Museumpark (werkterrein parkeergarage) en Melkkoppad te Rotterdam. Projectcode Datum 3 maart 2010

Transcriptie

1 v/ol^iu Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Ingenieurbureau Verkennend bodemonderzoek Mueumpark (werkterrein parkeergarage) en Melkkoppad te Rotterdam Projectcode Datum 3 maart 2010 Verie /03 Opdrachtgever Gemeentewerken Rotterdam, Productgroep Stad Opteller Mevr. J. Wier Controleur Mevr. D.M. Noordzij Paraaf Opteller: 10 Paraaf Controleur: Projectleider Dhr. R. Plug

2 >i?=^p=^ Gerneente Rotterdam Gemeentewerken Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

3 Gemeente ^^fi 5^ Rotterdam Gemeentewerken Samenvatting Locatiegegeven locatienaam : Mueumpark (Werkterrein parkeergarage) en Melkkoppad adre : Mueumpark ongenummerd en Melkkoppad ongenummerd deelgemeente : Centrum oppervlakte locatie : m 2 opdrachtgever : Gemeentewerken Rotterdam, Productgroep Stad kenmerk opdrachtgever : LOKCE007V Regitratienummer Adviebureau BRL SIKB 2000 : K25152/05 Aanleiding De aanleiding voor het onderzoek i de voorgenomen inrichting van de locatie. Doel Doel van het onderzoek i het bepalen van de milieuhygiëniche kwaliteit van de bodem op de locatie om te bepalen of de bodemkwaliteit belemmeringen oplevert voor de voorgenomen inrichting. Concluie Kwaliteit qrond en qrondwater Uit het verkennend onderzoek blijkt dat de ondergrond poradich terk verontreinigd i met barium en/of koper. Over het algemeen echter i de grond ten hoogte matig verontreinigd met de geanalyeerde parameter. Het freatich grondwater i ten hoogte licht verontreinigd met de geanalyeerde parameter. Het afalt ter plaate van het Melkkoppad i niet teerhoudend. Het onderliggende verhardingmateriaal i niet abethoudendheid. Het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein i niet abethoudend en uit de keuring conform de BRL SIKB 1000, VKB protocol 1002 blijkt het materiaal gechikt voor hergebruik. Er i geen prake van een geval van erntige bodemverontreiniging. Gechiktheid bodem De verontreinigingituatie vormt geen belemmering voor de voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de inrichting tot openbaar groen van de locatie. Aanbevelingen Noodzaak nader onderzoek De milieuhygiëniche kwaliteit van de bodem op de locatie i in voldoende mate vatgeteld. Onderhavig bodemonderzoek kan dienen al bai voor de voorgenomen werkzaamheden. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumparkwerkterrein parkeergarage maart

4 "^^^f^ Gemeer >te Rotterdam Gemeentewerken In het grondwater i een terke verontreiniging met areen aangetroffen. In ZuidHolland komen in het freatich grondwater regelmatig verhoogde concentratie voor met deze toffen. Omdat in de grond rond de grondwatertand geen overchrijding van de achtergrondwaarden met areen i gecontateerd, wordt het verhoogde gehalte in het grondwater toegechreven aan natuurlijke oorzaken of menelijke ingrepen in de waterhuihouding. Gezien deze kenmerken betaat geen noodzaak nader onderzoek te verrichten of de locatie bij herinrichting te aneren. De verhoogde concentratie van areen vormt wel een aandachtpunt bij eventuele lozing van grondwater. Veiliqheid bii grondverzet Indien werkzaamheden worden verricht, waarbij grond wordt verplaatt of afgevoerd, moet rekening worden gehouden met een pakket aan maatregelen om veilig te kunnen werken. Welke maatregelen nodig zijn hangt amen mét de veiligheidklae, die wordt bepaald aan de hand van de CROW publicatie 132 [lit. 10]. Voor de niet tot matig verontreinigde grond i de baiklae van toepaing. Voor de terk verontreinigde grond Dient een veiligheidklae te worden vatgeteld. Gezien het feit dat de regelgeving aan verandering onderhevig i wordt geadvieerd de veiligheidklae en het daarmee amengaande maatregelenpakket in een zo laat mogelijk tadium te bepalen. Dit betekent in veel gevallen dat de veiligheidklae wordt bepaald bij het optellen van het betek. In elk geval moet rekening worden gehouden dat de veiligheidklae tuen 1T en 3T ligt. Voor het toezicht en de coördinatie van het veilig omgaan met verontreinigde grond i de permanente inzet van een Dekundige Leidinggevende Projecten verontreinigde grond (DLP) vereit. Afhankelijk van de veiligheidklae i voort de betrokkenheid van een middelbare of hogere veiligheidkundige noodzakelijk. Hergebruikmogelijkheden Indien grond moet worden afgevoerd wordt aanbevolen de noodzaak van een partijkeuring te bepalen in overleg met de Grond en Rettoffen Bank van Gemeentewerken Rotterdam. Lozing qrondwater Indien op de locatie graafwerkzaamheden voorzien zijn tot onder de grondwatertand dient het vrijkomende grondwater te worden gelood op het riool of oppervlaktewater. De onttrekking en lozing van grondwater dient te worden gemeld of dient een vergunning te worden aangevraagd bij de betreffende bevoegde gezagen. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumparkwerkterrein parkeergarage maart

5 'i^l^. Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Inhoudopgave 1 Inleiding Onderzoekkader Locatiegegeven 7 2 Vooronderzoek Algemeen Samenvatting hitorich onderzoek Locatieinpectie Onderzoektrategie 10 3 Uitvoering onderzoek Veldonderzoek Chemichanalytich onderzoek 12 4 Interpretatie Grond Grondwater Afalt en verhardingmateriaal Ernt, omvang en riico' verontreinigingen Gechiktheid 18 5 Concluie en aanbevelingen Concluie Aanbevelingen 19 Literatuur 21 Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

6 ^ ^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Bijlage 1: Tekeningen Bijlage 2: Hitorich onderzoek Bijlage 3: Boortaten Bijlage 4: Analyecertificaten Bijlage 5: Toetingtabellen grond en grondwater Bijlage 6: Kwaliteitverantwoording Bijlage 7: Partijkeuring puin ter plaate van het werkterrein Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

7 'V^^S 5^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken 1 Inleiding 1.1 Onderzoekkader Het verkennend bodemonderzoek ter plaate van Mueumpark (huidige werkterrein parkeergarage) en het aan de ootkant van het werkterrein gelegen Melkkoppad i uitgevoerd in opdracht van Gemeentewerken Rotterdam, Productgroep Stad. De aanleiding voor het onderzoek i de voorgenomen inrichting van de locatie. Doel van het onderzoek i het bepalen van de milieuhygiëniche kwaliteit van de bodem op de locatie om te bepalen ofde bodemkwaliteit belemmeringen oplevert voor de voorgenomen inrichting. Al beoordelingkader van de verontreinigingituatie wordt gebruikt: de tekt van de Wet bodembecherming en de daarop gebaeerde uitvoeringregelingen en circulaire zoal weergegeven in de Leidraad Bodembecherming [lit. 1]; het Gezamenlijk Bodemaneringbeleid ZuidHolland [lit. 2]; de Circulaire bodemanering [lit. 3]; het Beluit bodemkwaliteit [lit. 4]; de Regeling bodemkwaliteit [lit. 5]. Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt de volgende terminologie toegepat: niet verontreinigd concentratie kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde (grond) of treefwaarde (grondwater); licht verontreinigd concentratie groter dan de achtergrondwaarde (grond) of treefwaarde (grondwater), kleiner dan of gelijk aan de tuenwaarde; matig verontreinigd concentratie groter dan de tuenwaarde, kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde; terk verontreinigd concentratie groter dan de interventiewaarde. Dit onderzoek i met de groott mogelijke zorgvuldigheid uitgevoerd. Voor meer informatie over de kwaliteit van dit rapport wordt verwezen naar bijlage Locatiegegeven De onderzoeklocatie en regionale ligging zijn weergegeven op de tekening in bijlage 1. De oppervlakte van de locatie i circa m 2. De onderzoeklocatie betaat uit het huidige werkterrein van de parkeergarage (Mueumpark) en het noordelijk deel van het Melkkoppad. De locatie wordt momenteel gebruikt al werkterrein van de parkeergarage en voetpad (Melkkoppad). Het toekomtige gebruik van de locatie i openbaar groen. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

8 ^^^^^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

9 ^f^c? Gemeente Rotterdam Gemeentewerken 2 Vooronderzoek 2.1 Algemeen Het vooronderzoek i uitgevoerd conform de NEN 5725 [lit. 6] en de NEN 5707 [lit. 7]. Het vooronderzoek betaat uit een hitorich onderzoek en een locatieinpectie. Het volledige hitorich onderzoek i opgenomen in bijlage Samenvatting hitorich onderzoek Het hitorich onderzoek zoal opgenomen in bijlage 2 i voor zowel de onderhavige locatie (voorterrein) al voor de zogenaamde romantiche tuin van het mueumpark uitgevoerd. Hieronder volgt een amenvatting van de voor onderhavige locatie relevante hitoriche informatie. De onderzoeklocatie i op bai van de indicatieve bodemkaart van de gemeente Rotterdam verdacht voor lichte verontreinigingen met zware metalen en PAK in de eerte meter. De laag vanaf 1,0 mmv i verdacht voor matige verontreinigingen met zware metalen en PAK. Op en nabij de onderzoeklocatie zijn geen abetverdachte bedrijfactiviteiten aanwezig geweet. In ondertaande tabel zijn de puntbronnen op en/of nabij de onderzoeklocatie opgenomen die onvoldoende of niet zijn onderzocht. De letter in de legenda verwijzen naarde hitoriche tekening opgenomen in bijlage 2. De puntbronnen zijn verdacht voor verontreinigingen met toffen die zijn vermeld in de kolom 'UBI toffen'. leg. Aard en NSX UBI toffen In de omgeving van de onderzoeklocatie A B Stookolietank (ondergrond) (237) Benzinepompintallatie (356) Hbotank (ondergrond) (237) benzeen, fluorantheen, lood, ndecaan, noctaan, naftaleen, tolueen, xyleen benzeen, fluorantheen, lood, ndecaan, noctaan, naftaleen, tolueen, xyleen Legenda: UBI = Uniforme Bron Indeling NSX = Nakken Stoffen Index Uit voorgaande onderzoeken blijkt dat de volgende (ret)verontreinigingen in het onderzoekgebied aanwezig zijn: Nabij de onderzoeklocatie i een terke verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater aanwezig (vlek 4) (TC022520/ / ) Nabij de onderzoeklocatie i een lootbodem terk verontreinigd met zware metalen en PAK (TC / ). In de omgeving van de onderzoeklocatie komen heterogeen matige tot terke verontreinigingen met zware metalen voor (TC070904/ ). Op de locatie wa de kwaliteit van het lib in de watergangen klae 2 en 3 (licht tot matig verontreinigd) ( ). Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

10 ^p Gemeente Rotterdam Gemeentewerken 2.3 Locatieinpectie Op 21 november i op de locatie een inpectie uitgevoerd. Bij de locatieinpectie i aandacht beteed aan de volgende apecten: aanwijzingen bodemverontreiniging innchting locatie en omgeving maaiveldituatie Er i bij de locatieinpectie geen aanwijzing van bodemverontreiniging en geen abetverdacht materiaal aangetroffen. De locatie i vrijwel geheel verhard met afalt en deel met puin. Op de locatie vindt oplag van werkmateriaal plaat en zijn enkele keten aanwezig. Buiten het werkterrein aan de ootkant loopt het Melkkoppad, welke teven verhard i met afalt. 2.4 Onderzoektrategie Bij het vooronderzoek zijn geen op de onderzoeklocatie gelegen potentiële puntbronnen naar voren gekomen. Wel blijkt uit het hitorich onderzoek dat heterogeen matige tot terke verontreinigingen met zware metalen voorkomen in dit gebied. Het onderzocht voldoet aan de trategie voor een verdachte locatie, diffue bodembelating heterogeen verdeelde verontreinigende tof op chaal van monterneming, uit de NEN5740. Naat het grond en grondwateronderzoek i teven het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein onderzocht conform de BRL SIKB 1000, VKB protocol 1002 (zie bijlage 7). Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

11 ^^fe^jfx;. Gemeente Rotterdam Gemeentewerken 3 Uitvoering onderzoek 3.1 Veldonderzoek Het veldwerk i uitgevoerd door het Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam. Dit bureau i gecertificeerd voorde BRL SIKB 2000 waardoor i voldaan aan de eien van Kwalibo (Kwaliteitborging in het bodembeheer). Gezien de puinhoudende amentelling van de Rotterdame bodem wordt, in afwijking van de BRL 2001, om machinaal geboord. De gebruikte boormethode i weergegeven in de boortaten. Het verrichten van de grondboringen en het plaaten van de peilbuizen zijn uitgevoerd op 21 november 2009 onder leiding van de heer W.A.F van Groeen en de heer K. Ziani. De bemontering van het grondwater i uitgevoerd op 11 december 2009 door de heer M. de Jong en de heer K. Ziani. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd aan de hand van de vigerende SIKB protocollen [lit. 9]. Een overzicht van de boringen en peilbuizen i opgenomen in tabel 1. Tabel 1 Overzicht boringen en peilbuizen l boring/ peilbui a einddiepte in (mmv) 1,50 1,60 2,60 1,58 2,75 2,08 0,61 2,30 1,50 1,71 2,90 1,41 2,50 1,69 1,73 1,01 0,81 1,45 2,80 1,01 maaiveldhoogte in (m t.o.v. NAP) 1,192 1,26 1,247 1,31 1,262 1,025 1,181 1,106 1,228 1,095 1,243 1,127 1,187 1,182 1,29 1,059 1,059 1,16 1,12 1,254 filtertelling (traject in mmv) 1,902,90 1,802,80 bijzonderheden t.p.v. inril werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v, werkterrein t.p.v. werkterrein t.p.v. Melkkoppad t.p.v. werkterrein t.p.v. Melkkoppad De boringen en peilbuizen op de locatie zijn ingemeten ten opzichte van NAP. De gemiddelde maaiveldhoogte bedraagt NAP 1,18 m. In combinatie met dit veldwerk i teven een partijkeuring uitgevoerd van het verhardingmateriaal gelegen op het werkterrein. De uitvoer en reultaten van de keuring zijn in bijlage 7 toegevoegd. De algemene bodemopbouw betaat uit zand en klei, waarbij het zand veelal in de bovengrond aanwezig i en het klei veelal in de ondergrond. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

12 ^fjpt' Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Een volledige bechrijving van de textuur, bijmengingen en overige bijzonderheden van de grond i weergegeven in de boortaten van bijlage 3. De zintuiglijk waargenomen bijzonderheden die kunnen duiden op bodemverontreiniging zijn weergegeven in tabel 2. Tabel 2 Zintuiglijk waargenomen bijzonderheden boring a Traject (mmv) 0,531,00 0,480,80 2,202,60 0,581,00 2,252,75 0,42 0,60 0,600,61 0,47 0,97 1,601,70 1,701,71 0,721,00 1,021,40 1,401,41 2,002,50 0,731,73 1,00 1,01 0,800,81 1,201,45 0,701,00 1,201,40 1,401,60 1,001,01 Waargenomen kenmerken zwak puinhoudend matig puinhoudend poren puin zwak puinhoudend poren puin poren puin Nod, leiding? matig puinhoudend matig puinhoudend nod puin zwak puinhoudend matig puinhoudend Nod, maief. poren puin zwak puinhoudend nod leiding nod hade laag matig puinhoudend matig puinhoudend terk kolengruihoudend, matiq puinhoudend matig puinhoudend nod maieve laag Nod = niet op diepte De gegeven van de grondwaterbemontering zijn weergegeven in tabel 3. Tabel 3 Bemontering grondwater Peilbui Filtertelling (mmv) 1,902,90 1,902,90 1,802,80 1,802,80 Datum plaating Datum bemontering Grondwatertand (mmv/ m tov NAP) 1,13/ 2,37 1,06/2,18 PH 7,3 7,4 EC (ms/cm) 1,835 2,15 1,965 1,282 Temperatuur co ,1 12 De gemiddelde grondwatertand i 1,1 mmv c.q. NAP 2,28 m. Tuen de plaating van de peilbuizen en de grondwatermontername i conform de BRL 2002 een minimale wachttijd van 7 dagen aangehouden. 3.2 Chemichanalytich onderzoek Het chemichanalytich onderzoek i uitgevoerd volgen de bepalingmethoden zoal vermeld in de protocollen van de AS3000 (zie analyecertificaten bijlage 4). Van verchillende bodemlagen en typen zijn (meng)monter geanalyeerd voor de bepaling van de algemene bodemkwaliteit. Voort zijn monter die verdacht zijn voor verontreiniging al gevolg van bijmengingen (bijv. puin, koola, etc) en/of monter van puntbronnen geanalyeerd. De monter zijn geanalyeerd op verdachte toffen of toffen die een indicatie kunnen geven van een verontreiniging (omparameter, verwante toffen of afbraakproducten). Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

13 ^ ^ ^ j ^ Gemeente Rotterda m Gemeentewerken Het analyeprogramma voor grond en grondwater i weergegeven in de tabellen 4 en 5. Tabel 4 Analyeprogramma gronc Jmonter Analyemonter Grondoort MMI Meetpunt Pot Diepte (mmv) 0,48 0,80 0,47 0,97 1,021,40 1,201,45 1,401,60 1,201,40 Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zintuiglijke waarnemingen matig puinhoudend Geanalyeerde parameter Rijnmond tandaard grondpakket M2 terk kolengruihoudend, Rijnmond tandaard grondpakket matig puinhoudend MM ,601,70 Klei matig puinhoudend Rijnmond tandaard grondpakket ,701,00 Klei Naar aanleiding van de analyereultaten zijn de deelmonter van mengmonter MM3 eparaat geanalyeerd: \ MM ,601,70 0,70 1,00 0,53 0,90 0,731,23 Klei Klei Klei Klei matig puinhoudend matig puinhoudend zwak puinhoudend Lutum en organiche tof, koper, barium Lutum en organiche tof, koper, barium Rijnmond tandaard grondpakket Naar aanleiding van de analyereultaten zijn de deelmonter van mengmonter MM4 eparaat geanalyeerd: \ MM5 zwak puinhoudend zwak puinhoudend poren puin Lutum en organiche tof, koper Lutum en organiche tof, koper Rijnmond tandaard grondpakket MM6 MM7 MM3 MM9 MM10 MM ,530,90 0,73 1,23 2,252,75 0,42 0,60 2,00 2,50 0,581,00 0,721,00 0,501,00 1,001,50 1,101,60 0,30 0,80 0,691,19 0,971,30 0,951,30 1,001,50 0,701,00 0,05 0,50 0,41 0,91 1,00 1,20 0,39 0,89 1,001,50 0,75 1,25 1,08 1,58 1,19 1,69 1,752,00 2,002,25 1,702,20 1,502,00 2,402,90 1,502,00 2,00 2,50 Klei Klei Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei zwak puinhoudend Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondpakket Tabel 5 Analyeprogramma grondwatermonter Peilbui Filtertelling Datum I Grondwatertand (mmv) bemontering (mmv/m tov NAP) 111 1,902, ,13/ 2, ,802, ,06/2,18 Geanalyeerde parameter Rijnmond tandaard grondwaterpakket Rijnmond tandaard grondwaterpakket Projectnaam Projectcode Mueumpark werkterrein parkeergarage Verie 01 Datum 3 maart 2010 Pagina 13

14 Gemeente Rotterdam Gemeentewerken verklaring tabellen Rijnmond tandaard grondpakket Rijnmond tandaard grondwaterpakket SomPCB ompak VAK VOCI areen, barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, om PCB, om PAK, minerale olie, lutum en organich tofgehalte areen, barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, VAK, VOCI, minerale olie ompolychloorbifenylen: PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153, 180 polycycliche aromatiche koolwatertoffen: antraceen, benzo(a)antraceen, benzo(k)fluoranteen, benz(a)pyreen, chryeen, fenantreen, fluoranteen, indeno(1,2,3 cd)pyreen, naftaleen en benzo(ghi)peryleen vluchtige aromatiche koolwatertoffen (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, om xylenen, tyreen en naftaleen) vluchtige gechloreerde koolwatertoffen; vinylchloride, 11dichloorelheen, dichloormethaan, tran12dichlooretheen, ci1,2dichlooretheen, om 1,2dichlooretheen, 1,1dichloorethaan, chloroform, 1,1,1trichloorethaan, tetrachloormethaan, 1,2dichloorethaan, trichlooretheen, 1,2dichloorpropaan, 1,1dichloorpropaan, 1,3dichloorpropaan, om dichloorpropanen, 1,1,2trichloorethaan, tetrachlooretheen en bromoform Van afalt ter plaate van het Melkkoppad (boring 117 en 119) i de teerhoudendheid bepaald. Teven i van het onderliggende verhardingmateriaal de abethoudendheid bepaald. Van het verhardingmateriaal dat onder het afalt op het werkterrein i gelegen i een mengmonter (MM2) amengeteld en geanalyeerd op abet. Mengmonter MM2 i amengeteld van het verhardingmateriaal ter plaate van boring 101, 103, 106, 108, 111 en 118. Een overzicht van de monter met verontreinigingen i opgenomen in de tabellen 6 en 7. Het volledige overzicht van getoette reultaten voor grond en grondwater i opgenomen in bijlage 5. Tabel 6 Overzicht toetingreultaten grond Analyemonter Grondoort MMI Zand M2 MM3 Meetpunt Pot Diepte (mmv) 0,480,80 0,470,97 1,021,40 1,201,45 1,401,60 1,201,40 1,601,70 0,701,00 Separate analye deelmonter van menc monter MM3: ,601,70 Klei 1183 MM ,70 1,00 0,53 0,90 0,731,23 Zand Klei Klei Klei Separate analve deelmonter van mengmonter MM4: ,530,90 0,731,23 Klei Klei Zintuiglijke waarnemingen matig puinhoudend terk kolengruihoudend, matig puinhoudend matig puinhoudend matig puinhoudend matig puinhoudend zwak puinhoudend zwak puinhoudend zwak puinhoudend Mate van verontreiniging Barium, kobalt, koper, kwik, lood, zink, PAK, minerale olie > achtergrondwaarde Barium, koper > interventiewaarde Zink, nikkel > tuenwaarde Kobalt, lood, molybdeen, PAK > achtergrondwaarde Koper > interventiewaarde Barium > tuenwaarde Cadmium, kobalt, kwik, lood, nikkel, zink, PAK, PCB' > achtergrondwaarde Bij gebrek aan montermateriaal i de analye niet mogelijk. Uit het gehalte koper en barium van mengmonter MM3 en monter 1183 kan worden veronderteld dat in monter 1103 het gehalte koper boven de interventiewaarde en het gehalte barium in ieder geval boven de tuenwaarde i gelegen. Koper, barium > achtergrondwaarde Koper > tuenwaarde Barium, kobalt, kwik, lood, nikkel, zink, PCB' > achtergrondwaarde Koper > interventiewaarde Koper > achtergrondwaarde Projectnaam Projectcode Mueumpark werkterrein parkeergarage Verie 01 Datum 3 maart 2010 Pagina 14

15 ^ja Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Analyemonter MM5 MM6 MM7 MM8 MM9 MM10 MM11 Meetpunt Pot Diepte (mmv) 2,252,75 0,42 0,60 2,002,50 0,581,00 0,72 1,00 0,501,00 1,001,50 1,101,60 0,300,80 0,691,19 0,971,30 0,951,30 1,00 1,50 0,701,00 0,05 0,50 0,41 0,91 1,001,20 0,390,89 1,00 1,50 0,75 1,25 1,08 1,58 1,191,69 1,752,00 2,002,25 1,702,20 1,502,00 2,40 2,90 1,602,00 2,002,50 Grondoort Zand Zand Zand Zand Zand Klei Klei Zintuiglijke waarnemingen poren puin zwak puinhoudend Mate van verontreiniging Kwik, lood, zink > achtergrondwaarde Barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, zink, PCB' > achtergrondwaarde Kobalt, koper, kwik, lood, zink, PCB' > achtergrondwaarde Areen, barium, cadmium, kobalt, kwik, lood, zink, PAK, PCB' > achtergrondwaarde Cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, zink, PAK, PCB', minerale olie > achtergrondwaarde Lood > achtergrondwaarde Tabel 7.Overzicht toetingreultaten grondwater Peilbui Filtertelling (mmv) Datum bemontering Grondwatertand (mmv/ m tov NAP) 111 1,902, ,13/ 2, ,802, ,06/2,18 Geanalyeerde parameter Areen > interventiewaarde Barium, naftaleen > treefwaarde Areen, barium > treefwaarde Het afalt ter plaate van het Melkkoppad (boring 117 en 119) i niet teerhoudend. Het onderliggende verhardingmateriaal i niet abethoudendheid. Het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein (MM2: boring ) i niet abethoudend. Voor de partijkeuring van het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein wordt verwezen naar bijlage 7. Uit dit onderzoekt blijkt dat het verhardingmateriaal gechikt i voor hergebruik. Projectnaam Projectcode Mueumpark werkterrein parkeergarage Verie 01 Datum 3 maart 2010 Pagina 15

16 ^^S^^, Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

17 ^ ^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken 4 Interpretatie 4.1 Grond De zintuiglijk chone kleiige en zandige boven en ondergrond (onder het puin) i niet tot licht verontreinigd met de geanalyeerde parameter. De zintuiglijk puinhoudende kleiige boven en ondergrond i lokaal matig tot terk verontreinigd (boring 110 in het traject 1,6 tot 1,7 mmv en boring 102 in het traject 0,53 tot 1,6 rnmv) met barium en/of koper. De zintuiglijk puinhoudende zandige boven en ondergrond i niet tot licht verontreinigd met de geanalyeerde parameter. De zintuiglijk puin en kolengruihoudende zandige ondergrond (boring 118 in het traject 1,2 tot 1,4 mmv) i terk verontreinigd met barium en koperen matig verontreinigd met zink en nikkel. 4.2 Grondwater Het freatich grondwater op de locatie i lokaal terk verontreinigd met areen en over het algemeen licht verontreinigd met areen, barium en/of naftaleen. De in het grondwater aangetoonde terke verontreiniging met areen i waarchijnlijk het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde. In de grond rond de grondwatertand i namelijk geen verontreiniging met areen aangetroffen en er zijn geen puntbronnen die de verontreiniging met areen hebben kunnen veroorzaakt. 4.3 Afalt en verhardingmateriaal Het afalt ter plaate van het Melkkoppad (boring 117 en 119) i niet teerhoudend. Het onderliggende verhardingmateriaal i niet abethoudendheid. Het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein (MM2: boring ) i niet abethoudend. Uit de partijkeuring conform de BRL SIKB 1000, VKB protocol 1002, blijkt dat het verhardingmateriaal onder het afalt gechikt i voor hergebruik (zie teven bijlage 7). 4.4 Ernt, omvang en riico' verontreinigingen De terke verontreinigingen zijn poradich aangetoond. Uit het vooronderzoek blijkt dat op de locatie geen potentiële puntbronnen aanwezig zijn en dat in de omgeving om heterogene verontreinigingen aangetoond zijn (TC070904/ ). Teven blijkt uit de bodemkwaliteitkaart (wat een gemiddeld beeld van de wijk aangeeft) dat de ondergrond verdacht i voor matige verontreinigingen met zware metalen en PAK. De poradich aangetoonde terke verontreinigingen met barium en/of koper pat binnen dit beeld. De poradich aangetoonde verontreinigingen worden derhalve gezien al verontreinigingpot met beperkte omvang. Conform de criteria in de Wet bodembecherming (grond 25 m 3 ) i geen prake van een geval van erntige bodemverontreiniging. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

18 >is=^i a =^ Gemeente Rotterdat >m Gemeentewerken 4.5 Gechiktheid De bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de inrichting van de locatie. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

19 ^^^^. Gemeente Rotterdar im Gemeentewerken 5 Concluie en aanbevelingen 5.1 Concluie Kwaliteit qrond en qrondwater Uit het verkennend onderzoek blijkt dat de ondergrond poradich terk verontreinigd i met barium en/of koper. Over het algemeen echter i de grond ten hoogte matig verontreinigd met de geanalyeerde parameter. Het freatich grondwater i ten hoogte licht verontreinigd met de geanalyeerde parameter. Het afalt ter plaate van het Melkkoppad i niet teerhoudend. Het onderliggende verhardingmateriaal i niet abethoudendheid. Het verhardingmateriaal onder het afalt op het werkterrein i niet abethoudend en uit de keuring conform de BRL SIKB 1000, VKB protocol 1002 blijkt het materiaal gechikt voor hergebruik. Er i geen prake van een geval van erntige bodemverontreiniging. Gechiktheid bodem De verontreinigingituatie vormt geen belemmering voorde voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de inrichting tot openbaar groen van de locatie. 5.2 Aanbevelingen Noodzaak nader onderzoek De milieuhygiëniche kwaliteit van de bodem op de locatie i in voldoende mate vatgeteld. Onderhavig bodemonderzoek kan dienen al bai voor de voorgenomen werkzaamheden. In het grondwater i een terke verontreiniging met areen aangetroffen. In ZuidHolland komen in het freatich grondwater regelmatig verhoogde concentratie voor met deze toffen. Omdat in de grond rond de grondwatertand geen overchrijding van de achtergrondwaarden met areen i gecontateerd, wordt het verhoogde gehalte in het grondwater toegechreven aan natuurlijke oorzaken of menelijke ingrepen in de waterhuihouding. Gezien deze kenmerken betaat geen noodzaak naderonderzoek te verrichten ofde locatie bij herinrichting te aneren. De verhoogde concentratie van areen vormt wel een aandachtpunt bij eventuele lozing van grondwater. Veiliqheid bii grondverzet Indien werkzaamheden worden verricht, waarbij grond wordt verplaatt of afgevoerd, moet rekening worden gehouden met een pakket aan maatregelen om veilig te kunnen werken. Welke maatregelen nodig zijn hangt amen met de veiligheidklae, die wordt bepaald aan de hand van de CROW publicatie 132 [lit. 10]. Voor de niet tot matig verontreinigde grond i de baiklae van toepaing. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage oi 3 maart

20 ^'* c=^^' Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Voor de terk verontreinigde grond Dient een veiligheidklae te worden vatgeteld. Gezien het feit dat de regelgeving aan verandering onderhevig i wordt geadvieerd de veiligheidklae en het daarmee amengaande maatregelenpakket in een zo laat mogelijk tadium te bepalen. Dit betekent in veel gevallen dat de veiligheidklae wordt bepaald bij het optellen van het betek. In elk geval moet rekening worden gehouden dat de veiligheidklae tuen 1T en 3T ligt. Voor het toezicht en de coördinatie van het veilig omgaan met verontreinigde grond i de permanente inzet van een Dekundige Leidinggevende Projecten verontreinigde grond (DLP) vereit. Afhankelijk van de veiligheidklae i voort de betrokkenheid van een middelbare of hogere veiligheidkundige noodzakelijk. Hergebruikmogelijkheden Indien grond moet worden afgevoerd wordt aanbevolen de noodzaak van een partijkeuring te bepalen in overleg met de Grond en Rettoffen Bank van Gemeentewerken Rotterdam. Lozing grondwater Indien op de locatie graafwerkzaamheden voorzien zijn tot onder de grondwatertand dient het vrijkomende grondwater te worden gelood op het riool of oppervlaktewater. De onttrekking en lozing van grondwater dient te worden gemeld of dient een vergunning te worden aangevraagd bij de betreffende bevoegde gezagen. Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

21 >i=::= Gerneente 1*i«=' Rotterdam Gemeentewerken Literatuur 1. Leidraad Bodembecherming incluief bijhorende uitvoeringregelingen en circulaire, Miniterie van Volkhuiveting, Ruimtelijk Ordening en Milieubeheer; Staatuitgeverij. 2. Gezamenlijk Bodemaneringbeleid Den Haag, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, Schiedam. Zuid Holland. Gemeente Den Haag, Gemeente Dordrecht, Gemeente Leiden, Gemeente Rotterdam, Gemeente Schiedam en Provincie ZuidHolland; december Circulaire bodemanering Miniterie van VROM en V&W, 7 april Beluit bodemkwaliteit. Miniterie van VROM en V&W, 22 november Regeling bodemkwaliteit, Miniterie van VROM, V&W en LNV, 7 april NEN Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bii verkennend en naderonderzoek. Nederland Normaliatieintituut, Delft, januari NEN 5707 Bodem Inpectie, monterneming en analve van abet in bodem, Nederland Normaliatieintituut, Delft, 1 mei NEN 5740 Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek, Nederland Normaliatieintituut, Delft; januari SIKBprotocollen: 2001 t/m t/m SIKB. 10. CROW 132 Werken in verontreinigde grond en verontreinigd grondwater, CROW, december Projectnaam Projectcode Verie Datum Pagina Mueumpark werkterrein parkeergarage maart

22 '^fe^rfi;. Gemeente Rotterdam Gemeentewerken

23 ^ ^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Bijlage 1: Tekeningen ituatie met boringen en peilbuizen

24 "feë?^. Gemeente Rotterdam Gemeentewerken

25

26 ^^Ü 5^ Gemeente Rotterdam Gemeentewerken Bijlage 2: Hitorich onderzoek

27 GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM Mueumpark te Rotterdam Ingenieurbureau /0393 HISTORISCH ONDERZOEK MUSEUMPARK TE ROTTERDAM Locatiegegeven en informatiebronnen Conform de NEN 5725 en de NEN 5707 (excluief veldinpectie) omvat het hitorich onderzoek de onderzoeklocatie en de direct aangrenzende percelen (zowel huidig al oud). De hitoriche tekening i al bijlage bij het onderzoek gevoegd. Er i op de volgende adreen te Rotterdam gezocht: Mueumpark 11, 20, 25 en 35 Jongkindtraat 20 Wytemaweg 8 en 10 Wetzeedijk 341, 345 en 353 Melkkoppad [ong] Ten behoeve van het onderzoek zijn ondertaande bronnen geraadpleegd: 1. Bodemarchief Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam 2. Topografiche kaarten Centraal Technich Archief van Gemeentewerken Rotterdam 3. Okkema, J. De Straatnamen van Rotterdam, Rotterdam Nota actief Bodem en Bouwtoffenbeheer, Gemeentewerken Rotterdam, 16 april Optitheek uit het GIS/BIS yteem van Gemeentewerken Ingenieurbureau Rotterdam 6. Hitorich Bodem Betand gemeente Rotterdam, november Hinderwetvergunningenarchief (dynamich en tatich) DCMR Milieudient Rijnmond 8. Archief ondergronde tank DCMR Milieudient Rijnmond 9. Uniforme Bron Indeling (UBI), potentieel bodemvervuilende activiteiten, juli Bijzonder inventarierend onderzoek naar baggerpecielocatie, eptember Benzinepomparchief Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam 12. Pandkaarten Bouw en Woningtoezicht 13. NEN 5725, Bodem, leidraad bij het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, januari NEN 5707, Bodem Inpectie, monterneming en analye van abet in de bodem, april 2003 Algemeen overzicht Uit De Straatnamen van Rotterdam blijkt dat de traat Mueumpark in 1992 i benoemd, de traat Jongkindtraat naar een childer ( ) in 1929 i benoemd, de traat Wytemaweg naar een Rotterdame Burgemeeter ( ) in 1929 i benoemd, de Wetzeedijk i teven in 1886 benoemd en tamt uit de 13 e eeuw en het Melkkoppad i in 1963 benoemd en herinnert aan de boerderij "De Melkkop" (ca ). Tot in de 13 e eeuw wa er prake van een buitendijk rietgorzengebied lang de rivier, waar klei werd afgezet. Bedijkingen lagen meer noordwaart (Overchiee Kleiweg, vanaf circa 1220 Beukeldijk). Het gebied werd rond 1250 bedijkt. Sinddien vormt de Wetzeedijk de zuidelijke begrenzing van de Coolche polder. In tegentelling tot de omliggende gebieden bleef dit gebied landelijk tot in de twintigte eeuw: er wa prake van een natte kleipolder in gebruik voor veeteelt. Het ootelijke deel werd circa 1850 een buitenplaat, in bezit van de familie Hoboken. Pa in 1924 werd dit laatte open gebied in een inmiddel terk vertedelijkte omgeving, onderdeel van het "Land van Hoboken", aangekocht door de gemeente. In de 19 e eeuw waren er enkele buitenplaaten onttaan in het wetelijke deel van het gebied, waar de rijke eigenaren van dit gebied woonden. Deze bouwden ook een mueum voor het herbergen van de eigen kuntcollectie. Lang de Weteringel wa al bebouwing onttaan na het graven van deze ingel in 1862 al onderdeel van het Waterplan Roe. Teven werd in 1863 aan de Weteringel het Sophiakinderziekenhui geopend.

28 GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM Ingenieurbureau Mueumpark te Rotterdam /0393 De voormalige buitenplaaten (Mueumpark) werden in de vijftiger jaren verder opgehoogd met afvaltoffen: koolaen, oorlogpuin, en onderhoudbaggerpecie (teelaardelaag voormalige portvelden). Begin negentiger jaren werd het Mueumpark heringericht/gerenoveerd, rekening houdend met de bekend geworden bodemverontreiniging. Deze werd deel geborgen onder een evenemententerrein in het park. Reed voor de oorlog ( ) worden grote gebouwen in het gebieden neergezet: het Unileverhoofdkantoor (nu Hogechool van Rotterdam), het voormalig belatingkantoor aan de Puntegaaltraat, mueum BoymanVan Beuningen, de Grieke kerk, en een aantal villa' aan de Jongkindtraat. Na de oorlog wordt het gebied in hoog tempo vertedelijkt. In de vijftiger jaren wordt het mueum BoymanVan Beuningen uitgebreid (3 e uitbreiding ook in aanbouw). Tuen 1952 en 1960 wordt het academich ziekenhuicomplex Dijkzigt in faen gebouwd. Begin negentiger jaren wordt nog verder uitgebreid en daarnaat ook de nieuwbouw van het Sophiakinderziekenhui gerealieerd. Sinddien zijn er nog meer openbare gebouwen neergezet: de Kunthal en de uitbreiding van het Natuurmueum aan de Wetzeedijk, het GEBkantoor (nu ENECO) en Architectuurmueum lang de Rochuentraat, en vernieuwbouw/ renovatie van Rijndam/ Bethehda. In het kader van de recentere bouwplannen zijn divere bodemaneringen uitgevoerd, waarbij erntig verontreinigd bodemmateriaal i verwijderd. Diffue verontreinigingen Op de indicatieve bodemkaart i de locatie gelegen in: Dijkzigt (ruimtelijke eenheid: 19) Contactzone (01 m mv): Ondergrond (vanaf 1 m mv): Zone II (licht verontreinigd): concentratie PAK en Zone III (matig verontreinigd): concentratie PAK en zware metalen beneden de tuenwaarde zware metalen beneden de interventiewaarde PAK: polycycliche aromatiche koolwatertoffen In het Bijzonder inventarierend onderzoek naar baggerpecielocatie i de locatie niet vermeld. Potentiële puntbronnen en mogelijk verdachte toffen op en/of nabij de onderzoeklocatie In tabel 1 zijn de potentiële puntbronnen met een NSX >99 en de mogelijk verdachte toffen op de locatie en de direct aangrenzende percelen weergegeven. De letter in de legenda (leg.) verwijzen naar de hitoriche tekening. Indien van toepaing zijn binnen een zone van 50 meter van de onderzoeklocatie teven de volgende puntbronnen vermeld: chemiche waerijen, galvaniche bedrijven, loodwitfabrieken en gafabrieken. De verdachte toffen in deze tabel komen uit de UBltoffenlijt. Tabel 1 huidige ligging Mueumpark 1820 (Oud adre: Matheneeerlaan 18 20) leg. A Aard en NSX Stookolietank (ondergrond) (237) Benzinepompintallatie (356) Jaar 1946 onbekend Bijzonderheden De hinderwetvergunning (18B 117) van de provincie melt dat de tank van de Gemeente Rotterdam i en gelegen op kadatrale perceel Delfhaven E 1340 In het tadarchief wordt ook een tank gemeld onder de naam Gemeente Rotterdam/ Boyman en op hetzelfde kadatrale perceel. UBI toffen benzeen, fluorantheen, lood, ndecaan, n octaan, naftaleen, tolueen, xyleen bron In het tankarchief i het volgende vermeld: MUSEUM BOYMANSVAN BEUNINGEN Hbotank (ondergrond) liter op verwijderd. Hbotank (ondergrond) liter op

29 GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM Ingenieurbureau Mueumpark te Rotterdam /0393 huidige ligging Jongkindtraat 20 leg. Legenda: UBI = Uniforme Bron Indeling NSX = Nakken Stoffen Index B Aard en NSX Hbotank (ondergrond) (237) Jaar Bijzonderheden verwijderd. In het tankbetand taat het volgende vermeld: Hbotank (ondergrond) liter op op onbekende wijze geaneerd. UBI toffen benzeen, fluorantheen, lood, ndecaan, n octaan, naftaleen, tolueen, xyleen bron Op en nabij de onderzoeklocatie zijn geen abetverdachte bedrijfactiviteiten aanwezig geweet. Literatuur en amenvatting voorgaande onderzoeken Op de onderzoeklocatie Waterbodemonderzoek terplaate van het Mueumpark te Rotterdam, 26 oktober 1999, Gemeentewerken Rotterdam Ingenieurbureau, doier Ten behoeve van baggerwerkzaamheden i de kwaliteit van het lib in 5 watergangen bepaald. De watergangen zijn gelegen in het Mueumpark. Vier watergangen hadden klae 2 lib en 1 watergang had klae 3 lib. De rapportage i niet door de toetingcommiie beoordeeld. Mueumpark te Rotterdam Hitorich, verkennend en aanvullend milieukundig bodemonderzoek t.b.v. een parkeergarage en bergbezinkbak. Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 17 augutu 2004, TC Brief: RT /B40, 14 oktober 2004, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, TC Parkeergarage Mueumpark Saneringplan voor de bouwlocatie ten weten van het Mueumpark 18/20 te Rotterdam, 27 juli 2004, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, TC De grond in een trook diagonaal over de locatie vanaf 3,0 tot 4,0 mmv i matig tot terk verontreinigd met cadmium, koper, lood, nikkel en/of zink. De grond aan de rand van de onderzoeklocatie, binnen de trook diagonaal over de locatie, i matig verontreinigd met minerale olie. Het grondwater i incidenteel terk verontreinigd met areen, welke waarchijnlijk een natuurlijke oorzaak heeft. De funderinglaag onder de verhardinglaag op de locatie i niet abethoudend. Na verwijderen van de verhardinglaag en de aanwezige riolering zal een partijkeuring op de te ontgraven grond worden verricht, waarbij teven de exacte omvang van de verontreiniging met zware metalen wordt uitgevoerd. Er zijn geen actuele humane, ecologiche en verpreidingriico' aanwezig. De verontreiniging met zware metalen kan worden aangemerkt al diffue verontreiniging. De omvang van het geval van bodemverontreiniging wordt daarom mede bepaald door de locatiegrenzen. De verontreiniging met zware metalen zal worden verwijderd door middel van ontgraving, hierbij wordt de treefwaarde al teruganeerwaarde aangehouden. Ten behoeve van de aanleg van de parkeergarage wordt de grond tot een diepte van 11 mmv ontgraven. De grond wordt na verwijdering gekeurd. De toetingcommiie temt in met het onderzoek en aneringplan. Aanvullend bodemonderzoek Parkeergarage Mueumpark (uitkartering puinlaag) te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 12 oktober 2005, TC In de grond vanaf 0,5 tot 3,8 mmv i een terke verontreiniging met metalen, PAK en drin aanwezig. De verontreiniging met drin i een retverontreiniging van een eerdere anering op naatgelegen terrein. De met drin verontreinigde grond wordt apart ontgraven en in depot geteld om vervolgen conform het Bouwtoffenbeluit te worden gekeurd, waarna een betemming kan worden bepaald. Notitie: Tijdelijke yteembouw Mueumpark 23 te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 2 maart 2000, TC Notitie: Tijdelijke yteembouw Mueumpark 23 te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 10 mei 2000, TC Onderliggend tuk: Evaluatie anering terrein Mueumpark te Rotterdam, Raadgevend Bureau Tukker BV, november 1990, TC (niet op tekening ingetekend, locatie betreft die van TC )

30 GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM Mueumpark te Rotterdam Ingenieurbureau /0393 Onderliggend tuk: advie GGD zoal verwoord in haar brief van 30 maart 2000 met kenmerk 00 B (niet op tekening ingetekend, locatie betreft die van TC001902) Ter plaate van Mueumpark 23 (huidige locatie parkeergarage in aanbouw) zal de bouw plaatvinden van een tijdelijke voorziening ten behoeve van het gebruik al onderkomen voor de jeugd. Onder de locatie bevindt zich een retverontreiniging met peticiden. De verontreiniging i afgedekt met minimaal 1 meter chone grond. Op deze grond i vervolgen een afaltverharding aangebracht, waarop een tijdelijke yteembouw wordt geplaatt in het kader van "Culturele Hoofdtad 2000". De directe omgeving van het gebouw en de peelruimte buiten i voorzien van een (afalt)verharding. De toetingcommiie concludeert dat de locatie gechikt i voor de betemming kinderkunthal. Riooionderzoek Verkennend bodemonderzoek en plan van aanpak ter plaate van het Mueumpark te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 14 juli 2005, TC De onderzoeklocatie i gelegen binnen de onderzoeklocatie Mueumpark, maar buiten de grenzen van het geval van erntige bodemverontreiniging met zware metalen. In de grond i plaatelijk vanaf 0,5 tot 1,2 mmv. een terke verontreiniging met areen en zink aangetoond. Het grondwater i incidenteel matig verontreinigd met areen. Op de locatie i abet in een concentratie beneden de interventiewaarde aangetroffen. De toetingcommiie concludeert dat indien de grond wordt hergebruikt op de locatie dat deze op dezelfde plaat en diepte te worden teruggeplaatt. Opmerking betreffende boventaande bodemonderzoeken: De parkeergarage en bergbezinkbak i in aanleg en de grond ten behoeve van de aanleg (met verontreinigingen) reed verwijderd. In de directe omqevinq van de onderzoeklocatie Verlag en evaluatie anering Shelltation Rochuentraat te Rotterdam, Gugro Geotechniek BV, 18 december 1989, TC Uit het verlag blijkt dat twee verontreinigde locatie aanwezig waren, te weten nabij de huibrandolietank bij de verkoopruimte en nabij de brandtoftank. De verontreiniging wa tot 3 m mv aanwezig. Alle grond met een oliegehalte boveri de Awaarde i verwijderd. Voor de anering dient de verkoopruimte te zijn geloopt en de ondergronde c.q. bovengronde tank en leidingen verwijderd te zijn. In totaal i 2395 m 3 grond afgevoerd en een oppervlak van 550 m 2 geaneerd. Er i geen beoordeling van de toetingcommiie aanwezig. Indicatief/oriënterend onderzoek terplaate van Wetzeedijk 345 te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam Geotechniek en Milieu, januari 1993, TC Het onderzoek i uitgevoerd in verband met de voorgenomen uitgifte van de locatie ten behoeve van een uitbreiding van het natuurmueum. In de bodemlaag van 0,5 tot 1,0 mmv i ter plaate van een voormalige ingel i een matige verontreiniging met PAK aangetoond. In de bodemlaag van 0 tot 1,0 mmv komt verdeeld over de locatie een matige loodverontreiniging voor. Het grondwater i licht verontreinigd met BTEX, areen, chroom, koper, lood en nikkel en licht tot matig verontreinigd met zink. Er i geen oordeel van de toetingcommiie bechikbaar. Verkennend bodemonderzoek Wytemaweg ongenummerd (fietpad) te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 4 juni 2008, TC Plaatelijk i een matige tot terke verontreiniging met koper, lood en/of zink (vanaf 0,5 toto 1,0 mmv) aangetroffen. Voor het overige zijn in de grond ten hoogte lichte verontreinigingen aangetoond. Er i geen grondwateronderzoek uitgevoerd. De werkzaamheden worden tot 0,5 mmv uitgevoerd, zodoende zal niet in de verontreinigde grond worden gewerkt. In de funderinglaag i geen abet aangetoond. De toetingcommiie temt in met het bodemonderzoek en telt dat bij de huidige inrichting van de locatie geen aanleiding betaat om vervolgonderzoek dan wel aneringmaatregelen uit te voeren. Locatie Eramu MC AZRDijkzigt Hitorich onderzoek en verkennend bodemonderzoek terplaate van de locatie AZR Dijkzigt, Dr. Molewaterplein 40 te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 23 november 2000, TC022520A

31 GEMEENTEWERKEN ROTTERDAM Mueumpark te Rotterdam Ingenieurbureau /0393 AZRDijkzigt Hitorich onderzoek, verkennend en aanvullend bodemonderzoek en waterbodemonderzoek fae 2 en aanvullend bodemonderzoek fae 1, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 6 april 2002, TC Het bodemonderzoek op de locatie vindt plaat in verband met de herinrichting van de locatie. Op de locatie zijn 4 verontreinigingvlekken aanwezig. Vlek 1 en 2 betreft een verontreiniging met zink in de grond in het traject maaiveld tot 1,5 mmv. Vlek 3 betreft een verontreiniging met lood in de grond in het traject 0,5 tot 1,5 mmv. Vlek 4 betreft een verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater in het traject 2,0 tot 3,5 mmv. Het lib in de onderzochte loot i teven terk verontreinigd met zink. Er i geen prake van humane, ecologiche of verpreidingriico'. De anering i niet urgent. Voorafgaande aan de herinrichting dient de bodem te worden geaneerd. Opgemerkt wordt dat vlek 1, 2 en 3 buiten het onderzoekgebied van dit hitorich onderzoek vallen en vlek 4 binnen het onderzoekgebied. De toetingcommiie heeft de verontreinigingen bechikt. Naderonderzoek Eramu MC (vlek 4) te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, eptember 2006, TC Eramu MC (vlek 4) Project Stijgpunt/ Backbone Bodem(deel)aneringplan Dr. Molewaterplein 40 te Rotterdam, Ingenieurbureau Gemeentewerken Rotterdam, 3 november 2006, TC Ten zuidweten van het te bouwen tijgpunt voor het backbone paviljoen prake i van een geval van erntige bodemverontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater (vlek 4) waarvan de anering niet urgent i. De verontreiniging i niet afgeperkt. Bij de ontgraving ten behoeve van de bouwwerkzaamheden (tijgpunt/lift) wordt grond ontgraven. De met minerale olie verontreinigde grond wordt afgevoerd naar een erkend verwerker. De niet met minerale olie verontreinigde grond wordt tijdelijk in depot gezet en gekeurd en indien civieltechnich en milieukundig gechikt hergebruikt op de locatie. De toetingcommiie temt in met het (deel)aneringplan. Bij herinrichting i aanvullend nader onderzoek naar de mate en omvang van de verontreiniging met minerale olie met betrekking tot vlek 4 noodzakelijk. Verkennend en aanvullend onderzoek ondergronde tank Dr. Molewaterplein 40 te Rotterdam, De Straat Milieuadvieur, 8 maart 2000, TC070904b Notitie Tankanering Dr. Molewaterplein 40 te Rotterdam, De Straat Milieuadvieur NV, 1 december 2003, TC070904a Uit dit onderzoek blijkt dat ter plaate van een tank (ten weten van gebouw TD) een verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater aanwezig i. Aanbevolen wordt om de verontreiniging bij het verwijderen van de tank te aneren. De notitie betreft een verlag van de vervanging van een tank (gelegen ten weten van gebouw TD) op de locatie, waarbij teven met minerale olie verontreinigde grond tot de treefwaarde i teruggeaneerd. Verkennend en aanvullend bodemonderzoek nieuwbouwlocatie Eramu MC te Rotterdam, Syncera Milieu, 12 december 2006, TC070904c Raamaneringplan nieuwbouwlocatie Tranche 1 Eramu MC te Rotterdam, Syncera Milieu, 24 januari 2007, TC In het bovengenoemde bodemonderzoek zijn op bai van de onderzoekreultaten de volgende concluie getrokken: ter plaate van het toekomtig torengebouw i een verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater aangetoond. Het betreft een geval van erntige bodemverontreiniging. Ter plaate van een ondergronde dieeltank nabij het PAgebouw i een terke verontreiniging met minerale olie aangetoond. Waarchijnlijk i de omvang van de verontreiniging beperkt. In de bodemlagen met bodemvreemd matenaal, welke heterogeen aangetroffen zijn op de locatie, i de grond verontreinigd met zware metalen. Voor het overige i het terrein ten hoogte licht verontreinigd. Alleen in het grondwater worden plaatelijk matig tot terk verhoogde gehalten areen aangetroffen. De puinhoudende bodemlagen zijn indicatief geanalyeerd op abet. Een aantal puinhoudende bodemlagen bevatten.