Jaarverslag Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen PO 2707

Vergelijkbare documenten
Begroting Meerjarenbegroting Goedgekeurd door de ledenvergadering en vastgesteld door het bestuur op 21 juni 2018.

Jaarverslag Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen PO 2707

SAMENWERKINGSVERBAND PRIMAIR ONDERWIJS AMSTERDAM DIEMEN PO2707

Jaarverslag publieksversie

Prestatie indicatoren ten behoeve van SWV PO De Kempen schooljaar

Samenvatting Jaarmonitor Passend onderwijs PO Eindhoven (3007)

HERIJKEN & DOORSTARTEN. Houtskoolschets bestuurlijke inrichting en organisatie Samenwerkingsverband PO PassendWijs

Aanvulling op het ondersteuningsplan Samenwerkingsverband PO Optimale Onderwijskans.

Toelichting. van overig 1,4 so en. Prognose. zowel het. indexatie van. Beleid. middelen. Concreet

Notitie risicomanagement SWV VO 2603

Jaarplan afdeling Ommen

Samenvatting. Aanvulling op het ondersteuningsplan ten behoeve van beleid kalenderjaar 2017 RSV Breda PO 30-03

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Doorontwikkeling ondersteuningsplan

Jaarplan schooljaar

Kader kwaliteitszorg. Versie: 1.0 Datum: Status: Definitief

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

1 Financieel beleid en allocatie

Passend onderwijs Voorblad 1: Foto Typ hier de titel

Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband

Passend Onderwijs. Tweede Zorgcongres. ChristenUnie Harderwijk 22 november Henk Büscher

Memorie van antwoord passend onderwijs

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

18 Begroting. Begroting

VERSLAG OPR samenwerkingsverband O3 Dinsdag: Aanvang: Plaats: Kapelle, de Moolhoek. Notulist: Karin Sauter

Voor het schooljaar zijn de volgende thema s nader uitgewerkt:

WMS congres 12 november 2014 OPR zo kan het ook! Piet Vromans i.s.m. Samenwerkingsverband VO - RUW (2604)

Begroting 2018 SWV - ODP

Proces en spoedprocedures Toelaatbaarheid tot een school voor Speciaal (Basis) Onderwijs in Unita

Jaarverslag Ondersteuningsplanraad

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Onderwijs 4 Nieuwe Tijd (04NT) te Amsterdam

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

De bedrijfsvoering van een SWV passend onderwijs in zes hoofdprocessen. Lunteren 27 mei 2015 Rick de Wit Infinite Financieel

TOEWIJZEN van bovenschoolse ondersteuning VANUIT ONDERWIJS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN

Samen maken we het passend!

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

4. Mededelingen en ingekomen stukken ter kennisname

Toelichting financiën bij hoofdstuk 6

Kwartaalrapportage 2 e kwartaal 2015

Facilitering Samenwerkingsverband SPPOH

Passend onderwijs en het Samenwerkingsverband PO Amsterdam Diemen. Caroline Wesseling, onderwijsadviseur regio Zuidoost

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

T O E Z I C H T S K A D E R

Verklarende woordenlijst en lijst met afkortingen

Passend onderwijs. Passend onderwijs

Toezichtkader SWV Passend Onderwijs Lelystad VO

Begroting 2019 SWV - ODP

JAARPLANNING-WERKAGENDA Augustus 2018 juli Vastgesteld door bestuur d.d Goedgekeurd door RvT d.d

Notitie Schoolondersteuningsprofiel 2016 en verder

BIJLAGE 5: UITWERKING STAPPEN ARRANGEREN

Risicomanagement. Risicoanalyse en beheersing Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven (PO3007)

Samenvatting Ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan

GMR, schoolbestuur en passend onderwijs

Managementstatuut Samenwerkingsverband 25.04

RISICOMANAGEMENT EN WEERSTANDSVERMOGEN IN SAMENWERKINGSVERBANDEN PASSEND ONDERWIJS (HERZIEN)

U in de OndersteuningsPlanRaad? Ja, waarom niet?

Ondersteuningsplan SPPOH. (PO Haaglanden)

Passend onderwijs. Passend onderwijs

OPR Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Eindhoven

Passend onderwijs en kwaliteitsbeleid

BIJLAGE 9. De voorliggende begroting is op basis van de opmerkingen vanuit het DB aangepast.

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Notitie optimaliseren overgang PO-VO voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Sine Limite, Coöperatie Passend Onderwijs Deventer U.A.

Inhoud Waarom Hoe Drie routes voor extra ondersteuning... 3

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Jaarplan SWV PO3002

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGE G- Inrichting Coördinatie en Ondersteuning SWV PassendWijs, incl. organogram Bij Jaarplanning- Werkagenda SWV PassendWijs

Samenwerkingsverband vo Hoeksche Waard. meerjarenbegroting en begroting 2019

Nieuwsbrief september 2017

Doorontwikkeling RSV Breda. Jacques van den Born Directeur RSV Breda

NIEUWSBRIEF SCHOLEN EN OUDERS - 1 JULI 2015

Bezuiniging op Passend Onderwijs voor 2013 geschrapt. Houdbaarheid na 2013 Invoering op

10 Aanmelding en zorgplicht basisschool

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

Passend onderwijs Wat is passend onderwijs? Waarom wordt passend onderwijs ingevoerd?

Belangrijk om te weten voor schooljaar Koers VO Directiebijeenkomsten vo-scholen juni 2014

Passend Onderwijs in PO; de wereld verandert niet op 1 augustus 2014!!

Reglement Advies Commissie Toewijzing Arrangementen (ACTA)

Samenwerkingsverband Passend onderwijs Doetinchem en omstreken VO

Bijlage C. Communicatieplan. Passenderwijs

Samenwerkingsovereenkomst Samenwerkingsverbanden VO en Speciale onderwijsvoorzieningen in de regio Utrecht

SWV PASSEND ONDERWIJS 28-17

Notulen Ondersteuningsplanraad

Kwaliteit van de Ondersteuningstoewijzing

Bestemming en Besteding van de Ondersteuningsmiddelen PassendWijs

Aanmelding, zorgplicht en plaatsingsproblemen

Schoolondersteuningsprofiel

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

FINANCIEEL VERSLAG 2015 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Bijlage 6. Uitwerking KPI s uit het kwaliteitszorgsysteem

Voor wat betreft de financiën ligt de prioriteit bij de interne begeleiding op de basisscholen.


ROUTE A: LEERLING WORDT AANGEMELD BIJ EEN BASISSCHOOL

Transcriptie:

Jaarverslag 2017 Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen PO 2707

Vereniging Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen Maassluisstraat 2 (3 e et). 1062 GD Amsterdam telefoon: 020-7237100 e-mail: secretariaat@swvamsterdamdiemen.nl 2

Inhoud I Algemene informatie 4 1. Samenwerkingsverband Amsterdam Diemen 4 2. Organisatie van het samenwerkingsverband 6 a. Structuur 6 b. Uitvoeringsorganisatie 6 c. Medezeggenschap 6 d. Organogram 8 3. Kernactiviteiten en organisatiedoelen 8 a. Taken SWV 8 b. Visie en Missie 8 c. Concrete doelen 8 II Algemeen Beleid 12 Kwaliteitsbeleid 12 III Verslag interne toezichthouder 13 IV Financieel beleid en beheer 16 1. Allocatie en ondersteuningsmiddelen 16 2. Overige kaders 17 3. Financieel beheer 17 4. Treasury 17 V Continuïteit 19 1. Leerlingenaantallen en prognose 19 ` 2. Verevening 21 3. Personele bezetting 21 4. Huisvesting 22 5. Meerjarenbegroting 23 6. Vermogenspositie en meerjarenbalans 25 7. Toelichting financiële situatie 25 8. Kengetallen 26 9. Risico s 26 10. Risicomanagement 27 VI Toelichting exploitatie 2017 28 1. Exploitatieresultaat 28 2. Baten 28 3. Lasten 28 4. Treasury 29 VII Jaarrekening 30 Grondslagen 31 Balans na resultaatsbestemming 33 Staat van baten en lasten 34 Kasstroomoverzicht 35 Toelichting op de balans 36 Model G 39 Toelichting op de exploitatierekening 40 WNT 43 bijlage 1 Exploitatieoverzicht 2017 46 bijlage 2 Overzicht leden 49 3

I Algemene informatie 1. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen Dit verslag en de jaarrekening beschrijven het boekjaar 2017. Het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen (SWV) behoort tot de grootste samenwerkingsverbanden in Nederland. In de periode die dit verslag beschrijft telde het samenwerkingsverband 66509 leerlingen: 1 oktober 2017 1 oktober 2016 regulier 64.336 64.634 sbao 1.038 1.054 SO 844 821 totaal 66.218 66.509 Het SWV PO Amsterdam Diemen is een decentraal opererend samenwerkingsverband. Het SWV is verantwoordelijk voor de beoordeling van aanmeldingen tot toelaatbaarheid voor het speciaal (basis-) onderwijs. Daarnaast draagt het SWV verantwoordelijkheid voor het bekostigen van basis- en extra ondersteuning in het regulier onderwijs, het maken van gezamenlijke afspraken hierover en beleidsvorming op een aantal onderwerpen. De aandacht in was in 2017 in het bijzonder gericht op de volgende onderwerpen: - Het doorontwikkelen van het governancemodel door het aanstellen van een onafhankelijk voorzitter voor de Algemene Ledenvergadering (ALV); - Het doorontwikkelen van een format voor de kwantitatieve verantwoording van de middelen voor basisen extra ondersteuning door de schoolbesturen regulier onderwijs; - Met behulp van een subsidie van de gemeente Amsterdam het investeren in een nog betere samenwerking tussen onderwijs en Ouder- en Kindteams door middel van scholingen tussen Ouder- en Kindadviseurs en Intern Begeleiders; - De inhoud van de schoolondersteuningsprofielen door de scholen. Dit heeft geresulteerd in een rapportage; - Het draagvlak voor het groeidocument neemt af. Dit heeft diverse oorzaken. Een van de oorzaken is dat het digitale formulier niet gebruiksvriendelijk is en dat scholen van mening zijn dat het veel werk is om dit formulier in te vullen; - Het afronden van het project om te komen tot een nieuw Elektronisch Loket voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. Jaarlijks stappen circa 8000 leerlingen over. Het ELK is in januari 2018 opgeleverd; - Een goede registratie en aanpak van thuiszitters met name op lokaal niveau. De samenwerking met de gemeente Amsterdam en het SWV VO zijn hierin cruciaal. - In het laatste kwartaal 2017 zijn de benodigde stappen gezet om het kwaliteitsbeleid binnen het SWV verder vorm te geven; - Op basis van diverse gesprekken met mensen uit het onderwijsveld in Amsterdam en Diemen is een rapportage gemaakt over het opheffen van de noodprocedure. De coördinator noodprocedure is met ingang van het schooljaar 2017-2018 belast met alle adviserende taken rondom thuiszitters, zorgplicht en verzuim; - De medewerkers van het expertteam medische- en revalidatie hulpvragen en steunpunt autisme maken sedert het schooljaar 2017-2018 structureel onderdeel uit van het team van het SWV; - Het dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen is een continu onderwerp van gesprek en aandacht. In het bijzonder is in 2017 aandacht besteed aan de volgende groepen: hoogbegaafde leerlingen, leerlingen met het syndroom van Down, leerlingen met een zichtbare lichamelijke handicap. Het NCOJ is in september 2017 gestart met een onderzoek naar het dekkend aanbod in de regio s Oost/Diemen en Zuidoost. Deze rapportage wordt het eerste kwartaal 2018 opgeleverd; 4

- Er is kwalitatief onderzoek gedaan naar de wijze waarop scholen in Amsterdam en Diemen uitvoering geven aan de ondersteuning voor kinderen met dyslexie; - Binnen het speciaal onderwijs zijn twee belangrijke stappen genomen. Er zijn intensieve gesprekken gevoerd met het speciaal onderwijs (SO), dat heeft geresulteerd in andere afspraken over de bekostiging. Enerzijds betreft dit de instandhouding en bekostiging van specifieke voorzieningen/groepen binnen het SO, anderzijds afspraken over de toekenning van een andere (lees hogere) bekostigingscategorie voor leerlingen met een intensieve ondersteuningsbehoefte. Daarnaast zijn in overleg met de gemeente Amsterdam, het SO en SWV VO voorbereidingen getroffen om ingaande augustus 2018 op basis van trekkingsrecht specialistische jeugdhulp aan het SO toe te voegen. Dit traject heeft geheel 2017 gelopen en zal worden voortgezet in het eerste halfjaar 2018. 5

2. Organisatie van het samenwerkingsverband a. Structuur Het SWV Primair Onderwijs Amsterdam Diemen is een vereniging waarbij de schoolbesturen voor primair onderwijs (verplicht) zijn aangesloten (zie bijlage 3 ledenbestand). Het ledenbestand van het samenwerkingsverband telde in 2017 (op 1 oktober) 44 schoolbesturen, met tezamen (binnen de grenzen van het SWV): - 218 scholen voor basisonderwijs - 11 scholen voor speciaal basisonderwijs - 12 scholen voor speciaal onderwijs b. Uitvoeringsorganisatie Het SWV heeft medewerkers in dienst ter advisering over de toelaatbaarheid van leerlingen voor het speciaal (basis-) onderwijs. Dit betreft onderwijsadviseurs (psycholoog/orthopedagoog), een coördinator noodprocedure en maatschappelijk deskundigen. In het SWV worden zes regio s onderscheiden, waarbinnen de scholen in principe een vaste onderwijsadviseur als contactpersoon hebben. De maatschappelijk deskundigen worden ingezet in diverse regio s: - Noord; - Zuid/Centrum; - West binnen de ring; - West buiten de ring; - Zuidoost; - Oost. Met ingang van 1 augustus 2017 maken de twee medewerkers van het expertteam medische- en revalidatiehulpvragen en de medewerker steunpunt autisme onderdeel uit van het team van het SWV. Voor de totstandkoming van extra ondersteuning binnen de scholen voor regulier onderwijs, de inzet van ambulante begeleiders en in een enkel geval ook de doorontwikkeling van de basisondersteuning, hebben sommige besturen zich gegroepeerd rond een steunpunt of loket, waarin trajectbegeleiding voor scholen en de toedeling van expertise en financiële middelen voor arrangementen plaatsvindt. Op een groot steunpunt na, dat vooral is georganiseerd voor en door vijf besturen met scholen verspreid over heel Amsterdam (Lokaal PO), gaat dit met name om regionale, gezamenlijke steunpunten (Diemen, Zuidoost, West, Noord, 12 éénpitters in Amsterdam- Zuid/Centrum). Een aantal besturen voert eigen beleid voor de scholen binnen hun bestuur. In totaal zijn 17 constructies te onderscheiden, waaronder 10 schoolbesturen, die één tot maximaal drie scholen besturen. Schoolbesturen en scholen zijn voortdurend in gesprek op welke wijze de ondersteuning van individuele leerlingen het meest tot zijn recht komt. Binnen Lokaal PO bijvoorbeeld is als pilot een tiental scholen aangewezen die zelf kunnen bepalen hoe ze de basis- en extra ondersteuning regelen en op welke wijze ze hiervoor hun middelen inzetten. 6

c. Medezeggenschap Het SWV heeft een Ondersteuningsplanraad (OPR) bestaande uit 10 leden; vijf leden vanuit de personeelsgeleding en vijf leden uit de oudergeleding. Bij de werving van nieuwe leden wordt zo goed als mogelijk gekeken naar spreiding over de besturen van verschillende denominaties en spreiding over Amsterdam en Diemen. De OPR moet o.a. instemming geven op het Ondersteuningsplan en monitort de uitvoering van dit plan. Tevens moet de OPR instemming geven op de meerjarenbegroting. De OPR heeft in 2017 vier keer vergaderd met het bestuur van het SWV. Onderwerpen die zijn besproken zijn en waarover advies gegeven is zijn o.a.: verantwoording door de schoolbesturen, dekkend aanbod binnen het SWV, verdeelmodel binnen het SWV, jaarrekening 2016 en begroting 2017-2018, de toekomst van het expertteam medische- en revalidatievragen en het steunpunt autisme en de wenselijkheid van een begroting op kalenderjaar. Hierover heeft de OPR eind 2017 ook een schriftelijk verzoek gedaan aan de bestuurder. De OPR heeft in 2017 twee keer een gesprek gevoerd met de intern toezichthouder. De leden van de coördinatiecommissie waren hiervoor afgevaardigd. Het personeel is vertegenwoordigd in een personele medezeggenschapsraad (PMR), bestaande uit vier leden (met ingang van schooljaar 2017-2018 drie leden). In 2016 heeft vier keer een overlegvergadering met de directeur/directeur-bestuurder van het SWV plaatsgevonden. De belangrijkste onderwerpen waarover advies is gegeven of waarmee ingestemd is waren het functiehandboek, een paar regelingen voor personeel, waaronder de Werkkostenregeling en de positie van het expertteam medische- en revalidatievragen en het steunpunt autisme. d. Governance en organogram Het SWV PO Amsterdam Diemen is een vereniging waarvan alle leden zitting hebben in de Algemene vergadering. Deze ALV heeft een aantal statutaire bevoegdheden, zoals het goedkeuren van de (meerjaren)begroting en jaarrekening en de benoeming van de registeraccountant. De ALV functioneert tevens als toezichthouder. Het governancemodel ziet er als volgt uit: Er is conform artikel 17 b lid 2 WPO sprake van scheiding van bestuur en toezicht. De ALV vervult de rol van intern toezichthouder en de dagelijks leiding is in handen van het bestuur (directeur-bestuurder). Om haar rol als intern toezichthouder goed te kunnen vervullen heeft de ALV drie commissies in het leven geroepen: de audit-, kwaliteitsen remuneratiecommissie. Deze commissies voorzien de voorstellen/besluiten van de directeur-bestuurder van een advies aan de ALV. Voor het schooljaar 2016-2017 is een ad hoc commissie ELK benoemd met als specifieke opdracht toe te zien op en te sparren over de bouw en implementatie van het nieuwe Elektronisch Loket Kernprocedure. Sedert oktober 2017 worden de Algemene Ledenvergaderingen voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. Deze voorzitter is na externe werving door de leden benoemd. Naast het voorzitten van de ALV is de onafhankelijk voorzitter tevens voorzitter van de remuneratie- en coördinatiecommissie. De voorzitters van de drie commissies vormen gezamenlijk de coördinatiecommissie; deze commissie is verantwoordelijk voor de agenda van de ALV en bereidt de ALV vergadering voor. Tevens ziet zij er op toe dat de adviezen van de diverse commissie consistent zijn. Met uitzondering van de functies controlling, P&O en kwaliteitszorg (deze functies worden ingekocht) geeft de directeur-bestuurder leiding aan het team. De belangrijkste functie van dit team is om na aanmelding door een school voor primair onderwijs (regulier, SBO of SO) een deskundigenadvies op te stellen (onderwijsadviseur samen met bij voorkeur maatschappelijk deskundige). Dit deskundigenadvies wordt al dan niet gevolgd door een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. Het expertteam medische- en revalidatiehulpvragen en het steunpunt autisme ondersteunen scholen op aanvraag bij vraagstukken over deze aandachtsgebieden. Dit kan consultatie zijn, maar ook een observatie, teamscholing, deskundigheidsbevordering etc. 7

8

3. Kernactiviteiten en organisatiedoelen a. Taken SWV De taken van het SWV zijn te onderscheiden in: - het beoordelen van de aanmelding voor een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal (basis) onderwijs. De beoordeling wordt vastgelegd in een deskundigenadvies, dat al dan niet leidt tot de afgifte van de toelaatbaarheidsverklaring; - het faciliteren van schoolbesturen bij de uitvoering van passend onderwijs; - beleid ontwikkelen en uitvoeren op basis van de in het Ondersteuningsplan 2016-2020 gezamenlijk geformuleerde ambities. b. Visie en missie De missie van het SWV is het faciliteren van goed en passend onderwijs door schoolbesturen aan alle leerlingen, aansluitend op hun mogelijkheden en behoeften, waarbij indien nodig professionele onderwijsondersteuning en begeleiding voor leerkrachten en leerlingen beschikbaar is. Deze hulp wordt zo snel mogelijk, in een zo n licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij de thuissituatie en op de meest adequate wijze aangeboden. Deze missie is in het Ondersteuningsplan 2016-2020 vertaald in uitgangspunten en ambities. c. Concrete doelen Dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen Op basis van de volgende informatie streeft het SWV ernaar om steeds beter in beeld te krijgen of er voldoende dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen binnen Amsterdam en Diemen is. - Met de gemeente Amsterdam is overeengekomen dat het SWV een adviesrol krijgt bij de aanmeldingen voor (nieuwe)vrijstellingen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking tussen GGD en SWV PO. In 2017 zijn nog geen verzoeken om advies ontvangen. - Maandelijks worden de lijsten van thuiszitters die bekend zijn bij Bureau Leerplicht en het SWV met elkaar vergeleken. Per leerling wordt de voortgang aangegeven en wordt bekeken welke noodzakelijke volgende stappen moeten worden gemaakt om de leerling weer naar het onderwijs te leiden. - Vanaf de zomer 2017 heeft het NCOJ onderzoek gedaan naar het dekkend aanbod regio s Oost/Diemen en Zuidoost. Hierbij worden de mogelijkheden van nevenvestigingen en combinaties tussen regulier onderwijs-sbo-so nadrukkelijk betrokken. De rapportage hierover wordt verwacht in het eerste kwartaal 2018. - Op basis van een notitie over een solidariteitsfonds voor leerlingen met Down en kinderen met een zichtbare lichamelijke handicap en de notitie van het Kohnstamminstituut (vervolgd door een kwaliteitskader voor onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen) wordt binnen het SWV het gesprek gevoerd of er voor deze specifieke groepen een dekkend aanbod is. Ondersteuning in het regulier onderwijs Het SWV heeft/krijgt hier tot nu toe op de volgende manieren zicht op: - kwantitatieve verantwoording inzet middelen voor basis- en extra ondersteuning door de schoolbesturen per schooljaar. Deze gegevens over schooljaar 2016-2017 zijn verwoord in een rapportage verantwoording ondersteuningsmiddelen regulier onderwijs 2016-2017 ; - informatie vanuit het dashboard groeidocument; - in de maanden voor de zomervakantie 2017 zijn in alle regio s rondetafelgesprekken gehouden. De rapportage hierover geeft een goed beeld wat de mensen die in de praktijk werken vinden van de wijze waarop bijvoorbeeld de basis- en extra ondersteuning, de wijkoverleggen, de samenwerking met jeugdhulp etc. georganiseerd zijn binnen ons SWV; 9

- door middel van de schoolondersteuningsprofielen (SOP). Aan alle scholen is gevraagd het SOP op basis van een format in te vullen. Van de 218 scholen hebben 185 scholen een SOP gemaakt, dat bruikbaar is om te vergelijken met de profielen van andere scholen. In de rapportage hierover worden onder andere onderwerpen als oordelen inspectie, interne en externe factoren, die ondersteuning beïnvloeden, de wijze waarop de zelfevaluatie vorm krijgt en het overzicht van ketenpartners beschreven; - bij de aanmelding voor de TLV blijkt uit het groeidocument op welke wijze de individuele school de betreffende leerling heeft ondersteund/welk arrangement is ingezet. Thuiszitters Maandelijks vindt een uitwisseling plaats tussen Bureau Leerplicht en het SWV over het aantal thuiszitters. Het totaal aantal thuiszitters in 2017, bekend bij het SWV, betreft 40. Iedere twee maanden wordt een geanonimiseerde lijst naar de inspectie van het onderwijs verzonden. Registreren van het aantal thuiszitters is overigens geen doel op zich. Het doel is om leerlingen zo spoedig mogelijk weer binnen een passende onderwijssetting te laten instromen. Aantal aanmeldingen en (niet) afgegeven Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV s) schooljaar 2016-2017 In het schooljaar 2016-2017 zijn er 956 (2015-2016 > 947 2014-2015 > 994) aanmeldingen voor een TLV ontvangen. Aantal toelaatbaarheidsverklaringen 2016-2017 Van Naar 2014-2015 2015-2016 2016-2017 voorschool speciaal basisonderwijs 30 25 28 voorschool speciaal onderwijs 43 46 31 regulier basisonderwijs speciaal basisonderwijs 177 224 226 speciaal basisonderwijs speciaal basisonderwijs 52 106 86 (speciaal en regulier) speciaal onderwijs, ZMLK/LZK 12 31 37 basisonderwijs (speciaal en regulier) speciaal onderwijs, vml cl.4 83 103 82 basisonderwijs speciaal onderwijs speciaal basisonderwijs 35 60 34 speciaal onderwijs speciaal onderwijs 367 423 276 Totaal 799 1018 800 SO TLV laag SO TLV midden SO TLV hoog aanmelder 14-15 15-16 16-17 14-15 15-16 16-17 14-15 15-16 16-17 voorschool 29 35 27 5 7 6 9 4 0 SO 223 230 147 20 30 16 24 51 35 Aantal beschikkingen niet afgegeven TLV s 2014-2015 2015-2016 2016-2017 21 40 35 10

II. Algemeen Beleid 1. Kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid was in 2017 nog teveel gericht op monitoring. Gegevens worden in toenemende mate opgehaald, maar deze gegevens leiden nog onvoldoende tot bijstelling van beleid/formuleren van nieuw beleid. Kortom de plan-do-check-act cyclus kan nog verbeterd worden. Uit het kwaliteitsbeleid dat in 2016 is opgezet is een lijst van prestatie-indicatoren gekomen, die de eerste prioriteit heeft als het gaat om monitoring en het realiseren van (kwantitatieve en kwalitatieve) doelstellingen. Basisondersteuning 1. De school heeft een ondersteuningsprofiel (SOP). De ondersteuningsprofielen zijn onderling vergelijkbaar. Het SWV is met de schoolbesturen voor regulier onderwijs een uniform format overeengekomen voor de inhoud en weergave van het SOP. Het SWV heeft in 2017 het aantal SOP s geanalyseerd en in een rapportage vastgelegd. De conclusie was dat het SOP zowel qua inhoud als qua doelstelling bijgesteld moet worden. 2. Ouders worden geïnformeerd over het SOP. Een SOP dient meerdere doelen. Eén ervan is ouders te informeren over de ondersteuningsmogelijkheden van de school. De scholen hebben het SOP op hun website gepubliceerd. 3. De school/het bestuur zet de middelen voor de basisondersteuning doelmatig en verantwoord in. Een nieuw format voor het ophalen van gegevens over het schooljaar 2016-2017 is ontwikkeld. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs 4. De school realiseert interventies en arrangementen die de basisondersteuning te boven gaan (kwantitatief). 5. De school stelt bij extra ondersteuning een groeidocument op. In het groeidocument is een OPP opgenomen. Dit OPP is verplicht zodra extra ondersteuning wordt georganiseerd. In de basisschool of bij verwijzing naar het S(BO. Bij de aanvraag van een TLV wordt dit uiteraard gecheckt door de onderwijsadviseur. In 2017 is gestart om het digitale Groeidocument qua inhoud wat te stellen, maar vooral om het document meer gebruiksvriendelijk te maken. Afronding wordt verwacht voor de zomer 2018. 6. De school heeft voldoende toegang tot (uitvoerende) expertise. In het Groeidocument wordt bij een arrangement het gebruik van (extra) personele inzet aangegeven. 7. De school/bestuur zet de middelen voor extra ondersteuning doelmatig en verantwoord in. Het SWV hanteert een format voor de verantwoording van middelen door schoolbesturen binnen het reguliere onderwijs. De besturen worden vooral bevraagd op allocatie en bestemming. 8. De middelen voor extra ondersteuning zijn voor alle besturen toereikend. Het onder 7. beschreven format wordt ook benut voor het opvragen van mogelijke reserves of tekorten. 9. Speciale voorzieningen hebben geen wachtlijsten of wachttijden en kunnen het gehele schooljaar plaatsen. Bij de afgifte van de TLV wordt tevens geregistreerd op welke school voor SBO of SO de leerling wordt ingeschreven. Gelijk met de meting van de doorlooptijd van de afhandeling van de TLV (zie 12.) wordt (nogmaals) gekeken of er in alle gevallen geplaatst is. Indien plaatsing nog niet gerealiseerd is of onbekend is, wordt informatie ingewonnen (bij de voorgenomen S(B)O-school of de laatste zorgplichtigebasisschool). Overig 10. Alle TLV-aanvragen worden afgehandeld binnen de termijn. In de TLV-registratie is sprake van zowel een aanvraagdatum als een afgiftedatum. Deze wordt twee keer per jaar gecheckt (december en augustus), de resultaten worden meegenomen in de monitor TLV (september). 11

11. Het SWV heeft voldoende informatie over thuiszitters en voor elke thuiszitter is sprake van een interventie of een plan. Deze gegevens worden in de rapportage kengetallen leerlingen meegenomen. 12. Het aantal klachten, bezwaar en beroepszaken bij het SWV en geschillen inzake de zorgplicht bij besturen ( nulmeting ). Het SWV houdt een registratie bij van klachten, bezwaar en beroepszaken en rapporteert daarover (kwantitatief en deels inhoudelijk) bij de Monitor TLV. In 2017 is er sprake geweest van de volgende klachten/bezwaarschriften/verzoeken. Er zijn van ouders/verzorgers drie bezwaarschriften geweest tegen de afgifte van de TLV. De bezwaarschriften worden voorzien van een verweerschrift door het SWV en worden in alle gevallen voor advies aan de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring S(B)O (LBT deze commissie is onderdeel van Onderwijsgeschillen) voorgelegd. De LBT heeft in deze drie zaken geadviseerd de bezwaarschriften van ouders/verzorgers ongegrond te verklaren. Het SWV heeft deze adviezen gevolgd. Daarnaast heeft een ouder een voorlopige voorziening aangevraagd. De rechter heeft geoordeeld dat de voorlopige voorziening afgewezen moest worden. Zijn inschatting was dat de toelaatbaarheidsverklaring in bezwaar in stand zou blijven. Het aantal geschillen met besturen over de zorgplicht is nog niet in kaart gebracht. 12

III Verslag interne toezichthouder Wij willen ons in deze verslaglegging beperken tot de items die naar onze mening in 2017 het meest van belang waren. De ALV heeft in 2017 drie keer vergaderd. Reeds in 2016 hebben wij vastgelegd en georganiseerd dat de intern toezichthouder en het bestuur onafhankelijk van elkaar functioneren (artikel 17 lid 2 WPO). Vooruitlopend op een evaluatie van ons governancemodel (in het tweede kwartaal 2018) hebben wij besloten om met ingang van schooljaar 2017-2018 de Algemene Ledenvergaderingen te laten voorzitten door een onafhankelijk voorzitter. Deze onafhankelijk voorzitter is extern geworven en op basis van selectiegesprekken door de leden benoemd. Wij zijn van mening dat deze benoeming de kwaliteit van de vergaderingen ten goede komt. De ALV heeft twee commissies ingesteld die als voorpost kennis nemen van de details, deze met de bestuurder bespreken en de ALV adviseren. Dit betreft een kwaliteitscommissie (deze heeft vier keer vergaderd in 2017) en een financiële auditcommissie (zes keer vergaderd in 2017). Kwaliteit en jaarplan Wij zijn nog steeds content met de keuze voor het model. Het zgn. schoolmodel betekent dat de besturen rechtstreeks de middelen ontvangen voor het vormgeven van de basis- en extra ondersteuning op scholen binnen het bestuur, en dit levert een grote mate van vrijheid op om per school tot zoveel mogelijk maatwerk te komen. Ieder bestuur/school kan zijn middelen inzetten op basis van de populatie en behoeften van de leerlingen en de expertise die op iedere school afzonderlijk beschikbaar is. De ALV heeft op basis van een notitie de verdeling van de middelen over de besturen/scholen (per leerling op basis van het leerlingenaantal) in 2017 opnieuw bekrachtigd. Dat was geen unaniem besluit; een kleine minderheid binnen de toezichthouders is voorstander van een ander verdeelmodel. Over het schooljaar 2016-2017 is middels een nieuw ontwikkeld formulier door de besturen voor regulier onderwijs verantwoording afgelegd over de besteding van de middelen voor basis en extra ondersteuning. Ook is aan alle schoolbesturen gevraagd een aantal kaders te hanteren om in hun eigen jaarverslagen verantwoording af te leggen over de wijze waarop zij aan passend onderwijs vorm hebben gegeven. Enkele opvallende gegevens zijn: alle schoolbesturen voor regulier onderwijs hebben de verantwoording aangeleverd, de middelen voor basisondersteuning worden grotendeels ingezet om de formatie Intern Begeleiders te bekostigen, het aantal arrangementen (1535) lijkt nog niet te kloppen, omdat sommige besturen bepaalde arrangementen niet meetellen, eind juli 2017 stond er een bedrag van (afgerond) 732.800 als reserve en de passages over passend onderwijs in de diverse jaarverslagen geeft nog niet voldoende inzicht. Op basis van deze ervaringen hebben het bestuur en de controller opnieuw aanpassingen gedaan ten behoeve van de verantwoording 2017-2018. Het inzicht in de kwalitatieve doelstellingen/resultaten is nog beperkt. In het jaarontwikkelingsplan 2017-2018 is opgenomen dat omtrent het kwaliteitsbeleid de nodige stappen moeten worden gezet in het huidige schooljaar. Het realiseren van een dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen heeft onze continue aandacht. Wij hebben een rapportage voorgelegd gekregen met betrekking tot het instellen van een solidariteitsfonds voor kinderen met het syndroom van Down/kinderen met een zichtbare lichamelijke handicap. Het uitgangspunt van deze notitie is dat gebrek aan financiële middelen bij een school geen argument mag zijn om een kind niet toe te laten. Voor ons blijft de vraag hoe zich een dergelijk fonds verhoudt tot het binnen ons SWV gekozen model. Wij hebben hierover nog geen besluit genomen. In opdracht van het SWV doet het NCOJ onderzoek naar het dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen in de regio s Oost/Diemen en Zuidoost. Dit rapport wordt in het eerste kwartaal 2018 verwacht. Wij zien hier nieuwsgierig naar uit. 13

Voor het eerst sedert jaren neemt het aantal verwijzingen naar het SO weer in beperkte mate toe. Wij zien dit als een trendbreuk. Het is nog te vroeg om te duiden wat dit betekent. Wij zullen als toezichthouder deze ontwikkelingen nauwlettend blijven volgen. Financiën De auditcommissie neemt via perioderapportages kennis van de lopende exploitatie en adviseert de ALV met betrekking tot de goedkeuring van de (meerjaren-)begroting en jaarverslag. De auditcommissie heeft kunnen vaststellen dat het bestuur opereert conform de goedgekeurde begroting en heeft de Algemene Ledenvergadering geadviseerd met betrekking tot de bestemming van vermogen. Namens de ALV, De leden van de coördinatiecommissie 14

Financiële deel jaarverslag en jaarrekening 2017 15

IV Financieel beleid en beheer 1. Allocatie en ondersteuningsmiddelen Het SWV alloceert haar middelen op basis van drie niveaus van ondersteuning. Daartoe onderscheidt het: basisondersteuning; extra ondersteuning in het regulier onderwijs; extra ondersteuning in een specialistische setting (speciaal (basis-)onderwijs). a. Basisondersteuning Het SWV heeft in haar ondersteuningsplan aangegeven wat zij van de schoolbesturen verwacht m.b.t. de basisondersteuning, d.w.z. de mogelijkheden van de school om binnen het reguliere onderwijsleerproces en de algemene pedagogische setting aan de ondersteuningsbehoefte van leerlingen te kunnen voldoen, zoals het uitvoeren van lichte interventies. Het onderhouden van een afdoende ondersteuningsstructuur, waaronder het kunnen beschikken over een competente interne begeleider, behoort tot deze basisondersteuning, evenals het toerusten van de medewerkers om afdoende handelingsgericht te kunnen werken. Het SWV stelt voor het kwalitatief en kwantitatief op peil houden en verder ontwikkelen van deze basisondersteuning een bedrag per ongewogen leerling aan de schoolbesturen beschikbaar. In 2016-2017 bedroeg dit 125,- per leerling; in het schooljaar 2017-2018 is dit verhoogd naar 128,- per leerling. Deze post bedraagt ruim 8 miljoen euro. b. Extra ondersteuning in het regulier onderwijs Vanaf het schooljaar 2016-2017 is de overgangsregeling rugzak beëindigd en is het bedrag voor extra ondersteuning verhoogd naar 170,- per leerling. In het schooljaar 2017-2018 is dit verhoogd naar 189,-. Deze post bedraagt ruim 12 miljoen euro. c. Extra ondersteuning in een speciale setting De kosten aan het speciaal (basis-) onderwijs worden centraal door het SWV gedragen. Dit betekent in de praktijk dat allocatie van middelen plaatsvindt na vermindering van de baten met de kosten aan het speciaal onderwijs (in deze verslagperiode ruim 9 miljoen euro) op basis van de reguliere telling en de peildatum 1 februari. Het speciaal basisonderwijs heeft een deelnamepercentage dat lager is dan 2%, waardoor er in de praktijk geen sprake is van overdracht van middelen. Afgesproken is dat het overschot aan ondersteuningsmiddelen dat het speciaal basisonderwijs ontvangt aan rechtstreekse bekostiging (in 2017 ruim 1,2 miljoen euro) bij de scholen kan blijven voor fluctuaties in leerlingenaantallen en doorontwikkeling van de scholen. Gedurende zowel het schooljaar 2016-2017 als het schooljaar 2017-2018 heeft het SWV middelen overgedragen aan het speciaal onderwijs om intensievere zorg en onderwijszorgarrangementen mogelijk te maken. De in 2016 gestarte gesprekken met het SO over knelpunten in de bekostiging, hebben in 2017 geleid tot structurele afspraken over aanvullende financiering van een negental voorzieningen voor intensieve begeleiding 1. Dit betekent een jaarlijkse aanvulling van ruim 800.000 euro. Daarnaast zijn duidelijkere afspraken gemaakt over de condities waaronder een TLV-categorie hoog kan worden afgegeven. 1 Intensieve begeleidingsgroepen op de van Koetsveld, Heldring en Alphons Laudy, de KompASS-klas op de van Detschool, twee combigroepen voor het jonge kind op de prof. Wateringschool en tenslotte de Speedboot van de Pionier. 16

2. Overige kaders Het SWV heeft op basis van de deelname aan het speciaal onderwijs en de leerlinggebonden financiering op de peildatum 1 oktober 2011 te maken met een jaarlijks afnemende vereveningskorting en dus stijgende baten. Hier wordt uiteraard in de meerjarenbegroting op geanticipeerd (zie Continuïteitsparagraaf). Als uitwerking van het ondersteuningsplan wordt per schooljaar een jaarontwikkelplan (JOP) opgesteld, waarin de voortgang van bestand beleid, nieuw vorm te geven beleid en de doelen daarvan worden geformuleerd en gepland. Mede op basis hiervan wordt de begroting opgesteld, die eveneens per schooljaar loopt. Uitgangspunten voor de komende tijd: De middelen voor de basisondersteuning blijven stabiel op het huidige niveau, en geïndexeerd met de percentuele stijging van de lumpsum. De middelen voor extra ondersteuning stijgen de komende jaren en lopen in die zin mee met de positieve gevolgen van de verevening. De post extra ondersteuning vormt een communicerend vat met de uitgaven aan S(B)O: indien de deelname aan S(B)O stijgt, dalen de voor extra ondersteuning in het regulier onderwijs beschikbare middelen, en andersom. Indien het SWV meer vermogen beheert dan het gewenste weerstandsvermogen, gaat het overschot aan middelen terug naar het onderwijs. Er wordt rekening gehouden met stijgende uitgaven aan onderwijszorgarrangementen en de bekostiging van specifieke voorzieningen in het speciaal onderwijs. Ook zal realisatie van de doelen die gesteld zijn in het z.g. G4 thuiszitterspact (voorbeeld: minder vrijstellingen) de kosten op dit gebied doen stijgen. 3. Financieel beheer Het SWV heeft een planning & controlcyclus, waarin de totstandkoming van begroting, rekening en rapportages zijn vastgelegd. Vanaf 2018 zullen deze nadrukkelijker worden gecombineerd met rapportage t.a.v. de uitvoering van het jaarontwikkelplan. De financiële perioderapportages waarin we de ontwikkelingen in de exploitatie bijhouden en markeren, worden evenals de concept begroting en concept jaarrekening voorgelegd aan en besproken met een auditcommissie bestaande uit een afvaardiging van bestuurders. Deze auditcommissie treedt op als verlengstuk van de interne toezichthouder (de algemene ledenvergadering) en adviseert deze over goedkeuring. Het SWV hanteert een schooljaarbegroting. Deze keuze is gemaakt omdat de baten van het SWV voor het grootste deel per schooljaar worden vastgesteld en kunnen worden gecalculeerd op door DUO vastgestelde leerlingenaantallen. Vervolgens is de peildatum 1 februari (groei speciaal (basis-)onderwijs) van belang voor het opstellen van valide cijfers. Door de grote mate van decentralisatie heeft het SWV een beperkt aantal werkprocessen. Hiervoor is een administratieve organisatie interne controle (AO/IC) opgesteld. Een procuratieschema en een treasurystatuut maken verder onderdeel uit van de protocollen waarmee het financieel beheer wordt uitgevoerd. a. Treasury De bestuurder van de vereniging is zelfstandig bevoegd tot het aangaan van financiële verplichtingen. Gestreefd wordt om de toegekende (rijks)middelen jaarlijks volledig in te zetten ten bate van de exploitatie, rekening houdend met te plegen investeringen op lange termijn. De algemene doelstelling van het treasurybeleid voor de vereniging luidt: het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); 17

het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); het beheersen en bewaken van financiële risico's die aan de financiële posities en geldstromen zijn verbonden (risicominimalisatie). Het treasurystatuut voldoet aan de laatste wet- en regelgeving (2016). 18

V Continuïteit 2.1. Leerlingenaantallen en prognose Leerlingen regulier basisonderwijs 65,000 64,500 64,000 63,500 63,000 62,500 62,000 61,500 61,000 60,500 60,000 Het SWV telt (op 1 oktober 2017) 64.336 leerlingen in het regulier basisonderwijs. Met 298 leerlingen minder dan vorig jaar is er voor het eerst sinds vele jaren sprake van krimp. Deze krimp is nog zeer plaatselijk en wordt ook nog deels gecompenseerd door groei in andere delen van het SWV (zoals Diemen). Wel is de krimp van het totaal aantal leerlingen eerder ingezet dan prognoses eerder aangaven. In de volgende meerjarenbegroting kan rekening gehouden worden met een voortzettende krimp met gemiddeld 0,4% per jaar. Leerlingen in het speciaal (basis) onderwijs De krimp van het SBO zet zich voort, al vlakt de omvang hiervan wel wat af. Het speciaal onderwijs daarentegen is voor het eerst sinds 2011 weer in aantal toegenomen. Een geringe stijging weliswaar, met 23 leerlingen t.o.v. 2016, maar wel een trendbreuk. 1,600 leerlingen SBO 1,400 leerlingen SO 1,200 1,000 800 600 400 200 0 19

2.50% 2.00% 1.50% 1.00% SBO deelname% SO-deelname% 0.50% 0.00% 1-10-2011 1-10-2012 1-10-2013 1-10-2014 1-10-2015 1-10-2016 1-10-2017 Het SBO telt op 1 oktober 2017 verdeeld over 12 scholen 1038 leerlingen (86 leerlingen gemiddeld). Dit geeft een wederom gedaald deelnamepercentage van 1,59%. Doordat nu ook het leerlingaantal in het regulier basisonderwijs daalt, daalt het deelnamepercentage relatief minder hard. De gemiddelde verblijfduur in het SBO was gemeten in het schooljaar 2016-2017 2,92 jaar. Het SO telt 844 leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring vanuit ons SWV. Hiervan zitten 93 leerlingen op scholen buiten het SWV Amsterdam-Diemen 2. Het deelnamepercentage is momenteel 1,29%. De leerlingen op het speciaal onderwijs cat Hoog cat Midden cat Laag 1-10-2017 1-10-2016 1-10-2015 1-10-2014 1-10-2013 1-10-2012 1-10-2011 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 Behalve dat het aantal leerlingen in het SO iets stijgt, zet de trend zich voort waarbij het aandeel van de ondersteuningscategorie laag afneemt en het aandeel van de categorie hoog toeneemt. Deze trend is vooral verklaarbaar doordat ook cluster 3-ZML en cluster 4-ZMOK er regelmatiger sprake is van de noodzaak van intensievere begeleiding dan in een reguliere SO-setting, en de afspraken die hierover tussen het SWV en de scholen zijn gemaakt. 2 Inclusief de leerlingen op de Pionier (Bascule, Duivendrecht). 20

1-10-2017 1-10-2016 SO leerl jonger dan 8 SO leerl 8 jaar en ouder De groei van het SO t.o.v. 2016 zit vooral in het aandeel van leerlingen van 8 jaar en ouder. De gemiddelde verblijfsduur in het SO was gemeten in het schooljaar 2016-2017 3,46 jaar 1-10-2015 1-10-2014 1-10-2013 1-10-2012 1-10-2011 0 200 400 600 800 1000 1200 Samengevat: - er moet rekening gehouden worden met krimp. De duur hiervan is onzeker, omdat er ook intensief gebouwd wordt en de huizenprijzen weinig stabiel. Vooralsnog moeten we er van uitgaan dat krimp als gevolg van het wegtrekken van gezinnen met kinderen uit delen van de stad zich voortzet. - De krimp in het SBO lijkt zich enigszins te stabiliseren. - Er is een hele lichte groei van het SO zichtbaar, waarbij tevens sprake is van een trend waarbij de ondersteuningscategorie hoog vaker wordt toegekend. Deze uitgangpunten zullen meegenomen worden in de volgende meerjarenbegroting (vanaf schooljaar 2018-2019). 2. Verevening Als SWV hebben we een positieve verevening, d.w.z. een jaarlijkse korting op de middelen zware ondersteuning, waarbij de omvang van de korting afneemt: 2017-2018 2018-2019 2019-2020 2020-2021 afbouw 75% 60% 30% 0 raming korting personeel 1.392.332 1.084.298 542.149 0 raming korting materieel 143.256 114.605 57.302 0 2.3. Personele bezetting Het SWV heeft naast een beperkte bezetting voor management en organisatie een uitvoeringsorganisatie voor het beoordelen van TLV-aanvragen en voor het deskundigenadvies dat voorafgaat aan het besluit betreffende toelaatbaarheid (onderwijsadviseurs met als achtergrond psycholoog/orthopedagoog en maatschappelijk deskundigen). 21

Het SWV heeft in de verslagperiode in dienst: Functie fte directeur-bestuurder 1,0000 beleidsadviseur officemanagement 1,0000 0,9444 secretariaat 1,3000 onderwijsadviseur kernteam 6,1555 maatschappelijk deskundige (* ) 3,9889 expertteam medische vragen 1,5280 steunpunt autisme 1,0000 ambulante begeleiding 0,3000 Totaal 17,2168 extern Controller 0,20 HRM-adviseur 0,07 kwaliteitsmedewerker 0,20 De inzetbare bezetting maatschappelijk deskundige over 2017 is 0,7 fte lager geweest i.v.m. langdurig ziekteverlof. Het voornemen is om in 2018 de nu een medewerker voor kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg, wat nu nog op beperkte schaal wordt ingehuurd, in eigen dienst te nemen. De prognose voor de komende jaren t.a.v. personeel in eigen dienst is dan ook: 2018 2019 2020 18 fte 18 fte 18 fte 4. Huisvesting De kantoorruimte van het SWV wordt gehuurd. Er rusten geen bijzondere verplichtingen op de huisvesting anders dan de looptijd van de huurovereenkomst (5 jaar vanaf 2015). 5. Meerjarenbegroting Het SWV heeft een beleidscyclus met een schooljaarbegroting. Voor de vergelijking met de overige cijfers is deze vertaald in kalenderjaren. 22

2018 2019 2020 2021 2021 BATEN I Rijksbijdragen 1 lichte ondersteuning personeel 10.495.028 10.599.978 10.705.978 10.813.038 10.875.852 2 lichte ondersteuning materieel 483.597 488.433 493.317 498.250 501.145 3 zware ondersteuning personeel 21.944.036 22.142.235 22.343.519 22.547.860 22.668.095 correctie i.v.m. verevening -1.263.985-858.402-316.254 0 0 4 zware ondersteuning materieel 2.020.510 2.038.760 2.057.293 2.076.108 2.087.179 correctie i.v.m. verevening -131.318-90.729-33.426 0 0 5 impuls schoolmaatschappelijk werk 601.538 581.667 561.667 541.667 530.000 totaal rijksbijdragen 34.149.407 34.901.942 35.812.094 36.476.923 36.662.271 II Overige baten 1 inkomend grensverkeer sbo 34.167 44.167 52.083 55.000 55.000 2 rentebaten 733 500 500 500 500 3 steunpunt Autisme 4.000 4.000 4.000 4.000 4.000 totaal overige baten 38.900 48.667 56.583 59.500 59.500 totaal baten 34.188.307 34.950.608 35.868.677 36.536.423 36.721.771 LASTEN I overdrachten regulier onderwijs 1 basisondersteuning 8.307.735 8.391.868 8.475.787 8.560.545 8.610.274 2 extra ondersteuning 12.348.502 12.862.562 13.681.109 14.245.281 14.328.034 sub 20.656.237 21.254.430 22.156.896 22.805.826 22.938.308 speciaal basisonderwijs 3 overdracht >2% op basis van 1 oktober 0 0 0 0 0 4 peildatum 1 februari 0 0 0 0 0 sub 0 0 0 0 0 speciaal onderwijs 5 SO plaatsen 1 oktober personeel 8.765.259 8.911.092 8.911.092 8.911.092 8.911.092 6 SO plaatsen 1 oktober materieel 774.906 800.000 800.000 800.000 800.000 7 peildatum 1 februari 890.736 900.000 900.000 900.000 900.000 8 voorzieningen intensieve begeleiding (OZA) 904.952 910.000 910.000 910.000 910.000 9 fricties TLV-omzettingen 145.833 0 0 0 0 sub 11.481.686 11.521.092 11.521.092 11.521.092 11.521.092 totaal overdrachten 32.137.923 32.775.522 33.677.988 34.326.918 34.459.400 23

II management & organisatie 2018 2019 2020 2021 2021 1 loonkosten directie en staf 367.600 367.600 367.600 367.600 367.600 2 huisvesting huur all-in 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 3 kantoorkosten jaarlijks 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 4 afschrijving meubilair/kantoorinventaris 1.917 1.717 1.517 1.317 1.200 5 IT jaarlijks 32.500 32.500 32.500 32.500 32.500 6 afschrijving ICT 4.583 4.000 4.000 4.417 5.000 7 printer lease & productie 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000 8 arbozorg 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 9 communicatiekosten 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 10 verzekeringen, aansluitingen, abonnementen 6.500 6.500 6.500 6.500 6.500 11 klacht en geschilafhandeling 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000 12 administratiekantoor 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 13 controller 54.235 54.235 54.235 54.235 54.235 14 HRM 13.004 10.000 10.000 10.000 10.000 15 accountancy 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 15 beleidsontwikkeling/innovatie 170.000 170.000 170.000 170.000 170.000 16 bestuurskosten en representatie 35.000 35.000 35.000 35.000 35.000 17 OPR faciliteiten 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000 18 Onvoorzien 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 sub 865.340 861.552 861.352 861.569 862.035 III uitvoeringsorganisatie swv 1 loonkosten onderwijsadviseurs 570.600 570.600 570.600 570.600 570.600 2 loonkosten maatschappelijk deskundigen 205.000 205.000 205.000 205.000 205.000 3 loonkosten steunpunt en expertiseteam 218.000 218.000 218.000 218.000 218.000 4 frictiekosten ambulante begeleiding 22.700 22.700 22.700 22.700 22.700 5 voorziening personeel 13.000 13.000 13.000 13.000 13.000 6 overige personeelskosten 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000 7 professionalisering 15.000 15.000 15.000 15.000 15.000 8 Diemen Brede Hoed 6.715 6.715 6.715 6.715 6.715 9 groeidocument jaarlijks 9.083 12.000 12.000 12.000 12.000 10 groeidocument eenmalig 4.958 0 0 0 0 11 monitoring en verantwoording 73.333 50.000 50.000 50.000 50.000 12 interventies directeur 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000 sub 1.208.390 1.183.015 1.183.015 1.183.015 1.183.015 IV overige uitgaven 1 uitgaand grensverkeer sbo 27.083 32.083 37.083 42.083 45.000 2 ELK 55.750 40.000 40.000 40.000 40.000 sub 82.833 72.083 77.083 82.083 85.000 totaal lasten 34.294.486 34.892.172 35.799.438 36.453.585 36.589.450 RESULTAAT baten 34.188.307 34.950.608 35.868.677 36.536.423 36.721.771 lasten 34.294.486 34.892.172 35.799.438 36.453.585 36.589.450 resultaat -106.179 58.436 69.239 82.838 132.321 24

6. Vermogenspositie meerjarenbalans Balans werkelijk Begroting Begroting Begroting ACTIVA 2017 2018 2019 2020 VASTE ACTIVA Materiele VA 44.404 44.404 44.404 44.404 Financiele VA 11.453 11.453 11.453 11.453 TOTAAL VASTE ACTIVA 55.857 55.857 55.857 55.857 Vorderingen 123.733 120.000 120.000 120.000 Liquide middelen 3.163.079 3.060.633 3.119.070 3.188.309 VLOTTENDE ACTIVA 3.286.812 3.180.633 3.239.070 3.308.309 TOTAAL ACTIVA 3.342.669 3.236.490 3.294.927 3.364.166 PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve 2.491.412 2.385.233 2.443.670 2.512.909 VOORZIENINGEN 9.119 9.119 9.119 9.119 KORTLOPENDE SCHULDEN 842.128 842.138 842.138 842.138 TOTAAL PASSIVA 3.342.659 3.236.490 3.294.927 3.364.166 7. Toelichting financiële situatie Het SWV stelt zich ten doel uitsluitend het weerstandsvermogen en mogelijke voorzieningen als vermogen aan te houden, en alle algemene reserve die dit te boven gaat zo snel mogelijk te bestemmen. Vanaf 2017 is daartoe een bestemmingsreserve van 2 miljoen euro vastgesteld, waarvan ruim de helft is toegevoegd aan de ondersteuningsmiddelen van het basisonderwijs, en iets het overige deel voor initiatieven van het SWV in het kader van het oplossen van leemtes in het dekkend aanbod van voorzieningen. Een dergelijke bestemming zal wederom bij de resultaatstoerekening en begroting vanaf 2018-2019 plaatsvinden. Met een totaal eigen vermogen van 2.491.412 op 31 december 2017 is de financiële positie van het SWV goed te noemen. Dit vermogen is opgebouwd uit: - 600.000 risicoreserve/weerstandsvermogen - 886.000 als bestemmingsreserve voor investeringen in het dekkend netwerk vanuit het SWV - 1.005.412 nader te bestemmen. 25

8. Kengetallen onder grens boven grens 2017 2016 Solvabiliteit De mogelijkheid om alle schulden op lange termijn te 20% geen 74,9% 77,2% voldoen. Liquiditeit De mogelijkheid om alle schulden op korte termijn te 0,5 1,5 3,96 4,38 voldoen. Rentabiliteit Geeft aan hoe de bedrijfsvoering is verlopen. 0% 5% 0,5% 2,5% Weerstandsvermogen Hoogte van de reserves onder aftrek van de vaste activa, 15% 30% 7,3% 7,2% in relatie tot de totale exploitatie. Kapitalisatiefactor De beoordeling van het vermogensbeheer. geen 60% 9,8% 9,3% 9. Risico s De risico s van een SWV zijn van een andere orde dan van een schoolbestuur. Zo is er geen sprake van de exploitatie van gebouwen en zijn de werkgeversrisico s door het beperkte aantal personeelsleden evenmin vergelijkbaar met die van een schoolbestuur. Bovendien hoeft een aantal risico s niet te leiden tot vergroting van weerstandsvermogen, omdat ze in de exploitatie kunnen worden opgelost. Ook mogelijke, toekomstige groei van het speciaal onderwijs wordt niet gedefinieerd als een financieel risico. In financiële zin vormen uitgaven aan het speciaal onderwijs en de ondersteuningsmiddelen voor het regulier onderwijs een communicerend vat. M.a.w. indien in de toekomst de kosten aan speciaal onderwijs zouden stijgen, kunnen de middelen voor ondersteuning in het regulier onderwijs worden beperkt. Er is dus ook geen noodzaak om een dergelijk risico te vertalen in een concreet bedrag aan weerstandsvermogen. De werkelijke risico s voor een SWV zitten in de kwaliteit van uitvoering van passend onderwijs. Ons SWV is vooral faciliterend en uiteindelijk niet uitvoerend. De kwaliteit van de te realiseren basis- en extra ondersteuning wordt bepaald door de scholen en hun besturen. Risico s als het niet realiseren van een afdoende niveau van basisondersteuning moeten gemanaged worden in overleg met de besturen. De druk op samenwerkingsverbanden, ook vanuit de inspectie, om meer zicht te krijgen op de doelmatige besteding van middelen die aan de schoolbesturen worden overgedragen neemt dan ook toe. Het SWV is vanaf 2016 bezig om verantwoording op te vragen bij de schoolbesturen, met name waar het de bestemming van ingezette middelen betreft. Daarnaast worden in de regio s rondetafelgesprekken gevoerd met medewerkers van scholen. Er zijn dus stappen gezet in verantwoording en kwaliteitszorg (zie bestuursverslag). Uiteraard zijn er ook risico s die zich moeten vertalen in weerstandsvermogen. Naast de (beperkte) personele bezetting en dus enige werkgeversrisico s, is er sprake van werkprocessen die bij onzorgvuldige afhandeling tot schaderisico s kunnen leiden, zoals het werkproces om tot een besluit toelaatbaarheid te komen. Tenslotte kan het SWV voor situaties komen te staan, bijvoorbeeld om onderwijs voor thuiszitters mogelijk te maken of andere situaties waarbij het waarmaken van de zorgplicht door scholen in het geding is, en interventies een financiële bijdrage vragen. Vanaf mei 2018 dienen zich ook risico s aan als gevolg van de AVG en onveiligheid in datagebruik en datatransport. 26

Het weerstandsvermogen of risicoreserve wordt als volgt gecalculeerd:: - Personele risico s, zoals arbeidsconflicten, uitkeringsrisico s en niet declarabel verlof: ter hoogte van 15% van de jaarlijkse loonsom ( 200.000). - Risico s in bedrijfsprocessen, waaronder de toelaatbaarheidsverklaring, zoals foute registraties: ter hoogte van 4 TLV categorie hoog ( 100.000). - Risico s aan schadeloosstellingen na geschillen ( 150.000). - Risico s voortkomend uit databeheer ( 100.000). - Onvoorziene risico s ( 50.000). Deze analyse leidt tot een beperkt, gewenst weerstandsvermogen van 600.000,- (,5% van de huidige lumpsum), een kleine ophoging t.o.v. de voorafgaande jaren. 10 Risicomanagement Het SWV heeft slechts een beperkt aantal werkprocessen inzake financieel beheer. Essentiële producties voor de bedrijfsvoering zijn vastgelegd in een planning & controlcyclus. Voor de werkprocessen met een financiële implicatie is een handboek administratieve organisatie en interne controle (AO-IC) opgesteld. Voor werkprocessen rond TLV-besluiten geldt, ook volgens de wet dat hier meerdere adviseurs bij zijn betrokken. Eén maal per jaar (in januari na vaststelling van de reguliere telling), wordt een controle verricht op de juistheid van de TLV-registratie door de scholen voor speciaal onderwijs, a.d.h.v. de Kijkglazen van DUO. Na de specifieke aandacht in 2016 voor de wet Bescherming persoonsgegevens en de nieuwe wetgeving t.a.v. (de meldplicht van) datalekken, wat tot aanpassing heeft geleid tot aanpassing van de registratie en administratie van de TLV, het gebruik van het digitale Groeidocument (waarmee beveiligd verkeer van leerlingengegevens mogelijk is), heeft in 2017 een quickscan door externen plaatsgevonden op de mate waarin het SWV klaar is voor de uitvoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (mei 2018). De actielijst die hier uit voortvloeit wordt begin 2018 uitgevoerd. 27

VI Toelichting exploitatie 2017 1. Exploitatieresultaat Het exploitatieresultaat van het SWV (zie bijlage 1) over 2017 bedraagt 147.447,-. Er was een negatief resultaat begroot van 79.214,-. Een positief verschil derhalve van 226.664,-. Uit de analyse van het resultaat zijn verschillende oorzaken van dit positieve verschil aan te wijzen: 2. Baten In het najaar van 2017 heeft DUO de lumpsumtarieven (personeel) over het voorafgaande schooljaar 2016-2017 met terugwerkende kracht aangepast en nabetaald. Weliswaar veroorzaakt dit ook een hogere overdracht (inhouding) voor de plaatsen in het speciaal onderwijs en een hogere vereveningskorting, maar per saldo heeft aanpassing van de personele lumpsum in 2017 tot een hogere rijksbijdrage van 647.212 geleid. Het inkomend grensverkeer (d.w.z. leerlingen afkomstig van een basisschool buiten het SWV die naar een school voor speciaal basisonderwijs gaan binnen het SWV) is ten opzichte van 2017 bijna verdubbeld. Weliswaar was in de begroting rekening gehouden met een stijging, maar deze is aanzienlijk hoger geweest dan geraamd, waardoor ook de baten aan grensverkeer ruim 45.000 euro hoger zijn dan begroot. Het uitgaven aan uitgaand grensverkeer zijn iets lager geweest dan begroot. In de begroting van de schooljaren 2016-2017 en 2017-2018 is geen rekening meer gehouden met de gemeentelijke bijdrage voor de ontwikkeling van speciaal onderwijs (OSO), terwijl dit wel ontvangen is ( 45.800,-). De totale baten in 2017 zijn daarmee 761.767 hoger dan begroot. 3. Lasten Overdrachten Regulier basisonderwijs: In de eerste helft van 2017 is ruim een miljoen euro extra uitgekeerd aan extra ondersteuningsmiddelen voor het basisonderwijs ( 19,-). Deze tussentijdse, incidentele aanvulling van de ondersteuningsmiddelen is uitgekeerd op grond van de besluitvorming over de vermogenspositie van het SWV na afsluiting van het boekjaar 2016. De overgangsregeling rugzak, zoals die in 2016-2017 bestond, is op aanwijzing van de accountant eerder volledig in 2016 geboekt. Speciaal basisonderwijs: Aan het SBO hebben geen overdrachten plaatsgevonden, omdat het deelnamepercentage ver onder de 2% ligt (in 16-17 was dit 1,64%, in 17-18 1,60%). Ook in 2017 gold de afspraak dat de ondersteuningsmiddelen die het SBO teveel ontvangt bij de scholen mogen blijven. Over het kalenderjaar 2017 betrof dit een bedrag van ruim 1,1 miljoen euro. Speciaal onderwijs: De realisatie van de groeiregeling voor het speciaal onderwijs valt iets hoger uit dan begroot, omdat als gevolg van de met terugwerkende kracht hoger vastgestelde lumpsum over dat jaar een nabetaling over 2016-2017 is gedaan. Vanaf het schooljaar 2017-2018 wordt er uitvoering gegeven aan afspraken met het speciaal onderwijs m.b.t. een aantal voorzieningen voor intensieve begeleiding van leerlingen, waarvoor de reguliere bekostiging niet toereikend is. Vanaf dit schooljaar worden deze voorzieningen per groep met vaste bedragen ondersteund, waar dat voorheen via arrangementen per leerling ging (onderwijszorgarrangementen). Daarnaast is een frictiebudget opgenomen voor omzettingen van de TLVlaag naar een hogere categorie. 28

Management en organisatie De loonkosten aan directie en staf zijn over 2017 hoger dan begroot (bijna 112.000), met name door uitbreiding van de staf met een beleidsmedewerker, wat in de begroting 2016-2017 nog niet meegenomen was. Daarnaast is de administratieve bezetting tijdelijk uitgebreid geweest (incl. niet declarabele vervanging van ziekteverlof). De huisvestingslast (huur) is in de eerste periode van 2017 iets lager (ruim 10.000). Hier is de begroting 2017-2018 op aangepast. De kantoorkosten zijn hoger uitgevallen door het in opdracht laten maken van applicaties voor de TLVadministratie en registratie. Ondanks verhoging van de post geschillen vanaf de begroting 17-18, wordt het budget hiervoor overschreden (met bijna 7.500). Met deze ervaring zal bij de volgende begroting opnieuw rekening worden gehouden. Uitvoeringsorganisatie De loonkosten van personeel in de uitvoeringsorganisatie (onderwijsadviseurs, maatschappelijk deskundigen en de expertiseteams) zijn in totaal ruim 118.000 lager geweest dan begroot. De oorzaken hiervan zijn o.a.: o de omzetting van een functie onderwijsadviseur naar beleidsmedewerker (zie management en organisatie) en invulling van de functie door lagere loonkosten over dezelfde periode; o o lagere vervangingskosten dan begroot bij de maatschappelijk deskundigen. in de begroting 2016-2017 werd nog een (niet herplaatste) ambulante begeleider opgenomen, die tijdens dit schooljaar een WIA-uitkering kreeg en voor een beperkte betrekkingsomvang is herbenoemd. Diemen heeft de voor haar beschikbare middelen voor schoolmaatschappelijk werk (De Brede Hoed) niet gefactureerd ( 6.715). Dit wordt in 2018 uitbetaald. De kosten aan het digitale groeidocument worden in 2017 met ruim 16.000 overschreden door toename van het gebruik van het groeidocument door scholen. In 2017 is opdracht gegeven tot het bouwen van een upgrade van het programma. De uitgaven aan monitoring (begroot 90.000, uitgegeven 6.577) blijven nog ver achter op de begroting. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de uitwerking van kwaliteitszorg meer tijd in beslag neemt dan gepland. Ook de uitgaven aan interventies ( interventies directeur ) blijven iets achter op de begroting. Dit is echter een niet te ramen stelpost, die met dezelfde omvang in de begroting zal terugkeren. Overige uitgaven Zoals bij de baten al aangegeven zijn op de middelen voor OSO vanuit de gemeente Amsterdam geen uitgaven gedaan. Hier zal met de gemeente nader overleg over worden gevoerd. De bijdrage van het SWV aan het elektronische loket (een samenwerkingsproject met het SWV voor voortgezet onderwijs, en de besturen voor primair en voortgezet onderwijs) voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs, is fors hoger geweest dan oorspronkelijk geraamd. De implementatieperiode van dit traject duur langer dan oorspronkelijk gepland. De totale lasten (exclusief de overdrachten) zijn over 2017 in totaal 28.217 lager geweest dan begroot. Gevolgen voor de reserve Met name de hogere baten zorgen ervoor dat de tussentijdse uitkering van extra ondersteuningsmiddelen binnen de begroting blijven, i.p.v. tot een onttrekking aan de algemene reserve leiden, zoals oorspronkelijk gepland. 4. Treasury In 2017 is noch belegd of vreemd vermogen aangetrokken. Het SWV beheert naast een betaalrekening uitsluitend een spaarrekening. Het saldo hiervan bedroeg op 31 december 2017 1.989.933. 29

VII Jaarrekening 2017 30

Grondslagen Algemeen Passend onderwijs wordt vormgegeven in een samenwerkingsverband van schoolbesturen, gericht op de vormgeving van rijksbeleid. Het samenwerkingsverband is geen onderwijsinstelling die beschikt over eigen gebouwen (activa), eigen leerkrachten en leerlingen, het faciliteert de scholen, o.a. door het overdragen van ondersteuningsmiddelen. Het samenwerkingsverband heeft dan ook niet tot doel over reserves en voorzieningen voor de lange termijn te beschikking, tenzij dit strikt noodzakelijk is. Ontstane reserves zijn dan ook bestemd voor de uitvoering van beleid in de nabije toekomst. De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat BW 2 Titel 9 en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 'Onderwijsvrijstellingen') van toepassing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De waardering van activa en passiva vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Activa Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar de vastgestelde periode plaats op basis van de verwachte economische levensduur. Hiervoor worden de volgende termijnen onderscheiden: Overige inventaris 15 jaar Inventaris en apparatuur: 8-10 jaar ICT 3 5 jaar Voor de ondergrens van activeren wordt 500 gehanteerd. De eerste afschrijving vindt plaats in de maand van de investering. Financiële vaste activa De financiële vaste activa betreft een vordering inzake betaalde borg van de huur aan Muntberg V.O.F. Deze borg wordt terugbetaald op het moment van beëindiging van het contract. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Noodzakelijke geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting en bestaan alleen uit banktegoeden. Eigen vermogen Binnen het eigen vermogen wordt onderscheid gemaakt tussen de algemene reserve en bestemmingsreserves/bestemmingsfondsen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reserves die zijn opgebouwd uit publieke middelen enerzijds, dan wel uit niet-publieke (private) middelen anderzijds. Reserves die aantoonbaar zijn opgebouwd uit private middelen worden als bestemmingsreserves dan wel bestemmingsfondsen gerubriceerd. Algemene reserves worden als publiek gerubriceerd. Voor het SWV geldt specifiek dat een reserve opgebouwd uit gemeentelijke subsidies als bestemmingsreserve wordt aangemerkt. Mutaties van het eigen vermogen worden in de staat van baten en lasten verantwoord, behalve in situaties waarin rechtstreekse mutatie van het eigen vermogen is toegestaan. Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico s niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico s die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening jubileum De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de cao dienen te worden betaald. De voorziening is gewaardeerd tegen de waarde van 560,- per fte. 31

Kortlopende schulden De overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend, en nog te betalen bedragen. Pensioenverplichtingen Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen heeft een voor haar werknemers een pensioenregeling met toezegging. Hiervoor in aanmerking komen de werknemers die op de pensioengerechtigde leeftijd recht hebben op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd. De verplichtingen welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. Aan het ABP worden premies betaald waarvan een deel door de werkgever en een deel door de werknemer wordt betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per ultimo 2017 heeft dit pensioenfonds een dekkingsgraad van 104,4%. De pensioenverplichting wordt gewaardeerd volgens de "verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering". In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Er bestaat geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in het geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere premies. Daarom zijn alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord in de jaarrekening. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rijksbijdragen De rijksbijdrage (lumpsum) wordt op basis van het jaar waarop de toekenning betrekking heeft als baten in de staat van baten en lasten verwerkt. De doorbetalingen aan de schoolbesturen worden in mindering gebracht op de rijksvergoedingen. Overige subsidies Gemeentelijke subsidies wordt op basis van de jaarlijkse toekenning/beschikking in de staat van baten en lasten van het desbetreffende verslag. Financiële baten en lasten De rente-inkomsten worden opgenomen conform de opgave van de Rabobank en worden tijdsevenredig verwerkt. Vergelijkende cijfers De vergelijkende cijfers van het voorgaande boekjaar zijn, waar nodig, slechts qua rubricering voor vergelijkingsdoeleinden aangepast. Resultaatbestemming Het resultaat wordt gemuteerd op het eigen vermogen, zoals opgenomen onder de overige gegevens en in de toelichting op de balans. Kasstroomoverzicht Het onderstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het saldo baten en lasten als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten. 32

Balans na resultaatsbestemming 1 Activa 31-12-2017 31-12-2016 EUR EUR Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 44.404 32.013 1.3 Financiële vaste activa 11.453 11.453 Vlottende activa 1.5 Vorderingen 123.733 233.652 1.7 Liquide middelen 3.163.079 2.760.963 Totaal activa 3.342.669 3.038.081 2 Passiva 2.1 Eigen vermogen 2.491.412 2.343.965 2.2 Voorzieningen 9.119 10.560 2.4 Kortlopende schulden 842.138 683.556 Totaal passiva 3.342.669 3.038.081 33

Staat van Baten en Lasten 3 Baten Realisatie Begroot Realisatie 2017 2017 2016 EUR EUR EUR 3.1 Rijksbijdragen 34.070.690 33.199.411 32.440.279 3.2 Overheidsbijdragen 45.800 0 39.924 3.5 Overige baten 90.671 22.917 51.241 Totaal Baten 34.207.161 33.222.328 32.531.444 4 Lasten 4.1 Personeelslasten 1.410.922 1.403.750 2.516.469 4.2 Afschrijvingslasten 10.738 7.000 5.704 4.3 Huisvestingslasten 44.416 55.000 41.264 4.4 Overige lasten 685.416 708.160 388.630 4.5 Overdrachten schoolbesturen 31.910.124 31.128.532 28.760.998 Totaal Lasten 34.061.615 33.302.442 31.713.065 Saldo Baten en Lasten 145.546-80.114 818.380 5 Financiële baten en lasten 1.901 900 9.035 Totaal resultaat 147.447-79.214 827.415 34

Kasstroomoverzicht 2017 2016 EUR EUR Saldo Baten en Lasten 145.546 818.380 Aanpassing voor: Afschrijvingen 10.738 5.704 Mutaties voorzieningen -1.441-37.408 Verandering in vlottende middelen: Vorderingen (-/-) -109.919 123.148 Schulden 158.583 -/-405.112 Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 423.348 258.415 Ontvangen interest 1.901 9.035 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (-/-) Investeringen in financiële vaste activa (-/-) 425.249 267.450 23.129 10.980 0 0 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -23.129-10.980 Mutatie liquide middelen 402.116 256.470 Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand begin boekjaar 2.760.963 2.504.493 Mutatie boekjaar 402.116 256.470 Stand ultimo boekjaar 3.163.079 2.760.963 35

Toelichting op de balans Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.2.2 Inventaris en apparatuur Materiële vaste activa Aanschaf Afschrijving Boekwaarde Investering Boekwaarde Afschrijving Aanschaf prijs Afschrijving Boekwaarde prijs cumulatief desinv. cumulatief 1-1-2017 1-1-2017 1-1-2017 31-12-2017 31-12-2017 31-12-2017 EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR 43.507 11.494 32.013 23.128 0 10.738 66.635 22.232 44.404 43.507 11.494 32.013 23.128 0 10.738 66.635 22.232 44.404 Begin periode Investeringe n en verstrekte leningen Desinvestering en en aflossingen Waardevera nderingen Einde van de periode 1-1-2017 31-12-2017 EUR EUR EUR EUR EUR 1.3 Financiële vaste activa 1.3.1 Borgsom huur 11.453 0 0 0 11.453 Materiële vaste activa 11.453 0 0 0 11.453 36

Vorderingen 1.5 Vorderingen 31-12-2017 31-12-2016 EUR EUR 1.5.1 Debiteuren 105.030 4.465 1.5.7 Overige vorderingen 3.812 22.175 1.5.8 Overlopende activa 14.891 207.012 Vorderingen 123.733 233.652 Uitsplitsing 1.5.7.1 Personeel 3.812 3.848 1.5.7.2 Overige 0 18.327 Overige vorderingen 3.812 22.175 1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 12.991 197.977 1.5.8.3 Overige overlopende 1.901 9.035 activa Overlopende activa 14.891 207.012 Liquide middelen 1.7 Liquide middelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 31-12- 2017 31-12- 2016 EUR EUR 3.163.079 2.760.963 Eigen vermogen Liquide middelen 3.163.079 2.760.963 2.1 Eigen vermogen Stand 1-1-2017 Resultaat Overige Stand mutaties 31-12-2017 EUR EUR EUR EUR 2.1.1 Algemene reserve 2.343.965 147.447 0 2.491.412 Eigen vermogen 2.343.965 147.447 0 2.491.412 37

Voorzieningen 2.2 Voorzieningen Stand 1-1-2017 Dotatie Onttrekking Stand 31-12-2017 EUR EUR EUR EUR Kortlopend Deel<1jaar Langlopend Deel>1jaar 2.1.1 Personele voorziening 10.560 0 1.441 9.119 0 9.119 Voorzieningen 10.560 0 1.441 9.119 0 9.119 Kortlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden 31-12-2017 31-12-2016 EUR EUR 2.4.3 Crediteuren 265.283 49.704 2.4.7 Belastingen en premies sociale 81.933 80.967 verzekeringen 2.4.8 Schulden ter zake van 17.345 14.683 pensioenen 2.4.9 Overige kortlopende schulden 54.136 314.009 2.4.10 Overlopende passiva 423.441 224.192 842.138 683.555 Uitsplitsing 2.4.10.4 Vooruit ontvangen termijnen 63.989 0 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 43.807 41.947 2.4.10.6 Accountants- en 7.640 5.506 administratiekosten 2.4.10.7 Nog te besteden OSO-gelden 308.005 176.415 2.4.10.8 Lerarenbeurs gemeente 0 325 Overlopende passiva 423.441 224.192 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Er loopt meerdere contractuele verplichtingen: - Muntberg V.O.F.. Dit betreft een huurcontract voor de looptijd van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019. Het jaarbedrag is voor de jaren 2015 tot en met 2018 37.300, en voor 2019 45.800. De totale resterende huurverplichting bedraagt 120.400. - OOG Onderwijs en jeugd administratiekantoor 32.416 per jaar en controlling voor 52.446 per jaar. 38

Model G Verantwoording subsidies G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving Toewijzing Kenmerk Toewijzing datum Bedrag toewijzing Ontvangen t/m verslagjaar Prestatie afgerond? EUR EUR Ja/Nee Niet van toepassing G2 Subsidies met verrekeningsclausule G2A Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving Niet van toepassing Totaal Toewijzing kenmerk Toewijzing datum Bedrag Ontvangen t/m Totale kosten toewijzing verslagjaar EUR EUR EUR Te verrekenen G2B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving Toewijzing kenmerk Toewijzing datum Bedrag toewijzing Saldo Ontvangen t/m verslagjaar Totale kosten Ontvangen t/m verslagjaar 1-1- 2017 31-12-2017 31-12-2017 EUR EUR EUR Niet van toepassing 39

Toelichting op de exploitatierekening Overheidsbijdragen 3.1 Rijksbijdragen 2017 2016 EUR EUR 3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EL&I 34.070.690 32.440.279 3.1.2 Overige subsidies 0 0 OCW/EL&I 3.1.3 Af: Inkomensoverdrachten 0 0 Rijksbijdragen 34.070.690 32.440.279 3.2. Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.2.2 overheidsbijdragen en subsidies 45.800 39.924 Overige overheidsbijdragen en subsidies 45.800 39.924 Andere baten 3.5 Overige baten 3.5.2 Detachering personeel 0 0 3.5.6 Overige 90.671 51.241 Overige baten 90.671 51.241 40

Lasten 4.1 Personeelslasten 2017 2016 EUR EUR 4.1.1 Lonen en salarissen 1.410.099 2.495.355 4.1.2 Overige personele lasten 85.061 66.314 4.1.3 Af: uitkeringen (-/-) 84.238 45.201 Personeelslasten 1.410.922 2.516.469 Uitsplitsing 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 1.132.066 2.034.378 4.1.1.2 Sociale lasten 130.542 244.145 4.1.1.3 Pensioenpremies 147.491 216.832 Lonen en salarissen 1.410.099 2.495.355 Ultimo 31-12-2017 zijn er 16,28 fte s in dienst ten opzichte van 18,86 fte s ultimo 31-12-2016. 4.1.2.1 Mutaties personele voorzieningen -1.441-17.409 4.1.2.2 Personeel niet in 12.204 2.011 loondienst 4.1.2.3 Overig 74.298 81.712 Overige personele lasten 85.061 66.314 4.2 Afschrijvingslasten 4.2.2 Materiële vaste activa 10.738 5.704 Afschrijvingslasten 10.738 5.704 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 38.792 36.339 4.3.7 Overige 5.624 4.925 Huisvestingslasten 44.416 41.264 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie en 100.502 112.271 beheerslasten 4.4.4 Overige 584.914 276.359 Overige lasten 685.416 388.630 Specificatie honorarium 4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 10.000 7.865 Correctie voorgaande jaren 0-908 4.4.1.2 Fiscaal advies 253 0 Accountantslasten 10.253 6.957 41

4.5 Doorbetalingen aan schoolbesturen 4.5.1.1 Verplichte afdrachten DUO 9.571.703 9.331.306 rechtstreeks aan (V)SO 4.5.2.1 Doorbetaling obv 1 881.131 736.854 februari aan (V)SO 4.5.2.2 Doorbetaling obv 1 0 0 februari aan SBO 4.5.3 Overige doorbetalingen 21.457.290 18.692.838 31.910.124 28.760.998 Financieel en buitengewoon 5 Financiële baten en lasten 2017 2016 EUR EUR 5.1 Rentebaten 1.901 9.035 Financiële baten en lasten 1.901 9.035 42

Verplichte Toelichting Model E: Verbonden partijen Naam Juridische vorm 2016 Statutaire zetel Code activiteiten Eigen vermogen 31-12- 2017 Resultaat jaar 2016 Art 2:403 BW Deelname Consolidatie EUR EUR Ja/Nee % Ja/Nee Niet van toepassing 0 0 N N 3.1 Modelmatige weergaven rapportage gegevens volgens wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Leidinggevende topfunctionarissen Bedragen x 1 L.M. Tijhaar 2017 2016 Functie Alg. directeur Alg. directeur Duur dienstverband in: 1/1-31/12 1/1-31/12 Omvang dienstverband in 2017 (in fte) 1,0 1,0 Gewezen topfunctionaris? nee nee (fictieve) dienstbetrekking? ja ja Bezoldiging Beloning 87.967 87.932 Belastbare onkostenvergoedingen 0 150 Beloningen betaalbaar op termijn 14.457 11.754 Totaal bezoldiging 102.424 99.837 Toepasselijk WNT-maximum 181.000 179.000 43

Overige gegevens Controleverklaring Bij deze verwijs ik u naar de volgende pagina voor de controleverklaring. Resultaatverdeling Het positieve resultaat ad 147.447 zal worden toegevoegd aan de algemene reserve. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum geweest die nadere informatie geven over de situatie per balansdatum. 44

Horlings Nexia Aan de algemene ledenvergadering en het bestuur van Samenwerkingwerband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen Maassluisstraat 2 III 1062 GD AMSTERDAM Controleverklaring van de onafhankelijke accountant A. Verklaring over de in het jaarverclag opgenomen jaarrekening 2Ot7 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 20t7 van Samenwerkingwerband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen te Amsterdam gecontroleerd. Naar ons oordeel: o Geeft de in het jaaruerslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Samenwerkingwerband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen op 31 december 20t7 en van het resultaat over 2017 in overeenstemming met de Regeling jaaruerslaggeving onderwijs; o zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2017 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017. De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 20t7; 2. de staat van baten en lasten over 2017; en 3. de toelichting met een ovezicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017. Onze verantwoordelijkheden op grond hieruan zijn beschreven in de sectie'onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening'. Wij zijn onafhankelijk van Samenwerkingwerband Primair Onderwijs Amsterdam Diemen, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. B. Verklaring over de in het jaarverclag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaaruerslag andere informatie, die bestaat uit: o het bestuurwerslag; o de overige gegevens. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: mêt de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële aña/jkingen bevat; o alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaaruerslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.2. Bestuurwerslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017 is vereist. 45 Holings isãânqesloten b Nexia lnternaiìon 1, eenwe eldwùd netwerkvan onaftånkelijke accountãnts- en advieskantoren.

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afrruijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf 2.2.2. Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuurwerslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving. C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur en de algemene ledenvergadering voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaaruerslaggeving onderwijs. Het bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder añrvijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur añruegen of de vereniging in staat is om haar activiteiten in continuiteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekeningopmaken op basis van de continuiteitweronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de vereniging te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de vereniging haar activiteiten in continu'lteit kan vooftzetten toelichten in de jaarrekening. De algemene ledenvergadering is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de vereniging. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de iaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Añruijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fouten of fraude en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit betnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende añarijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring. Amsterdam, 14 juni 2018 Horlings Accountants & Belasti ngadviseurs B.V (was getekend) C. Rabe Registeraccountant

Biilage bij de controleverklaring: Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2017, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: o het identificeren en inschatten van de risico's dat de jaarrekening añrrrijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico's bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een añruijking van materieel belang niet ontdek wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; o het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de vereniging; o het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; o het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuiteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de vereniging haar activiteiten in continuìteit kan vooftzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuiteit niet langer kan handhaven; o het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en o het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeuftenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Bijlage 1: Exploitatieoverzicht Exploitatie jaar 2017 begroot realisatie begroot realisatie begroot realisatie verschil jan t/m jul jan t/m jul aug t/m dec aug t/m dec Jaar 2017 Jaar 2017 Jaar 2017 BATEN I Rijksbijdragen 1 lichte ondersteuning personeel 5.907.370 5.936.063 4.354.783 4.612.078 10.262.153 10.548.141-285.988 2 lichte ondersteuning materieel 279.995 280.889 200.663 200.635 480.658 481.524-866 3 zware ondersteuning personeel 12.349.249 11.654.323 9.109.163 8.834.759 21.458.412 20.489.082 969.330 correctie i.v.m. verevening -944.658-580.138-1.524.797 - -1.524.797 SO-plaatsen 1 oktober personeel -4.980.953-5.190.663-3.608.788-3.632.359-8.589.742-8.823.022 233.280 sub 6.423.638 6.463.660 # 4.920.236 5.202.400 11.343.873 11.666.060-322.187 4 zware ondersteuning materieel 1.172.366 1.092.797 838.732 780.569 2.011.098 1.873.366 137.732 correctie i.v.m. verevening -100.079-59.690-159.769 - -159.769 SO-plaatsen 1 oktober materieel -446.650-436.731-311.242-311.950-757.893-748.681-9.211 sub 625.637 656.066 # 467.799 468.619 1.093.436 1.124.685-31.249 5 impuls schoolmaatschappelijk werk 417.581 405.651 254.075 272.927 671.656 678.578-6.922 totaal rijksbijdragen 13.654.221 13.742.329 10.197.556 10.756.659 23.851.776 24.498.988-647.212 II Overige baten 1 inkomend grensverkeer sbo 8.750 21.108 12.500 45.706 21.250 66.814-45.564 2 rentebaten 525-375 1.901 900 1.901-1.001 3 trainingen steunpunt Autisme - 1.667-1.667-1.667 4 OSO-gelden - 26.670-19.130-45.800-45.800 5 overige baten - 478-23.379-23.857-23.857 9.275 48.256 14.542 90.116 23.817 138.372-114.555 totaal baten 13.663.496 13.790.585 10.212.098 10.846.775 23.875.593 24.637.360-761.767 46