Context 3: De natuur van de mens= docentinformatie? Ja



Vergelijkbare documenten
Context 3: De natuur van de mens

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Teksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Bijlage W2 groep 7 1

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

Hoe schrijf ik een artikel?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Praktische Opdracht (p.o.) brugklassen De Romeinen! NAAM: KLAS: ONDERWERP: p.o. inleveren!

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Uitleg boekverslag en boekbespreking

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Tijdsplanning werkstuk groep 5

onthouden. Schrijfdoelen Schrijfdoel Inhoud schrijfdoel Voorbeeld vermaakt door een leuk, spannen, aangrijpend of interessante tekst.

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk?

Een overtuigende tekst schrijven

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Een spreekbeurt houden

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Media en creativiteit. Herfst jaar vier Werkcollege 3

Profielwerkstuk Het stappenplan, tips en ideeën

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Stap 4: Indeling maken

Ontdek de Bibliotheek

De lamp. Copyright Vakcollege Groep B.V Alle rechten voorbehouden.

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Uitleg boekverslag en boekreclame

2.1 FaVoriete leestips

Tuesday, February 8, Opleiding Interactieve Media

Juf Sabine en juf Maaike

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Nederlands CSE GL en TL

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Spreekbeurt, en werkstuk

Hoe maak je een werkstuk?

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Studiewijzer sectorwerkstuk 10 Havo/Mavo Docenten: Arnoud Boerma Laatste inhoudelijke aanpassingen: 9 november 2012

Checklist. De 8 must haves voor een succesvol blogartikel

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

lesmateriaal Taalkrant

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay

Uitleg examen Nederlands kaderberoepsgerichte leerweg

Gebruik het onderstaande formulier om feedback te geven bij een presentatie van een medeleerling. Feedback van (naam)

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Inhoudsopgave 1. Waarom maak je een werkstuk? 2. Zo begin ik met mijn werkstuk 2. De onderdelen van het werkstuk 3

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 1

Kim Dalessi.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Meer succes met je website

Het houden van een spreekbeurt

Een werkstuk maken Kies je onderwerp Je kiest natuurlijk een onderwerp waar je veel belangstelling voor hebt. Misschien weet je er al veel van, of je

Communiceren met de achterban

RSC PROFIELWERKSTUK 2008 / 2009 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

Bijlage interview meisje

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / SG Schiedam Tel.: /

Hoe maak je een werkstuk?

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit.

VMBO-T / Nederlands / 2011 / tijdvak 2

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Het maken van een werkstuk

Voorwoord. Veel succes met de schrijftraining! Amsterdam, februari Freek Bakker Joke Olie. 6 Voorwoord

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Werkwijzer Verslagkring:

Schrijf een goede betogende brief bij geschiedenis

Transcriptie:

Context 3: De natuur van de mens= docentinformatie? Ja De opbouw van de module ecologie komt steeds dichterbij de leerling zelf. In de eerste onderwijsleercontext maakt de leerling kennis met een leeuwenpopulatie in Afrika; in de tweede komt de leerling terecht in een natuurgebied in de buurt van de school. Deze derde onderwijsleercontext vraagt de leerling zichzelf centraal te stellen. In de context gaat de leerling onderzoeken wat zijn of haar plaats in de natuur is. De leerling zoekt antwoorden op vragen als: Hoe natuurlijk ben ik zelf? In welk ecosysteem leef ik? Welke rol vervul ik in dat ecosysteem? Door het schrijven van een essay waarin de leerling zijn antwoorden op deze vragen in samenhang beantwoordt, vormt hij zich een mening over hoe hij - en de mens in het algemeen - met de natuur om zou moeten gaan. Wat is het doel dat jullie met deze (schrijf)opdracht willen bereiken en bereiken jullie dat op deze manier? Het doel zit wat impliciet in deze zin. De nieuwe formulering is explicieter. Er is inderdaad evidentie dat door het schrijven aan dergelijke opdrachten leerlingen dit doel kunnen bereiken. Zie onder andere (Keselman, Kaufman, Kramer, & Patel, 2007) Deel 1: Hoe natuurlijk en ecologisch is de mens? In het eerste deel van deze onderwijsleercontext moeten de leerlingen de concepten die ze hebben geleerd tijdens de eerste twee contexten over ecologie op zichzelf toepassen. Ze gaan vragen beantwoorden zoals: - Met welke organismen heb ik een predator prooi relatie? - Maak een voedselweb waarin ikzelf centraal staat. Dit is geen vraag Klopt - Wat zijn mijn tolerantiegrenzen voor een abiotische factoren zoals temperatuur, licht, geluid?. - Met welke andere organismen concurreer ik? - Leef ik in een symbiose met ander(e) organisme(n)? Jullie geven zelf (nog) geen verantwoording en bronvermelding bij de gebruikte afbeeldingen in de tekst. Klopt, Dat wordt later in de ontwikkeling centraal gedaan door het NIBI-bureau die dit professioneel aanpakken. Deel 2: Essay over hoe jij en de mens in het algemeen om moet gaan met natuur De leerlingen kunnen:is dat een doel dat je met met deze onderwijsleercontext wilt bereiken? Inderdaad (maar spreekt dat niet erg van zelf?) schrijven over stellingen zoals: - Natuurontwikkeling is onnatuurlijk. - Natuur moet aangepast worden aan de mens. - De mens heeft geen natuur nodig. - Natuur is overal. - Alles is natuurlijk, de mens dus ook. - Er is geen echte natuur meer in Nederland. - We zijn vervreemd van de natuur. - De meeste mensen hebben nooit echte natuur gezien. - Mijn lichaam is een soort ecosysteem. - We moeten zorgen voor de natuur. - De bijbel geeft ons het rentmeesterschap over de natuur. - Natuurgebieden die niet bezocht mogen worden hebben geen waarde voor mensen. Waar is deze (arbitraire?) opsomming op gebaseerd? Op een brainstorm van ervaren leraren/ontwikkelaars, waarvan het resultaat verwoord is door een schrijver en herschreven door een andere. In de zinnen zijn opvattingen verwoord waarvan deze

mensen weten dat leerlingen ze kunnen koesteren. Sommige van deze mensen hebben behalve hun praktijkkennis ook kennis uit wetenschappelijke bronnen. Het is niet de bedoeling dat in deze lerarenhandleiding de informatie die ik in de vorige zinnen geef uitvoerig onder woorden wordt gebracht. Dat zou niet passen bij deze doelgroep van leraren biologie die niet overdreven talig is, - het zijn tenslotte bèta s. Het is het streven van de ontwikkelaars dat de leraren deze opsomming onmiddellijk herkennen als passend bij hun leerlingen. Wat bedoel je met arbitrair? Ik vind dat de opsomming nog geen functie had in de onderwijsleercontext, dus nu heb ik er facultatieve stellingen van gemaakt die leraren kunnen gebruiken.

Leerlingenmateriaal Inleiding Als je het woord natuur in de mond neemt, waar denk je dan aan? Wat bedoelen mensen eigenlijk met 'natuur'? Misschien heb je daar nooit bij stil gestaan. Deze opdracht vraagt aan je om daar wél eens verder over na te denken. Je zult merken dat mensen erg verschillend denken over wat natuur is. De een vindt iets alleen natuur als het niet door de mens is veranderd, zoal een ongerept regenwoud of de diepzee. De ander vindt dat een aangeplant bos of een aangelegde waterplas ook natuur kan zijn. Een derde ziet ook natuur in tuinen, parken, en zelfs in de stad. En wat te denken van mensen die zeggen: de natuur, dat zijn we ook zelf! Hoe komt het dat mensen zo verschillend denken over één woord? Wat zit daar achter? Komen ze daar achter in deze onderwijsleercontext? Rare opdracht; weg ermee. Over wat natuur is zijn mensen het dus niet erg eens. Maar over hoe belangrijk natuur is en hoe je met natuur moet omgaan zijn ze het al helemaal oneens. Iedereen lijkt een eigen mening te hebben. Wat is jouw mening? En welke invloed heeft de kennis die je opgedaan hebt in de vorige onderwijsleercontexten hierop? In deze onderwijsleercontext ga je werken aan je eigen mening. Je gaat je een mening vormen. Of je verandert van mening. Of je scherpt je mening aan. En dat ga je doen in een misschien wat ongewone opdracht: Ik neem aan dat 4 havo-leerlingen, op z n minst, voor school al wel gewend zijn te moeten schrijven. Maar in de meeste scholen niet in een bètavak als biologie. Vandaar de voorzichtige formulering met misschien en wat. Een essay schrijven dat is waarschijnlijk een ander verhaal: zie ook mijn opmerkingen daarover hierna. je wordt schrijver.

Opdracht Vragen De opdracht is om een essay te schrijven over de volgende hoofdvraag: Naar mijn idee is de term essay (momenteel) geen gangbare term in het onderwijs (Nederlands) in 4 HAVO. Er wordt veeleer gewerkt met de tekstsoorten: uiteenzetting, beschouwing, betoog. We hebben vanwege eigen ervaringen met lezen en schrijven van essays gewroet in de Britse didactiek. We zijn daarbij niet gehinderd door kennis van wat het vak Nederlands wel of niet doet. Heeft het zin te proberen aan te sluiten bij wat het vak Nederlands doet, is dat uniform genoeg in de scholen? De inhoud van de term essay is al heel wat discussies onderhevig (zie uitdraai in je postbakje van een kleine zoektocht op internet): gaat het jullie bijvoorbeeld om: 1.een tot het beschouwende of didactische genre behorende verhandeling in proza over een onderwerp uit wetenschap of kunst? 2. een afgerond stuk beschouwend proza, waarin een auteur een meestal persoonlijk standpunt inneemt met betrekking tot een bepaald onderwerp. 3. een opstel waarin de schrijver een persoonlijke opvatting op een aantrekkelijke manier verwoordt. 4.een beschouwende prozatekst of artiekel voor krant of tijdschrift, waarin de schrijver op een wetenschappelijk verantwoorde wijze zijn persoonlijke visie geeft op hedendaagse verschijnselen, problemen of ontwikkelingen. 4. komt er het dichtst erbij. Ik zou er ook aan toevoegen en zijn eigen situatie. Hoe mogen we, naar mijn mening? met natuur omgaan? Uit het vervolg moet - als de leerling daaraan zou twijfelen - duidelijk worden dat het inderdaad om de eigen mening gaat. We houden van een krachtige formulering van de hoofdvraag. De hoofdvraag bevat :wie bepaalt dat?/waarom is dat zo?een aantal subvragendit lijken invalshoeken, domeinen van argumenten: waar komen die vandaan?/zijn ze op gebasseerd?, Hier is mijn antwoord in wezen hetzelfde als boven bij opsomming. Maar al herschrijvend, heb ik het nog wat vereenvoudigd. zoals o wat jij vindt dat natuur is, o wat vind jij? wat de waarde van natuur is, o wat goede voorbeelden zijn van natuur en wat volgens jou geen natuur is, o hoe de leerstof uit de vorige onderwijsleercontexten hierbij past, o hoe natuur gebruikt wordt, o hoe natuur gebruikt mag worden. Je zult leren steeds argumenten te geven voor je antwoorden. Willen jullie de leerlingen (vooral) hun eigen mening laten geven, of ze een wetenschappelijk onderbouwde beschouwing laten schrijven? Het lijkt erop dat jullie de leerlingen een betoog willen laten schrijven= een tekst waarin onderbouwd een eigen mening wordt gegeven. Precies, zo is het. Ik heb deze zin vereenvoudigd overgenomen in de inleiding.

Wat is een essay? In een essay staat een hoofdvraag centraal. Je geeft je mening en geeft argumenten daarvoor. In dit essay ga jij bovenstaande hoofdvraag beantwoorden. Je vormt je (of hebt al) een mening, en die ga je verdedigen door argumenten te zoeken, te kiezen en op te schrijven. Je probeert in je essay de lezer van jouw gelijk te overtuigen. Een essay bestaat uit drie delen: een inleiding, een hoofdtekst en een conclusie: is dat zo?. OK., kan, hoeft niet. Ik maak van een dit. Dit essay moet minimaal 600 en maximaal 750 woorden bevatten, en minimaal één afbeelding waarnaar in de tekst wordt verwezen. Je schrijft het essay als het ware hoezo als het ware ok voor leeftijdsgenoten. Anders gezegd: je doelgroep is het lezerspubliek van tijdschriften zoals KIJK of TRIV: lijkt me een goede publieksbepaling. Ja, dank je, maar toch niet alle leerlingen kennen die tijdschriften, denken we. Of zou dat wel zo zijn? Dat betekent dat je klasgenoten het essay moeten kunnen begrijpen, moeten kunnen nagaan of wat je schrijft waar is, en het interessant moeten kunnen vinden. Werkwijze 1. Wat is mijn mening? Ga eerst voor jezelf na wat je antwoord is op de hoofdvraag, en waarom je dat vindt. Gebruik de subvragen die bij Vragen staan als hulp. Moeten ze op al die subvragen een antwoord geven in hun essay? OK, dat kan duidelijker. Schrijf je mening in een paar zinnen op. Bedenk welke woorden uit deze korte tekst als zoektermen: wat bedoelen jullie hiermee? kunnen worden gebruikt. Zoektermen voor Google of in registers van boeken of in bibliotheken. Leren ze dat niet bij Nederlands? Moeten we dat uitleggen? 2. Materiaal verzamelen - Ga met de zoektermen zoeken naar bronnen over het onderwerp. Je kunt gebruik maken van: (woorden)boeken, internet, klasgenoten en/of deskundigen. Je kunt bijvoorbeeld gaan opzoeken wat van Dale bronvermelding OK, aangepast zegt over natuur; lezen op de site van Staatsbosbeheer, voorbeelden van natuur voorleggen aan klasgenoten en vragen of ze dat inderdaad natuur vinden en waarom dan wel; vragen aan de leraar Nederlands naar gedichten over (liefde of juist angst voor) natuur. Zorg dat je minstens twee papieren bronnen (boek, tijdschrift), twee internetsites en twee personen gebruikt. Maar meer bronnen is in het algemeen =meestal? Ja, juist beter. - Houd bij welke bronnen je gebruikt: aan het eind van je essay komt een bronnenlijst, waarin je bronnen genummerd opschrijft. Schrijf in ieder geval op: Auteur, titel, jaar van uitgave van het tijdschrift of boek. Vermeld van de website het URL en de pagina. Vermeld welk type beetje vreemde aanduiding OK. Poging gedaan tot verhelderingpersonen je hebt gesproken. Tips: - Zoek gericht naar argumenten die voor jouw mening pleiten. Maar een goed essay belicht meerdere kanten van het onderwerp; zoek dus ook argumenten die je mening tegenspreken. - Terwijl je zoekt en bronnen leest, mag je je mening veranderen!

- Maak aantekeningen terwijl je aan het zoeken bent. Houd de gegevens van je bronnen bij. Maar vooral: Als je citaten overschrijft of knipt en plakt uit digitale bronnen; schrijf dan er direct bij o of je de bron geloofwaardig (betrouwbaar) vindt en waarom; o of en waarom je het (niet) eens bent met wat in het citaat staat - Het is handig om te denken en te schrijven in de vorm van een trechter: Begin breed in de inleiding, en werk daarin toe naar je smaller vraagstelling; die behandel je in de hoofdtekst; in de conclusie neem je weer een ruimere blik. Ik vraag me af of de 4 HAVO-leerlingen snappen wat julllie hiermee bedoelen? OK. Waarschijnlijk niet. Meer voor studenten. Weg ermee 3. Stel een schema van je essay op Maak een schema waarin de inhoud van je essay in trefwoorden weergeeft. Ervaren schrijvers besteden hier veel tijd aan. Ze maken op het scherm een lijst van trefwoorden en gaan in die lijst een volgorde aanbrengen zodat ze een goed lopend verhaal kunnen schrijven. In de lijst kun je de volgende tekstdelen aanbrengen. De leerlingen gaan werken volgens een schema-model. Mogen ze van dat schema afwijken als ze tijdens hun zoek- en schrijftocht hun mening wijzigen? Ja, dit mag, formulering is niet goed. Ik heb de tekst aangepast, hopelijk laat hij nu meer vrijheid Inleiding Hierin komt de achtergrond van de (hoofd?) Ja vraag. Je schrijft hier waarom de vraag belangrijk, interessant en/of actueel is. Je geeft hier ook al je eigen mening weer: is dat handig/nodig. In een inleiding moet je je lezer prikkelen tot verder lezen en kun je misschien in dat opzicht in de inleiding nog maar beter achterwege laten hoe jij er precies over denkt.. OK, je hebt gelijk. Hoofdtekst - Hier komen de argumenten die voor jouw mening pleiten en de argumenten die er tegen pleiten. In totaal geef je minimaal drie argumenten (voor en/of tegen je mening); wanneer je zes argumenten kunt geven is dat waarschijnlijk het beste. - Gebruik alle begrippen die je geleerd hebt in de vorige onderwijsleercontexten van deze module, voor zover ze van pas komen, dat is nogal vaag en lastig om te bepalen voor de leerlingen, lijkt mij. Dat is nogal wat? Snappen ze inmiddels wat al die begrippen inhouden en kunnen ze die (gedeeltelijk) gebruiken voor het formuleren van hun eigen mening rond de vraag: Hoe mogen we omgaan met natuur? Je hebt gelijk, dit is klerelastig. Maar toch willen we dit proberen. Ik heb alle alvast geschrapt, dat was niet goed. Als je begrippen die van pas komen niet hebt gebruikt, telt dat negatief in de beoordeling. Zie voor de lijst van begrippen onder aan deze tekst. In je tekst=essay? Ja, geef je dus antwoord op vragen zoals: is dat zo? Jullie geven toch eerder als opdracht dat een essay moeten schrijven over de hoofdvraag: Hoe mogen we met natuur omgaan? en dat ze de subvragen daarbij gebruiken als hulp? OK, dit klopt niet. Weg ermee o Met welke organismen heb ik een predator prooi relatie? o Maak een voedselweb waarin ikzelf centraal sta. Dit is geen vraag en lijkt mij ook geen onderdeel van het te produceren essay o Wat zijn mijn tolerantiegrenzen voor abiotische factoren zoals temperatuur, licht, geluid. o Met welke andere organismen concurreer ik?

o Leef ik in een symbiose met ander(e) organisme(n)? - Zet je argumenten in een logische volgorde. Wat is een logische volgorde? Tja Weg ermee - Als je een citaat gebruikt, geef altijd aan waarom je het er (on)eens mee bent. Conclusie Hierin concludeer je dat jouw argumenten je mening op overtuigende wijze onderbouwen 4. Schrijf het essay - Je hebt nu een schema met alles wat je wilt zeggen overzichtelijk onder elkaar. Nu kun je beginnen met het schrijven zelf. Sommige schrijvers kopiëren hun schema en maken van de trefwoorden goede zinnen. Anderen hebben het schema als het ware in hun hoofd en schrijven in een keer alles (ruw, niet lettend op typefouten) uit. - Na het schrijven zelf komt de afwerking. Je haalt de type en spelfouten er uit. Dit doe je idealiter volgens mij pas veel later, in ieder geval na het vormen van alinea s OK - Je gaat alinea's vormen. De eerste of tweede zin van een alinea is altijd het argument dat je in die alinea wilt behandelen. In het hoofddeel van de alinea werk je dit argument uit. Een alinea bestaat altijd uit meerdere zinnen. De laatste zin vat de alinea samen en kan een bruggetje zijn naar de volgende alinea. - De laatste alinea van de hoofdtekst (dus net voor de conclusie) is een opsomming: Herhaal de argumenten die je hebt uitgewerkt en link ze aan de vraagstelling. - Neem een afbeelding op. Geef je plaatje een titel, en verwijs ernaar vanuit de tekst. Zoiets als zie Fig.1 Natuur in de stad. 5. Bedenk een titel. Je zit nu goed in je onderwerp, en dus is dit het beste moment om een leuke, treffende en pakkende titel te verzinnen. 6. Afwerking: de puntjes op de i zetten. Het is heel belangrijk om je essay nog een keer na te lopen wanneer je klaar bent met het schrijven van je inhoud. Waar je op moet letten: a. Compleetheid. Heb ik alles verteld wat ik wil vertellen? Is mijn vraag beantwoord en zijn de argumenten die ik heb gebruikt goed? b. Spelling en interpunctie. Staan er geen foute woorden tussen, staan alle punten, komma s en apostroffen op de juiste plaats? c. Stijl. Heb ik geen spreektaal of onnodig moeilijk jargon verwerkt in mijn essay? Zitten er geen kromme zinnen tussen? Laat de tekst een of meer dagen liggen. Lees hem daarna nog een keer door. Je zult merken dat je dan over dingen valt waarvan je dacht dat ze goed waren. Ook is het heel goed als je een klasgenoot, ouder etc. de tekst voor commentaar laat lezen. Neem op dat ze aangeven op welk aspect van de tekst ze commentaar willen hebben. Laat ze elkaar vragen stellen over de tekst. En is het de bedoeling dat ze gaan herschrijven op basis van het verzamelde commentaar? OK Prima tips, maar ik vrees dat de gemiddelde 4 HAVO-scholier zo niet werkt ( oh ja ik moet morgen nog een essay inleveren voor biologie, of was dat nou vorige week ) Tja, dat zou kunnen. Dan moeten we daarmee verder. We gaan het toch proberen. Naar mijn idee hebben jullie een interessante poging gedaan om een schrijfopdracht te formuleren binnen jullie onderwijsleercontext, maar denk ik dat jullie zelf nog wel een

aantal vragen moeten beantwoorden, met name over het doel, dat je hiermee wilt bereiken en hoe je dat bereikt, voordat de leerlingen aan de slag kunnen. Bedoel je dat er voor de start van de opdracht nog een soort opwarming of zo zou moeten komen? Probeer zelf maar eens, in de rol van leerling, aan de opdracht te voldoen, die jullie nu geformuleerd hebben Ja, klopt, ik kan het Het lijkt erop dat jullie twee hoofddoelen nastreven met deze opdracht: 1. leerlingen hun mening laten vormen en verwoorden rond het omgaan met natuur 2. controle of de leerlingen eerder onderwezen begrippen kunnen verwerken Het is de vraag of deze beide doelstellingen tegelijkertijd verenigbaar zijn in deze opdracht. Toch willen we dat. Ik ben ook erg benieuwd of dat gaat lukken. Dit is een derde context, een zogenaamde toetscontext. Die heeft inderdaad als doel te toetsen of de leerlingen het begrepen hebben. In veel scholen krijgen de leerlingen krijgen daarna nog een gewoon proefwerk. Daarnaast, en dat is belangrijker, dient de toetscontext de eigen meningsvorming. Dat staat ook als doel in het examenprogramma. De toetsing daarvan is lastig en dient los te staan van de feitelijke geuite mening van de leerling. Begrippenlijst als je wilt dat zoveel mogelijk van onderstaande begrippen gebruiken in hun tekst dan kunnen ze nauwelijks en eigen mening geven binnen ± 700 woorden: 50 begrippen x 10 woorden per zin korte uitleg is al 500 woorden. Nee, niet zoveel mogelijk, maar: relevant. Er is geen aantal genoemd. Heb wel overwogen, of we geen minimum aantal zouden moeten geven. Niet voor gekozen. abiotische factoren accumulatie biodiversiteit biomassa biosfeer biotische factoren carnivoren concurrentie consumenten determinatie diversiteit draagkracht ecosysteem evenwicht habitat herbivoren inteelt interspecifieke competitie intraspecifieke competitie kringloop kwadrantmethode leefomgeving levensgemeenschap lijntransect niche omnivoren organisme persistente stoffen populatie populatiedichtheid prooi predatoren producenten reducenten rode lijst soort successie tolerantiecurve uitsterven vang- en terugvangmethode verdroging verkleining versnippering vervuiling voedselketen voedselpiramide voedselweb

Beoordelingscriteria aardige opsomming dank (De criteria moeten nog omgezet worden in rubrics en een gewicht krijgen) - aansprekende en juiste wat is een juiste tja, weg ermee titel - indeling in drie delen: inleiding, hoofdtekst en conclusie - inleiding: de vraag belangrijk, interessant en/of actueel - gebruik van 2 x 3 typen bronnen - geloofwaardigheid bronnen - eens / oneens met citaten - gebruik van minstens drie argumenten voor of tegen de eigen mening - indeling in alinea's met telkens één argument toevoegen goed gebruik signaal en verwijswoorden ok - relevante en overtuigende argumenten - aantal argumenten voor en tegen gebruik van relevante begrippen: minimaal 3 - logische volgorde argumenten - laatste alinea van hoofdtekst samenvattend - gebruik van alle relevante termen uit de termenlijst - conclusie overtuigend - bronnenlijst - een verhelderende afbeelding en een verwijzing ernaar in de tekst - aantal woorden minimaal 600, maximaal 750 - spelling, interpunctie - stijl en jargon geschikt voor de doelgroep (KIJK of TRIV) Keselman, A., Kaufman, D. R., Kramer, S., & Patel, V. L. (2007). Fostering conceptual change and critical reasoning about HIV and AIDS. Journal of Research in Science Teaching, 44(6), 844-863. Met opmaak: Afstand Na: 0 pt, Regelafstand: enkel