Darten met Water. Wat heb je nodig?

Transcriptie

1 Darten met Water Duur : 30 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Doelgroep : vanaf 4 tot +/- 7 jaar Locatie : Speelplaats Wat heb je nodig? Sponzen Stoepkrijt Emmers met water Uitleg activiteit Buiten spelen met water. Maak met krijt een soort super groot dartbord. Bepaal zelf de exacte vorm en de puntentelling. Vanachter de startlijn gooi je met een natte spons in de juiste cirkel. Natuurlijk kun je proberen om zo veel mogelijk punten te scoren maar je kan kinderen ook opdrachten geven. Wanneer je de cirkels in diverse kleuren maakt kun je ook aangeven: scoor in de gele cirkel. Laat kinderen ook zelf cirkels en punten tekenen en maak de opdracht qua afstanden moeilijker naarmate de kinderen ouder zijn. Bron

2 Frozen t-shirt race Duur : Ontwikkelingsgebied : Doelgroep : Locatie : 15 minuten Spelontwikkeling 4-12 jaar Buitenruimte Wat heb je nodig? T-shirts Voordat je begint Vries een aantal uur van te voren genoeg (oude) t-shirts in. Je kunt wax papier tussen de shirts in doen om ervoor te zorgen dat ze niet aan elkaar vriezen. Uitleg activiteit Klaar voor de start? Deel de kinderen de shirts uit, geef een startsein en het spel kan beginnen! Wie krijgt het shirt als eerste aan? Deze activiteit is heel grappig maar natuurlijk ook heel verkoelend als het erg warm is buiten!

3

4 Hawaii Games Duur : 1 uur Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Wat heb je nodig? 2 hoelahoepen (liefst nog meer) stopwatch geprinte spelkaarten (onderdelen die je echt gaat spelen) volleybalnet strandbal (hoe groter hoe grappiger) 2 stoelen 1 kokosnoot (1 als reserve) 1 ananas 2 lange plastic lepels 2 mango s (eventueel reserve) stoepkrijt 2 ondiepe bakken water (bijvoorbeeld afwasteiltje) Stukjes fruit 2 kleine bakjes 2 sinaasappels een paar slippers (bruine) ballonnen touw schaar fluit lange stok crêpepapier eventueel muziekinstallatie Uitleg activiteit Splits de groep op in twee teams, het liefst indien mogelijk in iedere groep een even aantal. Lukt dit niet dan zal bij sommige onderdelen 1 lid van een team een keer extra moeten strijden in deze Hawaii games. Je kunt de teams natuurlijk team A en team B noemen maar misschien is het leuk om de teams een eigen naam te laten verzinnen. Een leuke lijst met inspirerende namen vind je hier: Wat dacht je bijvoorbeeld van Team Wikolia (overwinnend, veroveraar) of team Anakoni (prijzenswaardig). Je vindt in deze lijst vast nog wel een paar aansprekende namen. Leg voor de verschillende spelonderdelen alle materialen klaar. Je kunt zelf kiezen welk spel je gaat spelen. In totaal kun je maximaal 10 spellen spelen maar dit kunnen er natuurlijk ook minder zijn. Hang bij ieder spel het bordje met de naam van het spel en de korte uitleg. Uitvoering Spel 1: Hula Hoop Wedstrijd Nodig: 2 hoelahoepen en een stopwatch

5 Zorg dat je minimaal 2 hula hoops, of Nederlandse spelling: hoelahoops, hebt zodat twee kinderen tegelijk kunnen hoelahoepen. Ze strijden per team tegen elkaar, steeds 2 tegelijk, uit ieder team 1. Er zijn 3 verschillende manieren om punten te verdienen: Wie het langste kan hoelahoepen krijgt een punt Wie binnen 30 seconden het vaakst de hoepel ronddraait krijgt punten Wie de meest aparte hoelahoep stijl heeft verdient een punt Spel 2: Luie stoelen volleybal Nodig: Volleybalnet Evenveel stoelen als deelnemers Strandbal Span een volleybalnet of neem als alternatief een waslijntje en span deze over een veld. Aan weerszijden van het veld zet je hetzelfde aantal stoelen neer. Doe het bijvoorbeeld met vier personen, naar grootte van het veld. In iedere stoel neemt een teamgenoot plaats, team A en B strijden tegen elkaar en gaan de strandbal overslaan zonder daarbij op te staan uit de stoel! Team A en B beginnen om de beurt met een opslag. Hoe vaker de bal wordt overgeslagen hoe meer punten je scoort. Lukt het je niet om over te slaan dan gaat de punt naar de tegenpartij. De opslag mag je eventueel een keer opnieuw doen, al is het alleen maar om te oefenen. Geef ieder team evenveel kansen met de eerste opslag en laat ieder lid van een team een keertje plaatsnemen in een van de stoelen. Zorg ervoor dat het team dus doordraait. Dit spel in ontzettend moeilijk maar ook heel erg grappig. Spel 3: Kokosnoot bowlen Nodig: koksnoot (minimaal 1, kan ook meerdere ananas of ander object dat om kan rollen Je kunt dit spel op verschillende manieren uitvoeren. Variant 1: Geef iedereen om de beurt de kokosnoot en laat deze zo ver mogelijk over de grond rollen. De kokosnoot mag niet gegooid worden. Meet de afstanden op en tel deze bij elkaar op. Welk team de verste afstanden bij elkaar hebben gegooid krijgt 1 punt. Variant 2: Zet een ananas neer en probeer de ananas met de kokosnoot om te rollen. Lukt dit? Per omgerolde ananas verdient het team een punt. Bedank eventueel nog een eigen variatie. Spel 4: Mep de mango Nodig: 2 plastic lepels 2 mango s stoepkrijt Teken een grote cirkel op de grond waarin de strijd plaatsvindt. Twee tegenstanders van team A en B strijden tegen elkaar. Ieder krijgt een plastic lepel met een mango in de hand. Het doel is om zonder dat je eigen mango van de lepel valt de mango van de tegenstander wel van de lepel af te laten vallen. Wie het langst de mango op de lepel houdt heeft een punt. Je mag niet buiten de

6 cirkel komen want dan ben je af en gaat er een punt naar je tegenstander. Let op: je mag niet schoppen e.d. Je mag alleen de lepel gebruiken. De andere arm die de lepel niet vasthoudt, houd je op de rug. Spel 5: Hawaii Fruit Happen Nodig: fruit in stukjes bakjes bak water eventueel blinddoek Dit is een variant op het aloude snoep happen. Neem twee bakken en laat de teams tegelijk tegen elkaar strijden. Doe een laagje water in een bak, gebruik bijvoorbeeld een afwasteiltje. Leg hier nu diverse stukjes fruit in en laat de deelnemers in een rijtje achter elkaar plaatsnemen. Geef ieder team bijvoorbeeld 1 minuut de tijd om zoveel mogelijk stukjes fruit uit de bak met water te happen zonder de handen te gebruiken. De handen blijven op de rug. Heb je een stukje fruit dan spuug je die uit in een bakje want dit zijn de punten die geteld gaan worden. Ieder kind hapt 1 stukje fruit en dan is de volgende. Hoeveel punten verdient het team binnen een minuut? Moeilijker maken: Speel het spel met een blinddoek om Gebruik diverse stukken fruit en geef dit punten. Meloen is bijvoorbeeld 2 punten, appel is 1 punt Spel 6: Geef de sinaasappel door Nodig: sinaasappel (of een ander stuk fruit) Laat de twee teams ieder een eigen kring vormen. Geef ieder team een eigen sinaasappel. Dit spel kan tegelijk gespeeld worden: de twee teams strijden tegen elkaar. Hoe vaak kunnen zij in de kring de sinaasappel doorgeven door alleen hun kin en nek/hals te gebruiken? Hun handen mogen absoluut niet gebruikt worden. Iedere persoon waaraan de sinaasappel zonder te vallen is doorgegeven krijgt 1 punt! Valt de sinaasappel dan is je team af. Het andere team mag doorgaan om nog meer punten te verkrijgen totdat ook hun sinaasappel valt. Is het te makkelijk? Geef een tijd mee: hoeveel keer binnen een minuut lukt het om de sinaasappel door te spelen? Spel 7: Flip Flop Flipping Nodig: hoepels of hulahoops stoepkrijt of kaartjes met punten touw slippers Hang de hoelahoepen op (bij voorkeur!) of leg ze op de grond. Gebruik er minimaal twee, liefst nog meer. Je kunt in dit geval natuurlijk ook gewone hoepels gebruiken of wanneer je ze op de grond legt kun je eventueel met stoepkrijt nog cirkels op de grond tekenen. Schrijf met stoepkrijt punten

7 in de hoepels. Lukt het je om de hoepels op te hangen (wat echt het allerleukste is!!!) dan kun je papieren kaartjes met punten aan de hoepels hangen. Teken nu een lijn waarachter de teams moeten plaatsnemen. Hebben kinderen zelf slippers aan dan kunnen ze hun eigen slippers gebruiken. Geef de kinderen van team A en team B om en om de kans om hun slippers vanaf hun voeten in of door een hoepel te flippen. Dus rechtstreeks vanaf de voet de slipper los schoppen. Tel de gescoorde punten bij elkaar op. Blijkt het heel makkelijk? Geef de kinderen dan allemaal een extra beurt en verplaats de startlijn zodat er een grotere afstand tot de hoepels ontstaat. Spel 8: Knal de kokosnoot Nodig: ballonnen touwtjes Dit is eigenlijk gewoon ballontrappen. Blaas de bruine ballonnen op. Dit zijn de kokosnoten. Bind één ballon met een touwtje om één van de enkels van iedere deelnemer. Spreek af in welk gebied het spel gaat plaatsvinden. Teken eventueel een speelveld met stoepkrijt op de grond. Met een fluitsignaal start het spel. De teams moeten nu zo snel mogelijk elkaars kokosnoten (ballonnen) kapot trappen. Het team waarvan de laatste kokosnoot heel blijft heeft gewonnen. Spel 9: Tropische toerist Nodig: verkleedkleren (2 identieke sets) Dit is een verkleedestafette. Leg twee stapeltjes met typische toeristenkleding klaar. De stapeltjes moeten dezelfde onderdelen bevatten. Het moet in ieder geval hetzelfde aantal zijn. Denk bijvoorbeeld aan: Strandhoed Hawaii slinger Snorkelset Zonnebril Slippers Hawaii overhemd Zonnebrand Het spel begint wanneer beide teams in 2 rijen zijn opgesteld achter een startlijn. Op het fluitsignaal moet de voorste persoon in de rij zich helemaal aankleden als toerist en zo snel mogelijk helemaal gekleed naar de overkant rennen en weer terug (laat hen bijvoorbeeld een muur aantikken). Vervolgens moet de eerste deelnemer zich weer van alle spullen ontdoen en de volgende deelnemer van het team neemt dit over en zo wordt de race voltooid. Welk team finisht als eerste en verdient een punt? Spel 10: Limbodansen Nodig: tropische muziek stok

8 Zet bij voorkeur een leuk tropisch muziekje op om de sfeer er in te brengen. De limbo is een dans met verschillende kunstjes. Het is een dans waarbij de danser onder een brandende stok door moet dansen. De danser mag niet bukken - achterover hangen mag wel. Als hem dat is gelukt, wordt de stok lager gehangen. De limbo wordt ook wel uitgevoerd zonder brandende stok, waarbij het publiek mee mag doen. Je raadt het al: wij gaan het zonder brandende stok doen! Twee pm-ers houden een crêpepapieren lint vast (maak dit door een strook van ongeveer 3 cm breed van een rol crêpepapier af te knippen ), de anderen moeten daar Limbo Dansend onderdoor. Degene die het laagst kan heeft gewonnen en een punt verdiend voor zijn team. Als het lint breekt is de limbodanser af. Het kan ook zo: Twee personen houden een lat op de zelfde hoogte vast. Alle deelnemers staan in een rij voor de stok. Ze moeten door hun knieën te buigen en achterover te leunen onder de stok door lopen zonder dat ze deze aanraken. Raakt iemand de stok aan dan ligt hij er uit en moet hij of zij even wachten. Is iedereen aan de beurt geweest, dan gaat de stok een paar centimeter naar beneden. Het gaat het best als je er leuke opzwepende muziek bij aan hebt staan. Afsluiting Houd eventueel de puntentelling bij op een scoreblad en beloon het winnende team met een kleine prijs.

9

10

11

12

13

14

15 Prik je 'm lek, ja of nee? Duur : 15 minuten Ontwikkelingsgebied : Cognitieve ontwikkeling Creatieve ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Locatie : Buitenruimte Keuken Wat heb je nodig? Ritszakken of andere hersluitbare zak Scherpe ronde potloden Water Uitleg activiteit We gaan een experiment uitvoeren met een zak water. Kunnen we er potloden doorheen steken zonder dat het water eruit gaat? Let erop dat deze activiteit buiten of boven een gootsteen plaatsvindt voor het geval er water uit de zak komt. Uitvoering Vul de plastic zak voor ongeveer de helft met water en sluit hem goed af. Zorg ervoor dat alle potloden scherp geslepen zijn. Vraag aan de kinderen wat ze denken dat er gebeurt als jullie er potloden doorheen gaat steken. Zou het water eruit spuiten? Laat de kinderen nu rustig potloden door de zak heen steken. Praat er met de kinderen over, hoe zou dit kunnen? Als iedereen heeft geëxperimenteerd kunnen de potloden uit de zak worden getrokken en kunnen de kinderen zien hoe het water er nu wel uitspuit. Variatie(s) Gebruik verschillende vormen potloden en verschillende diktes van zakken om te kijken wat er gebeurt. Je zult merken dat het lastiger is om de potloden door dikkere zakken te steken. Tips Leg het geheim uit aan de kinderen: de moleculen, dit zijn de kleine deeltjes die in het plastic zitten, sluiten zich om de potloden heen als deze er door worden gestoken. Ze zullen zich snel hechten en ervoor zorgen dat het water er niet doorheen komt. Als de potloden er eenmaal worden uitgehaald trekken de deeltjes niet meer naar zich toe omdat ze allemaal aan de kant zijn geduwd. Het is voor de moleculen makkelijker om zich te hechten aan ronde potloden dan aan potloden met rechte randen, dit kun je merken als je ze gebruikt.

16 Bron ag/

17 Water Limbo Dansen Duur : 15 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Locatie : Grasveld Wat heb je nodig? Een (op de waterleiding aangesloten) tuinslang Limbomuziek Uitleg activiteit Dit spel is de limbodans onder de straal van een tuinslang door. Richt de straal over het grasveld (niet te laag). Alle kinderen lopen om de beurt in de limbohouding (achterover gebogen bovenlijf zonder met de handen te steunen) onder de waterstraal door. Wie de waterstraal raakt is af. Elke keer richt je de straal steeds lager, zodat op het eind nog één iemand overblijft en diegene is de winnaar! Tips Maak van dit spel een leuk feestje! Zet de draagbare muziekinstallatie buiten en zet vrolijke limbomuziek aan!

18 Water Tijdbom Duur : 10 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Locatie : Grasveld Wat heb je nodig? Bekers Emmer met water Uitleg activiteit Dit spel is een kringspel met een beker water. Voor dit spel laat je de kinderen in een grote kring staan. Je vult een bekertje met water en laat dit de kring rondgaan. Op een bepaald moment roep je stop en diegene, die nu het bekertje in handen houdt, moet het bekertje water over zijn hoofd gooien, is af en mag uit de kring stappen. Zo ga je door tot er nog maar twee kinderen zijn. Dan volgt de finale. Variatie(s) - In plaats van 1 bekertje rond te laten gaan, kun je meerdere bekertjes rond laten gaan. - Je kunt er ook voor kiezen dat diegene die het bekertje in handen heeft, wanneer er gestopt moet worden met rondgeven, iemand mag kiezen die naast hem/haar staat en daar het bekertje water over heen mag gooien. Op dat moment is diegene, die het water over zich heen krijgt af. Tips Het is leuk om muziek te draaien en deze stop te zetten, wanneer het rondgeven van de beker stopt.

19 Waterballonnen tenenloop Duur : 15 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Locatie : Grasveld Wat heb je nodig? Waterballonnen Materialen om twee parcoursen uit te zetten (bv. hoepels, banken) Voordat je begint Zet twee parcoursen uit. Vul de waterballonnen met water. Uitleg activiteit Maak twee gelijkwaardige teams. Mix de leeftijden. Laat het eerste kind van het team een waterballon tussen de tenen klemmen. Het kind loopt nu het parcours met de waterballon tussen de tenen. Alle kinderen leggen om de beurt het parcours af. Welke groep is het snelste zonder de ballon te laten knappen? Die heeft gewonnen.

20 Waterbommen Duur : 10 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Doelgroep : 4-12 jaar Locatie : Grasveld Wat heb je nodig? Een flinke voorraad gevulde waterballonnen Voldoende handdoeken Uitleg activiteit Dit spel is een volleybalwedstrijd met waterballonnen en handdoeken. Verdeel de kinderen in 2 gelijke teams en speel het spel op een volleybalveld. Mocht je dit niet hebben, dan volstaat een grasveld of speelplaats natuurlijk ook. Binnen de teams vormen de kinderen paren en houden per paar een handdoek vast. Met behulp van deze handdoek gooien zij een waterbommetje naar de overkant en de kinderen aan de overkant moeten proberen de waterbommetjes met hun handdoek op te vangen en weer terug te gooien. Het gooiende team verdient een punt wanneer het andere team het waterbommetje niet vangt of deze klapt.

21 Waterzeskamp Duur : 45 minuten Ontwikkelingsgebied : Spelontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Doelgroep : vanaf +/- 8 jaar Locatie : Buitenruimte Wat heb je nodig? Scorebord en pen (eventueel flip-over) Spel 1: Water, Pionnen, Emmers, Sponzen, Stopwatch, Liniaal Spel 2: Water, Pionnen, Planken, Bakstenen, Emmer water Spel 3: Emmer water, Lege emmers, Dienbladen, Pionnen, Eventueel stoelen of andere parcoursobstakels, Liniaal, Stopwatch Spel 4: Lege emmers, Volle emmers, Bekertjes, Liniaal Spel 5: Water, Flessen, Voetbal, Spel 6: Tuinslang Uitleg activiteit We spelen een zeskamp met alleen maar waterspelletjes! Een Zeskamp is spel waarbij een aantal teams het tegen elkaar op opnemen tijdens 6 verschillende spelonderdelen (vandaar de naam). Voorbereiding Zet voor elk spel de benodigdheden klaar. Spel 1: Zet met een aantal pionnen een speelveld uit met een middenlijn. Zet op evengrote afstand van de middenlijn in allebei de velden een lege emmer neer. Zet aan het begin of eind van de middenlijn een volle emmer met water neer. Leg naast de emmer in elk vak één spons neer. Spel 2: Wip-wap met behulp van twee lange planken en bijvoorbeeld een baksteen. Plaats de plank op de baksteen of iets anders hoogs. Zet met pionnen een speelveld uit. Spel 3: Zet een parcours uit. Dit kan met behulp van pionnen waarlangs een speler moet lopen of om stoelen heen enzovoorts. De parcoursen moeten voor beide teams hetzelfde zijn. Zet aan het einde van het parcours een lege emmer neer. Spel 4: Zet een volle emmer water neer. Zet verderop, naar hoeveelheid kinderen een lege emmer water neer. Het team moet tussen deze twee emmers in gaan staan, schat de ruimte goed in of probeer even om te kijken of er genoeg ruimte is. Zet naast de volle emmer water een bekertje neer.

22 Spel 5: Vul voor elke speler een fles met water. Zet deze neer in een ruime kring. Spel 6: Zorg ervoor dat je een op het water aangesloten tuinslang hebt. Uitvoering Verdeel de kinderen gelijkmatig in teams. Het spel kan worden gespeeld in minimaal twee teams, is er een oneven aantal teams dan kan er telkens één team rust houden. Spel 1: Waterbal Elk team gaat in een vak staan. Bepaal hoelang je het spel wilt spelen en zet de stopwatch op die tijd. De bedoeling van dit spel is om zoveel mogelijk water in je eigen emmer te krijgen. Dit kan door middel van de spons vol te laten lopen met water uit de emmer en deze dan weer leeg te knijpen in de lege emmer. Maar er mag niet worden gelopen of gerend met de spons! Door over te gooien naar de teamleden moet de emmer zo vol mogelijk worden gedaan met water. De kinderen mogen echter ook de spons van het andere team proberen af te pakken door hem te vangen. Zo kan er dus ondertussen de eigen emmer worden gevuld én worden geprobeerd het andere team te verhinderen hun emmer te vullen. Meet als de tijd op is de hoeveelheid water in elke emmer met behulp van de liniaal. Het team dat het meeste water in zijn emmer heeft gekregen heeft dit spel gewonnen. Spel 2: Water vangen Het team dat de meeste bekers water vangt is de winnaar van dit spel. Ook in dit spel strijden er twee teams tegen elkaar. Om de beurt vult elke speler een beker water. Hij zet deze aan het eind van de plank neer. Op het andere eind trapt hij zo hard mogelijk, waardoor het bekertje door de lucht het veld in wordt gezwierd. Dezelfde speler rent het veld in en probeert het bekertje te vangen. Lukt dit? Dan heeft hij een punt voor het team. Alle spelers uit het team mogen het één keer proberen. Het team dat de meeste bekers heeft gevangen is de winnaar! Spel 3: Oberrace In dit spel gaat het erom dat er zoveel mogelijk water in de emmer komt te zitten. Bepaal vooraf de tijd en zet de stopwatch. De spelers van elk team gaan achter elkaar in de rij staan. Elke speler is een keer een ober en moet proberen zoveel mogelijk bekertjes water veilig naar de overkant te brengen. De voorste speler begint als ober en krijgt een dienblad. Het team helpt de ober met zoveel mogelijk bekertjes water op zijn dienblad te zetten. De ober probeert zo snel mogelijk, maar ook zo voorzichtig mogelijk via het parcours bij de emmer te komen. Eenmaal bij de emmer leegt hij zijn bekertjes en gaat hij snel via het parcours weer terug naar de andere spelers. Laat alle spelers om de beurt spelen. Als de gestelde tijd verstreken is wordt er met behulp van de liniaal gekeken wie het meeste water in de emmer heeft gekregen. Spel 4: Bekertjes water doorgeven De teams stellen zich naast elkaar in rijen op. Ook bij dit spel gaat het erom om de lege emmer water zo vol mogelijk te krijgen. De teams beginnen tegelijkertijd en krijgen vooraf te horen hoelang ze de tijd hebben. Zet de stopwatch op deze tijd in. De voorste in de rij vult het bekertje wat naast de emmer staat met water. Hij probeert over zijn hoofd het water in de beker van de

23 achterbuurman te gooien. Hij doet dit dus naar achteren toe (zie foto). Zo gaat het door tot de achterste speler. Deze gooit het water in de lege emmer en rent naar voren toe. Hij is nu de voorste speler, vult zijn beker met water en probeert het water uit zijn beker door te geven aan zijn achterbuurman. Als de tijd op is stopt het spel en wordt er weer gemeten hoe vol de emmer van elk team zit. Spel 5: Watervoetbal Elk kind heeft zijn eigen fles. Door middel van de bal tegen een ander zijn fles te trappen zal deze omvallen. Als iemands fles omvalt, gaat het water eruit en is diegene af. Het team waarvan de speler als laatst overblijft is de winnaar. Spel 6: Water limbo dansen Welk team is het lenigst? Houd de tuinslang vast en richt de straal niet te laag. In het begin moeten alle deelnemers eronder doorlopen in limbo houding. Dit doe je door je lichaam naar achteren te buigen zonder dat je met je handen ergens op steunt. Degene die de waterstraal raakt is af! Richt de straal steeds iets lager als iedereen is geweest zodat er uiteindelijk één iemand overblijft. Zijn team heeft dit spel gewonnen.