Rapport Verkennend bodem- en asbestonderzoek Raadhuislaan 1 en Kerksingel 9,10 en 11 te Berkel en Rodenrijs

Transcriptie

1 Gemeente Laningerland 1 Inkomende Pot d.d. 28/1/ Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij projectnummer reviie 25 oktober 211 Auteur 'mg. GJ.M. van Roeel Opdrachtgever Gemeente Laningerland Potbu 1 265AA Berkel en Rodenrij datum vrijgave bechrijving reviie

2 oranjewoud Colofon Verantwoording Project: Projectnummer: Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Plaaten van handboringen en peilbuizen (protocol 21): de heer V. Bronder Nemen van grondwatermonter (protocol 22): de heer V. Bronder Milieuhygiënich onderzoek waterbodem (protocol 23): niet van toepaing Locatieinpectie en monterneming van abet in bodem (protocol 218): de heer V. Bronder Verklaringfunctiecheiding Ik verklaar dat het veldwerk onafhankelijk van de opdrachtgever i uitgevoerd conform de eien van de BRL 2. Naam en handtekening veldwerker (21): v/ (J'1 '^^A Naam en handtekening veldwerker (22): \y^ ^^ ;~^,^>, Naam en handtekening veldwerker (23): niet van toepaing Naam en handtekening veldwerker (218): ^ L~> i^r^^p/i..

3 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 ^ te Berkel en Rodenrij ^IIP^^; oranjewoud Projectnummer oktober 211, reviie Inhoud blz. 1 Inleiding 3 2 Vooronderzoek Algemeen Terreinbechrijving Voormalig gebruik Toekomtig gebruik Bodemopbouw en geohydrologie Concluie vooronderzoeken hypothee 8 3 Verkennend bodemonderzoek Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek Onderzoekreultaten Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen Analyereultaten Toetingkader Grond Grondwater Bodemfunctieklae Interpretatie Kerkingel 9,1 en 11 en gedempte loot Kerkingel 11 (Deellocatie A enc) Raadhuilaan 1 en gedempte loot (Deellocatie B en D) Gedempte vijver (Deellocatie E) Grondwater onderzoeklocatie 16 4 Verkennend abetonderzoek Veldwerk Laboratoriumonderzoek Onderzoekreultaten Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen Toetingkader abet Materiaalmonter Grond Berekening abetconcentratie Bepreking bevindingen 2 5 Concluie Verkennend bodemonderzoek Abetonderzoek 22 Bijlagen 1 Profielbechrijvingen en zintuiglijke waarnemingen 2 Analyereultaten grondmonter met overchrijding toetingwaarden 3 Analyereultaten grondwatermonter met overchrijding toetingwaarden 4 Achtergrond, tuen en interventiewaarden grond en treef, tuen en interventiewaarden grondwater 5 Toelichting op achtergrond, treef, tuen en interventiewaarden 6 Analyecertificaten 7 Kwaliteitapecten, toegepate methoden en trategieën en betrouwbaarheid/garantie van het onderzoek 8 Bodemkwaliteit ontvangende bodem 9 Toelichtingkader abet blad 1 van 22

4 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1en 11 n^2_ te Berkel enrodenrij ^» ^ ) Projectnummer oktober 211, reviie oranjewoud «.««..«., Tekeningen Overzichttekening Sl Situatietekeningmetproefgaten, boringenen peilbuizen blad 2 van 22

5 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Hüi? ^^_'' oranjewoud Projectnummer ».»..««..««.»., oktober 211, reviie Inleiding In opdracht van de gemeente Laningerland i door Ingenieurbureau Oranjewoud B.V. in de maanden eptember en oktober 211 een verkennend bodemen abetonderzoek uitgevoerd ter plaate van Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij. Aanleiding De aanleiding van het onderzoek ide voorgenomen betemmingplanwijziging om de herontwikkeling van de locatie mogelijk te maken. Doel Het doel van het onderzoek i het vattellen van de milieuhygiëniche bodemkwaliteit om na te gaan of de locatie gechikt i voor het toekomtig gebruik. Onderzoektrategie en kwaliteit Het verkennend bodemonderzoek i gebaeerd op de richtlijnen uit de NEN574 (Onderzoektrategie bij verkennend onderzoek, NEN, 29). Het verkennend abetonderzoek i gebaeerd op de richtlijnen uit de NEN 577 (Inpectie, monterneming en analye van abet in bodem en partijen grond, mei 23). Met betrekking tot de kwaliteitapecten, toegepate methoden en betrouwbaarheid/garantie van het onderzoek wordt verwezen naar bijlage 7. In dit rapport wordt verlag gedaan van de uitgevoerde werkzaamheden en worden de bevindingen van de onderzoeken bechreven. blad 3 van 22

6 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1en Kerkingel 9,1en 11 ^ te Berkel en Rodenrij ^»^^p Projectnummer oktober 211, reviie oranjewoud»...«««..&.., 2 Vooronderzoek 2.1 Algemeen Bij toepaing van de NEN 574 moet een hypothee worden opgeteld omtrent de aan / afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele verontreinigingen. Ten behoeve van het optellen van een hypothee dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd overeenkomtig de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NNI, januari 29). Op bai van de verzamelde baiinformatie, de aanleiding van het onderzoek en de mate van verdachtheid van de onderzoeklocatie i gekozen voor een beperkt vooronderzoek. Op de onderzoeklocatie zijn meerdere bodemonderzoeken uitgevoerd. Tijden deze bodemonderzoeken zijn eveneen vooronderzoeken uitgevoerd. Aangezien de onderzoeklocatie niet veel i veranderd heeft er maar een beperkt vooronderzoek plaatgevonden. Bij de gemeente Laningerland i navraag gedaan of er bouwvergunningen aanwezig zijn betreffende de Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkelen Rodenrij. Deze informatie i bekeken voorafgaand aan de werkzaamheden. Er i informatie verzameld of overgenomen uit de voorgaande bodemonderzoeken betreffende de volgende apecten van de locatie: voormalig gebruik; huidig gebruik; toekomtig gebruik; bodemopbouw en geohydrologie. De verzamelde informatie wordt bechreven in de volgende paragrafen. 2.2 Terreinbechrijving De onderzoeklocatie i gelegen aan de Raadhuilaan 1 ende Kerkingel 9,1 en 11. De oppervlakte van de te herontwikkelen locatie bedraagt circa 11. m 2. De locatie grent aande noordzijde aan de openbare weg Dominee van Koetveldtraat, in het ooten aan een begraafplaat, in het zuiden aan Raadhuilaan 7 en in het weten aan de openbare weg Raadhuilaan. De onderzoeklocatie omvat het gemeentehui van de gemeente Laningerland (Raadhuilaan 1) incluief parkeerterrein, een kantoorpand (Kerkingel 11) en 2 woonhuizen met tuin (Kerkingel 9 en 1). Het gemeentehui i deel onderkelderd. De openbare ruimte (trottoir) en het parkeerterrein i verhard met tegel en klinker. Ter plaate van Kerkingel 9 i een gedeelte verhard met kinderkopje. De onderzoeklocatie i licht glooiend. De onderzoeklocatie omvat de kadatrale percelen: Gemeente Berkel en Rodenrij, Sectie A, perceelnummer 4266, 6463, 6464, 727 en 728 (gedeeltelijk). De ituering vande onderzoeklocatie i weergegeven op de tekeningen en Sl. 2.3 Voormalig gebruik Ter plaate van de onderzoeklocatie zijn meerdere bodemonderzoeken uitgevoerd. Tijden deze onderzoeken zijn teven vooronderzoeken uitgevoerd. Samengevat i het volgende bekend over de onderzoeklocatie: blad 4 van 22

7 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingei 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie oranjewoud het gemeentehui (Raadhuilaan 1)i indejaren zeventig gebouwd; opeenhitorichkaart uit198ieen deel vande locatie weergegeven al een vijver.op hitoriche kaarten uit1935 en1957 wordt de locatie weergegeven al zijnde tuinbouw/akkerbouw grond. In 1966 betreft het weiland.tenzuidenvande onderzoeklocatiewa een lootaanwezig. Afbeelding 1:Plattegrond uit1918 (broninternetitewatwawaar **..* u Rode»«!*!* /V ', f* rhvjf ' u fc /ƒƒ% ; /g".' U' m \"Vl.i'' Afbeelding 2:Plattegrond uit1939 (bron internetitewatwawaar) blad 5 van 22

8 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 Wé? teberkel en Rodenrij!^^ oranjewoud Projectnummer oktober 211, reviie uit een intern document van de gemeente (datum en opteller onbekend) blijkt dat in het gebied in het verleden mogelijk kaen hebben getaan en dat een gedeelte mogelijk in gebruik i geweet al volktuin en/of boomkwekerij. Eri in de directe omgeving in de jaren 6 vermoedelijk huivuil begraven.de locatie i onbekend.in de jaren veertig i een loot in de richting van de Koetveldtraat gedempt met puin. Exacte ligging vandeze loot i onbekend. Voorgaande bodemonderzoeken Op de onderzoeklocatie zijn de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd: Verkennend bodemonderzoek uitbreiding gemeentehui (Heidemij Advie, rapportnummer 633/WA95/A986/24236, februari 1995) Het verkennend bodemonderzoek i uitgevoerd in verband met een uitbreiding van het gemeentehui. Tijden het verkennend onderzoek zijn zintuiglijk geen bijzonderheden waargenomen. Analytich i een verhoogd gehalte aan nikkel in de grond aangetoond. Het wordt bechouwd al een verhoging van de achtergrondconcentratie. Plaatelijk bij peilbui 4 i in het grondwater een terk verhoogd gehalte aan areen en een matig verhoogd gehalte aan minerale olie gemeten. Aanbevolen wordt het grondwater nader te onderzoeken. Aanvullend verkennend bodemonderzoek uitbreiding gemeentehui (Heidemij Advie, rapportnummer 963/WA95/212/2468, juli 1995) Naar aanleiding van de bevindingen tijden het verkennend bodemonderzoek i peilbui 4 herbemonterd. Analytich i wederom een terk verhoogd gehalte aan areen (38u.g/1) aangetoond. Het verhoogde gehalte aan minerale olie i niet meer aangetoond. Na een derde bemontering van het grondwater i wederom een terk verhoogd gehalte aan areen (46 ug/l) in het grondwater aangetoond. Aanbevolen werd de verontreiniging in het grondwater af te bakenen. Nader bodemonderzoek uitbreiding gemeentehui (Heidemij Advie, rapportnummer 633/WA95/499/25184, 5 juli1995) Tijden het nader bodemonderzoek zijn rondom peilbui 4 vier peilbuizen geplaatt. In twee peilbuizen i een licht eneen matig verhoogd gehalte aan areen gemeten en in de overige twee peilbuizen zijn geen verhoogde gehalten aan areen in het grondwater gemeten. Volgen het rapport i er meer dan 1 m 3 grondwater verontreinigd eni er prake van een geval van erntige bodemverontreiniging met areen in het grondwater. Omdat er geen actuele humane, ecologiche en verpreidingriico' aanwezig zijn betaat er geen belemmering voor de nieuwbouw. Verkennend en aanvullend bodemonderzoek aan de Raadhuilaan 1 te Berkel en Rodenrij (VanderHelm Milieubeheer B.V., projectcode BER262, 5 maart 22) Aanleiding van het bodemonderzoek i een uitbreiding van het gemeentehui. Zintuiglijk zijn ter plaate van een gedempte vijver poren van puin aangetroffen. Analytich bevat een puinhoudend grondmonter terk verhoogde gehalten aan lood en polycycliche aromatiche koolwatertoffen (PAK). In de aanvullende boringen die rondom de verontreiniging in de grond zijn gezet zijn geen noemenwaardige verhogingen aangetoond. In het grondwater zijn geen verhoogde gehalten van de onderzochte parameter aangetoond. Er wordt geconcludeerd dat er geen milieuhygiëniche belemmeringen betaan voor de voorgenomen uitbreiding van het gemeentehui. Verkennend bodemonderzoek Raadhuilaan 1 e Berkel en Rodenrij (Hopman en Peter Holding B.V., rapportnummer 6P184, juni 26) Het verkennend bodemonderzoek i uitgevoerd in verband met een uitbreiding van het gemeentehui. Tijden het verkennend onderzoek zijn zintuiglijk geen bijzonderheden waargenomen. Analytich zijn in de grond geen verhogingen aangetoond. In het grondwater i een licht verhoogd gehalte aan areen gemeten. Geconcludeerd wordt dat een vervolg onderzoek niet noodzakelijk i en dat de locatie gechikt i voor nieuwbouw. blad 6 van 22

9 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 ^ teberkel en Rodenrij ^ap^^; oranjewoud Projectnummer oktober 211,reviie Verkennend bodemonderzoek Kerkingel 11 te Berkel en Rodenrij (VanderHelm Milieubeheer B.V., projectcode GRB2584, 4 januari 22) De aanleiding van het bodemonderzoek i de geplande aankoop van de locatie. Volgen het vooronderzoek i er prake van een gedempte loot op de locatie. Opgemerkt wordt dat in het rapport prake i van een loot die ootelijk ligt van de locatie maar op de ituatietekening van de locatie i de gedempte loot noordelijk ingetekend. Tijden het onderzoek zijn zintuiglijk ter plaate van de gedempte loot zwakke tot matige hoeveelheden puinreten aangetroffen in de grond van maaiveld tot 1 m maaiveld (mv). Plaatelijk zijn bij twee boringen op het overige terrein ook variërende hoeveelheden puinreten aangetroffen. Analytich zijn ter plaate van de gedempte loot terk verhoogde gehalten aan koper en licht verhoogde gehalten aan kwik, lood, nikkel, zink en PAK aangetoond. In een terk puinhoudend grondmonter van de ondergrond, bij boring 8, i een terk verhoogd gehalte aan zink aangetoond. In het grondwater i een licht verhoogd gehalte aan areen gemeten. Aanbevolen wordt een aanvullend bodemonderzoek uit te voeren naar de omvang van de verontreinigingen in de grond. Aanvullend bodemonderzoek Kerkingel 11 te Berkel en Rodenrij (VanderHelm Milieubeheer B.V., projectcode GRB2714,13 januari 23) Naar aanleiding van de bevindingen uit het verkennend bodemonderzoek i er aanvullend onderzoek uitgevoerd. Ter plaate van de gedempte loot en boring 8 zijn in totaal twaalf extra boringen gezet. Zintuiglijk bevat een enkele boring puinhoudend materiaal. Analytich zijn geen tot matig verhoogde gehalten van de onderzochte parameter (koper en/of zink) aangetoond. Geconcludeerd wordt dat er ter plaate van Kerkingel 11 geen geval van erntige bodemverontreiniging aanwezig i. Mogelijk trekt de verontreiniging in de grond zich uit naar het aangrenzende perceel Kerkingel 1. Een vervolg onderzoek op dit perceel wordt niet noodzakelijk geacht. Tankarchief Voor zover bekend hebben er op de onderzoeklocatie geen ondergronde tank gelegen. Bouw en vergunningenarchief Uit het bouwarchief blijkt dat ter plaate van de onderzoeklocatie geen abethoudende materialen zijn gebruikt. Volgen het vergunningenarchief hebben er zich op de onderzoeklocatie geen calamiteiten of overtredingen van voorchriften in het kader van de Wet milieubeheer en/of Wet bodembecherming en/of andere milieuregelgeving plaatgevonden. Bodemfunctiekaart Volgen het bodembeheerplan van de gemeente Laningerland ligt de onderzoeklocatie in de zone B3/B9 en 3/9 en betreft het "bebouwing vanaf 197, heden en toekomt". De gemeente Laningerland heeft voor het grondverzet gekozen voor het beleid volgen het landelijke (generieke) kader. Deze gecombineerde zone betaat uit de woongebieden die na 197 zijn ontwikkeld en gebieden die nieuw te ontwikkelen zijn op gebieden die nu of onlang nog uit weiland of glatuinbouw (vanaf 197) betonden. Aangezien de gebruikhitorie, het bodemtype en de gebiedtypering overeenkomen zijn zone 3 en 9 amengevoegd tot één zone. De bodemkwaliteit i zowel in de bovengrond al de ondergrond relatief choon.deze zone wordt gekarakterieerd al gebiedtype 1.2. De varialabiliteit in gehalten i relatief laagten opzichten van de overige zone. Voor de bovengrond bedraagt het percentage ongewente combinatie 13% terwijl dat voor de ondergrond lecht6% i. blad 7 van 22

10 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie «iqoranjewoud 2.4 Toekomtig gebruik De locatieheeft de betemming wonen met tuin enkantoren metparkeerplaat.de betemming wordt in hetkader van de herinrichting gewijzigdin winkel en wonen. 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie Voor deplaatelijke bodemopbouwwordt verwezennaarparagraaf 4.1. Ten aanzien van de bodemopbouw en geohydrologiekan het volgende worden vermeld: e freatiche grondwatertand:circa 1 m mv. regionale grondwatertromingin het eerte watervoerend pakket: wetelijk. e verticalegrondwatertromingin de deklaag: kwel. e voorkomenvanoppervlaktewater in de directeomgeving:ja, ten ooten vande locatieligt een loot. voorkomenvanbrak/zout grondwater: nee. o ligging binneneengrondwaterbecherminggebied: nee. Degegevenover de geohydrologiezijn verkregenuit de GrondwaterkaartvanNederland (Rotterdam, 37wet37oot, 1983). 2.6 Concluie vooronderzoek en hypothee Verkennend bodemonderzoek De verzamelde informatie geeft aanwijzingenvoordeaanwezigheidvan voormalige bodembedreigende activiteiten op de onderzoeklocatie. Op bai van het vooronderzoekzijn de in ondertaandetabel opgenomen deellocatie te ondercheiden. Tabel1:Overzichtdeellocatie Deellocatie A overig terreinkerkingel 9,1 en 11 B Raadhuilaan 1en parkeerterrein Cgedempte loot Kerkingel 11 D gedempteloot parallel aan gemeentehui Egedempte vijver Onderzoek Van derhelm (22) Van derhelm (22) Hopman en Peter Holding (26) Van derhelm (22) Concluie Sterk verhoogde gehalten aan zink.omvang kleiner dan 25 m 3 Sterk verhoogde gehalten aan koper. Mogelijk gevalvan perceeloverchrijdend verontreiniging (>25 m 3 ) Geen verhoogde gehalten Sterk verhoogde gehalten aan lood en PAK.Omvang kleiner dan 25 m 3. Aandachtpunten Debijmenging van puin geeft een aanleiding om abetonderzoek uit te voerenom abetverdenkingte verwijderen ofte bevetigen.verontreinigingituatie dient geactualieerd te worden. Nog nietonderzocht De bijmenging van puin geeft een aanleiding om abetonderzoek uit te voeren om abetverdenking te verwijderen of bevetigen. Deomvang van de verontreiniging ter plaate van de gedempte lootmoet verder inkaart gebracht worden. Daarnaat dient de verontreinigingituatie geactualieerd te worden. Ligging gedempte loot i niet met zekerheid vattetellen. Ligging dient geverifieerd te worden. De bijmenging van puin geefteen aanleiding om abetonderzoek uit te voeren om abetverdenking te verwijderen of bevetigen.verontreinigingituatie dient geactualieerd te worden. Voorde opzet van het verkennend bodemonderzoek volgen wij derichtlijnen uit de NEN 574 (NNI, januari29),waarbij voor dekerkingel 9,1 en 11 (gezien de ouderdomvan deoptallenen de vermoedelijke aanwezigheidvan puinin de contactzone)en de gedempte vijver terplaate van Raadhuilaan 1 de onderzoektrategie vooreen verdachtelocatie hanteren. Voor de gedempte loten blad 8 van 22

11 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 teberkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie *ö_ oranjewoud wordt de trategie voor een verdachte locatie gehanteerd, waarbij een aantal boringen in een raai haak op de vermoedelijke ligging van de demping worden gezet. Voor het overige terreindeel wordt de trategie voor een onverdachte locatie aangehouden. In tabel 2 zijn het aantal uit te voeren boringen en analye per deellocatie weergegeven. Tcibt 12: Overzicht cnderzcckiiatcgie, vcldwetkzaamheden en laboratoriumonderzoek Deellocatie Strategie lopper.veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek '.vlakte Grond Grondwater Analye grond i; Analye '(rn ) Aantal boringen (diepte in m mv) ' Aantal peilbuizen (filterdiepte m mv) grondwater, K : '.,..'.J. I.! en 11 B Overig terreindeel (Raadhuilaan 1) C Gedempte loot Kerkingel 11 D Gedempte loot Raadhuilaan E Gedempte vijver Raadhuilaan \~ :tf ONV VEDHE* VEDHE VEDHE* 2.: '. x 1.3 ir. MV 2 x 2, m mv 13 x m mv 4 x 2 m mv 3 raaien betaande uit drie boringen per raai tot 2 m mv 4 raaien betaande uit drie boringen per raai tot 2 m mv 5 x 1 m mv 1 x 2 m mv "..I.i'N f.lui,..?ll, :,, "i 2 (NEN filtertelling) l(nenflltertelling) :, * "i.ir.'j,: irdc.rki i r OCB en chroom 4 x abet (NEN 577) 5 x tandaardpakket + OCB en chroom 2 x tandaardpakket! OCB en chroom 1 x abet (NEN 577) 2 x tandaardpakket+ OCB en chroom 2 x tandaardpakket + OCB en chroom 1 x abet (NEN 577) 1) Standaardpakket grond: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCBom 7), polycyclichearomatiche koolwatertoffen (PAK 1 VROM), minerale olie (GC), organiche tofen lutum 2) Standaardpakket grondwater: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood,molybdeen, nikkel enzink), vluchtigearomaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen,xylenen, tyreen en naftaleen), vluchtige gehalogeneerde; koolwatertoffen (17 tuk), minerale olie (GC) * Onderzoektrategie voor abetonderzoeki gebaeerd op de NEN 577, werkzaamhedenbetaan uit een maaiveldinpectie, te inpecteren gaten (3 x 3 x,5 m) en teinpecteren gaten ondergrond (maximaal 2 mmv) Verkennend abetonderzoek De aanleidingvan het abetonderzoek zijn de bevindingen van de voorgaande bodemonderzoeken. Tijden de voorgaande bodemonderzoeken werden puinreten in de bodem aangetroffen. Het verkennend abetonderzoek i gebaeerd op de richtlijnen uit de NEN 577 (Inpectie, monterneming en analye van abet in bodem en partijen grond, mei 23). Voor de verdachte deellocatie (Kerkingel 9,1 en 11 en de gedempte vijver Raadhuiplein) i de onderzoektrategie voor een verdachte locatie (diffue bodembelating, heterogeen verdeeld) gevolgd. In tabel 2 zijn het aantal inpectiegaten en boringen in de ondergrond per verdachte deellocatie (A, C en D) weergegeven. In aanvulling op de norm zijnze puinhoudende grondmengmonter onderzocht op abet.?) 1 X 'l.""i.!jih3..hkt i 2 x tandaardpakket lx tandaardpakket blad 9 van 22

12 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 teberkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie ^2 oranjewoud 3 Verkennend bodemonderzoek 3.1 Veldwerkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd in oktober 211 onder toezicht van de heer V. Bronder. Verpreid over de onderzoeklocatie zijn in totaal geplaatt: 29 boringen tot 1 m mv; 29 boringen tot het grondwaterniveau (maximaal 2 m mv); 4 peilbuizen met een filtertelling conform NEN 574. Ter plaate van de gedempte loten, deellocatie C en D, zijn de boringen tot 2 m mv in een raai geplaatt. Per raai zijn 3 boringen opgenomen die haak op de vermoedelijke richting van de gedempte loot zijn geplaatt. Voor deellocatie C zijn 3 raaien aangehouden en voor deellocatie D zijn 4 raaien aangehouden. De boorlocatie zijn weergegeven op ituatietekening Sl. 3.2 Laboratoriumonderzoek In de volgende tabel i een overzicht gegeven van de uitgevoerde analye. Tabel 3.2: Laboratoriumonderzoek (Meng)monter (traject m mv) Grond 142 (,5 ) 294 (1,5 2,) 611(,,5) M1 (,,6) M2 (,5 1,1) M3(,6l,5) M4 (,5 ) M5 ( 1,5) M6 (,,5) M7 (,5 1,4) M8 (,,6) M9(,,5) M1 (,,5) Mil (,5 ) M12 (,1,6) Grondwater 1411 (1,5 ) 3211 (1,5 ) 3311 (1,5 ) 6111 (1,5 2,) Boringen Analye ; 181; 191; 21; ; 472; ; ; 382; 42; 412; ; 373; 43; ; 71; 131; ; 293; 322; 231; 241; 251; 261; 291; ; 571; 581; 61 11; 21; 31; 41 12; 22 81; 91; 11; Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochioorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grond, Organochloorbetrijdingmiddelen en Chroom Standaardpakket grondwater Standaardpakket grondwater Standaardpakket grondwater Standaardpakket grondwater 1) Standaardpakketten: grond: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB om 7), polycyclichearomatiche koolwatertoffen (PAK1 VROM), minerale olie (GC) incluieflutum en organiche tof; grondwater,zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper,kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink),vluchtige aromaten, (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, tyreen en naftaleen), vluchtige gehalogeneerde koolwatertoffen (17 tuk), mineraleolie (GC) De grondmonter zijn teven onderzocht op chroom en organochloorbetrijdingmiddelen vanwege de voormalige bedrijfactiviteiten (tuin en akkerbouw) die op de onderzoeklocatie plaatvonden. blad 1 van22

13 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1en Kerkingel 9,1 en 11 teberkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie oranjewoud 3.3 Onderzoekreultaten Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen De profielbechrijvingen van de verrichte boringen met de bijbehorende veldwaarnemingen zijn opgenomen in bijlage 1. Ter plaate van Kerkingel 9,1 en 11 betaat de bovengrond (,5 m mv) uit matig fijn en matig iltig zand. In de ondergrond (vanaf,5 m mv) wordt op een variërende diepte veen aangetroffen. De veenlaag komt voor tot de maximale geboorde diepte van m mv. Alleen bij boring 13 bevind zich een kleilaag van 5 cm dikte in de ondergrond op de veenlaag. Ter plaate van het Raadhuilaan 1 en het parkeerterrein betaat de bovengrond uit matig fijn en zwak iltig zand. De ondergrond betaat uit zand, klei en/of veen. In een enkel geval i prake van een kleilaag op het veen, maar veelal i er prake van een veenlaag op klei. Ter plaate van de gedempte vijver (deellocatie E) i prake van een tuin met veel beplanting. Plaatelijk betaat de bovengrond hier uit zwak zandige klei met in de ondergrond veen op 1 m mv. Bij het uitvoeren van het veldonderzoek zijn waarnemingen gedaan die mogelijk duiden op een bodemverontreiniging. Tijden de veldwerkzaamheden zijn op variërende diepten variërende hoeveelheden bakteenreten en kolen(grui) aangetroffen. Zie tabel 3 voor een overzicht van de zintuiglijke waarnemingen. Tabel 3: Zintuiglijke waarnemingen Boring Einddiepte mmv Veldwaarnemingen Diepte m mv j Waarneming Grondoort Deellocatie A jkerkingel 9,1 en 11) ,5 1,5 2, 2,,,5,5 1,5,,5,5 1,5,,5,5,,5,5,5,,5,5,4,4, 2,,9 1,4,,5,5 Zwak bakteen, zwak kalk Matig bakteen, zwak kalk Sporen bakteen Zwak bakteen, zwak kalk Matig bakteen, zwak kalk Sporen bakteen Sporen bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Sporen bakteen Zwak bakteen, zwak kalk Matig bakteen Matig bakteen Sporen bakteen Sporen bakteen Zwak bakteen, zwak gla, poren kolengrui Sporen kolengrui, reten hout, zwak bakteen Reten bakteen Sporen kolengrui, poren bakteen Matig kolengrui, matig tenen, zwak bakteen Zand Zand Veen Zand Zand Veen Zand Zand Zand Zand Zand Zand Veen Veen Veen Zand Veen Klei Zand Zand Deellocatie B (Raadhuilaan 1 en parkeerterrein) a 28b,5,5,1,,1,5,5,1,5,1,5 Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Reten bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand blad 11 van 22

14 Rapport Verkennendbodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1en 11 teberkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211,reviie * > oranjewoud Boring Eïnddiepte m~mv 2, 2, Veldwaarnemingen Diepte mrhv Waarneming,9 1,4 Zwak bakteen 1,4 2, Matig bakteen, zwak kolengrui,6 Zwak bakteen,6 1,1 Zwak bakteen Grondoort Zand Veen Klei Zand 33 1,1,1,5 Zwak bakteen Sporen bakteen Veen Zand Deellocatie C (gedempte loot Kerkingel 11) , 2, 2, 2, 2, 2, 2, 1,5,5 1,5,5,5,5 1,4,5 1,4,5 1,5 Zwak bakteen Zwak bakteen Sporen bakteen Zwak bakteen Laagje kalk Zwak bakteen Zwak bakteen Matig bakteen Zwak kalk, zwak bakteen Matig bakteen, zwak kalk Veen Zand Veen Zand Zand Zand Veen Zand Veen Zand Deellocatie D (gedempte loot Raadhuilaan 1) , 2, 2, 2, 2, 1,5 2, 1,5,,5,5 1,1 1,1 1,5 1,5 2,,6 1,1 1,2 2,,6 1,5,11,1 1,1 1,6 1,5,6 1,5 Matig hout Matig bakteen Zwak bakteen Matig bakteen Matig bakteen Zwak bakteen Sporen bakteen Sporen bakteen Sporen hout Zwak bakteen Matig bakteen, zwak kolen Zwak bakteen, zwak kolengrui Veen Zand Klei Veen Zand Klei Veen Klei Zand Zand Zand Zand Deellocatie E (gedempte vijver) a 2, 2, 2,,,5,,5,,5,,5,,5,,5,,5,5,9,9 2,,,5,5 2, Matig repac Zwak gla, poren bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak bakteen Zwak kolengrui, matig tenen Zwak bakteen Matig bakteen, matig hout, poren beton Zwak kolengrui, matig tenen Zwak bakteen Matig bakteen, matig hout, poren beton Zand Zand Zand Zand Zand Zand Klei Klei Veen Klei Klei Veen 3.4 Analyereultaten Toetingkader De getoette analyereultaten van de onderzochte grond en grondwatermonter zijn weergegeven in repectievelijk bijlage 2 en bijlage 3. De analyecertificaten zijn toegevoegd in bijlage 6. De reultaten zijn conform het huidige overheidbeleid getoett aan de achtergrondwaarden (AW2) uit de 'Regeling bodemkwaliteit' van 21 december 27 en de 'Wijziging Regeling bodemkwaliteit' van repectievelijk 27 juni 28 en 7 april 29 en de treef en interventiewaarden uit de 'Circulaire bodemanering 29' van 7 april 29. De achtergrond en interventiewaarden, die voor de grond blad12 van 22

15 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel enrodenrij Proiectnummer oktober 211,reviie ^o» oranjewoud afhankelijk zijn van het organich tof en lutumgehalte, en de treefwaarden zijn opgenomen in bijlage 4. Een toelichting op het toetingkader i opgenomen in bijlage 5. In de tekt zal de term 'licht verhoogd' worden gebruikt bij gehalten hoger dan de achtergrond of treefwaarden en lager dan de tuenwaarden. De term 'matig verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan de tuenwaarden en lager dan de interventiewaarden. De term 'terk verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan de interventiewaarden. Wanneer het gehalte van een parameter beneden de voorgechreven rapportagegren van deas3 ligt mag er, conform de 'Wijziging Regeling bodemkwaliteit' en de 'Circulaire bodemanering 29' voor de betreffende parameter van worden uitgegaan dat wordt voldaan aan de achtergrond of treefwaarde. Voor omparameter geldt hetzelfde indien alle individuele componenten van die omparameter lager zijn dan de voorgechreven rapportagegren. Indien er voor één of meerdere individuele componenten een gemeten gehalte (zonder < teken) i of prake i van verhoogde rapportagegrenzen, dan dient de berekende waarde te worden getoett aan de van toepaing zijnde normwaarde. Het verkregen toetingreultaat, op bai van een berekende omwaarde waarin voor één of meer individuele componenten i gerekend met een waarde van,7 maal de rapportagegren, heeft geen verplichtend karakter. Er kan onderbouwd worden geconcludeerd dat het betreffende monter niet in die matei verontreinigd al het toetingreultaat aangeeft. Barium In de 'Circulaire bodemanering 29' van 7 april 29 i aangegeven dat de norm voor barium tijdelijk i ingetrokken. Gebleken i namelijk dat de interventiewaarde voor barium lager wa dan het gehalte dat van nature in de bodem voorkomt. Indien prakei van verhoogde bariumgehalten ten opzichte van de natuurlijke achtergrond al gevolg van een antropogene bron, kan dit gehalte worden beoordeeld op bai van de voormalige interventiewaarde voor barium van 92 (voor tandaardbodem). Analye op barium dienen wel nog te worden uitgevoerd, maar de reultaten hoeven du niet meer getoett te worden, tenzij een duidelijke antropogene bron aanwezig i Grond In de volgende tabel zijn de parameter weergegeven, die de betreffende achtergrond, tuen of interventiewaarde overchrijden. Tabel 3.4.2: Overchrijdingtabel grond (Mengjmonter (traject mmv) Deelmonter Veldwaarneming / motivatie Parameter > achtergrondwaarde =< tuenwaarde {licht verontreinigd) > tuenwaarde =< interventiewaarde (matig verontreinigd) > interventiewaarde (terk verontreinigd) DeellocatieA (Kerkingel 9,1 en 11) 142 (,5 ) M6 (,,5) ; 71; 131 matig kolengrui en bakteenhoudend geen bijzonderheden Areen, Kobalt, Kwik], Molybdeen en Zink Lood Lood en Nikkel Barium en Koper M1 (,,5) Mil (,5) 11; 21; 31; 41 12; 22 zwak bakteen en zwak kalk matig bakteenhoudend en zwak kalk Koper, Kwik, Lood, Zink, PCB (om) en Aldrin/Dieldrin/Endrin (om) Barium, Koper, Kwik en Lood Lood M12(,l,6) 81; 91; 11; 111 geen bijzonderheden blad 13 van 22

16 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie oranjewoud (Meng)monter (traject mmv) Deelmonter Deellocatie B (Raadhuiiaan 1 en parkeerterrein) 294 (1,5 2,) M1 (,,6) M7 (,5 1,4) M8 (,5,6) ; 181; 191; 21; ; 282; 293; ; 241; 251; 261; 291; 311 Deellocatie C (gedempte loot Kerkingel 11) M4 (,5 ) M5(l,1,5) 372; 382; 42; 412; ; 373; 43; 413 Veldwaarneming/ motivatie matig bakteenhoudend en zwak kolengrui geen bijzonderheden zwak bakteen geen bijzonderheden zwak bakteenhoudend zwak bakteenhoudend Deellocatie D (gedempte loot Raadhuilaan 1) M2 (,51,1) 462; 472; 52 zwak bakteenhoudend M3 (,6 1,5) 533; 542 Deellocatie E (gedempte vijver) 611 (,,5) M9 (,,5) ; 571; 581; 61 matig bakteenhoudend en zwak kolen zwak kolengrui, matig bakteenhoudend zwak gla en poren bakteen Parameter > achtergrondwaarde =< tuenwaarde (licht verontreinigd) Koper, Kwik, Lood en Zink Lood Lood en PCB (om) Koper, Kwik, Lood en Zink Koper, Kwik en Lood Barium, Kobalt, Kwik, Lood, Molybdeen, Zink, PCB (om) en Minerale olie PAKtotaal > tuenwaarde =< interventiewaarde (matig verontreinigd) > interventiewaarde (terk verontreinigd) Koper en Nikkel geen van de onderzochte parameter overchrijdt de betreffende toetingwaarde Grondwater ln de volgende tabel zijn de parameter weergegeven, die de betreffende treef, tuen of interventiewaarde overchrijden. Tnbel 3.4.3: Ovi'ichrijdingtpbi'lgrondwater Watermonter Filterdiepte Deellocatie A (Kerkingel 9,1 en 11) ,5 Deellocatie B (Raadhuilaan 1) ,5 1,5 Deellocatie E (gedempte vijver) Parameter > treefwaarde =< tuenwaarde (licht verontreinigd) Barium en Xylenen (om) Barium, Molybdeen en Naftaleen ,5 2, Barium, Naftaleen en Xylenen (om) : geen van de onderzochte parameter overchrijdt de betreffende toetingwaarde > tuenwaarde = < interventiewaarde (matig verontreinigd) > interventiewaarde (terk verontreinigd) Het laboratorium heeft een verdunning uitgevoerd bij het grondwatermonter uit peilbui 33, zie bijlage 6 voor het analyecertificaat. Hierdoor i de rapportagegren bij de parameter cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, nikkel enzink verhoogd.deze verhoogde rapportagegren ligt echter voor deze parameter nog ruim onder de tuenwaarde. Deze parameter kunnen du hoogten licht verhoogd voorkomen in het grondwater. Een herbemontering van het grondwater wordt daarom niet noodzakelijk geacht. blad 14 van 22

17 Rapport Verkennendbodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1en 11 teberkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211,reviie»ö_ oranjewoud De zuurgraad (ph) en het elektrichegeleidingvermogen (EC) van het grondwater, zie bijlage 3, zijn niet afwijkend van een natuurlijke ituatie. De ph en EC i gemeten tijden de bemontering van het grondwater. 3.5 Bodemfunctieklae Op bai van de huidige analyereultaten voldoet de ontvangende bodem op bai van de amentellingwaarden aan de AW2 en plaatelijk aan deklae Indutrie. Zie voor de berekeningen van de huidige kwaliteit van de bodem bijlage 8. Tabel 3.5: Toetingreultaten Beluit bodemkwaliteit Monter (diepte m mv) bovengrond M1(,,6) M6 (,,5) M8 (,,6) M9 (,,5) MIO (,,5) M12(,l,6) 611 (,,5) Omchrijving matig fijn zwak iltig zand matig fijn zwak iltig zand matig fijn zwak iltig zand zwak gla en poren gla, matig fijn zwak iltig zand zwak bakteen en kalkhoudend, matig fijn matig iltig zand matig fijn zwak iltig zand zwak kolengrui en matig bakteenhoudend, zwak zandige humeue klei Toetingreultaat AW2 AW2 AW2 AW2 klae Indutrie AW2 AW2 Uit deze toeting komt naar voren dat de bovengrond op bai van de amentellingwaarden varieert van de kwaliteitklae AW2 tot kwaliteitklae Indutrie. Alleen grondmengmonter MIO heeft al toetingreultaat klae Indutrie. Dit grondmengmonter betreft de bovengrond van Kerkingel Interpretatie Op bai van de zintuiglijke bevindingen en de analyereultaten kan het volgende worden geconcludeerd Kerkingel 9,1 en 11 en gedempte loot Kerkingel 11 (Deellocatie A en C) Ter plaate van Kerkingel 9,1 en 11 (deellocatie A) zijn in de puinhoudende ondergrond matig tot terk verhoogde gehalten aan barium, koper, lood en nikkel aangetoond. Daarnaat bevat de puinhoudende ondergrond licht verhoogde gehalten aan overige zware metalen.in de zwak puinhoudende bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen (koper, kwik, lood en zink), PCB (om van 7) en dieldrin. In de overige grondmengmonter van de bovengrond (M6 en M12), zintuiglijk geen bijzonderheden waargenomen,i alleen een licht verhoogd gehalte aan lood aangetoond. Ter plaate van de gedempte loot Kerkingel 11 (deellocatie C) zijn in de zwak puinhoudende ondergrond licht verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood en zink aangetoond Raadhuilaan 1 en gedempte loot (Deellocatie B en D) Ter plaate van Raadhuilaan 1 en het parkeerterrein (deellocatie B) i in de bovengrond (M1 en M8) een licht verhoogd gehalte aan lood aangetoond. In de puinhoudende ondergrond zijn eveneen licht verhoogde gehalten aan koper, kwik, lood, zink en/of PCB (om van 7) gemeten. De overige onderzochte parameter (overige zware metalen, PAK, betrijdingmiddelen en minerale olie) komen niet verhoogd voor. Ter plaate van de gedempte loot Raadhuilaan 1 zijn plaatelijk in de matig puinhoudend ondergrond (M3) terk verhoogde gehalten aan koper en nikkel aangetoond. In de zwak puinhoudend ondergrond (M2) zijn geen verhogingen gemeten. blad15 van 22

18 Rapport Verkennendbodem en abetonderzoekraadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 ^^P te Berkel enrodenrij ^m^^f oranjewoud Projectnummer oktober 211,reviie Gedempte vijver (Deellocatie E) Ter plaate van de gedempte vijver Raadhuilaan 1i in de bovengrond een licht verhoogd gehalten aan PAKtotaal (1 van VROM) aangetoond. De overige onderzochte parameterkomen niet verhoogd voor. Boring 61igetaaktop puin in de ondergrondop 2 m mv. Ook na een verplaating i de boring getaaktop puin Grondwater onderzoeklocatie In het grondwaterop de onderzoeklocatiezijn geen noemenwaardige verhogingen van de onderzochteparameter (zware metalen, vluchtigearomaten,gechloreerde koolwatertoffenen minerale olie) aangetoond. blad 16 van 22

19 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie ^Q_ oranjewoud 4 Verkennend abetonderzoek 4.1 Veldwerk De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de BRLSiKB 2 (Beoordelingrichtlijn voor het SIKBprocecertifïcaat voor veldwerk bij milieuhygiënich bodemonderzoeken bijbehorend VKBprotocol 218 (Locatieinpectie en monterneming van abet in bodem). Oranjewoud i volgen dit SIKBprocecertificaat gecertificeerd. De veldmedewerker van Oranjewoud hebben allen een curu abetherkenning met goed gevolg afgelegd. Het veldwerk i uitgevoerd in oktober 211 onder uperviie van de heer V. Bronder. Viuele inpectie maaiveld Het toplaagonderzoek omvat werkzaamheden die betrekking hebben op viueel waarneembare abetverdachte materialen die zich voornamelijk op het maaiveld bevinden.er zijn viueel geen abetverdachte materialen gecontateerd. Inpectie en montemame opgegraven en opgehoord materiaal Voor landbodem wordt ondercheid gemaakt in twee te onderzoeken bodemlagen, te weten de actuele contactzone tot een maximale diepte van,5 m mv en de ondergrond van,5 tot 2, m mv. In de NEN 577 wordt voorgechreven in de actuele contactzone tot,5 meter diepte gaten te graven met een oppervlakte van 3 x 3 cm. Verder zijn in een aantal proefgaten boringen ( 12 cm) verricht tot 2 m mv. Het opgegraven en opgehoorde materiaal i viueel geïnpecteerd op aanwezigheid van abet. In tabel 1 i het onderzoekprogramma opgenomen. De ligging van de proefgaten i aangegeven op tekening Sl. TubrI 4.1: Or.dtrzoi'kprogramma veld'.verkzaamhddcn abetonderzoek Aanduiding, Aantal gaten 1 Proefgaten tot,5 meter diepte i Boring in proefgdt doorgezet tot 2, (3 x 3 cm) i meter diepte ( 12 cm) A Kerkingel 9,1 en 11 (2. m 2 ) C Gedempte lootkerkingel 11 (2 m 2 ) E Gedempte vijver (1m 2 ) Totaal Het opgegraven en opgehoorde materiaal i uitgepreid, geharkt en viueel geïnpecteerd op de aanwezigheid van abetverdacht materialen.er zijn viueel geen abetverdachte materialen gecontateerd. Het aangetroffen puingehalte in de grond bedraagt minder dan 2%. Na inpectie en monterneming zijn de gaten gedicht met het uitgegraven materiaal. 4.2 Laboratoriumonderzoek Op bai van veldwaarnemingen zijn in afwijking van de norm grondmengmonter van de meet verdachte bodemlaag (puinhoudend) geelecteerd voor een indicatieve analye op abet. Dit om inzicht te krijgen in de eventuele aanwezigheid van abethoudende materialen in de fijne fractie van de bodem. In totaal zijnze abetanalye conform NEN 577 uitgevoerd. De abetanalye zijn uitgevoerd door het RvA geaccrediteerde laboratorium van RPS analye bv te Ulvenhout. blad 17 van 22

20 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 9Èlijp~~^ te Berkel enrodenrij ^ ^ ^ oranjewoud Projectnummer '*"" """""* oktober 211, reviie 4.3 Onderzoekreultaten Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen De profielbechrijvingen van degegraven proefgaten met boringen tot 2 m mv zijn met de bijbehorende veldwaarnemingen opgenomen in bijlage 1. De inpectiezekerheid van de beoordeling van de opgegraven grond i op 9% geteld, omdat deel prake i van vegetatie. Ter plaate van de verchillende deellocatie varieert de bodemopbouw.ter plaate van Kerkingel 9,1 en 11 betaat de bovengrond (,5 m mv) uit matig fijn en iltig zand. In de ondergrond (vanaf,5 m mv) wordt op een variërende diepte veen aangetroffen. Bij boring 13 bevind zich een kleilaag van 5 cm dikte in de ondergrond op de veenlaag. Ter plaate van de gedempte vijver (deellocatie E) i prake van een tuin met veel beplanting. De bovengrond betaat uit matig fijn en iltig zand. Plaatelijk betaat de bovengrond uit zwak zandige klei. De ondergrond betaat uit klei of veen. Er zijnviueel geen abetverdachte materialen gecontateerd zowel op het maaiveld al in het opgehoorde materiaal. Wel zijn in de grond geringe bijmengingen van bodemvreemd materiaal waargenomen. Deze bijmengingen betaan voornamelijk uit bakteen en puinreten. De fractie >16 mm in de grond i % Toetingkader abet De analyereultaten van het abetonderzoek zijn opgenomen in bijlage 6 en zijn getoett aan het huidige beleid van het miniterie van VROM. Dit beleid i bechreven in bijlage Materiaalmonter Tijden veldwerkzaamheden i geen grof abetverdacht materiaal aangetroffen. Daarom zijn geen analye verricht voor het abetgehalte in de grove fractie Grond Om inzicht te krijgen in de eventuele aanwezigheid van abethoudende materialen in de fijne fractie zijn ze mengmonter geanalyeerd. In de geanalyeerde mengmonter zijn geen aantoonbare gehalten aan abet aangetroffen. De bepalinggren voor abet van,1 werd niet overchreden. In tabel 4.3 i een overzicht gegeven van de analyereultaten van de geanalyeerde monter Berekening abetconcentratie Indien conform de NEN 577 of de NEN 5897 de aangetroffen abethoudende materialen worden omgerekend naar een concentratie in de bodem, dan leidt dit tot de volgende berekening, volgen de volgende formule: C m/i = (M k % k,i/1)/(m lok ) blad18 van 22

21 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211, reviie * > oranjewoud waarin: M k %k,i Miok concentratie abet van abetoort 'i' afkomtig van de verzamelde abethoudende materialen in de afgezochte laag in een proefgat (mg/kg) maa verzamelde abethoudende materialen (mg) gemiddeld percentage abet van het abetoort 'i' in materiaal 'k' (%) drooggewicht van het verzamelmonter grond op locatie in kg M lt 1*V*n *M a /M v waarin: V n 5 M a M a volume van de geïnpecteerde deelpartij (m ) tortgewicht van het materiaal (kg/dm ) maa van het gedroogde analyemonter (kg) maa van het veldvochtige analyemonter (kg Uitgangpunten voor de berekening: a het oortelijke gewicht voor grond i geteld op 1.7 kg per m 3 ; a het oortelijke gewicht voor puin i geteld op 2. kg per m E ; a o voor de abetgehalten in het plaatmateriaal i uitgegaan van het gemiddelde (bijvoorbeeld bij 115% chryotiel i uitgegaan van 1%). Bij monter met bodemvreemd materiaal vindt daarnaat een correctie plaat voor de fractie > 16mm. In tabel 4.3 zijn de berekende gehalten weergegeven. Tabel 4.3: Totale gehalten aan abet in de bodem Montercodering met diepte Deellocatie A (Kerkingel 9,1 en 11) Bovenqrond MMA1 (,5 m mv) MMA4 (,5 m mv) Deellocatie A (Kerkingel 9,1 en 11) Ondergrond MMA2 (,5 2, m mv) MMA5 (,5 2, m mv) Gecontateerde afwijkingen met veldwaarneming * bakteen (2) en grind (%) fractie >16 mm (%) bakteen(l) fractie >16 mm (%) bakteen (2) en grind (J4) fractie >16 mm (%) bakteen (1 2) fractie >16 mm (%) Deellocatie C (Gedempte loot Kerkingel 11) Ondergrond MMC(,52,mmv) bakteen (1 2) fractie >16 mm (%) Deellocatie E (Gedempte vijver Raadhuiplein) Ondergrond MME (,5 2, m mv) bakteen (1 2) fractie >16 mm (%) Berekende gehalten aan abet in fractie 6 mm (gezeefd) Serpentijn < 2, <2, <2, <2, < <2, Amfibool Toelichting tabel: Verklaring bijmenging tijden veldwaarnemingen Vi: poren bijmenging 1: zwakke bijmenging 2: matige bijmenging 3: terke bijmenging 4: uiterte bijmenging Berekende gehalten aan abet in fractie > 16 mm Serpentijn Amfibool Gewogen gehaltrn aanabet in totale fractie () Overchrijding interventiewaarde nee nee nee nee nee nee blad 19 van 22

22 Rapport Verkennend bodem en abetonderzoekraadhuilaan 1en Kerkingel 9,1 en 11 fmr~» te Berkel enrodenrij ^j»^^/ oranjewoud Projectnummer »»*««., oktober 211, reviie In tabel 4.3 i ondercheid gemaakt 'm de totaalgehalten aan abet in de fractie 6 mm (gezeefde fractie), de totaalgehalten aan abet (gezeefde fractie + aangetroffen plaatmateriaal) en de gewogen gehalten aanabet (gewogen betekent de concentratie erpentijn abet vermeerderd met tien maal de concentratie amfibool abet). De amentelling van de mengmonter i al volgt: MMA1 (,,5): 5 (,5 m mv), 6 (,5 m mv), 7 (,5 m mv), 13 (,5 m mv) en 14 (,5 m mv) MMA2 (,51,5): 5 (,5 m mv), 6 (,5 m mv), 7 (,5 m mv), 13 (,5 m mv) en 14 (,5 m mv) MMA4 (,,5): 1 (,5 m mv), 2 (,5 m mv), 3 (,5 m mv), 4 (,5 m mv) en 12 (,5 m mv) MMA5 (,5 2,): 1 (,51,5 m mv), 2 (,5 1,5 m mv), 3 (,51,5 m mv), 4 (,51,5 m mv) en 12 (,5 2, m mv) MMC (,51,5): 34 (1,5 m mv),37(,51,5 m mv), 38 (,5 m mv), 39 (,5 m mv), 4 (,51,4 m mv), 41 (,51,4 m mv) en 42 (,51,5 m mv) MME (,,5): 55 (,5 m mv), 56 (,5 m mv),57(,5 m mv), 58 (,5 m mv), 59 (,5 m mv) en 6 (,5 m mv) Bepreking bevindingen Tijden de terreininpectie en in het opgegraven en opgehoorde materiaal zijn viueel geen abetverdachte materialen gecontateerd. In het laboratorium zijn in totaal ze mengmonter van de bovengrond en de ondergrond geanalyeerd op abet. In deze mengmonter i geenabet aangetoond. blad 2 van 22

23 Rapport Verkennend bodem en abetondereoek Raadhuilaan 1 en Kerkingel 9,1 en 11 te Berkel en Rodenrij Projectnummer oktober 211,reviie 9ÈÜi?~~^ <^i»^y oranjewoud Concluie In het verkennend bodemonderzoek i overeenkomtig de NEN 574 de milieuhygiëniche bodemkwaliteit ter plaate van de onderzoeklocatie vatgeteld. In het verkennend abetonderzoek, gebaeerd op de richtlijnen uit de NEN 577,i het abetgehalte in de bodem onderzocht. Het onderzoek i uitgevoerd naar aanleiding van de geplande herinrichting en betemmingplan wijziging. Opbai van de bevindingen van voorgaande bodemonderzoeken i gebleken dat de bodem puindelen en geringe plaatelijke verontreinigingen bevat. 5.1 Verkennend bodemonderzoek Uit het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de bodem i opgebouwd uit een zand en/of kleilaag op een venige ondergrond. Zowel in de bovengrond (,5 m mv) al in de ondergrond (,5 m mv) zijn bijmengingen aan bodemvreemd materiaal (bakteenreten en/of kolengrui) aangetoond.de bijmengingen variëren van geringe tot matige hoeveelheden. Ter plaate van de gedempte vijver i een boring getaakt op het aanwezig puin op 2 m mv. Analytich zijn in de puinhoudende ondergrond plaatelijk terk verhoogde gehalten aan barium, koper en/of nikkel aangetoond. De puinhoudende ondergrond bevat daarnaat licht tot matig verhoogde gehalten aan lood en/of nikkel.de overige onderzochte parameter (overige zware metalen, PAKtotaal, PCB, betrijdingmiddelen en minerale olie) komen niet of licht verhoogd voor in de ondergrond. In de (zwak puinhoudende) bovengrond zijn plaatelijk alleen licht verhoogde gehalten aan lood en PAKtotaal (1 van VROM).De overige onderzochte parameter zijn niet verhoogd aangetoond. In het grondwater op de onderzoeklocatie zijn licht verhoogde gehalten aan barium, molybdeen, xylenen en naftaleen plaatelijk gemeten.de overige onderzochte parameter zijn niet verhoogd aangetoond. Beluit bodemkwaliteit De ontvangende bodem heeft gemiddeld de kwaliteitklae AW2 en i binnen het generieke kader van het Beluit bodemkwaliteit gechikt voor "Ander groen, bebouwing, infratructuur en indutrie". De ontvangende bodem i plaatelijk, betreft bovengrond ter plaate van Kerkingel 9, niet gechikt voor "Wonen met tuin, plaaten waar kinderen pelen of groen met natuurwaarden". De (puinhoudende) ondergrond i buiten de deze toeting gehouden.deze grondmonter zijn getoett aan de Wet bodembecherming. Toeting hypothee De vooraf opgetelde hypothee 'onverdachte locatie' voor Raadhuilaan 1 en parkeerterrein wordt verworpen, omdat in de bodem licht verhoogde gehalten aan enkele onderzochte parameter (zware metalen, aromaten en PCB) zijn aangetoond. De overige hypothee betreffende een verdachte locatie met een heterogene diffue bodembelating worden aanvaard. De onderzoekreultaten geven aanleiding tot het uitvoeren van vervolgonderzoek of anerende maatregelen, omdat de gehalten aan barium, koper en nikkel de betreffende interventiewaarden overchrijden. Het vervolgonderzoek dient uitluitel te geven over de mate en omvang van het geval en de aanwezigheid van riico'. blad 21 van 22