Actualisatie en ambtshalve wijziging van de omgevingsvergunning van: LPG-tankstation Brandsen XL V.O.F. Provinciale Weg HK Oosthuizen

Transcriptie

1 Actualisatie en ambtshalve wijziging van de omgevingsvergunning van: LPG-tankstation Brandsen XL V.O.F. Provinciale Weg HK Oosthuizen Opgesteld in opdracht van: Gemeente Edam - Volendam Door Omgevingsdienst IJmond: Stationsplein 48b Postbus AH Beverwijk T F E info@odijmond.nl I

2 Inhoud I. Ontwerpbeschikking 3 a. Onderwerp 3 b. Wettelijk kader 3 c. Procedure 5 d. Milieuhygiënisch toetsingskader 5 e. Milieubelasting 5 f. Zienswijze(n) 10 g. Delegatie 10 h. Beschikking 10 II. aanvullende begripsbepalingen 12 III. Voorschriften omgevingsvergunning Brandsen XL V.O.F Energie Bodem Aflevering LPG Afvalstoffen Bewaren van documenten 15 IV. maatwerkvoorschriften activiteitenbesluit Bodemonderzoek 16 Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 2 van 16

3 I. Ontwerpbeschikking a. Onderwerp Op grond van artikel 2.30 en 2.31, tweede lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) wordt de geactualiseerde omgevingsvergunning van 27 mei 2013 in het belang van de bescherming van het milieu wederom geactualiseerd en ambtshalve gewijzigd door het intrekken van bestaande- en het verbinden van nieuwe voorschriften. Op 27 mei 2013 heeft gemeente Edam - Volendam de omgevingsvergunning geactualiseerd ingevolge de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (verder: Wabo) voor het tankstation Brandsen XL V.O.F., gelegen aan Provinciale Weg 2 te Oosthuizen, kadastraal bekend gemeente Edam-Volendam, sectie A, nummers 957 en 958. Wij hebben op basis van artikel 2.30, eerste lid, van de Wabo de taak om regelmatig na te gaan of de voorschriften die verbonden zijn aan de omgevingsvergunning nog toereikend zijn, gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de kwaliteit van het milieu. Op grond van artikel 2.31, eerste lid, onder b, van de Wabo kunnen wij de voorschriften van de omgevingsvergunning wijzigen, voor zover dit in het belang van de bescherming van het milieu nodig is. Redenen van de actualisatie De huidige vergunning bevat voorschriften voor activiteiten die nu zijn gereguleerd in het Activiteitenbesluit milieubeheer (verder: Abm) en bijhorende Regeling (Activiteitenregeling milieubeheer, verder: Arm). Daarnaast zijn met de zogenaamde Safety Deal afspraken vastgelegd tussen het ministerie van Infrastructuur en Milieu en de LPG-sector. Het gaat hierbij om afspraken over het toepassen van veiligheidsmaatregelen zoals hittewerende bekleding op de LPGtankwagens die de LPG-tankstations bevoorraden. Gezien deze ontwikkelingen op het gebied van technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu, achten wij de huidige voorschriften onvoldoende toereikend. b. Wettelijk kader Bestemmingsplan De locatie van de inrichting is opgenomen in het bestemmingsplan Dorpskernen 2016 van gemeente Edam - Volendam, geheel onherroepelijk verklaard op 13 april De locatie van de inrichting is bestemd als bedrijf en met als functieaanduiding Verkooppunt van motorbrandstoffen en met gebiedsaanduiding Veiligheidszone LPG. Als zodanig voldoet de inrichting aan de gestelde bestemming. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 3 van 16

4 Inrichting Het tankstation is een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer (verder: Wm). De inrichting is genoemd in de volgende categorieën uit bijlage C van het Besluit omgevingsrecht (verder: Bor) en is daarmee vergunningplichtig in het kader van de Wabo, te weten: Inrichtingen voor het opslaan van (samengeperste of tot vloeistofverdicht of in vloeistof opgelost) gas (onderdeel C 2.1.a) Inrichting voor het opslaan van ontvlambare en brandbare vloeistoffen (onderdeel C 5.1). Total Nederland N.V. in Den Haag is de eigenaar van de inrichting en per 1 oktober 2012 wordt het tankstation door de firma Brandsen XL V.O.F. geëxploiteerd. Tankstation Brandsen XL V.O.F. is de drijver van de inrichting en daarmee vergunninghouder. Vergunningplicht De inrichting is vergunningplichtig op grond van artikel 2.1 van de Wabo, omdat de inrichting in bijlage 1 van het Bor is aangewezen als vergunningplichtig, te weten: Inrichting voor het afleveren van LPG (onderdeel C, categorie 2.7, onder m) Inrichtingen die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen. Activiteitenbesluit milieubeheer Aangezien de inrichting op basis van bijlage 1, onderdeel B en C, van het Bor vergunningplichtig is, is er sprake van een type C inrichting als bedoeld in het Abm. Degene die een inrichting type C drijft dient, op grond van artikel 1.4, derde lid, Abm, te voldoen aan de regels gesteld bij of krachtens: Hoofdstuk 1, voor zover dit betrekking heeft op de activiteiten of deelactiviteiten van de inrichting, bedoeld in artikel 1; Hoofdstuk 2, voor zover dit betrekking heeft op de activiteiten of deelactiviteiten van de inrichting, bedoeld in artikel 2; Hoofdstuk 3, specifiek: o Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer of afleveren van vloeibare brandstof aan spoorvoertuigen; o Opslaan in ondergrondse opslagtanks van vloeibare brandstof, afgewerkte olie, bepaalde organische oplosmiddelen of vloeibare bodembedreigende stoffen die geen gevaarlijke stoffen of CMR stoffen zijn; Hoofdstuk 5, specifiek LPG-tankstations; Hoofdstuk 6, voor zover dit betrekking heeft op de activiteiten of deelactiviteiten van de inrichting, bedoeld in artikel 6; Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen De inrichting valt onder het toepassingsgebied van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (verder: Bevi) op grond van artikel 2, lid 1, onder e, Bevi. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 4 van 16

5 Resumé Op de onderhavige inrichting zijn de onderstaande vergunning en besluiten van toepassing: Omgevingsvergunning milieu Activiteitenbesluit milieubeheer Bevi. c. Procedure Op grond van artikel 3.10, eerste lid, onder c, van de Wabo is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure gevolgd zoals beschreven in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. <P.M. Publicatie> Het ontwerpbesluit met de daarop betrekking hebbende stukken hebben van <d.d.> tot en met <d.d.> ter inzage gelegen in het gemeentehuis van Edam - Volendam. In <naam weekblad> is op <d.d.> bekend gemaakt dat het ontwerpbesluit ter inzage lag. d. Milieuhygiënisch toetsingskader Wij hebben bij onze beslissing in ieder geval betrokken de bestaande toestand van het milieu, de gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken en de mogelijkheden om het milieu hiertegen te beschermen. Tevens hebben wij toekomstige ontwikkelingen in het gebied waar de inrichting is gelegen bij onze beslissing betrokken. Wij hebben de grenswaarden in acht genomen die in het kader van de Wabo, Wm en de Wet geluidhinder zijn gesteld, alsmede de instructies die de rijksoverheid en de provincie hebben gegeven voor het opstellen van milieuvergunningen. e. Milieubelasting Conform de IPPC-richtlijn nr. 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996, die is geïmplementeerd in de Wm en het Bor, moeten de lidstaten vergunningen afgeven voor bepaalde installaties voor industriële activiteiten. In de IPPC-richtlijn is bepaald dat volgens de beste beschikbare techniek emissies naar bodem, water en lucht moeten worden voorkomen en, wanneer dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk worden beperkt. De beste beschikbare technieken zijn beschreven in zogenoemde BREF's (beste beschikbare techniek referentiedocumenten). Wij hebben op grond van de IPPC-richtlijn bepaald dat voor onderhavige inrichting deze richtlijn niet van toepassing is. Voor de onderhavige inrichting is voor de afweging van beste beschikbare technieken rekening gehouden met de stand der techniek voor deze branche zoals deze is vastgelegd in het Convenant LPG-autogas van 22 juni 2005 en met de aangewezen documenten zoals PGS-richtlijnen. Inzake de milieubelasting van de onderhavige inrichting en de voorschriften die ter bescherming van het milieu aan de vergunning zijn verbonden merken wij het volgende op. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 5 van 16

6 Energie In de inrichting wordt het energieverbruik onder andere bepaald door: koel- en verwarmingsinstallatie verlichting compressor brandstofpompen. In artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit worden voor type A en B inrichtingen (erkende) energiebesparende maatregelen opgelegd met een terugverdientijd van 5 jaar of minder, nader uitgewerkt in artikel 2.16 en bijlage 10 van de Regeling. Deze maatregelen worden aangemerkt als beste beschikbare techniek (verder: BBT). In bijlage 10 van de Regeling zijn erkende maatregelen voor tankstations en autowasinrichtingen opgenomen. Wij hebben besloten om voor tankstations met LPGafleverinstallatie als zijnde type C inrichting hierbij aan te sluiten en hebben daarom de voorschriften t/m van de vigerende vergunning ingetrokken en vervangen door de voorschriften t/m Energie-audit Aanvullend op het bestaande beleid om BBT toe te passen, is per 1 juli 2015 de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie in werking getreden. De richtlijn betreft de Nederlandse implementatie van de Europese Energie-Efficiency Richtlijn 2012/27/EU (verder: EED) en vermeldt de Europese doelstelling van een 20% lager Europees energieverbruik in 2020 (ten opzichte van 2010). De belangrijkste verplichting uit de EED is het uitvoeren van een energie-audit. De audit heeft tot doel om energiebesparing te borgen in de bedrijfsvoering. De auditplicht geldt voor ondernemingen met meer dan 250 medewerkers of een jaaromzet groter dan 50 miljoen en/of een jaarlijkse balanstotaal groter dan 43 miljoen. In opdracht van Total Nederland NV zijn voor haar klein- en middenverbruikers steekproefsgewijs energieaudits uitgevoerd. Op grond van deze resultaten is door middel van extrapolatie inzicht gegeven in de totale omvang van het energiebesparingspotentieel en een Plan van Aanpak (maatregelen) geschetst. De bovenstaande resultaten van het onderzoek zijn opgetekend in Overzichtsrapport energieaudit volgens de Europese Energie Efficiency Richtlijn in Nederland - Total servicestations - middenverbruikers, rapportnummer DR04, d.d. 31 augustus Met dit rapport is tevens voor Brandsen XL, als middenverbruiker, in algemene zin de mogelijkheid tot energiebesparing vastgelegd. Bodem Ten opzichte van de huidige vergunning waar beschreven is hoe de drie onderstaande activiteiten in het Activiteitenbesluit geregeld zijn, is het een en ander veranderd. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 6 van 16

7 De wijzigingen zijn als volgt verwoord: Binnen de inrichting vinden de volgende bodembedreigende activiteiten plaats: 1. tankplaats voor het afleveren van motorbrandstoffen 2. opslag van vloeibare brandstof in ondergrondse tanks 3. opslag van bodembedreigende stoffen in verpakking. Voor deze activiteiten zijn bodembeschermende voorzieningen noodzakelijk om volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren. Ad. 1 - het afleveren van motorbrandstoffen is geregeld in Abm en van de bijbehorende Regeling. Ad. 2 de opslag van de brandstoffen in de ondergrondse tanks is geregeld in 2.4 Abm, Abm en van de bijbehorende Regeling. Ad. 3 - De opslag van bodembedreigende stoffen in verpakking is geregeld in hoofdstuk 4 ( 4.1.1) Abm en de bijbehorende Regeling. De voorschriften onder hoofdstuk 4 van het Abm en Arm gelden alleen voor type-a en B inrichtingen maar het is wel mogelijk om als bevoegd gezag voor type C inrichtingen hierbij aan te sluiten. Voor de opslag van bodembedreigende stoffen in emballage (verpakking) hebben wij dit geformaliseerd door het aanpassen van de desbetreffende voorschriften. Overige wijzigingen De voorschriften t/m van de vigerende vergunning vallen nu onder afdeling 2.1 Abm en Arm, specifiek: o voorschrift valt onder de werking van artikel 2.9, lid 1 Abm o voorschrift valt onder de werking van artikel 4.10, lid 1 Arm o voorschrift en vallen onder de werking van artikel 2.3, lid 7 en artikel 2.4, lid 1, onder a Arm. Bodemonderzoek De twee hoofdactiviteiten van de inrichting; 1) het afleveren van vloeibare brandstof en 2) de opslag van vloeibare brandstof in ondergrondse tanks vallen onder hoofdstuk 3 van het Abm. Thans is Afdeling 2.4 Abm van toepassing op een inrichting type C waar activiteiten worden verricht waar hoofdstuk 3 van toepassing is. Dit heeft tot gevolg dat de voorschriften uit de vigerende vergunning met betrekking tot de uitvoering van een eindsituatie-onderzoek zijn ingetrokken en nu vallen onder artikel 2.11, lid 3 tot en met 5 Abm. De nulsituatie van de inrichting is beschreven in de considerans van de vigerende vergunning en blijft ongewijzigd. Het bovenstaande heeft geresulteerd in het intrekken van de voorschriften t/m en te vervangen door de voorschriften t/m Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 7 van 16

8 Maatwerk Op grond van artikel 2.11, tweede lid van het Activiteitenbesluit bestaat de mogelijkheid om bij verandering van de inrichting maatwerkvoorschriften te stellen tot het uitvoeren van een onderzoek naar de bodemkwaliteit. Wij hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt door dit op te nemen in maatwerkvoorschrift Lucht In de vigerende vergunning wordt in de considerans vermeld dat voor het voorkomen van emissies en geuroverlast bij het vullen van een benzinetank het bedrijf dampretour fase (stage) I en II mag toepassen. Inmiddels is fase I uitgefaseerd en mag alleen nog gebruik worden gemaakt van fase II. Het afleveren van motorbrandstof en daarmee de toepassing van fase II valt onder Arm. Een koelinstallatie die gefluoreerd koelmiddel bevat is schadelijk voor het milieu. Op dergelijke koelinstallatie(s) is de Europese verordening 1005/2009 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en de Regeling gefluoreerde broeikasgassen en gereguleerde stoffen koelinstallaties van toepassing. Per 1 januari 2015 is de F-gassenverordening van kracht geworden. Deze Europese verordening is rechtstreeks werkend. Deze verordening stelt de keuringsplicht niet verplicht op grond van de hoeveelheid koelmiddel (in kg) maar op grond van het Global Warming Potential (GWP). Dit is een relatieve maat die het aardopwarmingsvermogen van een broeikasgas aangeeft vergeleken met dat van koolstofdioxide (CO 2). De GWP's staan in de F-gassenverordening. In de documenten, die de best beschikbare techniek weergeven, zijn voorschriften opgenomen om overlast door koelmiddelen te voorkomen. Voor een op de inrichting aanwezige koelinstallatie(s) met gefluoreerd koelmiddel wordt aangesloten bij de hiervoor genoemde verordeningen en regeling waardoor er voor dit aspect geen voorschriften zijn opgenomen in de vergunning. Opslag van gevaarlijke stoffen De volgende installaties, activiteiten of processen kunnen invloed uitoefenen op de veiligheid: 1. opslag van LPG in een ondergronds stationair reservoir 2. opslag van gevaarlijke stoffen in ondergrondse tanks 3. verkoop van gevaarlijke stoffen in de verkoopruimte. Ad. 1 De wijze waarop de opslag van LPG is geregeld is gewijzigd. Het Besluit LPGtankstations milieubeheer is ingetrokken en opgenomen in Abm en Arm. De opslag en verkoop van gevaarlijke stoffen onder 2. en 3. is ongewijzigd ten opzichte van de huidige vergunning. Met betrekking tot de activiteiten onder 2. en 3. zijn geen wijzigingen doorgevoerd. Externe veiligheid In verband met het opnemen van de registratieperiode voor de doorzet van LPG is voorschrift ingetrokken en vervangen door het nieuwe voorschrift Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 8 van 16

9 Op 28 juni 2016 publiceerde de Staatscourant een circulaire over externe veiligheid, de zogenaamde "Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations voor besluiten met gevolgen voor de externe veiligheid". Deze circulaire vraagt actie van gemeenten bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan rondom LPGtankstations. Dit geldt ook bij het verlenen van een omgevingsvergunning milieu voor het oprichten van een LPG-tankstation. De circulaire hangt ook samen met een Safety Deal. In deze Safety Deal liggen afspraken tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de LPG-sector vast. Het gaat om afspraken over het toepassen van veiligheidsmaatregelen zoals hittewerende bekleding op de LPG-tankwagens die de LPG-tankstations bevoorraden en het toepassen van een verbeterde vulslang op de tankauto s. Het aanbrengen van een hittewerende coating levert de brandweer meer tijdswinst op (voor ontruimingsmaatregelen en brandweerinzet), waardoor zij meer mogelijkheden heeft om een warme Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion (BLEVE) te voorkomen. Dankzij de coating vermindert het aantal situaties met een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De afspraken met betrekking tot de tankwagen voor het afleveren van LPG aan tankstations hebben wij vastgelegd in de voorschriften t/m en toegevoegd aan de huidige vergunning. Door het toepassen van een verbeterde vulslang op LPG-autogastankauto s daalt de kans op een lekkage of een breuk en vermindert het aantal knelpunten met het plaatsgebonden risico. Het toepassen van een verbeterde vulslang hebben wij vastgelegd in voorschrift Afvalstoffen Er zijn afvalcomponenten die altijd gescheiden dienen te worden, onafhankelijk van de bedrijfssituatie. Het scheiden van afvalstoffen valt onder het Landelijk afvalbeheerplan 3 (LAP3). Hoofdstuk B3 onder 5.2.1, tabel 2 geeft een richtlijn voor het scheiden van afval door bedrijven. Op basis hiervan hebben wij voorschrift ingetrokken en vervangen door het nieuwe voorschrift Documenten Het bestaande voorschrift voor het bewaren van documenten is gewijzigd en daarom ingetrokken en vervangen voor het nieuwe voorschrift Wet milieubeheer, ongewoon voorval Met betrekking tot de huidige vergunning wordt het onderwerp ongewoon voorval middels onderstaande passage aan de vergunning toegevoegd. Indien zich in een inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, treft degene die de inrichting drijft, onmiddellijk de maatregelen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd, om de gevolgen van die gebeurtenis te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken (artikel 17.1 Wm). Degene die een inrichting drijft, waarin zich een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, meldt dat voorval zo spoedig mogelijk aan het bevoegd gezag. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 9 van 16

10 Dit kan 24 uur per dag en 7 dagen per week via het semafoonnummer Hierbij worden, zodra zij bekend zijn, de volgende gegevens verstrekt: de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen (artikel 17.2 Wm). Voor meer informatie over het melden van ongewone voorvallen, zie de website f. Zienswijze(n) <P.M.>. g. Delegatie Op 1 mei 2017 is de zevende wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst ljmond in werking getreden. De bevoegdheid om enkelvoudige omgevingsvergunningen te verlenen, te wijzigen en in te trekken op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e en i, van de Wabo en de Wet milieubeheer is door de aangesloten gemeenten gedelegeerd aan het algemeen bestuur van Omgevingsdienst IJmond. Het algemeen bestuur heeft de uitoefening van deze bevoegdheid gemandateerd aan de secretaris-directeur van Omgevingsdienst IJmond. h. Beschikking Op grond van bovenstaande overwegingen is het bevoegd gezag van mening dat de nadelige gevolgen voor het milieu ten gevolge van het LPG-tankstation in voldoende mate kunnen worden voorkomen dan wel beperkt door de omgevingsvergunning van 27 mei 2013 te actualiseren (ex. artikel 2.30 Wabo) en te wijzigen in het belang van de bescherming van het milieu (ex. artikel 2.31 Wabo). Het tankstation is gelegen aan Provinciale Weg 2 te Oosthuizen, kadastraal bekend gemeente Edam-Volendam, sectie A, nummers 957 en 958. Gelet op de veranderde wet- en regelgeving, mede gezien de ontwikkelingen op het gebied van de technische mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen met betrekking tot de kwaliteit van het milieu hebben wij besloten om voor de vigerende omgevingsvergunning van 27 mei 2013: de voorschriften t/m m.b.t. Energie in te trekken en te vervangen door de nieuwe voorschriften t/m 2.1.3; de voorschriften t/m m.b.t. de Bodem in te trekken en te vervangen door de nieuwe voorschriften t/m 4.1.3; Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 10 van 16

11 voorschrift m.b.t. de doorzet van LPG in te trekken en te vervangen door het nieuwe voorschrift 7.1.1; de voorschriften t/m toe te voegen voor de LPG-tankwagen; voorschrift toe te voegen voor de verbeterde vulslang; voorschrift m.b.t. afvalscheiding in te trekken en te vervangen door het nieuwe voorschrift 8.2.1; voorschrift m.b.t. het bewaren van documenten in te trekken en te vervangen door het nieuwe voorschrift maatwerkvoorschrift toe te voegen voor het vastleggen van de mogelijke verontreiniging van de bodem bij verandering van de inrichting. Verder verbinden wij de aanvullende begripsbepalingen aan de vergunning zoals opgenomen in paragraaf II van dit besluit. Wormer, 3 april 2018 Een exemplaar van deze ontwerpbeschikking is gezonden aan: Tankstation Brandsen XL V.O.F. De heer H. Brandsen Provinciale weg HK Oosthuizen Gemeente Edam-Volendam (per ) Total Nederland N.V. Postbus BC Den Haag Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Mevrouw P. Molag Postbus ED Zaandam Bedrijfsstoring! Bij een bedrijfsstoring of ongewoon voorval, in de zin van de Wet bodembescherming (Stb. 1994, 374), of van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer, dient het bedrijf dit direct te melden bij: de regionale meldkamer, dag en nacht bereikbaar op Noot De vergunninghouder wordt met nadruk erop gewezen, dat het verlenen van deze vergunning niet inhoudt, dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die in andere wetten, verordeningen en dergelijke (zoals bouwverordening, woningwet, bestemmingsplan, Wet natuurbescherming) zijn gesteld. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 11 van 16

12 II. aanvullende begripsbepalingen In deze vergunning wordt verstaan onder: Activiteitenbesluit Activiteitenbesluit milieubeheer PGS Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Zie dossier externe veiligheid op Verbeterde vulslang Slang met een faalfrequentie die kleiner is dan de faalfrequentie van een vulslang berekend volgens tabel 3.19 van PGS 3 (december 2005) en voldoet aan de uitgangspunten in het TNOrapport TNO-034-UT _RPT-ML van april NTA 8820 Hittewerende systemen voor LPG-tankwagens voor de bevoorrading van LPG-motorbrandstof aan tankstations, versie maart 2015 Besteladressen Publicaties zijn in ieder geval verkrijgbaar bij onderstaande instanties, zoals; NEN, NEN-EN, NEN-ISO, NVN-normen en NPR-richtlijnen bij: Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), afdeling Verkoop, Postbus 5059, 2600 GB Delft, , fax: Infomil Informatiecentrum Milieuvergunningen ( Postbus 30732, 2500 GS Den Haag Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 12 van 16

13 III. Voorschriften omgevingsvergunning Brandsen XL V.O.F. 2. Energie 2.1. Energiebesparende maatregelen Deze paragraaf is niet van toepassing als het energieverbruik in enig kalenderjaar minder dan kilowatt uur aan elektriciteit en minder dan kubieke meter aardgasequivalenten aan brandstoffen bedraagt Degene die de inrichting drijft neemt, met inachtneming van het BBT-principe, alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder Indien niet aan voorschrift kan worden voldaan, dient met in achtneming van het BBT-principe gekozen te worden voor de meest energiezuinige optie Aan voorschrift wordt in ieder geval voldaan indien alle energiebesparende maatregelen zijn getroffen die zijn aangewezen voor de bedrijfstak Tankstations en autowasinrichtingen in bijlage 10 Erkende maatregellijsten energiebesparing van de Activiteitenregeling milieubeheer. 4. Bodem 4.1. Opslag van bodembedreigende stoffen in verpakking Ten behoeve van het realiseren van een verwaarloosbaar bodemrisico wordt bij het opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking en/of vloeibare bodembedreigende stoffen in verpakking voldaan aan de voorschriften en De verpakking van gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen, vloeibare bodembedreigende stoffen en CMR-stoffen tegen normale behandeling bestand en is zodanig dat niets van de inhoud uit de verpakking onvoorzien kan ontsnappen Het opslaan van vloeibare gevaarlijke- en/of vloeibare bodembedreigende stoffen in verpakking vindt plaats boven een vloeistofdichte vloer of -verharding of een lekbak. 2. Indien de opslag, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt in een gesloten verpakking, die voldoet aan de daartoe gestelde eisen van de ADR of anderszins deugdelijk is, kan deze activiteit ook plaatsvinden boven een andere bodembeschermende voorziening. 7. Aflevering LPG 7.1. Algemeen Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 13 van 16

14 De aflevering van LPG is toegestaan tot m 3 LPG per jaar af te leveren. De doorzet wordt vastgesteld over een volledig kalenderjaar, van 1 januari tot en met 31 december LPG-tankwagen In de inrichting wordt uitsluitend LPG gelost uit een LPG-tankwagen die is uitgevoerd met een op grond van de NTA 8820 goedgekeurd hittewerend systeem dat in staat is om het BLEVE-scenario uit te stellen met tenminste 75 minuten na het ontstaan van brand De tankwagen moet voorzien zijn van een wit bord met het zwarte opschrift BR (Bleve resistant) Op het eerste verzoek van een toezichthouder moet de inrichtinghouder schriftelijk of anderszins kunnen aantonen dat de in inrichting alleen LPG mag worden geladen en gelost door tankwagens die zijn voorzien van een goedgekeurd hittewerend systeem dat in staat is om het BLEVE-scenario uit te stellen met tenminste 75 minuten na het ontstaan van brand en voldoet aan de NTA Toelichting Dit kan de inrichtinghouder bijvoorbeeld aantonen door een schriftelijke overeenkomst waaruit blijkt dat de inrichtinghouder afspraken heeft met de leverancier van LPG waarin is overeengekomen dat de LPG-tankwagens moeten zijn voorzien van goedgekeurd hittewerend systeem die in staat is om het BLEVEscenario uit te stellen met ten minste 75 minuten na het ontstaan van brand en voldoet aan de NTA Vulslang Binnen de inrichting wordt uitsluitend LPG gelost met een verbeterde vulslang. 8. Afvalstoffen 8.2. Afvalscheiding De verschillende afvalstromen moeten zoveel mogelijk worden gescheiden, gescheiden worden opgeslagen en gescheiden worden afgegeven. Voor de inrichting relevante afvalstromen geldt een afvalscheidingsverplichting: - gevaarlijk afval - papier en karton - folie Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 14 van 16

15 9. Bewaren van documenten 9.1. Documenten De onderstaande documenten of een kopie daarvan worden gedurende vijf kalenderjaren na dagtekening bewaard en zijn in de inrichting aanwezig of digitaal beschikbaar en via elektronische weg te worden gehouden, voorzover ze een relatie hebben met deze milieuvergunning: onderhoudscontracten met betrekking tot in de inrichting aanwezige installaties certificaten van de installatie van tanks, filters en andere voorzieningen bewijzen van onderhoud of keuringen van in de inrichting aanwezige installaties jaarlijkse overzichten van nutsbedrijven van het verbruik van gas, elektriciteit en water de veiligheidsinformatiebladen van gevaarlijke stoffen die in de inrichting aanwezig zijn onderzoeksresultaten, keuringen, inspecties en rapportages die in de voorschriften zijn opgenomen afgiftebewijzen van (gevaarlijke) afvalstoffen. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 15 van 16

16 IV. maatwerkvoorschriften activiteitenbesluit 11. Bodemonderzoek Bij verplaatsing of beëindiging Binnen drie maanden na verplaatsing of beëindiging van een bodembedreigende activiteit die onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit valt, voert de inrichtinghouder een eindsituatie-onderzoek uit op de terreindelen waar bodembedreigende activiteiten plaatsvonden en een nulsituatie-onderzoek uit op de terreindelen waar de nieuwe bodembedreigende activiteiten plaatsvinden. Het eindsituatie-onderzoek legt de bodemkwaliteit vast, op het tijdstip waarop het wordt uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden binnen de in dit voorschrift gestelde termijn ter goedkeuring aan het bevoegd gezag aangeboden. Omgevingsvergunning Wabo ODIJ-Z Brandsen XL, Provinciale weg 2 te Oosthuizen Pagina 16 van 16