Algemene gegevens Soort sport: Naam: Duiksport TDRB de Snotdolf Adres: Wal 35 Postcode: Plaats: 4691 EG Tholen Telefoon: 0166 603106 Email Voorzitter: Secretaris: Penningmeester: Info.snotdolf@snotdolf.nl Conny Priem Johan Verkamman Raymond Jooren Aantal leden: 82 Aantal werknemers in loondienst: 0 Aantal vrijwilligers: 14 Vereniging aangesloten bij een Arbodienst? Hoeveel ongevallen hebben uw medew./vrijwilligers het afgelopen jaar gehad? Nee 0 RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 1
1. Organisatie algemeen 1.1 Beleid 1.01 Heeft uw vereniging haar doelstellingen beschreven? 1.02 Is de continuïteit van uw vereniging geregeld? 1.03 Zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de instructeurs/vrijwilligers vastgelegd? 1.04 Worden de bevoegdheden van de vrijwilligers regelmatig gecontroleerd 1.05 Worden de vereiste vergunningen verkregen alvorens de activiteiten te starten? 1.06 Is er een goederen/inventarisverzekering voor de verenigingsmaterialen? 1.07 Zijn er specifieke verzekeringen afgesloten voor de leden van de duikvereniging? 1.08 Is er een verzekering afgesloten voor de wettelijke aansprakelijkheid voor de bestuurders, instructeurs en vrijwilligers? ja 1.09 Zorgt uw vereniging ervoor dat vergunningen ( zoals een gebruikersvergunning en en een horecavergunning) worden aangevraagd gereviseerd en nageleefd? NVT RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 2
1.2 Medewerkers / vrijwilligers algemeen 1.10 Zorgt uw vereniging er voor dat zij op de hoogte blijven van veranderingen met betrekking tot de arbo? 1.11 Zijn in het bestuur taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tav arbo en milieu vastgelegd? 1.12 Worden medewerkers en vrijwilligers gestimuleerd om mogelijkheden ter verbetering van arbeidsomstandigheden aan te dragen? 1.13 Wordt bij inhuren van derden specifiek aandacht besteed aan aan arbo en milieu ( denk bijv. aan onderhoud)? 1.14 Krijgen nieuwe vrijwilligers, leden duidelijke informatie over de vereniging en hun taken en verantwoordelijkheden? nee 1.15 Krijgen nieuwe vrijwilligers voorlichting en instructie over risico s die ze lopen tijdens het vrijwilligerswerk, maatregelen die de duikvereniging hiertegen heeft getroffen en maatregelen die de vrijwilligers zelf kunnen treffen. Nee 1.16 Heeft uw vereniging regelmatig overleg met vrijwilligers/ instructeurs? 1.17 Heeft u de veiligheid en gezondheid van bijzondere groepen goed geregeld? NVT RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 3
1.3 Ongewenst gedrag 1.18 Heeft uw vereniging afspraken gemaakt over ongewenst gedrag? ja 1.19 Heeft uw vereniging een vertrouwenspersoon? 1.20 Heeft uw vereniging een klachtenregeling? Nee 1.21 Kunnen vrijwilligers indien noodzakelijk, met het bestuur overleggen over problemen en deze oplossen? 1.22 Kunnen vrijwilligers advies krijgen van collega s? 1.23 Zijn alle vrijwilligers in het bezit van een VOG? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 4
1.4 Roken 1.23 Heeft uw vereniging afspraken gemaakt over roken? ja RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 5
2. Sporttechnisch werk 2.1 Organisatie 2.01 Is er periodiek overleg over de werkzaamheden? ( bij het geven van trainingen) 2.02 Zijn competenties en bevoegdheden en verantwoordelijkheden van trainers/instructeurs beschreven en worden deze toegepast? 2.03 Zijn trainers/instructeurs in bezit van een geldige medische verklaring en wordt dit gecontroleerd? 2.04 Wordt rekening gehouden met een beperking van de fysieke belasting Nee 2.05 Wordt rekening gehouden met een beperking van de psychische belasting? Nee 2.06 Wordt rekening gehouden met voldoende rust en pauze momenten? 2.08 Kan bij incidenten/ongevallen adequaat worden gehandeld? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 6
2.2 Vervoer 2.09 Heeft uw vereniging eigen vervoersmiddelen? Nee 2.10 Zijn er afspraken gemaakt over alcoholgebruik en vervoer Nee RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 7
2.3 Buitenland 2.11 Worden Reizen naar het buitenland georganiseerd? Nee RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 8
3. Gebouwen en accomodaties 3.1 Beheer 3.01 Heeft uw vereniging accomodaties of gebouwen in beheer Nee 3.02 Voldoet uw vereniging aan de regels betreffende de horecaregelgeving NVT 3.03 Gebruikt of huurt uw vereniging gebouwen van derden Nee RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 9
Gehuurde accommodatie: Zwembad De Plantage 3.2 Electra en verlichting 3.04 Zijn wandcontactdozen in de accommodatie afgeschermd/beveiligd? 3.05 Zijn zekeringenkasten/meterkasten toegankelijk? 3.06 Wordt bij het vervangen van een zekering of bij het herinschakelen van de beveiliging ( aardlek) de ( vermoedelijke) oorzaak direct geregistreerd en worden er maatregelen genomen? 3.07 Is het verlichtingsniveau voldoende voor werkzaamheden en activiteiten zowel binnen als buiten? 3.08 Zijn TL-armaturen waar nodig afgeschermd? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 10
3.3 Kantoor en administratie 3.09 Voldoen stoelen en tafels aan de basis ergonomische eisen? NVT 3.10 Is de opstelling van beeldschermwerkplekken zodanig dat een ergonomische werkhouding mogelijk is? NVT 3.11 Wordt bij langer dan twee uur beeldschermwerk gezorgd voor ander werk cq pauze? NVT 3.12 Is het verlichtingsniveau voldoende en wordt gezorgd dat dit ook voldoende blijft NVT 3.13 Is er ( buiten) zonwering om hinder door zonlicht tegen te gaan? NVT 3.14 Wordt voorkomen dat materiaal boven op kasten wordt opgeslagen? NVT 3.15 Wordt de relatieve luchtvochtigheid tussen de 50 en 70 % gehouden? NVT 3.16 Wordt voorkomen dat er gebruik gemaakt wordt van stekkerblokken? NVT RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 11
3.4 Milieu 3.17 Heeft u vereniging milieumaatregelen genomen? nvt 3.18 Wordt afval gescheiden ingezameld en afgevoerd? nvt 3.19 Wordt bij het verlaten van de accommodatie, zoveel mogelijk electriciteit (zwembad De Plantage) uitgeschakeld? 3.20 Stimuleert u het gebruik van fietsen ipv. autos? NVT RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 12
Gehuurde accommodatie zwembad De Plantage 3.5 Legionella beheersing 3.21 Heeft het zwembad maatregelen genomen ter voorkoming van legionella besmetting? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 13
4. Organisatie 4.1 Organisatie zwembad 4.01 Heeft het zwembad maatregelen genomen om noodsituaties ( zoals brand) te voorkomen en indien nodig te bestrijden? 4.02 Is er een gebruiksvergunning voor het zwembad? 4.03 Heeft één persoon de verantwoordelijkheid voor de noodorganisatie in het zwembad? 4.04 Is er altijd iemand die de leiding neemt als er een calamiteit ontstaat? 4.05 Is er een bedrijfsnoodplan? 4.06 Is er een ontruimingsplan? 4.07 Wordt het noodplan periodiek ( minimaal jaarlijks) nagezien en bijgewerkt? 4.08 Wordt er ( minimaal) jaarlijks een ontruimingsoefening gehouden? Nee RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 14
4.2 Bedrijfshulpverlening zwembad 4.09 Zijn er gedurende de openingstijden van de zwembadlocatie, voldoende BHV ers aanwezig? 4.12 Is er specifieke aandacht voor het ontruimen van niet zelfredzame personen ( rolstoelen e.d.)? 4.13 Worden nieuwe leden en vrijwilligers en derden ( aannemers etc.) geïnstrueerd over evt. noodsituaties? Nee 4.14 Als er sprake is van meerdere verenigingen in één gebouw zoals een sporthal, is de samenwerking in de BHV dan geregeld? NVT RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 15
4.3 Alarmeren ( zwembad) 4.15 Is er een goede alarm- en of omroepinstallatie aanwezig? 4.16 Zijn er voldoende veilige verzamelplaatsen aangegeven waar personen zich moeten verzamelen in geval van ontruiming? 4.17 Zijn vluchtwegen vrij van obstakels? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 16
4.4 Blussen ( zwembad) 4.18 Zijn voldoende blusmiddelen aanwezig? 4.19 Zijn de blusmiddelen goed bereikbaar? 4.20 Is er regelmatige controle ( minimaal 1x per jaar) op de werking van brandblusmiddelen, brandmelders en rookmelders? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 17
4.5 Incidenten en ongevallen 4.21 Worden ongevallen, incidenten en gevaarlijke situaties gemeld en geregistreerd? ja 4.22 Worden sportblessures gemeld en geregistreerd? NVT 4.23 Zijn er voldoende EHBO-middelen? 4.24 Zijn er voldoende personen geïnstrueerd op levensreddend handelen? 4.25 Zijn de vrijwilligers gevaccineerd? NVT 4.26 Weten medewerkers en vrijwilligers hoe te handelen bij een prik/bijt of snij accident? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 18
4.6 Uitval voorzieningen ( zwembad) 4.27 Kunnen gas, electriciteit en water snel worden afgesloten? 4.28 Is er een noodverlichtingsinstallatie? 4.29 Wordt de noodverlichtingsinstallatie periodiek ( jaarlijks) getest RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 19
5. Materialen, machines en stoffen 5.1 Stoffen 5.01 Worden in uw vereniging gevaarlijke stoffen gebruikt? Denk aan lakken, schoonmaakmiddelen, harsen, etc. Nee 5.02 Worden er in het zwembad gevaarlijke stoffen gebruikt? 5.03 Is per product een informatieblad aanwezig? 5.04 Worden gevaarlijke stoffen op de juiste wijze opgeslagen? 5.05 Worden gevaarlijke stoffen op de juiste wijze gebruikt? 5.06 Wordt afval van gevaarlijke stoffen op de juiste wijze afgevoerd? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 20
5.2 Machines 5.07 Zijn alle machines voorzien van een CE-keur? ja 5.08 Heeft u afspraken gemaakt over het bedienen van gevaarlijke machines? NVT 5.09 Worden persoonlijke beschermingsmiddelen PBMs) gebruikt? nvt 5.10 Worden machines en apparatuur onderhouden 5.11 Bestaat er een onderhoudsschema voor de compressor ja 5.12 Wordt de compressor onderhouden door een erkend installateur? 5.13 Zijn de personen die vullen voldoende onderricht, erkend en gecertificeerd om de installatie te mogen bedienen? 5.14 Worden de filters van de compressor volgens voorschriften van de fabrikant verwisseld of vervangen? 5.15 Bestaat er voor het gebruik van de gehele vulinstallatie een handleiding? Is deze direct beschikbaar? ja 5.16 Zijn de componenten die betrekking hebben op de vulinstallatie beschreven en opgenomen in een periodiek onderhoud en is dit vastgelegd in een logboek bij de vulinstallatie? ja 5.17 Is er bij de vulinstallatie een brandblusser aanwezig? 5.18 Is het binnen de vereniging duidelijk wie er toegang hebben tot de installatie? 5.19 Is het aanzuigpunt van de buitenlucht van de compressor op de op de juiste plaats gemonteerd, zodat er geen uitlaatgassen e.d. in kunnen komen? 5.20 Is de compressor electrisch deugdelijk aangesloten 5.21 Is de compressor zo opgesteld dat er geen knel- of snijgevaar bestaat en RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 21
zijn scherpe en draaiende delen afgeschermd? 5.22 Is gehoorbescherming aanwezig in de compressorruimte? 5.23 Zijn de duikflessen juist opgeslagen in de opslagruimte 5.24 Worden de duikflessen op de juiste wijze vervoerd RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 22
5.3 Materialen 5.25 Worden duikflessen en automaten genummerd en gekeurd? ja 5.26 Is van de keuringen documentatie aanwezig? 5.27 Zijn stabjacks en andere attributen aan inspectie onderhevig? ja 5.28 Is er een inspectierapport aanwezig van stabjacks en andere attributen? Nee 5.29 Is er een materialenlijst aanwezig? RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 23
6. Buitenwateractiviteiten 6.01 Voert de duikinstructeur de instructie uit overeenkomstig de gangbare regels voor veilig duiken, zoals deze gelden voor het sportduiken? 6.02 Hebben de sportduikinstructeurs een geldige medische verklaring en zijn ze geestelijk in staat gevaren te herkennen en zo mogelijk te voorkomen? 6.03 Heeft de instructeur zijn lesplannen, instructeursmap en instructieboeken paraat? 6.04 Stelt het bestuur van de vereniging een programma op voor de georganiseerde- en/of begeleide duiken? ja 6.05 Wordt er een noodplan opgesteld voor de gekozen duikplaats, compleet met reddingsprocedures, gebruik zuurstofset, contactgegevens hulpdiensten? 6.06 Wordt er voor het uitvoeren van de geplande duik door de aanwezige instructeurs of duikcoördinator ter plaatse een taak risicoanalyse ( TRA) uitgevoerd? ( Procedure Check de Steck) ja 6.07 Wordt er bij georganiseerde en begeleide duiken een duikcoördinator aangewezen en is deze goed herkenbaar? 6.08 Hebben leden in opleiding en instructeurs die opleiding geven de beschikking over een alternatieve luchtvoorziening? 6.09 Worden alle vorderingen van de cursisten bijgehouden, evenals hun brevettering en worden deze 5 jaar bewaard? 6.10 Zijn de materialen voor noodgevallen aanwezig tijdens de buitenwateractiviteit, zoals een EHBO-set, een zuurstofset die tenminste 15 liter zuurstof per minuut gedurende 20 minuten kan leveren, een communicatiemiddel waarmee de hulpdiensten kunnen worden ingeschakeld? 6.11 Is er een duikplan aanwezig, waarin per duiker aangetekend wordt of er voldoende ademgas aanwezig is voor de geplande duik ( zonder dat de reservehoeveelheid ademgas hoeft te worden aangesproken)? ja RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 24
6.12 Kunnen alle instructeurs, trainers en begeleiders omgaan met de zuurstofkoffer? 6.13 Vindt ( bijna) ongevallenregistratie plaats? ja 6.14 Wordt de samenstelling van het ademgasmengsel anders dan lucht door de duikcoördinator vlak voor de duik vastgesteld? 6.15 Zijn de instructeurs/vrijwilligers bekend met sportduikinstructie en de regels welke is uitgegeven door de arbeidsinspectie ja 6.16 Is er een up to date overzicht van de medische keuring en bevoegdheden van het instructie-team? ja RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 25
RI&E TDRB De Snotdolf januari 2014 Pagina 26