Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS Luchthaven Schiphol

Transcriptie

1 Bezoekadres Ebbehout EA Zaandam Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS, Luchthaven Schiphol Postbus EE Zaandam Besluit omgevingsvergunning Ambtshalve wijziging art.2.31 eerste lid onder b Wabo Datum: 25 april 2016 Nummer: Contactpersoon M. Geerse Contactgegevens marcel.geerse@odnzkg.nl Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS Luchthaven Schiphol Locatie: Aircraft Fuel Supply B.V. Oude Vijfhuizerweg LV Luchthaven Schiphol Dit document betreft een ontwerp van een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Dit ontwerp zal, in ieder geval, ook gepubliceerd worden. Zaaknummer

2 INHOUDSOPGAVE BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OP GROND VAN ARTIKEL 2.31, EERSTE LID, ONDER B, VAN DE WABO... 3 A. ONDERWERP... 3 B. PROCEDURELE ASPECTEN... 3 C. OVERWEGINGEN... 4 D. ADVIEZEN EN ZIENSWIJZEN... 5 E. BESLUIT... 5 AFSCHRIFTEN... 5 ONDERTEKENING... 6 BEZWAAR- OF BEROEPSCLAUSULE... 6 Zaaknummer

3 BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OP GROND VAN ARTIKEL 2.31, EERSTE LID, ONDER B, VAN DE WABO A. ONDERWERP Dit besluit heeft betrekking op de aan de Oude Vijfhuizerweg 6 te Luchthaven Schiphol gelegen inrichting van Aircraft Fuel Supply B.V. en strekt ertoe de voorschriften van de omgevingsvergunning van 15 november 1994, kenmerk , op grond van artikel 2.31, eerste lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) te wijzigen. Naar aanleiding van de wijziging van de PGS 29 richtlijn in 2008, is in de ambtshalve wijziging van voorschriften van 11 juli 2012 het volgende voorschrift opgenomen: Na het inwerkingtreden van de installaties of tanks conform de PGS29 zoals in het plan van aanpak zal worden aangegeven, zal voorschrift 2.2 uit de vigerende vergunning worden ingetrokken voor de desbetreffende installatie of tank. Hiermee wordt de CPR 9-3, voorgeschreven in de vigerende vergunning, vervangen door de PGS 29 voor de desbetreffende installatie of tank, op de wijze zoals die in de voorschriften t/m van deze vergunning is aangegeven. Aircraft Fuel Supply B.V. heeft een Plan van Aanpak opgesteld en aanpassingen gedaan, waarmee het bevoegd gezag akkoord is gegaan. Hiermee voldoet Aircraft Fuel Supply B.V. aan de eisen van PGS 29. In dat kader dient voorschrift 2.2 van de omgevingsvergunning van 15 november 1994, kenmerk ingetrokken te worden. B. PROCEDURELE ASPECTEN 1. Vergunningsituatie Bij besluit van 15 november 1994, kenmerk: , hebben wij aan Aircraft Fuel Supply B.V. een de gehele inrichting omvattende revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend. Op grond van het bij de Wabo behorende overgangsrecht is deze vergunning gelijkgesteld met een omgevingsvergunning. Bij besluit van 8 juli 2002, kenmerk , hebben wij een veranderingsvergunning verleend voor het betanken en defuellen van vliegtuigen. Bij besluit van 26 januari 2009, kenmerk , hebben wij een veranderingsvergunning verleend voor het in gebruik nemen van een KVPS. Bij besluit van 11 juli 2012, kenmerk 2012/7373, hebben wij de voorschriften van genoemde vergunning gewijzigd en de PGS 29 verbonden aan de omgevingsvergunning. Bij besluit van 15 augustus 2013, kenmerk 62662/230370, hebben wij de voorschriften van genoemde vergunning gewijzigd door veiligheidsmaatregelen op te nemen. 2. Bevoegd gezag Gelet op artikel 2.4, tweede lid, van de Wabo juncto artikel 3.3, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage 1, onderdeel C (categorie 5.1), zijn wij het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor de onderhavige inrichting. Zodoende zijn wij ook bevoegd om de voorschriften van de vergunning te wijzigen. 3. Voorbereidingsprocedure Wij hebben dit besluit voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. In dat kader heeft het ontwerp van ons besluit vanaf [] gedurende zes weken ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Zaaknummer

4 4. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit C. OVERWEGINGEN In artikel 2.30, eerste lid, van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) wordt aangegeven dat het bevoegd gezag de plicht heeft om regelmatig de vergunningen te actualiseren op nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot technische mogelijkheden ter bescherming van het milieu. In artikel 2.31, eerste lid, onder b van de Wabo wordt verder aangegeven dat het bevoegd gezag hiertoe indien nodig voorschriften van de vigerende vergunning dient te wijzigen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verlangt dat, in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu, aan een vergunning voorschriften worden verbonden. Deze voorschriften zijn bedoeld om de nadelige gevolgen voor het milieu van de aangevraagde activiteiten te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, te beperken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat tenminste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (hierna ook: BBT), worden toegepast. In artikel 1.1 van de Wabo is een uitgebreide omschrijving van het begrip best beschikbare technieken opgenomen. In artikel 5.4 van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) is aangegeven welke aspecten wij bij het bepalen van de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken moeten betrekken. Daarbij dient tevens met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen, en met het voorzorg- en het preventiebeginsel, rekening gehouden te worden. In het bijzonder dienen wij bij de bepaling van de BBT rekening te houden met: - Relevante BBT-conclusies - Nederlandse informatiedocumenten over BBT (bijlage van de Mor) Dit staat in artikel 9.2 van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). In het geval van AFS is er echter geen IPPC installatie aanwezig. In de bijlage van het Mor zijn Nederlandse informatiedocumenten over BBT opgenomen waarmee rekening moet worden gehouden, voor zover deze betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Ten behoeve van de opslag van gevaarlijke stoffen zijn richtlijnen opgesteld in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd. Voor de opslag van vloeibare aardolieproducten in tanks is de PGS 29 opgesteld. Deze PGS is opgenomen in bijlage van het Mor en geeft dan ook invulling aan BBT voor tankopslag. In de vigerende vergunning van Aircraft Fuel Supply B.V. (AFS) zijn voorschriften opgenomen voor bovengronds opslagtanks voor grote installaties op basis van de richtlijn CPR 9-3. Deze richtlijn is in 2005 vervangen door de richtlijn PGS 29, richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks. PGS 29 is in oktober 2008 opnieuw aangepast. De veranderingen in deze nieuwe richtlijn ten opzichte van CPR 9-3 en de meest recente actualisatie van de PGS 29 in oktober 2008 zijn de aanleiding van deze ambtshalve wijziging. Naar aanleiding van de wijziging van de PGS 29 richtlijn in 2008, is in de ambtshalve wijziging van voorschriften van 11 juli 2012 is het volgende voorschrift opgenomen: Na het inwerkingtreden van de installaties of tanks conform de PGS29 zoals in het plan van aanpak zal worden aangegeven, zal voorschrift 2.2 uit de vigerende vergunning worden ingetrokken voor de desbetreffende installatie of tank. Hiermee wordt de CPR 9-3, voorgeschreven in de vigerende vergunning, vervangen door de PGS 29 voor de desbetreffende installatie of tank, op de wijze zoals die in de voorschriften t/m van deze vergunning is aangegeven. Als gevolg van de ambtshalve wijziging van de omgevingsvergunning was AFS verplicht tot het uitvoeren van een GAP analyse. Op 28 september 2011 heeft AFS een GAP analyse ingediend. In samenhang daarmee was AFS verplicht tot het opstellen van een Plan van Aanpak (PvA). Na goedkeuring van het PvA Zaaknummer

5 zouden wij het voorschrift 2.2 uit de omgevingsvergunning intrekken. AFS tekende beroep aan tegen de ambtshalve wijziging van voorschriften. AFS stelde zich op het standpunt dat zijn niet aan alle voorschriften van de PGS 29 kon voldoen. Het ging daarbij specifiek over het aanbrengen van een druk-/vacuümkleppen op de tanks. Op 26 september 2013 heeft AFS een rapport overlegd waarin zij maatregelen heeft beschreven waardoor de installatie naar haar oordeel gelijkwaardig is met de PGS29. Op 16 december 2013 hebben wij onze goedkeuring voor dit rapport opgestuurd waarmee wij akkoord gaan met de beschreven situatie. Uit een test bleek dat de koeling van de tanks niet voldeed aan het gestelde van de PGS 29. Daarop heeft AFS hand bedienbare blusmonitoren aangebracht. Over deze voorziening hebben wij advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Kennemerland. Op 11 maart 2015 zijn wij akkoord gegaan met de voorzieningen die AFS heeft getroffen. Daarmee staat niets meer in de weg om het voorschrift 2.2 van de omgevingsvergunning van 15 november 1994, kenmerk , in te trekken waardoor de voorschriften t/m uit de ambtshalve wijziging van 11 juli 2012 onverkort van toepassing worden op de tankinstallaties. D. ADVIEZEN EN ZIENSWIJZEN Daarnaast hebben wij het ontwerp van ons besluit om advies gezonden aan: - Inspectie SZW - Veiligheidsregio Kennemerland - Gemeente Haarlemmermeer Naar aanleiding van het ontwerpbesluit hebben wij binnen de daarvoor geldende termijn zienswijzen ontvangen van: In essentie houden deze zienswijzen het volgende in (per zienswijze is daarbij onze reactie aangegeven): Zienswijze Reactie E. BESLUIT Wij besluiten, gelet op de hiervoor opgenomen overwegingen: Voorschrift 2.2 van de omgevingsvergunning van 15 november 1994, kenmerk in te trekken. AFSCHRIFTEN Een exemplaar van dit besluit zullen wij zenden aan: Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer Raadhuisplein TZ Hoofddorp Veiligheidsregio Kennemerland Zijlweg CK Haarlem Inspectie SZW Afdeling MHC Postbus AV Utrecht Zaaknummer

6 ONDERTEKENING Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Provincie Noord-Holland namens dezen, De Directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: BEZWAAR- OF BEROEPSCLAUSULE Zaaknummer