Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 2009 aangepast op 5 december 2012 Evaluatie resultaten

Transcriptie

1 Bijlage bij provincieraadsbesluit aanpassing reglement arbeidszorg Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 29 aangepast op 5 december 212 Evaluatie resultaten INHOUDSTAFEL Toepassing reglement Arbeidszorg van 29 september 29 aangepast op 5 december Doelstelling beleid Arbeidszorg - reglement Arbeidszorg Enkele cijfers rond het arbeidszorgaanbod in de provincie Oost-Vlaanderen bron: interprovinciaal registratiesysteem Ronde tafel Arbeidszorg Evolutie aanbod van 29 tot 212 grafische voorstelling Evolutie groei niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers grafische voorstelling Verhouding niet-categoriaal aanbod, categoriaal aanbod Spreiding arbeidszorgmedewerkers over de verschillende regio's - evolutie Tabel: evolutie aanbod arbeidszorg binnen de bestuurlijke arrondissementen (%) Aantal niet-werkende werkzoekenden per bestuurlijk arrondissement per arbeidszorgmedewerker Niet categoriaal aanbod: verhouding groei tegenover totaal aantal niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers Evolutie Wachtlijsten Arbeidszorg Spreidingskaart arbeidszorgmedewerkers volgens hun domicilie Besteding provinciale subsidie Arbeidszorg Enkele conclusies mbt het provinciaal beleid arbeidszorg

2 1 Doelstelling beleid Arbeidszorg - reglement Arbeidszorg De doelstelling van deze reglementering situeert zich op 2 vlakken: - versterken van de provinciale inspanningen op het vlak van netwerkvorming, beeldvorming en kwaliteitsbewaking; - bijdragen tot een aanbod arbeidszorg op maat van de Oost-Vlaamse arbeidszorgvrager en dit ongeacht zijn problematiek, aard van vervangingsinkomen, statuut en regio waar hij woont. Het Provinciebestuur streeft hierbij naar de groei en het behoud van het aantal plaatsen waar iedere cliënt ongeacht zijn problematiek of inkomensvorm terecht kan. Om deze laatste doelstelling te bereiken beloont het Provinciebestuur die arbeidszorginitiatieven die zich richten tot een heterogeen doelpubliek (is oa het geval voor arbeidszorg in sociale werkplaatsen, CAW's en OCMW's); die andere groepen dan degene waarvoor ze gesubsidieerd worden vanuit een hogere overheid (federaal of Vlaams) begeleiden. We hebben het hier vooral over arbeidszorginitiatieven georganiseerd vanuit beschut wonen, psychiatrische ziekenhuizen en voorzieningen voor personen met een handicap. Opmerking: het aanbod dat door het provinciebestuur ondersteund wordt benoemen we in deze nota als 'niet-categoriaal aanbod'. 2 Enkele cijfers rond het arbeidszorgaanbod in de provincie Oost- Vlaanderen bron: interprovinciaal registratiesysteem Ronde tafel Arbeidszorg 2.1 Evolutie aanbod van 29 tot 212 grafische voorstelling alle cat nc , , , , ,5 2

3 aantal arbeidszorgmedewerkers binnen het niet-categoriaal aanbod Alle = totaliteit arbeidszorgmedewerkers werkzaam in de Oost-Vlaamse arbeidszorg Cat (of categoriale arbeidszorgmedewerkers)= arbeidszorgmedewerkers voor wie door een hogere overheid rechtstreeks of onrechtstreeks via de moederorganisatie subsidies worden betaald Nc (of niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers) = arbeidszorgmedewerkers die met provinciale middelen begeleid worden Evolutie groei niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers grafische voorstelling Totaal groei , , , ,5 kalenderjaar Groei per sector tot groei ggz ph 3-3 se andere totaal Verhouding niet-categoriaal aanbod, categoriaal aanbod verhouding niet-cat aanbod tegenover categoriaal aanbod verhouding niet-cat aanbod tegenover categoriaal aanbod 55% 45% cat 21 nc 21 59% 41% cat 212 nc 212 3

4 2.4 Spreiding arbeidszorgmedewerkers over de verschillende regio's - evolutie 7% 8% Alle AZM 21 1% 19% 8% Snt-Nikl Dendermond e 6% 9% Alle AZM 212 1% 19% 8% Snt-Nikl Dendermond e 48% Meetjesland 48% Meetjesland Cat 21 Cat 212 Snt-Nikl Snt-Nikl 12% 15% 1% 23% 5% Dendermond e 12% 15% 1% 23% 5% Dendermond e 35% Meetjesland 35% Meetjesland 4% 4% 9% 15% NC 21 11% 57% Snt-Nikl Dendermond e 4% 3% 11% NC % 1% 56% Snt-Nikl Dendermond e 4

5 2.5 Tabel: evolutie aanbod arbeidszorg binnen de bestuurlijke arrondissementen (%) Rangorde totaal totaal Rangorde categoriaal categoriaal Rangorde nc Nietcategoriaal % 1 35 % 1 57 % % 35% 56% Sint-Niklaas % 2 23% 2 15% % 23 % 16% Aalst % 5 1% 3 9% 212 1% 1% 11% Meetjesland % 3 15% 5 4% 212 9% 15% 4% Dendermonde % 6 5% 4 11% 212 8% 5% 1 % Oudenaarde % 4 12% 6 4% 212 6% 12% 3% Rangorde: 1 = meest, 6 minst 2.6 Aantal niet-werkende werkzoekenden per bestuurlijk arrondissement per arbeidszorgmedewerker Eeklo Aalst Oudenaarde Dendermonde Sint- gemiddeld Niklaas

6 2.7 Niet categoriaal aanbod: verhouding groei tegenover totaal aantal niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers % groei nc medewerkers Reeks1 TOT NC 29 TOT groei % , Meetjesland ,375 Aalst , Oudenaarde Dendermonde , St Nikl , GEM , Evolutie Wachtlijsten Arbeidszorg ZO-Vlaanderen eerste ijk tweede ijk derde ijk

7 Waas en Dender eerste ijk tweede ijk derde ijk eerste ijk tweede ijk derde ijk 7

8 2.9 Spreidingskaart arbeidszorgmedewerkers volgens hun domicilie 2.1 Besteding provinciale subsidie Arbeidszorg 212 Totaal van alle kosten per rubriek loonkosten 3% 11% 16% 9% 59% kosten methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering kosten verbonden aan het creëren van bijkomende plaatsen kosten differentiatie arbeidsmatige activiteiten kosten vermindering werkdruk 2% materiaalkosten die de werkdruk verbeteren 8

9 Subtotaal t.o.v. het totaal per sector GGZ loonkosten 1% 23% 4% kosten methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering kosten verbonden aan het creëren van bijkomende plaatsen kosten differentiatie arbeidsmatige activiteiten 32% 3% 1% kosten vermindering werkdruk Subtotaal t.o.v. het totaal per sector PH loonkosten 17% 19% kosten methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering 25% 12% kosten verbonden aan het creëren van bijkomende plaatsen kosten differentiatie arbeidsmatige activiteiten 2% kosten vermindering werkdruk 25% materiaalkosten die de werkdruk verbeteren 9

10 Subtotaal t.o.v. het totaal per sector SE (sociale werkplaatsen, LDE) 1% 6% loonkosten 9% kosten methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering 18% kosten verbonden aan het creëren van bijkomende plaatsen 64% kosten differentiatie arbeidsmatige activiteiten 2% kosten vermindering werkdruk Subtotaal t.o.v. het totaal per sector Andere (CAW, openbare besturen, enz...) 4% 6% 2% loonkosten 2% 5% kosten methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering kosten verbonden aan het creëren van bijkomende plaatsen 81% kosten differentiatie arbeidsmatige activiteiten kosten vermindering werkdruk 1

11 3 Enkele conclusies mbt het provinciaal beleid arbeidszorg Het reglement Arbeidszorg stelt zich tot doel het 'niet-categoriale aanbod' arbeidszorg minstens in stand te houden, waar mogelijk te doen groeien. Dit niet-categoriaal aanbod omvat die arbeidszorgmedewerkers die niet rechtstreeks, maar ook niet onrechtstreeks via een moederorganisatie, gesubsidieerd worden door een hogere overheid. Vraag kan dan ook gesteld worden in welke mate dit niet-categoriaal aanbod belangrijk is in het gehele arbeidszorgaanbod. Het antwoord hierop is: erg belangrijk! Het totaal aantal arbeidszorgmedewerkers stijgt constant. Vaststelling hierbij is dat deze groei zich enkel binnen het niet-categoriaal aanbod voordoet. Het aandeel van het niet-categoriaal aanbod in de totaliteit van de arbeidszorgmedewerkers steeg in de periode met 4 %, namelijk van 55 naar 59 %. Echt verwonderlijk is dit niet, gezien de begeleiding van ongeveer 63 % van de Vlaamse arbeidszorgmedewerkers niet rechtstreeks gesubsidieerd is door een hogere overheid. Het reglement Arbeidszorg van 29 september 29 gaf de sector de nodige impulsen om het 'nietcategoriaal aanbod' uit te breiden. De totale groei niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers bedroeg over de 3 jaar in totaal 289. Deze stijging is het sterkst in de sector 'Geestelijke gezondheidzorg' en 'Andere: CAW en openbare besturen, voorzieningen zonder enige erkenning'. In de sector geestelijke gezondheidszorg en het algemeen welzijnswerk is er geen rechtstreekse subsidiëring vanuit hun subsidiërende overheid voor Arbeidszorg. De Sector 'Sociale Economie' wordt gesubsidieerd via het Vlaams Agentschap Werk en Sociale Economie. Het niet-categoriale aanbod betreft hier arbeidszorgmedewerkers die in overtal begeleid worden of die via het decreet sociale werkplaatsen, gesubsidieerd worden. Veel van deze 'oude plaatsen' werden geregulariseerd via het Meerbanenplan, wat een betere subsidiëring betekent. De VAPH-sector beperkt zijn doelpubliek, met uitzondering van het project 'Zorg binnen Groene zorg' tot nu toe tot het VAPH-cliënteel. Het niet-categoriaal aanbod arbeidszorg is binnen deze sector dan ook zoveel als onbestaande. Wat echter opvalt is dat de groei van het niet-categoriaal aanbod geleidelijk aan stagneert. Dit vormt een iindicatie voor het dichtslibben van de arbeidszorginitiatieven. Regionale spreiding van het totale aanbod, het categoriale en het niet-categoriale aanbod is verhoudingsgewijs niet echt gewijzigd. Bijna de helft van de arbeidszorgmedewerkers is actief in het bestuurlijk arrondissement, wat gezien het grootstedelijk karakter evident is. Het bestuurlijk arrondissement Sint-Niklaas komt op de 2 de plaats met zo'n 2 % van alle Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerkers. En dit eveneens voor alle categorieën. Bij de verdere rangorde van bestuurlijke arrondissementen valt vooral een verschil in rangorde tussen de verschillende categorieën op. Zo valt op dat het bestuurlijk arrondissement Dendermonde een opvallend hoger percentage niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers heeft tegenover de arrondissementen Oudenaarde en Meetjesland. Dit hangt samen met de erkenning van de arbeidszorginitiatieven. De vraag kan gesteld worden in welke mate het reglement Arbeidszorg bijgedragen heeft tot een meer gespreid aanbod van arbeidszorg ongeacht het statuut van de arbeidszorgmedewerker. Uit cijfers blijkt dat dit gedeeltelijk het geval is. In die zin dat grootste groei aan niet-categoriale medewerkers zich relatief situeert in 2 regio's met een zwak uitgebouwd arbeidszorgaanbod. Abslouut gezien is de afstand tussen 'sterke' en 'zwakke' arbeidszorgregio's zeker niet overbrugd.als indicatie voor de spreiding van het arbeidszorgaanbod vertrekken we hier van het totaal aantal nietwerkende werkzoekenden per arbeidszorgmedewerker. Het bestuurlijk arr ondissement is 11

12 duidelijkst het best bediend op het vlak van arbeidszorg,gevolgd door het bestuurlijk arrondissement Sint-Niklaas. Het bestuurlijk arrondissement Eeklo vormt hier het zwakke broertje, gevolgd door Aalst Dendermonde en Oudenaarde. Deze 4 regio's zitten onder het gemiddelde. De grootste groei aan niet-categoriale medewerkers blijkt zich percentueel te situeren in de regio Dendermonde met bijna een verdubbeling van niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers en het Meetjesland met een groei van 84 % niet-categoriale medewerkers. Uit de wachtlijsten arbeidszorg blijkt dat de 'wachtlijst Arbeidszorg' bij GTB voortdurend groeit. Deze wachtlijst vormt een indicator voor de nood aan arbeidszorg. Merkwaardig is dat deze wachtlijst in de 3 RW O-regio's ongeveer even groot is, namelijk tussen de 8 en de 9 wachtenden. Als we deze cijfers plaatsen tegenover het totale aantal arbeidszorgmedewerkers in de verschillende regio's kunnen we stellen dat het relatief tekort aan arbeidszorgplaatsen in de regio ZO-Vlaanderen het grootst is. De provinciale subsidie Arbeidszorg heeft op dit vlak niet regulerend gewerkt. De provinciale subsidie Arbeidszorg blijken noodzakelijk voor de begeleiding van niet-categoriale arbeidszorgmedewerkers. Dit blijkt uit het feit dat 59 % van de provinciale subsidie naar loonkosten gaat. Bij de sector 'Andere' loopt dit aandeel trouwens op tot 81 %. De sector personen met een handicap, die een gesloten aanbod heeft praktisch enkel gericht naar personen met de nodige PECerkenning, vormt hier een uitzondering op. In de praktijk beperkt de subsidie van deze groep zich tot de 'basissubsidie' ter compensatie van provinciale inspanningen, namelijk 2, EUR. 12