ARPS BUNDEL 571. Ziekte

Transcriptie

1 bundel 571 ARPS BUNDEL 571 Ziekte

2 bundel TITEL I. AFWEZIGHEID WEGENS ZIEKTE.

3 bundel TITEL I. AFWEZIGHEID WEGENS ZIEKTE. I. BEGINSELEN. 1. In het raam van onderhavige reglementering wordt een bediende als arbeidsongeschikt wegens ziekte beschouwd, als de functiestoornissen die voortvloeien uit een andere ziekte dan een beroepsziekte of uit een andere verwonding dan die opgelopen bij een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar of van het werk, van die aard zijn dat daardoor zijn vermogen tot verdienen tot een derde of minder van zijn normaal vermogen vermindert. 2. Als de bediende in een door het Ministerie van Volksgezondheid erkend ziekenhuis opgenomen is, wordt hij geacht de vereiste graad van arbeidsongeschiktheid te bereiken. 3. Hetzelfde geldt voor de vrouwelijke bediende, bij een bevalling, onder de bij bundel 584 bepaalde voorwaarden. II. AANTEKENING VAN DE AFWEZIGHEID. A. Verplichtingen van de wegens ziekte afwezige bediende. 4. De bediende die wegens ziekte in de onmogelijkheid is zijn dienst te verzekeren moet daarvan zonder uitstel zijn onmiddellijke chef, of diens vertegenwoordiger inlichten met het snelste middel, ofwel zelf, ofwel door bemiddeling van een gezinslid, een werkmakker, of een persoon uit zijn omgeving (mondeling, per telefoon, per telegram of schriftelijk). Die mededeling moet gedaan worden de eerste dag van elke afwezigheid, of van elke verlenging ervan, derwijze dat zij, zo de organisatie van de dienst dit toelaat, bij de onmiddellijke chef of diens vertegenwoordiger toekomt vóór de aanvang van de prestatie of, zo dit niet mogelijk is, dadelijk bij de opening van de dienst. Voor de toepassing van onderhavige paragraaf, kan de onmiddellijke chef lokale onderrichtingen uitvaardigen die voor goedkeuring voorgelegd worden aan het gewestelijk comité der werken voor sociale zekerheid onder hetwelk zijn administratieve eenheid ressorteert. De zieke bediende vermeldt het adres waar hij eventueel door een geneesheer van de Maatschappij kan worden onderzocht. De bediende die nalaat zijn afwezigheid in de voorgeschreven vorm en binnen de gestelde termijn te melden, kan de ziektevergoeding voor de hele periode of een gedeelte ervan verliezen.

4 bundel Nadat de wegens ziekte afwezige bediende een geneesheer geraadpleegd heeft, moet hij op de snelste wijze aan zijn onmiddellijke chef de duur van de afwezigheid meedelen en tevens vermelden of hij al dan niet in staat is om zich te verplaatsen en zich voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum te begeven. 6. De bediende die wegens ziekte zijn dienst niet kan verzekeren moet dit de eerste dag van elke periode van afwezigheid door een geneeskundig getuigschrift laten bevestigen. Indien hij zich niet kan verplaatsen en niet in staat is zich voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum te begeven, dient hij ervoor te zorgen dat dit getuigschrift binnen de twee werkdagen, nadat het door de geneesheer is opgemaakt, toekomt bij het gewestelijk geneeskundig centrum waarvan hij afhangt. 7. Als de geneesheer verklaart dat de bediende zich kan verplaatsen en in staat is zich voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum te begeven, mag de bediende zich aanmelden ofwel bij het gewestelijk geneeskundig centrum waarvan hij afhangt, ofwel bij het gewestelijk geneeskundig centrum dat vanuit zijn woonplaats het gemakkelijkst te bereiken is. De keuze voor een gewestelijk geneeskundig centrum wordt gemaakt bij de eerste afwezigheid wegens ziekte waarbij de bediende in staat wordt geacht zich te verplaatsen, en geldt voor elke gelijkaardige toekomstige afwezigheid. Het gewestelijk geneeskundig centrum waarvan de bediende afhangt kan hem nochtans toestaan zijn keuze om een gegronde reden te wijzigen. De bediende moet zich uit eigen beweging, en voorzien van het geneeskundig getuigschrift van zijn behandelende arts, bij het aldus gekozen gewestelijk geneeskundig centrum aanmelden s voormiddags of de eerste dag van elke afwezigheidsperiode of, als dit niet mogelijk is, in de voormiddag van de eerstvolgende werkdag. 8. (Vervallen). 9. Wanneer de bediende door de geneesheer in staat werd bevonden om zich te verplaatsen en zich naar het onderzoek te begeven, maar hij zich daartoe achteraf niet meer in staat acht doordat zijn toestand verergerd is, moet hij zijn onmiddellijke chef daarvan onverwijld inlichten en de geneesheer ontbieden opdat deze een nieuw getuigschrift opmaakt en erop vermeldt dat hij niet meer naar het onderzoek kan gaan. Hij moet dit getuigschrift dringend aan het gewestelijk geneeskundig centrum zenden en de bepalingen van 10 hierna in acht nemen. 10 Wanneer de bediende door de geneesheer niet in staat is bevonden om zich te verplaatsen en om voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum te gaan, moet hij het nodige doen opdat de geneesheer van de Maatschappij hem zonder moeite kan bereiken, Hij mag alsdan tijdens zijn afwezigheid wegens ziekte zijn woning niet verlaten. In uitzonderlijke omstandigheden kan hierop een afwijking toegestaan worden. In dat geval moet de bediende vooraf aan het gewestelijk geneeskundig centrum laten weten dat hij van plan is de woning te verlaten en waarom hij dat wil doen. In dringende gevallen laat hij voor de geneesheer van de Maatschappij een bericht

5 bundel achter, waarin staat waarom hij is buitengegaan en op welk adres deze geneesheer hem kan vinden. 11 De zieke bediende mag niet buitenkomen op tijdstippen of bij weersomstandigheden die zijn gezondheid kunnen schaden en moet zich onthouden van activiteiten die zijn herstel kunnen vertragen. 12 De bediende moet zijn onmiddellijke chef tijdig, alleszins vóór het verstrijken van de afwezigheidsperiode, laten weten wanneer hij zijn werk hervat. 13 De zieke bediende mag de laatste halve dag van zijn afwezigheid altijd naar zijn standplaats gaan om zijn onmiddellijke chef te melden dat hij klaar is om zijn werkzaamheden de volgende dag te hervatten en om bij die gelegenheid eventueel de diensttabel te raadplegen. B. Verplichtingen van de onmiddellijke chef. 14 De onmiddellijke chef moet aan het gewestelijk geneeskundig centrum onverwijld telefonisch kennis geven van: - elke afwezigheid om gezondheidsredenen; - elke verlenging van afwezigheid om gezondheidsredenen, opgave van het adres waar de bediende kan worden onderzocht en van zijn identificatienummer. Mocht het gewestelijk geneeskundig centrum gesloten zijn, dan moet hij telefoneren zodra de kantoren weer open zijn. 15 Zodra de bediende aan de onmiddellijke chef de duur van zijn afwezigheid opgegeven heeft en vermeld heeft of hij al dan niet in staat is om voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum te gaan, geeft deze die inlichtingen aan het gewestelijk geneeskundig centrum door zoals bepaald in 14. Indien de bediende in staat is om zich te verplaatsen moet hij bij dezelfde gelegenheid, kennis geven van het gewestelijk geneeskundig centrum waar de bediende zich voor onderzoek zal aanmelden. 16 De onmiddellijke chef licht het gewestelijk geneeskundig centrum in als de bediende zijn werk hervat. Als een bediende het werk hervat (of als hij zijn onmiddellijke chef laat weten dat hij het werk hervat) vóòr het verstrijken van de toegestane afwezigheidsperiode of van de door de bediende opgegeven periode, telefoneert de onmiddellijke chef dringend naar het gewestelijk geneeskundig centrum, om te voorkomen dat er kosten voor een bezoek worden gemaakt. 17 De onmiddellijke chef moet de mededelingen waarvan er in de 14, 15 en 16 sprake is in een daarvoor bestemd register optekenen. C. Geneeskundig onderzoek.

6 bundel De geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum beslist erover of het geraden of noodzakelijk is de wegens ziekte afwezig gemelde bediende te onderzoeken, Als de bediende zich niet kan verplaatsen, wordt hij onderzocht op het adres dat hij heeft opgegeven bij de mededeling waarvan er in 4 sprake is, of op zijn laatst bekend adres. 19 Als de geneesheer van de Maatschappij de bediende er niet aantreft, moet hij hem schriftelijk verzoeken zich zo spoedig mogelijk voor onderzoek op het gewestelijk geneeskundig centrum aan te melden. De geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum beoordeelt de rechtvaardiging van de bediende die niet kon worden onderzocht doordat hij niet thuis of niet op het aangegeven adres was. 20 Als de geneesheer van de Maatschappij bij een onderzoek vaststelt dat de arbeidsgeschiktheid van de bediende hoger is dan een derde van zijn normale geschiktheid, verzoekt hij hem zijn werk onmiddellijk te hervatten. Als de geneesheer van de Maatschappij acht dat de geschiktheid vóór het einde van de voorgeschreven duur, hoger zal worden dan een derde van zijn normale geschiktheid, verzoekt hij de bediende zijn dienst op een bepaalde datum te hervatten. III. TOELATING DER AFWEZIGHEDEN. 21 De geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum beoordeelt de gezondheidstoestand van de bediende alsmede zijn rechtvaardiging wanneer deze de bepalingen van 4 tot en met 13 niet in acht genomen heeft. Alleen de afwezigheid die door de geneeskundige dienst toegelaten wordt, geeft recht op ziektevergoeding. Onverminderd de bepalingen van 27 mag een niet toegelaten afwezigheid achteraf niet in regelmatig verlof omgezet worden. 22 Het inhouden van de ziektevergoeding is geen tuchtmaatregel en staat los van de eventuele toepassing van enige strafmaatregel. IV. WERKHERVATTING 1 23 In principe moet het werk, na een afwezigheid wegens ziekte die door de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum regelmatig toegelaten werd, werkelijk hervat worden. Een periode van afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid mag niet onderbroken worden door een fictieve werkhervatting die uitsluitend tot doel heeft het regelmatig jaarlijks verlof geheel of gedeeltelijk te verlenen. Bij het verstrijken van de periode van arbeidsongeschiktheid kan de onmiddellijke chef zonder bezwaar regelmatig verlof toekennen, als de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum verklaart dat de bediende zijn werk kan uitoefenen. 1 Het spreekt vanzelf dat de bepalingen van 19 van deel II van bundel 577 (arbeidsgeneeskunde) volledig van toepassing blijven.

7 bundel V.VERKEERSVOORDELEN VOOR DE BEDIENDE DIE UIT EIGEN BEWEGING VOOR ONDERZOEK NAAR HET GEWESTELIJK GENEESKUNDIG CENTRUM MOET GAAN. 24. De wegens ziekte van het werk afwezige bediende die voor onderzoek naar het gewestelijk geneeskundig centrum komt, moet voor de verplaatsing zijn vrijkaart, als hij er een bezit, of een vrijbiljet gebruiken. Het gebruikte biljet wordt vervangen als de belanghebbende het terugbezorgt. Bovendien moet hij dit op het gewestelijk geneeskundig centrum met een datumstempel laten afstempelen. Die afstempeling geldt als bewijs dat de bediende zich werkelijk voor het geneeskundig onderzoek heeft aangemeld. Indien de bediende al zijn biljetten heeft opgebruikt, mag de onmiddellijke chef hem een extra biljet geven dat op de bovenvermelde wijze moet worden terugbezorgd. Dat recht mag evenwel niet worden ingeroepen als verontschuldiging, mocht de bediende zich te Iaat op het geneeskundig onderzoek aanmelden. De bediende die, om welke reden ook, voor zijn verplaatsing geen vrijbiljet kan gebruiken, moet gewone biljetten met 50% vermindering nemen. 25 De beherende bureaus P.S. betalen de prijs van de afgelegde reis terug tegen overlegging van de betaalde biljetten waarop de nodige aantekeningen en stempels moeten aangebracht zijn. De prijs die voor een gewoon biljet is betaald, wordt eventueel maar terugbetaald op advies van het bevoegd bureau van de Directie P.S. VI. KOSTEN VAN HET HUISBEZOEK DOOR DE GENEESHEER VAN DE MAATSCHAPPIJ. 26 De kosten van het huisbezoek zijn voor rekening van de bediende wanneer deze niet onderzocht kon worden. Die kosten belopen 500 Fr 2 VII. BIJZONDERE GEVALLEN. A. Bediende die in dienst ziek wordt. 27 Wanneer een bediende wegens ziekte onmogelijk kan voortwerken, moet hij zijn onmiddellijke chef verwittigen, een geneesheer raadplegen en de bepalingen van 4 tot en met 13 in acht nemen 3. De arbeidsongeschiktheid voor de onderbroken werkdag moet gedekt worden door het geneeskundig getuigschrift waarvan sprake is in 6. 2 Dit bedrag is gekoppeld aan het spilindexcijfer 151,78 en wordt o 1 januari van elk jaar aan het indexcijfer der consumptieprijzen aangepast. De wijzigingen worden ter kennis gebracht van het personeel. 3 In voorkomend geval moeten de bepalingen van Bundel 593 (zieken of gewonden in de aanhorigheden van de NMBS) nageleefd worden.

8 bundel De onmiddellijke chef licht het gewestelijk geneeskundig centrum in overeenkomstig 14. Indien de afwezigheid door de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum toegelaten is, behoudt de bediende zijn bezoldiging voor de onderbroken werkdag. Indien de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum de afwezigheid niet toelaat, worden de niet-gepresteerde uren niet bezoldigd. In afwijking van de bepalingen van 2l mag de bediende zijn toestand evenwel regulariseren door gewoon verlof te nemen. Een dergelijke regularisatie moet evenwel beperkt blijven tot de onderbroken werkdag.

9 bundel B. Afwezigheid in de loop van een werkdag om een geneesheer te raadplegen of om een geneeskundige behandeling te volgen. a) RAADPLEGING 28 Onverminderd de bepalingen van 29 moet de bediende een geneesheer of een tandarts zoveel mogelijk buiten de werkuren raadplegen; zoniet kan hij gebruik maken van de mogelijkheden die het stelsel van de variabele werktijd biedt of kan hij verlof vragen. b) BEHANDELING. 29 De arbeidsgeschikte bediende die zich bij een medische of paramedische prestatieverstrekker laat behandelen, kan voor die afwezigheid een ziektevergoeding krijgen als de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum de behandeling noodzakelijk acht en deze niet buiten de werkuren kan plaatshebben. De bediende dient een aanvraag in door bemiddeling van zijn onmiddellijke chef. Bij die aanvraag voegt hij een geneeskundige verklaring met opgave van de frequentie, het uur en de duur van de behandeling en met de vermelding dat de behandeling onmogelijk buiten de werkuren kan worden gevolgd. Het gewestelijk geneeskundig centrum deelt mee op welke wijze de afwezigheid moet worden opgetekend. C. Bediende die tijdens een regelmatige afwezigheid ziek is. 30 Tijdens een regelmatige afwezigheid mag de ziektevergoeding worden toegekend vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid van de bediende voor zover deze de bepalingen van 4 tot en met 13 of 31 heeft nagekomen en de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum hem als arbeidsongeschikt heeft erkend. Die bepaling geldt voor de bedienden die in het binnen- en in het buitenland verblijven. D. Bediende die in het buitenland verblijft. 31 De bediende die tijdens een verblijf in het buitenland arbeidsongeschikt wordt, moet zonder verwijl zijn onmiddellijke chef verwittigen. Onverminderd de bepalingen van de 2 en 3 moet hij aan het gewestelijk geneeskundig centrum waarvan hij afhangt een geneeskundig getuigschrift opsturen op de dag zelf van het geneeskundig onderzoek of uiterlijk daags nadien. In dit geneeskundig getuigschrift moeten naam en voornaam van de zieke, identificatienummer, graad en standplaats, particulier adres in het buitenland, toekenning en duur van het ziekteverlof en diagnose vermeld worden; ingeval de bediende niet in een vaste dienst van de Maatschappij in het buitenland is tewerkgesteld, moet er tevens in vermeld worden dat de belanghebbende niet naar huis kan terugkeren. De bediende moet zich op zijn privé-adres in het buitenland voor eventueel onderzoek ter beschikking houden.

10 bundel E. Zieke bediende die in het buitenland wenst te verblijven. 32 De bediende die door het gewestelijk geneeskundig centrum als arbeidsongeschikt is erkend en die tijdelijk in het buitenland wenst te verblijven, moet zich voor onderzoek bij de geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum aanmelden met een verklaring waarin de vermoedelijke duur en de redenen ter rechtvaardiging van het verblijf (aard van de aandoening, aanwezigheid in het buitenland van een naaste bloedverwant die de zieke kan verzorgen zoals zijn toestand het vereist enz.) vermeld zijn. De geneesheer van het gewestelijk geneeskundig centrum oordeelt of hij aan de aanvraag gevolg kan geven en bepaalt de duur van het verblijf. VIII. STRAFMAATREGELEN. 33 Afwezigheid wegens ziekte die door het gewestelijk geneeskundig centrum niet gerechtvaardigd geacht wordt, wordt als een ongewettigde afwezigheid beschouwd. Ze wordt niet vergoed en kan aanleiding geven tot tuchtstraffen 34 Er kunnen tuchtmaatregelen worden genomen ten aanzien van de bediende die, met opzet of uit nalatigheid, de voorschriften van 4 tot en met 13 niet heeft nageleefd of die de regelmatige afwezigheidscontrole heeft verhinderd of belemmerd. 35 Bedrog of poging tot bedrog op dat stuk worden als onkiese daden beschouwd en als dusdanig bestraft.

11 bundel 571 titel II TITEL II. VERGOEDINGEN WEGENS ZIEKTE.

12 bundel 571 Titel II 2 TITEL II. VERGOEDINGEN WEGENS ZIEKTE. I. BEGINSEL. 36 De bediende die door het gewestelijk geneeskundig centrum wegens ziekte arbeidsongeschikt is erkend, geniet vanaf de eerste dag afwezigheid gedurende de volledige toegelaten afwezigheidsperiode een vergoeding. Die periode van vergoeding eindigt als de bediende het werk hervat of als hij in de wachtafdeling wordt opgenomen. II. BEDRAG VAN DE VERGOEDING. 37 Onverminderd de bepalingen van Titel II van bundel 570 is de vergoeding wegens ziekte gelijk aan 100 % van de globale wedde 4, hetzij volledig of verminderd in geval van deeltijds werk, gedurende de volgende termijnen: dagen, voor de bediende met minder dan 15 jaar dienst; dagen, voor de bediende met 15 doch minder dan 25 jaar dienst; dagen, voor de bediende met 25 of meer jaar dienst. Na die termijnen wordt de vergoeding tot 80 % verminderd 5 (1). De vergoeding wegens ziekte wordt toegekend gedurende termijnen die samen niet meer dan 365 dagen mogen bedragen. III. BEREKENING VAN DE TERMIJNEN EN VAN DE DIENSTANCIENNITEIT. A. Termijnen. 38 Bij de berekening van de in 37 genoemde termijnen moet(en) de vorige periode(n) van afwezigheid wegens ziekte, die sedert de laatste ononderbroken werkhervatting van 90 kalenderdagen werd(en) opgetekend, bij de lopende afwezigheid worden opgeteld. 39 In de hierna vermelde gevallen sluit de datum van werkhervatting rechtstreeks aan bij de datum die de dag van de onderbreking voorafgaat: - ongewettigde afwezigheid; - schorsing bij tuchtmaatregel waarvan de duur meer dan 30 dagen bedraagt; - onbezoldigd verlof waarvan de duur meer dan 30 dagen bedraagt; - diensten bewezen in andere organismen, behalve wanneer het gedetacheerde bedienden betreft; 4 De haard- en standplaatstoelage, alsmede de kinderbijslag blijven volledig behouden. 5 Als hierboven

13 bundel 571 Titel II 3 - perioden van afdanking; - perioden waarin de bediende ontslagnemer was om een politiek mandaat te bekleden; - oproeping of wederoproeping onder de wapens. B. Dienstancienniteit. Bij de berekening van de duur der diensten komen in aanmerking: a) de diensten waarvoor men als statutair en niet-statutair bediende is bezoldigd; b) de duur van de wegens arbeidsongeschiktheid vergoede afwezigheid; c) de tijd van het verblijf onder de wapens in de loop van de statutaire of nietstatutaire loopbaan; d) het onbezoldigd verlof met behoud van de rechten op bevordering, met inbegrip van de niet-bezoldigde perioden ingevolge deeltijds werk voor sociale of familiale redenen; e) de voor het pensioen tellende diensten die bij andere organismen werden gepresteerd. 41 In geval van fictieve aanwerving: - ingevolge verblijf onder de wapens, wordt de fictieve periode in aanmerking genomen; - ingevolge opzegging bij een andere werkgever, wordt de fictieve periode niet in aanmerking genomen, tenzij het gaat om diensten die onder 40, e) hiervoren vermeld zijn. IV. BIJZONDERHEDEN. 42 De ziektevergoeding wordt niet toegekend: - voor de duur van een schorsing die bij tuchtmaatregel bekrachtigd werd; - voor een verlof zonder bezoldiging; - voor een verblijf onder de wapens, met inbegrip van het verblijf in een ziekenhuis na onderzoek in het recruterings- en selectiecentrum. De vergoeding wordt wel toegekend als de bediende op het ogenblik van de oproeping of wederoproeping onder de wapens ziek is en wel tot dat de oproeping of wederoproeping effectief is. Eventueel is een verklaring van het leger vereist; - voor de duur van een verblijf in de gevangenis of van een internering in een instelling voor sociaal verweer, behalve indien de bediende door de geneeskundige dienst van de Maatschappij wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand ontoerekenbaar wordt verklaard. V. ZIEKE BEDIENDE DIE VAN EEN OPROEPING OF WEDEROPROEPING ONDER DE WAPENS TERUGKOMT. 43 Het gewestelijk geneeskundig centrum verzoekt de zieke bediende die van een oproeping of wederoproeping onder de wapens terugkeert, zich onmiddellijk te laten onderzoeken en verzorgen:

14 bundel 571 Titel II 4 - hetzij bij de militaire gezondheidsdienst waar hij tevoren behandeld werd of zich tot die dienst te wenden om te weten of hij ten laste van het leger kan verzorgd worden; - hetzij door zijn behandelend geneesheer, ingeval het leger een negatief antwoord geeft. Zodra het gewestelijk geneeskundig centrum de verklaring van arbeidsongeschiktheid ontvangt, behandelt het de belanghebbende zoals elke andere statutaire bediende. De ziektevergoeding wordt toegekend vanaf de dag waarop de bediende zich ter beschikking van de Maatschappij heeft gesteld. Dat geldt eveneens voor een bediende die ziek wordt tijdens een verblijf onder de wapens en vóór de volledige genezing naar huis werd gezonden. VI. VERMINDERING OF INTREKKING VAN DE VERGOEDING. 44 De ziektevergoeding kan verminderd of ingetrokken worden onder de in bundel 597 (terugvordering van uitkeringen en voordelen toegekend door de Maatschappij) bepaalde voorwaarden. VII. BOEKING. 45 De ziektevergoedingen worden ten laste van de Kas der vergoedingen van het Fonds der sociale werken geboekt.