Klachtencommissie SCEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klachtencommissie SCEN"

Transcriptie

1 Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z

2 1 De klacht Op 28 augustus 2014 heeft de Klachtencommissie SCEN (hierna: de Commissie) het verzoek van klagers ontvangen haar oordeel uit te spreken over de vraag of de aangeklaagde SCEN-arts (hierna: verweerder) heeft gehandeld als een goed SCEN-arts bij het uitvoeren van zijn SCEN-werkzaamheden. De klacht van klagers omvat de volgende onderdelen: a. dat de SCEN-arts niet vooraf had gecommuniceerd over de voortgang van het consultatieproces nadat de patiënte op advies van de SCEN-arts een specialist zou hebben geraadpleegd; b. dat de SCEN-arts niet bereid was de consultatie af te ronden, zodat een volgende SCEN-arts moest worden geraadpleegd, waardoor het proces is vertraagd. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft op 28 augustus 2014 het klaagschrift - gedateerd 15 augustus van klagers ontvangen. 2.2 Bij brief van 2 oktober 2014 heeft de Commissie verweerder in kennis gesteld van de klacht en hem in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. 2.3 De Commissie ontving de schriftelijke reactie van verweerder, gedateerd 19 oktober Op 19 december 2014 ontving de commissie aanvullende informatie van klagers, die vervolgens ook aan verweerder ter beschikking is gesteld. 2.4 Nadat een eerder geplande zitting wegens overmacht geen doorgang kon vinden werd de klacht behandeld ter zitting van 15 april 2015, alwaar zijn verschenen: A (hierna: klager A), vergezeld door D, alsmede C (hierna: verweerder), vergezeld door E, F en G. B (hierna: klager B) kon niet ter zitting aanwezig zijn. Klager A trad daarom mede namens haar op. 3 De feiten 3.1 Uit de door partijen overgelegde bescheiden en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht en niet is weersproken, is het navolgende komen vast te staan. 3.2 Patiënte had een inzakkingsfractuur van een ruggenwervel die op 17 januari 2014 werd gediagnostiseerd. Enkele jaren eerder had patiënte ook al een dergelijke fractuur gehad, waarvoor zij toen succesvol was behandeld. Patiënte had veel pijn en was ter behandeling naar een regionaal ziekenhuis gegaan. Daar heeft men getracht om een steroïde en een lokaal anestheticum epiduraal te plaatsen. Dat is echter niet gelukt. Om de pijn te verminderen is vervolgens gebruik gemaakt van morfine-achtige medicatie. Patiënte kon hier slecht tegen, waardoor een adequate pijnstilling niet mogelijk bleek. 2

3 3.3 Patiënte heeft zich tot haar huisarts gewend met een verzoek tot uitvoering van euthanasie, aan welk verzoek de huisarts niet wilde voldoen. Daardoor was de relatie tussen huisarts en de patiënte verstoord geraakt. Patiënte heeft zich vervolgens gewend tot de Stichting Levenseindekliniek (hierna Levenseindekliniek). Klager A, verbonden aan de Levenseindekliniek, werd met het dossier belast en bezocht patiënte drie maal. Klager A wendde zich op 20 mei 2014 tot een SCEN-arts om advies over het al dan niet voldaan zijn aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen voor euthanasie of hulp bij zelfdoding, als bedoeld in art. 2 lid 1 onder e van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). 3.4 De conclusie van deze SCEN-arts was dat niet was voldaan aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen omdat er nog adequate behandelmogelijkheden zouden zijn voor de pijn waarvan patiënte niet op de hoogte was. Vanwege het bestaan van een behandelmogelijkheid was er geen sprake van uitzichtloos lijden. Omdat patiënte niet bekend was met de behandelmogelijkheid - en dus niet goed was voorgelicht over haar situatie - kon er geen sprake zijn van een weloverwogen besluit en konden consultvrager en patiënte ook niet op terechte gronden tot de conclusie komen dat er geen reële alternatieven waren om het lijden te verlichten. 3.5 Ook na nader overleg, waarbij klager A de frailty en de comorbiditeit van de patiënte naar voren bracht, zag de in eerste instantie geraadpleegde SCEN-arts geen aanleiding zijn conclusie te herzien. 3.6 Klager A wendde zich op 6 juni 2014 tot verweerder met de vraag hoe nu verder te handelen. Gezamenlijk kwamen zij tot de conclusie dat opnieuw een consultatie zou worden uitgevoerd. Verweerder bezocht op 18 juni 2014 de patiënte en sprak met haar en met haar dochter (klager B). Verweerder schreef in zijn verslag dat hij een stapeling van problemen en klachten zag en vermeldde tevens: we stellen gezamenlijk vast dat de pijn in de rug het hoofdprobleem is. Verweerder concludeerde dat niet aan de wettelijke eisen was voldaan, omdat er een adequate behandeling voor de pijn bestond waarover de patiënte onvoldoende was geïnformeerd. Daardoor kon er geen sprake zijn van een weloverwogen verzoek. Verweerder gaf het advies een pijnspecialist te bezoeken voor advies en eventuele behandeling. 3.7 Patiënte heeft vervolgens de pijnpoli in een academisch ziekenhuis bezocht. De arts die haar daar zag heeft geconstateerd dat weliswaar een behandelmogelijkheid aanwezig was, maar dat patiënte geen hulpvraag had. Ook als de arts de pijn weg kon nemen, zou de patiënte euthanasie wensen. 3.8 Klager A wendde zich na de beoordeling door de pijnspecialist opnieuw tot verweerder. Deze bleek gedurende drie weken afwezig. Klager A heeft op diens terugkeer gewacht. Na zijn terugkomst was verweerder niet bereid een nieuwe beoordeling te doen waarna klager A zich heeft gewend tot de op dat moment dienstdoende SCEN-arts. 4 Standpunt van klagers 4.1 Klagers verwijten verweerder dat deze niet vooraf had gecommuniceerd over de voortgang van het consultatieproces nadat de patiënte een specialist zou hebben 3

4 geraadpleegd. Tevens verwijten klagers verweerder dat hij vervolgens de consultatie niet wilde afronden. Hierdoor ontstond een vertraging in het totale proces. 4.2 Ter nadere onderbouwing van deze klachten voeren klagers het volgende aan. 4.3 Patiënte leed aan de pijn ten gevolge van een wervelfractuur. Zij had reeds eerder een dergelijke fractuur gehad en was daarvan hersteld, maar dat was een langdurig en zwaar proces geweest. De behandeling van de huidige fractuur bleef zonder resultaat. De pijn kon niet adequaat worden verlicht en verdere behandelmogelijkheden waren niet meer aanwezig. Daarnaast was er sprake van frailty en leed patiënte aan diverse andere aandoeningen. Patiënte had in het afgelopen jaar meerdere ziekenhuisopnames gehad en zij had het nodige in haar leven meegemaakt. De veerkracht van patiënte was op en ook bij vermindering van de pijn zou patiënte haar euthanasiewens houden Verweerder bezocht de patiënte en haar dochter (klager B) op 18 juni 2014 en sprak met hen. Klager B beaamt dat patiënte heeft gezegd dat de pijn een wezenlijk onderdeel was van haar lijden, maar ontkent dat patiënte gezegd zou hebben zonder pijn verder te willen leven. Verweerder concludeerde dat niet aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen was voldaan omdat patiënte wegens het ontbreken van informatie over behandelingsmogelijkheden niet tot een weloverwogen verzoek had kunnen komen. Verweerder adviseerde dat patiënte een pijnspecialist zou bezoeken ter beoordeling en eventuele behandeling. 4.5 De patiënte bezocht de pijnspecialist - volgens klagers met aarzeling en tegenzin, omdat ze hierin geen keus had, en uitte daar - wederom - haar prominente euthanasiewens, ook als de arts de pijn zou kunnen wegnemen. Nu de patiënte persisteerde in haar behandelweigering was klager A in de veronderstelling dat hij opnieuw in gesprek zou moeten gaan met verweerder over het resultaat van het bezoek aan de pijnspecialist. Klager A trachtte contact op te nemen met verweerder zodat deze zijn beoordeling kon afronden, maar verweerder bleek afwezig. Klager A besloot niet een andere SCEN-arts te benaderen maar te wachten tot verweerder weer aanwezig zou zijn. Toen verweerder weer terug was wilde deze echter de situatie niet opnieuw beoordelen en moest alsnog een volgende SCEN-arts worden ingeschakeld. Hierdoor heeft het totale consultatieproces onnodig lang geduurd. 5 Standpunt van verweerder 5.1 Klager A benaderde verweerder voor advies hoe te handelen nadat hij niet tot overeenstemming kwam met de eerder geconsulteerde SCEN-arts. Verweerder signaleerde een inmiddels conflictueuze verhouding tussen enerzijds de eerder geraadpleegd SCEN-arts en anderzijds de patiënte en klagers. Ook concludeerde hij dat de relatie met de huisarts zodanig was deze geen rol meer kon spelen in het proces. Verweerder heeft daarom aangeboden zelf de patiënte te bezoeken. Voorafgaand aan het bezoek aan de patiënte heeft verweerder het verslag van de eerder geconsulteerde SCEN-arts gelezen als onderdeel van het medisch dossier. Nader contact tussen de twee SCEN-artsen is er niet geweest. 5.2 Op 18 juni 2014 bezocht verweerder de patiënte en sprak uitvoerig met haar en met klager B, dochter van de patiënte. Patiënte was volgens verweerder alert en vief, en liet 4

5 in haar lichaamstaal geen tekenen van pijn zien. Zij spraken over alle klachten die de patiënte had. Op de vraag wat het hoofdprobleem was gaf de patiënte aan dat dat de pijn betrof. Patiënte zou zonder pijn wel verder willen leven, maar verweerder had sterk de indruk dat het voor de patiënte al vast stond dat er geen andere oplossing meer was dan euthanasie. 5.3 Verweerder heeft vanuit zijn kennis over wervelinzakkingen en de prognose daarvan gesproken over de mogelijkheid van behandeling, over de belasting van de behandeling voor de patiënte en over de termijn waarop resultaat te verwachten zou zijn. Als gevolg van dit gesprek heeft patiënte haar stellige overtuiging, zij het niet van harte, losgelaten en heeft zij zich volgens verweerder bereid verklaard de suggestie om haar pijnproblemen te laten beoordelen door een onafhankelijke pijnspecialist op te volgen. 5.4 Verweerder kwam tot de conclusie dat niet aan de wettelijke voorwaarden was voldaan omdat patiënte onvoldoende was voorgelicht over eventuele behandelmogelijkheden waardoor zij niet tot een weloverwogen besluit had kunnen komen. Verweerder adviseerde beoordeling en eventueel behandeling door een pijnspecialist. Met het schrijven van het verslag van de consultatie was naar de mening van verweerder de SCEN-procedure afgerond. Verweerders mening werd versterkt door de toezegging van de patiënte dat zij zijn advies zou opvolgen om een beoordeling en een eventuele behandeling door een pijnspecialist te ondergaan. 5.5 Terug van vakantie zag verweerder een bericht in zijn mailbox met het verzoek van klager A om onmiddellijk telefonisch contact op te nemen. Klager A verzocht verweerder de patiënte opnieuw te bezoeken omdat de beoordeling door de pijnspecialist inmiddels was gedaan. Verweerder had op dat moment geen SCEN-dienst en moest nog diezelfde dag een euthanasie uitvoeren bij een patiënt in zijn eigen praktijk. De bejegening door klager A was zodanig dat verweerder zich sterk onder druk gezet voelde. Verweerder voelde zich daardoor niet meer vrij en onbevooroordeeld en heeft klager A medegedeeld dat hij de patiënte niet opnieuw zou bezoeken om de hiervoor genoemde redenen. 6 Overwegingen van de Commissie 6.1 De Commissie wijst er allereerst op dat het bij de toetsing van het handelen van een SCEN-arts er om gaat om te beoordelen of de SCEN-arts bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. 6.2 Aangaande het verwijt dat de SCEN-arts niet vooraf had gecommuniceerd over de voortgang van het consultatieproces nadat de patiënte op advies van de SCEN-arts een specialist zou hebben geraadpleegd overweegt de Commissie als volgt. In de huidige casus was klager A ervan overtuigd dat hij na het bezoek van de patiënte aan de pijnspecialist opnieuw contact zou hebben met verweerder. Verweerder was echter van mening dat de consultatie was afgerond, dit gezien de toezegging van de patiënte om de pijnspecialist te bezoeken en zijn eigen overtuiging dat patiënte zich - na goed te zijn voorgelicht - alsnog zou laten behandelen. De euthanasiewens zou dan immers mogelijk vervallen. De redenering van verweerder, namelijk dat hij in de gegeven situatie zijn bemoeienis na inzending van het consultatieverslag als beëindigd kon beschouwen, acht de Commissie begrijpelijk. Een SCEN-arts mag in het geval als het onderhavige 5

6 een nieuwe consultatie doen, maar is daartoe niet verplicht. Dat verweerder niet het initiatief heeft genomen om afspraken te maken over een eventuele voortgang van het consultatieproces is volgens de Commissie in de context van deze casus niet verwijtbaar. De Commissie oordeelt dit klachtonderdeel ongegrond. 6.3 Verweerder wordt tevens verweten dat hij niet bereid was de situatie opnieuw te beoordelen. Verweerder heeft voor deze beslissing overtuigende argumenten aangevoerd. Met name het feit dat verweerder zich onder druk gezet voelde door de bejegening door klager A is daarin voor de Commissie een belangrijk aspect. Juist in een dergelijke situatie dient een SCEN-arts zich af te vragen of hij zich nog voldoende vrij voelt om een oordeel te vormen en daar vervolgens naar te handelen. Dat heeft verweerder gedaan. De Commissie acht de klacht ook op dit onderdeel ongegrond. 6

7 7 Oordeel van de Commissie De Commissie oordeelt dat de klacht op beide onderdelen ongegrond is. De Commissie - bepaalt dat dit oordeel in geanonimiseerde vorm ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Gezondheidszorg Jurisprudentie met een verzoek om plaatsing. Aldus gegeven in raadkamer door: prof.mr. J. Legemaate (voorzitter), drs. C. de Graaf, drs. M. van der Grijn, dr. ing. C.J. Ruissen en drs. S. Tol, leden van de Klachtencommissie SCEN, in tegenwoordigheid van drs. R.H.J.M. Sanders, secretaris. de voorzitter: prof. mr. J. Legemaate de secretaris: drs. R.H.J.M. Sanders Utrecht, 2 juni

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2015 naar aanleiding van de op 21 augustus 2014 ontvangen klacht van A, arts, gevestigd te X en B, gevestigd te Y jegens C, SCEN-arts, gevestigd te Z 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B, jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 25 oktober 2016 naar aanleiding van de op 4 april 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D jegens E, SCEN-arts, gevestigd te F 1 De klacht Op 4 april 2016

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 30 december 2014 naar aanleiding van de op 28 augustus 2014 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 1 De klacht Op 28 augustus 2014

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 2 juni 2010 naar aanleiding van de op 11 februari 2010 ingediende klacht van A en B, klagers beiden wonende te C tegen D, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te E 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 oktober 2016 naar aanleiding van de op 29 maart 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B C, wonend te D E, wonend te F jegens G, SCEN-arts, gevestigd te H 1 De klacht

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 10 maart 2017 naar aanleiding van de op 25 mei 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 25 mei 2016 heeft de Klachtencommissie

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 16 oktober 2017 naar aanleiding van de op 19 maart 2017 ingediende klacht van A, huisarts te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 23 maart 2017 heeft

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 16 januari 2013 naar aanleiding van de op 23 mei 2012 ingediende klacht van A, klager, gevestigd te B, tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D 1 De klacht Op 23

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 14 februari 2017 naar aanleiding van de op 5 september 2016 ontvangen klacht van A, wonend te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 5 september 2016 heeft

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 13 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: SCEN-arts kent weliswaar patiënt niet, maar neemt regelmatig waar in de praktijk van de arts en is niet onafhankelijk vanwege een persoonlijke

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 april 2015 naar aanleiding van de op 10 november 2014 ontvangen klacht van A, huisarts, gevestigd te B jegens C, SCEN-arts, gevestigd te D 1 De klacht Op 10 november

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts en consulent zijn overtuigd van wilsbekwaamheid van dementerende patiënte ten aanzien van haar euthanasiewens. Arts is specialist

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 22 oktober 2014 naar aanleiding van de op 3 maart 2014 ontvangen klacht van A en B, wonend te C, tegen D, SCEN-arts, gevestigd te E 1 1 De klacht Op 3 maart 2014 heeft

Nadere informatie

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven. Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, had een sigmoidcarcinoom. Zij leed onder meer onder heftige buikkrampen,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: de arts heeft niet tot de overtuiging kunnen komen dat andere oplossingen om het lijden weg te nemen ontbraken en het lijden

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: In casu was de consulent als hoofd medische dienst van een verpleeghuis langer dan een half jaar geleden de behandelend arts geweest

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Snel proces waarin de arts, verbonden aan de Stichting Levenseindekliniek, patiënt eenmaal persoonlijk en eenmaal telefonisch heeft gesproken. De arts heeft zich er voldoende

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, was er sprake van een combinatie van somatische en psychische aandoeningen en was er mogelijk

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts reikte patiënt een drank aan met 400 mg fenobarbital. Na inname overleed patiënt niet en bleef hij wakker. Conform afspraak

Nadere informatie

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel 2015-80 OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 60-70 jaar, leed aan een onbehandelbaar ovariumcarcinoom. Enkele maanden voor het overlijden kreeg zij te

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Patiënte, een vrouw tussen 90 en 100 jaar, leed aan progressieve geheugen- en oriëntatiestoornissen. Tevens werd een tumor in de

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Een vrouw met Alzheimer leed ondraaglijk onder cognitieve achteruitgang, fatische, praktische en executieve stoornissen en onder

Nadere informatie

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland

Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Folder Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland Landelijke richtlijn, Versie: 1.0 Laatst gewijzigd : 01-01-2007 Methodiek: Consensus based Verantwoording: KNMG Inhoudsopgave Folder SCEN...1...3

Nadere informatie

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Grenzen aan euthanasie. drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak. Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg. Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: waarnemend huisarts/ laatste levensfase/palliatieve zorg. In onderstaande casus klaagt de weduwe over het handelen van de arts, als waarnemend

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: euthanasie bij patiënte met een verlaagd bewustzijn waarbij een schriftelijke wilsverklaring ontbreekt en de ondraaglijkheid

Nadere informatie

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018

17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 17.105Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 7 maart 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio (...) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Casus 5 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: huisarts niet bereid tot euthanasie nadat SCEN-arts had geoordeeld dat er geen sprake was van ondraaglijk lijden. Arts van Stichting Levenseinde

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte kampte met vasculaire, cardiale en pulmonale problematiek en met chronische lymfatische leukemie. Haar lijden bestond uit algehele zwakte, ernstige dyspnoe en

Nadere informatie

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: patiënt, 70-80 jaar, leed al meer dan vijftig jaar aan hoofdpijn. Later kwamen daar andere somatische klachten en psychische klachten

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: Op basis van art.2 lid 2 WTL vervangt de schriftelijke wilsverklaring een mondeling verzoek; evidente uitingen van lijdensdruk;

Nadere informatie

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Klachtencommissie SCEN

Klachtencommissie SCEN Klachtencommissie SCEN Oordeel van 23 september 2010 naar aanleiding van de op 20 februari 2010 ingediende klacht van A, klaagster wonende te B tegen C, aangeklaagde SCEN-arts gevestigd te D 1 De klacht

Nadere informatie

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: patiënte leed al vele jaren aan een chronische waanstoornis gepaard gaande met ernstige depressieve episoden, waarvoor zij allerlei behandelingen

Nadere informatie

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Klager was geïnteresseerd in een woning. Hij verwijt de verkopend makelaar dat het appartement aan een derde is verkocht terwijl klager het eindbod

Nadere informatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: De arts diende patiënt intraveneus niet 2000 mg thiopental toe, maar 1500 mg thiopental omdat de ademhaling van patiënt stopte.

Nadere informatie

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 30-40 jaar, heeft al meer dan 15 jaar psychiatrische klachten. Zij heeft traumatische ervaringen in haar jeugd opgedaan en is affectief verwaarloosd.

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel 2014-01 Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, heeft circa 30 jaar last van depressies. Zij wordt hiervoor behandeld met ECT-therapie en antidepressiva. Als deze

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Er was in casu sprake van twijfel over de onafhankelijkheid van de consulent. De consulent was tot ongeveer zeven maanden voor het overlijden de behandelend huisarts van

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS Informatieverstrekking gescheiden ouders met terugwerkende kracht tijdens het hervatten van het gezag, inschrijving zonder toestemming ex-partner en informatieverstrekking

Nadere informatie

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013)

Oordeel A en Oordeel B (casus 9 - RTE Jaarverslag 2013) Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Twee echtgenoten tussen de 80 en de 90 jaar oud kampten met ernstige aandoeningen en ondraaglijk lijden. Zij verzochten om gelijktijdige levensbeëindiging. De beide betrokken

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts en de consulent zijn werkzaam in dezelfde maatschap zodat geen sprake is geweest van het raadplegen van een onafhankelijke arts. OORDEEL van de Regionale toetsingscommissie

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers 107205 ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers tegen de heer F, directeur mevrouw G, intern begeleider (ib er) mevrouw H, leerkracht,

Nadere informatie

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Hoogbejaarde patiënte leed aan dementie en kreeg tegelijkertijd met haar echtgenoot euthanasie. Het lijden stond in een medische context en was uitzichtloos en ondraaglijk.

Nadere informatie

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-39 17 februari 2016 De school had ernstige zorgen over de leerlinge en haar zuster. De commissie kijkt naar de vraag of een

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte had een hersentumor met zware epileptische insulten en daardoor blijvende neurologische achteruitgang. Zij was tijdens bezoeken arts en consulent soms delirant

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Samenvatting: Bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, ontstonden jaren voor het overlijden inzakkingsfracturen vanwege ernstige osteoporose. Ook

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënt, een man van 80-90 jaar, was sprake van een combinatie van geestelijke en lichamelijke klachten. Hij zag en hoorde slecht, er waren complicaties na een heupfractuur

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Na jaren van klachten werd bij patiënte, een vrouw van 70-80 jaar, een beginnende dementie vastgesteld. Het laatste jaar voor overlijden ging zij steeds verder achteruit.

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer. Klager heeft een woning gekocht die de verkoper kort daarvoor zelf

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2274 (047.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënte, een vrouw van 80-90 jaar, kampte al langer met spanningen, depressieve klachten en angsten bij een afhankelijke theatrale persoonlijkheidsstoornis met neiging

Nadere informatie

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: onzorgvuldig Samenvatting: De arts kan zich niet onttrekken aan een uitgebreide en gemotiveerde beantwoording van vragen in het verslagmodel met een beroep op een geheimhoudingsafspraak met de

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel : zorgvuldig Samenvatting: Na het verstrijken van bijna twee jaar na het bezoek van de consulent aan patiënt was een - desnoods kort - tweede bezoek noodzakelijk geweest. Echter, arts en consulent

Nadere informatie

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen. Klager heeft bij beklaagde informatie ingewonnen over de verkoop van zijn eigen woning en de aankoop van een andere woning. In dat

Nadere informatie

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Bij patiënte, 30-40 jaar, is vanaf haar vroege jeugd sprake van meerdere psychiatrische en posttraumatische stoornissen. Zij heeft jarenlang een doodswens en pleegt meerdere

Nadere informatie

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts heeft niet overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen gehandeld vanwege het ontbreken van duidelijkheid betreffende de

Nadere informatie

Geschillencommissie Huisartsenzorg West

Geschillencommissie Huisartsenzorg West Geschillencommissie Huisartsenzorg West Referentie: 201703/ms UITSPRAAK Inzake Mevrouw [klaagster] wonende te [plaats] klaagster tegen Mevrouw [verweerster], huisarts gevestigd te [plaats] verweerster

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Tijdens de vakantie van de arts verslechterde de situatie van patiënte plotseling ernstig. Zij verzocht de vakantiewaarnemer uitdrukkelijk om euthanasie. Deze zette palliatieve

Nadere informatie

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop. Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop. Klaagster tracht haar woning via beklaagde te verkopen. Omdat zij haast heeft doet haar makelaar de suggestie

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek Oordeel: zorgvuldig Samenvatting: Patiënt koos voor palliatieve sedatie, maar was met arts overeengekomen dat deze zou overgaan tot euthanasie, indien sedatie lang zou duren of patiënt niet goed behandelbare

Nadere informatie

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen Inhoudsindicatie: arts voert euthanasie uit ondanks het feit dat consulent van oordeel is dat niet aan de zorgvuldigheidseisen (redelijke alternatieven)

Nadere informatie

16.050Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.050Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.050Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Klager was geïnteresseerd in een bedrijfsruimte die beklaagde in verkoop had. Nadat ook het tweede bod van klager was afgewezen is de woning aan een derde verkocht.

Nadere informatie

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 15.087T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd

Nadere informatie

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO 104858 - Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO Klacht van ouders over onverantwoord pedagogisch gedrag van de voormalig leerkracht van hun zoon. De directeur

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO

SAMENVATTING Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO SAMENVATTING 106134 - Klacht over pedagogische benadering en zorg voor veilige onderwijsomgeving; PO Ouders klagen over de wijze waarop de invalleerkracht, hun zoon benaderde: het ontbrak aan pedagogische

Nadere informatie

18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019

18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019 18.185T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 24 mei 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2013-28 28 oktober 2013 Afwijzing toelating niet conform artikel 15 Inrichtingsbesluit WVO. De commissie acht de klacht gegrond

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur Ruimte en grenzen bij euthanasie Eric van Wijlick beleidsadviseur Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (1) Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A vertegenwoordigd door E te F tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, buitenlandpolis, uitsluiting bestaande aandoening Zaaknummer : 2011.00384 Zittingsdatum : 21 december

Nadere informatie

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer: 18.001 Partijen: A, hierna te noemen Klager, tegen B, hierna te noemen Zorgaanbieder of Aangeklaagde. 1. Behandeling van het geschil Partijen zijn

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/240 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:1 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/240 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS In verband met een melding aan de gemeentelijke lijkschouwer van het overlijden als gevolg van de toepassing van de levensbeëindiging op verzoek of hulp bij

Nadere informatie

HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN

HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN HET COLLEGE VAN BEROEP VAN DE NVO NEDERLANDSE VERENIGING VAN PEDAGOGEN EN ONDERWIJSKUNDIGEN CvB17-01/CvT16-04 Uitspraak inzake het beroep tegen de uitspraak van het College van Toezicht van de NVO met

Nadere informatie