Besluit omgevingsvergunning milieu. Aanvraagnummer: Aanvrager: Servauto Nederland B.V. Dhr. M. Haas Postbus BC Den Haag

Transcriptie

1 Besluit omgevingsvergunning milieu Aanvraagnummer: Aanvrager: Servauto Nederland B.V. Dhr. M. Haas Postbus BC Den Haag Locatie: Total Express Hoofddorp, Graan voor Visch te Hoofddorp Onderwerp: intrekken activiteiten tankstation (milieu) Datum: 22 mei 2016 Dit document betreft een beschikking ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO). Van dit besluit zal, in ieder geval, ook kennis worden gegeven op het internet: Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. 1 7

2 INHOUDSOPGAVE A OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT ONDERWERP BESLUIT ONDERTEKENING AFSCHRIFT RECHTSBESCHERMING... 4 B PROCEDURELE OVERWEGINGEN PROCEDURELE ASPECTEN... 5 C INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN MILIEU TOETSINGSKADER MILIEU

3 A OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT 1. Onderwerp Wij hebben op 23 november 2015 een aanvraag ontvangen voor het gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu van ContrAll, namens Servauto Nederland B.V. De inrichting betreft een tankstation voor het afleveren van vloeibare brandstoffen aan motorvoertuigen voor het wegverkeer met wasboxen voor het wassen van motorvoertuigen en een shop. De wijziging betreft het beëindigen van de shop en het geheel onbemand afleveren van vloeibare brandstoffen aan motorvoertuigen voor het wegeverkeer. De aanvraag gaat over de inrichting gelegen aan de Graan voor Visch te Hoofddorp (inrichtingsnummer: 1547). Concreet wordt verzocht om: Het (gedeeltelijk) intrekken van een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo); 2. Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.33, tweede lid onder b van de Wabo: I de omgevingsvergunning van 27 februari 2015, kenmerk in te trekken voor de activiteiten die betrekking hebben op de shop van het tankstation; II de voorschriften D.3 en D.4 van de omgevingsvergunning van 27 februari 2015, kenmerk geheel in te trekken; III dat de bijlage Overwegingen bij dit besluit onderdeel uitmaken van deze vergunning; IV dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze omgevingsvergunning: - het aanvraagformulier, bericht van 23 november 2015; - plattegrondtekening met bladnummer RV-B101, ingediend op 23 november 2015; - machtiging, ingediend op 23 november Ondertekening Hoogachtend, Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, mevrouw A.M. Hopman Teammanager Vergunningverlening Portefeuille Branches B 3 7

4 Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: 4. Afschrift Een exemplaar van deze beschikking zullen wij zenden aan: - De heer D. Bannink van ContrAll te Apeldoorn 5. Rechtsbescherming Beroep Tegen het besluit kan binnen zes weken, gerekend vanaf één dag na bekendmaking beroep worden aangetekend. Het beroepsschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Het besluit treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepsschrift is verstreken. U kunt met DigiD ook digitaal beroep indienen bij genoemde rechtbank via Hebben u of derde belanghebbenden er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt het besluit pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. Een voorlopige voorziening kunt u met DigiD ook digitaal indienen bij genoemde rechtbank via 4 7

5 B PROCEDURELE OVERWEGINGEN 1. PROCEDURELE ASPECTEN 1.1 Gegevens aanvrager Wij hebben op 23 november 2015 een aanvraag ontvangen voor het gedeeltelijk intrekken van de omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu van ContrAll, namens Servauto Nederland B.V. De inrichting betreft een deels onbemand tankstation voor het afleveren van vloeibare brandstoffen aan motorvoertuigen voor het wegverkeer met wasboxen voor het wassen van motorvoertuigen en een shop. 1.2 Aanleiding De gedeeltelijke intrekking heeft betrekking op het permanent opheffen van de shop activiteiten bij het tankstation. Hiermee zal het tankstation wijzigen van een deels onbemand tankstation naar een geheel onbemand tankstation. De verkoopruimte zal in de nieuwe situatie worden gewijzigd naar een technische ruimte. De aanwezige koelinstallaties (koelmeubelen) in de verkoopruimte zullen worden verwijderd en ook de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in de verkoopruimte zal worden beëindigd. 1.3 Huidige vergunningsituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Oprichtingsvergunning Wabo Tankstation voor het deels onbemand afleveren van vloeibare brandstoffen aan motorvoertuigen voor het wegverkeer 1.4 Bevoegd gezag Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4, lid 1 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor). De hoofdactiviteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage I onderdeel C van het Bor: 5.1: Inrichtingen voor het vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare of brandbare vloeistoffen. Het betreft geen inrichting waar een IPPC-installatie aanwezig is, zoals bedoeld in bijlage I van de Richtlijn industriële emissies. Ook is het Besluit risico s zware ongevallen 2015 niet op de inrichting van toepassing. De aangevraagde activiteiten zijn in Bijlage I onderdeel C van het Bor aangewezen als vergunningplichtige inrichting (en daarmee een type C bedrijf): 5.4.e: inrichtingen voor het afleveren van vloeibare brandstoffen ten behoeve van openbare verkoop voor motorvoertuigen voor het wegverkeer door een afleverzuil waar aflevering zonder direct toezicht mogelijk is en er minder dan 20 meter afstand is tussen de afleverzuil en een bedrijfsgebouw van derden. 5 7

6 Binnen 20 meter afstand van een afleverzuil waar aflevering zonder directe toezicht mogelijk is, is een flatgebouw met woningen van derden gelegen (met de adressen: Graan voor Visch ). 1.5 Volledigheid van de aanvraag Wij hebben de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 1.6 Procedure (uitgebreid) en zienswijzen Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Gelet hierop zijn wij niet verplicht om van de aanvraag kennis te geven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze, tenzij bij de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag een milieueffectrapport (MER) moet worden gemaakt. Nu deze uitzonderingsgrond zich niet voordoet hebben wij geen kennis gegeven van de aanvraag in dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad. Het besluit zal, zo spoedig mogelijk na verzending, door ons openbaar kennis worden gegeven op Tussen 9 april 2016 en 21 mei 2016 heeft het ontwerp van dit besluit ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Het besluit is niet gewijzigd ten opzichte van het ontwerpbesluit. 1.7 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur op grond van het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor. De wettelijke adviesaanvraag is niet van toepassing voor deze omgevingsvergunning. 6 7

7 C INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN MILIEU 1. TOETSINGSKADER MILIEU 1.1 Toetsing intrekken omgevingsvergunning Intrekking van een omgevingsvergunning is mogelijk indien de bescherming van het milieu zich daar niet tegen verzet (art. 2.33, derde lid Wabo). De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het beëindigen van een deel van de vergunde activiteiten: - Het betreft het beëindigen van de activiteiten in de shop /verkoopruimte van het tankstation. Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Binnen de shop /verkoopruimte van het tankstation vond de opslag plaats van verpakte gevaarlijke stoffen bestemd voor de verkoop. Door het intrekken van deze activiteit zullen de van toepassing zijnde voorschriften voor het aspect veiligheid uit de van kracht zijnde omgevingsvergunning (met kenmerk: ) kunnen komen te vervallen. Ook betreffen dit potentieel bodembedreigende stoffen, het beëindigen van de opslag van deze stoffen heeft alleen een positief effect op het milieu. Het belang van de bescherming van het milieu zal zich hiermee niet verzetten tegen het beëindigen van deze bedrijfsactiviteit. Onbemand afleveren van vloeibare brandstoffen Door het beëindigen van de activiteiten in de shop / verkoopruimte zal er in de dag- en in de avondperiode ( uur) geen continue toezicht meer aanwezig zijn op het tankstation. In de van kracht zijnde omgevingsvergunning is reeds een beoordeling gedaan voor de bedrijfsomstandigheid dat er geen continue toezicht (in de avond- en nachtperiode, uur) op het tankstation plaatsvindt. Voor deze bedrijfsomstandigheid zijn specifieke voorschriften in de omgevingsvergunning opgenomen. Deze voorschriften zijn voldoende dekkend voor het niet aanwezig zijn van toezicht in de periode dat voorheen de shop was geopend. Hiermee zal het belang van de bescherming van het milieu zich niet verzetten tegen het intrekken van de activiteiten in de shop /verkoopruimte. Koelinstallaties De in de shop /verkoopruimte aanwezige koelinstallaties (koel- en vriesmeubelen) zijn verwijderd. Het niet meer aanwezig zijn van de koelinstallaties heeft louter een positief effect op het milieu. Het belang van de bescherming van het milieu zal zich hiermee niet verzetten tegen het beëindigen van deze bedrijfsactiviteit. 1.2 Conclusie Het voorgaande geeft ons geen aanleiding om de gevraagde gedeeltelijke intrekking van de op 27 februari 2015 (met kenmerk ) voor de activiteit milieu verleende omgevingsvergunning te weigeren. 7 7