Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011



Vergelijkbare documenten
Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2011

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2010 Zuid Holland. Bedrijvigheid, arbeidsmarkt en beroepsopleiding

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2010 Limburg/Brabant Oost. Bedrijvigheid, arbeidsmarkt en beroepsopleiding

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2010 Noord Holland. Bedrijvigheid, arbeidsmarkt en beroepsopleiding

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2010 Zeeland/West Brabant. Bedrijvigheid, arbeidsmarkt en beroepsopleiding

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE TECHNISCHE INSTALLATIEBRANCHE 2012

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE TECHNISCHE INSTALLATIEBRANCHE 2012

Recente ontwikkelingen arbeidsmarkt technische installatiebranche. Uitkomsten enquête TI-bedrijven juni 2012

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2010 Gelderland/Overijssel. Bedrijvigheid, arbeidsmarkt en beroepsopleiding

Van opleiding naar werk in de technische installatiebranche

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Arbeidsmarkt technische installatiebranche Uitkomsten van de telefonische en schriftelijke enquête onder TI-bedrijven

TI-Arbeidsmarkt

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Kerngegevens Technische Installatiebranche 2014

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2007

Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2010

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE TECHNISCHE INSTALLATIEBRANCHE 2006

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Arbeidsmarkt technische installatiebranche Uitkomsten van de telefonische en de schriftelijke enquêtes onder TI-bedrijven

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Van mbo en havo naar hbo

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Arbeidsmarktverkenning koudetechniek

Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2014

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

Stromen door het onderwijs

13 Arbeidsmarkt en opleidingsbeleid in de installatiebranche 37

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Meerdere keren zonder werk

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnstreek/Haaglanden

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Gouda

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Rijnmond

Doorstroom van vmbo/havo naar mbo ( )

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Opleidingsniveau stijgt

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Limburg

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Drenthe/Overijssel

Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2007 Noord-Holland concept

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom

Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends Groningen/Friesland/Drenthe 2005

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem

De Nederlandse Maritieme Arbeidsmarkt 2014

Trends en ontwikkelingen in de technische installatiebranche 2008

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Rijnstreek/Haaglanden

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen

FIGURES, FACTS & TRENDS

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Zuid

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Ontwikkeling en regionale verdeling van de vmbo-leerlingen elektro-, installatie- en metaaltechniek ( )

Sectormonitor 2017-Q4

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

5. Onderwijs en schoolkleur

Factsheet. Samenvatting

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Facts & Figures Drenthe

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Noord

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

In- en doorstroom sectoroverstijgende

Instroom en inschrijvingen

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

Facts & Figures Flevoland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking Cijfers en Trends 2006 Limburg

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Flevoland

Transcriptie:

Kerngegevens Technische Installatiebranche 11 Evelien Sombekke Harry van den Tillaart Hedwig Vermeulen John Warmerdam Wouter de Wit Sanne Elfering Carolien van Rens ITS Nijmegen 11 1

ISBN 978 9 5554 435 6 NUR 959, 966 11 OTIB Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 191 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfi lm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfi lm or any other means without written permission from the publisher.

Voorwoord Voor iedere regio is het van groot belang dat er voldoende gekwalifi ceerd personeel beschikbaar is, niet alleen op dit moment maar ook in de komende jaren. Om hier zicht op te houden is informatie nodig over ontwikkelingen die zich aan de bedrijfskant én aan de onderwijskant voordoen. Het onderzoeksprogramma van OTIB is erop gericht de desbetreffende ontwikkelingen nauwgezet te volgen. Jaarlijks worden gegevens verzameld over onze branche, de bedrijven en de in de branche, de arbeidsmarkt, het reguliere onderwijs en de scholing van. Resultaten van dit onderzoek worden uitgewerkt naar regionaal niveau. Het voorliggende onderzoek is ook dit jaar uitgevoerd door het ITS. Daarbij heeft het ITS weer uitvoerig gebruik gemaakt van beschikbare databestanden en zijn gegevens van het CBS en diverse andere instellingen bij elkaar gebracht. Daarnaast zijn gegevens uit de branche verkregen door middel van een enquête bij de bedrijven in de TI. In het rapport wordt niet alleen een analyse gemaakt van ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren in de TI-bedrijven en op de arbeidsmarkt hebben voorgedaan, maar is ook een prognose opgenomen van de ontwikkelingen die de komende jaren op de TI-arbeidsmarkt verwacht worden. Hierbij is onder andere geanalyseerd welke ontwikkelingen zich bij de TI-opleidingen voordoen, waarbij zowel naar de aantallen leerlingen als naar de aantallen gediplomeerden is gekeken. Bij het TI vmbo is sprake van zorgelijke ontwikkelingen. Niet alleen is het aantal gediplomeerden in de afgelopen jaren duidelijk gedaald, maar bovendien blijkt dat ongeveer 6 procent van deze TI vmbo gediplomeerden doorgaan met vervolgopleidingen buiten de TI of in banen buiten de TI aan de slag gaan. Het TI vmbo is voor onze branche een belangrijke bron voor werving van nieuwe jonge leerling-. De instroom in de TI mbo opleidingen daalt al een aantal jaren, evenals het aantal gediplomeerden dat van deze opleidingen af komt. Tegen deze achtergrond vraagt het onze speciale aandacht dat het aantal aangeboden BPV-plaatsen in de TIbedrijven in de afgelopen jaren is afgenomen. Het is immers van groot belang dat onze branche een groter deel van de TI vmbo gediplomeerden opneemt en aan zich weet te binden dan nu het geval is. Te meer omdat vanaf 13 weer nieuwe kansen voor de branche verwacht worden. Om deze kansen te kunnen benutten moet voldoende gekwalifi ceerd personeel beschikbaar zijn. Een speerpunt is ook de zichtbaarheid van de TI branche in het onderwijs. Opleidingen in de techniek worden breder. De sectorbrede techniekopleidingen groeien. Leerlingen techniek hebben meer keuzemogelijkheden en kunnen ook in andere branches aan de slag. De TI zal alles op alles zetten om voldoende leerlingen voor zich te blijven winnen. In het vertrouwen dat de resultaten van dit onderzoek u extra handvatten zullen bieden voor het maken van gefundeerde keuzes in uw RBPI, wens ik u veel succes in uw werkzaamheden voor onze branche. Elly Verburg Directeur OTIB 3

4

Inhoud Voorwoord... 3 Kerngegevens en actiepunten in de regio... 7 Bedrijven en... 1 Onderwijs... 15 Van opleiding naar werk in de TI... Stromen en patronen op de TI-arbeidsmarkt... 3 De arbeidsmarkt in 9-11... 31 Prognoses voor de periode 1-16... 39 Literatuur... 43 Bijlage... 45 5

6

Kerngegevens en actiepunten in de regio Evenals landelijk in de TI neemt het aantal TI- in de regio zowel in 7 als in 8 toe. Landelijk treedt in 9 een stabilisatie van het aantal TI- op. In deze regio is ook in 9 nog sprake van een duidelijke groei van het aantal TI-. In 1 verandert dit echter. Het aantal TI daalt in deze regio van 3.65 in 9 naar 31. eind 1. In de eerste helft van 11 treedt een verdere daling op naar 31.65. De werkgelegenheid krimpt daarmee in deze regio in sterkere mate dan landelijk in de TI. De daling van het aantal in 1 en 11 doet zich zowel voor in de elektrotechniek als in de installatietechniek. In de koeltechniek is in 1 nauwelijks sprake van afname van het aantal. In de eerste helft van 11 is hier sprake van een duidelijke toename. Voor een deel zien we dezelfde ontwikkelingen in de landelijke TI. Ook landelijk krimpt in 1 en 11 het aantal TI- in de installatietechniek. En ook landelijk gaat op dat er in de periode vanaf begin 1 tot medio 11 sprake is van een toenemend aantal TI- in de koeltechniek. De werkgelegenheid in de elektrotechniek ontwikkelt zich in deze regio in de eerste helft van 11 echter wel anders. Landelijk neemt het aantal in het vakgebied elektrotechniek namelijk duidelijk toe in de eerste helft van 11, terwijl het in deze regio (verder) afneemt. Het aantal TI bedrijven in is in 9 en 1 gedaald, namelijk van circa 1.9 naar circa 1.88 bedrijven. In de eerste helft van 11 neemt het aantal bedrijven weer iets toe. Medio 11 zijn er 1.917 TI bedrijven in actief. De economische recessie treft eerst en vooral de in de fl exibele schil. TI bedrijven in deze regio zijn sinds 9 steeds minder beroep gaan doen op zzp ers en uitzendkrachten. In 1 zijn echter meer TI bedrijven dan in 9 ook vaste krachten gaan ontslaan en contracturen van fl exibeler gaan inzetten. In 11 neemt het aantal bedrijven dat vaste medewerkers moet ontslaan overigens weer wat af, in deze regio meer dan landelijk het geval is. Bij uitstroom gaat het vaak om ervaren krachten. Daarmee verdwijnt vakkennis uit de branche. Door de ontspanning op de TI arbeidsmarkt in de regio zijn er minder vacatures. Het aantal TI bedrijven met moeilijk vervulbare vacatures is vooral in de eerste helft van 9 fors gedaald, van bijna 7 procent eind 8 naar 8 procent medio 9. Vervolgens daalt het verder naar 15 procent medio 1. Daarna treedt een stijging op naar 31 procent in december 1, maar medio 11 is het weer gedaald tot 14 procent. Daarmee ligt het, medio 11, onder het landelijk gemiddelde in de TI van procent. De omslag op de arbeidsmarkt is ook in de gegevens van het UWV zichtbaar. In 7 en 8 stonden bij het UWV nog veel meer vacatures voor monteurs geregistreerd dan direct plaatsbare, werkzoekende monteurs. In deze periode stonden tegenover elke, direct plaatsbare, werkzoekende monteur steeds (bijna) vacatures voor monteurs. In 9 keert deze situatie om: tegenover elke vacature voor monteur staan dan steeds ongeveer werkzoekende monteurs die direct aan de slag willen of kunnen. Alleen in het vierde kwartaal van 1 staan er tijdelijk nauwelijks meer direct plaatsbare werkzoekende monteurs geregistreerd dan vacatures voor monteurs. Daarvoor en ook daarna is er in de UWV-registratie meer aanbod dan vraag naar monteurs. Het aantal leerarbeidsplaatsen in de regio loopt terug. In 9 is het aantal nieuwe BPV s gaan dalen. Die daling zet verder door. Het aantal nieuwe BPV s dat in 1 is afgesloten blijft duidelijk achter bij voorgaande jaren. Het aantal TI bedrijven dat vanwege de recessie BPV plaatsen niet invult neemt zowel in 1 als in 11 toe ten opzichte van 9. Dat is in deze regio het geval en ook in de TI landelijk. Sinds 6 daalt het aantal TI vmbo gediplomeerden in de regio. In 1 ligt het 43 procent lager dan in 6. Dat is een sterkere daling dan landelijk in de TI het geval is (-34%). De daling wordt vooral veroorzaakt door de opleiding elektrotechniek. Het aantal gediplomeerde TI mbo ers blijft in de regio wel redelijk stabiel, terwijl dit aantal landelijk juist daalt. Het aantal gediplomeerden in sectorbrede opleidingen stijgt in deze regio (+9%), en wel sterker dan landelijk (+6%). Het aantal TI hbo gediplomeerden in de regio is in 1 iets gedaald ten opzichte van 9. Landelijk is er eveneens sprake van een lichte daling. 7

De TI verliest een deel van zijn potentieel bij de uitstroom uit het onderwijs en de overgang naar werk doordat TI-gediplomeerden vervolgopleidingen buiten de TI gaan doen of in banen buiten de TI aan het werk gaan. Bij gediplomeerde TI vmbo ers is dit ruim 6 procent, bij de TI mbo-bol ers bijna 5 procent, bij de TI mbo-bbl ers bijna procent, bij de TI hbo ers meer dan 9 procent. Hier staat tegenover dat TI-bedrijven met name voor vacatures van (leerling-)monteurs ook nogal wat gediplomeerden van niet-ti opleidingen aantrekken. De prognose is dat ondanks de recessie de TI arbeidsmarkt in de regio gespannen zal blijven. In 1 wordt een tekort van 6 vmbo ers en 7 mbo ers verwacht. Vanaf 13 gaat, bij een aantrekkende economie, het tekort aan vmbo en mbo schoolverlaters verder oplopen, ook als rekening wordt gehouden met instroom vanuit TI verwante opleidingen. In deze regio loopt het verwachte tekort op tot 1 vmbo ers en 145 mbo ers in 16. De instroom van schoolverlaters vormt jaarlijks slechts een beperkt deel van de totale instroom van nieuwe in de TI (zie fi guur). De meeste TI-bedrijven richten zich bij hun personeelsvoorziening vooral op de arbeidsmarkt van ervaren, uit de eigen branche en uit aanverwante branches. Deze orientatie op (werkende) zij-instromers uit andere branches, waarbij de focus ligt op autochtone mannen die fulltime willen werken, is eenzijdig. In de TI zijn nu naar verhouding bijvoorbeeld weinig vrouwen en allochtone werkzaam. De arbeidsmarkt voor de TI kan verder worden verruimd als de TI er in slaagt meer uit deze groepen aan te trekken. Stromen op de arbeidsmarkt van de technische installatiebranche in in de jaren -1* Instroom schoolverlaters 14-18% technische installatiebranche Uitstroom zzp-ers 1-% uitkeringssituatie 4-7% TI-bedrijf zzp-ers 4-7% uitkeringssituatie 5-13% (andere branches) 48-57% 6-9% (andere branches) 44-59% uitzendbranche** 1-17% geen inkomstenbron 6-9% overig 3% TI-bedrijf uitzendbranche 1-14% geen inkomstenbron 8-11% overig 8-9% pensioen 3-8% Bron: Mn Services en CBS; bewerking ITS * De percentages in deze fi guur geven telkens aan tussen welke grenzen de stromen in deze jaren fl uctueren ** Het gaat hier niet om uitzendkrachten, maar om personen die overstappen van uitzendwerk naar een vaste of tijdelijke baan bij een TI-bedrijf en vice versa. In lijn met het voorafgaande kunnen 8 actiepunten worden benoemd: 1. Gevolgen recessie dempen via van-werk-naar-werk mobiliteit Sinds 9 zijn veel in de TI hun baan kwijt geraakt en is het aantal werkzoekende monteurs opgelopen. Tegelijkertijd zijn er nog de nodige bedrijven met moeilijk vervulbare vacatures. Via van werk naar werk begeleiding kunnen vraag en aanbod beter bij elkaar worden gebracht. Ook de collegiale in- en uitleen en de praktijkopleidingcentra in de TI kunnen daarbij een rol spelen.. Inzetbaarheid flexibele schil op peil houden Door de recessie zijn bedrijven minder gebruik gaan maken van uitzendkrachten en zzp ers. Het risico is dat deze daardoor hun vaardigheden niet op het benodigde peil kunnen houden. Dat is een punt van aandacht voor de TI. Als de TI bij een aantrekkende economie weer meer zzp ers en uitzendkrachten gaat inschakelen moeten zij weer goed beslagen ten ijs komen. 8

3. TI-identiteit in vmbo vasthouden en zo mogelijk vergroten Het aantal TI vmbo-leerlingen daalt. Het risico bestaat dat er TI-opleidingen op vmbo-instellingen verdwijnen. Dit vermindert de herkenbaarheid en daarmee de aantrekkingskracht van de TI-branche voor leerlingen op basisscholen en vmbo scholen. Het is van belang dat alles op alles wordt gezet om de TI vmbo opleidingen op peil te houden en te waarborgen dat de nieuwe brede vmbo opleidingen voldoende TI specifi eke elementen bevatten. 4. Vinden en binden van jongeren door meer en aantrekkelijke BPV-plaatsen De ontgroening leidt ertoe dat er minder jongeren op de arbeidsmarkt komen. Jongeren kiezen ook steeds meer voor nieuwe brede (v)mbo opleidingen. Deze jongeren kunnen in diverse branches terecht. Het is voor de TI-branche van belang om bij de jongeren goed in beeld te komen, aantrekkelijke BPV-plaatsen aan te bieden die jongeren aanspreken en dit bovendien in voldoende mate te doen. 5. Meer vacatures voor hbo ers vervullen met schoolverlaters Bedrijven in de TI en TI hbo ers weten elkaar niet of nauwelijks te vinden. Het overgrote deel van de TI hbo ers gaat na afstuderen buiten de TI aan het werk. De TI zoekt vooral hbo ers met ervaring. TI bedrijven die hbo ers willen aantrekken dienen zich ook op schoolverlaters te richten, beter in beeld te komen op scholen, beter te communiceren wat ze de hbo ers te bieden hebben en ook zelf te investeren in (aanvullende) opleiding en loopbaanmogelijkheden voor deze schoolverlaters. 6. Beperking van uitstroom door beter personeelbeleid Een derde deel van de nieuw instromende in de TI is binnen één jaar al weer uit de branche vertrokken. De redenen van uitstroom hebben vooral met het gevoerde personeelbeleid te maken: overlegmogelijkheden, opleiding- en loopbaanmogelijkheden, beoordeling en beloning, mogelijkheden om in deeltijd te werken. Beter personeelbeleid op deze punten kan uitstroom afremmen. 7. Ouderen langer aan het werk proberen te houden De helft van de TI- denkt niet in staat te zijn om hun werk tot hun 65e te doen. Wel geven veel aan dat lichter werk en minder fysieke ongemakken er aan kunnen bijdragen dat ze langer aan het werk blijven. Ook scholing kan helpen later beter passend werk te krijgen. 8. Verbreding doelgroepen wervingsbeleid Bij vrouwen, allochtonen, inactieven en uitvallers uit het onderwijs liggen meer mogelijkheden dan de TIbranche tot dusver benut. Scholing en training kunnen instroom vanuit deze groepen bevorderen, waar zij niet direct inzetbaar zijn. Ook combinaties van leren en werken kunnen daarbij soulaas bieden. 9

Bedrijven en 1.917 TI-bedrijven met 31.65 In RBPI staan medio 11 1.917 TI-bedrijven geregistreerd bij Mn Services met in totaal 31.65. Van deze bedrijven zijn er 965 (5%) vooral actief op het vakgebied elektrotechniek, 89 (46%) vooral op het vakgebied installatietechniek en 6 (3%) vooral op het vakgebied koeltechniek. Aantal TI-bedrijven in afgelopen 1 jaar gestegen van 1.8 naar 1.917 In de periode -6 schommelt het aantal TI-bedrijven in de regio steeds rond de 1.8. In de jaren 6, 7 en 8 neemt het aantal TI-bedrijven in deze regio toe tot 1.9. In 9 treedt voor het eerst in jaren een daling op naar beneden de 1.9, namelijk 1.89. In 1 daalt het nog weer wat verder naar 1.878. In de eerste helft van 11 neemt het aantal TI-bedrijven in deze regio weer toe naar 1.917. In 7-9 groei van 31. naar 3.65 TI- In de periode -6 schommelt het aantal TI- in deze regio steeds tussen de 3 en de 31 duizend. In de 3 jaren daarna neemt het aantal TI- toe tot 3.65 in 9. In 1 daling naar 31. en in de eerste helft van 11 naar 31.65 In 1 daalt het aantal TI- in deze regio van 3.65 naar 31.. In de eerste helft van 11 treedt een verdere daling op naar 31.65. Deze daling van het aantal in 1 en 11 doet zich zowel voor in de elektrotechniek als in de installatietechniek. In de koeltechniek is in 1 nauwelijks sprake van een afname (van 1.3 naar 1.7) van het aantal en in de eerste helft van 11 is in dit vakgebied sprake van een duidelijke toename, namelijk van 1.7 naar 1.85. Gemiddeld aantal per bedrijf vrij constant In hadden de TI-bedrijven in deze regio gemiddeld 16,7 in dienst. Medio 11 is dit gemiddelde 16,9. Landelijk gezien is het gemiddeld aantal per TI-bedrijf in deze periode iets meer toegenomen, namelijk van 15,8 in naar 16,4 in 11. In feite is de krimp in de TI-werkgelegenheid in deze regio in 1 en 11 nog groter dan uit de hierboven gespresenteerde cijfers naar voren komt. Het gaat bij de hierboven gepresenteerde cijfers namelijk alleen om met een vast of tijdelijk arbeidscontract met een TI-bedrijf. Uitzendkrachten en zzp ers (zelfstandigen zonder personeel) die door TI-bedrijven ingehuurd worden - dergelijke ingehuurde krachten worden vaak aangeduid als de fl exibele schil - worden niet in de registratie van Mn Services opgenomen. Een recessie heeft in eerste instantie vooral gevolgen voor de werkgelegenheid van uitzendkrachten en zzp ers. In een van de volgende hoofdstukken zullen we laten zien dat veel TI-bedrijven, en dat geldt ook voor deze regio, vanaf 9 minder gebruik zijn gaan maken van deze krachten. Grote bedrijven hebben groot aandeel in de TI-werkgelegenheid Het aantal grote(re) TI-bedrijven met meer dan 1 neemt in deze regio in de periode -11 toe van 4 naar 57. Daarmee neemt het aandeel van de grote bedrijven in deze regio toe van,4 procent van de TI-bedrijven in naar 3, procent in 11. Landelijk neemt het aandeel grote TI-bedrijven met meer dan 1 in de afgelopen 1 jaar toe van,4 naar,6 procent. Het kleine aantal van 57 (3,%) grote TI-bedrijven heeft wel ruim een derde (38%) van alle TI- in dienst. Landelijk hebben de grote TI-bedrijven 3 procent van de in dienst. In de regio is het aandeel van de grote TI-bedrijven in de TI-werkge- Figuur 1 Ontwikkeling van het aantal TI- in de periode -11 (=1) 14 1 1 8 6 4 1 13 15 15 15 16 15 16 19 11 17 16 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 9.1 9.933 3.643 3.53 3.79 31.64 3.754 3.991 31.91 3.651 31.8 31.65 aantal 14 1 1 8 6 4 Nederland Totaal 1 1 13 13 13 13 14 17 19 19 17 17 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 17.791 13.67 131.895 131.9 131.64 131.184133.48 136.31 139.494 139.468 136.183137.3 aantal Bron: Mn Services, bewerking ITS 1

Figuur Verdeling van de bedrijven en van de werkgelegenheid naar bedrijfsomvang, medio 11 % 6 51 5 4 3 1 7 7 16 15 5 14 4 3 38 % Nederland Totaal 6 51 5 4 3 1 7 6 16 16 7 17 4 3 3 1-5 6-15 16-5 51-1 1 en meer 1-5 6-15 16-5 51-1 1 en meer % aandeel bedrijven % aandeel werkgelegenheid % aandeel bedrijven % aandeel werkgelegenheid Bron: Mn Services, bewerking ITS legenheid in de periode -11 toegenomen van 31 naar 38 procent, terwijl het aandeel van de grote TI-bedrijven in de TI-werkgelegenheid landelijk in deze periode van 1 jaar gestegen is van 9 naar 3 procent. Het aandeel van de kleine TI-bedrijven (1-5 ) in de TIwerkgelegenheid is in deze regio gedurende de periode -11 steeds 7 procent. Landelijk is het aandeel dat de kleine TI-bedrijven hebben in de TI-werkgelegenheid in deze periode gedaald van 8 naar 7 procent (zie fi guur ). In de regio is sprake van 5 LPI s. De grootste LPI wat betreft aantal TI-bedrijven en aantal TI- is LPI Rotterdam. LPI Gouda heeft het kleinste aantal TI-bedrijven en TI- (zie fi guur 3). Figuur 3 Verdeling van de bedrijven en de werkgelegenheid over de 5 LPI s, medio 11 6 5 4 3 1 15 11 5 Rijnlanden Haaglanden Gouda Zuid Bron: Mn Services, bewerking ITS 8 7 19 18 % aandeel bedrijven % aandeel 35 44 Rotterdam Profiel van de werknemer: vooral autochtone fulltime werkende mannen Bij de in de TI in deze regio gaat het - evenals elders in Nederland - hoofdzakelijk om fulltime werkende autochtone mannen. In deze regio doen zich hierbij, evenals in de TI landelijk, in de periode -11 vrij weinig veranderingen voor. Het aandeel niet-westers allochtonen is in de periode -11 toegenomen van 8 tot 11 procent. Het aandeel westerse allochtonen is vrijwel steeds 7 procent. Het aandeel vrouwen is in deze periode gestegen van 8,9 naar 1,6 procent. Landelijk is het aandeel vrouwen in de TI gestegen van 9, naar 1, procent. Het aantal parttimers is gestegen van 1 naar 14 procent. Landelijk is het aantal parttimers in deze periode gestegen van 11 naar 15 procent. Bij de parttimers gaat het vooral om vrouwen. Tweederde deel (68%) van de vrouwen in deze regio werkt parttime (TI-landelijk: 73%). Het aantal parttimers onder de mannen is 8 procent. Overigens neemt het aantal parttimers zowel bij de mannen als bij de vrouwen toe. Bij de mannen is dit toegenomen van 6 procent in naar 8 procent in 11. Bij de vrouwen is het aantal parttimers gestegen van 54 procent in naar 68 procent medio 11. Vrouwen en parttimers zijn overwegend in administratieve functies werkzaam: van de administratieve functies wordt 8 procent vervuld door een vrouw en 6 procent van de administratieve krachten zijn parttimers. Wel toename van vrouwen in technische functies In de functie van monteur zijn - en blijven - vrijwel uitsluitend mannen werkzaam. Het aandeel vrouwen in deze functie is in deze regio gestegen van 1, procent in naar 1,3 procent medio 11. Bij de technische staffuncties is het aandeel vrouwen in deze regio (wat) meer gestegen. Dat is vooral zo bij de engineers en de planners. In was 1, procent van de in deze twee functies van het vrouwelijk geslacht. Medio 11 is dit gestegen naar 4,5 procent. Landelijk is op dit punt sprake van minder stijging, namelijk van 1,8 naar 4, procent. Van de vrouwen in technische functies werkt 46 procent fulltime. Dat is vaker dan bij de vrouwen in niet-technische functies (3% fulltime), maar minder vaak dan bij de mannen in technische functies (93% fulltime). Op deze punten is er niet veel verschil met de landelijke situatie in de TI. Vooral uitvoerende monteurs Van de TI- in de regio is, medio 11, 64 procent als monteur/installateur werkzaam. De overige vervullen de volgende functies: technische staffuncties (engineer, calculator, tekenaar, werkvoorbereider, etc.) 8% administratieve ondersteuning 9% verkoper 1% (project)leiding/management 7% overige functies 1% 11

Figuur 4 Functiestructuur van kleine en grote TI-bedrijven, medio 11 9 8 7 6 5 4 3 1 79 7 1 13 16 11 11 1 9 1 7 1 3 6 8 3 4 6 8 8 9 1-5 74 6-15 69 16-5 6 51-1 55 1 en meer 9 8 7 6 5 4 3 1 79 1 11 11 1 7 8 4 7 9 8 7 3 4 6 9 8 1 13 9 1-5 74 6-15 Nederland Totaal 68 16-5 63 51-1 59 1 en meer technische staffuncties administratieve ondersteuning overige functies monteren en installeren (project)leiding / management technische staffuncties administratieve (financiële) ondersteuning overige functies monteren en installeren (project)leiding / management Bron: Mn Services, bewerking ITS Deze functieverdeling van de TI- in wijkt weinig af van die in Nederland als geheel. De functieverdeling van de hangt duidelijk samen met de bedrijfsomvang (zie fi guur 4). Dat is niet alleen zo in, maar ook in de andere RBPI s. Het aandeel van de monteurs in het personeelsbestand neemt af van 79 procent in de TI-bedrijven met 1-5 naar 55 procent in de TI-bedrijven met meer dan 1. Het aandeel ontwikkelaars, planners/ werkvoorbereiders, tekenaars neemt toe van 1 procent in de kleinste TI-bedrijven naar 13 procent in de TI-bedrijven met meer dan 1. Ook het aandeel leidinggevenden neemt toe naarmate de TI-bedrijven meer hebben. Aantal engineeers en aantal planners/werkvoorbereiders neemt duidelijk toe De functieverdeling van de TI- is in de periode -11 enigszins veranderd. Landelijk is het aandeel monteurs in de periode -11 afgenomen van 7 naar 66 procent. In deze regio is het aandeel monteurs gedaald van 7 naar 64 procent. Het aandeel in technische staffuncties (engineer, planner, werkvoorbereider, tekenaar) is - landelijk - geleidelijk gestegen van 6, procent in naar 8,4 procent medio 11. Het aantal tekenaars is in deze periode gedaald. Ook in de regio is het aantal in technische staffuncties in de periode -1 toegenomen, namelijk van 5,9 naar 8,4 procent. De toename van het aantal in deze functies is in deze regio (nog) iets groter dan landelijk in de TI het geval is (zie ook fi guur 5). Dit komt zeer waarschijnlijk omdat in deze regio in de periode -11 een sterkere concentratie van de TI-werkgelegenheid in grote TI-bedrijven, dat wil zeggen bedrijven met meer dan 1, is opgetreden (in deze regio van 31 naar 38%; landelijk van 9 naar 3%). Werknemers hebben overwegend een technische opleiding op mbo-niveau Van de TI- in Nederland heeft ruim de helft een mbo-opleiding niveau of hoger (fi guur 6); 5 procent heeft een lagere opleiding en 1 procent heeft een hogere opleiding. Bij de 1 procent met een hogere opleiding gaat het vooral om een hbo-opleiding (9%) en maar weinig om een wo-opleiding (1%). Bijna tweederde deel (6%) van de TI- heeft een opleiding voor de TI gevolgd of is daar nog mee bezig. Nog eens 17 procent heeft een andere technische opleiding. Ruim één op de vijf TI- heeft geen technische opleiding en bij deze TI- gaat het vaak om administratieve krachten en verkopers. Figuur 5 Ontwikkeling van het aantal in technische staffuncties in de periode -11 (=1) 3 3 Nederland Totaal 5 5 15 1 167 144 153 15 18 137 117 1 1 1 1 11 14 94 98 199 186 175 175 17 1 15 1 197 187 171 159 166 17 136 141 146 1 1 111 17 1 13 98 94 9 96 94 5 5 4 6 8 1 medio 11 4 6 8 1 medio 11 tekenaars planners/werkvoorbereiders ontwikkelaars tekenaars planners/werkvoorbereiders ontwikkelaars Bron: Mn Services; bewerking ITS 1

Figuur 6 Opleiding van de TI-, in 9* 1% Opleidingsrichting Opleidingsniveau 4% 1% 5% 17% 6% 37% 4% TI-opleiding andere technische opleiding geen technische opleiding basisonderwijs/vmbo/avo onderbouw/mbo 1 mbo + 3 mbo 4 hbo/wo overig Bron: CBS, enquête EBB (Enquête Beroepsbevolking, 9) * De gegevens in fi guur 6 hebben betrekking op de situatie voor heel Nederland. Deze cijfers kunnen niet uitgesplitst worden per RBPI, aangezien de aantallen door het CBS geënquêteerde TI- per RBPI te klein zijn. Ontwikkelaars hebben vrijwel allemaal een TI-opleiding op hbo- of op mbo niveau 4. Planners en tekenaars hebben eveneens meestal een TI-opleiding gevolgd, maar dan vooral op mbo niveau 4. Ook de monteurs hebben meestal een TI-opleiding gevolgd of zijn daar nog mee bezig. Het niveau van deze opleiding varieert van vmbo tot mbo niveau 4. Aandeel hoger opgeleiden (mbo niveau 4 en hbo) stijgt Voor de hele periode -9 gaat op dat 75-8 procent van de TI- een technische opleiding heeft en dat is meestal een TI-opleiding. In de periode -9 tekent zich een geleidelijke stijging van het opleidingsniveau van de TI- af. Dit komt vooral naar voren bij de TI- met een mbo niveau 4 opleiding. Deze categorie neemt toe van 6 procent in de eerste jaren van deze eeuw naar 37 procent in de jaren 7, 8 en 9. Ook het aandeel TI- met een hbo/wo opleiding stijgt, namelijk van 7-8 procent in de jaren -3 naar 1 procent in de afgelopen jaren. Het gaat hierbij overigens overwegend om hbo ers. Het aandeel TI- met een wo-opleiding is in de hele periode - 9 één procent. De stijging van 4 naar 7 procent van het aantal planners/werkvoorbereiders en ontwikkelaars in de TI in Nederland in deze periode biedt slechts een gedeeltelijke verklaring voor de stijging van het opleidingsniveau. Waarschijnlijk speelt ook upgrading binnen (een deel van) de monteursfuncties een rol. Aandeel jongeren daalt en aandeel ouderen stijgt In de leeftijdsopbouw van het bestand doen zich duidelijke veranderingen voor. Er is sprake van vergrijzing en van ontgroening. Het percentage jongeren (onder de 5 jaar) is in de regio van 1 procent in gedaald naar 15 procent in 11 (zie fi guur 7). Figuur 7 laat zien dat niet alleen het aandeel jongeren onder 5 jaar in deze regio afneemt, maar dat dit ook opgaat voor categorie tussen de 5 en 35 jaar. Het aandeel van deze categorie daalt van 31 procent in naar 4 procent in 11. In totaal daalt het aandeel jongeren onder de 35 jaar van 5 procent in naar 39 procent in 11. Figuur 8 laat zien dat het aandeel ouderen (boven de 35 jaar) in deze periode stijgt van 48 procent naar 61 procent. Met name het aandeel ouderen van 55 jaar en ouder neemt snel toe. Dit aandeel verdubbelt in de periode -11, namelijk van 6 procent in naar 1 procent in 11. Figuur 7 Ontwikkeling aandeel jongeren in de periode -11 4 35 3 5 15 1 5 31 31 3 9 8 7 6 5 4 4 5 4 1 1 18 18 17 18 18 16 15 15 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 % < 5 jaar % 5 jaar - 35 jaar 4 35 3 5 15 1 5 Nederland Totaal 33 3 31 3 9 8 7 6 5 5 5 4 19 18 17 16 16 17 17 16 15 14 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 % < 5 jaar % 5-35 jaar Bron: Mn Services; bewerking ITS 13

Het proces van ontgroening en vergrijzing doet zich binnen alle 3 de vakgebieden in ongeveer gelijke mate voor. De gemiddelde leeftijd van de is in deze periode in deze regio van (ruim) 1 jaar gestegen van 35,4 naar 38,9 jaar. Overigens varieert de gemiddelde leeftijd van de met de bedrijfsomvang: bedrijven met 1-5 36, jaar bedrijven met 6-15 37,1 jaar bedrijven met 16-5 37,8 jaar bedrijven met 51-1 39,1 jaar bedrijven met meer dan 1 41,6 jaar De stijging van de gemiddelde leeftijd van alle TI- in Nederland volgt dezelfde trend. Ook landelijk is er in de TI sprake van een stijging van de gemiddelde leeftijd, namelijk van 35,5 jaar in naar 39,3 jaar medio 11. En ook landelijk gaat in de TI op dat de gemiddelde leeftijd van de in de grotere bedrijven hoger is dan in de kleinere. Niet alle TI-bedrijven en TI- bij Mn Services geregistreerd In zijn ook nog eens bijna 1.7 TI-bedrijven actief waaronder veel bedrijven van zzp ers: zelfstandigen zonder personeel die niet staan geregistreerd bij Mn Services (niet alle TI-bedrijven volgen de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf). In totaal zijn in deze bedrijven nog eens circa 3.675 werkzaam. Het totaal aantal TI- in RBPI bedraagt medio 11 dus ongeveer 34.75. Er is niet veel verschil tussen de 31.65 TI- die bij Mn Services geregistreerd staan en de 3.675 TI- die elders geregistreerd staan. Wel zitten in de laatste categorie van 3.675 TI- wat meer vrouwen en wat meer 55-plussers. In de rest van de rapportage is rekening gehouden met de niet bij Mn Services geregistreerde. Figuur 8 Ontwikkeling aandeel ouderen in de periode -11 4 35 3 5 15 1 5 4 4 4 5 6 7 7 7 7 7 7 7 18 18 18 18 19 19 19 1 6 7 8 8 9 9 1 1 11 11 1 1 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 4 35 3 5 15 1 5 3 4 4 5 Nederland Totaal 7 7 8 8 8 8 8 8 18 18 18 18 19 19 1 1 1 6 7 7 8 9 9 1 1 11 11 1 1 1 3 4 5 6 7 8 9 1 medio 11 % 35-44 jaar % 45-54 jaar % > 54 jaar % 35-44 jaar % 45-54 jaar % > 54 jaar Bron: Mn Services; bewerking ITS 14

Onderwijs Om een beeld te geven van het TI-onderwijs in regio Zuid Holland brengen we het aantal leerlingen/studenten en gediplomeerden in de onderwijssectoren vmbo, mbo en hbo in beeld. Van alle onderwijsinstellingen is bekend hoeveel leerlingen/studenten een TI-opleiding volgen en hoeveel gediplomeerden ze afl everen. Voor het vmbo en mbo is het gebied goed af te bakenen. Voor het hbo is dit niet (exact) mogelijk. De aantallen studenten en gediplomeerden per opleiding zijn alleen bekend op hoofdinstellingsniveau. Wel is bekend van iedere opleiding in welke nevenvestiging deze wordt aangeboden. Dit maakt het mogelijk om per opleiding de studenten middels een verdeelsleutel toe te wijzen aan een nevenvestiging en daarmee aan een regio. Hierdoor moeten we de aantallen op regioniveau wel met enige behoedzaamheid interpreteren. Bovendien hoeft de plaats waar een hbo-student een opleiding volgt niet veel te zeggen over de regio waar de student na het behalen van het diploma een baan gaat zoeken. In de bijlage staat per LPI het aantal vmbo-leerlingen en gediplomeerden en voor mbo en hbo per onderwijsinstelling het aantal mbo-leerlingen en hbo-studenten en het aantal gediplomeerden. Hieronder bespreken we het aantal leerlingen, studenten en gediplomeerden per onderwijssector. Achtereenvolgens komt het aantal leerlingen en gediplomeerden op het vmbo, het mbo en het aantal studenten en gediplomeerden op het hbo aan bod. Daarna kijken we naar de ontwikkelingen van het aantal BPV-plaatsen in de TI. Aantal vmbo-leerlingen in TI-opleidingen in vijf jaar tijd ruim gehalveerd In de regio volgen in het vmbo in 1/11 888 leerlingen een TI-opleiding elektrotechniek, installatie of instalektro. Dat is 54 procent minder dan vijf jaar terug. De grootste daling vond plaats tussen 6/7 en 7/8 (-33%). Ook landelijk zien we in de afgelopen vijf jaar een daling in het aantal TI-leerlingen in het vmbo (-5%). Het aantal leerlingen instalektro en elektrotechniek is, landelijk gezien, in de afgelopen vijf jaar met respectievelijk 41 procent en 54 procent gedaald. De totale landelijke afname van 4.368 leerlingen in de afgelopen vijf jaar komt grotendeels voor rekening van het dalende aantal leerlingen elektrotechniek. Dit geldt ook voor de regio. Trends in het vmbo zetten door Binnen het vmbo bestaan twee tegengestelde richtingen die allebei proberen aan te sluiten bij de behoefte van de leerlingen. De ene zoekt het in specialisering van het programma, en probeert, zoals het Vakcollege Techniek, de leerlingen zo vroeg mogelijk met de praktijk te confronteren en op te leiden tot technisch vakman of vrouw. Voor de TI betekent dit een uitgelezen kans om vmbo ers te vinden en te binden. In zijn zeven vmbo-locaties verbonden aan Het Vakcollege: Coenecoop College, ISW, Scholengroep Den Haag Zuid-West, Scholengemeenschap De Hoven, Maris College, Stedelijk College Zoetermeer en Teylingen College. De andere richting zoekt het in verbreding, enerzijds door brede opleidingen die lesmateriaal uit verschillende vmbo-sectoren combineren (vmbo intersectoraal) en anderzijds door brede opleidingen binnen de sector techniek aan te bieden (sectorbreed). De sectorbrede techniekopleiding combineert verschillende techniekrichtingen in één opleiding. In 1/11 volgen in de regio in totaal 1.777 leerlingen een sectorbrede opleiding (leerjaar 3: 96 en leerjaar 4: 815). Ten opzichte van het jaar ervoor is dit een daling van vier procent (landelijk: -3%). In totaal zijn er zes intersectorale opleidingen, waarvan vier met een technische oriëntatie (technologie in de gemengde leerweg, ict-route, technologie en dienstverlening en technologie en commercie). In volgen 1.683 leerlingen een technische intersectorale opleiding (leerjaar 3: 1.131 en leerjaar 4: 55) Dit is ten opzichte van 9/1 een stijging van tien procent (landelijk: +11%). Figuur 9a Ontwikkeling aantal TI-leerlingen in het vmbo, regio en landelijk landelijk. 1.943 1. 8.688 1.5 1. 1.93 1.16 993 888 8. 6. 4. 6.936 5.777 5.8 4.3 5. 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 instalektro 36 159 149 143 installatietechniek 194 14 15 136 11 elektrotechniek 1443 951 73 78 64 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 instalektro 1.483 1.19 1.17 1.3 88 installatietechniek 643 55 55 493 434 elektrotechniek 6.56 5.167 4.55 3.564 3.6 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS 15

Figuur 9b Ontwikkeling aantal TI-gediplomeerden in het vmbo, regio en landelijk 1. 75 5 835 847 64 493 48 4. 3.. 3.531 3.554 landelijk.935.658.346 5 1. 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 instalektro 144 14 115 15 76 installatietechniek 56 96 85 48 76 elektrotechniek 635 67 44 34 38 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 instalektro 574 554 495 417 41 installatietechniek 7 318 7 43 53 elektrotechniek.687.68.168 1.998 1.67 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS Aantal vmbo-gediplomeerden TI het laatste jaar stabiel In 9/1 heeft de regio 48 TI-gediplomeerden. Dat is vergelijkbaar met het aantal gediplomeerden in 8/9. Vergeleken met het piekjaar 6/7 is het aantal gediplomeerden gedaald met 43 procent. Ook landelijk was 6/7 een piekjaar en daalt daarna het aantal gediplomeerden tot.346 in 9/1(-34%). De daling in het aantal gediplomeerden wordt vooral veroorzaakt door de opleiding elektrotechniek. In tegenstelling tot het landelijk beeld zijn er in de regio in 9/1 meer gediplomeerden installatechniek dan in 5/6. De gediplomeerden in de brede technische opleidingen nemen in tegenstelling tot de traditionele TI-opleidingen wel toe. In de regio zijn dat er in 9/1 in sectorbrede techniekopleidingen 787 (landelijk.979) en in de technische intersectorale opleidingen 35 (landelijk: 1.66). Dit is vergeleken met 8/9 een toename van respectievelijk negen procent en twee procent (landelijk respectievelijk +6% en +14%). Aantal mbo-deelnemers installatietechniek in de afgelopen vijf jaar toegenomen, maar in het laatste jaar gedaald In 1/11 volgen in totaal 3.971 mbo ers een TI-opleiding elektrotechniek, koude techniek of installatietechniek, een daling van 13 procent ten opzichte van 9/1. Voor 9/1 was het aantal TI-deelnemers redelijk stabiel. Regio volgt ongeveer de landelijke trend. De daling in het laatste jaar is landelijk wel minder sterk (-8%). Vooral het aantal deelnemers in de elektrotechniek is in de afgelopen vijf jaar afgenomen. In dezelfde periode is het aantal deelnemers bij de opleiding installatietechniek zowel landelijk als regionaal toegenomen. In de regio zien we tussen 8/9 en 1/11 een afname van 3.984 naar 3.176 BBL ers in de TI (-%; landelijk -17%). In dezelfde periode daalt ook het aantal BOL-deelnemers met 9 procent (landelijk -6%). Het is hierdoor niet aannemelijk dat er veel BBL ers door een gebrek aan een leerwerkplaats de afgelopen jaren zijn overgestapt naar een TI-BOL-opleiding. In volgen in verhouding meer TI-mbo-deelnemers een BBL-opleiding dan landelijk (regio: 83% versus landelijk: 79%). Het aantal mbo-gediplomeerden TI laatste drie jaar gestabiliseerd Na een aanvankelijke lichte daling in het aantal mbo-gediplomeerden is dit aantal sinds 7/8 in de regio Zuid Holland gestabiliseerd. In 9/1 zijn er 1.98 gediplomeerden. Landelijk is het aantal gediplomeerden in het laatste jaar gedaald met zes procent. Regionaal en landelijk is in de afgelopen vijf jaar het aantal gediplomeerden koude techniek en installatietechniek toegenomen. In 9/1 zijn er minder gediplomeerden Figuur 1a Ontwikkeling TI-deelnemers in het mbo, regio en landelijk 6.5 3. landelijk 5. 3.75 5.185 5.43 5.14 4.549 3.971 4. 18. 4.374 3.954 3.78.574 18.989.5 1. 1.5 6. 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 koude techniek 11 11 114 13 88 installatietechniek 1.57 1.541 1.7 1.71 1.647 elektrotechniek 3.548 3.41 3.9.734.36 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 koude techniek 538 654 61 418 341 installatietechniek 7.44 7.648 8.147 7.68 7.895 elektrotechniek 16.59 15.65 14.51 1.58 1.753 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS 16

Figuur 1b Ontwikkeling TI-gediplomeerden in het mbo, regio en landelijk 1.5 1. 1.374 1.336 1.73 1.97 1.98 7.5 6. landelijk 7.9 6.8 6.837 6.761 6.365 9 4.5 6 3. 3 1.5 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 koude techniek 19 37 7 44 31 installatietechniek 464 417 41 49 487 elektrotechniek 891 88 834 844 78 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 koude techniek 143 15 8 87 167 installatietechniek.376.19.397.516.57 elektrotechniek 4.49 4.417 4.16 3.958 3.68 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS elektrotechniek dan in 5/6, maar deze afname is in de regio minder groot dan landelijk. Van de TI-gediplomeerden in de regio heeft 8 procent een BBL-opleiding gevolgd (landelijk: 78%). De meeste TI-gediplomeerden in de regio hebben een opleiding gevolgd voor assistent monteur (49%), eerste monteur (8%), technicus (8%) en leidinggevend technicus (7%). Landelijk bestaat de top vier uit dezelfde opleidingen: assistent monteur (47%), eerste monteur (8%), technicus (8%) en leidinggevend technicus (7%). Aantal hbo-studenten TI stijgt licht in het afgelopen jaar In de regio is het aantal hbo-studenten in 1/11 gestegen van.89 naar.31. Echter, ten opzichte van 7/8 is het aantal studenten gedaald met vijf procent. Landelijk is er sinds 7/8 een stijging in het aantal hbo-studenten TI (+5%). In de regio volgen TIstudenten vooral een opleiding werktuigbouwkunde. Het aantal studenten elektrotechniek in de regio is in de afgelopen vijf jaar sterk afgenomen van 848 in 6/7 naar 66 in 1/11 (-9%). De landelijke daling in deze periode is een stuk lager (-%). Vanaf 9/1 zijn er geen studenten aot meer in de regio. De Associate degree-opleidingen (Ad) zijn een nieuw begrip in de onderwijswereld, tussen mbo en hbo-niveau. De Ad is vooral bedoeld voor werkenden die weer een studie willen oppakken en voor degenen die na hun mbo- 4-opleiding wel willen doorstuderen, maar niet voor een vierjarige hbo-bacheloropleiding willen kiezen. Landelijk zijn in 1/11 1 studenten ingeschreven in één van deze TI-Associate degree-opleidingen. In de regio Zuid Holland volgen 9 hbo-studenten de Ad-opleiding installatietechniek. Ten opzichte van 9/1 is dit een daling van procent. Daling hbo-gediplomeerden TI volgt landelijke trend In is het aantal hbo-ti-gediplomeerden in 9/1 gedaald van 449 naar 4 en is nu op hetzelfde niveau als in 7/8. De daling in de afgelopen vijf jaar is 14 procent. Dit komt overeen met de landelijke trend in deze periode (-13%). De daling wordt, zowel landelijk als regionaal, vooral door de opleiding elektrotechniek veroorzaakt. Er zijn in de regio geen gediplomeerden aot sinds 8/9. In heeft 13 procent van de gediplomeerden een duale TI-opleiding gevolgd (landelijk: 1%). Deze studenten werken vier dagen per week en gaan één dag naar school. Vereiste is dat de student al een baan heeft binnen het vakgebied van de TI-opleiding. Daarnaast volgt in 7 procent van de gediplomeerden een deeltijdopleiding (landelijk: 9%). Ook voor deze groep gediplomeerden geldt dat zij vaak al een baan hebben tijdens de studie, zij het niet zoals bij de duale opleiding per sé binnen het vakgebied van de opleiding. De overige 61 procent volgde in de regio een voltijdopleiding. Met name deze groep hbo ers zal na het behalen van het diploma nieuw instromen op de arbeidsmarkt. Figuur 11a Ontwikkeling TI-studenten in het hbo, regio en landelijk 3.5.6.58.435.31.89.31. 16. landelijk 16.14 16.98 16.46 16.563 16.88 1.95 1. 1.3 8. 65 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 aot 44 17 5 elektrotechniek 848 748 68 66 66 technische bedrijfskunde 648 74 694 653 689 werktuigbouwkunde 988 966 931 974 1.6 4. 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 aot 581 641 663 644 611 elektrotechniek 5.486 5.336 5.37 5.41 5.386 technische bedrijfskunde 4.658 4.76 4.778 4.93 5.1 werktuigbouwkunde 5.417 5.395 5.478 5.595 5.79 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS 17

Figuur 11b Ontwikkeling TI-gediplomeerden in het hbo, regio en landelijk 65 5 375 491 46 419 449 4 4. 3..4 3.71 3.169 landelijk.93 3..858 5 1.6 15 8 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 aot 18 19 11 elektrotechniek 167 167 134 137 13 technische bedrijfskunde 13 19 18 158 13 werktuigbouwkunde 174 167 166 154 167 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 aot 14 14 11 81 89 elektrotechniek 1.18 1.83 95 975 97 technische bedrijfskunde 993 976 946 943 899 werktuigbouwkunde 1.8 1.6 96 1.3 943 Bron: DUO-Cfi, bewerking ITS Het aantal startende BPV s in 1/11 is duidelijk minder dan in voorgaande schooljaren In regio zijn in schooljaar 1/11 totaal 1.115 TI-bedrijven 1 door Kenteq erkend als leerbedrijf. Dit is ongeveer 58 procent van het totaal aantal TI-bedrijven in de regio. Niet alle erkende bedrijven sluiten daadwerkelijk BPV-overeenkomsten af. In regio hebben 47 bedrijven BPV-plaatsen en zijn daardoor een actief leerbedrijf. In totaal is dus bijna 5 procent van alle TI-bedrijven in deze regio actief en dit is hetzelfde percentage als in heel Nederland (5%). Bedrijven kunnen door Kenteq erkend worden voor meerdere opleidingen. In schooljaar 1/11 hebben de actieve leerbedrijven in regio gemiddeld zes BPV-plaatsen vervuld. In de regio zijn vier praktijkopleidingscentra (poc s) gevestigd, die actief BPV-plaatsen verzorgen. Deze poc s verzorgen ongeveer 19 procent van de BPV-plaatsen in de regio. Dat is minder dan landelijk (31%). De ontwikkeling van het totaal aantal startende en lopende BPV s in de regio is te zien in fi guur 1. Net als op landelijk niveau begint het grootste deel van het aantal BPV s ieder jaar in de maanden augustus en september. Dit is te zien aan het aantal startende BPV s in die maanden. Het grootste aantal BPV s eindigt ieder jaar in de maand juli. Dit is te zien aan de ontwikkeling van het aantal lopende BPV s. De daling die ingezet is in 9/1 zet door. Het aantal nieuwe BPV s in augustus en september 1 blijft duidelijk achter bij het aantal in dezelfde maanden in voorgaande jaren. Het aantal lopende BPVplaatsen in het vakgebied elektrotechniek (51%) is groter dan het aantal BPV-plaatsen in installatietechniek (46%). Dit komt bijna overeen met de verhouding op landelijk niveau (vakgebieden zijn beide ongeveer 49%). In regio leidt ruim 83 procent van de BPV s op tot monteur (landelijk 84%) (zie tabel 13). Het gaat vooral om assistent monteurs en eerste monteurs. De regio heeft verhoudingsgewijs meer assistent monteurs dan Nederland (49,7% versus 43,3%). Figuur 1 Het aantal startende en lopende BPV s* in de regio, periode augustus 5 augustus 11. 3.5 3..5. 1.5 1. 5 aug-5 dec-5 apr-6 aug-6 dec-6 apr-7 aug-7 dec-7 apr-8 aug-8 dec-8 apr-9 aug-9 dec-9 apr-1 aug-1 dec-1 apr-11 aug-11 startende BPV's lopende BPV's * Alleen BPV s van BBL-opleidingen 1. Dit zijn alleen bedrijven die zijn aangesloten bij Mn Services.. Het totaal aantal BPV s is met name voor de laatste maanden nog niet volledig. Bedrijven hebben namelijk tot een jaar na aanvang van een BPV de tijd om subsidie aan te vragen bij OTIB. Pas dan wordt de BPV geregistreerd in de administratie. Het aantal BPV s is administratief bijgewerkt tot 5 oktober 11. 18

Tabel 13 Het aantal BPV s* naar functie in het regio en Nederland totaal (in %), schooljaar 1/11 Regio Nederland monteur servicemonteur 4,7% 6,3% monteur - assistent monteur 49,7% 43,3% monteur - eerste monteur 8,% 33,% monteur - leidinggevend monteur 1,% 1,4% technicus 11,5% 9,7% technicus - leidinggevend technicus 1,%,7% project- en afdelingsleiding,4%,3% werkvoorbereider,7%,7% arbeidsmarktgekwalifi ceerde assistent,1%,3% dakdekker,1%,3% ontwikkelen, engineering 1,4%,8% tekenaar,1%,% administratie,%,% ICT-beheerder,%,% overig 1% 1% totaal (= 1%).75 13.5 * Het betreft een optelling van alle BPV s die gedurende het schooljaar 1/11 lopen. Een deel van deze BPV s heeft een lange looptijd van maximaal vier jaar en hoeft dus niet te eindigen in 1/11. Maar ook kortlopende BPV s die gedurende het schooljaar starten en weer eindigen zijn hierin meegenomen. 19

Van opleiding naar werk in de TI Voor de landelijke arbeidsmarktrapportage 11 is aanvullend onderzoek gedaan om de uitstroom vanuit de TI opleidingen naar de arbeidsmarkt goed in beeld te krijgen. Voor dat onderzoek zijn beschikbare bestanden met onderwijsgegevens (leerlingenbestand) en arbeidsmarktgegevens (banenbestand) van het CBS en de bestanden van Mn Services met elkaar gekoppeld. Door die koppeling is het mogelijk de gediplomeerden van de TI opleidingen na afronding van hun opleiding te volgen en te kijken in hoeverre zij zijn gaan werken en in hoeverre ze werk binnen dan wel buiten de TI hebben gekregen. Deze analyses zijn voor vijf jaargangen gediplomeerden uitgevoerd, namelijk die van 6 tot en met 1, waarbij telkens alle gediplomeerden uit de betreffende jaren zijn meegenomen. Analyses zijn alleen op landelijk niveau gedaan, niet voor elke regio afzonderlijk. Figuur 15 Uitstroom TI mbo-bol ers (gemiddeld % 6-11) MBO TI BOL 1% Bron: CBS, bewerking ITS mbo TI hoger niveau % mbo TI lager/zelfde niveau % mbo overig 8% hbo TI gerelateerd 17% hbo techniek overig 6% hbo overig 4% baan TI 11% baan niet TI 3% onbekend/overig 7% Figuur 14 Uitstroom TI vmbo ers (gemiddeld % 6-11) TI metaal Vmbo gediplomeerden bouw intersectoraal met techniek mbo TI 39% 5% 1% 11% 3% mbo zelfde technieksector mbo andere technieksector mbo sector economie mbo overige sectoren overig (niet mbo) Bron: CBS, bewerking ITS sectorbreed techniek 3% 37% 3% 3% 38% 36% 57% 4% % 1% 11% 16% 4% 5% 7% 6% 7% 1% 6% 6% 7% 6% 6% De TI vmbo ers gaan bijna allemaal door met een vervolgopleiding in het mbo. Bijna 4 procent gaat naar een mbo TI opleiding. Nog eens een derde gaat naar een mbo opleiding in een andere techniekrichting. Van de vmbo ers met een sectorbrede techniekopleiding gaat 11 procent verder met een mbo TI opleiding. Ruim meer dan de helft gaat naar een andere techniekrichting in het mbo. Hooguit 6 procent van de TI vmbo ers gaat na afronding van de opleiding direct aan het werk, dat wil zeggen in een baan zonder leerarbeidsovereenkomst. Dat geldt overigens ook bij de andere opleidingsrichtingen. Van de gediplomeerde TI mbo-bol ers stroomt 34 procent door naar een baan. Van deze 34 procent gaat een minderheid (11%) binnen de TI aan het werk. De meerderheid (3%) gaat buiten de TI aan de slag. Een groot deel van de TI mbo-bol ers komt niet op de arbeidsmarkt beschikbaar, maar gaat nog een vervolgopleiding doen. Bijna een kwart (%) gaat een TI mbo opleiding van hoger niveau doen. Bijna een vijfde (17%) gaat naar een TI hbo opleiding. Figuur 16 Uitstroom TI mbo-bbl ers (gemiddeld % 6-11) MBO TI BBL 1% Bron: CBS, bewerking ITS mbo TI hoger niveau 38% mbo TI lager/zelfde niveau 7% mbo overig % hbo TI gerelateerd % hbo overig % baan TI 36% baan niet TI 13% onbekend/overig 3% Van de gediplomeerde TI mbo-bbl ers stroomt bijna de helft (49%) door naar een baan. Van die 49 procent gaat het grootste deel (36%) naar een baan in de TI, een minderheid (13%) gaat in een baan buiten de TI aan de slag. De BBL ers gaan dus vaker aan het werk dan de BOL ers en komen ook vaker in banen binnen de TI terecht; zij hebben vaak al een leerarbeidsplaats voor hun opleiding. Daarnaast gaat nog ruim een derde (38%) van de TI mbobbl ers door met een TI mbo opleiding van hoger niveau. De gediplomeerden van de TI gerelateerde hbo-opleidingen gaan bijna allemaal aan het werk na afronding van hun opleiding. Daarbij komt maar een klein deel in de TI terecht. Bij AOT is dat 33 procent, bij elektrotechniek 1 procent, bij werktuigbouwkunde 4 procent en bij technische bedrijfskunde eveneens 4 procent.

Figuur 17 Uitstroom TI hbo ers naar arbeidsmarkt (gemiddeld % 6-11) AOT (1%) Electrotechniek (1%) Werktuigbouwkunde (1%) Technische bedrijfskunde (1%) Bron: CBS, bewerking ITS baan binnen TI 33% baan buiten TI 64% overig 4% baan binnen TI 1% baan buiten TI 75% overig 15% baan binnen TI 4% baan buiten TI 83% overig 13% baan binnen TI 4% baan buiten TI 8% overig 14% Voor alle opleidingen geldt dat slechts een deel van de TI gediplomeerden ook feitelijk naar banen in TI bedrijven doorstromen. Een deel blijft verder doorleren. Een ander deel gaat buiten de TI aan het werk. Dat TI gediplomeerden buiten de TI branche werkzaam zijn betekent overigens niet zonder meer dat zij geen TI werk zouden doen. Ook buiten de TI branche zijn er bedrijven waar TI functies te vinden zijn, bij voorbeeld in energiebedrijven, technische diensten van industriële bedrijven en onderhoudsdiensten van ziekenhuizen en woningcorporaties. TI verliest aanzienlijk potentieel gediplomeerde TI vmbo ers De voorgaande fi guren laten zien wat TI gediplomeerden in het eerste jaar na afronding van hun opleiding gaan doen, in hoeverre ze in dat jaar doorstromen naar vervolgopleidingen of uitstromen naar werk, binnen dan wel buiten de TI. Voor de TI zijn vooral de TI vmbo gediplomeerden een belangrijke wervingsbron voor nieuwe (leerling-). Daarom is voor deze groep in beeld gebracht wat zij verder in hun loopbaan zijn gaan doen, tot vijf jaar na afronding van hun opleiding. Vertrekpunt daarbij zijn de vmbo TI gediplomeerden uit 6. Figuur 18 volgt deze vmbo TI gediplomeerden in de vijf jaren na diplomering, van 6 tot 11. Kernvragen zijn: stromen ze door naar opleiding of werk en blijven ze in de TI of niet? Over heel Nederland gezien gaat het in totaal om 3.664 gediplomeerde TI vmbo ers. De grote meerderheid (94 procent) gaat na diplomering een vervolgopleiding in het mbo doen, waarvan 4 procent naar mbo TI (bol of bbl) en 54 procent naar een mbo opleiding buiten de TI. De TI raakt hier dus meer dan de helft van zijn vmbo gediplomeerden kwijt. Het aantal in mbo-opleidingen neemt in de loop der jaren geleidelijk af, waarschijnlijk omdat men aan het werk gaat. Slechts een klein deel (3 procent) van de gediplomeerden uit 6 gaat na afronding van de opleiding meteen aan het werk, bijna allemaal in banen buiten de TI. Het aantal dat aan het werk is neemt in de loop der jaren geleidelijk toe, met een sprongetje na twee jaar, als de meeste vervolgopleidingen afl open. Een grote meerderheid gaat dan evenwel aan het werk buiten de TI (14 procent in 8/9). De TI verliest in latere jaren dus opnieuw een behoorlijk deel van zijn potentieel. Figuur 18 Cohort vmbo TI gediplomeerden 6, vijf jaar lang gevolgd (% per jaar) 5/6 6/7 7/8 8/9 9/1 1/11 mbo TI BOL BBL 18% % 15% 3% 8% 5% 6% 1% 1% 17% VMBO TI gediplomeerden werk TI mbo niet-ti % 1% % 4% 7% 54% 5% 45% 4% 4% N = 3.664 werk niet-ti 3% 7% 14% n.n.b.* n.n.b.* overig 3% 4% 6% n.n.b.* n.n.b.* 1% 1% 1% 1% 1% 3.664 3.664 3.664 3.664 3.664 Bron: CBS, bewerking ITS * n.n.b. = nog niet bekend. Over 9/1 en 1/11 zijn alleen baangegevens van Mn Services beschikbaar, nog geen baangegevens van het CBS. Vandaar dat het percentage vmbo ers dat een baan niet-ti heeft in deze jaren nog niet te bepalen is. 1