plaats voor pleeggezinnen In gesprek met pleegouders, jeugdbeschermers en pleegzorgbegeleiders Waarom doe ik wat ik doe?

Transcriptie

1 plaats voor pleeggezinnen In gesprek met pleegouders, jeugdbeschermers en pleegzorgbegeleiders Waarom doe ik wat ik doe?

2 ouders ouders ouders ouders ouders ouders ouders ouders ouders ouders ouders Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Hoe zien partijen hun rol in de samenwerking rondom een pleegkind? 3 Samenwerking tussen de partijen 3 Assertiviteit bij pleegouders 6 Afhankelijkheidspositie van pleegouders ten opzichte van professionals 7 Omgaan met wet- en regelgeving 8 Hoe omgaan met personeelswisselingen 8 Bereikbaarheid en werkdruk 9 Programma Professionalisering 10 Disclaimer 10 Colofon 11 pleegouders kind jeugdbeschermer pleegzorgbegeleider 1

3 Inleiding In het najaar van 2017 is de NVP gestart met het organiseren van gesprekken tussen pleegouders, pleegzorgbegeleiders en jeugdbeschermers. Deze gesprekken werden georganiseerd om de dialoog tussen de partijen te versterken en om te verkennen hoe eenieder zijn rol ziet in de samenwerking rondom een pleegkind. Op deze manier konden de partijen elkaar beter leren kennen, zodat de samenwerking verbeterd kan worden. Dit verslag bevat de uitkomsten van de eerste drie gesprekken, inclusief adviezen op basis van deze uitkomsten. In de gesprekken tussen pleegouders, pleegzorgbegeleiders en jeugdbeschermers stonden de volgende vragen centraal: Waarom doe ik wat ik doe en hoe kunnen we de onderlinge samenwerking verbeteren? Uit eerdere gesprekken 1 met pleegouders bleek dat uitval van pleegouders vaak te maken heeft met het (slechte) contact met de jeugdbeschermer en/of de pleegzorgbegeleider. De wisseling van professionals, het onbegrip bij pleegouders over besluiten die genomen worden en weinig of geen contact met professionals, zijn factoren die hierbij een rol spelen. Er zijn in de eerdere gesprekken veel redenen genoemd waarom het contact niet goed loopt. In deze nieuwe serie gesprekken gingen we in gesprek over deze factoren. Zo hopen we inzicht te geven in deze factoren en de onderliggende motivaties, maar ook oplossingen en adviezen aan te dragen om de samenwerking tussen de partijen te verbeteren. De gesprekken werden gevoerd als onderdeel van de Ontwikkelplaatsen 2 van het Programma Professionalisering Jeugdhulp & Jeugdbescherming. In de Ontwikkelplaatsen worden gemeenten, organisaties en zorgverleners ondersteund om de jeugdhulp en jeugdbescherming verder te professionaliseren. Professionals en ervaringsdeskundigen brengen hiervoor vraagstukken uit de praktijk in. Samen verkennen ze hoe ze tot oplossingen kunnen komen. Een nadere toelichting van het programma is te vinden op pagina 10. Verslag Er is in drie gesprekken heel veel gezegd en niet alle details kunnen hier een plaats krijgen. We beperken ons tot de hoofdlijnen die inzicht geven in wat er nodig is voor een betere samenwerking. Het doel is niet om een allesomvattend advies te geven over een betere samenwerking: het is nog beter wanneer de drie partijen zelf met elkaar in gesprek gaan in de eigen regio of over een specifieke casus. In dit verslag worden de woorden vaak, soms en meestal gebruikt. Omdat dit verslag een weergave is van de gesprekken en geen wetenschappelijk onderzoek, zijn dergelijke aanduidingen niet gespecificeerd. De gesprekken vonden plaats in Den Haag, Alkmaar en Apeldoorn. De gesprekken werden gevoerd aan de hand van een draaiboek, onder begeleiding van twee gespreksleiders. In elk gesprek waren van elke partij ongeveer evenveel mensen aanwezig, zodat alle partijen evenredig vertegenwoordigd waren > Professionals > Thema s > Sleutels van kinderen, jongeren, jongvolwassenen en (pleegouders) voor nog betere hulp 2. > Professionals > Actueel > Ontwikkelplaatsen: nieuwe manieren van professionalisering verder brengen 2

4 Hoe zien partijen hun rol in de samenwerking rondom een pleegkind? Pleegouders Pleegouders zijn ervaringsdeskundige, gepassioneerde, vrijwillige opvoeders. Zij zorgen dagelijks voor het kind en zorgen voor ontwikkelingsmogelijkheden. Zij bieden veiligheid en basiszorg en zorgen voor een daginvulling. Zij hebben het gevoel dat zij juist ook professionele opvoeders zijn en daar wringt soms de schoen: wat is je rol als professionele opvoeder, terwijl je vrijwillig bezig bent? Pleegouders voelen zich niet altijd erkend in hun rol als opvoeder: Er wordt zomaar een besluit genomen zonder ons te informeren of consulteren, terwijl wij 24/7 voor het kind zorgen en heel goed weten wat goed voor hem is. Pleegzorgbegeleiders Pleegzorgbegeleiders zien hun rol als een verbindende rol tussen pleegouders en jeugdbeschermers. Zij steunen de pleegouder en staan voor het kind en zijn ouders. Veel contact tussen pleeggezin en professionals loopt via de pleegzorgbegeleider. Dat wordt door pleegouders wel eens als frustrerend ervaren omdat het meer tijd kost. Dit geeft het gevoel dat er met collectieve middelen te slordig wordt omgegaan. Juist wanneer er wel direct contact is tussen pleegouder en andere professionals, wordt dit als heel positief ervaren. Jeugdbeschermers De jeugdbeschermer wordt door de andere twee partijen als spin in het web gezien omdat hij of zij het lijntje is tussen het kind en zijn ouders. Ook kan de jeugdbeschermer besluiten nemen wanneer dat nodig is. Hij of zij schept duidelijkheid en overziet de gehele plaatsing: de jeugdbeschermer kent de geschiedenis en weet wat de juridische kant van de plaatsing is. Bij de andere partijen leeft de gedachte dat de jeugdbeschermer een klap geeft op het besluit en dat er daarom over ons wordt besloten in plaats van met ons. Dat ervaart de jeugdbeschermer zelf niet zo. De dubbelrol van de jeugdbeschermer is lastig. Hij of zij moet enerzijds een band opbouwen met de biologische ouders, maar moet daarnaast ook een onafhankelijk onderzoek doen naar wat het beste is voor het kind. Die dubbelrol levert vaak verwarring op. Samenwerking tussen de partijen Het merendeel van de jeugdbeschermers en de pleegzorgbegeleiders geeft aan dat er veel goed gaat en dat ze met de pleegouder proberen mee te denken en hen in de besluitvorming mee willen nemen. Pleegouders willen ook graag worden meegenomen in de besluiten die genomen worden, maar zij hebben het gevoel dat hun ervaringsdeskundige mening niet altijd even zwaar meeweegt bij het nemen van een besluit. Pleegouders vinden het vaak onduidelijk wie van de twee professionals ze waarvoor kunnen aanspreken en het blijkt dat in de praktijk professionals ook niet altijd weten wie welke taak precies heeft (waardoor je als pleegouder langs meerdere mensen moet voor een antwoord). Die rolverdeling, maar ook taakverdeling, moet duidelijker, zodat duidelijk wordt wie waar verantwoordelijk voor is en wie de regie pakt. In een gezamenlijk gesprek bij de start zou dat helder moeten worden. Dat geldt ook voor de samenwerking tussen jeugdbeschermer en pleegzorgbegeleider, omdat pleegouders ervaren dat die twee niet altijd op één lijn zitten. Er wordt ook genoemd dat een professional niet altijd een plan heeft en voor het maken van dat plan naar de andere professional kijkt. Voor een pleegouder werkt dit heel verwarrend en het is niet fijn voor het vertrouwen. Pleegouders geven aan dat zij niet altijd durven te zeggen wat ze echt vinden van de samenwerking, omdat zij het lastig vinden om tegen besluiten in te gaan of om te zeggen dat ze het niet eens zijn met wat er gebeurt rond een plaatsing. De angst dat het pleegkind kan worden weggehaald bij onenigheid met de jeugdbeschermer is bij sommigen groot. Jeugdbeschermers beamen dat er een kleine maar reële kans is dat het gebeurt. Hierbij speelt ook mee dat pleegouders een afhankelijkheidsrelatie van de professional ervaren en dat ze vinden dat zij in die relatie een ondergeschikte rol hebben. Dit wordt verderop, op pagina zeven, toegelicht. 3

5 Als over specifieke thema s of gebeurtenissen gesproken wordt, blijkt dat er meer aan de hand is en dat niet iedereen tevreden is over de samenwerking. De bezoekregeling tussen een pleegkind en zijn of haar eigen ouders werd bijvoorbeeld een aantal keren genoemd. Pleegouders vertellen bijvoorbeeld dat jeugdbeschermers afspraken maken met biologische ouders, maar dat er naar hun mening niet (of te weinig) wordt overlegd over het moment van het bezoek. Ook vinden zij dat er niet wordt gekeken naar wat goed zou zijn voor het kind. Pleegzorgbegeleiders vinden een enkele pleegouder te emotioneel betrokken en te weinig oog hebben voor de goede kant van het contact houden van het kind met zijn ouders. Een pleegouder zei over de bezoekregeling: Een kind zal altijd een reactie in gedrag vertonen na een bezoekmoment met de ouder(s) en zal enigszins van slag zijn. Pas wanneer er geen reactie komt moet je je als pleegouder zorgen maken. Maar let wel op dat de balans niet doorslaat. De zorg rond het pleegkind is altijd mensenwerk. Zowel professionals als pleegouders handelen vanuit hun eigen persoonlijkheid en dat zorgt ervoor dat het werk op verschillende manieren ingevuld wordt. Het is niet erg dat iedereen zijn persoonlijke ervaringen meeneemt, maar het is wel belangrijk dat erover gesproken wordt en dat helder is voor alle partijen wat er precies gebeurt en waarom. Het zou goed zijn als alle drie de partijen met een open en nieuwsgierige blik naar elkaar kunnen kijken en elkaar open vragen durven stellen om meer inzicht te krijgen. In de gesprekken komen goede voorbeelden van samenwerking naar voren. Op verschillende plaatsen lopen gesprekken en experimenten om de samenwerking verder te verbeteren. In Alkmaar is bijvoorbeeld de Beoordelingsboog 3 ingezet en in Enschede wordt geëxperimenteerd met nieuwe manieren om pleeggezinnen en jeugdbeschermers te koppelen. Beide voorbeelden gaan over onderling overleg en samenwerking: dit wordt als zeer positief bestempeld. Enschede In het oosten van het land wordt op dit moment geëxperimenteerd met een andere manier van werkverdeling: er is een basisteam geformeerd (instroomteam) dat nieuwe casussen verdeelt onder de jeugdbeschermers o.b.v. beschikbaarheid van de jeugdbeschermer, zwaarte en type casus. Het uitgangspunt is dat het team de casussen zoveel als mogelijk laat aansluiten bij de wensen en competenties van de jeugdbeschermers. Op deze wijze worden laag in de organisatie de besluiten neergelegd over de caseload/workload. De wens is dat er hierdoor meer gedragenheid in de verdeling ontstaat, hetgeen de kwaliteit ten goede komt. (Bron: Team Oost Nederland, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering) Alkmaar De Beoordelingsboog helpt pleegzorgbegeleiders om de (gezins)voogd of casemanager te adviseren over het toekomstperspectief van het pleegkind: kan het pleegkind beter thuis, in een pleeggezin of elders wonen? De pleegzorgbegeleider verzamelt informatie over de verschillende factoren of criteria van de Beoordelingsboog, samen met de ouders en het pleegkind, de pleegouders en andere betrokkenen uit het netwerk van het gezin. Collega s van het pleegzorgteam en van de gecertificeerde instelling vullen de Beoordelingsboog eveneens in. Overleg over de overeenkomsten en verschillen helpen de pleegzorgbegeleider om de argumenten voor zijn advies beter onder woorden te brengen. (Bron: > Pleegzorg > Beslissen over het perspectief van het pleegkind > Hulpmiddelen ten behoeve van het nemen van een opvoedingsbesluit 4

6 Advies 1 Start bij een nieuwe plaatsing altijd met een gesprek met alle betrokken partijen: pleegouders, jeugdbeschermer en pleegzorgbegeleider. Neem ruim de tijd om alles te bespreken en zorg daarbij voor een open en veilige sfeer. Bespreek, naast alle praktische zaken, ook wat alle wensen en verwachtingen van alle partijen zijn. Maak die verwachtingen concreet en vertel waarom jij als professional of pleegouder eventueel niet aan een verwachting kan of mag voldoen. Vraag ook aan de anderen wat hun behoeften en verwachtingen zijn, zodat je daar ook over in gesprek kunt gaan. Stel elkaar onder andere de volgende vragen: Wat heb jij van mij nodig om je werk te kunnen doen? Waar kan ik je bij helpen vanuit mijn achtergrond? Wat verwacht je van mij? Wat hoop je dat ik voor je kan doen? Wie neemt de regie? (rollen, taken, bevoegdheden) Wie neemt beslissingen? Advies 2 Overleg als professionals met de pleegouder voordat er een besluit wordt genomen. Neem ook de argumenten van de pleegouders mee in de besluitvorming en leg uit waarom een bepaald besluit (toch) genomen wordt. Wijk gemotiveerd van regels af en laat zien dat je openstaat voor andere opties. Professionals: Heb je iedereen voldoende geïnformeerd over wat er speelt? Pleegouders: Heb je (meer) uitleg nodig over het besluit dat genomen is? Vraag ernaar. Pleegouders: Heb je verteld wat voor jou en je gezin belangrijk is in de besluitvorming? 5

7 Assertiviteit bij pleegouders In de gesprekken wordt besproken dat pleegouders vooral assertief moeten zijn als zij gehoord willen worden in de samenwerking: Neem het voortouw en de regie als blijkt dat professionals dat niet doen. Vraag waar of bij wie je waarvoor moet zijn, vooral als startende pleegouders of crisispleegouder. Vraag waarom keuzes worden gemaakt en maak het bespreekbaar als je het er niet mee eens bent. Geef aan wat je wel wilt en geef aan wat voor jou belangrijk is om langdurig pleegouder te kunnen zijn. Is pleegouderschap dan een soort assertiviteitscursus? De pleegouders die aan de gesprekken hebben deelgenomen vinden van wel. Zij zijn door schade en schande wijs geworden en vinden dan ook dat dit in de voorbereidingscursus voor pleegouders duidelijker naar voren moet komen. Er wordt ook gezegd dat pleegouders sowieso te bescheiden zijn en meer mogen zeggen wat ze vinden: Blijf niet hangen in: ik voel mij niet gehoord, maar laat je stem horen en ga in gesprek. Pleegouders zeggen over die opmerking: Goed, maar laat professionals dan ook echt naar ons luisteren. Dit benadrukt wat in het vorige hoofdstuk besproken werd: pleegouders voelen zich niet altijd serieus genomen bij besluitvorming. Advies 3 Pleegouders: wees assertief. Neem het voortouw en pak de regie wanneer je het gevoel hebt dat dat niet door de professional gebeurt. Vraag waarom keuzes gemaakt worden. Maak het bespreekbaar als je het ergens niet mee eens bent. Geef aan waar je behoefte aan hebt om het vol te houden. Advies 4 Stop met aannames en stel vragen. Hoe gaan we als drie partijen om met een verschil in visie over een kind? Wat kan ik doen als mijn jeugdbeschermer nagenoeg geen contact heeft met mijn pleegkind? Hoe kunnen we op een constructieve manier met elkaar overleggen in plaats van de strijd aangaan met elkaar? Wie of wat hebben we daarvoor nodig? 6

8 Afhankelijkheidspositie van pleegouders ten opzichte van professionals Pleegouders vinden dat het soms lijkt alsof professionals vanuit macht werken: hun professionaliteit geeft ook autoriteit. Hoe die autoriteit wordt ingezet wisselt, maar gebruik maken van de autoriteit wordt door pleegouders soms als negatief ervaren. Daardoor kunnen beide partijen slecht of helemaal geen verbinding met elkaar maken. In één van de gesprekken werd expliciet gevraagd door een pleegouder: Waarom zou een jeugdbeschermer de macht willen hebben? En wat kun je als andere partij doen als je merkt dat deze houding de samenwerking in de weg zit? Het gesprek daarover gaf meer inzicht: het kan met het persoonlijke karakter van de jeugdbeschermer te maken hebben, maar het kan ook zijn dat de jeugdbeschermer goed beslagen ten ijs wil komen bij de rechtbank en vooraf het dossier op orde wil hebben. Sommige jeugdbeschermers denken dat het nemen van besluiten vanuit autoriteit en dus met zo weinig mogelijk overleg met de andere partij, sneller en efficiënter werkt, maar daar was niet iedereen het mee eens: op de langere termijn heeft een pleeggezin meer aan een veilig klimaat waar ze durven te zeggen wat ze vinden en wat ze nodig hebben. Dat kan niet bij een jeugdbeschermer die de macht bij zich wil houden. In een dergelijke situatie zou het helpen wanneer de pleegouder de jeugdbeschermer aan kan spreken op zijn of haar gedrag en openlijk durft te vragen waarom de jeugdbeschermer op deze manier reageert. Dat kan eventueel samen met de pleegzorgbegeleider. De pleegzorgbegeleider kan in zo n situatie pal voor het kind gaan staan door uit te leggen dat deze situatie niet in het belang van het kind is. Dat vergt een veilig klimaat en daaraan moeten alle partijen samen werken. Om te voorkomen dat jeugdbeschermers te veel autoriteit uitstralen, geldt dat zij lastige besluiten door de rechter kunnen laten nemen. Als er een gerechtelijke uitspraak ligt waar de jeugdbeschermer niet als persoon voor verantwoordelijk kan worden gehouden, ligt de autoriteit bij een onpartijdige rechter in plaats van bij een jeugdbeschermer. Advies 5 Spreek de ander aan op zijn gedrag en gebruik daarbij onderstaande feedbackregels. Spreek elkaar op gedrag aan, niet op de persoon. Praat alleen over wat je echt hebt waargenomen en niet over je interpretaties. Beschrijf wat er gebeurt en probeer dat niet te veroordelen. Geef feedback op specifieke situaties en praat niet in algemeenheden. Geef alleen feedback op gedrag dat de ander ook echt aan kan passen. 7

9 Omgaan met wet- en regelgeving Uit de gesprekken blijkt dat er verschillend met wetten en regels wordt omgegaan. Gemotiveerd afwijken is een term die vaak is gevallen tijdens de gesprekken. Dit geldt vooral voor jeugdbeschermers. Zij geven aan dat zij gemotiveerd kunnen afwijken van wetten en regels als de situatie daarom vraagt. Dat stukje maatwerk is voor de andere partijen ook juist heel belangrijk, omdat er dan echt naar de situatie van het kind gekeken kan worden. Het levert tegelijkertijd een grijs gebied op waar de ene jeugdbeschermer creatiever mee omgaat dan de andere. Voor professionals is het heel lastig om in de praktijk met de wet- en regelgeving om te gaan. Een eenvoudige vraag van een pleegouder aan de jeugdbeschermer kan al leiden tot heel veel verwarring: welke privacygevoelige informatie mag je wel of niet geven en wanneer ga je te ver? Als je te veel vertelt, kun je als jeugdbeschermer in de problemen raken met je SKJ-registratie*. Maar als je te weinig vertelt, kun je een pleegouder niet goed helpen. Een jeugdbeschermer is daarom altijd voorzichtig in de zaken die hij wel en niet kan vertellen. Dit wordt door pleegouders als terughoudend ervaren en dat doet wat met de dynamiek in de omgang met elkaar. In de gesprekken kwam ook naar voren dat er regels zijn die de dagelijkse praktijk in de weg staan: een begrip als aanvaardbare termijn is bijvoorbeeld heel rekbaar. Voor alle partijen geldt: vraag vooral om opheldering als dergelijke termen gebruikt worden. Ook speelt mee dat mensen verschillende visies hebben op zaken. Visies kun je niet in regels samenvatten en een visie kun je ook niet aan iemand aflezen. Maar je moet dan wel weten en begrijpen wat de visie van die persoon is. Vraag hierover opheldering. Hoe omgaan met personeelswisselingen Alle drie de partijen zijn het erover eens dat er zo min mogelijk wisseling van jeugdbeschermers of pleegzorgbegeleiders zou moeten voorkomen in een pleeggezin. Voor het pleegkind en voor de pleegouders is dat het meest rustig en duidelijk. Maar de praktijk is anders. Door werkdruk, ziekte, zwangerschap en wisselingen van banen krijgen pleeggezinnen te maken met wisselende jeugdbeschermers en pleegzorgbegeleiders. Uiteraard doen organisaties er alles aan om wisselingen zo veel mogelijk te voorkomen, maar dit is in de praktijk niet altijd mogelijk. Als er dan een wisseling plaats moet vinden, is het essentieel dat er een duidelijke overdracht plaatsvindt: de nieuwe jeugdbeschermer of begeleider moet de voorgeschiedenis van het gezin al kennen. Daarnaast moet er bij de wisseling van jeugdbeschermer niet ineens een koersverandering plaatsvinden. Stabiliteit en continuïteit van de uitvoering van een plan dat er al ligt, zijn belangrijk. Pas wanneer de nieuwe jeugdbeschermer een poosje bij het gezin betrokken is én er aanleiding is voor een koerswijziging, moet dat in alle rust besproken worden met de betrokken partijen. Advies 6 Zorg altijd voor een goede overdracht wanneer er een wisseling in professionals plaatsvindt en wacht met een eventuele koerswijziging. Professionals: Zorg voor een compleet dossier bij wisseling van de professionals, zodat de nieuwe professional vanuit die informatie in het pleeggezin stapt. Professionals: Wacht met een eventuele koerswijziging totdat je het pleeggezin een paar maanden kent. Professionals: Vertel waarom je bepaalde dingen wel of niet mag zeggen en durf gemotiveerd af te wijken van de regels wanneer maatwerk noodzakelijk is. Pleegouders: Vraag om begeleiding als je die nodig hebt. * SKJ staat voor Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. In het Kwaliteitsregister staan de namen van alle jeugdprofessionals die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor hun vakgebied. Professionals die werken op hbo-niveau of hoger en werkzaamheden uitvoeren in het jeugddomein die volgens het Kwaliteitskader Jeugd (waar staat beschreven dat hulp van goed niveau is en veilig, doeltreffend en doelmatig moet zijn) de inzet van een geregistreerde professional vragen, moeten zich registreren. Na registratie en goedkeuring heeft de hulpverlener de SKJ-registratie. 8

10 Advies 7 Ga over de personele wisselingen het gesprek aan met de pleeggezinnen. Professionals: Laat weten dat er wijzigingen zijn bij het personeel en vertel wat je doet om een andere professional in het gezin te krijgen. Professionals: Zorg voor zo min mogelijk professionals die betrokken zijn bij het gezin. Dat geeft de meeste rust en stabiliteit. Allen: Wees open en transparant over het wel of niet kunnen opvullen van het gat dat er gevallen is. Pleegouders: Vraag aan de organisatie hoe zij ervoor zorgen dat jij op de juiste manier begeleid wordt. Bereikbaarheid en werkdruk Pleegouders vinden het fijn wanneer de bereikbaarheid van de jeugdbeschermer of pleegzorgbegeleider groot is. Dat willen beide professionals ook, maar zij geven ook aan dat juist die bereikbaarheid zorgt voor een hoge werkdruk: je moet altijd opnemen of terugbellen, maar daarvoor ontbreekt het vaak aan tijd. Even een telefoontje plegen gaat meestal niet: je wilt het verhaal horen en mee kunnen denken en dat kost tijd. Het kan een gevoel geven dat je je werk niet goed doet als professional, want de pleegouder zit ergens mee en wil het daar snel over hebben, terwijl jij misschien pas aan het einde van de week tijd ziet voor een gesprek. Beide groepen geven aan dat zij het belangrijk vinden dat er in de waan van de dag geen processtappen verloren gaan. Dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de partijen en zij moeten elkaar daar op aan kunnen spreken. Advies 8 Organiseer met regelmaat een gezamenlijk overleg met alle betrokken partijen rond het pleegkind. Voorwaarde is dat minimaal één van de partijen dit nodig acht. Bespreek hoe het gaat met jou, met ons (de samenwerking) en het pleegkind. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Wanneer zijn we tevreden de volgende keer en wat moet er dan veranderd zijn? Wanneer evalueren we een volgende keer? Pleegouders: Laat je stem horen en zeg duidelijk en eerlijk wat je vindt of denkt. 9

11 Programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming Dit verslag is onderdeel van het Programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming (PPJ&J) 4 met financiering van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In dit programma bundelen het werkveld en alle partners 5 hun krachten om het doel van de Jeugdwet te realiseren: kinderen en jongeren veilig en gezond laten opgroeien. Ook bieden ze hulp in situaties waarin dat niet vanzelfsprekend is. Door verder te professionaliseren, kunnen we nog betere jeugdhulp bieden. PPJ&J investeert hierin. De Ontwikkelagenda Samen beter, Beter samen 6 ondersteunt professionals, jongeren, aanbieders, werkgevers en samenwerkingsinitiatieven bij professionalisering in de praktijk. Dit noemen we Ontwikkelplaatsen. We werken aan professionalisering door elke dag samen te leren, niet door achter ons bureau te blijven zitten en beleid te ontwikkelen. We kijken naar wat al werkt op de werkvloer. Hierbij ligt de focus op cliëntgericht werken en de rol van gemeenten bij professionalisering. Door dicht bij de praktijk te blijven, kunnen we ervaringen delen. De gesprekken tussen pleegouders, jeugdbeschermers en pleegzorgbegeleiders zijn door jongeren en professionals gekozen als verhalen uit de praktijk die het delen waard zijn. Zo hopen we professionals, organisaties en pleegouders te inspireren om op een heel concrete manier met elkaar samen te werken. Disclaimer Alle aanwezigen zijn gevraagd om deel te nemen aan de gesprekken en hebben hier zelf vrijwillig mee ingestemd. De organisaties waar de jeugdbeschermers en pleegzorgbegeleiders werken, hebben de pleegouders geselecteerd. Vanuit het project hebben we voorafgaand aan de gesprekken aangegeven dat het voor het gesprek belangrijk was om geen pleegouder met zijn of haar eigen jeugdbeschermer of pleegzorgbegeleider aan het gesprek deel te laten nemen. Op deze manier werd voorkomen dat één van de twee partijen niet open durfde te praten. Bij twee gesprekken was dit toch het geval. Dat heeft er voor sommige aanwezigen toe geleid dat zij niet openlijk durfden te praten. Het is niet duidelijk of er deelnemers waren die problemen hadden met één van de aanwezige partijen. Zij zijn hierover niet voorafgaand aan het gesprek bevraagd. Problemen die voor aanvang al speelden, kunnen een vertekend beeld geven over de samenwerking > Over het programma 5. > Over het programma > Partners 6. > Professionals > Thema s > Samen beter, Beter samen > Wat is de gemeenschappelijke basis? 10

12 Colofon Dit eindverslag is geschreven door de NVP. Neem voor vragen contact op met Jorien Kruijswijk Jansen via of De NVP zet zich, samen met pleeggezinnen in Nederland, in om de pleegzorg nóg verder te verbeteren. Dat doen we onder andere door het pleegzorgsysteem te vereenvoudigen, ontmoeting tussen pleeggezinnen mogelijk te maken, ervaringen te delen, vragen van pleegouders te beantwoorden en adviezen te geven. Zo kunnen pleegouders doen waar ze goed in zijn: zorgen voor een pleegkind. Meer informatie: In samenwerking met: Pleegouders Jeugdformaat Parlan Jeugdhulp Jeugdbescherming West, Den Haag Leger des Heils Oost Nederland De Jeugd- en gezinsbeschermers, Alkmaar William Schrikker Groep Pactum jeugd- en opvoedhulp Tekst: Vormgeving: Fotografie: Jorien Kruijswijk Jansen, Tijs Hardenbol CANDACE in VORM De NVP Uitgave: Programma Professionalisering Jeugdhulp & Jeugdbescherming Contact: Meer informatie: NJi Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht / NVP Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen Maart 2018 plaats voor pleeggezinnen