De voorzitter opent de commissievergadering om uur en heet de aanwezigen welkom.

Transcriptie

1 NOTULEN van de vergadering van de commissie Grondgebiedszaken van de gemeente Bergen gehouden op 23 oktober 2013 om uur in het gemeentehuis te Bergen Aanwezig: Voorzitter: Griffier: Portefeuillehouder: Overige aanwezigen: Insprekers: Verslag: dhr J.M.M. Cuijpers (KERN), dhr J.H.G.M. van Eekeren (PK), dhr J.H.M. Fransman (CDA), dhr C.T. Gramser (PK), dhr O.M.M. Huizinga (VVD), dhr A.H.M. Michiels (VVD), mw M.H.M. Raijmakers-van der Stap (KERN), dhr H.M.J.J. van Riswick (KERN), dhr J.H.M. Straatman (CDA), dhr J.C.G. Valckx (PK), dhr N.A.M. Vloet (CDA) en dhr N. van Zinderen (VVD) dhr W.R. van der Kwast dhr W. P.G.M. Scheepens dhr B.J.M. Buiting dhr W. Janssen (Stuurgroep Regiovisie/Provincie Limburg) en dhr P. Vossen (Stuurgroep Regiovisie/Provincie Limburg) dhr J. Deutekom en dhr P. Lucassen Buro Service Overasselt, dhr M.J.M. Geurts 1. Opening De voorzitter opent de commissievergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. 2. Burgers aan het woord Dhr Deutekom houdt namens Teunesen Zand en Grint BV, bekend als trekker en initiatiefnemer van Maaspark Well in Kampergeul een pleidooi naar aanleiding van agendapunt 6 Masterplan Mooi Maasdal. Voorop staat, dat Teunesen alle begrip heeft voor de noodzaak om het grondgebied van de gemeente Bergen en de provincie Limburg blijvend en duurzaam te beschermen tegen toekomstige hoogwaters. Ook is Teunesen groot voorstander, dat de daarvoor noodzakelijke maatregelen het best tot stand kunnen komen in een integrale, gebiedsgerichte aanpak, waarbij niet alleen hoogwaterbescherming, maar ook natuur, landbouw, toerisme, recreatie, zandwinning en economie op gelijkwaardige wijze een plek krijgen. Het in eendrachtige samenwerking tussen gemeente en Teunesen tot stand gekomen Maaspark Well is hiervan een prachtig voorbeeld. Het voorliggend Masterplan Mooi Maasdal is meer dan gemiddeld op natuur en kleinschalige recreatie geënt en heeft niet het breed gesuggereerde draagvlak. Ook ontbreekt een duidelijke, financiële paragraaf. Teunesen en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) zijn als primaire stakeholders/shareholders maar marginaal bij de planvorming betrokken. Met al haar expertise twijfelt Teunesen, zoals in meerdere hoogwaterprojecten langs de Maas bewezen, aan de financiële haalbaarheid van de voorgenomen plannen. Hij wordt in die gedachte gesterkt door een vergelijkbaar masterplan in Midden Limburg, dat om financiële redenen al enkele jaren niet of nauwelijks van de grond komt, maar de betrokken gemeenten jaarlijks veel geld kost. Zonder wederhoor is onterecht vastgesteld, dat de plannen van Teunesen een financieel tekort zouden vertonen. De door de Stuurgroep Regiovisie voorgestelde reductie van de plannen van Teunesen met betrekking tot de Haven Heijen en de Hoogwatergeul Afferden stelt niet alleen de financiële haalbaarheid van de hoogwatermaatregel zelf op de proef, maar vooral ook de financiële bijdragen aan door de gemeente Bergen beoogde maatschappelijke doelen en maakt daarmee de haalbaarheid daarvan op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Een vertegenwoordiger van de Deltacommissie heeft verzekerd, dat rijksbijdragen voor hoogwaterveiligheid in het kader van het Deltaprogramma er pas na 2030 zullen zijn en dan alleen voor sobere en effectieve beschermingsmaatregelen en niet voor andere gebiedsgerichte ontwikkelingen, die de regio zelf zal moeten betalen. Hij pleit ervoor in lijn met het te nemen raadsbesluit de komende tijd samen met alle relevante betrokken partijen nog eens goed naar de plannen te kijken, zodat voor de gemeente Bergen én de betrok- 1

2 ken stakeholders het meest optimale en een financieel haalbaar resultaat wordt bereikt. Net als de gemeente Gennep moet nu alleen het voor de hoogwaterbestrijdingsplannen benodigde maximale grondgebruik worden verankerd en daarbij de benodigde waterstandsverlaging worden gegarandeerd. Deze gaan een plek krijgen in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg en in het Kamerbesluit over het Deltaprogramma, en krijgen daarmee een zekere planologische verankering. Minder kan immers altijd nog, maar meer zal lastig blijken te zijn. Zorg om de controle te verliezen hoeft de gemeente Bergen niet te hebben, omdat zij uiteindelijk met het bestemmingsplan het laatste woord zal hebben. Dhr Lucassen heeft namens de Limburgse Land- en Tuinbouwbond alle begrip voor de werken die nodig zijn om de waterveiligheid te vergroten, maar heeft moeite met het verlies aan landbouwgronden door de keuzes die daarbij gemaakt worden. Het gaat om ruim 200 ha onttrekking van landbouwgronden en 450 ha vernatting, waardoor nog maar zeer beperkt landbouwkundig gebruik mogelijk is. Voor 5 tot 10 bedrijven is er op termijn geen toekomst meer. De uitdaging ligt in het vinden van een win-win situatie, die ook de belangen van land- en tuinbouw versterkt. In 2009 hebben de Provincie Limburg en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond de Verklaring van Roermond ondertekend, die een antwoord is op de ruimteclaims in het landbouwgebied. Belangrijke elementen zijn zuinig ruimtegebruik en versterken van het agrarisch productiepotentieel. De Verklaring is uitgewerkt in een leidraad voor gemeenten: de praktijkgids zuinig ruimtegebruik. In het voorliggend Masterplan Mooi Maasdal staat, dat de gemeenten in overleg met ondernemers een landbouwontwikkelingsplan gaan maken. De LLTB is blij met dit voornemen, omdat dit aansluit bij de Verklaring van Roermond en tevens ruimte biedt om lokale inzichten mee te nemen in de plannen en varianten nader te bekijken, zoals de effecten van een beperkte weerdverlaging. Een Landbouw Effect Rapportage is hiervoor een geschikt instrument. Het is belangrijk, dat de ruimtelijke ontwikkeling kan steunen op voldoende draagvlak in het gebied. Om ruimte te geven aan het proces mogen de voorliggende plannen voorlopig niet in beton worden gegoten. Geef, zoals de gemeente Gennep heeft gedaan, een zoekgebied aan waarin het mogelijk is om te zijner tijd één van de voorgestelde varianten of een mengvorm hiervan uit te voeren. Ook het nationale Deltaprogramma vraagt nu niet om een gedetailleerde uitwerking. Van belang zijn de resultaten voor de waterveiligheid, niet de onderliggende plannen. De LLTB werkt graag mee aan een landbouwontwikkelingsplan en zal haar leden oproepen constructief mee te denken over de gebiedsopgaven in relatie tot de eigen ontwikkelingswensen. Zij gaat ervan uit, dat de bedrijven vanuit het project individuele bedrijfsbegeleiding krijgen. Een aantal van hen zal immers worden gevraagd ingrijpende beslissingen te nemen. De LLTB heeft begrip voor de noodzaak aan waterveiligheid te werken en benadert dit vraagstuk vanuit de Verklaring van Roermond. De LLTB omarmt het voorstel samen te werken aan een landbouwontwikkelingsplan en vraagt om ondersteuning voor individuele bedrijven. 3. Definitieve vaststelling van de agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 4. Verslag vergadering commissie Grondgebiedzaken van 18 september 2013 Tekstueel Pag 4 agendapunt 6 Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Rivierverruiming Daar waar wethouder Buiting bovenaan aan het woord is, dient aan de zinsnede daar staan nog enkele woningen, een jongveestal, een loods te worden toegevoegd een rundveestal. Enkele regels verder dient de zinsnede De deal die Rijkswaterstaat met de gemeente heeft te worden vervangen door De deal die Rijkswaterstaat de gemeente biedt. Pag 5 agendapunt 7a Notitie pachtbeleid Dhr Cuijpers (KERN) wijst erop, dat in de eerste zin waar hij aan het woord is raadsvergadering moet worden vervangen door commissievergadering. 2

3 Naar aanleiding van Pag 1 agendapunt 4 Verslag vergadering commissie Grondgebiedszaken van 14 augustus 2013 Dhr Michiels (VVD) merkt op, dat de balieflitsvergunning op de gemeentelijke website staat, maar dat hierover nog niet is gepubliceerd in de Maas- en Niersbode. Wethouder Buiting geeft aan, dat het artikel voor de Maas- en Niersbode wel is opgesteld, maar nooit is geplaatst. Hij zorgt ervoor, dat dit alsnog gebeurt. Pag 2 agendapunt 5 Actuele ontwikkelingen, toegelicht door wethouder Buiting Dhr Michiels (VVD) vraagt naar een update van de stand van zaken rond de Twistedenerweg. Wethouder Buiting heeft goede gesprekken met Terraq, waarbij duidelijk is dat van enige bijdrage sprake kan zijn afhankelijk van de begroting. Bezien wordt of via Europese middelen tot een extra bijdrage kan worden gekomen. De route van de ontsluiting en de oplossing daarin is helder: geopteerd wordt voor een fietspad aan de zuidkant van de Twistedenerweg. De route daarvan is op een haar na rond, maar de afronding is lastig. Het gaat om een stukje bos van twee overleden eigenaren: een Nederlandse en een Duitse. De notaris zoekt uit om wie het gaat: voor de Duitse eigenaar tast men nog in het duister. Als een en ander bekend is, kan gekomen worden tot een calculatie en afwerking en een bijeenkomst met de buurt om de opties te bespreken. Dhr Michiels (VVD) heeft een buurtbewoner gesproken, die zich niets kan herinneren van gesprekken met de buurt. Wethouder Buiting weet, dat met alle belanghebbenden rond de Twistedenerweg alsook de Zandakker individueel is gesproken. Op korte termijn zal de omwonenden een brief over de stand van zaken worden toegezonden. Pag 5 agendapunt 7a Notitie pachtbeleid Dhr Michiels (VVD) constateert, dat wethouder Buiting heeft toegezegd een herziening taxatie pachtgronden te zullen uitvoeren. Niet duidelijk is wanneer deze kan worden verwacht. Wethouder Buiting heeft toegezegd, dat er een oriëntatie zal plaatsvinden. Deze staat nu nog niet op de rol, omdat men druk doende is met het bestemmingsplan Buitengebied en prioriteiten in de volgorde van werkzaamheden heeft moeten stellen. De heroriëntatie zal in elk geval plaatsvinden, maar hij kan niet aangeven wanneer. Of deze tot iets zal leiden moet afgewacht worden. Dhr Michiels (VVD) weet waaraan het ligt, dat prioriteiten gesteld moeten worden. Insteek is, dat het bestemmingsplan Buitengebied in december 2013 in de raad wordt behandeld. Vanaf december 2013 / januari 2014 zal de herziening taxatie pachtgronden opgepakt kunnen worden. Wethouder Buiting bevestigt, dat dhr Michiels in theorie gelijk heeft, maar wil tegen die tijd de volgorde van werkzaamheden zelf bepalen. De vertraging door de werkzaamheden bestemmingsplan Buitengebied voor andere werkzaamheden bedraagt minimaal een maand. Hij vraagt er begrip voor, dat de herziening taxatie pachtgronden nog enige tijd zal duren. Het verslag wordt onder dankzegging aan de notulist met inachtneming van bovenstaande aanpassingen vastgesteld. 5. Actuele ontwikkelingen, toegelicht door een lid van het college MEDEDELINGEN DOOR WETHOUDER BUITING Hij heeft een voorlopige rapportage van de Visitatiecommissie Waterketen Regio Venlo/Venray voorgezeten door oud-politica Karla Peijs ontvangen. Op basis van de beoordeling rekent men de Regio Venlo/Venray tot de groep koplopers. Er is voldoende ambitieniveau: 10% minder/meer kosten in 2020 ten opzichte van 2010, hetgeen iets onder de landelijk afgesproken doelstelling ligt. Er is voldoende concreetheid in de plannen. Sprake is van een uitstekende samenwerking, een stevige basis en een bestuurlijke convenant. Verder is er voldoende voortgang van de implementatie van de plannen: projecten zijn in uitvoering en deels afgerond. Desgevraagd zorgt hij voor verspreiding van de voorlopige rapportage onder de commissieleden. In de commissievergadering Welzijn zijn vragen gesteld over de accommodatie en Maaspark Well die hij nu wil beantwoorden. Het klopt, dat de opbrengst van Maaspark Well ,-- bedraagt. De diverse kosten bedragen totaal ,--. Gevraagd is naar besluitvorming in de raad inclusief de financiële component. In tijd is het lang geleden, dat gesproken is over planvorming en financiële consequenties inzake Maaspark Well. In de commissievergadering Grondgebiedszaken d.d. 13 maart 2013 zijn alle componenten ten aanzien van de grondexploitatie besproken. De exploitatie van Maas- 3

4 park Well vormde hiervan onderdeel en is als zodanig vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 2 april D.d. 19 november 2013 vindt een themaraadsvergadering over Maaspark Well plaats. 6. Presentatie en voorstel tot vaststelling Masterplan Mooi Maasdal (drie gemeenten) Presentatie Dhr Vossen verzorgt een presentatie, waarvoor kortheidshalve wordt verwezen naar de hand-out. Aan de orde komen de voorgeschiedenis en de hoogwatertaakstelling Deltaproces. Dhr Michiels (VVD) hoort zeggen, dat goed overleg heeft plaatsgevonden met de Limburgse Land- en Tuinbouwbond en dat daardoor de schade voor de agrarische bedrijven beperkt zou zijn. De inspreker namens de LLTB sprak echter over ruim 200 ha onttrekking van landbouwgronden en 450 ha vernatting. Kloppen deze getallen wel? Dhr Vossen bevestigt de getallen, maar deze zijn gedateerd. Naar aanleiding van de wensen en kritiek van de LLTB zijn de mogelijkheden met elkaar besproken om zoveel mogelijk hectares te besparen. Dhr Michiels (VVD) vraagt of de agrariërs in Gennep en Mook en Middelaar naar verhouding minder grond verliezen als in Bergen. Dhr Vossen legt uit, dat van de maatregelen in Bergen met name de gebieden bovenstrooms profiteren. Van de maatregelen in Mook en Middelaar profiteert Bergen grofweg. In Mook profiteert men van de maatregelen die benedenstrooms in Bergen getroffen worden. Het programma gaat uit van solidariteit van Eijsden tot Hoek van Holland. Als één of meerdere gemeenten niet meedoen of qua temporisering niet de juiste maatregelen treffen, ontstaan situaties die niet te overzien zijn. Dhr Van Eekeren (PK) vraagt of er zicht is op de financiële kant richting 2050, wanneer alles klaar moet zijn. Dhr Vossen kan niet meer dan aangeven, dat er een Deltafonds komt dat jaarlijks met 1 miljard gevuld wordt voor alle maatregelen die in Nederland nodig zijn om het hoofd te bieden aan de hogere waterstanden. Gebieden waar het niet gaat om volksgezondheidsrisico s, maar meer om economische schade, lopen achter op bijvoorbeeld kustgebieden en gebieden langs de grote rivieren. Op termijn zal ook deze regio aan de beurt zijn om maatregelen te treffen. Hij gaat er vanuit dat deze maatregelen in grote mate worden bekostigd door het Deltafonds en mogelijk zoals ook bij de waterkeringen het geval is vanuit de Waterschappen. Of het Rijk hiervoor besluiten zal nemen, wordt binnen anderhalf jaar bekend. Hij gaat er niet vanuit, dat de gemeenten zelf voor de kosten moeten opdraaien. Dhr Van Eekeren (PK) herinnert zich uit het verleden situaties, zoals uit 1995/1996, waarbij de gemeenten zelf opgezadeld werden met de kosten. Dhr Vossen constateert, dat de geschiedenis zich herhaalt. De provincie heeft 2 jaren geleden met staatssecretaris Atsma een overeenkomst over de waterveiligheid Maas gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt om de sluitstukkaders voor de waterveiligheid te realiseren. De helft van de rekening is door het Rijk doorgeschoven naar de Waterschappen. Iedereen die aan het Waterschap heffingen verschuldigd is, betaalt hieraan mee. De precieze uitwerking is uiteraard de komende jaren nog punt van onderhandeling. Dhr Michiels (VVD) hoort, dat alle gemeenten mee moeten doen, terwijl Gennep het kennelijk anders gaat doen. Hoe zit het met Mook en Middelaar? De laatste keer is in Middelaar door dhr Vossen verteld, dat als de plannen van Teunesen uitgevoerd worden het over vele miljoenen gaat, waardoor de financiële onderbouwing wellicht door particuliere ondernemers ingevuld kan worden. Dhr Van Riswick (KERN) veronderstelt, dat het niet alleen over de participatie van Gennep en Mook en Middelaar gaat, maar om meer gemeenten en provincies. De gemeente Bergen heeft voor hoogwatermaatregelen fysiek al het nodige gedaan en ingeleverd, waarbij van solidariteit geen enkele sprake is. Bergen is al buitenproportioneel aan de slag. Op het grondgebied van de gemeente Bergen van de brug bij Well tot aan de grens bij Heijen is al meer dan 600 ha landbouwgrond voor maatregelen ingeleverd. In het Brabantse ziet hij wat dat betreft nog weinig gebeuren. Dhr Michiels (VVD) vraagt of de inspreker van de LLTB de door dhr Vossen genoemde getallen al kent, aangezien hij andere getallen noemt. Dhr Vossen geeft aan, dat de door de inspreker genoemde getallen overeenkomen met de getallen uit het Masterplan Maasdal Noord-Limburg. De door spreker genoemde getallen komen uit het Masterplan Mooi Maasdal. Dhr Van Eekeren (PK) betreurt, dat kennelijk sprake is van een frictie tussen partijen over de juiste getallen. Dhr Vossen wijst erop, dat er op uitgebreide schaal contact met de plaatselijke afdelingen van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond is geweest. De reactie van de LLTB Roermond was positief. De stap van het Masterplan Maasdal Noord-Limburg naar het Masterplan Mooi Maasland zag men als een forse stap in de goede richting. Er is niet voor gekozen de door Teunesen voorgestelde maatregelen in de volle omvang door te voeren, omdat dan een soort nieuw Maasplassengebied in 4

5 Noord-Limburg zou ontstaan en één Maasplassengebied bij Roermond vond de stuurgroep meer dan voldoende. Gekeken is naar een optimale mix tussen maatregelen in het gebied om de hoogwatertaakstelling te bereiken en extra bekostiging van de maatregelen, waarover het Rijk tevreden zal zijn. Dhr Janssen vervolgt de presentatie met de onderdelen Haven Heijen, Hoogwatergeul Afferden, Groene Rivier Well en realisatie hoogwatertaakstelling. Dhr Vloet (CDA) ziet niet, waardoor de ontwikkelingen in Well door het Masterplan gestimuleerd worden. Er komt juist meer water in het gebied dan nu. Dhr Janssen legt uit, dat een herinrichting van de Maasvlakte Well kan worden opgepakt. Wethouder Buiting vult aan, dat een en ander nog niet specifiek bekend is. Hij heeft destijds een gesprek met het Wells Forum gehad, waarbij een uitgewerkte visie is meegegeven. Het is een utopie te denken, dat Well en Well naar elkaar groeien, maar het gebied ertussen kan zodanig worden ingericht en gebruikt, dat als het ware sprake is van één gemeenschap. Dhr Vloet (CDA) constateert, dat het gebied dat nu waterwerk winterbed is door het omdijken wordt onttrokken aan de Maas c.q. zo weggegeven wordt. Dhr Janssen merkt op, dat de eerste reacties in het kader van de Deltacommissie, waarin ook Rijkswaterstaat aan tafel zit, positief zijn juist vanwege de grote effecten qua waterstandsdaling en doorstroming. Het lijkt erop, dat men concessies wil doen in de zin zoals dhr Vloet schetst. Dhr Vossen vult aan, dat door het realiseren van de groene geul c.q. rivier de bij Maaspark Well getroffen maatregelen veel effectiever worden ten aanzien van daling van de hoogwaterstanden. Dhr Van Riswick (VVD) vraagt of er dan in het hele plangebied een herziening van stroomvoerend en waterwerk winterbed komt. Dhr Janssen gaat er zeker van uit, dat Rijkswaterstaat de vigerende kaarten gaat aanpassen op basis van de besluiten in het kader van de Deltabeslissingen. Dhr Van Riswick (KERN) wijst erop, dat dit pas achteraf gebeurt over 50 jaar. Dhr Janssen weet niet of dit zo lang zal duren. Vraag is of Rijkswaterstaat keer op keer de kaarten aanpast of voor de langere termijn kaarten vaststelt. Dhr Van Riswick (KERN) merkt op, dat dit de discussie beïnvloedt: moet de commissie globaal kijken naar grote gebieden of gedetailleerd? Wethouder Buiting gaat door met de presentatie en geeft aan, dat het Masterplan Mooi Maasdal volgens de Stuurgroep Regiovisie de oplossing en communicatie is richting Deltacommissie. Het is belangrijk, dat men het hierbij met elkaar eens is. Daarom is men in Maascorridor verband in Noord- Limburg bijeengekomen, waarbij de Brabantse regio ook was vertegenwoordigd. Zowel aan de noordelijke kant van Maascorridor als de zuidelijke en Brabantse kant is rivierverruiming het uitgangspunt. In de gemeente Gennep is dit reeds eerder aan de orde geweest in een rondetafelconferentie. Op grond hiervan heeft het Gennepse college gemeend af te moeten wijken van het eerder ingenomen standpunt, hetgeen hij op zichzelf betreurt. Gennep wil minder detaillistisch werken en een en ander in grotere kaders en abstracter maken. Aan de gedefinieerde zoekgebieden wil Gennep een norm hangen, waardoor men flexibeler is op de lange termijn. Het is nu het moment invloed uit te oefenen op hetgeen straks door de Deltacommissie besloten gaat worden. Hij schat in, dat als dit op detailniveau gebeurt, de grootste kans aanwezig is dat hierin wordt meegegaan en de daarvoor benodigde middelen beschikbaar worden gesteld. Als het wat vrijer en abstracter wordt gelaten, wordt minder duidelijk antwoord van de Deltacommissie over de financiën gekregen en wellicht een plan voorgeschoteld krijgt, waarbij de Deltacommissie het recht meer in eigen hand neemt. Dhr Van Riswick (KERN) gaat ervan uit, dat in geval dat de Deltacommissie het recht meer in eigen hand neemt, ook de gelden voor de hoogwatermaatregelen via die lijn komen. Begonnen is met de Regiovisie, die nu ondersneeuwt en een ander leven is gaan leiden door de plannen van de Deltacommissie. Getracht wordt nu de Regiovisie aan te haken bij iets, dat over 40, 50 of 60 jaren gaat gebeuren en daarvoor de middelen beschikbaar te krijgen. De Regiovisie was meer bedoeld voor de kortere termijn. De regio schiet met het Masterplan Mooi Maasdal op dit moment weinig op. De hoogwatermaatregelen worden door de Deltacommissie wel betaald. Wethouder Buiting heeft in de Stuurgroep Regiovisie gezegd, dat het Masterplan een wel erg grote hydrologische component heeft en in feite hetzelfde gezegd als dhr Van Riswick. Men kan de ogen niet sluiten voor wat er via de Deltacommissie aankomt en moet rekening houden met hoogwatermaatregelen die er in de toekomst aankomen. Het Masterplan geeft antwoord op economische impulsen voor de komende jaren. Dhr Vossen vult aan, dat als men ontwikkelingen in het rivierbed van de Maas wil en bij Rijkswaterstaat aanklopt, Rijkswaterstaat als eerste vraagt of dit niet in de weg ligt voor hoogwatermaatregelen in de toekomst. Met elkaar zal dus eerst gedetailleerd gedefinieerd moeten worden waar hoogwatermaatregelen kunnen worden getroffen om te weten welke gebieden straks gespaard blijven en benut kunnen worden voor toekomstige ontwikkelingen op toeristisch, economisch en agrarisch vlak. Bergen moet zich vooral niet laten afremmen door het realisatietempo van de hoogwatermaatregelen. Daar waar de kansen gecombineerd kunnen worden met hoogwatermaatregelen en rijksfinanciering mogelijk is, 5

6 moeten deze gegrepen worden. In het kader van het Deltaproces is aangegeven, dat men op een aantal plekken wil gaan oefenen met toekomstige besluitvorming en ontwikkelingen. Niet gewacht moet worden tot 2030, omdat dan veel mooie kansen worden misgelopen. Raadsvoorstel De voorzitter heeft begrepen, dat een bestuurlijk document voorligt, dat door de raad vastgesteld moet worden. Een raadsuitspraak over het document moet echter ultimo 1 november 2013 naar de provincie. Dhr Van Riswick (KERN) lijkt het sterk, dat de commissie deze vergadering een standpunt namens de raad in zou moeten nemen. Wethouder Buiting bevestigt, dat de gemeente Bergen uiterlijk 1 november 2013 naar de provincie moet reageren. Vaststelling van het bestuurlijk document in de raadsvergadering december 2013 heeft een andere bedoeling. De bespreking in deze commissievergadering is opiniërend van aard en de opvatting hieruit neemt hij mee voor een reactie richting provincie. Daarbij gaat het enkel over de hoogwatermaatregelen en niet over bijvoorbeeld de toeristische infrastructuur of de landbouwstructuur. Het gaat om de beïnvloeding van de Deltacommissie. Dhr Van Riswick (KERN) vraagt hoeveel ha de concrete maatregelen op Bergens grondgebied betreffen. Dhr Janssen antwoordt, dat de totale ingreep in maximale vorm op Genneps en Bergens grondgebied ca 180 ha betreft. Qua verdeling moet gedacht worden aan 80 ha voor Bergen en 100 ha voor Gennep, waarbij zo n ⅓ aan landbouwgrond terugkomt. In het voorstel Mooi Maasdal worden de gronden Noordereiland en Zuidereiland niet geroerd. Wel de Haven Heijen en de verruiming van de Maasarm. De 67 ha gaat naar rato tussen de gemeenten. De voorzitter schorst de vergadering om uur en heropent om uur. Dhr Vloet (CDA) constateert, dat de ontwikkelingen in gang zijn gezet door het rapport van Riet Bakker, dat een goede aanzet voor de regio was. Evenals het college maakt het CDA zich zeer grote zorgen over het verlies aan landbouwgronden in het totale gebied. Ook in vorige plannen was een dergelijk verlies al het geval. Hij vraagt het college dit verlies zoveel mogelijk te beperken en hierover met de LLTB goed overleg te voeren. Het is een goede gedachte een landbouwontwikkelingsplan te maken om de toekomst van de landbouw zeker te stellen en de landbouw duidelijk te maken wat er in de toekomst voor de landbouw nog mogelijk is. Hij is het ermee eens de Bergerplas af te voeren. Een eventueel plan voor de Bergerplas zal gecombineerd moeten worden met het watervrij maken van de weg Bergen / Nieuw Bergen. Er zijn berekeningen, dat vervanging van de weg door een brug echt effect heeft. De nevengeul Afferden stond eerst op het programma van de Maascommissie en is vervolgens ten tijde van minister Bleker afgevoerd door het vorige Kabinet. Van het nu weer opvoeren wordt hij zenuwachtig en de bewoners van het gebied nog meer. Op deze wijze kan met deze onzekerheid een agrariër geen investerings- of toekomstplannen voor zijn bedrijf meer maken. Er zal op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid moeten komen. Het voorliggend bestuurlijk document is een soort compromis van de plannen van Teunesen en de LLTB. Hieraan moet niet worden getornd en er moet niet teruggegaan worden naar de oude situatie. Er is nog nooit een plan zover vooruit gepland en uitgevoerd. In de toekomst is er nog voldoende mogelijkheid tot verandering. Om de beoogde doorstroom bij de rivier in Well te bereiken moet de weg langs de brug watervrij gemaakt worden door een onderdoor stroming. Het watervrij maken van de weg Bergen / Nieuw Bergen is nooit van de grond gekomen, omdat het Rijk niet wilde betalen. Dit watervrij maken heeft een groter effect dan een kleine doorstroming in de oprit naar de brug. Naar die verschillen moet nog eens goed worden gekeken bij de uitwerking van de plannen. Er moet een vergelijk gemaakt durven worden tussen het watervrij maken en de effecten en kosten in Well en Bergen / Nieuw Bergen in combinatie met de Bergerplas. Hij is niet blij met het standpunt van de gemeente Gennep, dat het voorliggend bestuurlijk document ondergraaft. Als met drie gemeenten bestuurlijk tot overeenstemming wordt gekomen gezamenlijk achter dit document te staan, is het zeer zwak dat één van de drie een andere weg inslaat en terugkomt op haar eerder standpunt. Als een regio het niet met elkaar eens is, maakt men het de provincie en Rijk gemakkelijk om zelf een keuze te maken. Hij hoopt, dat Gennep op zijn standpunt terugkomt. Hij is het eens met het bestuurlijk document. Dhr Valckx (PK) sluit grotendeels aan bij dhr Vloet. Het aan de orde zijnd alternatief legt het minste beslag op de omgeving en op landbouwgrond. Hij weet niet of de weg Bergen / Nieuw Bergen in het 6

7 plan kan worden meegenomen, maar lijkt hem vrij logisch. Na vervanging door een brug zal het water sneller door kunnen stromen. Hij kan de richting van het college volgen. Hij roept de gemeente Gennep op samen op te trekken met de regiogemeenten Bergen en Mook en Middelaar. Dhr Van Riswick (KERN) kan zeker gezien het draagvlak ook van het Wells Forum meegaan in de maatregelen groene rivier Well en is verheugd, dat de Bergerplas eruit is gehaald. Belangrijk is, dat er duidelijkheid en garanties naar de ondernemers komen over de watergeul Afferden. Hoeveel hectares aan landbouwgrond worden verloren door de hoogwatermaatregelen inclusief de hectares die terug geleverd worden? Naast de duidelijkheid voor de ondernemers is van belang is, dat Bergen iets terugkrijgt voor de plannen. Als bedrijven in de regio een grondpositie hebben en met mooie plannen komen, wil hij de garantie dat er een aanpassing komt van het waterwerk winterbed. Het kan niet zo zijn, dat de gemeente Bergen telkens inlevert en daarvoor niets terugkrijgt op het gebied van ontwikkelingsmogelijkheden. Hij gaat ervan uit, dat de meeste punten in het Meerjarenplan voortkomen uit de lopende projecten zoals Maaspark Well. Hij plaatst grote vraagtekens bij behoud en uitbreiding van de melkveehouderij in de komende 4 jaren. Op Bergens grondgebied valt daardoor een en ander weg. Het was wellicht wijzer geweest, Het was wijzer geweest eerst een landbouwontwikkelingsplan op te stellen vóór goedkeuring van een integraal project. Dhr Michiels (VVD) spreekt zijn complimenten uit voor het voorliggend Masterplan Mooi Maasdal. Er ligt een economisch goed plan wat nagenoeg alles duidelijk in beeld brengt. Ook hij roept het college en de Stuurgroep Regiovisie op nogmaals in gesprek te gaan met de gemeente Gennep. Om grote stappen te kunnen maken zal in gezamenlijkheid opgetreden moeten worden. De inhoud is anders van minder waarde. Het college zal de juiste hectares vóór 1 november 2013 aan de commissie door moeten geven. In het coalitieakkoord is afgesproken, dat geen landbouwgrond meer terug wordt gegeven. Enkele jaren geleden gaf het college aan, dat als het Maasdal eraan komt de kans bestaat om afspraken te maken over de winterwaterberging. Genoemd is het waterbergingsgebied aan de oostzijde van de Rijksweg. Bestuurders kunnen het in deze tijd niet toelaten, dat in een dorp als Wellerlooi 20% van de bebouwde kom een meter onder water komt te staan. De kans is klein, dat het gebeurt, maar als het gebeurt, zijn de bestuurders verantwoordelijk. Maaspark Well is een geweldige economisch ontwikkeling, die de ondernemers en regio volop kansen biedt. Uitdrukkelijke wens is de brug Bergen / Nieuw Bergen in het bestuurlijk document te krijgen. Wethouder Buiting zegt dank voor de consensus in de commissie over de bevindingen van het college. De onzekerheid door het zwabberen met de nevengeul Afferden voor de ondernemers is hem bekend en is een slechte zaak. Hierover zal zo snel mogelijk een kordate besluitvorming moeten komen om duidelijkheid te scheppen. Dit hangt echter ook van de Deltacommissie af. Dhr Vossen geeft aan, dat over de weg Bergen / Nieuw Bergen en de functie daarvan bij een eventuele aanleg van de Bergerplas is gesproken in de stuurgroep. Als de Bergerplas er niet komt, is de noodzaak de weg wat hoger te leggen vanuit wateroptiek geringer. Bij waterveiligheid wordt niet alleen naar rivierverruiming en dijkverhoging gekeken, maar ook naar meerlaagse veiligheid. Gezorgd moet worden, dat mensen weg kunnen komen uit een gebied, dat met een ringdijk omringd is. Dan zou een eventuele brug zeker een functie kunnen hebben. Hij adviseert de brug mee te nemen in de plannen en de wensen van de gemeente Bergen wat betreft de invulling van de waterveiligheid in zijn totaliteit. Wethouder Buiting sluit aan bij het uitgesproken betreuren van het standpunt van de gemeente Gennep. Dhr Van Riswick (KERN) vindt belangrijk, dat het bedrijf in het geval van de nevengeul Afferden zijn ontwikkelingsmogelijkheden behoudt op het moment, dat er nog geen duidelijkheid bestaat. Wethouder Buiting geeft aan, dat dit nog niet in een structuurvisie wordt vastgelegd. Dhr Vossen merkt op, dat Deltabeslissingen doorwerken naar de lagere overheden, te beginnen bij de provincie en vervolgens bij structuurvisies en bestemmingsplannen. Na de Deltabeslissingen volgen uitvoeringsplannen en indicaties van momenten, waarop maatregelen uitgevoerd worden. Nagedacht zal moeten worden over tijdelijke bestemmingen. Als een ondernemer weet, dat hij nog zo n 25 jaren op een plek blijft zitten, kan hij daarop zijn bedrijfsvoering afstemmen. Dhr Van Riswick (KERN) stelt, dat het enerzijds gaat om investeringen, maar anderzijds om ruimtelijke mogelijkheden. Als de ondernemer wil investeren voor de komende 25 jaren, maar vervolgens niet mag bouwen omdat hij in een stroomvoerend winterbed zit, houdt het op. Voorkomen moet worden, dat zo n bedrijf is overgeleverd aan de grillen van de politiek. Geëist moet worden, dat zo n bedrijf zich kan ontwikkelen. Dhr Vossen geeft aan, dat dit niet alleen speelt bij bedrijven op locaties waar in de toekomst mogelijkerwijs maatregelen getroffen worden. Als een ondernemer in een winterbed iets wil doen, wordt aangelopen tegen de normen van Rijkswaterstaat die erop gericht zijn, dat iedere opstuwing van het initiatief moet worden weggenomen en daarbovenop extra rivierverruiming moet worden 7

8 gerealiseerd. Het is voor een ondernemer onmogelijk aan die eisen te voldoen. Daarom voert gedeputeerde Van de Broeck momenteel overleg met minister Schultz om tot een betere aanpak van de art 6d problematiek te komen. Het ziet ernaar uit, dat voor al deze ontwikkelingen oplossingen in het verschiet liggen in het kader van gebiedsontwikkelingen ondernemers de mogelijkheid te bieden initiatieven te realiseren op het moment dat Rijkswaterstaat de zekerheid heeft, dat maatregelen getroffen worden door de ondernemer of overheden om het opstuwend effect teniet te doen door extra rivierverruiming. Wethouder Buiting kan zich vinden in dhr Van Riswick, dat bij een eventuele deelname aan een pilot onderhandeld kan worden. Hij zegt toe het verhaal van dhr Van Riswick mee te zullen nemen in het verhaal van het college richting provincie. Dhr Vossen stelt, dat het niet zozeer de vraag is of de nevengeul Afferden er wel of niet komt. Als deze er niet komt, is de volgende vraag waar de noodzakelijke rivierverruiming wordt gevonden om aan de taakstelling te voldoen. Dan wordt een ander gebied getroffen. Getracht is dit zo evenwichtig mogelijk te doen. Dhr Janssen schat, het verlies aan landbouwgrond op Bergens grondgebied op ca 45 ha. Hij zal dit nog exact laten uitrekenen. Wethouder Buiting merkt op, dat de financiering van niet hoogwater gebonden projecten nog niet rond is. Het waterbergend gebied is geen onderwerp van de huidige discussie, het gaat nu om hoogwatermaatregelen. Dhr Vossen legt uit, dat de maatregelen, waarover nu gesproken wordt, nodig zijn om het extra water de komende jaren weg te nemen. Als dit evenwichtig en in het juiste tempo gebeurt, verandert de waterstand in feite niet. Nagedacht moet worden over de consequentie van de opmerking van dhr Michiels, dat het in de huidige tijd niet mogelijk moet zijn dat (gedeeltes) van dorpen onder water lopen. Het gaat nu om een veiligheidsniveau van eens in de 250 jaren. Dit betekent, dat het dorp Well eens in de 250 jaren wel onder water komt te staan. Om dit te voorkomen moeten grotere en zwaardere rivierverruimende maatregelen getroffen worden of de kades fors verhoogd worden. Wethouder Buiting merkt op, dat het gaat om het gebied ten westen en oosten van de N271, die in feite als waterbescherming dient. Misschien maakt 10 cm op de N271 wel veel uit voor Well. Dhr Michiels (VVD) begrijpt, dat de Maas ooit een keer hoog komt te staan. Als alleen maar wordt verzwaard tussen de N271 en de Maas, gaat het over de N271. Hij doelt op het waterbergend gebied ten oosten van de N271, waarover niet wordt gesproken. De schade door overstroming over de N271 wordt niet gedekt, omdat dit een natuurramp is. Wethouder Buiting wijst erop, dat dit voor de discussie over hoogwatermaatregelen op de lange termijn niet uitmaakt. Dhr Michiels (VVD) verbaast dit, omdat wethouder Buiting eerder heeft aangegeven, dat op het moment dat Masterplan Mooi Maasdal behandeld zou worden de kans bestond dit te bespreken. Wanneer kan dit dan wel worden besproken. Wethouder Buiting suggereert, dat dit meegenomen kan worden in de discussie met gedeputeerde Van de Broeck om te kijken of zijn invloed voor Bergen van dienst kan zijn. Dit kan hij op zich toezeggen. Dhr Vossen geeft aan, dat na de Deltabeslissingen Rijkswaterstaat gaan kijken naar de consequenties voor de stroomvoering en berging. Dan zullen deze discussies op postzegelniveau nog gevoerd gaan worden. Dhr Van Riswick (KERN) merkt op, dat het sluitstuk kades nog in uitwerking is en daarbij horen gedeelten van de N271. Na completering van dit sluitstuk zijn de stukken aan de oostzijde van de weg net zo goed beschermd als het oude dorp Well en Bergen Aijen. Wethouder Buiting concludeert, dat de commissie zich grotendeels kan vinden in het voorliggend Masterplan Mooi Maasdal en dat het college naar de provincie kan communiceren zich te kunnen vinden in de hoogwatermaatregelen met dien verstande, dat een aantal opmerkingen wordt meegenomen. Het gaat daarbij om compensatie bij een pilotsituatie, dat als zaken naar voren worden gehaald afspraken kunnen worden gemaakt over het stroomvoerend en bergend gebied. Aandacht moet worden gevraagd voor de brug Bergen / Nieuw Bergen ten aanzien van de door dhr Vossen aangegeven veiligheidslagen. Geverifieerd zal worden of bij het sluitstuk kades de veiligheid van Wellerlooi wordt geborgd. Hij neemt d.d. 24 oktober 2013 contact op met wethouder Voncken van de gemeente Gennep over het standpunt van de commissie Grondgebiedszaken. Dhr Vloet (CDA) is blij met de toezegging van wethouder Buiting in het kader van de onzekerheid in Afferden zo snel mogelijk duidelijkheid te willen verkrijgen. Met de besluitvorming in de Deltacommissie, vaststelling in rijksplannen en doorwerking naar provinciale en gemeentelijke plannen schieten de agrariërs in het gebied niets op. De gemeente Bergen moet duidelijk krijgen, wanneer in Afferden iets gaat gebeuren. Hij is blij, dat de brug Bergen / Nieuw Bergen in het kader van de meerlaagse veiligheid wordt meegenomen in de contacten met de provincie en Deltacommissie. Een veiligheidsniveau van eens in de 250 jaar is leuk, maar vraag is wanneer het Waterschap start met de verhoging van de kades bij het waterbergend gebied aan de oostzijde van de weg. 8

9 Dhr Valckx (PK) vraagt of de commissie de reactie van het college aan de provincie in afschrift ontvangt. Wethouder Buiting zal de commissie een afschrift van de reactie doen toekomen. Dhr Michiels (VVD) is in principe akkoord met het Masterplan Mooi Maasdal en gaat ervan uit, dat de nadere beantwoording naar tevredenheid zal zijn. Als het klopt, dat 450 ha bij de gemeente Bergen en 200 ha bij de agrariërs wordt weggehaald, zal de VVD haar standpunt wellicht herzien. De griffier neemt aan, dat dhr Janssen hem de gevraagde gegevens d.d. 24 oktober 2013 toestuurt, waarna hij deze naar de raadsfracties zal sturen. Wethouder Buiting meent, dat slechts één vraag over de hectares nader beantwoord moet worden. Het voorstel is met inachtneming van de gemaakte opmerkingen akkoord. 7. Voorstel tot vaststelling van de nieuwe verordening startersregeling Dhr Van Eekeren (PK) spreekt zijn complimenten uit voor een goed voorstel, dat een verruiming biedt in vergelijking met het besluit uit Het is prettig, dat de gemeente Bergen weinig financieel risico loopt en dat de verruiming over de gemeentegrenzen heengaat. Dhr Cuijpers (KERN) is akkoord met het voorstel. Dhr Huizinga (VVD) is ter ore gekomen, dat verzoeken zouden zijn afgewezen, omdat het potje leeg zou zijn. Wordt met deze mensen contact opgenomen, dat er weer geld beschikbaar is, of moet men zelf actie ondernemen? Dhr Vloet (CDA) is akkoord met het voorstel en voor agendering als hamerstuk. Wethouder Buiting is bekend, dat aanvragen zijn afgewezen. Dit echter niet op grond van het feit dat het potje leeg was, maar gezien de kwaliteit van de aanvraag zelf. Hem is niet bekend, dat aanvragen zouden zijn afgewezen, omdat het potje leeg zou zijn. Uiteraard wordt het raadsbesluit gepubliceerd. Het voorstel is een hamerstuk voor de raad. 8. Voorstel tot vaststelling gemeentelijk rioleringsplan Dhr Straatman (CDA) ziet in het plan, dat vanaf 2005 geen verhoging van de rioolheffing meer is doorgevoerd. Op gegeven moment is een dergelijke verhoging niet meer te vermijden om in de toekomst kostendekkend te kunnen blijven werken. Het voorstel spreekt over een verhoging van de rioolheffing per 1 januari In de bijlage Bestuurlijke Samenvatting is op pag 2 onderaan de eerste verhoging echter al in 2014 zichtbaar. Voor het overige is hij akkoord met het voorstel. Dhr Valckx (PK) is grotendeels akkoord met het voorstel, maar maakt zich vanuit het oogpunt van een zo laag mogelijk houden van de lasten voor de burger zorgen over de kostenstijging c.q. kostenbeheersing. Hij is het eens met een nader onderzoek naar tariefdifferentiatie. Hoe worden momenteel campings aangeslagen voor de rioolheffing en hoe gaat dit er in de toekomst uitzien? Dhr Van Riswick (KERN) doet het deugd te lezen, dat de gemeente Bergen het beheer en onderhoud van de riolering goed op orde heeft. Ook is het een goede zaak, dat het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan een voortzetting is van het bestaande beleid. Een aantal onderdelen van de zorgplicht wordt in het plan verder uitgewerkt, zoals beheer en onderhoud van de IBA s en onderhoud van sloten en duikers ad ,--. Wordt het onderhoud aan sloten en duikers uitgebreid of wordt ingehaald wat in het verleden te weinig is gedaan? Wijkt dit af van de hierover gemaakte afspraken of borduurt dit hierop voort? Met de IBA s is een en ander aan de hand wat niet geheel aan de gemeente Bergen te wijten valt. Wie gaat de kosten van beheer en onderhoud IBA s betalen? In de Toelichting rioolheffing, financiële ontwikkeling wordt een aantal punten opgesomd, waardoor gedacht kan worden dat het goedkoper wordt: langere levensduur, langere afschrijvingstermijnen, minder vervanging, meer renovatie. Het feit, dat de rioolheffing vanaf 2005 niet is verhoogd, kan er ook op duiden, dat teveel begroot is of dat in het verleden teveel betaald is. De 20,-- die ooit begroot is was kennelijk niet nodig. Dat enkele jaren geleden het straatgeven ad ,-- per jaar onder de rioolheffing is geschoven betekent ook, dat in het verleden ruim begroot is. Hij maakt dan ook een restrictie ten aanzien van de verhoging van de rioolheffing. Dhr Michiels (VVD) constateert, dat in 5 jaren tijd een rioolheffing van 30% wordt doorgevoerd. Jarenlang zijn commissie en raad door het college voorgehouden, dat door nieuwe technieken het rioolbeheer waarschijnlijk alleen maar goedkoper zou worden. Naast de stijging met 30% ziet hij in het saldo 9

10 voorziening een daling van ruim ,--. Er zal onderzoek plaatsvinden naar de mogelijkheid van tariefdifferentiatie. Kan dit onderzoek niet eerst worden afgewacht om de werkelijke kosten duidelijk in beeld te hebben? Of is de gemeente Bergen verplicht dit december 2013 voor 5 jaar vast te leggen? Op deze manier wordt weer een groot gat in de portemonnee van de burgers geslagen. Wethouder Buiting legt uit, dat sprake is van een nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Het gaat om voortzetting van het oude beleid met dien verstande, dat de taken per 2008 zijn uitgebreid met het beheer van hemel- en grondwater. Ook is bijvoorbeeld het onderhoud van sloten toegevoegd aan het rioleringsplan om een structurele oplossing voor sloten en duikers te hebben. De focus van het rioleringsplan de komende jaren is uitvoering van het project afvalwaterakkoord c.q. het optimaliseren van het beheer en onderhoud. Bergen heeft een vervangingswaarde betreffende de riolering van ca 60 mln. Verder richt Bergen zich op de regionale samenwerking in de afvalketen om de kosten naar de toekomst toe te kunnen beheersen. Wat betreft de financiën is sprake van een aantal gewijzigde uitgangspunten. De stand van het budget van een voorziening mag na 10 jaren op nul staan. De levensduur en afschrijvingstermijn van de leidingen is 80 jaren, dit was 60 jaren. Uit de praktijk en onderzoeken blijkt, dat de levensduur langer is, hetgeen kostenbeperking betekent. De levensduur en afschrijvingstermijn van elektromechanische delen is 20 jaren en was 15 jaren. De levensduur van IBA s is gesteld op 10 jaren. Op de kengetallen voor de kostenberekening is met 30% gecorrigeerd, omdat het gebied waar de riolering in Bergen ligt stabieler is dan het gebied in het groene hart van Zuid-Holland. Gedacht wordt, dat 50% gerenoveerd kan worden in plaats van vervangen. De gebruikte methode hiervoor is relinen, die in de Catharinastraat in Wellerlooi al is toegepast. Renoveren is op deze manier 50% goedkoper dan de oude manier van vervangen. Sinds 2005 is de rioolheffing niet gestegen, ook niet met de inflatiecorrectie. Daarna zijn nieuwe technieken en inzichten beschikbaar gekomen, waardoor andere besluiten worden genomen en niet meer wordt uitgegeven wat niet meer hoeft te worden uitgegeven. Bij de start van Waterpanel Noord, de samenwerkende gemeenten en het Waterschap is een nulmeting verricht. Voorgenomen is naar de toekomst toe 10% kostenreductie op het tarief te halen. Volgens de nulmeting is naar 2073 toe sprake van een tarief van 450,-- per jaar. Bij het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan wordt uitgekomen op 365,--, zodat aanzienlijk is bespaard. In 2028 is het voordeel bijna 40%, hetgeen later weer wat wegloopt. Er vinden goede gesprekken plaats met Waterschapsbedrijf Limburg over de IBA s. Het Waterschapsbedrijf Limburg kan het voor de oude overeengekomen prijs niet uitvoeren, reden waarom bezien wordt of dit in de markt gezet kan worden. De gesprekken gaan in goede verhoudingen en men wil er dit jaar met elkaar uitkomen. Het is onvermijdelijk, dat het meer gaat kosten, als dat het in het verleden gekost heeft. De komende periode wordt sterk ingezet op het convenant Samenwerking Afvalwaterketen. Uitgangspunt is, dat met voortgaande projecten de komende 3 jaren de curve nog verder kan zakken door samenwerken en andere technieken. Voorstel van het college is per 1 januari 2015 het tarief aan te passen. De bijlage Bestuurlijke Samenvatting, waarin in 2014 al een verhoging is te zien, was een discussiestuk c.q. toelichting voor het college, op basis waarvan het college tot het voorliggend voorstel te komen. Het college is er echt op uit de kosten beperkt te houden. Campings betalen één aansluiting. De discussie hierover kan komend jaar plaatsvinden, wanneer de tariefdifferentiatie van de rioolheffing aan de orde is. In de financiële paragraaf staan weliswaar argumenten om tot tariefdaling te komen, maar op de lange termijn is steeds meer riool aan vervanging toe. Het nader onderzoek naar tariefdifferentiatie heeft niets te maken met de benodigde pot voor het beheer. Het onderzoek is erop gericht hoe die pot wordt binnengebracht: gekeken wordt naar een andere verdeling van dezelfde pot. Dhr Straatman (CDA) vraagt alle collegestukken vóór de komende raadsvergadering aan te leveren. Wethouder Buiting gaat ervan uit, dat het raadsvoorstel compleet is. Dhr Vloet (CDA) wil de wijzigingen ten aanzien van het conceptraadsvoorstel op papier zien. De nu door wethouder Buiting gegeven aanvullingen staan niet in het conceptraadsvoorstel. De griffier wijst erop, dat aanvankelijk sprake was van een collegevoorstel, dat nog een update moet hebben die aan het voorstel an sich niets verandert. De voorzitter concludeert, dat de ter inzage gelegde bijlagen kennelijk verouderd zijn, waarna de nieuwe bijlagen zijn rondg d. Dhr Michiels (VVD) heeft nog geen antwoord gehad op zijn vraag of het verplicht is uiterlijk december 2013 het raadsbesluit te nemen. Wie was eerder verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater en heeft de gemeente Bergen extra gelden meegekregen voor deze taak? Hij is het helemaal eens met het principe de vervuiler betaalt en pleit er dan ook voor het onderzoek naar tariefdifferentiatie zo snel mogelijk uit te voeren. 10

11 Wethouder Buiting geeft aan, dat uitstel van besluitvorming mogelijk is. De raad is niet verplicht het Gemeentelijk Rioleringsplan in december 2013 vast te stellen, maar wel verplicht het huidige Gemeentelijke Rioleringsplan te verlengen. Hij zou het onverstandig en niet nodig vinden in december 2013 het nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan niet vast te stellen. Duidelijk is, dat de rioolheffing vanaf 2015 absoluut toe zal nemen. Het voor beheer, onderhoud en ontwikkeling benodigde bedrag ontwikkelt zich. De geprognosticeerde budgetten hiervoor zullen opgebracht moeten worden. In het onderzoek naar tariefdifferentiatie gaat het erom hoe deze kosten verdeeld worden. Op grond van het in 2014 uit te voeren onderzoek zou geconcludeerd kunnen worden, dat tariefdifferentiatie moet worden toegepast en de belasting van groot en klein verbruik moet worden aangepast. Daarmee zou het goedkoper kunnen worden voor de kleinverbruiker en duurder voor de grootverbruiker. Dhr Michiels (VVD) hoort wethouder Buiting precies zeggen wat zijn fractie bedoelt. Als in 2014 niet wordt verhoogd, hoeft in december 2013 toch nog niet te worden besloten. Na het onderzoek kunnen in 2014 de definitieve tarieven rioolheffing vanaf 1 januari 2015 worden vastgesteld. Wethouder Buiting wijst erop, dat met de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan de investeringen voor de komende jaren worden vastgelegd inclusief de manier waarop daarmee wordt omgegaan. Daartoe zal een besluit genomen moeten worden. Het investeringsplan is kostenverhogend. Het college wil de kostenverhoging niet per 1 januari 2014 doorvoeren in de tarieven, omdat eerst het onderzoek naar tariefdifferentiatie moet plaatsvinden. Dit heeft gevolgen voor de aanpassing van het tarief, maar niet voor de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan. Als de tariefsverhoging in 2014 niet wordt gehanteerd, wordt ,-- tekort gekomen, hetgeen zijn invloed heeft op de berekeningen in de jaren daarna. Dan kan blijken, dat de ,-- zorgt voor een extra verhoging, maar ook dat door nieuwe technieken dit niet het geval is. Het één doen en het ander laten kan niet. Dhr Michiels (VVD) begrijpt wethouder Buiting, maar heeft er moeite mee de burgers iets voor te schotelen, wat de gemeente Bergen zelf gaat onderzoeken om te verandreen. Hij hoopt, dat wethouder Buiting begrijpt, dat hij geen voorstander is getallen te publiceren die wellicht gewijzigd worden. Wethouder Buiting wil communiceren, dat de rioolheffing de komende jaren gaat stijgen en dat mogelijkerwijs tariefdifferentiatie wordt doorgevoerd. Helder is, dat het nieuw verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan leidt tot verhoging van de kostenstructuur. Helder is ook, dat men erin is geslaagd deze verhoging aanzienlijk te beperken en moeite wordt gedaan dit nog verder te beperken. Voor het Gemeentelijk Rioleringsplan zijn budgetten nodig om tot uitvoering over te kunnen gaan. Voor de burgers is het helder, als de consequenties worden gecommuniceerd. De voorzitter wijst erop, dat het raadsvoorstel normaal gesproken in de eerstvolgende raadsvergadering wordt geagendeerd. Afspraak is echter, dat in de eerstkomende raadsvergadering zijnde de begrotingsraadsvergadering geen raadsvoorstellen worden behandeld tenzij het om hamerstukken gaat. Behandeling als bespreekstuk kan pas in de raadsvergadering d.d. 17 december Dhr Valckx (PK) ziet een onderscheid tussen enerzijds het investeringsplan om het riool de komende jaren operationeel te houden en anderzijds de tariefvaststelling. Jarenlang is geïnvesteerd in een riool, waarvoor nauwelijks onderhoud nodig was. Doordat het systeem veroudert, komen er extra kosten voor onderhoud. Wethouder Buiting is met de afdeling in staat gebleken die kosten in de hand te houden. Er is gewoon sprake van een gedegen plan. Het voorliggend raadsvoorstel is voor hem een hamerstuk. Dhr Van Riswick (KERN) wil agendering als bespreekstuk. Wethouder Buiting merkt op, dat in het verleden bij de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan ook een tarief voor de komende jaren is vastgesteld. Burgers zijn alleen maar blij als niet wordt verhoogd. Met herberekeningen wordt getracht de tariefsverhoging zo laag mogelijk te laten zijn. Welke tabel dan ook blijft naar de toekomst toe altijd onduidelijkheid bieden. Het streven van het college blijft die onduidelijkheid ten voordeel van de burgers te laten uitvallen. Dhr Michiels (VVD) concludeert, dat iedereen het over het Gemeentelijk Rioleringsplan eens is en inziet dat de rioolkosten duurder worden. Dit kan echter anders op papier worden gezet. De voorzitter concludeert, dat de commissie het eens is over het voorliggend voorstel en dat alleen verschil van mening bestaat over het nu al vastleggen van de tariefheffing voor de komende jaren op basis van de huidige berekeningsmethodiek. Wethouder Buiting wijst erop, dat de provincie eisen stelt aan het gemeentelijk rioleringsplan. Daarin moet helder zijn hoe de kosten worden gedekt. Het Gemeentelijk Rioleringsplan kan niet bij de provincie worden ingediend, als niet over tarieven wordt beschikt. Dhr Van Riswick (KERN) heeft twijfels over het onderzoek naar de tariefdifferentiatie na de toepassing. Hij is voor de toepassing van tariefdifferentiatie. Bij agendering als hamerstuk kan hij geen motie indienen. 11