Advies. Arbeidszorg. Brussel, 14 maart 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies. Arbeidszorg. Brussel, 14 maart 2011"

Transcriptie

1 Advies Arbeidszorg Brussel, 14 maart 2011 COMD_ADV_ _arbeidszorg Commissie Diversiteit Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T F info@serv.be

2 Advies op eigen initiatief Goedkeuring Dagelijks Bestuur commissie Diversiteit: 8 maart 2011 Goedkeuring Raad commissie Diversiteit: 14 maart 2011 De commissie Diversiteit bij de SERV behandelt de evenredige vertegenwoordiging van kansengroepen in het sociaaleconomische leven. De SERV-partners formuleren er samen met het Gebruikersoverleg Handicap en Arbeid en het Minderhedenforum beleidsadviezen op het vlak van evenredige arbeidsdeelname, diversiteit en gelijke behandeling. 2

3 Dhr. Philippe MUYTERS Vlaams minister van Werk Koning Albert II-laan Brussel Mevr. Freya VAN DEN BOSSCHE Vlaams minister van Sociale Economie Martelaarsplein Brussel Dhr. Jo VANDEURZEN Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Koolstraat Brussel contactpersoon ons kenmerk Brussel Katrijn Vanderweyden 14 maart 2011 kvanderweyden@serv.be Advies Arbeidszorg Geachte, De commissie Diversiteit hecht veel belang aan het thema van arbeidszorg. Het is belangrijk dat er in de samenleving voldoende mogelijkheden zijn voor een zinvolle dagbesteding voor mensen die niet, niet meer of nog niet terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit. Arbeidszorg kan hier een belangrijke meerwaarde bieden. Vandaag ontbreekt het evenwel aan een duidelijk kader. De commissie Diversiteit wil graag haar bijdrage aan de beleidsvorming rond arbeidszorg leveren door een advies naar buiten te brengen met een aantal aandachtspunten die door de sociale partners en de kansengroepen gezamenlijk worden onderschreven. De commissie Diversiteit vraagt eerst en vooral dat de ministers van Werk, Sociale Economie en Welzijn en Volksgezondheid de koppen bij mekaar steken over de aanpak van het dossier, één coördinerend minister aanstellen en duidelijke afspraken maken over een structureel kader voor arbeidszorg dat de verschillende beleidsdomeinen overkoepelt. De commissie Diversiteit wenst verder volgende elementen te beklemtonen: arbeidszorg moet deel uitmaken van een ruimer traject op maat waarbij naar het hoogst bereikbare niveau van inschakeling wordt gestreefd, het mag geen concurrent zijn voor betaalde arbeid, er moet een dekkend netwerk van initiatieven en -plaatsen zijn en een duidelijk statuut voor de arbeidszorgmedewerker met vrijwilligheid als uitgangspunt. Ook moet er werk worden gemaakt van een duidelijke regelgeving voor de arbeidszorginitiatieven en -plaatsen met aangepaste financiering en van een adequate monitoring en rapportering. U vindt in het advies toelichting bij deze punten. Wij hopen dat ons advies u kan helpen bij de besluitvorming rond arbeidszorg en zijn steeds bereid hierover verder met u het gesprek aan te gaan. Uiteraard is het voor de commissie Diversiteit erg belangrijk dat de verschillende stakeholders bij de uitwerking van het kader worden betrokken. Wij danken u alvast voor uw belangstelling. Hoogachtend, Caroline Copers Voorzitter commissie Diversiteit Pieter Kerremans Administrateur-Generaal SERV 3

4 Inhoud Samenvatting... 5 Advies Situering van arbeidszorg in Vlaanderen Wat is arbeidszorg? Zoektocht naar een duidelijk kader Organisatie van arbeidszorg in Vlaanderen Arbeidszorg binnen de gehandicaptensector Arbeidszorg binnen de geestelijke gezondheidszorg Het algemeen welzijnswerk en andere initiatiefnemers Zorgboerderijen Arbeidszorg binnen de sociale en beschutte werkplaatsen Doelgroep Wie beoogt men? Profiel van de deelnemers Ervaringen van de doelgroep Knelpunten en aanbevelingen Deel van een ruimer traject Geen concurrent voor betaalde arbeid Een dekkend netwerk van arbeidszorginitiatieven en -plaatsen Een duidelijk statuut voor de arbeidszorgmedewerker Vrijwilligheid als basis Een duidelijk kader voor arbeidszorginitiatieven en -plaatsen en aangepaste financiering Adequate monitoring en rapportering Referentielijst

5 Samenvatting Situering arbeidszorg Arbeidszorg gaat over arbeidsmatige activiteiten die worden aangeboden aan personen die nood hebben aan of de behoefte voelen om te werken, maar die (nog) niet (meer) in staat zijn om in het reguliere of beschermde arbeidscircuit te functioneren. In arbeidszorg komen zowel het aspect zorg als het aspect arbeid aan bod. Binnen het stelsel van arbeidszorg kunnen de medewerkers de uitkering die ze krijgen, behouden (werkloosheidsvergoeding, leefloon, ziekte- en invaliditeitsuitkering, inkomensvervangende of integratietegemoetkoming voor personen met een handicap). Over arbeidszorg in Vlaanderen zijn vandaag geen volledige cijfers beschikbaar. Op basis van een aantal bevragingen en administratieve data kunnen we veronderstellen dat er in Vlaanderen ongeveer 4200 arbeidszorgmedewerkers zijn, verdeeld over de gehandicaptensector, het algemeen welzijnswerk en aanpalende initiatieven, de geestelijke gezondheidszorg, de zorgboerderijen en de sociale en beschutte werkplaatsen. In Vlaanderen is arbeidszorg vandaag enkel structureel verankerd in de regelgeving van de sociale werkplaatsen, in de dagcentra voor personen met een handicap in het kader van begeleid werk en in de Groene zorg. Hiervoor zijn de ministers van Sociale Economie, Welzijn en Landbouw verantwoordelijk. Ook zijn er (gefinancierde) experimenten in het kader van het Meerbanenplan, waarbij sociale en beschutte werkplaatsen en welzijnspartners zijn betrokken. Aandachtspunten commissie Diversiteit Voor de commissie Diversiteit vult arbeidszorg een belangrijke leemte in tussen arbeid en zorg. Het kan mensen die niet, niet meer of nog niet terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit een zinvolle dagbesteding bieden. Arbeidszorg kan een erg belangrijke rol spelen voor mensen die omwille van psychische, verstandelijke of fysieke beperkingen (al dan niet tijdelijk) geen betaald werk aankunnen maar wel behoefte hebben aan een vorm van arbeid die hen integreert in de samenleving. Hierbij moeten ze op begeleiding en ondersteuning op maat kunnen rekenen. Voor de commissie Diversiteit is het dan ook belangrijk dat arbeidszorg in Vlaanderen op een structurele wijze wordt uitgebouwd. De commissie Diversiteit legt de klemtoon op de volgende aspecten: Arbeidszorg moet deel uitmaken van een ruimer traject op maat waarbij naar het hoogst bereikbare niveau van inschakeling wordt gestreefd. Binnen de welzijnsen gezondheidssector moet er ruimte zijn voor trajecten naar betaalde tewerkstelling voor die groep van personen voor wie dit mogelijk en wenselijk is. Binnen sociale en beschutte werkplaatsen is arbeidszorg in principe op doorstroom naar beschermd of regulier werk gericht. Bij arbeidszorg is overleg tussen de ministers van werk, sociale economie en welzijn en volksgezondheid onontbeerlijk. De commissie Diversiteit vraagt dat er 5

6 één coördinerende minister wordt aangesteld die voor de uitwerking van een gezamenlijk structureel kader zorgt. Arbeidszorg mag geen concurrent zijn voor betaalde arbeid. De commissie Diversiteit vraagt aan het beleid voldoende oog te hebben voor mogelijke verdringing van het reguliere naar het beschermde circuit en van het beschermde circuit naar arbeidszorg. Dit zowel op vlak van instroom in de initiatieven (wie wordt er toegelaten) als retentie (wie kan er aan de slag blijven). Ook blijft het belangrijk om in te zetten op het faciliteren van trajecten van arbeidszorg naar betaald werk (ook binnen het beschermde milieu) en op trajecten van het beschermde naar het reguliere circuit. Binnen de sociale en beschutte werkplaatsen dient een kader te worden uitgewerkt waarbij de periode waarin iemand als arbeidszorgmedewerker aan de slag is, een bepaalde duur niet mag overschrijden. De maximumduur moet zodanig worden ingevuld dat ruimte voor maatwerk en trajecten op maat gegarandeerd zijn. Voor alle arbeidszorgmedewerkers dient een gepast aanbod aan arbeidszorg te worden voorzien, zodat mensen die de maximumduur van arbeidszorg binnen een sociale of beschutte werkplaats overschrijden, niet in de kou komen te staan en elders binnen arbeidszorg terechtkunnen. Over het kader is verder overleg nodig met de sector, de sociale partners, de zelforganisaties en de actoren uit de welzijns- en gezondheidssector. Er moet een dekkend netwerk van arbeidszorginitiatieven en -plaatsen zijn. In het ruimere landschap van de arbeidszorg moeten zowel personen terecht kunnen voor wie arbeidszorg een opstap naar betaald werk betekent of kan betekenen als personen voor wie de overstap naar betaald werk (nog lang) niet haalbaar is. Voor deze laatste groep moet worden bekeken welke projecten nodig zijn. Ook moet arbeidszorg regiodekkend worden georganiseerd en is er nood aan meer inhoudelijke differentiëring. Een adequaat systeem van toeleiding, toegangsbepaling en trajectbegeleiding dient te worden uitgebouwd. De screening van kandidaten dient door een onafhankelijke instantie op basis van doordachte en objectieve criteria te gebeuren. Voor de sociale en beschutte werkplaatsen kan GTB hier optreden. Op regionaal niveau moet er voor een goede afstemming tussen vraag en aanbod worden gezorgd. Er dient een trajectbegeleidingsmodel te worden uitgebouwd waarbij een ruim netwerk van werk- en zorgpartners kan worden aangesproken en een begeleidingsplan, inclusief persoonlijk ontwikkelingsplan, wordt opgemaakt. Er is nood aan een duidelijk statuut voor de arbeidszorgmedewerker. De onzekerheid die vandaag bestaat m.b.t. het statuut van arbeidszorgmedewerker dient te worden weggewerkt. Zowel voor mensen met een uitkering van de RVA, het RIZIV, het OCMW als de FOD Sociale Zekerheid dient een overkoepelend statuut (een gemeenschappelijke bovenbouw') te worden gecreëerd dat arbeidszorg als dusdanig benoemt en erkent. Er dient tussen de verschillende uitkeringsstelsels zo veel als mogelijk gestreefd te worden naar eenvormigheid in de procedures, voorwaarden en duurtijden waarbinnen de toelating voor arbeidszorg geldt. Ook terugkeermogelijkheden moeten worden voorzien. Vrijwilligheid is het uitgangspunt. Deelname aan arbeidszorg moet steeds vrijwillig zijn. Arbeidszorg veronderstelt wel een sterk engagement van de betrokkene (en van het arbeidszorginitiatief) en is dus zeker niet vrijblijvend. Al of niet deelnemen aan arbeidszorg of het al of niet vervolledigen van het traject mag evenwel geen aanleiding vormen voor sanctioneringen op het vlak van uitkeringen. 6

7 Er moet werk worden gemaakt van een duidelijk structureel kader voor de arbeidszorginitiatieven en -plaatsen met aangepaste financiering. Adequate financiering is nodig om kwaliteit te kunnen bieden. De commissie Diversiteit vraagt om te bekijken of en hoe een rugzakmodel of persoonsgebonden financiering een meerwaarde kan bieden. De arbeidszorgmedewerkers zelf moeten op een vergoeding voor de kosten eigen aan arbeidszorg kunnen rekenen. Een vergoeding voor de prestaties zelf is niet aangewezen aangezien het een onbetaalde vorm van arbeid is. Arbeidszorgplaatsen moeten adequaat worden gemonitord en de in- door- en uitstroom geregistreerd. 7

8 Advies 1. Situering van arbeidszorg in Vlaanderen 1.1. Wat is arbeidszorg? Arbeidszorg wil arbeidsmatige activiteiten aanbieden aan personen die nood hebben aan of de behoefte voelen om te werken, maar die (nog) niet (meer) in staat zijn om in het reguliere of beschermde arbeidscircuit te functioneren. In arbeidszorg komen zowel het aspect zorg als het aspect arbeid aan bod. Er staat ook geen verloning tegenover. Arbeidszorg draagt bij tot de sociale integratie van de arbeidszorgmedewerker, doordat de niet-betaalde arbeid latente functies van arbeid vervult: bieden van een zinvolle bezigheid, zorgen voor structuur, aanreiken van sociale contacten, mogelijkheid tot zelfontplooiing. Het arbeidszorgveld ziet er uit als een lappendeken van honderden initiatieven op het snijpunt van werk en welzijn en zorg. De meeste plaatsen (geteld in aantal personen) worden vanuit de gehandicaptensector en de geestelijke gezondheidszorg aangeboden. Ook het algemeen welzijnswerk biedt arbeidszorg aan evenals OCMW s, lokale besturen en particulieren. Verder zijn er plaatsen in de sociale en beschutte werkplaatsen. Deze maatwerkbedrijven bieden in eerste instantie betaalde banen aan hun doelpubliek aan. Een aantal sociale en beschutte werkplaatsen voorzien evenwel ook niet-betaalde arbeidszorgplaatsen voor mensen die geen betaalde job hebben. Binnen het stelsel van arbeidszorg kunnen de medewerkers de uitkering die ze krijgen, behouden (werkloosheidsvergoeding, leefloon, ziekte- en invaliditeitsuitkering, inkomensvervangende of integratietegemoetkoming voor personen met een handicap) Zoektocht naar een duidelijk kader De methodiek arbeidszorg wordt al jaren toegepast in allerhande initiatieven van uiteenlopende aard. De term arbeidszorg bestaat sinds de jaren 90. Van bij aanvang kwam de vraag naar voor of arbeidszorg 'arbeid' dan wel 'zorg' is. Hoort het thuis bij het beleidsveld werkgelegenheid, sociale economie, welzijn of volksgezondheid? Arbeidszorg combineert net de verschillende invalshoeken: dóór arbeid het welzijn van de mensen en hun algemene gezondheidstoestand bevorderen, bijvoorbeeld via de stabilisering of verbetering van een bestaande psychiatrische problematiek. Of ook: dóór zorg voor een aanwezige problematiek de arbeidsmogelijkheden van een persoon verhogen. 8

9 Vermits in arbeidszorg individuele begeleiding van de medewerkers voorop staat is het evident dat verschillende sectoren de arbeidszorg op een verschillende manier organiseren - namelijk afgestemd op hun specifieke publiek. Vanuit de behoefte om tussen de verschillende actoren en Vlaamse bevoegdheidsdomeinen toch enige afstemming te bereiken, werd op initiatief van SST (Samenwerkingsverband Sociale Tewerkstelling) en de Koning Boudewijnstichting in 1999 de Ronde Tafel Arbeidszorg opgericht met afgevaardigden uit de sector van sociale tewerkstelling, de gehandicaptensector, de geestelijke gezondheidszorg en het algemeen welzijnswerk, met name die actoren die arbeidszorg inrichten. In 2001 bereikte de Ronde Tafel een gedeelde visie op arbeidszorg in Vlaanderen, gepresenteerd onder de titel Consensustekst Arbeidszorg. In 2006 publiceerde De Ronde Tafel een geactualiseerde nota Van A tot Z. Een visie op Arbeidszorg. In 2009 stelde de Ronde Tafel een memorandum over arbeidszorg op in het kader van de Vlaamse verkiezingen. Daarin pleit de Ronde Tafel voor één coördinerend minister voor arbeidszorg en voor de uitwerking van een eenduidig regelgevend kader over de verschillende sectoren heen en van een eenvormig statuut voor de arbeidszorgmedewerker. Ook de sociale partners van de sector van de sociale en beschutte werkplaatsen (de Vlaamse Federatie Beschutte Werkplaatsen VLAB, SST, ACV en ABVV) formuleerden in juni 2009 een memorandum om aan de nieuwe Vlaamse Regering hun bekommernissen en verwachtingen met betrekking tot arbeidszorg over te maken 1. Vandaag is arbeidszorg enkel structureel verankerd in de regelgeving van de dagcentra voor personen met een handicap in het kader van begeleid werk, in de regelgeving van de zorgboerderijen en in de regelgeving van de sociale werkplaatsen (zie 2.1, 2.4 en 2.5). Hiervoor zijn de ministers van Welzijn, Landbouw en Sociale Economie verantwoordelijk. Ook zijn er (gefinancierde) experimenten in het kader van het Meerbanenplan (zie 2.5). 2. Organisatie van arbeidszorg in Vlaanderen Over arbeidszorg in Vlaanderen zijn geen volledige cijfers beschikbaar. Op basis van een aantal bevragingen en administratieve data kunnen we veronderstellen dat er in Vlaanderen ongeveer 4200 arbeidszorgmedewerkers zijn, verdeeld over de gehandicaptensector, het algemeen welzijnswerk en aanpalende initiatieven, de geestelijke gezondheidszorg, de zorgboerderijen en de sociale en beschutte werkplaatsen (zie Tabel 1). In wat volgt gaan we op de organisatie van arbeidszorg per sector dieper in. 1 In dit advies zijn verschillende aandachts- en uitgangspunten van dit memorandum overgenomen. 9

10 Tabel 1 Raming aantal arbeidszorgmedewerkers in Vlaanderen Vorm Begeleid werken (gehandicaptensector; cijfers voor 2006) Meerbanenplan + Gesco sociale en beschutte werkplaatsen (cijfers voor 2009) Aantal bereikte personen Algemeen Welzijnswerk e.a. 300? Geestelijke Gezondheidszorg +/-1400? TOTAAL 2 +/ Arbeidszorg binnen de gehandicaptensector In de gehandicaptensector spreekt men veelal van arbeidsmatige dagbesteding. Deze vindt plaats in dagcentra, tehuizen niet-werkenden en het beschermd wonen. Met de term arbeidsmatige dagbesteding wordt niet loonvormende arbeid bedoeld in verschillende vormen: interne jobs in de voorziening zelf (gericht op de eigen voorziening, bijvoorbeeld werk in de eigen tuin, onderhoudswerk, administratieve hulp, ), ambachtelijk of creatief atelierwerk (dat verhandelbare producten oplevert), semi-industrieel atelierwerk, werkeilanden of enclaves (dienstverlening in groep bij een externe opdrachtgever bijvoorbeeld voor catering, onderhoud, ) en begeleid werken. Begeleid werken is een specifieke werkvorm waarbij een persoon met een handicap individueel arbeidsmatige activiteiten uitvoert in een reguliere omgeving (profit- of non-profitsector) onder begeleiding van een jobcoach. Het kan bijvoorbeeld gaan om iemand die fiches klasseert in de bibliotheek, klusjes opknapt in een bejaardentehuis of bij een bakker werkt (Hedebouw en Houtmeyers 2006). Bij begeleid werken krijgt de job vorm op maat van de arbeidszorgmedewerker, de tewerkstelling heeft dus eerder een individueel karakter. Personen met een handicap (en een erkenning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)) die dagcentra bezoeken of wonen in tehuizen voor niet-werkenden (bezigheidstehuizen of nursingtehuizen), of in het beschermd wonen (en in sommige gevallen ook in tehuizen voor werkenden) kunnen deelnemen aan arbeidsmatige activiteiten. Vaak zijn deze activiteiten eerder collectief georganiseerd, bijvoorbeeld samen folders vouwen of doosjes inpakken. In de praktijk voert men dergelijke arbeidsmatige activiteiten slechts gedurende enkele dagdelen per week uit. 2 Peter Reynders verzamelde voor cijfers voor alle arbeidszorgtypes van Vlaanderen en kwam op 3797 arbeidsmedewerkers in totaal. 10

11 Uit de meerjarenanalyse van het VAPH (2009: 47) blijkt dat er in bezette plaatsen in dagcentra waren (op 3518 erkenningen) en 126 bezette plaatsen in begeleid werken (op 86 erkenningen). Het Platform Begeleid werken telde in een bevraging van begeleid werkers voor dat jaar. Dit cijfer omvat ook mensen die een erkenning voor een dagcentrum hebben maar daarbinnen aan een of andere vorm van begeleid werken doen. Een duidelijke, uniforme telling van het aantal begeleid werkers is er niet Arbeidszorg binnen de geestelijke gezondheidszorg De geestelijke gezondheidszorg kent een lange voorgeschiedenis van arbeidsrehabilitatie en dagstructurering in de psychiatrische instellingen en erbuiten. Dit vanuit de optiek dat werk en dagstructurering een belangrijke rol kunnen spelen in het herstel van de cliënten. De aanbieders zijn onder meer psychiatrische ziekenhuizen die aan hun cliënten interne jobs, ateliers binnen of buiten de voorziening of begeleid werken buiten de voorziening aanbieden, soms in samenspraak met GTB-diensten. De regelgeving is beperkt aangezien het om opgenomen cliënten gaat (of in sommige gevallen ex-cliënten) die in het kader van het behandel- of rehabilitatieplan arbeidsmatige activiteiten opnemen onder begeleiding van het personeel van de voorziening. De financiering gebeurt via de ligdagprijs. Arbeidszorg kan ook worden aangeboden door dagactiviteitencentra (meestal via de bestaande samenwerkingsverbanden tussen psychiatrische ziekenhuizen en centra geestelijke gezondheidszorg rond het beschut wonen) voor ambulante psychiatrische patiënten (die primair arbeidsongeschikt zijn of als invalide erkend werden). Soms gaat het hier om ateliers, in andere gevallen om begeleid werken. In sommige gevallen betalen de deelnemers een beperkte bijdrage, in andere gevallen krijgt men een vergoeding (veelal een onkostenvergoeding van één euro per uur). Voor deze initiatieven is geen specifieke financiering voorzien en deze veelal kleinschalige experimentele voorzieningen doen een beroep op bestaande subsidies van psychiatrische ziekenhuizen, beschut wonen of centra geestelijke gezondheidszorg en allerlei giften (Hedebouw en Houtmeyers 2006). Ook generen zij enige inkomsten uit hun beperkte economische activiteiten. Hoeveel personen er aan arbeidszorg in de geestelijk gezondheidszorg participeren is niet bekend, maar er zijn indicaties dat het om een grote groep gaat. Uit het onderzoek van Frans (Vlaams Parlement, 2001) bleek dat er in 2001 van de 95 organisaties die arbeidszorg aanboden in Vlaanderen er 30 waren uit de sector van de geestelijke gezondheidszorg. Recente cijfers voor de provincie Limburg geven aan dat de geestelijke gezondheidszorg er ongeveer 42% van de mensen in arbeidszorg vertegenwoordigt. 11

12 2.3. Het algemeen welzijnswerk en andere initiatiefnemers Ook een aantal CAW s (Centra Algemeen Welzijnswerk), OCMW s, lokale besturen, parochiale diensten en particulieren organiseren arbeidszorg. Het cliënteel bestaat uit mensen met een psychiatrische problematiek, werklozen of leefloners. Voor deze initiatieven werd geen specifieke regelgeving uitgewerkt. Sommige gingen samenwerkingsverbanden aan met sociale werkplaatsen (bv. het Antwerps Netwerk Arbeidszorg). Hoeveel arbeidszorgmedewerkers met een handicap er in het Algemeen Welzijnswerk, de OCMW s en andere initiatieven zijn, is niet bekend. In de provincie Limburg zou het ongeveer om 10% van de arbeidszorgmedewerkers gaan Zorgboerderijen Zorgboerderijen zijn geen arbeidszorginitiatieven, maar bieden specifiek arbeidszorgplaatsen aan. Individuen uit kwetsbare groepen kunnen arbeidsmatige activiteiten verrichten op een actief land- of tuinbouwbedrijf. Hierbij werkt het land- of tuinbouwbedrijf samen met een voorziening uit de welzijns- en gezondheidssector. De voorziening staat in voor de begeleiding van de arbeidszorgmedewerker(s). De formule van zorgboerderijen biedt de mogelijkheid om op een flexibele wijze arbeidszorgplaatsen op maat van de cliënt uit te werken in een reële arbeidsmarktsetting. Zorgboerderijen kunnen zowel een rol spelen in de overgang van arbeidszorg naar reguliere arbeid, als in de overgang van zorgsituatie (of opleidingssituatie) naar arbeidszorg. Zoals geregeld in de Besluiten van de Vlaamse Regering van 14/10/2005 en 6/12/2005 kunnen land- en tuinbouwers sinds 1 december 2005 een forfaitaire kostencompensatie ontvangen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de situatie waarin de land- of tuinbouwer instaat voor de begeleiding van maximaal drie zorgvragers (brutobedrag 40 euro per dag) en het louter aanbieden van infrastructuur dus zonder dat de land- of tuinbouwer instaat voor de begeleiding (brutobedrag 15 euro per dag). In beide gevallen mag er voor de opvang geen loon betaald worden vanuit de voorziening. Om als land- of tuinbouwbedrijf in aanmerking te komen voor deze vergoeding moet het bedrijf samenwerken met een erkende zorgvoorziening of een centrum voor leerlingenbegeleiding en moet er een overeenkomst tussen zorgboerderij, zorgvoorziening en zorgvrager worden afgesloten. De zorgvoorziening staat in voor de coördinatie, voor de administratie en voor het opstellen van een handelingsplan. Om de zorgboerderijen te ondersteunen werd in 2004 een steunpunt Groene Zorg opgericht. Het steunpunt fungeert als expertisecentrum door kennis te centraliseren en vorming en informatie te voorzien. Daarnaast brengt het land- en tuinbouwbedrijven (het aanbod aan arbeidszorgplaatsen) in contact met de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen (de vraag naar arbeidszorgplaatsen). In die zin is het eerder een toeleveringsinitiatief dan een arbeidszorginitiatief. In totaal waren er in 2009 ongeveer 600- tal personen via arbeidszorg actief op een zorgboerderij. Deze arbeidszorgplaatsen zijn reeds gevat in de algemene cijfers van arbeidszorg binnen de welzijns- en gezondheidssector. 12

13 2.5. Arbeidszorg binnen de sociale en beschutte werkplaatsen Sinds ettelijke jaren worden in verschillende sociale werkplaatsen 3 projecten arbeidszorg georganiseerd, aanvankelijk zonder wettelijk kader of vast financieringskanaal. Met het besluit van 14 december 2001 (tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen) kregen deze projecten een juridisch kader waardoor arbeidszorg als functie werd ondergebracht in de sociale werkplaatsen. Sociale werkplaatsen die minstens een erkenning hadden voor 10 voltijdse arbeidsplaatsen konden een beroep doen op een omkaderingspremie (in het GESCO-statuut) voor de begeleiding van arbeidszorgmedewerkers. Er werden toen vanuit 50 sociale werkplaatsen aanvragen ingediend. In het kader van het meerbanenplan van 2006 werd de mogelijkheid om arbeidszorg te organiseren uitgebreid tot de beschutte werkplaatsen en tot de sociale of beschutte werkplaatsen in samenwerking met een welzijnspartner. Deze uitbreiding werd in 2007 en 2008 gerealiseerd. In het meerbanenplan werden 92 VTE arbeidszorgplaatsen voor erkende sociale werkplaatsen via reguliere regelgeving toegewezen, evenals 178 VTE arbeidszorgplaatsen ( uren) aan erkende beschutte werkplaatsen of samenwerkingsverbanden tussen beschutte en/of sociale werkplaatsen met een welzijnspartner (= experimentele arbeidszorg meerbanenplan). Het betrof in totaal ongeveer 900 voorziene bijkomende doelgroepmedewerkers in de arbeidszorg met inbegrip van een aantal plaatsen voor observatie- en activeringstages. De nieuwe plaatsen arbeidszorg meerbanenplan zijn enkel toegankelijk voor verplicht ingeschreven werkzoekenden: uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, schoolverlaters in wachttijd en tijdelijk geschorste werkzoekenden. Deze werkzoekenden dienen vooraf een individuele aanvraag in te dienen voor het bekomen van een vrijstelling voor het volgen van een stage, studies of een opleiding. De focus ligt hier sterk op het traject naar werk. De toeleiding van de werkzoekenden naar de nieuwe plaatsen arbeidszorg meerbanenplan gebeurt door GTB (Gespecialiseerde Trajectbepalings- en Begeleidingsdienst) die de klanten van de VDAB doorkrijgt na een activeringsscreening met advies arbeidszorg. Samen met de oude arbeidszorgplaatsen bedroeg het krediet in 2008 voor arbeidszorg binnen het domein van de sociale economie euro (beleidsbrief Van Brempt ). Voor de vorige minister van sociale economie Van Brempt was het te vroeg om definitieve uitspraken over de experimenten van arbeidszorg te doen. Ze besliste daarom de voorbije jaren de samenwerkingsverbanden telkens opnieuw tijdelijk te verlengen (zie beleidsbrief Van Brempt ). Minister Van Brempt gaf wel aan dat er voor arbeidszorg een conceptueel kader zal moeten worden uitgetekend waarbij duidelijkheid bekomen wordt rond de positie van arbeidszorg binnen de verschillende beleidsdomeinen en afstemming bereikt wordt met het beleidsdomein Welzijn en Volksgezondheid. Ook benadrukte ze dat er met de federale bevoegde overheden, die een belangrijke 3 De sectoren die het meest vertegenwoordigd zijn binnen de sociale werkplaatsen, zijn de kringloopcentra (ongeveer 1/3 van de erkenningen en arbeidsplaatsen) en werkplaatsen die natuur- en groenonderhoud doen (ongeveer 30% van de erkenningen) (Hedebouw en Houtmeyers 2006: 9). 13

14 verantwoordelijkheid dragen ten aanzien van de uitkeringen van de arbeidszorgmedewerkers, verdere gesprekken zullen moeten worden gevoerd met het oog op structurele afspraken en oplossingen (beleidsbrief Van Brempt ). Met hun memorandum van 18 juni 2009 onderstreepten de sociale partners van de sociale en beschutte werkplaatsen dat de Vlaamse Regering snel duidelijkheid moet brengen over de plaats van arbeidszorg binnen de werkplaatsen en werk moet maken van een doordacht en kwaliteitsvol arbeidszorgbeleid in Vlaanderen. In het Vlaamse Regeerakkoord van 9 juli 2009 bevestigde de nieuwe Vlaamse Regering dat ze samen met het federale niveau een eenduidige aanpak inzake arbeidszorg wenst uit te werken. Ook in de beleidsnota s Werk, Sociale Economie en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt dit streven uitgedrukt. In deze laatste beleidsnota wordt in het kader van arbeidszorg onder meer gewezen op het belang van aandacht voor (ex-)psychiatrische patiënten binnen de werkzoekenden met een medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek (zie voor deze MMPP-groep 3.1), voor leefloners, mensen in armoede en anderen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De huidige minister van Sociale Economie, Freya Van den Bossche, voorziet voor euro voor arbeidszorg, waarvan euro voor de structurele arbeidszorgplaatsen en euro voor de continuering van het experiment arbeidszorg meerbanenplan, beide enkel gelieerd aan de sociale en de beschutte werkplaatsen (zie ook de beleidsbrief Sociale Economie ). 3. Doelgroep 3.1. Wie beoogt men? De verschillende types aanbieders van arbeidszorg organiseren de zorg elk op hun eigen manier, afgestemd op hun specifieke doelpubliek. Voor de trajectbegeleiders in de VDAB-werkwinkels, die voorstellen kunnen doen om werkzoekenden op te nemen in de doelgroep voor arbeidszorg of die gespecialiseerde screeningen kunnen aanvragen, is het van belang over een duidelijke doelgroepafbakening met concrete criteria te beschikken. Binnen de trajectbegeleiding van de VDAB werd daarom als algemeen criterium vastgelegd dat het personen betreft die omwille van persoonsgebonden redenen geen toegang (meer) hebben tot het arbeidscircuit en als gevolg hiervan zich in een situatie van sociale uitsluiting bevinden of er dreigen in terecht te komen. Concrete criteria voor opname in de doelgroep voor arbeidszorg zijn: Cliënt moet zelf in arbeidszorg willen Personen die in aanmerking komen voor arbeidszorg beschikken over onvoldoende arbeidsattitudes en/of arbeidsvaardigheden om tewerkgesteld te kunnen worden in het normaal economisch circuit of in een beschermde tewerkstelling. 14

15 Onder onvoldoende arbeidsattitudes en -vaardigheden wordt een combinatie van meerdere van factoren verstaan, waarbij steeds met de zwaarte en het aantal factoren rekening wordt gehouden: niet beschikken over een dagstructuur hebben het moeilijk om afspraken na te leven een opdracht gedurende een vooropgestelde periode niet kunnen volhouden niet zelfstandig kunnen werken geen 50% rendement halen een betaalde tewerkstelling van meer dan 13 uur/week niet aankunnen niet stressbestendig zijn een laag arbeidsritme tempo hebben veelvuldig afwezig zijn nood aan structuur en begeleiding onvoldoende nauwkeurig opdrachten kunnen uitvoeren geen arbeidsattitudes hebben Oorzaken voor het hebben van onvoldoende arbeidsattitudes en/of vaardigheden kunnen te wijten zijn aan één of een cumulatie van persoonsgebonden redenen: Gedragsstoornissen Psychische problemen (depressie, angstaanvallen, concentratiestoornissen, schizofrenie, psychose, manisch depressief, licht autisme, ) Verslaving (alcohol, drugs, medicatie, ) Fysieke beperkingen Gebrek aan draagkracht Verstandelijke handicap Problematische sociale context (familiale en sociale relaties, instellingsverleden, financiële situatie, ) Het potentieel aan kandidaten voor arbeidszorg is vrij groot. In de VDAB-screening van werkzoekenden met een medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek 4 wordt bijna één vierde van de mensen naar arbeidszorg verwezen. Geëxtrapoleerd zou het om een 2000-tal werkzoekenden gaan (Samoy 2008). Daarnaast is er heel wat potentieel bij mensen in andere uitkeringsstelsels en bij niet-beroepsactieven. Zo komen wellicht heel wat mensen met een ziekte-en-invaliditeitsuitkering of inkomensvervangende tegemoetkoming in aanmerking voor arbeidszorg. 4 Bij zowat 20% van de (+/ ) langdurig werkzoekenden die door de VDAB binnen de curatieve werking van de sluitende aanpak worden opgeroepen, worden problemen geconstateerd die niet onmiddellijk op te lossen zijn door een arbeidsmarkgericht regulier of intensief, gespecialiseerd traject naar werk. Oorzaken hiervan zijn ernstige psychische of medische problemen zoals bijvoorbeeld een verslavingsproblematiek, al dan niet in combinatie met een ernstige werkloosheidsval. De VDAB screent deze groep om de specifieke problemen in kaart te brengen en verwijst mensen door, onder meer naar arbeidszorg en sociale werkplaatsen. 15

16 3.2. Profiel van de deelnemers Het profiel van de mensen in arbeidszorg in Vlaanderen is niet volledig gekend. Enkel voor een aantal specifieke groepen of regio s werden cijfers verzameld. Zo brachten de provincies Limburg en Oost-Vlaanderen arbeidszorgmedewerkers op hun grondgebied in kaart en houdt GTB Vlaams-Brabant gegevens over hun huidig arbeidszorgcliënteel bij. Verder is er ook informatie beschikbaar over de arbeidszorgmedewerkers binnen de sociale en beschutte werkplaatsen in Vlaanderen Arbeidszorgmedewerkers over de initiatieven heen Uit een bevraging in 2008 naar 674 arbeidszorgmedewerkers in de provincie Limburg bleek dat de gemiddelde arbeidszorgmedewerker tussen 35 en 54 jaar oud is (54%), mannelijk is (65%), niet gehuwd (84%) en een psychische beperking heeft (50%). 45% van de medewerkers heeft een RIZIV-uitkering, 27% een RVA-uitkering, 19% een inkomensvervangende tegemoetkoming, 4% een pensioen, 2% een leefloon. Vooral de arbeidszorgmedewerkers uit de Geestelijke Gezondheidzorg leven van een RIZIVuitkering (69% van hen heeft een RIZIV-uitkering, 12% een RVA-uitkering), bij de sociale en beschutte werkplaatsen zijn er meer mensen met een RVA-uitkering (48%) dan met een RIZIV-uitkering (33%). Van de arbeidszorgmedewerkers in de gehandicaptensector heeft 73% een inkomensvervangende tegemoetkoming. In het Algemeen Welzijnswerk vinden we vooral RVA-uitkeringsgerechtigden terug (46%) en RIZIVuitkeringsgerechtigden (39%). 56% van de arbeidszorgmedewerkers is kortgeschoold, 35% middengeschoold. Slechts 4% van de arbeidszorgmedewerkers werkt meer dan 30 uur per week, 60% werkt maximaal 16 uur per week (Provinciaal Steunpunt Arbeidszorg Limburg, 2009). Belangrijke doorverwijzers naar arbeidszorg zijn GTB (16%), Beschut Wonen (15%), de Psychiatrische Ziekenhuizen (12%) en de sector voor personen met een handicap (13%). Het profiel van de arbeidszorgmedewerkers in Oost-Vlaanderen wijkt grosso modo niet erg van die in Limburg af. Wel zijn er in Oost-Vlaanderen meer medewerkers die een inkomensvervangende tegemoetkoming ontvangen (46% van de 1471 medewerkers) en aanzienlijk minder RVA-uitkeringsgerechtigden (14% van de medewerkers). De grootste doorverwijzers hier zijn de sector voor personen met een handicap (36%), gevolgd door de Geestelijke Gezondheidszorg (29%) en GTB (13%). GTB Vlaams-Brabant stelde een profiel op van de mensen die in de provincie Vlaams- Brabant in 2008 door hen naar arbeidszorg werden toegeleid. Ook dit profiel bevestigt het Limburgse en Oost-Vlaamse beeld: eerder middelbare leeftijd (26% tussen 45 en 49 jaar), man (58%) en in hoofdzaak een psychische beperking (51%). Het GTBcliënteel heeft wel vaker een RVA-uitkering (58%), wat door de opdracht die GTB van de VDAB krijgt inzake screening, labeling en toeleiding van arbeidszorgkandidaten (uit de MMPP-groep) te verklaren valt. 46% van de instromers is meer dan vijf jaar werkloos. De GTB-groep is ook iets hoger geschoold dan de ruimere groep van arbeidszorgmedewerkers en komt voor een groot deel uit het lokaal stedelijk weefsel (voor GTB-Vlaams Brabant is 26% uit Leuven afkomstig). 16

17 Arbeidszorgmedewerkers binnen sociale en beschutte werkplaatsen Van de arbeidszorgmedewerkers binnen sociale en beschutte werkplaatsen zijn een aantal cijfers voor gans Vlaanderen gekend. Zo wordt in de beleidsbrief van toenmalig minister van Sociale Economie Van Brempt vermeld dat eind % van de arbeidszorgmedewerkers binnen sociale en beschutte werkplaatsen kortgeschoold waren, 16% vijfigplussers en 3% personen van allochtone afkomst. Samoy geeft aan dat van alle personen die in 2007 deelnamen aan de arbeidszorgprogramma s binnen sociale en beschutte werkplaatsen (1121) 69% (786) mensen met een arbeidshandicap waren (Samoy 2008). Uit de cijfers van eind 2008 (N=1039) blijkt dat er 73% arbeidsgehandicapten, 76% laaggeschoolden, 46% vrouwen, 23% vijftigplussers en 5% allochtonen waren Profiel doelgroep op basis van R-pas In het kader van het Vlaamse Passer-project, opgezet met de bedoeling het instrumentarium van de Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdiensten (GA s) te vernieuwen en uit te breiden, werd de R-pas ontwikkeld, een ruggengraattest voor het meten van arbeidscompetenties bij personen met een arbeidshandicap. De R-pas peilt naar vier factoren: algemene arbeidsvaardigheid, uitvoeringskwaliteit, beoordeling door de begeleider en psychische competenties. In 2007 werd de R-pas getest bij 200 mensen uit dagcentra (inclusief 50 die binnen dagcentra aan begeleid werken doen), 100 medewerkers arbeidszorg binnen sociale werkplaatsen, 50 medewerkers arbeidszorg binnen de geestelijke gezondheidszorg, 150 werknemers van beschutte en sociale werkplaatsen en 150 personen tewerkgesteld in het Normaal Economisch Circuit (NEC). Uit de analyses bleek dat de groep van de dagcentra een duidelijk zwakker profiel had dan de andere drie groepen, met uitzondering van de scores voor psychische draagkracht. Ook bleek dat de NEC-groep consequent sterker scoorde dan de arbeidszorggroep en de groep van de sociale en beschutte werkplaatsen. Tussen de arbeidszorggroep en de groep van de sociale en beschutte werkplaatsen werden evenwel weinig verschillen opgetekend. Alleen op het vlak van psychische draagkracht bleek dat de arbeidszorgmedewerkers zwakker scoorden dan de werknemers van de sociale en beschutte werkplaatsen (Moenaert 2007: ) Ervaringen van de doelgroep Mieke Frans en Jan Vranken namen in 2000 in het onderzoek Tussen Welzijn en Werk. Een eigen plaats voor arbeidszorg? de ervaringen van de arbeidszorgmedewerkers onder de loep. Uit hun interviews met 34 mannen en vrouwen bleek onder meer 17

18 dat het hebben van een nuttige daginvulling, een ruimer doel in het leven en sociale contacten als belangrijke positieve aspecten van arbeidszorg naar voor werden geschoven. Op deze vlakken leek arbeidszorg in grote mate de leemte te kunnen opvullen die werkloosheid had gecreëerd. Specifieke troeven van arbeidszorg bleken te zijn dat mensen het gevoel hebben heel wat controle over hun taken te hebben en heel wat inspraak krijgen in de werkorganisatie. De werkdruk ligt bij arbeidszorg ook een pak lager dan in het reguliere circuit en dit wordt door de doelgroep als erg positief ervaren. Over de mogelijkheid om bij te leren in arbeidszorg (ontwikkeling van technische en sociale vaardigheden) liepen de meningen van de arbeidszorgmedewerkers veeleer uiteen. Grote knelpunten aan arbeidszorg zijn volgens de medewerkers het ontbreken van een echte verloning (met de socialezekerheidsuitkering die ze ontvangen komen ze nauwelijks toe), de beeldvorming in de buitenwereld (arbeidszorg wordt als minderwaardig aanschouwd) en de onzekerheid over hun statuut in de toekomst (gebrek aan garantie dat ze hun uitkering zullen kunnen blijven behouden). Ook Peggy De Prins en Jos Motmans (2009) wijzen in hun onderzoek, onder meer op basis van hun gesprekken met een aantal arbeidszorgmedewerkers, op de troeven van arbeidszorg voor de doelgroepmedewerkers. Zij benadrukken dat arbeidszorg een belangrijke hefboom kan zijn voor mensen wanneer de organisatie die arbeidszorg aanbiedt, gericht is op de vervulling van zoveel mogelijk instrumentele vrijheden van de arbeidszorgmedewerker. Aandacht voor competentieontwikkeling mag hierbij niet ontbreken. Wel is arbeidszorg geen wondermiddel voor alle kwalen. Arbeidszorg alleen kan niet steeds een moeilijke persoonlijke situatie veranderen. Veel hangt ook af van de wijze waarop het wordt ingevuld. 4. Knelpunten en aanbevelingen Voor de commissie Diversiteit vult arbeidszorg een belangrijke leemte in tussen arbeid en zorg. Het kan mensen die niet, niet meer of nog niet terechtkunnen in het reguliere of beschermde arbeidscircuit een zinvolle dagbesteding bieden. Arbeidszorg kan een erg belangrijke rol spelen voor mensen die omwille van psychische, verstandelijke of fysieke beperkingen (al dan niet tijdelijk) geen betaald werk aankunnen maar wel behoefte hebben aan een vorm van arbeid die hen integreert in de samenleving. Hierbij moeten ze op begeleiding en ondersteuning op maat kunnen rekenen. Voor de commissie Diversiteit is het dan ook belangrijk dat arbeidszorg in Vlaanderen op een structurele wijze wordt uitgebouwd. Het aanbod aan arbeidszorg moet voldoende ruim zijn zodat uiteenlopende groepen binnen het doelpubliek op aangepaste formules beroep kunnen doen. De commissie Diversiteit wenst de klemtoon te leggen op de volgende aspecten: arbeidszorg moet deel uitmaken van een ruimer traject op maat waarbij naar het hoogst bereikbare niveau van inschakeling wordt gestreefd (4.1), het mag geen concurrent zijn voor betaalde arbeid (4.2), er moet een dekkend netwerk van initiatieven en -plaatsen zijn (4.3) en een duidelijk statuut voor de arbeidszorgmedewerker (4.4) met vrijwilligheid als uitgangspunt (4.5). Ook moet er werk worden gemaakt van 18

19 een duidelijk structureel kader voor de arbeidszorginitiatieven en -plaatsen met aangepaste financiering (4.6) en van een adequate monitoring en rapportering (4.7) Deel van een ruimer traject Vandaag verschilt arbeidszorg sterk naargelang het type voorziening dat de arbeidszorg aanbiedt en ook daarbinnen zijn er heel wat variaties. Binnen de welzijns- en gezondheidssector staat globaal gezien het welzijn van de mensen voorop en is doorstroom naar beschermd of regulier werk meestal niet het uitgangspunt. Toch is ook binnen de welzijns- en gezondheidssector tewerkstelling soms een streefdoel, met name wanneer dit tot de wens en de mogelijkheden van de medewerker behoort. In dat geval wordt via arbeidstraining gewerkt aan de arbeidsattitudes en aan de randvoorwaarden die iemand nodig heeft om de stap te zetten naar een betaalde job. Dit leidt voor een aantal arbeidszorgmedewerkers tot doorstroom naar (veeleer beschermde arbeid). Binnen de sociale en beschutte werkplaatsen wordt bij arbeidszorg vandaag in principe naar doorstroom naar beschut en regulier werk gestreefd. Wel blijkt in de praktijk dat er heel wat drempels zijn en deze doorstroom, net als bij andere arbeidszorginitiatieven, eerder zelden gerealiseerd wordt. Vaak dienen er eerst heel wat problemen te worden opgelost die inherent zijn aan de handicap of de gezondheid en er zijn ook heel wat inactiviteitsvallen (zie het advies van de SERV en de commissie Diversiteit van 2004 inzake inactiviteitsvallen). Op dit moment zijn er ook geen of weinig overgangsregelingen ingebouwd die een terugkeer naar het arbeidszorgstatuut mogelijk maken indien de overstap naar het reguliere of beschermde circuit niet succesvol blijkt. Ervaringen van onder meer GTB wijzen uit dat het de afgelopen jaren moeilijker werd om mensen vanuit arbeidszorg naar een betaalde baan te laten doorstromen. GTB geeft aan dat het profiel van de doelgroep zwakker wordt (ouder, lager geschoold, langer inactief) waardoor er minder doorstroming mogelijk en/of wenselijk is. Ook durven mensen bij een minder gunstige economische conjunctuur minder snel het risico te nemen om naar een reguliere baan over te stappen, zeker gezien er geen zekerheid is dat ze nadien naar arbeidszorg kunnen terugkeren. Voor de commissie Diversiteit is het belangrijk dat de verschillende settings binnen arbeidszorg elk hun eigen accenten kunnen leggen. Wel moet arbeidszorg steeds worden uitgewerkt vanuit een evenwaardige invulling van én arbeid én zorg. Dit impliceert dat er overleg en een akkoord nodig is tussen de ministers van Werk, Sociale economie en Welzijn en volksgezondheid. De commissie Diversiteit vraagt dat er één coördinerende minister wordt aangesteld die voor de uitwerking van een gezamenlijk structureel kader zorgt. De ervaring vandaag leert dat de combinatie van een werk- en welzijnsfocus niet altijd evident is. Zo bestaat er een tender zorgbegeleiding bij de VDAB waar werkzoekenden voor een periode van maximaal achttien maanden worden uitgeleend aan zorgactoren om de persoon klaar te stomen voor betaalde arbeid. In de praktijk blijkt dat achttien maanden vaak te kort is. Ook de problematiek van de MMPP-groep die toegeleid wordt naar arbeidszorg en voor een groot deel een ouder, kortgeschoold, langdurig 19

20 werkloos publiek betreft, geeft aan dat ook in de meer arbeidsgerichte trajecten heel wat zorg op maat nodig is. Algemeen moet voor de commissie Diversiteit het uitgangspunt zijn dat voor iedere arbeidszorgmedewerker naar het hoogst bereikbare niveau van inschakeling wordt gestreefd. Dit hoogst bereikbare niveau kan bepaald worden door de persoonlijke problematiek van de arbeidszorgmedewerker, maar ook door maatschappelijke factoren (zie ook het dossier van de Ronde Tafel Arbeidszorg, 2009b: 7). Meer algemeen moet arbeidszorg steeds kaderen in een traject waarbij blijvend bekeken wordt welke vormen van activiteit het meest aangewezen zijn en welk ontwikkelingstraject een persoon kan afleggen. Zowel binnen de welzijns- en gezondheidssector als binnen de maatwerkbedrijven moet aandacht zijn voor de kansen en mogelijkheden van de arbeidszorgmedewerker en moet, rekening houdend met de wensen, mogelijkheden en keuzes van de medewerker, steeds naar een optimale daginvulling, vorming en/of begeleiding worden gestreefd. Loopbaan- en levenslooptrajecten kunnen ook via methodieken als persoonlijke ontwikkelingsplannen en andere planningsinstrumenten worden ondersteund (zie ook 4.3.3). Voor arbeidszorgmedewerkers binnen de sociale en beschutte werkplaatsen moet er gestreefd worden naar betaalde tewerkstelling binnen een sociale of beschutte werkplaats of het normaal economisch circuit Geen concurrent voor betaalde arbeid Op de arbeidsmarkt vandaag worden vaak hoge eisen gesteld. Een deel van de mensen die moeilijker meekunnen dreigt uit te boot te vallen. Vervangende arbeid tracht hier een antwoord op te bieden. Omdat ook binnen de sociale economie de eisen vandaag vrij hoog liggen, spreken sommigen van een cascade-effect: daar waar de restgroep van de arbeidsmarkt vroeger werd opgevangen in de sociale en beschutte werkplaatsen, zou vandaag de restgroep van de restgroep worden opgevangen in de arbeidzorgcentra (zie bv. Frans en Vranken 2000). Binnen de maatwerkbedrijven moet vandaag steeds gezocht worden naar een optimaal evenwicht tussen het economische kader waarbinnen men werkt en het werken met doelgroepmedewerkers die een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Zo moeten beschutte werkplaatsen wanneer ze toeleverancier zijn voor de reguliere economie hun productieproces afstemmen op de vraag van de klanten (reguliere bedrijven, overheid), klanten die ook verplicht zijn permanent (technologisch) te vernieuwen. De werkplaatsen moeten aan productie-eisen voldoen, en tegelijk werk op maat aanbieden aan hun doelgroepmedewerkers en voldoende ondersteuning voor elke medewerker voorzien. Bij het aantrekken van nieuwe medewerkers moet er een goed evenwicht gezocht worden tussen het aanwerven van mensen die voldoende sterk zijn om in het productieproces te kunnen meedraaien en het geven van kansen aan zwakke werknemers (zo zijn bv. mensen met een zware psychische problematiek niet altijd zomaar direct inzetbaar). Wanneer naast betaalde banen in sociale en beschutte werkplaatsen, binnen eenzelfde setting, ook niet-vergoede arbeidszorgplaatsen worden aangeboden, zou het kunnen zijn dat een deel van de mensen die vroeger in het betaald segment terecht kon (de zwakkere groep) nu eerder naar arbeidzorg wordt toegeleid. Dit effect zou zich 20

21 voor (jonge) werkzoekenden kunnen voordoen; daarnaast zou het kunnen zijn dat werknemers die reeds langer in het betaalde segment aan de slag zijn uitstromen naar arbeidszorginitiatieven. Anderzijds is het zo dat omwille van een meer doorgedreven activeringsbeleid de voorbije jaren ook meer zwakkere groepen op de arbeidsmarkt komen. Het betreft ten dele mensen die meerdere drempels te overwinnen hebben eer ze volwaardig een betaalde baan kunnen opnemen. Ook los van het activeringsbeleid bieden vandaag meer mensen zich op de arbeidsmarkt aan. Meer mensen op de arbeidsmarkt betekent meer mensen die nood hebben aan ondersteuning bij hun zoektocht naar werk of bij het behoud van een baan. De commissie Diversiteit vraagt aan het beleid voldoende oog te hebben voor mogelijke verdringing van het reguliere naar het beschermde circuit en van het beschermde circuit naar arbeidszorg. Dit zowel op vlak van instroom in de initiatieven (wie wordt er toegelaten) als retentie (wie kan er aan de slag blijven). Ook blijft het belangrijk om in te zetten op het faciliteren van trajecten van arbeidszorg naar betaald werk (ook binnen het beschermde milieu) en op trajecten van het beschermde naar het reguliere circuit. Zo stoten doelgroepmedewerkers bij de overstap van arbeidszorg naar betaald werk in het beschermde milieu, zowel op praktische als op psychologische drempels. Inactiviteitsvallen dienen te worden aangepakt (bv. bij overgang van een voltijdse uitkering naar een deeltijdse baan) en terugkeergaranties zonder inkomensverlies dienen te worden voorzien. Werk op maat voor personen met een arbeidshandicap moet zowel binnen arbeidszorg, het beschermde als het reguliere circuit maximale kansen krijgen. Een optimale ondersteuning en omkadering moet de arbeidszorgmedewerkers de kans geven om na de periode van arbeidszorg de overstap te maken naar betaalde arbeid. Deze ondersteuning zal er ook toe bijdragen dat men kan inschatten of iemand al dan niet klaar is voor een overstap naar betaalde arbeid. Ook na een overstap naar betaalde arbeid is het vaak belangrijk dat de persoon in kwestie (bijvoorbeeld via een jobcoach of supported employment) nog ondersteuning krijgt. Voor arbeidszorg binnen de sociale en beschutte werkplaatsen is het belangrijk dat er een kader wordt uitgewerkt waarbij de periode waarin iemand als arbeidszorgmedewerker binnen de werkplaatsen aan de slag is, een bepaalde duur niet mag overschrijden. De maximumduur moet zodanig worden ingevuld dat ruimte voor maatwerk en trajecten op maat gegarandeerd zijn. Voor alle arbeidszorgmedewerkers dient een gepast aanbod aan arbeidszorg te worden voorzien, zodat mensen die de maximumduur van arbeidszorg binnen een sociale of beschutte werkplaats overschrijden, niet in de kou komen te staan en elders binnen arbeidszorg terechtkunnen. Over het kader is verder overleg nodig met de sector, de sociale partners, de zelforganisaties en de actoren uit de welzijns- en gezondheidssector Een dekkend netwerk van arbeidszorginitiatieven en -plaatsen Het is voor de commissie Diversiteit logisch dat verschillende arbeidszorginitiatieven met verschillende doelgroepen werken. Heterogene groepen binnen één arbeidszorg- 21

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014

SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen. Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 SOCIALE ECONOMIE Cijfergegevens Zuid-West-Vlaanderen Ilse Van Houtteghem 20/11/2014 Inhoud - Aantal niet-werkende werkzoekenden - Tewerkstelling (koppen) binnen zes werkvormen sociale economie - Beschutte

Nadere informatie

- De doelgroep wordt omschreven als zijnde werkzoekenden die geconfronteerd worden met een niet arbeidsmarktgerelateerde problematiek.

- De doelgroep wordt omschreven als zijnde werkzoekenden die geconfronteerd worden met een niet arbeidsmarktgerelateerde problematiek. 1 SST Nota betreffende invulling meerbanenplan arbeidszorg en trajecten. 1. Algemene visie arbeidszorg SST SST is de koepel voor sociale werkplaatsen en Arbeidszorginitiatieven in Vlaanderen en staat voor

Nadere informatie

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg'

Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Kwaliteitsvoorwaarden aanbod 'Arbeidsmatige activiteiten /arbeidszorg' Voorstel vanuit de Ronde Tafel Arbeidszorg 1 Achtergrond Het decreet 'Werk- en zorgtrajecten' van 23 april 2014 wil een structureel

Nadere informatie

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap)

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap) GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap) Mensen (werkzoekenden) met arbeidsbeperking, op: - medisch - fysiek - psychisch - mentaal - Trajectbegeleiding

Nadere informatie

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding

Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling en - begeleiding SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 649 van SABINE VERMEULEN datum: 14 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Mensen met arbeidsbeperking of gezondheidsproblemen - Trajectbepaling

Nadere informatie

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen:

Omgerekend staan de volgende verplichtingen ten aanzien van de volgende subsidiebedragen: Toelichting bij provinciale subsidies aan arbeidszorginitiatieven in Vlaams-Brabant BIJLAGE 1. Voorwaarden met betrekking de niet-categoriale werking De provinciale subsidies kunnen aangevraagd worden

Nadere informatie

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014 Basis = participatieladder Kader: Trede 5 = maatwerkdecreet Trede 3 en 4= decreet Werk- en zorgtrajecten Trede

Nadere informatie

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg

(Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg (Aanzet tot) een nieuw decretaal beleidskader voor de samenwerking tussen werk en zorg Studiedag Werk Werkt 27 maart 2014 Een momentopname Tussen een zoekende voorgeschiedenis... Decreet Werk en Zorg als

Nadere informatie

Bijlage 1: situering van de werking van GTB VZW in opdracht van de VDAB

Bijlage 1: situering van de werking van GTB VZW in opdracht van de VDAB Bijlage 1: situering van de werking van GTB VZW in opdracht van de VDAB GTB heeft een duidelijke opdracht gekregen van de VDAB haar beleid inzake personen met een arbeidshandicap: het VDAB-beleid inzake

Nadere informatie

OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T. B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N. BOUWSTENEN tot WELZIJN

OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T. B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N. BOUWSTENEN tot WELZIJN OC St. FERDINAND A R B E I D S Z O R G C E N T R U M D E O O G S T B O U W S T E N E N t o t W E L Z I J N Heel wat personen krijgen niet altijd de mogelijkheid om te participeren aan de verschillende

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld. Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012

De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld. Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012 De West-Vlaamse Arbeidszorgmedewerker in beeld Rapport Steunpunt Arbeidszorg betreffende het werkingsjaar 2012 Inhoud 1. Registratiesysteem en gegevensverzameling... 3 1.1 Waarom een Vlaams registratiesysteem?...

Nadere informatie

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015 Advies Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Brussel, 26 mei 2015 SERV_20150526_conceptnota_overlegmodel_WVG_ADV Sociaal-Economische Raad van

Nadere informatie

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten

CONSULTATIEBUREAU DE VEST. Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten CONSULTATIEBUREAU DE VEST Deelwerking vzw Centrum Ambulante Diensten OPBOUW PRESENTATIE 1. Wat is het consultatiebureau De Vest? 2. Gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA): Werkvragen Aanbod GA 3.

Nadere informatie

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015 1 Omgevingsanalyse 1. Werkzaamheid 2. Werkloosheid 3. Werkvormen in de sociale economie 4. Uitstroom Inhoud Strategische en operationele doelstellingen 1. SD1: Iedereen

Nadere informatie

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017)

TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017) TEWERKSTELLING EN PARTICIPATIE VAN PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN Editie 2018 (data 2017) Tewerkstelling en participatie van kansengroepen Hoe en waar worden personen uit de kansengroepen (her)ingeschakeld

Nadere informatie

Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten

Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten Bijlage bij provincieraadsbesluit aanpassing reglement arbeidszorg Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 29 aangepast op 5 december 212 Evaluatie resultaten INHOUDSTAFEL Toepassing reglement

Nadere informatie

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering

TEAM ACTIVERING. Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer. Team Activering TEAM ACTIVERING Ontmoetingscentrum Activiteitencentrum Arbeidscentrum Herstelwijzer Team Activering WIE ZIJN WIJ? Het Team Activering van VZW Hestia ( Alexianen Zorggroep Tienen) is al sinds 1994 actief

Nadere informatie

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Sociale economie De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en initiatieven die

Nadere informatie

SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK

SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK SOCIALE ECONOMIE BEHOEFTE ONDERZOEK 1. BEVRAGING Behoefte onderzoek 'Sociale Economie' In 2014 mochten we van de Vlaamse regering een goedkeuring krijgen betreffende de 'regierol ter stimulering van de

Nadere informatie

nr. 629 van EMMILY TALPE datum: 6 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Werkzoekenden die frequent uitzendarbeid verrichten - Code 89

nr. 629 van EMMILY TALPE datum: 6 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Werkzoekenden die frequent uitzendarbeid verrichten - Code 89 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 629 van EMMILY TALPE datum: 6 juni 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Werkzoekenden die frequent uitzendarbeid verrichten - Code 89

Nadere informatie

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak

Maatwerk en W². 2 decreten in de maak Maatwerk en W² 2 decreten in de maak 3 2 decreten in de maak Maatwerk: voorontwerp decreet goedgekeurd door de Vlaamse regering W²: werkdocument: wordt binnenkort voorgelegd op de Vlaamse regering wordt

Nadere informatie

Gespecialiseerde TrajectBepaling -en begeleiding naar werk (GTB)

Gespecialiseerde TrajectBepaling -en begeleiding naar werk (GTB) 1 GTB Gespecialiseerde TrajectBepaling -en begeleiding naar werk (GTB) Opdracht: werkzoekenden met een arbeidsbeperking begeleiden in hun participatie aan de arbeidsmarkt. Twee disciplines in huis: trajectbegeleiding

Nadere informatie

VR DOC.1207/1

VR DOC.1207/1 VR 2016 1011 DOC.1207/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019 Advies Brussel, 5 maart 2019 SERV_20190305_EVC_GKK_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag: Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Met een GOB naar werk

Met een GOB naar werk Met een GOB naar werk Katherine Smith Universitair Centrum voor Begeleiding en Opleiding (UCBO) 2009 www.ucbo.be GOB Dienst voor Gespecialiseerde Opleiding, Begeleiding en Bemiddeling doelgroep: personen

Nadere informatie

Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN

Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN Wuyts Nadia, Jobcoach MAGDA-LEUVEN BEGELEID WERKEN Wat is begeleid werken? Voor wie is begeleid werken? Wie organiseert begeleid werken? DE PRAKTIJK: SUPPORTED EMPLOYMENT BEGELEID WERKEN Enkele praktijkvoorbeelden.

Nadere informatie

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/ GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus 41 3600 Genk (Tel) 089/32 10 50 Info.lim@gtb-vlaanderen.be www.gtb-vlaanderen.be 1. Wat is de opdracht van GTB? De opdracht van GTB is opgedeeld is drie luiken:

Nadere informatie

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen

Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Het maatwerkbedrijf van de toekomst Terugblikken op begeleiding van sociale en beschutte werkplaatsen Focussessie Het nieuwe werkgelegenheidsbeleid Impact op uw bedrijfsvoering Peter Bosmans VAC Gent,

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 -------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 ------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.747 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 oktober 2010 ------------------------------------------------- Outplacement - werknemers van beschutte en sociale werkplaatsen

Nadere informatie

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)?

a) Hoeveel van deze doelgroepmedewerkers verkregen een erkenning van bepaalde duur (2 jaar)? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 221 van SABINE VERMEULEN datum: 12 januari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Doelgroepmedewerkers sociale-economiebedrijven - Erkenning

Nadere informatie

Beschutte werkplaatsen

Beschutte werkplaatsen Beschutte werkplaatsen Het programma Beschutte werkplaatsen (BW) zijn wellicht de oudste vorm van sociale economie ondernemingen. Ze bestonden reeds in de jaren vijftig, maar werden voor het eerst gereglementeerd

Nadere informatie

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Sterk door overleg. Adviesfunctie De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) brengt de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties samen voor overleg en advies over tal van Vlaamse beleidsthema s. De sociale partners adviseren

Nadere informatie

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015)

De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken. (West4work 3/11/2015) De staatshervorming in vogelvlucht: stand van zaken (West4work 3/11/2015) Controle en sanctionering Visie activeringsbeleid en inkanteling controle Bemiddelen(*) = dé centrale opdracht voor VDAB (en partners)

Nadere informatie

Tijdelijke Werkervaring (TWE)

Tijdelijke Werkervaring (TWE) Tijdelijke Werkervaring (TWE) 31-10-2017 Even kort kaderen HOE IS TWE TOT STAND GEKOMEN? 6 e Staatshervorming: uitbreiding bevoegdheden Gewesten. Alles start met het Vlaams Regeerakkoord van 23 juli 2014

Nadere informatie

Advies. Over de insteek Geactualiseerd Actieplan Arbeidsgehandicapten (2008-2010)

Advies. Over de insteek Geactualiseerd Actieplan Arbeidsgehandicapten (2008-2010) Brussel, 18 maart 2009 031809_Actieplan_Arbeidsgehandicapten Advies Over de insteek Geactualiseerd Actieplan Arbeidsgehandicapten (2008-2010) De commissie Diversiteit bij de SERV behandelt de evenredige

Nadere informatie

Toelichting Wijk-werken

Toelichting Wijk-werken Toelichting Wijk-werken Situering Vlaams Regeerakkoord Conceptnota Naar een nieuw stelsel van Tijdelijke werkervaring (30/10/2015) Conceptnota hervorming PWAstelsel (04/03/2016) Decreet Wijk-werken (28/04/2017)

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni

Nadere informatie

Advies. Werkbaar werk voor personen met een arbeidshandicap. Brussel, 26 oktober 2015

Advies. Werkbaar werk voor personen met een arbeidshandicap. Brussel, 26 oktober 2015 Advies Werkbaar werk voor personen met een arbeidshandicap Brussel, 26 oktober 2015 COMD_DIV_20151026_Werkbaarwerk_pmah_ADV Commissie Diversiteit Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be

Nadere informatie

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken

nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Activering 50-plussers - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 703 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 12 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Activering 50-plussers - Stand van zaken Het inschakelen

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET

Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Op weg naar een nieuw MAATWERKDECREET Kader - situering Vlaams Regeerakkoord Sociale Economie => 2 pijlers: Lokale Diensteneconomie Maatwerk Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen Invoegmaatregel

Nadere informatie

Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012

Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012 Bijlage 10: Provinciale opdracht GTB vzw in het kader van Arbeidszorg budgetjaar 2012 BEPALINGLEN AAN HET PROVINCIEBESTUUR INZAKE DE PROVINCIALE OPDRACHT VAN GTB IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG Bepaling 1

Nadere informatie

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Het proces van gedetineerde tot (maat) werk Situering rol als detentieconsulent GTB = Gespecialiseerd Team Bemiddeling. Begeleiding en ondersteuning van mensen met een lange afstand of begeleidingsnood

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2015 Inhoud Inleiding... 3 1 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 3 2 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 5 3 Regionale spreiding... 12 Methodologie...

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 30 april 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 9/2 Welzijn, Arbeidszorg. Reglement impulssubsidie

Nadere informatie

Uitvoering decreet werk- en zorgtrajecten

Uitvoering decreet werk- en zorgtrajecten Uitvoering decreet werk- en zorgtrajecten Decreet werk- en zorgtrajecten Decreet houdende de werk- en zorgtrajecten Op 25 april 2014 bekrachtigd door de Vlaamse Regering Vlaams regeerakkoord 2014-2019:

Nadere informatie

Hoe kan een lokaal bestuur samenwerken met Beschutte en Sociale Werkplaatsen? - Chantal Swerts -

Hoe kan een lokaal bestuur samenwerken met Beschutte en Sociale Werkplaatsen? - Chantal Swerts - Hoe kan een lokaal bestuur samenwerken met Beschutte en Sociale Werkplaatsen? - Chantal Swerts - Beschutte werkplaatsen Sociale werkplaatsen Andere partners voor het lokale bestuur: Collectieve invoegafdeling

Nadere informatie

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg

WELZIJN. Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg 917 WELZIJN Provincieraadsbesluit van 30 april 2014 in verband met de goedkeuring van het reglement impulssubsidie arbeidszorg De provincieraad van Antwerpen, Gelet op de bepalingen van het provinciedecreet;

Nadere informatie

monitor begeleider sociale economie V E R R A S S E N D T E C H N IS C H

monitor begeleider sociale economie V E R R A S S E N D T E C H N IS C H De monitor/begeleider is naast de doelgroepwerknemer één van de belangrijkste personen in sociale economie bedrijven. Vandaag vindt de sociale economie steeds moeilijker monitoren/ begeleiders. Nochtans

Nadere informatie

Advies. Vrijstelling van beschikbaarheid. Brussel, 14 november 2016

Advies. Vrijstelling van beschikbaarheid. Brussel, 14 november 2016 Advies Vrijstelling van beschikbaarheid Brussel, 14 november 2016 SERV_20161114_Vrijstelling van beschikbaarheid_adv.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209

Nadere informatie

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE Filip Van Laecke Raadgever Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen Situatieschets social

Nadere informatie

OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen. 29-11-2012 Seminarie VLOR - Brussel 1

OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen. 29-11-2012 Seminarie VLOR - Brussel 1 OP WEG NAAR WERK: opportuniteiten en valkuilen 1 2 OVERZICHT GTB Algemeen Personen met een Arbeidshandicap (PmAH) Begeleiding naar werk Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM) Doven

Nadere informatie

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019 Advies Brussel, 1 april 2019 SERV_20190401_BVR_Kwaliteitsenregistratiemodel_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag:

Nadere informatie

Visie. Herstel of recovery visie: Geloof dat het zetten van stappen naar werk bijdraagt aan herstel en gezondheid van persoon in kwestie

Visie. Herstel of recovery visie: Geloof dat het zetten van stappen naar werk bijdraagt aan herstel en gezondheid van persoon in kwestie RIZIV GTB- VDAB Visie Herstel of recovery visie: Geloof dat het zetten van stappen naar werk bijdraagt aan herstel en gezondheid van persoon in kwestie 1. Historiek 1. Twee jaar pilootproject Samenwerking

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Arbeidszorg in Limburg Kwantitatieve analyse van de doelgroep arbeidszorg. Provinciaal Steunpunt Arbeidszorg vzw

Arbeidszorg in Limburg Kwantitatieve analyse van de doelgroep arbeidszorg. Provinciaal Steunpunt Arbeidszorg vzw Kwantitatieve analyse van de doelgroep arbeidszorg Provinciaal Steunpunt Arbeidszorg vzw MAART 2009 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Historiek: Arbeidszorg in Limburg... 3 1.2 Probleemstelling...

Nadere informatie

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 69 van FREYA SAEYS datum: 21 oktober 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT VDAB Beleid t.a.v. werkzoekenden met een alcohol- en/of drugsprobleem

Nadere informatie

Wij hebben de eer U ten behoeve van de Vlaamse Regering ingesloten de resolutie betreffende het realiseren van een decreet Maatwerken, over te zenden.

Wij hebben de eer U ten behoeve van de Vlaamse Regering ingesloten de resolutie betreffende het realiseren van een decreet Maatwerken, over te zenden. 1757 Brussel, 10 juli 2008 Mijnheer de minister-president, Wij hebben de eer U ten behoeve van de Vlaamse Regering ingesloten de resolutie betreffende het realiseren van een decreet Maatwerken, over te

Nadere informatie

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015 Advies Brussel, 6 juli 2015 SERV_Raad_20150706_aanvraagprocedures_ervaringsfonds_adv Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag:

Nadere informatie

Doelgroepen in de inschakelingseconomie. Werkervaring werkt competentieverhogend domeinen : psychosociaal,

Doelgroepen in de inschakelingseconomie. Werkervaring werkt competentieverhogend domeinen : psychosociaal, Nora De Herdt Coördinator Doelgroepen in de inschakelingseconomie Wie zijn wij? FeBIO vertegenwoordigt 23 nederlandstalige Brusselse organisaties die werkervaringstrajecten aanbieden in diverse sectoren

Nadere informatie

Arbeidsmatige dagbesteding van personen met een handicap in dagcentra, tehuizen niet-werkenden en het beschermd wonen

Arbeidsmatige dagbesteding van personen met een handicap in dagcentra, tehuizen niet-werkenden en het beschermd wonen Arbeidsmatige dagbesteding van personen met een handicap in dagcentra, tehuizen niet-werkenden en het beschermd wonen Georges Hedebouw & Nele Houtmeyers Projectleiding: Georges Hedebouw Onderzoek in opdracht

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari december 2012

ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari december 2012 ADVIES BETREFFENDE DE PROVINCIALE GTB- DIENSTVERLENING IN HET KADER VAN ARBEIDSZORG periode 1 januari 2012 31 december 2012 1 ALGEMENE BEPALINGEN Het Platform Arbeidszorg Oost-Vlaanderen met zetel W. Wilsonplein

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

KRACHTLIJNEN VOOR HET SOCIAAL OVERLEG PC 327, sociale werkplaatsen Vlaanderen MEMORANDUM VAN DE WERKGEVERS

KRACHTLIJNEN VOOR HET SOCIAAL OVERLEG PC 327, sociale werkplaatsen Vlaanderen MEMORANDUM VAN DE WERKGEVERS KRACHTLIJNEN VOOR HET SOCIAAL OVERLEG 2003 PC 327, sociale werkplaatsen Vlaanderen MEMORANDUM VAN DE WERKGEVERS INLEIDING Sociale Werkplaatsen hebben als doel het creëren van werkgelegenheid waarbij productiviteit

Nadere informatie

Contactpersoon Team Vergunningen en Erkenningen Telefoon 02/ Bijlagen 1

Contactpersoon Team Vergunningen en Erkenningen  Telefoon 02/ Bijlagen 1 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH-diensten), multifunctionele centra (MFC), vergunde zorgaanbieders

Nadere informatie

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 248 van FREYA VAN DEN BOSSCHE datum: 17 januari 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Autismespectrum- en gedragsstoornissen - Thuisbegeleidingsdiensten

Nadere informatie

VR DOC.0408/1BIS

VR DOC.0408/1BIS VR 2017 2804 DOC.0408/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Voorontwerp van decreet betreffende Wijk-werken - Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen Telefoon Bijlagen 3

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen  Telefoon Bijlagen 3 Zenithgebouw Koning Albert II-laan 37 1030 BRUSSEL www.vaph.be INFONOTA Gericht aan: aanbieders van rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH-diensten) 8 mei 2019 INF/19/38 Contactpersoon Team vergunningen

Nadere informatie

Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen

Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen Activeringsbeleid cliënten sociale dienst OCMW Geraardsbergen Stand van zaken op 27 november 2015 Een basisvoorwaarde om het recht op maatschappelijke integratie te openen, is het aantonen van werkbereidheid.

Nadere informatie

Studiedag Sociale Economie Zie je nog mee? Gits, 19 februari 2019

Studiedag Sociale Economie Zie je nog mee? Gits, 19 februari 2019 Studiedag Sociale Economie Zie je nog mee? Gits, 19 februari 2019 Beslissing van Vlaamse regering in 2014. Behouden wat goed is en verbeteren waar kan. VDAB is verantwoordelijk en steden en gemeenten vullen

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: De Vlaamse minister

Nadere informatie

VR DOC.0098/1BIS

VR DOC.0098/1BIS VR 2018 0202 DOC.0098/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN DE VLAAMSE MINISTER

Nadere informatie

Introductiedag: Aan de slag met een handicap 1 december 2011

Introductiedag: Aan de slag met een handicap 1 december 2011 Introductiedag: Aan de slag met een handicap 1 december 2011 Voorstelling De Werklijn Samenwerking met Actiris Samenwerking met GTB Bijzondere Tewerkstellings-Ondersteunende Maatregelen (BTOM) Voorkomende

Nadere informatie

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code Advies deontologische code voor loopbaandienstverlening Inhoud Op 2 december 2003 vroeg de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid en Toerisme R.

Nadere informatie

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be

Nadere informatie

Traject Tijdelijke Werkervaring wordt op de sporen gezet

Traject Tijdelijke Werkervaring wordt op de sporen gezet Traject Tijdelijke Werkervaring wordt op de sporen gezet Met de goedkeuring van het decreet Tijdelijke Werkervaring en de agendering van de eerste uitvoeringsbesluiten op de Vlaamse Regering, worden de

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid vergadering C104 zittingsjaar 2014-2015 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid van 29 januari 2015 2 Commissievergadering

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg. Brussel, 15 oktober 2018

Advies. Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg. Brussel, 15 oktober 2018 Advies Voorontwerp van decreet betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg Brussel, 15 oktober 2018 SERV_20181015_decreet_organisatie_eerstelijn_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; 1/5 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 78/2013 van 11 december 2013 Betreft: aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie om een netwerkverbinding tot

Nadere informatie

VR DOC.0097/4

VR DOC.0097/4 VR 2017 0302 DOC.0097/4 1 Gegevens van het advies Kind- en jongereneffectrapport (JoKER) voor het ontwerp van decreet betreffende de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in de social

Nadere informatie

Op-Stap Een oriëntatie- en activeringsmodule voor personen met een psychische kwetsbaarheid

Op-Stap Een oriëntatie- en activeringsmodule voor personen met een psychische kwetsbaarheid Op-Stap Een oriëntatie- en activeringsmodule voor personen met een psychische kwetsbaarheid Ontstaan Doorheen de jaren een stijging van het aantal aanmeldingen van personen met een psychische kwetsbaarheid.

Nadere informatie

Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen

Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen NOTA Datum: 2 april 2015 Van: Dienst Economie en Internationale Samenwerking Team Sociale Economie Onderwerp: projectoproep 2 april 2015 Subsidies voor sociale economie projecten in de provincie Antwerpen

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

Ervaringsdeskundige SWOT rond werk en welzijn

Ervaringsdeskundige SWOT rond werk en welzijn Ervaringsdeskundige SWOT rond werk en welzijn Ervaringsdeskundigheid ervaringen: vanuit eigen beleving Deskundigheid: niet het individuele verhaal is belangrijk, wel de gemeenschappelijke conclusies Hoe

Nadere informatie

Advies. Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs. Brussel, 25 januari 2017

Advies. Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs. Brussel, 25 januari 2017 Advies Onderwijsdecreet XXVII - Volwassenenonderwijs Brussel, 25 januari 2017 SERV_20170125_ODXXVIIVolwassenenonderwijs_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger

Vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan: beperking van de jobs die in aanmerking komen als vervanger Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk bijlagen

Nadere informatie

Actielijst arbeidsbeperking Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren

Actielijst arbeidsbeperking Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren Actielijst arbeidsbeperking 2020 Een focus op redelijke aanpassingen tijdens werkplekleren Evenredige arbeidsdeelname kansengroepen Diversiteit Gelijke behandeling Actielijst arbeidsbeperking 2020-2 december

Nadere informatie

Sociale economie. Een boeiende kennismaking

Sociale economie. Een boeiende kennismaking Sociale economie Een boeiende kennismaking 1. Wat is sociale economie? De sociale economie bestaat uit verschillende bedrijven/initiatieven, die deze basisprincipes respecteren voorrang van arbeid op kapitaal

Nadere informatie

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit

Aanbeveling. van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit Brussel, 5 maart 2004 050304_Aanbeveling_wg_bouw_mbt_diversiteit Aanbeveling van de werkgroep bouw van de sectoriële commissie hout en bouw Bedrijfsoverschrijdende projecten m.b.t. diversiteit INHOUD INHOUD...

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 -------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 ------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.777 ----------------------------- Zitting van woensdag 5 oktober 2011 ------------------------------------------------- Outplacement werknemers van beschutte en sociale werkplaatsen en

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Hamvraag: wat vinden we belangrijk als SWP, als sector, en hoe moeten we ons daar dan op organiseren? Wat is onze kernopdracht als SWP en als sector?

Hamvraag: wat vinden we belangrijk als SWP, als sector, en hoe moeten we ons daar dan op organiseren? Wat is onze kernopdracht als SWP en als sector? Vragen geformuleerd in de Strategische werkgroep Antwoorden geformuleerd in de Strategische werkgroep Hamvraag: wat vinden we belangrijk als SWP, als sector, en hoe moeten we ons daar dan op organiseren?

Nadere informatie

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen?

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 704 van EMMILY TALPE datum: 6 juli 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Wijk-werken - Modaliteiten 1. Artikel 6 van het decreet betreffende

Nadere informatie