Klachtencommissie SCEN
|
|
- Cornelis Sasbrink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Klachtencommissie SCEN Oordeel van 23 september 2010 naar aanleiding van de op 20 februari 2010 ingediende klacht van A, klaagster wonende te B tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D
2 1 De klacht Op 20 februari 2010 heeft klaagster de Klachtencommissie SCEN (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de aangeklaagde SCEN-arts al dan niet heeft gehandeld als een goed SCEN-arts bij het uitvoeren van haar SCENwerkzaamheden. De klacht van klaagster luidt zakelijk weergegeven dat de aangeklaagde SCEN-arts pas vijf dagen nadat de huisarts van de patiënte een verzoek hiertoe had gedaan bij patiënte een huisbezoek aflegde in het kader van een SCENconsultatie. Voorts klaagt klaagster over de omstandigheid dat de aangeklaagde SCEN-arts in het tussentijdse weekeinde niet bereikbaar was toen de situatie van patiënte verslechterde. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft op 25 februari 2010 het klaagschrift van klaagster ontvangen. 2.2 Bij brief van 2 maart 2010 heeft de Commissie de aangeklaagde SCEN-arts in kennis gesteld van de klacht en haar in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. 2.3 De aangeklaagde SCEN-arts heeft, na uitstel te hebben verkregen, bij brief van 21 april 2010 gereageerd op het klaagschrift. 2.4 Bij brief van 29 april 2010 heeft de Commissie de huisarts van de patiënte, die inzake de zorg aan de patiënte een beroep had gedaan op de aangeklaagde SCEN-arts, verzocht om nadere informatie. De huisarts heeft op 2 mei 2010 zijn schriftelijke reactie gegeven. 2.5 Klaagster heeft bij brief van 2 mei 2010 gereageerd op het verweer van de aangeklaagde SCEN-arts. 2.6 De Commissie heeft partijen bij brief van 6 juli 2010 uitgenodigd voor een hoorzitting. Ook de huisarts van patiënte is verzocht op deze bijeenkomst aanwezig te zijn. 2.7 Bij brief van 15 juli 2010 heeft de huisarts van patiënte laten weten niet bij de hoorzitting aanwezig te zullen zijn omdat dit zijns inziens niet zinvol is en gestolen tijd van zijn patiënten en familie. 2.8 De klacht is behandeld ter zitting van 9 september Ter zitting is klaagster verschenen, vergezeld door haar echtgenoot de heer E, de heer F en mevrouw G, en de aangeklaagde SCEN-arts, bijgestaan door haar gemachtigde H. 3 De feiten Uit de door partijen overgelegde bescheiden, de aanvullende informatie van de huisarts en hetgeen bij de mondelinge behandeling ter zitting naar voren is gekomen, is het navolgende komen vast te staan. 3.1 Klaagster is de dochter van mevrouw K (hierna: patiënte), die in 1920 is geboren en op 17 september 2009 is overleden. 3.2 Patiënte leed aan een ovariumcarcinoom en was uitbehandeld. 3.3 Patiënte is op vrijdag 4 september 2009 vanuit plaats X overgegaan naar plaats Y, alwaar zij werd opgenomen in het Hospice Z. Tot aan haar opname in het hospice had 2
3 patiënte een huisarts in plaats X. Deze huisarts gaf te kennen dat hij vanwege de afstand naar het hospice geen acute zorg kon leveren. Daarop is patiënte voor wat betreft de huisartsgeneeskundige zorg, met haar instemming, overgedragen aan een huisarts te plaats Y (hierna: de huisarts). 3.4 Op de dag van opname in het hospice, 4 september 2009, heeft er een kennismakingsgesprek tussen patiënte en de huisarts plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek heeft patiënte het onderwerp euthanasie ter sprake gebracht. 3.5 Op maandag 7 september 2009 heeft de huisarts patiënte wederom bezocht. Ook tijdens dat gesprek heeft patiënte het onderwerp euthanasie aangesneden. 3.6 Op woensdag 9 september 2009 heeft de huisarts telefonisch contact opgenomen met de aangeklaagde SCEN-arts in verband met de situatie van patiënte en de bij haar bestaande euthanasiewens. 3.7 Op donderdagochtend 10 september 2009 is door of namens de huisarts een fax verzonden naar de aangeklaagde SCEN-arts met daarin de medische gegevens van patiënte over de periode dat zij in het hospice verbleef. 3.8 Op maandagmiddag 14 september 2009 is door of namens de huisarts een tweede fax naar de aangeklaagde SCEN-arts verstuurd, met gegevens uit het medisch dossier van patiënte afkomstig van de vorige huisarts. Deze gegevens betreffen de periode voorafgaand aan de opname in het hospice. 3.9 Op maandag 14 september 2009 heeft de aangeklaagde SCEN-arts bij patiënte op of rond de avond een huisbezoek afgelegd in het hospice. Bij patiënte was sprake van een verlaagd bewustzijn Na het bezoek van de SCEN-arts heeft de huisarts besloten met palliatieve sedatie te starten. De patiënte is op donderdag 17 september 2009 overleden. 4 Standpunt van klaagster 4.1 Klaagster verwijt de aangeklaagde SCEN-arts dat zij: - pas vijf dagen nadat de huisarts van patiënte daarom had verzocht bij patiënte een huisbezoek had afgelegd in het kader van de SCEN-consultatie; - niet bereikbaar was toen de situatie van patiënte in het tussentijdse weekeinde verslechterde. 4.2 Ter nadere onderbouwing van deze klachten voert klaagster het volgende aan. 4.3 Op vrijdag 4 september 2009 is patiënte klaagsters moeder opgenomen in het Hospice Z. De opname in het hospice was van praktische aard. De woning van patiënte was te klein om goede, intensieve hulp te geven. Tijdens het op die dag gevoerde opnamegesprek in het hospice, waarbij naast patiënte ook klaagster aanwezig was, is door de huisarts aldaar gesproken over euthanasie en de eventueel te doorlopen procedure. Volgens klaagster gaf patiënte toen aan dat zij euthanasie wilde als haar lijden ondraaglijk zou worden. Op maandag 7 september 2009 heeft patiënte haar euthanasiewens ten overstaan van de huisarts herhaald. Ook de daaropvolgende dagen heeft patiënte indringend om euthanasie verzocht. Tijdens het intakegesprek had de huisarts gezegd dat hij euthanasie uitvoerde. Vanwege deze uitspraak, en de omstandigheid dat de huisarts bij het intakegesprek zelf het onderwerp 3
4 euthanasie ter sprake bracht, was klaagster ervan overtuigd dat de huisarts de euthanasie zelf zou uitvoeren. Klaagster wist niet dat de huisarts de voormalige huisarts zou benaderen. 4.4 Volgens klaagster was het euthanasieverzoek van de patiënte, die al vanaf 14 augustus 1995 in het bezit was van een euthanasieverklaring, weloverwogen. Zij heeft deze vaak met de familie besproken. Ook is deze euthanasieverklaring met de toenmalige huisarts besproken. 4.5 Op woensdag 9 september ging de toestand van patiënte verder achteruit. De huisarts zegde toe dat hij alles in het werk zou stellen om een SCEN-arts te consulteren. Later die dag liet de huisarts weten dat de SCEN-arts op donderdag 10, of uiterlijk vrijdag 11 september 2009 de patiënte zou bezoeken. Volgens klaagster is dit ook zo genoteerd in het verpleegkundig verslag. 4.6 Toen de aangeklaagde SCEN-arts op vrijdagmiddag 11 september 2009 patiënte nog niet had bezocht werd de familie ongerust en heeft klaagster contact opgenomen met de huisarts. Zij heeft tegen hem haar zorg uitgesproken over de achteruitgang van haar moeder en over de emotionele belasting van alle betrokkenen rond het ziekbed van haar moeder. De huisarts vertelde haar dat het bezoek door de aangeklaagde SCEN-arts dan waarschijnlijk wel s avonds of in het weekend zou worden afgelegd. 4.7 Op zaterdag 12 september 2009 was de situatie van klaagsters moeder nog verder verslechterd. Volgens klaagster was de conclusie van zowel familie als verpleging van het hospice, dat patiënte niet meer in staat was om te vertellen waarom zij euthanasie zou willen. Klaagster heeft telefonisch contact opgenomen met de huisartsenpost met de vraag of deze kon bemiddelen bij de inzet van een SCEN-arts. Een huisarts van de huisartsenpost heeft toen patiënte bezocht en de situatie opgenomen, maar zei niet te kunnen optreden als SCEN-arts. De arts van de huisartsenpost heeft patiënte morfine voorgeschreven tegen de pijn. De huisarts is op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen. Klaagster weet niet of de huisarts vervolgens iets heeft ondernomen. 4.8 In verband met toenemende pijnklachten is ook op zondag 13 september 2009 contact opgenomen met de huisartsenpost. De morfinedosering is toen verhoogd. 4.9 Op maandag 14 september 2009 is de huisarts langsgekomen. Hij heeft zijn excuses aangeboden. De toestand van de patiënte was inmiddels zodanig verslechterd, dat zij, hoewel helder van geest, niet meer in staat was om haar verhaal te doen. Afgesproken werd dat direct na het bezoek door de SCEN-arts palliatieve sedatie zou worden gestart. Omstreeks uur die dag heeft de aangeklaagde SCEN-arts patiënte, onaangekondigd, bezocht. Patiënte was op dat moment niet meer aanspreekbaar. Het oordeel van de aangeklaagde SCEN-arts luidde dat van euthanasie geen sprake meer kon zijn. Vervolgens is palliatieve sedatie gestart. Na het inbrengen van een naaldje in haar arm zegt de patiënte: He, he. Klaagster heeft duidelijk de indruk dat, hoewel haar moeder het niet meer kon vertellen, zij zich goed bewust was van haar situatie. Op 17 september 2009 is patiënte overleden, zonder nog bij kennis te zijn geweest. 5 Verklaring van de huisarts 5.1 Op woensdag 9 september 2009 heeft de huisarts telefonisch contact gehad met de aangeklaagde SCEN-arts. De huisarts heeft toen de aangeklaagde SCEN-arts gevraagd om patiënte op korte termijn te bezoeken. 5.2 De huisarts heeft in het gesprek met de SCEN-arts verzucht dat het zwaar valt om een vraag tot levensbeëindiging door een patiënte die je van een andere arts overneemt en die 4
5 je nog niet goed kent te honoreren. De aangeklaagde SCEN-arts heeft daarop gevraagd of zij geen haast moest maken. De huisarts heeft toen de aangeklaagde SCEN-arts gevraagd dit wel te doen. 5.3 Volgens de huisarts is de fax met essentiële gegevens op woensdag 9 september, of anders uiterlijk 10 september 2009 door de assistente verstuurd. 5.4 In het weekeinde van 12 en 13 september 2010 was de huisarts afwezig. Volgens de huisarts moet in dit soort zaken een vertrouwensband aanwezig zijn tussen arts, patiënt en liefst ook de omgeving. Een overdracht naar de huisartsenpost of andere arts had niet plaatsgevonden omdat in zo n situatie deze vertrouwensband zou ontbreken. 5.5 Vanwege de omstandigheid dat hij het weekeinde afwezig was, had de huisarts de euthanasie niet eerder dan maandag kunnen uitvoeren. 5.6 De huisarts vraagt altijd aan de SCEN-arts om te bellen naar de patiënt of diens omgeving wanneer hij/zij komt. 5.7 De huisarts was verbaasd toen hij op vrijdagmiddag 11 september 2009 vernam dat de aangeklaagde SCEN-arts patiënte nog niet had bezocht. Hij vertrouwde er op dat dit bezoek dan de volgende dag zou plaatsvinden. De huisarts heeft dat toen niet geverifieerd; iets dat hij in de toekomst zeker wel zal doen. 5.8 Volgens de huisarts is de toestand van patiënte sneller achteruit gegaan dan zich in het midden van de week, en zelfs vrijdag liet aanzien. 5.9 In de door de huisarts aangeleverde passages uit het medisch dossier van de patiënte staat vermeld dat de huisarts op 7 september 2009 heeft vernomen dat de mening van mevrouw in het weekend was veranderd en dat zij euthanasie wilde. Op 8 september heeft patiënte, blijkens het dossier, de euthanasiewens herhaald naar de praktijkondersteuner van de huisarts. Ook staat vermeld dat de huisarts zou onderzoeken of de vorige huisarts bereid zou zijn om patiënte te helpen bij haar euthanasiewens. 6 Standpunt van aangeklaagde SCEN-arts 6.1 De aangeklaagde SCEN-arts heeft op woensdag 9 september 2009 nadat zij door de SCEN-telefoondienst was opgeroepen contact opgenomen met de huisarts. De huisarts gaf toen aan patiënte nog niet goed te kennen en vond het een lastige situatie dat hij werd ingeschakeld voor een euthanasieverzoek van iemand die nog maar enkele dagen zijn patiënte was. De aangeklaagde SCEN-arts heeft daarom toen met de huisarts afgesproken dat deze nader overleg zou voeren met de vorige huisarts van patiënte met het verzoek of deze huisarts zou willen meewerken aan het euthanasieverzoek van patiënte. 6.2 De aangeklaagde SCEN-arts heeft van de huisarts begrepen dat deze op dat moment de euthanasieverklaring van patiënte niet voorhanden had. De aangeklaagde SCEN-arts beschouwt de euthanasieverklaring niet als een wettelijk vereiste, maar gezien de omstandigheid dat de huisarts patiënte nog maar zo kort kende kon deze verklaring wel een rol spelen in de overtuiging dat er sprake was van een weloverwogen verzoek. De aangeklaagde SCEN-arts heeft met de huisarts gesproken over de duurzaamheid van het euthanasieverzoek van patiënte omdat daar in ieder geval zekerheid over diende te bestaan. Tevens heeft de aangeklaagde SCEN-arts met de huisarts besproken of meer tijd zou moeten worden genomen, omdat het opmerkelijk was dat patiënte euthanasie wilde nu de zorg goed was geregeld. 5
6 6.3 De aangeklaagde SCEN-arts verwachtte nog een terugkoppeling van de huisarts alvorens een SCEN-consult af te leggen. Omdat de huisarts nog contact op zou nemen met de vorige huisarts van patiënte om te overleggen of deze zou willen meewerken aan het euthanasieverzoek van de patiënte was het voor haar nog niet duidelijk wie nu de eventuele euthanasie zou uitvoeren en daarmee de formele consultatievrager zou zijn. Daarnaast had zij nog niet de beschikking over het medisch dossier. De aangeklaagde SCEN-arts heeft geen bezoek op donderdag of vrijdag (10 en 11 september 2009) toegezegd. Wel heeft zij het nummer van haar mobiele telefoon aan de huisarts gegeven. 6.4 Op donderdag 10 september 2009 ontving de aangeklaagde SCEN-arts per fax het medisch journaal betreffende de periode waarin patiënte in het hospice verbleef. Omdat dat slechts een zeer korte periode beschreef, was dat voor haar niet toereikend. Volgens de aangeklaagde SCEN-arts stond in het journaal van de huisarts vermeld dat deze op 7 september vernam dat de mening van de patiënte in het weekeinde was veranderd en dat zij euthanasie wilde. Daarmee was onder meer de weloverwogenheid van het euthanasieverzoek niet voldoende duidelijk. Ook de relevante informatie over de ziektegeschiedenis van de patiënte ontbrak nog. Op maandag 14 september 2009 nam zij telefonisch contact op met de huisarts en verzocht hem om de resterende medische informatie, betreffende de periode voorafgaande aan de opname in het hospice. Pas toen werd voor de aangeklaagde SCEN-arts duidelijk dat de huisarts de formele consultvrager was. De medische informatie werd diezelfde dag per fax toegezonden. In datzelfde telefonische gesprek vernam zij ook dat de toestand van patiënte verslechterd was, maar dat deze nog wel aanspreekbaar was. De aangeklaagde SCEN-arts meent zich te herinneren dat zij tegen de huisarts heeft gezegd dat zij na afronding van haar praktijkwerkzaamheden patiënte zou bezoeken. De aangeklaagde SCEN-arts is ervan uitgegaan dat de huisarts dit zou doorgeven aan patiënte en haar familie. 6.5 De aangeklaagde SCEN-arts brengt naar voren dat in de patiënteninformatie van de KNMG staat dat het soms één tot enkele dagen kan duren voordat een bezoek van een SCEN-arts kan plaatsvinden. De SCEN-arts is gehouden om zorgvuldig op te treden, zeker in situaties waarin van behandelend arts wordt gewisseld. Pas op maandag 14 september 2009 was voor de aangeklaagde SCEN-arts duidelijk dat de huisarts de opdrachtgever was en ook toen pas beschikte de aangeklaagde SCEN-arts over het medisch dossier. Nog diezelfde dag heeft de aangeklaagde SCEN-arts patiënte bezocht. 6.6 De aangeklaagde SCEN-arts vindt het van belang dat in situaties zoals deze, een uitgekristalliseerd beeld bestaat en vraagt zich af of er al een rol is voor de SCEN-arts voordat de situatie helder is. 7 Overwegingen van de Commissie 7.1 De Commissie wijst er allereerst op dat het bij het toetsen van het handelen van een SCEN-arts er om gaat of de SCEN-arts bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame uitvoering. 7.2 Ten aanzien van het verloop van een periode van vijf dagen tussen het eerste contact tussen de huisarts en de aangeklaagde SCEN-arts en het afleggen van het huisbezoek door de aangeklaagde SCEN-arts bij patiënte overweegt de Commissie als volgt. Een SCEN-arts kan in de regel pas overgaan tot consultatie en het afleggen van een huisbezoek als duidelijk is wie de beoogde uitvoerder van de euthanasie is en bij eenduidige vraagstelling. Helderheid over de beoogd uitvoerder van de euthanasie is van belang omdat de SCENconsultatie mede is bedoeld het handelen van deze arts te toetsen. Als voorbereiding op het bezoek aan de patiënt spreekt de SCEN-arts met de aanvragend arts in de regel ook de 6
7 beoogd uitvoerder en bestudeert de SCEN-arts relevante delen van het medisch dossier. De Commissie gaat ervan uit dat de huisarts in dit geval nog overleg zou plegen met de vorige huisarts van patiënte over de vraag wie van beiden de euthanasie eventueel zou uitvoeren. Daarmee was voor de SCEN-arts niet duidelijk wie de beoogd uitvoerder was en wat de rol van consultvrager was. Daarmee was er geen expliciet verzoek tot consultatie en, daarmee, tot het afleggen van een huisbezoek. 7.3 De Commissie is van oordeel dat een SCEN-arts, gelet op zijn rol en specifieke deskundigheid, in het algemeen een actieve rol heeft te vervullen bij het ophelderen van onduidelijkheden, waaronder situaties waarin sprake is van onzekerheid van de huisarts. Dat laat de eigen verantwoordelijkheid van de arts die een beroep doet op een SCEN-arts onverlet, waaronder de verplichting tot het voeren van de regie en het, zo nodig, rappelleren van een SCEN-arts bij het uitblijven van een huisbezoek. 7.4 Alle feiten en omstandigheden van deze zaak overziende is het de Commissie gebleken dat de aangeklaagde SCEN-arts in dezen zich weinig actief heeft opgesteld. Door het ontbreken van een euthanasieverklaring te problematiseren kan zij ten onrechte de indruk hebben gewekt dat de aanwezigheid hiervan een absolute voorwaarde is om over te kunnen gaan tot euthanasie. Ook anderszins heeft zij zich naar de huisarts weinig ondersteunend opgesteld. Tegelijkertijd moet worden onderkend dat de huisarts geen duidelijke signalen heeft afgegeven die vroegen om een reactie van de SCEN-arts. De toezending van slechts een beknopt deel van het medisch dossier zou zo n signaal kunnen zijn. Uit hetzelfde beknopte medisch dossier blijkt echter ook, uit de toegevoegde opmerking, de afspraak dat de huisarts nog de vorige huisarts van patiënte zou raadplegen. Tegelijkertijd heeft de huisarts noch telefonisch noch per fax aangedrongen om een huisbezoek voor het weekend. Het komt de Commissie niet onredelijk voor dat de aangeklaagde SCEN-arts een terugkoppeling over het gesprek met de vorige huisarts verwachtte alvorens over te gaan tot een huisbezoek. Uit de stukken blijkt voorts dat toen de aangeklaagde SCEN-arts op maandag 14 september 2009, na een rappel harerzijds, het resterende deel van medisch dossier ontving van de huisarts ontving, zij patiënt nog diezelfde dag heeft bezocht. 7.5 Het is voor de Commissie duidelijk dat klaagster andere verwachtingen had op grond van de informatie die zij had verkregen van de huisarts. Het is echter uit de stukken en verklaringen niet komen vast te staan dat er een afspraak bestond tussen de huisarts en de aangeklaagde SCEN-arts om patiënte op donderdag 10, op vrijdag 11 september 2009 of eventueel in het weekend te bezoeken. Wel staat vast dat de aangeklaagde SCEN-arts tot 14 september 2009 over slechts zeer weinig relevante informatie over patiënte beschikte. 7.6 Op grond van het voorgaande is het oordeel van de Commissie dat niet van de aangeklaagde SCEN-arts mocht worden verwacht dat zij eerder dan maandag 14 september 2009 patiënte bezocht. Dat zij dit heeft nagelaten kan haar derhalve niet worden aangerekend. De Commissie acht dit klachtonderdeel derhalve ongegrond. 7.7 Ten aanzien van de onbereikbaarheid van de SCEN-arts in het weekeinde overweegt de Commissie als volgt. De Commissie acht het van groot belang dat een SCEN-arts na het eerste contact met de aanvrager rechtstreeks bereikbaar is voor de aanvrager. De toestand van een patiënt kan immers onverwacht verslechteren waardoor overleg wenselijk is. In dit geval was de huisarts bekend met het rechtstreekse telefoonnummer van de SCEN-arts, maar zo stelt de Commissie vast was de huisarts zelf niet bereikbaar toen de situatie van patiënte verslechterde en had hij niet had gezorgd voor informatieoverdracht naar zijn vervanger(s)/de weekenddienst. Dat een SCEN-arts tijdens het weekeinde niet door een andere arts, het verplegend personeel of patiënten kan worden bereikt is inherent aan de SCEN-werkwijze en kan de aangeklaagde SCEN-arts daarom niet worden verweten. De Commissie is daarom van oordeel dat ook het tweede klachtonderdeel ongegrond is. 7
8 7.8 Ten overvloede merkt de Commissie op dat niet aan de indruk kan worden ontkomen dat de huisarts in dezen onvoldoende regie heeft gevoerd en dat de zorgverlening ook anderszins te wensen heeft overgelaten. De Commissie stelt vast dat de huisarts betreurt dat hij enkele dagen na het telefonische gesprek met de aangeklaagde SCEN-arts deze niet heeft heeft gebeld inzake het verwachtte SCEN-consult. De huisarts beschouwt dit als leermoment. Naast het voorgaande en de onduidelijke vraagstelling aan de aangeklaagde SCEN-arts met betrekking tot een mogelijke terugkoppeling signaleert de Commissie ook dat niet duidelijk was tot wie patiënte en haar naasten zich in het weekeinde moesten richten bij verslechtering van de situatie. Gelet op de slechte gezondheidsstatus van patiënte had het in de rede gelegen als de huisarts had gezorgd voor informatieoverdracht naar zijn vervanger(s)/de weekenddienst en ook anderszins de continuïteit van zorg voor patiënte had gewaarborgd en patiënte en haar naasten hierover had geïnformeerd. 8 Oordeel van de Commissie De Commissie acht de klacht op beide onderdelen ongegrond. Aldus gegeven in raadkamer op 23 september 2010 door: prof. mr. A.C. Hendriks (voorzitter), drs. D. Bloemkolk, mr. M. Derraz, drs. C. de Graaf en dr. ing. C.J. Ruissen, leden van de Klachtencommissie SCEN, in tegenwoordigheid van drs. R.H.J.M. Sanders, secretaris. de voorzitter: prof. mr. A.C. Hendriks de secretaris: drs. R.H.J.M. Sanders Utrecht, 7 oktober
Klachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2010 naar aanleiding van de op 11 februari 2010 ingediende klacht van A en B, klagers beiden wonende te C tegen D, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te E 1 De klacht
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 25 oktober 2016 naar aanleiding van de op 4 april 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D jegens E, SCEN-arts, gevestigd te F 1 De klacht Op 4 april 2016
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B, jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z 1 De klacht
Nadere informatieOordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen
Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid
Nadere informatie17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018
17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 maart 2017 naar aanleiding van de op 25 mei 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 25 mei 2016 heeft de Klachtencommissie
Nadere informatie16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018
17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014
Nadere informatie16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie17.079T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
17.079T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 16 januari 2013 naar aanleiding van de op 23 mei 2012 ingediende klacht van A, klager, gevestigd te B, tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D 1 De klacht Op 23
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 april 2015 naar aanleiding van de op 10 november 2014 ontvangen klacht van A, huisarts, gevestigd te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 10 november
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen
G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Casus 13 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: SCEN-arts kent weliswaar patiënt niet, maar neemt regelmatig waar in de praktijk van de arts en is niet onafhankelijk vanwege een persoonlijke
Nadere informatie16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019
18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieSchool hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES
107679 - School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. inzake de klacht van: A te B, moeder van C, klaagster tegen - D, docent op E, locatie F en - G, docent
Nadere informatieUITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht
UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers
Nadere informatie16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieDe beoordeling van een werkstuk van een leerling is niet onjuist gebleken. ADVIES
107494 - De beoordeling van een werkstuk van een leerling is niet onjuist gebleken. inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, klaagster tegen ADVIES mevrouw D, docent Beeldende Kunst aan E te
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts en de consulent zijn werkzaam in dezelfde maatschap zodat geen sprake is geweest van het raadplegen van een onafhankelijke arts. OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/077 Klacht over passend onderwijs. Klaagster is van mening dat haar dochter verweren moet worden naar speciaal onderwijs. Klacht
Nadere informatieDe Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: de ongeruste patiënt of ouder die voor de tweede keer in korte tijd of dezelfde dag naar de huisartsenpraktijk belt en het belang van registratie
Nadere informatieKlachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd
Nadere informatieSAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO
SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de
Nadere informatie16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.050Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieBeslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster
107813 - Klacht over melding schoolverzuim bij leerplichtambtenaar en overdacht dossier aan andere school. School mag een melding doen bij zorgen over verzuim. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te
Nadere informatieC E N T R A A L T U C H T C O L L E G E
C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist
Nadere informatieBeslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.
Nadere informatie17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018
17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017
17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 Het College van Beroep, hierna te noemen: het College, heeft beraadslaagd en beslist in de volgende
Nadere informatie16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.031T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.076Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieSAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.
SAMENVATTING 105585 - Klacht over informatieverstrekking en opvragen van informatie, een AMK-melding en het stopzetten van de ambulante begeleiding; PO Klaagster klaagt erover dat de school aan derden
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO
SAMENVATTING 106159 - Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO Ouders klagen erover dat de school tekort is geschoten in haar zorgplicht. De dochter van klagers voelde
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 oktober 2016 naar aanleiding van de op 29 maart 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D E, wonend te F jegens G, SCEN-arts, gevestigd te H 1 De klacht
Nadere informatie15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.032T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: In casu was de consulent als hoofd medische dienst van een verpleeghuis langer dan een half jaar geleden de behandelend arts geweest
Nadere informatieKlacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES
107920 - Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, klagers tegen ADVIES mevrouw B, directeur, en mevrouw
Nadere informatieADVIES. inzake de klacht van: [klaagster], [woonplaats], ouder van [de leerling], tegen
108463 - De directeur handelde zorgvuldig in een geval waarin gescheiden ouders een conflict hadden over het ophalen van hun dochter door de vader. Wel had de directeur aan de moeder een terugkoppeling
Nadere informatie17.065Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
17.065Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg.
Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg. In onderstaande casus klaagt de weduwe over het handelen van de arts, als waarnemend
Nadere informatie16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016
16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.
106568 - Een verzoek te mogen werken met een daisyspeler is tijdig ingewilligd. De interne contactpersoon en de externe vertrouwenspersoon hadden zorgvuldiger moeten handelen; PO inzake de klacht van:
Nadere informatieOordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen
Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist
Nadere informatie16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
144/2017 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:88 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 144/2017 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 20 april 2018 naar aanleiding
Nadere informatieKlacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/054 Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. Advies
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO
SAMENVATTING 105574 - Klacht over o.a. onderwijskundige begeleiding en informatieverstrekking; PO Een ouderpaar klaagt er onder andere over dat de school rugzakgelden heeft aangewend zonder daarover vooraf
Nadere informatieUitspraak geanonimiseerd
Uitspraak Geschillencommissie EZa inzake het geschil tussen (Klager) en de stichting Oogheelkundig Centrum Haarlemmermeer De procedure De Geschillencommissie EZa (hierna: de Commissie) heeft op 4 december
Nadere informatieEen onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland.
Rapport Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman
Nadere informatiede heer A en mevrouw B te C, ouders van D, voormalig leerling van E te C, klagers
SAMENVATTING 105334 Ouders klagen erover dat de directie hun zoon disproportioneel heeft gestraft doordat hij niet mee mocht met het schoolkamp. Daarnaast heeft de school onjuist gehandeld toen klagers
Nadere informatieRaad voor de tuchtrechtspraak KNMG
Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: [A]; [B]; [C]; [D], artsen-microbioloog,
Nadere informatieklacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES
108432 - klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], vader van [de leerling] tegen ADVIES de directeur
Nadere informatieKlacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. ADVIES
107817 - Klacht over een melding bij Veilig Thuis en de beperkte toegang van de leerling tot de school. inzake de klacht van: ADVIES [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster, tegen
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding
Nadere informatieBeroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK
107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw
Nadere informatie17.126Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 2 mei 2018
17.126Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 2 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatie18.162T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 15 april 2019
18.162T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 15 april 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en
Nadere informatieRaad voor Rechtsbijstand
Internet Www.rvr.org Postbus 24080 3502 MB Utrecht Crocsckan 35 3521 BJ Utrocht Centraal kantoor Utrecht Raad voor Rechtsbijstand TeL 068-7871000. Fax088-787 10 8 Doorkiesnr. : 088-7871020 Datum : 30 juli
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO
SAMENVATTING 106134 - Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO Ouders klagen over de wijze waarop de invalleerkracht, hun zoon benaderde: het ontbrak aan pedagogische
Nadere informatie2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.
C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder
Nadere informatie18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018
18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z 1 De klacht
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel 2013-95 (casus 5 RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80 90 jaar, werd vier jaar voor overlijden Lewy Body dementie vastgesteld. Met de ziekte waren
Nadere informatieHET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN
HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN CvB17-01/CvT16-04 Uitspraak inzake het beroep tegen de uitspraak van het College van Toezicht van de NVO met
Nadere informatieDaarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.
Ontvankelijkheid. Ongepast optreden. Klaagster heeft haar appartement te koop aangeboden. Het appartement was verhuurd op basis van de Leegstandswet. Nadat het appartement bezichtigd was door de echtgenote
Nadere informatieRAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:
11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A
Nadere informatieGeschillencommissie Huisartsenzorg West
Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster
Nadere informatieLANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/196 Klacht over niet bevorderen naar Havo 4 ondanks het volgen van zomerschool. Klacht is ongegrond. De Commissie adviseert partijen
Nadere informatie15.101T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.101T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster
107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8
Nadere informatieREGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar
Nadere informatie18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019
18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist
Nadere informatieAankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:
Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper Klaagster heeft grote belangstelling voor een nieuwbouwappartement. Zij neemt contact op met de haar bekende eigenaar van
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel : zorgvuldig Samenvatting: Na het verstrijken van bijna twee jaar na het bezoek van de consulent aan patiënt was een - desnoods kort - tweede bezoek noodzakelijk geweest. Echter, arts en consulent
Nadere informatie16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 14 februari 2017 naar aanleiding van de op 5 september 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 5 september 2016 heeft
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte had een hersentumor met zware epileptische insulten en daardoor blijvende neurologische achteruitgang. Zij was tijdens bezoeken arts en consulent soms delirant
Nadere informatieSAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster
102472 SAMENVATTING Klacht tegen coördinator onderbouw met betrekking tot bejegening leerling VO Klaagster klaagt dat de coördinator onderbouw VMBO haar zoon zou hebben vernederd en emotioneel zou hebben
Nadere informatieKlacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders.
108027 - Klacht over begeleiding leerling is ongegrond. De schoolleiding heeft een taak bij de oplossing van een geschil tussen docent en ouders. ADVIES inzake de klacht van: [klager 1] en [klager 2] te
Nadere informatieSAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO
SAMENVATTING 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO Een ouder klaagt erover dat de school haar onvoldoende heeft geïnformeerd over
Nadere informatieSAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO
SAMENVATTING 104653 - Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO Klaagster heeft met de leerkracht en de intern begeleider besproken hoe hun zoon begeleid
Nadere informatieCollegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)
Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03) Klager heeft als verkopend makelaar een woning verkocht voor EUR 237.500,--. Beklaagde heeft in het kader van
Nadere informatie16.152Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.152Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatie15.065T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
15.065T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlachtencommissie SCEN
Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 oktober 2014 naar aanleiding van de op 3 maart 2014 ontvangen klacht van A en B, wonend te C, tegen D, SCEN-arts, gevestigd te E 1 1 De klacht Op 3 maart 2014 heeft
Nadere informatieBeheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:
Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar
Nadere informatie17.047Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ
17.047Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd
Nadere informatieKlacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES
108037 - Klacht over toegangsverbod voor een ouder. Het opleggen van een toegangsverbod moet zorgvuldig gebeuren. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], ouder van [de leerling], klaagster
Nadere informatieOORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek
Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Er was in casu sprake van twijfel over de onafhankelijkheid van de consulent. De consulent was tot ongeveer zeven maanden voor het overlijden de behandelend huisarts van
Nadere informatieBeweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.
Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop. Klaagster tracht haar woning via beklaagde te verkopen. Omdat zij haast heeft doet haar makelaar de suggestie
Nadere informatieKlacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.
108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],
Nadere informatieKlacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.
108408 - Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren. inzake de klacht van: ADVIES [Klager], wonende te [woonplaats],
Nadere informatie