Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden inzichtelijk(er) te maken. Zowel de student als de coach kan met het gebruik van leerlijnen zien waar hij met zijn/haar ontwikkeling zit en welke stappen er genomen moeten worden om verder te komen. Omdat de BoS bij alle begeleidingsvergaderingen zit, maar minder direct de student begeleidt, kan het gebruik van de leerlijnen een handvat bieden om het begeleidingsgesprek tussen coach en student concreter te maken. Doel Helderheid bieden aan student, coach, tutor en BoS met betrekking tot de individuele ontwikkeling van de student, onafhankelijk op welke opleidingsschool dit proces plaatsvindt. Stappen voor toepassing. De student ontvangt in jaar alle doorlopende leerlijnen en leest zich in.. De coach bezit ook aan het begin van elk cursusjaar een exemplaar.. De student bepaalt ieder jaar opnieuw in samenspraak met de coach wat zijn startpositie is.. Het tempo van voortgang kan per student per competentie verschillen.. Het gesprek over de ontwikkeling met zowel coach, BoS als tutor vormt de basis van de doelen die de student voor zichzelf stelt.. Een verslag van dit gesprek moet in het portfolio.. De voortgang kan aangegeven worden met een lijn om de behaalde vaardigheden. 8. Aan het eind van de leerjaren is het aan te bevelen om de vaardigheden beschreven in de laatste kolom te beheersen. Begeleidinggroep, mei 008
Propedeusefase Competentie Blok (VOS) Blok Blok en te. te de Bijeenkomst (BK): Enthousiasme voor docent. Bk : Ken je lln. Bk 0: Samenwerkend leren. Bk : Goede leraar. Bk : Lesvoorbereidingen Did. analyse. Bk : Doelen formuleren. (SMART) Bk : Orde en escalatieladder. Bk : Training orde. Bk : Instructie en Onderwijsleergesprek. Bk /: Perspectief wissel leerling/docent. Omgaan met LWP en POP. Bk 9: Nederlands onderwijssysteem Discussie over leerprocessen Kennismaking met reflecteren. (Korthagen) Taaltoetsen. Ik heb affiniteit met de doelgroepen waarvoor ik word opgeleid. Ik oriënteer me op de culturele verschillen tussen mijn leerlingen. Ik heb theoretische kennis van pestgedrag. Ik oriënteer me op de methoden van mijn vakgebied. Ik kan middelen van ordehandhaving bij mijn wpc herkennen. Ik kan middels observaties deviant gedrag herkennen. Ik ben me bewust van mijn rechten en plichten als werknemer. Ik oriënteer me op de school als organisatie en op het leraarschap. Ik vervul een rol bij de opendag. Ik verantwoord tijd en activiteiten op de werkvloer. Ik toon initiatief. Ik laat zien dat ik coachbaar ben en dat ik daarna ander gedrag vertoon. Ik ben bereid mij zowel schriftelijk als mondeling te bekwamen in de Ned. taal. Ik heb kennis genomen van het zorgstelsel van mijn school. Ik kan een goede band opbouwen met de doelgroepen. Ik doe moeite de namen van mijn leerlingen te kennen. Ik herken pestgedrag. Ik ontwikkel me in mijn vak en leergebied. Ik ben in staat collega s te assisteren bij het onderwijsproces Ik ben in staat om met veel begeleiding van de wpc (gedeelten van) leeractiviteiten te ondernemen voudige situaties. Ik heb theoretische kennis van ordehandhaving. Ik kan middelen van ordehandhaving benoemen en aangeven welke bij mij passen. De student is zich bewust van zijn rechten en plichten als werknemer en handelt daar naar. Ik houd me aan de afspraken die in het team gemaakt zijn. Ik oriënteer me op de omgeving waar de school staat. Ik laat op basis van zelfreflectie zien dat ik mij ontwikkel. Ik toon aan dat ik methodisch aan mijn persoonlijke groei werk. Ik bewijs middels mijn PF hoofdfase bekwaam te zijn. (comp. t/m en stadium ) Ik kan mij in correct Nederlands schriftelijk en mondeling uitdrukken. Ik heb kennis genomen van het zorgstelsel van mijn school.
Hoofdfase Competentie Blok en Blok en 8 te. te de Ik ben me er van bewust dat ik me middels houding en communicatie moet aansluiten bij de doelgroep. Ik ben op de hoogte van communicatietechnieken zoals ikboodschappen. Ik verdiep me in groepsdynamiek en individuele verschillen. Ik sta in de gegeven lessen boven de lesstof van de leerlingen. Ik kan de einddoelen van een lesactiviteit benoemen uit mijn methode. Ik ken verschillende leerstrategieën en hun achtergronden. Ik heb inbreng bij niet lesgebonden Ik ken didactische modellen. Ik heb kennis van organisatorische aspecten die een rol spelen bij het uitvoeren van een onderwijsactiviteit. Ik pas middelen ter handhaving van orde toe en reflecteer op het effect. Ik neem deel aan overlegstructuren. Ik bereid met de menstor/wpc de oudergesprekken voor. Ik neem deel aan buitenschoolse Ik kan reflecteren op niveau. (zie competentiegids) Ik houd mijn ontwikkeling in mijn PF bij. Ik verdiep mij in de taal m.b.t. de instructie. Ik ken het zorgstelsel op mijn nieuwe school en ik vergelijk dat met de school van jaar. Ik sluit me middels houding en communicatie aan bij de groep. Ik maak gebruik van ik-boodschappen. Ik speel in op groepsdynamiek en individuele verschillen. Ik kan op alternatieve manieren de lesstof aanbieden. Ik pas de transfer toe van einddoelen naar de doelen per leeractiviteit. Ik kan met verschillende leerstrategieën werken. Ik neem deel aan niet-lesgebonden Ik pas een didactisch model toe. Ik betrek organisatorische aspecten bij het uitvoeren van mijn onderwijsactiviteit. Ik kan op grond van ervaring experimenteren met verschillende manieren van ordehandhaving. Ik heb inbreng bij overlegstructuren. Ik observeer bij oudergesprekken. Ik heb inbreng bij buitenschoolse Ik kan reflecteren op niveau. (zie competentiegids) Ik houd periodiek mijn ontwikkeling in mijn PF bij. Ik ga bewust om met het taalgebruik m.b.t. de instructie. Ik informeer mij over de werkzaamheden van zorg-functionarissen in de eerste en tweede lijn en weet wat een kwadrantmodel is.
Hoofdfase Competentie Blok 9 en 0 Blok en te. Ik bedien mij van communicatietechnieken zoals actief luisteren en gesprekinterventies. Ik kan een sociogram maken en herken subgroepen. Ik kan een lessenserie ontwerpen met m.b.v. een didactisch model met daarin herhaling- en verdiepingsstof. Ik ontwikkel leeractiviteiten die rechtdoen aan verschillende leerstrategieën. Ik kan niet-lesgebonden activiteiten organiseren. Ik kan d.m.v. diagnosticeren leerstof afstemmen op de doelgroep. Ik maak gebruik van verschillende werkvormen. Ik kan verschillende soorten gesprekken voeren. Ik gebruik een sociogram in de benadering van mijn groep en houd rekening met subgroepen. Ik kan een lessenserie geven m.b.v. een didactisch model met daarin herhalings- en verdiepingsstof. Ik ontwikkel leeractiviteiten die recht doen aan verschillende leerstrategieën en breng ze ten uitvoer. Ik neem initiatief om niet lesgebonden activiteiten te organiseren. Ik kan d.m.v. diagnosticeren de leerprocessen/werkvormen afstemmen op de doelgroep. te de Ik bezit een groot scala aan middelen ter handhaving van de orde. Ik ben aanwezig en heb inbreng bij alle overlegstructuren die op mij van toepassing zijn. Ik neem deel aan oudergesprekken. Ik kan reflecteren op niveau (zelfcorrectie en openheid voor kritiek. Ik houd periodiek mijn ontwikkeling in mijn PF bij. Ik weet wat Taalgericht vakonderwijs is (TVO). Ik kan m.b.v. een casus met de mentor een kwadrantmodel invullen. Ik kan anticiperen op ordehandhaving. Ik heb het vermogen om Ik heb inbreng in oudergesprekken. Ik kan reflecteren op niveau. Ik kan middels mijn portfolio aantonen dat ik zicht heb op de mate van beheersing van de competenties. Ik speel in mijn lessen d.m.v. TVO adequaat in op de taalontwikkeling. Ik kan met de mentor een kwadrantmodel de juiste stappen ondernemen voor een invoer in het zorgstelsel.
LIO-fase Competentie Blok en Blok en te. te de Ik ben niet alleen in staat diverse gesprekstechnieken toe te passen, maar onderken ook de waarde hiervan. Ik oriënteer mij op mijn taak als toekomstig mentor. Ik toon aan dat ik voldoende kennis heb van groepsprocessen. Ik verdiep mij in de didactiek van mijn vakgebied en zoek middels literatuuronderzoek aansluiting bij ontwikkelingen in de wetenschap. Ik kan anticiperen op ordehandhaving. Ik beschik over het vermogen om samen te werken team/organisatie en onderken de waarde hiervan. Ik bereid een oudergesprek voor Ik pas oudergesprek bewust mijn gesprekstechnieken toe. Ik kan reflecteren op niveau. Ik houd mijn professionele ontwikkeling d.m.v. een bronnenlijst in mijn PF bij. Ik verbeter op grond van praktijk-onderzoek mijn professionele handelen. Ik lever een bijdrage aan het taalbeleid van de school. Ik kan m.b.v. gegevens bijvoorbeeld een kwadrantmodel invullen en overzie de consequenties hiervan. Ik bedien mij van diverse communicatietechnieken en groei daar in door. Ik kan mentortaken onder begeleiding vervullen. Ik kan diverse groepsprocessen in beeld brengen en ga daar adequaat mee om. Ik toon aan dat ik startbekwaam ben in mijn vakgebied ( e graads). Ik ben in staat om zelfstandig complexe lessen te verzorgen. Ik kan door mijn klassenmanagement anticiperen op ordehandhaving. Ik toon mijn vermogen om samen te werken Ik kan de externen onderhouden, versterken en uitbreiden. Ik kan reflecteren op niveau Ik kan middels mijn PF aantonen startbekwaam te zijn op mijn vak/leergebied. Ik spiegel mijn lesgeven aan het taalbeleid van de school. Ik kan een relatie leggen tussen de gegevens van bijvoorbeeld een kwadrantmodel en een bijdrage leveren aan een onderwijskundig handelingsplan.