proefopzet De afzetmarkt voor veldbonen is moeilijk. Wel is er vraag naar geoogst product. Toch is de teelt niet zo gemakkelijk. Dit jaar hebben we een variëteitenproef aanliggen. We zijn 7 rassen gaan uitzaaien in vier herhalingen. We gaan elk ras beoordelen van opkomst tot opbrengst. Binnen de biologische teelt is het belangrijk dat er een samenwerking is tussen de akkerbouwer en veeteler. Ook is het belangrijk voor de veehouder dat hij weet welk ras te zaaien dat past op zijn bedrijf (100% bio). De akkerbouwer heeft hierdoor een verzekerde afzet en de veeteler heeft voor een redelijke prijs krachtvoeder voor zijn vee. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met het interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (vzw). 2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Cichorei b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 55 korrels per m² zaaidiepte 4-5 cm d bodembewerkingen: Ploegen Opentrekken akker (2 keer Canadese eg) Rotoreg + graanzaaimachine (zonder breedzaaikouter) e Rassen Ras Zaadhuis DKG Kg/ha 1 Divine Agri Obtentions ,6 2 Alexia Saatzucht Gleisdorf ,4 3 Louxor Lemaire Deffontaines ,8 4 Betty Serasem ,5 5 Lady Serasem ,6 6 Mandoline Serasem ,1 7 Maya Serasem f Onkruidbestrijding: Gewiedegd

44 De uitval door wiedeggen was nihil, er werden geen verschillen geteld voor en na het wieden. Het wieden gebeurde tot op het bladstadium, de steeltjes van de bonen zijn dan nog flexibel genoeg om terug recht te komen na het wieden. Vanaf het moment dat de bonen meer dan 14 bladeren gevormd hebben is het wieden niet meer mogelijk doordat de stengels te hol zijn geworden. Het gewas groeit de bodem zeer snel dicht, daardoor wordt het onkruid dat nog laat opkomt verstikt door de bonen. Er werd gewied met een tractor met smalle banden om schade te voorkomen. Zo stonden de veldbonen er onkruidvrij bij. Het onkruid bleef klein en verstikte door de veldbonen. g Ontledingsuitslag bodemstaal ph: 6,7 (gunstig) %C: 1,6 (normaal) P: 20 (tamelijk hoog) K: 26 (tamelijk hoog) Mg: 16 (tamelijk hoog) Ca: 203 (normaal) Na: 2,5 (tamelijk laag) h Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm Grondsoort Nitrische stikstof in kg N/ha Ammoniakale stikstof in kg N/ha PH-KCL % C 0 30 cm leem 8,0 2,0 6,8 2, cm leem 6,4 3, cm leem 3,9 3,9

45 Waarnemingen 3.1 Opkomsttellingen De opkomst was goed tot zeer goed. Toch zijn er verschillen tussen de rassen. Maya heeft de minst goede opkomst. Dit ras heeft een opkomst van 47 pl/m². Dit is een opkomst percentage van 85 % wat zeker niet slecht is. Louxor, Betty en Lady hebben de beste opkomst. 3.2 Onkruidtellingen

46 Er zijn geen specifieke onkruidtellingen uitgevoerd. Na de 1ste wiedegbeurt bleven er een 60 onkruiden per m² over. Door de droogte waren er toch nog veel onkruiden gekiemd. Door de 2 de en de 3 de wiedegbeurt en de sterke groei van de veldbonen bleven deze onkruiden ook klein en worden deze verstikt. 3.3 Gewasstand Er was bladvlekkenziekte waargenomen op de rassen Alexia en Louxor. We zijn het loof ook gaan beoordelen op gewasstand. Zo zagen we dat de rassen Divine en Betty de beste gewasstand hadden. De andere rassen scoorden ook vrij goed. We zagen dat de groei van de bonen een beetje geremd werden door de droogte.

- 1 - Eindredactie: An Bellen, Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Gerard Stevens, Elly Vanspauwen,

- 1 - Eindredactie: An Bellen, Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Gerard Stevens, Elly Vanspauwen, - 1 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking

Nadere informatie

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst) AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe

Nadere informatie

- 1 - Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Koen Vrancken en Elly Vanspauwen,

- 1 - Eindredactie: Jessica ollislagers, Gunther Leyssens, Koen Vrancken en Elly Vanspauwen, - 1 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking

Nadere informatie

- 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw

- 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Bezoekersgids 2011-2012 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Bezoekersgids 2012-2013 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq - 1 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking

Nadere informatie

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq

- 1 - Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq - 1 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Bezoekersgids 2014-2015 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs De proefveldwerking gebeurt

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Bezoekersgids 2013-2014 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw proefresultaten 2012-2013 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw proefresultaten 2011-2012 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw proefresultaten 2012-2013 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Proefresultaten 2013-2014 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie,

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Proefresultaten 2014-2015 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs De proefveldwerking gebeurt

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman Inleiding In opdracht van VBU (Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal) werd in

Nadere informatie

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale Brecht Vandenbroucke, Karel Dewaele, Kevin De Ceuleners Jaarlijks legt Inagro een rassenproef biologische triticale aan op zandleemgrond.

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam

Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen PPO nr. 3376 augustus

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Proefveldwerking Biologische landbouw

Proefveldwerking Biologische landbouw - 1 - Proefveldwerking Biologische landbouw Proefresultaten 2015-2016 - 2 - Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs De proefveldwerking gebeurt

Nadere informatie

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Persoonlijke introductie Janjo de Haan Onderzoeker Bodem Water Bemesting Akkerbouw

Nadere informatie

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant

Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Planttype en plantkwaliteit late herfstprei Zaaibed of tray: ga uit van een kwalitatieve plant Lieven Delanote, Karel Dewaele, Philippe France Een aantal biologische telers kweekt zelf zijn preiplanten

Nadere informatie

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen KW 0112 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding In de teelt van biologische aardappelen gelden specifieke regels van

Nadere informatie

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten

Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Mengteelt wintergraan met voedererwt of veldbonen bevestigt goede resultaten Situering mengteelten Bij een mengteelt (erwten-graan, veldbonen-graan, ) worden de voordelen van twee gewassen met elkaar gecombineerd.

Nadere informatie

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen Stikstofbemesting bij biologische aardappelen A. Beeckman (Inagro), J. Rapol (Inagro), L. Delanote (Inagro) Samenvatting Uit proeven van voorgaande jaren kwam naar voor dat stalmest te traag werkt om optimaal

Nadere informatie

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven V. De Blauwer (Inagro), W. Odeurs (BDB), M. Goeminne (PCA) Samenvatting Het is moeilijk voor een teler om het nitraatresidu na de teelt

Nadere informatie

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...

Nadere informatie

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt? J. Bonnast (BDB), W. Odeurs (BDB) Samenvatting Het optimaliseren van de teelttechniek is een uitdaging voor iedere

Nadere informatie

Rassenproef biologische quinoa 2018

Rassenproef biologische quinoa 2018 Rassenproef biologische quinoa 2018 Karel Dewaele, Lieven Delanote, Brecht Vandenbroucke, Inagro Context Quinoa is door zijn unieke eigenschappen een gewas met een brede waaier aan toepassingsmogelijkheden,

Nadere informatie

Organische stof in de vollegronds tuinbouw. 4 november 2013, Henk van Reuler

Organische stof in de vollegronds tuinbouw. 4 november 2013, Henk van Reuler Organische stof in de vollegronds tuinbouw 4 november 2013, Henk van Reuler Inhoud Factoren die OS gehalte beinvloeden OS gehalte in Nederland OS onderzoek Slot opmerkingen Factoren die het OS gehalte

Nadere informatie

Proefresultaten zoete aardappel 2017

Proefresultaten zoete aardappel 2017 Proefresultaten zoete aardappel 2017 Zoete aardappel doet het goed in Vlaamse grond Proefcentrum Herent voerde in 2017 een rassenproef uit waarbij de opbrengst van verschillende rassen bataat nagegaan

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003 Examenopgaven VMBO-KB 2003 tijdvak 1 maandag woensdag 199 mei 13.30 09.00-15.00 11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING PLANTENTEELT CSE KB Het examen Landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan 48 3001 Heverlee www.bdb.be ph in relatie tot N ph beïnvloedt opneembaarheid nutriënten te zuur

Nadere informatie

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw Aardappelen Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw W. de Croylaan 48-3001 Heverlee Tel 016/310922 Fax 016/224206

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Annelies Beeckman, Karel Dewaele, Lieven Delanote In de zoektocht naar een hogere bedrijfseigen eiwitproductie voert Inagro reeds enkele jaren

Nadere informatie

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker C. Meijer BV Lady Anna Willem in t Anker Historie CMK 2001-022-033 Doel: goed bewaarbaar frietras met goede verwerkingseigenschappen Oogst 2009 eerste pootgoed productie buiten kweekbedrijf Oogst 2014

Nadere informatie

Bodemmonster Bodemmonster

Bodemmonster Bodemmonster Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Bodemmonster Belangrijk om te weten: Fosfaat laag: voldoende bemesten Kali laag: voldoende bemesten of bijsturen Magnesium laag: bijsturen

Nadere informatie

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat

Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat Biologische bloemkool heeft voordeel bij kleine startbemesting: ook verse grasklaver volstaat Annelies Beeckman, Lieven Delanote, Johan Rapol Bij vroege en stikstofbehoevende teelten zoals bloemkool is

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit

Nadere informatie

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant Evenwicht in de volkstuin? Evenwichtige bemesting Bodemmonster Belangrijk om te weten: Algemeen: Fosfaat, kali, magnesium Op zand: ph en o.s. Op klei: % slib Bodemmonster Fosfaat laag: voldoende bemesten

Nadere informatie

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1)

Verslag. Voorkiemproef aardappelen biologische teelt 2004 (1) Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00 Fax. : 051/24 00 20 e-mail : povlt.pcbt@west-vlaanderen.be Verslag Voorkiemproef

Nadere informatie

Groeicurve Amora en Anosta (2015)

Groeicurve Amora en Anosta (2015) 4.1 Groeicurve en (2015) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2015 werden 9 velden

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem Organisch bemesten in de akkerbouw 6 februari 2019 Beitem Agenda Dierlijke mest Effluent Dierlijke mest Voordelen Bevat alle nodige plantennutriënten (ook micronutriënten) Bron van organische stof, essentieel

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Erwt en veldboon voor biologische zomermengteelt

Erwt en veldboon voor biologische zomermengteelt Erwt en veldboon voor biologische zomermengteelt Karel Dewaele, Lieven Delanote Het biologisch rassenaanbod in zomerpeulvruchten is beperkt en vaak is men aangewezen op gangbare rassen. In het kader van

Nadere informatie

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Inleiding In de tarweteelt is de bestrijding van blad- en aarziekten eigenlijk ieder jaar nodig om een maximale financiële

Nadere informatie

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodemkunde Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1 Bodems en hun eigenschappen 3 Bodems en hun eigenschappen Opdracht: - Zoek op wat het bodemprofiel is waar je zelf woont / werkt / stage loopt 4

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Voor het telen van biologische bakwaardige tarwe wordt er vaak gekozen voor zomertarwe in plaats van wintertarwe. In

Nadere informatie

Groeicurve Première en Sinora (2016)

Groeicurve Première en Sinora (2016) Groeicurve en (2016) V. De Blauwer (Inagro) Samenvatting Al verschillende jaren op rij volgen PCA en Inagro de groei op van meerdere (half)vroege rassen op praktijkpercelen. Tijdens 2016 werden 8 velden

Nadere informatie

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale Karel Dewaele, Annelies Beeckman, Lieven Delanote In de zoektocht naar een hogere bedrijfseigen eiwitproductie voert Inagro reeds enkele jaren

Nadere informatie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Groenbemester als vervanging vals zaaibed Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze

Nadere informatie

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW inagro ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW Code van goede praktijk bodembescherming advies gehalte en zuurtegraad 2 Toelichting resultaten MTR_versie 2011 ORGANISCHE KOOLSTOF Organische stof en in de

Nadere informatie

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof

Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof - 2013 V. César (CRA-W) Samenvatting Om de aardappelziekte onder controle te houden zijn heel wat fungicidebehandelingen nodig. Het gebruik van rassen

Nadere informatie

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus. E.G. Schepel HLB BV Februari 2007 Projectnummer: 2993 Dit project

Nadere informatie

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Proefresultaten zoete aardappel 2016 Proefresultaten zoete aardappel 2016 Zoete aardappel, een veelbelovend gewas In het najaar van 2016 werden in Proefcentrum Herent de eerste zoete aardappelen geoogst. Ondanks zijn naam is de zoete aardappel

Nadere informatie

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Rassenproef wintergerst 2017-2018 Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Overzicht teeltseizoen Wintergerst was heel de winter geel van kleur. Bevroren ondergrond niet bemesten gevaar

Nadere informatie

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Auteurs Wendy Odeurs en Jan Bries Joos Latré Dieter Cauffman en Koen Vrancken Jef Verheyen Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 13 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

N-systemen in wintertarwe

N-systemen in wintertarwe N-systemen in wintertarwe Inleiding HLB BV en Proeftuin Zwaagdijk voerden het project N-systemen in wintertarwe uit in opdracht van Productschap Akkerbouw in de periode 2010-2012. Doelstelling van het

Nadere informatie

Programma voor vandaag:

Programma voor vandaag: Aardappelteelt Programma voor vandaag: Standdichtheid en benodigde hoeveelheid pootgoed Bemesting van aardappelen Opdrachten no.2 Pauze 10:30 10:45 PowerPoint presentatie / werk in groepen Opdrachten no.

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Welk type erwt voor biologische zomermengteelt?

Welk type erwt voor biologische zomermengteelt? Welk type erwt voor biologische zomermengteelt? Karel Dewaele, Lieven Delanote, Brecht Vandenbroucke Het biologisch senaanbod voor voedererwten is beperkt en vaak is men aangewezen op gangbare sen. In

Nadere informatie

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Annemie Elsen BDB Inhoud Belang van organische stof in de bodem meten

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,

Nadere informatie

9.1 Kiemremming van in het veld

9.1 Kiemremming van in het veld 9.1 Kiemremming van in het veld V. De Blauwer (PCA), Annie Demeyere (ADLO), P. Vermeulen (VTI), J. Fagard (PIBO), R. Van Avermaet (LTCW) Samenvatting Voor het vierde jaar op rij werden het voorbije groeiseizoen

Nadere informatie

(Ver)ken je tuinbodem. Annemie Elsen Stan Deckers

(Ver)ken je tuinbodem. Annemie Elsen Stan Deckers (Ver)ken je tuinbodem Annemie Elsen Stan Deckers Tuinbodems in Vlaanderen ZUURTEGRAAD (ph) 2/3 tuinen = overbekalkt 3/4 gazons = overbekalkt voedingselementen minder beschikbaar voor planten nooit blindelings

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus Proefveldgegevens (p. 69) Voorvrucht: suikerbieten Werkzaamheden Zaai: 27/4/ 17 en 02/05/ 17 Ras:

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Strategieën voor graslandbemesting

Strategieën voor graslandbemesting Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013

Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr G.04, 5 maart 2013 Landbouwcentrum Granen, Eiwitrijke gewassen, Oliehoudende zaden en Kleine Industrieteelten Vlaanderen v.z.w. Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) vzw Graanbericht Nr. 2013.G.04, 5 maart 2013 1 Situering

Nadere informatie

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker Areaal aardappelen 2017 Proeven aangelegd in 2017 Rassenproef frietaardappelen 10 rassen in proef Variabel poten SMART Crops Groeicurve Fontane Bintje Bladmeststoffen

Nadere informatie

Lore Lauwers. Werking vaste en vloeibare mest in functie van de teelt

Lore Lauwers. Werking vaste en vloeibare mest in functie van de teelt Lore Lauwers Werking vaste en vloeibare mest in functie van de teelt Dierlijke mest Samengestelde organische meststof - Bron van organische stof - Bodemvruchtbaarheid! - N, P, K, Mg, Ca, Na, - Deels gebonden

Nadere informatie

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België. Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België. Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden? Annemie Elsen BDB Bodemkundige Dienst van België Studienamiddag Meten

Nadere informatie

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017

Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017 Rassenproef prei late herfst biologische teelt 2017 Karel Dewaele, Philippe France, Lieven Delanote In de biologische preiteelt is de rassenkeuze het voornaamste instrument ter beheersing van ziekten en

Nadere informatie

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt

Nadere informatie

Kansen voor NKG op zand

Kansen voor NKG op zand Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk

Nadere informatie

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 1 Doel Mogelijkheid nagaan om een ploegloze teelt uit te voeren bij uitzaai van fijne zaden na inwerken van een groenbedekker. Nagaan wat de impact is

Nadere informatie

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren Landgebruik en bodemkwaliteit 60-20 - 20 Jan de Wit Nick van Eekeren Grasland Bouwland Huidige landbouwontwikkeling naar controle just in time, precisiebemesting,. Dit vraagt ook om risico-beheersing,

Nadere informatie

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u?

Ruwvoeravond. Passen alternatieve gewassen bij u? Ruwvoeravond Passen alternatieve gewassen bij u? Hoornaar, 16 feb 2017 Akkerbouwmatige Ruwvoerteelt Planmatig werken aan een optimale(ruwvoer)opbrengst door te sturen op bodem en gewas +2.000 kg ds Wat

Nadere informatie