Beschikking van Gedeputeerde

Transcriptie

1 (9mgevingsŵm5řį MJddcn- en WOHĪ-Lira bant Beschikking van Gedeputeerde r ^ Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C / op de op 6 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Deponie Zuid NV, om vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het project, gelegen aan het Beijersbos 1 te Haps. Tilburg, 21 november Gedeputeerd Staten van Noord-Brabant, namens deze, de afdelingsmanager Industriële Omgeving van de Omgevingsdienst Brabant, ing. G.T.P.C. Langenhuijsen Deponie Zuid NV, Cuijk 1/9

2 (Omg eviľiįļsdienst Midden- eo West-Brabant INHOUDSOPGAVE 1 Onderwerp 3 2 Besluit 3 3 Procedure 3 PROCEDURELE ASPECTEN 3 1 Gegevens aanvrager 3 2 Projectbeschrijving 4 3 Huidige vergunningsituatie 4 4 Bevoegd gezag 5 5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 5 6 Procedure (regulier) 5 7 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen 5 SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING 6 1 Activiteitenbesluit 6 VOORSCHRIFTEN MILIEU 7 1 Afvalstoffen Acceptatie en opslag 7 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 8 1 Toetsingskader milieu Inleiding Toetsing milieuneutraal of-vriendelijke verandering 8 Deponie Zuid NV, Cuijk 2/9

3 (Ömgevingsd tenst BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1 Onderwerp Wij hebben op 6 september 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Deponie Zuid NV. Het betreft het milieuneutraal veranderen van de inrichting. De aanvraag gaat over de locatie gelegen aan het Beijersbos 1 te Haps. De aanvraag is geregistreerd onder OLO-nummer en ons nummer C Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu). 2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:» de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: het milieuneutraal veranderen van een inrichting (de op- en overslag van frituurvet, binnen de vergunde capaciteiten van de inrichting) (artikel 2.1 lid 1 onder e en artikel 3.10 lid 3 Wabo).» dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: aanvraagformulier OLO (ontvangen op 6 september 2013); akoestisch onderzoek Milieustraat Haps uitbreiding activiteiten, opslag frituurvet (ontvangen op 6 september 2013); toelichting op aanvraag omgevingsvergunning milieuneutraal veranderen (ontvangen op 6 september 2013). 3 Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de reguliere voorbereidingsprocedure). De aanvraag voor het milieuneutraal veranderen is getoetst aan artikel 3.10 lid 3 van de Wabo. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. PROCEDURELE ASPECTEN 1 Gegevens aanvrager Op 6 september 2013 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Deponie Zuid NV voor de inrichting aan het Beijersbos 1 te Haps. De inrichting is bestemd voor het op of in de bodem brengen van afvalstoffen alsmede het verrichten van nevenactiviteiten, te weten de op- en overslag van bouwstoffen en het exploiteren van een milieustraat en diverse ondersteunende faciliteiten. Deponie Zuid NV, Cuijk 3/9

4 (Omgevingsd/ettsŕį Midden- en Wcst-Urabaitt Ti Projectbesch rijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: de inname (open overslag) van frituurvet op de milieustraat en gelijktijdige verlaging van de doorzet van kga. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteit: het milieuneutraal veranderen van een inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e en artikel 3.10 lid 3 Wabo). 3 Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Revisievergunning 7 juni Veranderingsvergunning 29 april Gedeeltelijk intrekken van de revisievergunning voor wat betreft de activiteiten van het afvaloverslagstation (AOS), inclusief intrekking van de voorschriften met betrekking tot het AOS (2.2.1.a, 2.2.l.c, , 6.1.4, , 6.4.1, 6.5.1, en alle voorschriften uit hoofdstuk 15, voor zover betrekking hebbend op het AOS) Ambtshalve wijziging 22 januari In verband met de inwerkingtreding van het Besluit bodemkwaliteit Veranderingsvergunning 9 januari 2013 C / het accepteren van enkele aanvullende afvalstromen, het veranderen van de opslagcapaciteit en de jaardoorzet, de openingstijden en alle dientengevolge optredende aanpassingen in de bedrijfsvoering van de milieustraat Tevens hebben wij de volgende meldingen ex artikel 8.19 geaccepteerd: op 17 augustus 2009, kenmerk , voor het wijzigen van de lay-out van de milieustraat; op 6 september 2010, kenmerk , voor het wijzigen van de openingstijden van de milieustraat. Deponie Zuid NV, Cuijk 4/9

5 (Ömgevingsd/eftsť Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. Uit artikel 1.2 lid 1, 2 en 3 van de Invoeringswet Wabo volgt dat een vergunning of ontheffing, die is verleend op grond van het recht zoals dat gold voor inwerkingtreding van de Wabo, gelijkgesteld wordt met een omgevingsvergunning voor de betrokken activiteit. Op grond van artikel 1.2b Invoeringswet Wabo geldt een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (artikel 2.1 lid 1 sub e Wabo) ook voor een besluit inhoudende een verklaring als bedoeld in artikel 8.19 Wm. Gelet op artikel 1.2 lid 5 van de Invoeringswet Wabo geldt een voor inwerkingtreding van de Wabo verleende, onherroepelijke vergunning die op grond van artikel 8.1 van de Wm is verleend voor categorieën van inrichtingen waar afvalstoffen nuttig worden toegepast of verwijderd, van rechtswege voor onbepaalde tijd. 4 Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in bijlage I onderdeel C categorieën 28.4 onder b sub 1, 28.4 onder c sub 1 en 28.4 onder f van het Bor en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort (categorie 5.4 en 5.5 RIE). 5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 6 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag digitaal gepubliceerd op internet: Wij hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo. Van deze verlenging is digitaal kennis gegeven op internet: 7 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan het College van burgemeester en wethouders van Cuijk gezonden. Naar aanleiding hiervan heeft het college op 30 oktober 2013 medegedeeld dat zij geen opmerkingen heeft over de aanvraag. Deponie Zuid NV, Cuijk 5/9

6 SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING 1 Activiteitenbesluit (Ömgevingsd/ew st In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In bijlage I, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. Deponie Zuid NV, Cuijk 6/9

7 (Ömge vingsdienst VOORSCHRIFTEN MILIEU 1 Afvalstoffen Acceptatie en opslag In aanvulling op voorschrift van de revisievergunning d.d. 7 juni 2007, kenmerk , mag op de milieustraat maximaal 5 m 3 frituurvet worden opgeslagen en jaarlijks maximaal 15 ton frituurvet worden overgeslagen (Euralcode ). Bij de op- en overslag van frituurvet dient het incidentenmanagement te bestaan uit: periodiek inspectie én controle vloeistofdichte voorziening en; visueel toezicht en; algemene zorg. Deponie Zuid NV, Cuijk 7/9

8 (Omge vingsdienst i INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 Toetsingskader milieu 1.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal of milieuvriendelijk veranderen of veranderen van de werking van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. In artikel 2.14, lid 5, van de Wabo is bepaald dat een omgevingsvergunning voor een verandering van de inrichting of de werking daarvan die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu kan worden verleend als wordt voldaan aan de voorwaarden uit artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. 1.2 Toetsing milieuneutraal of -vriendelijke verandering De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan in samenhang met het verbinden van voorschriften aan de vergunning, voldoet. Wij overwegen daarbij het volgende: De verandering betreft het opslaan en overslaan van frituurvet. Binnen de inrichting wordt maximaal 5 m 3 frituurvet opgeslagen. Jaarlijks wordt maximaal 15 ton frituurvet geaccepteerd. Doordat de jaarlijkse doorzet voor kga evenveel afneemt, blijft de totale doorzet van afvalstoffen op de milieustraat gelijk. Op grond van voorschrift van de revisievergunning mogen op de milieustraat uitsluitend de afvalstoffen worden ingezameld, opgeslagen, overgeslagen of verwerkt die zijn opgenomen in tabel 5.2 en in bijlage 19 van de bij die vergunning behorende aanvraag (inclusief goedgekeurde wijzigingen). Frituurvet is een afvalstof die in de gangbare praktijk op een milieustraat wordt geaccepteerd. Door de inname van frituurvet ontstaat geen andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend. De gevraagde op- en overslag van frituurvet is in overeenstemming met het in het afvalbeheersplan (het Landelijk Afvalbeheerplan ) vastgelegde afvalstoffenbeleid. Wel wordt opgemerkt dat in de aanvraag voor frituurvet de Euralcodes en zijn opgenomen. Op grond van de Eural is de code (spijsolie en -vetten) een code die beter aansluit bij het frituurvet dat op een milieustraat wordt geaccepteerd. Dit wordt in de voorschriften vastgelegd. De bij de aanvraag gevoegde beschrijvingen voor het acceptatie- en verwerkingsbeleid en de administratieve organisatie en interne controle zijn toereikend ten aanzien van de inname van frituurvet. Deponie Zuid NV, Cuijk 8/9

9 mgevingsdienst Uit de aanvraag blijkt dat de gevraagde activiteit op een zodanige wijze worden uitgevoerd dat sprake is van een verwaarloosbaar bodemrisico. De opslag van frituurvet vindt plaats in een vloeistofdichte bak, die is geplaatst boven een vloeistofkerende voorziening. De verdere uitwerking van het in de BRCL genoemde incidentenmanagement dient te bestaan uit: periodiek inspectie én controle vloeistofdichte voorziening en; visueel toezicht en; algemene zorg. Dit wordt in de voorschriften vastgelegd. De nulsituatie van de bodem ter plaatse van de milieustraat is in het verleden vastgesteld. Als gevolg van de aangevraagde veranderingen zullen het totaal aantal transportbewegingen en de maximale opslaghoeveelheden niet veranderen. Voor het intern transport van de bakken, wordt maximaal 1 uur per dag een heftruck ingezet. Om na te gaan wat de invloed hiervan is op de totale geluidsemissie van de inrichting, is een akoestisch onderzoek kenmerk , d.d. 5 augustus 2013 uitgevoerd. Met het rapport en de uitgangspunten van het onderzoek wordt ingestemd. Uit de resultaten blijkt dat de gevraagde verandering niet leidt tot een toename van de totale geluidbelasting van de inrichting. Voldaan wordt aan de geluidnormen zoals gesteld in voorschrift van de vergunning, kenmerk C / , van 9 januari Doordat de capaciteiten voor de opslag, overslag en bewerking niet wijzigen, is de gevraagde verandering niet m.e.r.-plichtig. Geconcludeerd wordt dat de activiteiten binnen de inrichting in essentie gelijk blijven. De gevraagde veranderingen leiden niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan. Deponie Zuid NV, Cuijk 9/9