AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WABO

Transcriptie

1 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WABO Aanvrager: Maatschap J.C.A. van Straaten en M.A.J. van Straaten-Mulder Veldweg VG NIEUW-RODEN Aangepaste versie: 12 oktober 2017

2 INHOUDSOPGAVE Uitwerking van de aanvraag omgevingsvergunning Wabo voor het bedrijf van Maatschap J.C.A. van Straaten en M.A.J. van Straaten-Mulder, gelegen aan de Veldweg 28 te Nieuw- Roden. Gegevens aanvrager... 3 Gegevens inrichting Algemeen Bestaande vergunningen/meldingen Vergunde veebezetting Aangevraagde veebezetting c.q. activiteit Activiteitenbesluit RIE Besluit milieueffectrapportage Beoordeling geur Beoordeling ammoniak Luchtkwaliteit Geluid Energie Water Koelinstallatie Opslag grond- en hulpstoffen Afvalstoffen Mest Bodem Metingen en registratie Brandveiligheid Overige vergunningen en/of meldingen die van toepassing zijn Toekomstige ontwikkelingen Nadere gegevens Bijlagen Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 2

3 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING WABO Gemeente: Noordenveld Gegevens aanvrager Naam van de aanvrager De heer J. van Straaten Postadres Veldweg 28 Postcode 9311 VB Plaats NIEUW-RODEN Telefoon Telefax - Verzoekt om een omgevingsvergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): Voor het oprichten van de inrichting of de werking daarvan te veranderen (art. 2.1 lid 1 onder e 2º en 3º) Verzoekt tevens, indien van toepassing, om deze aanvraag te beschouwen als melding Activiteitenbesluit milieubeheer Gegevens inrichting Naam inrichting Maatschap J.C.A. van Straaten en M.A.J. van Straaten-Mulder Adres Veldstraat 28 Postcode 9311 VG Plaats NIEUW-RODEN Kadastrale ligging: Gemeente Roden Sectie G Nummer 2906 Contactpersoon Dhr. J. van Straaten (eigenaar veehouderij) Mevr. W. Schotsman VanWestreenen adviseurs Telefoon Telefax - Aard van de inrichting Agrarisch bedrijf (het houden van vleeskalveren, schapen en volwassen paarden) Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 3

4 1. Algemeen 1a. Korte beschrijving activiteiten Het in werking hebben van een veehouderij met de volgende activiteiten: Het exploiteren van een vleeskalveren houderij; o Het houden van vleeskalveren Het hobbymatig houden van schapen en volwassen paarden Het opslaan van: o Veevoeders in de daarvoor bestemde voersilo s en zakken o Stro en hooi o Drijfmest in de kelders onder de stallen o Drijfmest in een afgedekte mestsilo o Kadavers onder de daarvoor bestemde kap o Medicijnen ten behoeve van de diergezondheid o Reinigingsmiddelen ter preventie van dierziekten o Bestrijdingsmiddelen (onkruid- en ongedierte bestrijding) o Smeerolie in vaten in lekbak o Zwavelzuur & spuiwater t.b.v. de chemische luchtwasser in stal D Het in gebruik hebben van: o Diverse stallen voor het houden van vleeskalveren, schapen en paarden o Een voerkeuken/ kantoor o Diverse berging en opslagruimtes o Diverse staande voersilo s o Een mestsilo o Een spoelplaats o Een bedrijfswoning o Een kolengestookte kachel t.b.v. warmwatervoorziening o Een chemische luchtwasser 90% 1b. Korte beschrijving wijzigingen (in hoofdlijnen) Het wijzigen van de vleeskalverhouderij: o Twee bestaande stallen worden vergroot (stallen C en D op plattegrond); o Het toepassen van een chemische luchtwasser 90% in stal D; o Het totaal aantal stuks vleeskalveren neemt toe Het aantal stuks schapen en paarden blijft ongewijzigd Het actualiseren van de vergunning; Het optimaliseren van de bedrijfsvoering. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 4

5 2. Bestaande vergunningen/meldingen Soort vergunning Datum Nummer Revisievergunning Wm 10 april 2007 MI 14/2007 Melding besluit mestbassins 21 september Revisievergunning Wm 2011 Melding Activiteitenbesluit 9 oktober 2014 (vervangen mestbassin voor mestsilo) 3. Vergunde veebezetting Voor onderhavige veehouderij is in 2011 een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend. Op grond van deze vergunning mogen de onderstaande dieraantallen gehouden worden: Tabel 1 Overzicht vergunde bedrijfsopzet 2011 Stal Diercategorie Stalsysteem B=660 Vleeskalveren Overige huisvesting C=300 (traditioneel) D=300 RAV code aantal dieren NH3/ dier OU/ dier PM10/ dier NH3/ totaal OU/ totaal PM10/ totaal A B Schapen Overige huisvesting B B Volwassen paarden Overige huisvesting K Totaal * emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens de Rav; * geuremissiefactor in odour units per seconde per dier volgens de Rgv; * fijn stofemissie (g/pm10/dier/jaar) Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 5

6 4. Aangevraagde veebezetting c.q. activiteit 4a. Overzicht veebezetting In de onderstaande tabel is de gevraagde / gewenste veebezetting weergegeven. Een plattegrondtekening van de gewenste bedrijfsopzet is als bijlage 1 aan deze aanvraag toegevoegd. Tabel 2 Overzicht gewenste bedrijfsopzet 2017 Stal B = 662 C = 654 Diercategorie Stalsysteem Vleeskalveren Overige huisvesting (traditioneel) D = 446 Vleeskalveren mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem; (BWL V1) RAV code aantal dieren NH3/ dier OU/ dier PM10/ dier NH3/ totaal OU/ totaal PM10/ totaal A A B Schapen Overige huisvesting B B Volwassen paarden Overige huisvesting K Totaal * emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens de Rav; * geuremissiefactor in odour units per seconde per dier volgens de Rgv; * fijn stofemissie (g/pm10/dier/jaar) b. Maatregelen volksgezondheid Binnen de vleeskalverhouderij worden de volgende maatregelen getroffen in het kader van de dier- en volksgezondheid en om de verspreiding van dierziektes te voorkomen: Binnen de veehouderij wordt slechts één (intensieve) diersoort gehouden; Er is geen sprake van een vrij uitloop. De dieren worden inpandig gehouden; Professionele begeleiding door adviseurs, dierenarts en voerleverancier; Er wordt per jaar een bedrijfsbehandelingsplan op het gebied van het gebruik van diergeneesmiddelen opgesteld in samenwerking met de begeleidende dierenarts; De begeleidend dierenarts bezoekt iedere maand het bedrijf; Beperkt antibiotica gebruik; Jaarlijks is er extra controle op de algehele gezondheidsstatus van het bedrijf; Strikte hygiënemaatregelen: o schone vuile weg principe o Iedere bezoeker krijgt bedrijfskleding aan. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 6

7 5. Activiteitenbesluit Op 1 januari 2008 is Activiteitenbesluit in werking getreden. Vanaf 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit uitgebreid met agrarische activiteiten. In het besluit zijn algemene regels opgenomen voor bedrijven die onder de Wm vallen en voorheen een milieuvergunning nodig hadden. Het Activiteitenbesluit maakt onderscheid tussen 3 categorieën bedrijven; type A, B en C. Type A bedrijven moeten zich houden aan de regels van het Activiteitenbesluit maar zijn niet meldingsplichtig ten aanzien van hun activiteiten. Type B bedrijven zijn wel meldingsplichtig ten aanzien van hun activiteiten. Voor type C bedrijven geldt dat zij (voor het onderdeel milieu) nog steeds een omgevingsvergunning moeten aanvragen. De vergunningsplicht (type C bedrijven) blijft gelden voor bedrijven met meer dan 1 : IPPC bedrijf: 750 zeugen (Rav. cat. D 1.2 en D 1.3); IPPC bedrijf: vleesvarkens (Rav. cat. D 3); IPPC bedrijf: stuks pluimvee (Rav. cat. E 3 t/ m E 5); vleesrundvee (Rav. cat. A4 t/ m A7). In de gewenste bedrijfsopzet wordt de grens van vleeskalveren overschreden, er is hierdoor sprake van een type C inrichting. Voor zover van toepassing, dient deze aanvraag op de betreffende onderdelen eveneens te worden aangemerkt als een melding op grond van het Activiteitenbesluit. 6. RIE Vanaf 1 januari 2013 is de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE geeft milieueisen voor de installaties die genoemd staan in de bij de richtlijn behorende bijlage I. Wanneer een installatie daar genoemd is, spreken we van een IPPC-installatie. Voor veehouderijen vallen de volgende installaties onder de werking van de RIE: meer dan plaatsen voor pluimvee, meer dan plaatsen voor vleesvarkens (van meer dan 30 kg) of, meer dan 750 plaatsen voor zeugen. De IPPC-richtlijn / RIE is niet van toepassing op het houden van vleeskalveren. Onderhavige veehouderij valt hierdoor niet onder de werkingssfeer van de IPPC-richtlijn / RIE. 1 Omwille de relevantie zijn niet alle diercategorieën genoemd uit het Activiteitenbesluit. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 7

8 7. Besluit milieueffectrapportage In het Besluit milieueffectrapportage (hierna Besluit m.e.r.) is in onderdeel C van de bijlage onder categorie 14 opgenomen wanneer voor de activiteit het fokken, mesten of houden van dieren een plicht tot het opstellen van een milieueffectrapport geldt. Dit is het geval bij het oprichten en/ of uitbreiden en/of wijzigen van een installatie met meer dan: stuks mestvarkens (Rav. cat. D 3) of 900 stuks zeugen (Rav. cat. D 1.2 en D 1.3). Verder is in onderdeel D van de bijlage van het Besluit m.e.r. onder categorie 14 opgenomen dat, in de aangegeven situaties, een milieueffectrapport moet worden opgesteld wanneer de voorgenomen activiteit leidt tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Dit geldt voor het oprichten en/ of uitbreiden en / of wijzigen van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren 2 met meer dan: 750 stuks zeugen (Rav. cat. D 1.2, D 1.3, en D 3 voor zover het opfokzeugen betreft); biggen (Rav. cat. D 1.1); stuks mestvarkens (Rav cat. D.3); stuks vleesrunderen (Rav cat. A.4 t/m A.7). In de huidige aanvraag is er sprake van het uitbreiden en wijzigen van een installatie, zoals bedoeld in het Besluit m.e.r., met maximaal 502 stuks vleeskalveren. In de aangevraagde situatie worden de, in de onderdelen C en D van de bijlage van het Besluit m.e.r., genoemde dieraantallen niet overschreden. Hierdoor is de m.e.r.-plicht dan wel de m.e.r.-beoordeling niet van toepassing. 8. Beoordeling geur 8a. Diercategorieën met geuremissiefactoren In de bij de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) behorende Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) zijn per diersoort en per stalsysteem omrekenfactoren opgenomen, waarmee de geuremissie kan worden berekend. Met behulp van een rekenmodel kan aan de hand van deze geuremissie de geurbelasting in de omgeving worden bepaald. Deze geurbelasting wordt uitgedrukt in aantal odour units per kubieke meter lucht. De geurhinder moet volgens de Wgv worden bepaald zoals aangegeven in de artikelen 3 tot en met 9. In artikel 3, eerste lid, van de Wgv staat dat een vergunning voor een veehouderij wordt geweigerd indien de geurbelasting van die veehouderij op een geurgevoelig object, gelegen: binnen een niet-concentratiegebied, binnen de bebouwde kom meer bedraagt dan 2,0 odour units per kubieke meter lucht; binnen een niet-concentratiegebied, buiten de bebouwde kom meer bedraagt dan 8,0 odour units per kubieke meter lucht. 2 Omwille de relevantie zijn niet alle diercategorieën welke genoemd worden in onderdeel D van de bijlage van het Besluit m.e.r. onder categorie 14 opgesomd. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 8

9 De gemeente Noordenveld is niet gelegen binnen een concentratiegebied. Conform artikel 2, eerste lid van de Rgv moet de geurbelasting berekend en getoetst worden met het verspreidingsmodel V-Stacks Vergunningen. De gemeente Noordenveld heeft voor het gebied waar de inrichting is gelegen geen gemeentelijke verordening opgesteld met afwijkende normen. In de directe omgeving zijn burgerwoningen van derden aan de Commissiebos 6 en Amerika 19 gelegen. Dit zijn de maatgevende woningen in het buitengebied voor de beoordeling van de geurhinder afkomstig van onderhavige veehouderij. Uit een beoordeling op grond van het verspreidingsmodel V-stacks blijkt dat in de gewenste situatie wordt voldaan aan de normstelling ter plaatse van de omliggende maatgevende burgerwoningen (zie ook tabel 3). Een volledige uitdraai van het verspreidingsmodel V-stacks is als bijlage 2 aan deze aanvraag toegevoegd. Tabel 3 Resultaten V-stacksberekening gewenste bedrijfsopzet Volgnummer GGLID X coordinaat Y coordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Commissiebos ,0 8,0 5 Amerika ,0 3,6 Onderstaande uitgangspunten zijn ingevoerd voor het berekenen van de geurbelasting in de gewenste bedrijfssituatie. Stal B ( OU): o Diameter uitstroomopening: o Gemiddelde gebouwhoogte: o Hoogte uitstootpunt: o Uittreedsnelheid: 0,63 m (gemiddeld) 4,1 m 8,5 m (hoogte nokventilatoren) 4,0 m/s (standaard bij mech. ventilatie // verticaal) Stal C ( OU): o Totale diameter uitstroomopening ventilatoren: 2,12 m o Gemiddelde gebouwhoogte: o Hoogte uitstootpunt: o Uittreedsnelheid: 4,1 m 9,0 m (hoogte nokventilatoren) 5,16 m/s (berekend o.b.v. aantal dieren// ventilatie) Stal C ( OU): o Diameter uitstroomopening luchtwasser: Uitstroomopening = 2,25 m2 o Gemiddelde gebouwhoogte: o Hoogte uitstootpunt: o Uittreedsnelheid: 1,69 m 4,1 m 9,0 m (uitstroomopening luchtwasser) 5,51 m/s (berekend o.b.v. aantal dieren// diameter wasser) Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 9

10 Het dimensioneringsplan van de chemische luchtwasser 90% in stal D is als bijlage 5 toegevoegd. Voor geurgevoelige objecten die onderdeel uitmaken van een andere veehouderij, of dat op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij, geldt een minimaal in acht te nemen vaste afstand van 50 meter. Op een afstand van ongeveer 107 meter van onderhavige veehouderij is een bedrijfswoning behorend tot een voormalige veehouderij van derden gelegen aan de Veldweg 26. Aan deze afstandseis kan derhalve ruimschoots worden voldaan. 8b. Diercategorieën met vaste afstanden In artikel 4 lid 1 van de Wvg staat dat de afstand tussen een veehouderij (emissiepunt) waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld en een geurgevoelig object: Binnen de bebouwde kom ten minste 100 meter bedraagt; Buiten de bebouwde kom ten minste 50 meter bedraagt. De werkelijke afstand van een emissiepunt van een binnen het berdrijf aanwezige stal (toekomstige situatie) tot de buitenzijde van het meest dichtbij gelegen geurgevoelige object buiten de bebouwde kom Commissiebos 6 bedraagt circa 160 meter. Hiermee wordt voldaan aan de vaste afstandseis. 8c. Gevelafstanden In artikel 5 lid 1 van de Wgv is opgenomen dat onverminderd de artikelen 4 en 4 bedraagt de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van een geurgevoelig object : Binnen de bebouwde kom ten minste 50 meter bedraagt; Buiten de bebouwde kom ten minste 25 meter bedraagt. De werkelijke afstand van de buitenzijde van een binnen het bedrijf aanwezige stal (toekomstige situatie) tot de buitenzijde van het meest dichtbij gelegen geurgevoelige object buiten de bebouwde kom Commissiebosweg 6 bedraagt circa 160 meter. Hiermee wordt voldaan aan de afstandseis. 9. Beoordeling ammoniak 9a. Wet ammoniak en veehouderij Binnen 250 meter van onderhavige inrichting bevindt zich geen zeer kwetsbaar natuurgebied. In onderhavige situatie ligt het bedrijf op circa meter van een kwetsbaar gebied. De Wet ammoniak en veehouderij is hierdoor op onderhavige inrichting niet direct van toepassing. De ammoniakemissie afkomstig van onderhavige veehouderij vormt, gelet op het gestelde in de Wet ammoniak en veehouderij, dan ook geen weigeringsgrond voor het realiseren van de gewenste opzet. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 10

11 9b. Directe ammoniakschade Er zijn in de directe omgeving van de inrichting, voor zover bekend, geen voor ammoniak gevoelige landen / of tuinbouwgewassen gelegen. Er is derhalve geen reden om aan te nemen dat, op dergelijke gewassen, directe schade als gevolg van de uitgestoten ammoniak zal plaatsvinden. Aan het gestelde in de Brochure Stallucht en Planten (1981) wordt dan ook voldaan. 9c. Wet natuurbescherming Vanaf 1 januari 2017 geldt de Wet natuurbescherming (Wnb). Deze wet voegt drie bestaande wetten samen namelijk de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- & Faunawet. Provincie Groningen is bevoegd gezag ten aanzien van de Wnb. Vooruitlopend op deze aanvraag is reeds bij provincie Drenthe een Wnb-vergunning (onderdeel Natuurbeschermingswet// PAS) aangevraagd. De ontvangstbevestiging van deze aanvraag is bijgevoegd als bijlage 3 aan deze toelichting. 9d. Besluit emissiearme huisvesting veehouderijen (AMvB-huisvesting) Op 25 juni 2015 is het Besluit emissiearme huisvesting gepubliceerd in het Staatsblad (2015, nr. 317). Op 1 augustus 2015 is dit besluit formeel in werking getreden. In het besluit huisvesting is aangegeven dat de ammoniakemissie uit huisvestingssystemen niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende maximale emissiewaarde. Vleeskalveren Voor vleeskalveren is in tabel 1 bij het Besluit emissiearme huisvesting veehouderij maximale emisssiewaarden opgenomen. In onderstaande tabel zijn de maximale emissiewaarden weergegeven. Tabel 4 Overzicht drempelwaarden Besluit De vleeskalveren in de stallen B en C worden gehouden in een overig huisvestingssysteem/ traditionele stalruimte. Voor vleeskalveren geldt op grond van het genoemde besluit een drempelwaarde voor bestaande stallen (en stallen gebouwd voor 1 januari 2020), die overeenkomt met een traditionele huisvesting (3,5 kg NH 3 per dierplaats per jaar). In stal D wordt een chemische luchtwasser 90% toegepast. De ammoniakemissiefactor per vleeskalf is 0,35 kg/jaar. Het leaflet van dit stalsysteem mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem; (BWL V1) is als bijlage 6 toegevoegd. Stal D voldoet derhalve ruimschoots aan het gestelde in het Besluit emissiearme huisvesting veehouderij. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 11

12 Paarden Voor paarden zijn geen emissiearm stalsystemen beschikbaar. Deze diersoorten kunnen dan ook alleen worden gehouden in traditionele stalruimtes. Voor volwassen paarden geldt op grond van het genoemde besluit een drempelwaarde, die overeenkomt met een traditionele huisvesting ( 5,0 kg NH 3 per dierplaats per jaar). Schapen Voor schapen zijn geen emissiearm stalsystemen beschikbaar. Deze diersoort kan dan ook alleen worden gehouden in traditionele stalruimte. Voor schapen geldt op grond van het genoemde besluit een drempelwaarde, die overeenkomt met een traditionele huisvesting (0,7 kg NH 3 per dierplaats per jaar). Gelet op het bovenstaande voldoet de gevraagde situatie dan ook aan het gestelde in het Besluit emissiearme huisvesting veehouderijen. 10. Luchtkwaliteit 10a. Fijnstof PM 10 en PM 2,5 In dit hoofdstuk is de emissie en immissie van fijnstof PM 10 beoordeeld. Voor PM 10 geldt een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m 3. Daarnaast geldt dat de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 μg/m 3 niet vaker dan 35 keer (dagen) per jaar overschreden mag worden. Daarnaast geldt er vanaf 1 januari 2015 voor PM 2,5 (een fractie van PM 10 ) de grenswaarde van 25 μg/m 3, gedefinieerd als jaargemiddelde concentratie. Voor de PM 2,5 is verder overigens geen maximaal aantal overschrijdingsdagen vastgesteld. Voor het vaststellen van de PM 2,5- factor (gram per dier/ jaar) moet er bij bronnen in de intensieve veehouderij vanuit worden gegaan dat deze 20 % van de PM 10 -factor bedraagt. In onderstaande tabel is voor de beoogde bedrijfsopzet de totale jaarlijkse PM 10 -en PM 2,5 - emissie weergeven. Tabel 5 Overzicht fijn stof gewenste bedrijfsopzet PM10/ PM2,5/ RAV code Stal Diercategorie Stalsysteem totaal totaal B = 662 C = 654 Vleeskalveren Overige huisvesting (traditioneel) A D = 446 Vleeskalveren mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem; 90% ammoniak emissiereductie (30% geur en 35% fijn stof emissiereductie) (BWL V1) A B Schapen Overige huisvesting B B Volwassen paarden Overige huisvesting K Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 12

13 10b. Jaargemiddelde concentratie PM 10 Zoals hiervoor beschreven geldt voor PM 10 een grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m 3. Daarnaast geldt dat de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 μg/m 3 niet vaker dan 35 keer (dagen) per jaar overschreden mag worden. In onderstaande tabel is voor de beoogde bedrijfsopzet de berekende PM 10 -concentratie weergegeven. De volledige fijn stof berekening is als bijlage 4 toegevoegd. Uit de voorgaande tabel blijkt dat op alle beoordelingslocatie voldaan kan worden aan de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van 40 μg/m 3. 10c. Overschrijdingsdagen 24-uurgemiddelde grenswaarde In onderstaande tabel is het aantal overschrijdingsdagen (maximaal 35 dagen overschrijding van de 24- uur grenswaarde van 50 μg/m 3 ) weergegeven. Uit voorgaande tabel blijkt dat op alle beoordelingslocaties binnen het aantal overschrijdingsdagen maximaal 6 bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de Wet luchtkwaliteit. 10d. Fijnstof PM 2,5 Zoals hiervoor reeds beschreven geldt er vanaf 1 januari 2015 voor PM 2,5 (een kleinere fractie van PM 10 ) de grenswaarde van 25 μg/m 3, gedefinieerd als jaargemiddelde concentratie. Voor de PM 2,5 is geen maximaal aantal overschrijdingsdagen vastgesteld. De berekende PM 10 -concentraties op de verschillende beoordelingslocaties liggen maximaal op μg/m 3. In deze PM 10 -concentratie zit het aandeel PM 2,5 -concentratie verdisconteerd. De PM 2,5 -concentratie is immers de kleine fractie van de berekende totale PM 10 -concentratie. Daarnaast is de PM 2,5 -factor (gram per dier/ jaar) bij agrarische bronnen slechts 20 % van de PM 10 -factor. Nu de berekende totale PM 10 - concentratie op alle beoordelingslocaties maximaal op μg/m 3 bedraagt en de PM 2,5 -concentratie slechts een kleine fractie (20%) van de berekende totale PM 10 -concentratie is, zal de totale PM 2,5 - concentratie ter hoogte van de beoordelingslocaties voor de gewenste situatie aanmerkelijk lager dan 25 μg/m 3 blijven. Daarmee wordt voldaan aan de norm voor PM 2,5. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 13

14 11. Geluid 11a. Werktijden De veehouderij is zeven dagen per week continue in bedrijf. De gangbare werktijden zijn van 6.00 uur s ochtends tot uur s avonds, met uitzondering van incidentele activiteiten. Gedurende maximaal 12 dagen per jaar worden ook werkzaamheden (afwijkende bedrijfstijden) uitgevoerd in de avond- en nachtperiode (tussen en uur) in verband met o.a. de afvoer van de dieren en de oogstwerkzaamheden. Op zon- en feestdagen worden de werkzaamheden tot een minimum beperkt. 11b. Omschrijving geluid/trillingsbronnen binnen de inrichting: Aantal Aantal uren in bedrijf tussen: uur uur uur Tractor (nr. 20) 1 1,5 0,5 - Shovel (nr. 21) 1 3,5 1,0 - Hoge drukreiniger (nr. 16) 1 2,0 - - Noodstroomaggregaat (nr. 25) 1 Incidenteel Incidenteel incidenteel Compressor (nr. 15) 1 1,0 - - Ventilatoren / luchtwasser 26 continue continue continue De overige niet benoemde stationaire en mobiele geluidsbronnen leveren vanwege het (lage) geluidsvermogenniveau en/of geringe bedrijfsduur in relatie tot de afstand tot de dichtstbijgelegen woningen ten opzichte van de overige geluidsbronnen geen bijdrage aan de geluidsemissie vanwege het bedrijf en zijn daarom niet nader benoemd in deze aanvraag. 11c. Welke aan- en afvoerbewegingen vinden er plaats? Geluid-/trillingsbron Frequentie (aantal Max. Aantal voertuigen voor aan- en afvoer per activiteit: dagen per tijdsduur aangegeven periode) u u u. Aanvoer melkpoeder 2x per week 0,5 uur 1 vrachtwagen - 1 vrachtwagen Aanvoer vleeskalveren 4 dagen per jaar 5 uur - - Div. vrachtwagens* Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 14

15 Afvoer vleeskalveren 8 dagen per jaar 7 uur - - Div. vrachtwagens* Afvoer dunne mest 2 x per maand 3 uur 3 vrachtwagens - - Afvoer kadavers Op afroep 5 minuten 1 vrachtwagen - - Aan- en afvoer zwavelzuur / spuiwater Op afroep 0,5 uur 1 vrachtwagen - - Afvoer afvalstoffen 1 x per week 5 minuten 1 vrachtwagen - - Aanvoer hooi/stro 2 x per jaar 1 uur 1 vrachtwagen - - Overig aanvoer / onvoorzien 1 x per week 1 uur 1 vrachtwagen - - Personenauto s Bestelbus 12 x per dag 2 x per week 5 minuten 5 minuten * = De aan- en afvoer van vleeskalveren geschiedt afwisselend in de dag-, avond- of nachtperiode en is afhankelijk van de planning van de transporteur/ leverancier/ slachterij. 11d. Zijn er ventilatoren op het bedrijf aanwezig? Ja, zie plattegrondtekening. 11e. Voorzieningen tegen geluidsoverlast Tijdens het laden en lossen is de motor van het transportmiddel uitgeschakeld; Afschermende werking van de gebouwen; Omkasting chemische luchtwasser; ventilatoren zijn voorzien van omkasting (koker). 12. Energie 12a. Algemeen Hebben de aangevraagde wijzigingen invloed op het energieverbruik Ja, door de beoogde uitbreiding zal het verbruik toenemen. 12b. Overzicht energieverbruik per jaar (schatting) Energiebron Verbruik Aardgas m 3 Elektriciteit KWh Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 15

16 12c. Wordt er gebruik gemaakt van krachtstroom (380 Volt) Ja. 13. Water 13a. Waterverbruik (geschat) Soort water m 3 per jaar Globaal gebruiksdoel Leidingwater 450 m 3 Privédoeleinden en calamiteiten Grondwater Drinkwater vee en schoonmaakwerkzaamheden 13b. Bedrijfsafvalwater Verontreinigde stoffen die in het afvalwater kunnen komen: Handeling waarbij afvalwater vrijkomt Afvalstof Opvang afvalwater in Reinigen stallen/ voerkeuken Stof-, voer- en mestresten Mestkelders Hemelwater - Bodem/ sloot Bedrijfswoning / sanitaire voorzieningen Afvalwater van huishoudelijke aard Via IBA op de sloot Spoelplaats Zand, voer- en mestresten Mestkelder Restwater bronpomp IJzerdeeltjes Mestkelder 14. Koelinstallatie Niet van toepassing Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 16

17 15. Opslag grond- en hulpstoffen 15a. Opslag vloeibare stoffen Soort Type opslag Inhoud / Hoeveelheid Nummer op tekening Smeerolie Vat in lekbak 2 x 60 liter 18 Bestrijdingsmiddelen In originele verpakking in kast 25 liter/kg 12 Reinigingsmiddelen In originele verpakking in kast 150 liter/ kg 11 Zwavelzuur Wisselreservoir (kunststof/dubbelwandig) liter 28 15b. Opslag gas Niet van toepassing 15c. Opslag overige stoffen Soort Type opslag Inhoud / Hoeveelheid Nummer op tekening Medicijnen In originele verpakking in (koel) kast 10 kg/st 10 Stro/ hooi Balen 2 x 500 balen 19 Krachtvoer/ melkpoeder Silo s 1 x 4 ton 1 x 10 ton 2 x 13 ton Silo 1 Silo 2 Silo 3 Krachtvoer Zakken 2 ton Afvalstoffen 16a. Bedrijfsafvalstoffen Soort afval Wijze van opslag Afvoerfrequentie Inzamelaar / verwerker GFT-afval Containter 240 litr. 1 x per 2 weken Erkende inzamelaar Restafval Grijze container 240 litr. (nr. 22) 1 x per 2 weken Erkende inzamelaar Kadavers Kap (nr. 23) Op afroep Rendac Oud papier Dozen Maandelijks Erkende inzamelaar Plastic Container/ zakken Maandelijks Erkende inzamelaar Spuiwater Silo 30 m3 Op afroep Erkende verwerker Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 17

18 16b. Gevaarlijke afvalstoffen Soort afval Hoeveelheid per jaar Wijze van opslag Afvoerfrequentie Inzamelaar / verwerker TL-buizen 15 stuks Doos 1 x per jaar Erkende inzamelaar KCA 40 kg/l Chemobox 1 x per jaar Erkende inzamelaar 17. Mest 17a. Opslag mest Soort Hoeveelheid Afgedekt? Vloeibare mest Kelders = m 3 Mestsilo E = m 3 Ja Ja Vaste mest n.v.t 17b. Afstanden tussen mestopslag en woningen van derden Afstand in meters Afstand tussen opslag van vloeibare mest Afstand tussen opslag van vaste mest >> 25 meter N.v.t. 18. Bodem 18a. Is er een bodem kwaliteitsonderzoek verricht? Nee Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 18

19 18b. Zijn er bodembeschermende maatregelen getroffen? Activiteit Maatregel stallen / houden van vee vloeistofkerende vloer opslag dunne mest opslag in mestdichte kelders opslag reinigings- en ontsmettingsmid. opslag in afgesloten kast spoelplaats vloeistofkerende vloer opslag kadavers vloeistofkerende vloer opslag zwavelzuur wisselreservoir / dubbelwandig kunststof opslag spuiwater productbestendige silo Gelet op bovenstaande zijn voor alle bodembedreigende activiteiten voldoende maatregelen getroffen. Op grond van de Nederlandse Richtlijn Bodemrisico is er hierdoor sprake van een aanvaardbaar verwaarloosbaar risico op bodemverontreiniging (cat I). 19. Metingen en registratie leidingwaterverbruik grondstoffenverbruik afvalstoffen energieverbruik keuringen / inspecties, o.a. brandblusmiddelen, luchtwasser bedrijfsafvalwater 20. Brandveiligheid Er zijn afdoende brandblusmiddelen aanwezig binnen de veehouderij (de brandblusmiddelen zijn aangegeven op de plattegrondtekening). 21. Overige vergunningen en/of meldingen die van toepassing zijn 21a. Bouwvergunning Ja, deze wordt gelijktijdig aangevraagd. 21b. Sloopvergunning N.v.t. Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 19

20 21c. Waterwet Vinden er lozingen plaats waarvoor een Waterwet-vergunning nodig is? Nee 22. Toekomstige ontwikkelingen Zijn er nog relevante toekomstige ontwikkelingen die van belang zijn voor deze aanvraag? Nee (afhankelijk van wet- en regelgeving). 23. Nadere gegevens Ten aanzien van de aanwezige installaties, het elektrische vermogen en het vermogen van de verbrandingsmotoren wordt verwezen naar de plattegrondtekening. 24. Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Plattegrondtekening gewenst bedrijfsopzet; Uitdraai Vstacks Ontvangst Wnb-aanvraag Uitdraai ISL3a-berekening Dimensioneringsplan luchtwasser Stalbeschrijving / leaflet Aanvraag omgevingsvergunning Veldweg 28 te Nieuw-Roden 20