Perspectief van de Nederlandse ui. Wereldreiziger met smaak



Vergelijkbare documenten
Internationale handel visproducten

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

Marktbeeld appels en peren

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot

Product-info Aubergine

Sectorupdate. Export bloemen en planten. 25 juni Economisch Bureau, Sector & Commodity Research

Product-info Ui 2011 Kwantitatieve analyse van productie, handel en consumptie van uien

Marktontwikkelingen varkenssector

FACTSHEET ASPERGES ASPERGES: MEXICO IN OPKOMST

Recordhoeveelheid varkensvlees uitgevoerd

FACTSHEET Nederland Handelsstroom verse groenten en fruit Fruit & Vegetable Facts; Jan Kees Boon; ;

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

Druiven: Ontwikkeling wereldhandel en aandeel Chili (export) en Nederland (import) 10%

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

Internationale varkensvleesmarkt

De agrarische handel van Nederland in 2012

FACTSHEET SINAASAPPELEN

WEST EUROPESE IMPORT VERSE GROENTEN EN FRUIT UIT VERRE BESTEMMINGEN VOORAL OVERZEE

FACTSHEET ZUID AFRIKA

De uienketen, continuïteit door flexibiliteit en?!

De agrarische handel van Nederland in 2013

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

FACTSHEET AARDBEIEN. Wereldmarkt aardbeien groeit

WERELDHANDEL ACTUEEL (Januari - juni 2008)

Potatoes goes wild Marktvooruitzichten

LANDEN ANALYSE SPANJE

PT Marktbeeld Uien. Marktinformatie binnen- en buitenland

FACTSHEET PAPRIKA s en pepers

Potplanten en jonge planten 2007

FACTSHEET AVOCADO. AVOCADO: Wereldhandel groeit spectaculair!

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

LANDEN ANALYSE DUITSLAND

Export Nederlandse ui fors gegroeid

Internationale Kansen & Knelpunten

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

FACTSHEET IMPORT GROENTEN/FRUIT VAN BUITEN EU

FACTSHEET 10 JAAR WERELHANDEL Verse groenten en fruit

FACTSHEET 10 JAAR WERELHANDEL Verse groenten en fruit

Rabobank Food & Agri. Opslagregeling en kleiner aanbod ondersteunen langzaam herstel Europese varkensmarkt. Kwartaalbericht Varkens Q1 2016

LANDEN ANALYSE BELGIË

Poolse import en export verse groenten beide ca. 2 miljoen ton

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

De agrarische handel van Nederland in 2014

De buitenlandse handel van België

Effecten van Russische boycot op invoer van Europees vlees, zuivel, groente en fruit. Stand van zaken in juni 2015.

HET VERTROUWEN IN HET WERELDWIJDE ECONOMISCHE KLIMAAT BLIJFT STIJGEN

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

De Nederlandse peensector in beeld. Stevig geworteld maar nog niet klaargestoomd

LANDEN ANALYSE ITALIË

De agrarische handel van Nederland in 2010

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Wijnimport Nederland naar regio

FACTSHEET AARDAPPELEN

Rol van de groentespeciaalzaak

FACTSHEET AARDAPPELEN

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

De agrarische handel van Nederland in 2013

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

De buitenlandse handel van België

COMMERCIËLE RESULTATEN WERELD 2009*

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

FACTSHEET VERWERKTE GROENTEN Incl. aardappelproducten

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

LANDEN ANALYSE FRANKRIJK

FACTSHEET CHAMPIGNONS

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

PERSIMMON WINT SNEL TERREIN; SPANJE DOMINEERT DE MARKT

De Nederlandse landbouwexport De publicatie is tot stand gekomen in samenwerking met: De Nederlandse landbouwexport 2017

FACTSHEET CHAMPIGNONS

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland mei 2019

Ontwikkeling leerlingaantallen

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

LANDEN ANALYSE DENEMARKEN

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

FLANDERS INVESTMENT & TRADE MARKTSTUDIE

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1

WERELDZUIVELHANDEL ACTUEEL

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Transcriptie:

Perspectief van de Nederlandse ui Wereldreiziger met smaak

Title Perspectief van de Nederlandse ui Wereldreiziger met smaak Auteurs Eric Baas Telefoon + 31 30 216 1003 Email eric.baas@rabobank.com Peter Pals Telefoon +31 30 216 7835 Email peter.pals@rabobank.com Datum December 2006 Copyright Overname van de inhoud met bronvermelding is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de Rabobank. Disclaimer De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen.deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyses verwerkt.de Rabobank aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten. Contact adres voor deze publicatie Rabobank International F&A Research and Advisory Telefoon + 31 30 216 1178 Website www.rabobank.com/far Rabobank, 2006

Inhoud Samenvatting 2 Inleiding 3 1 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 De Nederlandse uienproductie 4 De Nederlandse ui op het wereldtoneel 13 Nederland: klein in productie, groot in export 13 Ontwikkelingen in de belangrijkste Nederlandse afzetmarkten 16 Van grond tot mond 19 Uitgangsmateriaal 19 Pakstations en exporteurs 20 Afnemers: industrie, horeca en retail 21 Consumptie 22 Toekomstperspectief 25 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 1

Samenvatting Op een totaal van circa 620.000 hectare aan akkerbouwgewassen is de uienteelt in Nederland relatief klein, maar groeiende. Zo steeg het totale uienareaal van 15.000 hectare in 1980 naar ruim 24.000 hectare in 2006. De meeste uienteelt vindt plaats in de provincies Flevoland en Zeeland. De algemene trend naar schaalvergroting in de Nederlandse akkerbouw geldt ook voor de uienteelt: terwijl het aantal uientelers in Nederland afneemt, neemt het totale uienareaal toe. Omdat de binnenlandse consumptie van uien slechts 100.000 ton bedraagt, wordt gemiddeld 90 procent van de jaarlijkse Nederlandse uienproductie geëxporteerd. Dankzij de goede (bewaar)kwaliteit in combinatie met een goede logistieke infrastructuur en goed uitgeruste pak- en sorteerstations gaan Nederlandse uien de hele wereld over. Echter, de sterke afhankelijkheid van buitenlandse afzetmarkten en de daaraan gekoppelde volatiliteit in uienprijzen maakt uien in Nederland tot een speculatief gewas. Op wereldschaal bezien behoort Nederland samen met India tot de grootste uienexporteurs van de wereld. Ondanks grote afstanden worden uien vanuit Nederland naar alle windstreken geëxporteerd en inmiddels wordt het merendeel buiten de EU verkocht. Rusland is een belangrijke maar ook onzekere afzetmarkt. De nog steeds groeiende export van uien wordt in toenemende mate afgezet in Afrikaanse landen zoals Senegal en Ivoorkust. Er is echter een aantal ontwikkelingen gaande die de sterke positie van de Nederlandse ui niet langer vanzelfsprekend maken: Concurrentie op afzetmarkten door de opkomst van landen die hun exportactiviteiten voor uien gaan versterken, zoals India, Egypte, China en Polen Wegvallen van afzet door een grotere mate van zelfvoorziening, zoals in Duitsland en Rusland Substitutie van Nederlandse uien door buitenlandse uien, bijvoorbeeld door goedkopere Franse uien. Exporteurs zullen alle zeilen bij moeten zetten om de huidige exportposities te behouden, maar tegelijkertijd ook nieuwe markten te ontwikkelen. Gelukkig zit het tij qua vraag mee; de consumentenvraag naar uien is nog steeds groeiende. En ook in het binnenland is er ruimte om de consumptie van uien te doen stijgen. Per saldo kijkt de Rabobank positief aan tegen de uiensector en zijn toekomstige mogelijkheden in ons land. Tot op heden geldt voor de Nederlandse akkerbouwer dat de uienteelt een speculatieve teelt is. De Rabobank vindt het daarom belangrijk dat de individuele teler een visie heeft (of ontwikkelt) hoe de teelt van uien in het totale akkerbouwplan past. Daarbij gaat het niet alleen om areaal, kostprijs en opbrengst. Meer nog zal er moeten worden nagedacht over de wijze van afzet. Bepaalde aspecten kan de akkerbouwer op individuele basis invullen, en soms zullen deze collectief dienen te worden opgepakt, hetzij met collega-telers, hetzij met toeleveranciers en/of afnemers. 2 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Inleiding Waar een klein land groot in kan zijn. Dit typeert de Nederlandse uiensector bij uitstek. Nederland heeft ruim 15 procent van de werelduienexport in handen, terwijl het aandeel in de wereldwijde uienproductie slechts 1 procent is. Deze sterke exportpositie is gebaseerd op een zakelijke samenwerking tussen de diverse spelers, zijnde zaadhuizen, telers, voorlichting en advisering, handelaren, sorteerders/ verpakkers en exporteurs. Areaaluitbreiding, schaalvergroting en afname van het aantal telers zijn de afgelopen jaren kenmerkend geweest voor de uienteelt in Nederland. De sterk fluctuerende uienprijzen dwingen telers tot een bewuste keuze hoe uien in te passen in het bouwplan. Deze studie geeft inzicht in de Nederlandse uienproductie, plaatst de Nederlandse uiensector in een internationaal perspectief en beschrijft de diverse schakels in de keten. Het rapport richt zich primair op de teelt van uien, maar neemt daarnaast ook de positie van andere schakels in de keten mee. De aangereikte handvatten geven de teler houvast bij het vormen van een visie om in deze veranderende wereld ook in de toekomst met uien een succesvolle teelt te hebben. Deze publicatie is uitgegeven in lijn met Rabobank s langetermijnverbintenis met de internationale food en agribusiness, en maakt deel uit van een serie publicaties uitgebracht door de afdeling Food & Agribusiness Research and Advisory. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 3

1 De Nederlandse uienproductie Op een totaal van circa 820.000 hectare aan akkerbouwgewassen (waarvan 200.000 hectare maïs) is de ui met 24.000 hectare in Nederland een relatief klein gewas. Verreweg het merendeel van de uienproductie is bestemd voor export. Dankzij gunstige kwaliteiten van de Nederlandse ui in combinatie met een goede logistieke infrastructuur en goed uitgeruste pak- en sorteerstations gaan Nederlandse uien de hele wereld over. Echter de afhankelijkheid van buitenlandse afzetmarkten en daaraan gekoppelde volatiliteit in uienprijzen maakt de ui in Nederland een speculatief gewas. Bijna 24.000 hectare uien in Nederland Van het totale areaal cultuurgrond in Nederland (1,92 miljoen hectare) wordt ongeveer 1,4 procent gebruikt voor de uienteelt. Het totale uienareaal is gegroeid van 15.000 hectare in 1980 naar bijna 24.000 hectare in 2006, met een piek in 2004 van ruim 26.000 hectare. Het grootste areaal betreft zaaiuien (met een areaal van 18.400 hectare in 2006), gevolgd door plantuien (met een areaal van bijna 5.000 hectare in 2005). De uitbreiding van het uienareaal past in het algemene beeld van intensivering en is mede een gevolg van de druk op de prijzen van gewassen zoals granen en van industriematige conserventeelt zoals erwten en bonen. Figuur 1.1 Ontwikkeling productieareaal uien in Nederland ha 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 1980 1985 1990 1995 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006v Totale oppervlakte uien Zaaiuien Poot- en plantuien Zilveruien v=voorlopig Bron: CBS, 2006 4 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Box 1 Typen uien Zaaiuien. Worden eind februari, begin maart gezaaid en in augustus/september geoogst. Deze uien kunnen (mits onder de juiste omstandigheden) wel een jaar lang bewaard worden. Door de goede bewaareigenschappen zijn zaaiuien zeer geschikt voor export. Plantuien. Tweedejaarsplantuien worden in februari of maart uitgeplant en worden eerder geoogst dan zaaiuien, vanaf begin juli tot half augustus. Voordeel is dat deze vroeg in het seizoen beschikbaar zijn, maar hebben als nadeel een geringe bewaartijd. Plantuien worden veelal gebruikt voor verwerking. Zilveruitjes. Zeer dicht opeen gezaaide uien leveren een grote hoeveelheid kleine uitjes op die worden ingemaakt in het zuur of zoetzuur in de conserven industrie. Sjalot. Een kleine uiensoort, met diverse vormen en kleuren en een wat verfijndere smaak dan andere uien. Bos- of lenteuitjes. Bosuitjes danken hun naam aan de manier waarop ze verkocht worden; in bosjes van enkele stuks. Bosuien zijn een echt tuinbouw product met kleinschalige teelt. Stengelui. In Nederland op zeer beperkte schaal geteeld, maar een belangrijke groente in China en Japan. Dit is een verse ui met een lange schacht en houdt het qua uiterlijk het midden tussen een bosui en prei. Zeeland en Flevoland al jaren de voornaamste teeltgebieden De belangrijkste uienteeltgebieden zijn gelegen in Flevoland (vooral Noordoostpolder) en Zeeland. In deze twee provincies vond de afgelopen tien jaar ook de meeste areaaluitbreiding plaats. In 2005 was Flevoland goed voor 8.853 hectare uien (+2.682 hectare ten opzichte van 1995) en Zeeland telde 6.639 hectare uien (+1.742 hectare ten opzichte van 1995). Overige regio s die opvallen door areaaluitbreiding zijn Groot-Rijnmond (+437 hectare), westelijk Noord-Brabant (+323 hectare), overig Groningen (+319 hectare), Noord-Friesland (+207 hectare) en de kop van Noord- Holland (+197 hectare). Figuur 1.2 Geografische spreiding productieareaal uien in Nederland, CBS indeling 1995 2005 0-99 ha 100-299 ha 300-499 ha 500-699 ha 700-999 ha 1.000-1.999 ha 2.000-2.999 ha > 3.000 ha Bron: CBS, 2006 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 5

Daling aantal bedrijven In 2005 stonden 3.376 bedrijven te boek met uienteelt. Hoewel het aantal uientelers nogal verschilt van jaar tot jaar, is er sprake van een daling van het aantal bedrijven met uien. Dit loopt parallel met de algemene trend van afname van het aantal bedrijven met akkerbouwgewassen. Verreweg de meeste uientelers zijn gevestigd in Flevoland (in 2005: 1.207 bedrijven) en Zeeland (946 bedrijven). Zowel in Noord- Holland, Zuid-Holland als Noord-Brabant staan ongeveer 300 bedrijven geregistreerd waar uienteelt plaatsvindt. Figuur 1.3 Ontwikkeling aantallen bedrijven met akkerbouwgewassen 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 met uien 3.900 3.800 3.700 3.600 3.500 3.400 3.300 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Bedrijven met akkerbouwgewassen Bedrijven met uien Bron: CBS, 2006 Schaalvergroting zet door De algemene trend naar schaalvergroting in de Nederlandse akkerbouw geldt ook voor de uienteelt. Terwijl het aantal uientelers in Nederland afneemt, neemt het totale uienareaal toe. Werd er in 1995 gemiddeld nog zo n 4,3 hectare uien per bedrijf geteeld, in 2005 was dat gestegen tot 6,7 hectare. Als de trend zich voortzet dan zal over vijf jaar het gemiddelde areaal rond de 9 hectare per bedrijf liggen. Fluctuaties in het aantal bedrijven met uien worden mede gevoed vanwege het feit dat nogal wat uien worden geteeld zonder grote investeringen te doen. Dit kan door verkoop vanaf het land en het inschakelen van een loonwerker. Uienproductie gemiddeld 800.000 ton per jaar Over de afgelopen twee decennia vertoonde de Nederlandse uienproductie een stijgende lijn, weliswaar met de nodige fluctuaties. Het jaar 2004 was uitzonderlijk met een productie van 1,2 miljoen ton. Deze grote oogst in combinatie met exportbelemmeringen naar Rusland (een belangrijk exportland) resulteerde in dramatisch lage prijzen en een historisch lage productiewaarde in het exportseizoen 2004/2005. Als gevolg hiervan werd in het daaropvolgende jaar 2005 dan ook aanzienlijk minder hectare uien geteeld, een bewijs dat er behoorlijk achter de markt aan wordt geteeld. In 2006 is er op 18.400 hectare zaaiuien geteeld met een geschatte brutoopbrengst van 820.000 ton. De voorlopige cijfers over 2006 geven een 16 procent lagere oogst van zaaiuien te zien ten opzichte van 2005, terwijl het areaal zaaiuien in 2006 bijna 10 procent hoger was. De uitzonderlijke weersomstandigheden in de maanden juli en augustus zijn hier debet aan. 6 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Figuur 1.4 Zaaiuienproductie in Nederland miljoen EUR 180 160 140 120 100 80 60 40 20 1.000 ton 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006v Productie waarde Productie volume v=voorlopig Bron: CBS, Productschap Tuinbouw, 2006 Beperkt areaal biologische uien De teelt van biologische uien in Nederland is zeer beperkt met een geschat areaal van ongeveer 300 tot 350 hectare in 2006, terwijl dit in 2005 nog 600 hectare was. Diverse telers hebben hun areaal ingekrompen of zijn gestopt met de teelt van biologische uien. De schimmelziekte valse meeldauw, die zowel opbrengst als kwaliteit negatief beïnvloedt, maakt de biologische uienteelt wat risicovoller. Daarnaast is er een grotere kostenpost voor (handmatige) onkruidbestrijding. Toch is dit beperkte areaal bio-uien opvallend gezien de toenemende belangstelling voor biologisch geteelde groente in zowel binnen- als buitenland. Hoofdzakelijk gele uien De teelt van uien in Nederland betreft hoofdzakelijk gele uien, maar de belangstelling voor de teelt van rode uien neemt toe. Zaadbedrijven schatten het areaal rode uien momenteel op 10 procent van het totale zaaiuienareaal, wat neerkomt op ruim 1.800 hectare. Daarnaast is er een beperkt areaal van enkele hectaren roze en witte uien. Tevens wordt er op enkele hectaren lente- of bosuien geteeld. Hoog technologisch niveau Akkerbouwers realiseren momenteel opbrengsten per hectare van boven de 60 ton, afhankelijk van type en ras, bodemgesteldheid, weer enzovoort. Vanwege het hoge technologische niveau van de uienteelt en het gebruik van uitgekiende uienrassen is het voor de Nederlandse akkerbouwer moeilijk nog veel terrein te winnen qua opbrengst per hectare. Verdere opbrengstverhoging kan mogelijk bereikt worden door precisielandbouw waardoor het onder andere mogelijk is plaatsspecifieke behandelingen uit te voeren. Voor de jaarlijkse Nederlandse uienproductie gelden de weersomstandigheden en het totale areaal uien als de belang rijkste variabelen. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 7

Figuur 1.5 Nederlands areaal zaaiuien ha ton/ha 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 70 60 50 40 30 20 10 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006v Areaal Bron: CBS, 2006 Opbrengst v=voorlopig Gunstige geografische ligging De geografische ligging van ons land is een van de factoren die aan de ontwikkeling van een bloeiende uienteelt heeft bijgedragen. Nederland heeft met een ligging boven de 50e breedtegraad in de zomer dagen met een lange daglengte (meer dan 16 uur). In combinatie met een zeeklimaat hebben deze omstandigheden een positieve uitwerking op belangrijke eigenschappen van uien zoals bewaarbaarheid, vorm, kleur, huidvastheid en hardheid. De goede bewaarkwaliteit wordt gezien als dé kracht van de Nederlandse ui. Er zijn maar weinig andere landen die dezelfde omstandigheden hebben. Nederland exportgericht Uit marktonderzoek blijkt dat de ui in 2005 qua volume de meest gekochte groente is door huishoudens in Nederland, met 6,2 kilo verse uien (geel, rood, bosui) per huishouden. Inclusief verwerkte uien ligt de consumptie van uien in Nederland rond de 5 kilo per hoofd van de bevolking, wat neerkomt op ongeveer 80.000 tot 100.000 ton voor Nederland. Het merendeel van de Nederlandse uienproductie is dan ook bestemd voor export: de laatste decennia werd jaarlijks zo n 90 procent van de totale Nederlandse productie geëxporteerd. Nederland kan door een goede logistieke infrastructuur en verwerkingscapaciteit op ieder gewenst moment flexibel inspelen op vraag uit het buitenland. Grote invloed buitenlandse afzetmarkten Andere belangrijke prijsbepalende factoren - door de sterke exportgerichtheid van de Nederlandse uienproductie - zijn vraag en aanbod in belangrijke buitenlandse afzetmarkten, zoals West-Afrika en Rusland. Ondanks het feit dat Nederland een stevige exportpositie heeft opgebouwd, wisselen afzetvolumes en prijzen op buitenlandse afzetmarkten behoorlijk. Zo heeft minder lokaal aanbod op buitenlandse afzetmarkten door bijvoorbeeld slechte weersomstandigheden een gunstig effect op de Nederlandse prijzen. De constante afhankelijkheid en onzekerheid zorgen voor een moeilijk maar kenmerkend ondernemersklimaat voor Nederlandse uientelers. 8 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Uien speculatief gewas Opbrengstprijzen van uien weerspiegelen het seizoenspatroon van productie; prijzen neigen na de oogstperiode op te lopen om vervolgens weer in te zakken bij de nieuwe oogst. Het absolute prijsniveau is sterk wisselend: de hoogte van het Nederlandse aanbod (variërend vanwege weersomstandigheden en gelegenheidsteelt ) is hieraan debet. In tegenstelling tot bijvoorbeeld suikerbieten zijn uien een vrij gewas, waarbij geen beperkingen zijn opgelegd met betrekking tot productie en handel. De ui heeft daardoor een wat bijzondere plek op het akkerbouwbedrijf. Doordat er volop handel is, biedt de uienteelt dan ook de mogelijkheid tot speculatie. Figuur 1.6 Prijzen zaaiuien* EUR/100 kg 25 20 15 10 5 j fmams o nd j fmam j a s o nd j fmams o nd j fmam j a s o nd j fmam j s o nd j fma a s o nd j fmam j 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 *Producentenprijs af boerderij inclusief BTW Bron: Landbouw Economisch Instituut, 2006 Focus op opbrengsten Een akkerbouwer maakt voorafgaand aan de teelt van uien een saldoberekening waarin hij uitgaat van zo reëel mogelijke uitgangspunten voor zijn bedrijf en zijn situatie. Figuur 1.7 laat zien wat de invloed is op het uiteindelijke saldo wanneer de opbrengsten en de kosten respectievelijk met 10 procent stijgen of dalen. In de berekening is uitgegaan van een basissaldo bij 55 ton zaaiuien per hectare ad EUR 0,09/kg = EUR 4.950 minus totale kosten inclusief loonwerk ad EUR 2.210, wat uitkomt op EUR 2.740/ha. Mutaties van 10 procent in zowel de opbrengsten als de kosten leiden tot zeer grote verschillen in de uiteindelijke saldo s. Belangrijk is dat de verandering in opbrengst de grootste invloed heeft op het uiteindelijke saldo. In de praktijk vaak aangeduid met: massa is kassa. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 9

Figuur 1.7 Rekenvoorbeeld saldo uien Basisscenario -10% opbrengst +10% opbrengst -10% kosten +10% kosten Opbrengst (kg) 55.000 49.500 60.500 55.000 55.000 Prijs (EUR) 0,09 0,09 0,09 0,09 0,09 Totale geldopbrengst (EUR) 4.950 4.455 5.445 4.950 4.950 Totale kosten (EUR) 1.710 1.710 1.710 1.539 1.881 Saldo exclusief loonwerk (EUR) 3.240 2.745 3.735 3.411 3.069 Loonwerk (EUR) 500 500 500 500 500 Saldo (EUR) 2.740 2.245 3.235 2.911 2.569 Verschil (EUR) -/-495 495 171 -/-171 Saldo met 6,7 ha (EUR) 18.358 15.042 21.675 19.504 17.212 Bron: Rabobank, 2006 De impact van de uienprijs op het akkerbouwbedrijf Ter illustratie van de impact van de berekende saldo s van uien is in Figuur 1.8 een Nederlands akkerbouwbedrijf met een gemiddeld bouwplan doorgerekend. Het betreft een bedrijf van 50 hectare met 8 hectare uien en drie prijsscenario s. Prijsscenario (1) is het gemiddelde prijsniveau van de laatste jaren. Scenario (2) is de helft van het langjarige prijsgemiddelde en scenario (3) is daarvan de helft. Deze twee downside-scenario s zijn opgenomen om duidelijk te maken hoeveel impact negatieve prijsontwikkelingen op het totale bedrijfsresultaat hebben. Figuur 1.8 Rekenvoorbeeld voor akkerbouwbedrijf van 50 ha met gemiddeld bouwplan Gewas Oppervlakte (ha) (%) Bruto opbrengst (EUR/ha) Bruto opbrengst (EUR) Uienprijs (1) EUR 0,09 (%) Uienprijs (2) EUR 0,045 (%) Uienprijs (3) EUR 0,025 (%) Consumptie aardappelen 12,5 25 5.000 62.500 41 47 51 Graan 12,5 25 1.125 14.063 9 11 11 Suikerbieten 8 16 2.500 20.000 13 15 16 Overig (peen, knol, verhuur) 9 18 1.800 16.200 11 12 13 Uien 8 16 (1) 5.000 (1) 40.000 26 15 8 (2) 2.500 (2) 20.000 (3) 1.250 (3) 10.000 Totaal 50 100 (1) 152.763 (2) 132.763 (3) 122.763 100 100 100 De bedragen zijn exclusief EU-toeslag rechten die m.i.v. 2006 van toepassing zijn Bron: Rabobank, 2006 10 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Rekenen geeft inzicht in consequenties Bij prijsscenario (1) is het percentage in de brutogeldopbrengst (26 procent) nagenoeg het dubbele van het percentage aan areaal (16 procent). Dat betekent dat de financiële consequenties aanzienlijk groter zijn dan in eerste instantie kan worden gedacht. Elke EUR 0,01/kg stijging of daling betekent een verschil van EUR 4.400. Ter vergelij king: een mutatie in de rente van 0,7 procent heeft hetzelfde financiële effect als een mutatie van EUR 0,01/kg voor dit bedrijf van 50 hectare met een totaal financierings - obligo van EUR 625.000 (berekend op basis van EUR 12.500/ha). Moeilijk kostprijs verder te verlagen maar niet onmogelijk Voor de gemiddelde Nederlandse uienteler zijn de mogelijkheden tot verdere kostprijsverlaging beperkt, maar niet onmogelijk. Toegerekende kosten voor teelt, loonwerk en drogen/bewaren laten weinig ruimte tot verdere verlaging. De gemiddelde toegerekende kosten inclusief loonwerk liggen op EUR 2.210 per hectare. Bij een gemiddelde opbrengst van 55 ton per hectare komt de gemiddelde kostprijs neer op EUR 0,04/kg. Langdurig bewaren (t/m maart) leidt tot ongeveer EUR 0,02/kg aan extra kosten vanwege droogverlies, gewichtsverlies en toename van het percentage tarra-uien. Dit betekent dat tijdens de opslag 40 procent van de totale kosten worden gemaakt, en deze kosten zijn exclusief de vaste kosten van de bewaarplaats. Figuur 1.9 Gemiddelde toegerekende kosten (EUR/ha) Bij opbrengst 55 ton/ha (EUR/kg) Teelt Zaaizaad 600 0,011 Meststoffen 185 0,003 Onkruid en ziektebestrijding 550 0,010 Loonwerk Zaaien 125 0,002 Rooien en opladen 350 0,006 Drogen/bewaren 300 0,005 Gemiddelde toegerekende kosten inclusief loonwerk 2.210 0,04 Bron: Rabobank, 2006 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 11

Figuur 1.10 Saldoscenario s voor zaaiuien* EUR/ha 4.000 3.000 2.000 1.000 0-1.000-2.000 0,09 0,08 0,07 0,06 0,05 0,04 0,03 0,02 0,01 0,00 *Na loonwerk met opbrengst van 55 ton/ha en opbrengstprijzen variërend van EUR 0,09/kg tot EUR 0,0/kg Bron: Rabobank, 2006 Uienpools Uien zijn een vrij gewas wat vrijheid betekent voor telers ten aanzien van productie en afzet. Omdat (zaai)uien onder de juiste omstandigheden 52 weken bewaard kunnen worden in eigen of gehuurde opslag, kan de teler zelf het tijdstip bepalen waarop de uien ter verkoop worden aangeboden. De meeste in Nederland geteelde uien gaan via de vrije markt, meestal is dat via een commissionair maar dit kan ook via elektronische veiling (bijvoorbeeld via PPAMarkt). Daarnaast gaat een gedeelte van de afzet via een poolsysteem, waarbij partijen van diverse telers worden samengebracht. Iedere pool kent specifieke voorwaarden ten aanzien van levering, bewaring, transport en tijdstip van verkoop. Er bestaat een tiental uienpools, zoals Agramed, Agrifirm, Allium Plus, Flevo Onions, Uienpool Flevoland, JWK/Wiskerke Onions, Waterman Onions en Van Meir Uien. De schatting is dat van de Nederlandse uienteelt 5 procent van het uienareaal op contract gaat, 10 procent in poolverband en de rest op de vrije markt verhandeld wordt. Het leveren in poolverband is naar de mening van de Rabobank een goede manier om risico te spreiden én een middenprijs te realiseren over het hele afzetseizoen samen met collega-telers. Het voordeel van deze methode is dat op deze manier marktwerking blijft bestaan. Stichting Bevordering Afzet Kwaliteitsuien (BAK) De marktprijs van zaaiuien in het oogstjaar 2004 was vrijwel tot nul gereduceerd en telers waren dientengevolge niet of nauwelijks in staat uien te verkopen. Als reactie daarop is in maart 2005 door LTO de Stichting BAK i.o. opgericht. Het doel van deze stichting was de afzet van kwaliteitsuien ten behoeve van telers te coördineren en te bevorderen. Dit zou worden uitgevoerd door het totale aanbod te bundelen, mindere kwaliteit uit de markt te halen en daardoor zou mogelijk voor het kwaliteitsproduct alsnog een acceptabele prijs te behalen zijn. De belangrijkste voorwaarde was dat de teler verplicht was alle uien die hij op dat moment in opslag had ter beschikking te stellen van de stichting en het stond hem niet vrij deze uien zelf of via derden te verhandelen. Als voorwaarde voor het definitief tot stand komen en starten van BAK gold dat de stichting ten minste driekwart van de door het bestuur van de Stichting per 15 maart 2005 ingeschatte hoeveelheid vrije uien in Nederland voor verkoop beschikbaar kreeg. Dit bleek echter niet haalbaar en daarmee strandde dit initiatief. Hieruit blijkt overigens wel het bijzondere karakter van de uienmarkt: de meeste telers kiezen voor de ups en downs van de vrije marktwerking. 12 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

2 De Nederlandse ui op het wereldtoneel Met wereldwijd een jaarlijkse productie van 58 miljoen ton behoren uien tot een van de meest geteelde groentegewassen. Nederland is op wereldschaal weliswaar een kleine uienproducent, maar behoort tot een van de grootste exporteurs. De basis van deze goede exportpositie is gelegen in de uitstekende kwaliteit en goede bewaarcapaciteiten van de Nederlandse ui. Ondanks grote afstanden worden uien vanuit Nederland naar alle windstreken geëxporteerd en inmiddels wordt het merendeel buiten de EU verkocht. Rusland is een belangrijke, maar ook onzekere afzetmarkt. De nog steeds groeiende export van uien wordt in toenemende mate afgezet in West-Afrikaanse landen zoals Senegal, Mauritanië en Ivoorkust. 2.1 58 miljoen ton uien wereldwijd Nederland: klein in productie, groot in export De wereldproductie van uien is groeiende. Werd er in 1990 wereldwijd 27 miljoen ton uien geoogst, nu is dat meer dan verdubbeld en wordt er bijna 58 miljoen ton (bewaar)uien geproduceerd. Daarnaast wordt er nog een kleine 5 miljoen ton (verse) stengeluien geproduceerd, een groente die vooral in China wordt geteeld. China, India en de Verenigde Staten (VS) zijn de koplopers wat betreft uienproductie, terwijl Nederland op de 14e plek staat. China heeft haar uienproductie sterk zien stijgen, alleen al in de periode 2000-2005 nam de productie toe met 5 miljoen ton. Overigens is China ook in de totale wereldgroenteproductie koploper; dit land produceert de helft van alle groente in de wereld. Figuur 2.1 Grootste bewaaruienproducenten ter wereld miljoen ton 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 China India VS Turkije Pakistan Rusland Iran Egypte Japan Brazilië Spanje Zuid-Korea Indonesië Nederland Marokko Overig 2000 2005 Bron: Food and Agriculture Organization of the United Nations, 2006 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 13

Hoge productie per hectare Met gemiddelde opbrengsten rond 50 ton per hectare behoren de VS, Nederland en Chili tot de meest efficiënte uienproducenten in de wereld, mede door gunstige klimatologische omstandigheden. China en India zijn met opbrengsten van respectievelijk 20 en 10 ton per hectare beduidend minder efficiënt. De gerealiseerde productiestijgingen in deze landen zijn dan ook het resultaat van flinke areaaluitbreidingen. Zo heeft China in de laatste 10 jaar het uienareaal meer dan verdubbeld tot meer dan 870.000 hectare. De schattingen van het huidige uienareaal in India bedragen 530.000 hectare. Uienteelt populair in Oost-Europa Binnen (het geografische) Europa vindt tweederde van de uienteelt plaats in Rusland, Nederland, Spanje, Polen, Oekraïne en Frankrijk. Rusland heeft over de afgelopen tien jaar haar uienareaal met 30.000 hectare uitgebreid en beschikt nu met 125.000 hectare uienteelt over verreweg het grootste uienareaal. Daarentegen nam het uienareaal in diverse andere landen wat af, waaronder Hongarije, Oekraïne, Spanje en Italië. Het totale Europese uienareaal over de afgelopen tien jaar is vrijwel gelijk gebleven en bedroeg 426.000 hectare in 2005. Nederland heeft in Europa een unieke positie wat betreft exportgerichtheid. Alle overige Europese landen bestemmen hun uienproductie (merendeels) voor binnenlands verbruik. Uien populair exportproduct Uien behoren tot de meest geteelde én geëxporteerde groenten van de wereld. Op een totale export van bijna 30 miljoen ton verse groente in 2004 bedroeg de export van bewaaruien ruim 5 miljoen ton. Van de totale wereldwijde (bewaar)- uienproductie wordt 8 procent geëxporteerd. Uitgedrukt in waarde is de uienhandel op wereldschaal wat minder groot omdat uien per kilo een kleinere waarde per kilo vertegenwoordigen dan bijvoorbeeld tomaten. In 2004 werd de waarde van de totale uienexport geschat op USD 1,1 miljard (vergelijk tomaten USD 4,4 miljard). India en Nederland grootste exporteurs India en Nederland zijn de grootste uienexporteurs ter wereld, gevolgd door China, Egypte en de VS. Deze vijf landen tezamen zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de wereldexport. Opvallend is de snelle opmars van China als uienexporteur: in 1995 nog een kleine exporteur en nu al de derde uienexporteur van de wereld. Echter de export vergeleken met China s totale uienproductie van 19 miljoen ton is nog beperkt. De totale export van uien en sjalotten is groeiende en bedroeg in 2004 in totaal meer dan 5 miljoen ton. 14 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Figuur 2.2 Exporterende landen van bewaaruien en sjalotten 1995 (1.000 ton) 2000 (1.000 ton) 2004 (1.000 ton) 2004 (%) 1. India 351,2 343,3 833,2 15,9 2. Nederland 481,1 623,9 797,3 15,2 3. China 58,2 169,8 462,6 8,8 4. Egypte 115,6 147,3 350,6 6,7 5. VS 308,2 354,1 302,0 5,7 6. Mexico n.a. n.a. 289,7 5,5 7. Argentinië 184,6 96,9 224,0 4,3 8. Spanje 257,1 206,8 201,2 3,8 9. Nieuw-Zeeland 103,0 200,0 182,8 3,5 10. Polen 86,0 132,9 175,3 3,3 11. Maleisië 17,8 30,8 115,2 2,2 12. Kazakstan 37,3 62,7 107,1 2,0 13. Oezbekistan 125,0 66,3 95,3 1,8 14. Chili 82,7 30,3 85,2 1,6 15. Thailand 20,5 22,3 79,8 1,5 Overig 909,3 1.043,7 951,1 18,1 Totale wereldexport 3.137,5 3.530,8 5.252,5 100 Bron: Food and Agriculture Organization of the United Nations, Sofresh, 2006 Rusland grootste importeur Rusland was in 2004 veruit het grootste uienimporterende land, gevolgd door Bangladesh en de VS. Nederland en België staan ook te boek als importeur, maar deze import is vooral bestemd voor wederexport. Ondanks het feit dat Rusland de grootste uienproducent van Europa is, importeerde het in 2004 meer dan 560.000 ton. Belangrijke leveranciers aan Rusland zijn Nederland, China, Kazachstan, Oezbekistan en Egypte. Figuur 2.3 Importerende landen van bewaarui en sjalotten 1.000 ton 600 500 400 300 200 100 Rusland Bangladesh VS Japan VK Duitsland Saudi-Arabië Maleisië V.A.E. België Brazilië Canada Frankrijk Sri Lanka Nederland Senegal Roemenië Italië Indonesië Polen 2000 2004 Bron: Food and Agriculture Organization of the United Nations, 2006 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 15

Seizoensgebondenheid Transport is een belangrijke kostenpost in de export van uien en veel handel vindt dan ook plaats met buurlanden. Zo levert Mexico aan de VS en Argentinië aan Brazilië. Toch gaan uien de hele wereld over. Bij de export vanuit landen uit het zuidelijk halfrond zoals Chili en Nieuw-Zeeland speelt het tijdstip van oogsten een belangrijke rol; zo is de nieuwe oogst van uien uit het zuidelijk halfrond door tegengestelde seizoenen tegengesteld aan dat van het noordelijk halfrond. Figuur 2.4 Belangrijkste exportbestemmingen Exporteur Bestemming 1. India Bangladesh, Maleisië, Sri Lanka, V.A.E. 2. Nederland West-Afrika, Rusland, VK, Duitsland, Maleisië, Midden-Amerika 3. China Japan, Rusland, Vietnam 4. Egypte Saudi-Arabië, Libanon, Rusland 5. VS Canada, Japan, Mexico 6. Mexico VS 7. Argentinië Brazilië 8. Spanje Duitsland, VK, Portugal 9. Nieuw-Zeeland VK, Nederland, Japan 10. Polen VK, Nederland, Roemenië 11. Maleisië Indonesië, Thailand 12. Kazakstan Rusland 13. Oezbekistan Rusland 14. Chili VK, VS Bron: World Trade Organization, 2005 2.2 Export buiten EU-25 steeds belangrijker Ontwikkelingen in de belangrijkste Nederlandse afzetmarkten Nederlandse uien worden steeds vaker buiten de EU afgezet; in 2005 werd 65 procent van de in Nederland geteelde uien buiten de EU gebracht en dit aandeel is stijgende. Rusland, West-Afrika, Midden-Amerika en Maleisië importeren een steeds groter deel van de Nederlandse export. Met name de stijgende welvaart in Azië en Afrika zorgt voor een toenemende vraag naar kwaliteitsuien. 16 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Figuur 2.5 Export van Nederlandse uien ton % 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 90 80 70 60 50 40 30 20 10 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Totale NL uien export Export naar EU-25 Bron: Productschap Tuinbouw, 2006 Buurlanden belangrijke afnemers Het Verenigd Koninkrijk (VK), Duitsland, België en Frankrijk zijn binnen de EU de belangrijkste afnemers voor Nederland. Deze landen betrekken tussen de 20 en 40 procent van hun uienimport uit Nederland en dit aandeel is vrij stabiel. Polen betrok lange tijd rond de 70 procent van haar uienimport uit Nederland, maar lijkt nu voor Nederland als belangrijk exportland aan belang te verliezen. Daarentegen treedt Polen nu zelf op als exporteur, met afzet naar Rusland, Roemenië en het VK. Het lijkt erop dat de groeiende uienexport van Nederland en Polen ten koste gaat van Spanje, dat haar export vooral richt op Duitsland en het VK. Afrika belangrijkste groeimarkt voor Nederlandse ui Vooral in Afrika heeft de Nederlandse ui een ijzersterke concurrentiepositie. Ongeveer 90 procent van de geïmporteerde uien op dit continent komt uit Nederland. De laatste tien jaar is het aandeel niet onder de 78 procent van de totale import geweest. Vooral West-Afrika is een belangrijke exportbestemming: landen als Senegal, Mauritanië, Gambia en Ivoorkust importeren Nederlandse uien omdat die goedkoper en langer te bewaren zijn dan lokaal geteelde uien. Vooral voor de Ramadan stijgt de vraag naar uien in West-Afrika. Mede de sterke logistieke positie van Nederland en de mogelijkheid tot snelle levering zorgen ervoor dat gemiddeld 20 procent van de totale Nederlandse export in deze streek terecht komt. Rusland belangrijke maar onzekere afzetmarkt Buiten de EU is Rusland een belangrijke afzetmarkt, maar met de nodige fluctuaties. Zo werd eind 2004 door de Russische overheid een importverbod voor tuinbouwproducten ingesteld waardoor een belangrijk deel van de uienexport in het seizoen 2004/2005 verloren ging. De afzet op de Russische markt is grillig en inkopers zijn zeer prijsgedreven. Lukt het inkopers niet om de uien voor een gewenste prijs te krijgen, dan zien zij af van de transactie en komen er tijdelijk geen uien op de markt of in de supermarkt. Russen hebben in tegenstelling tot Europeanen en Afrikanen geen voorkeur voor maatsortering. Nederlandse uien ondervinden steeds meer concurrentie uit China, dat in toenemende mate uien naar Rusland exporteert. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 17

Figuur 2.6 Exportbestemming Nederlandse uien* % 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Afrika Rusland VK Duitsland Midden-Amerika Maleisië België/Luxemburg Frankrijk Polen Overig *Naar volume Bron: Productschap Tuinbouw, 2006 Nederland na India tweede leverancier van uien aan Maleisië In een van de verst gelegen exportmarkten, Maleisië, heeft Nederland een belangrijke exportpositie; in 2004 was Nederland na India de belangrijkste uienleverancier aan dit land. Nederland kan dit dankzij een kwalitatief sterke ui met een lange bewaarbaarheid. Ondanks dat India dichterbij is gelegen en qua kostprijs voordeliger is, heeft Nederland het voordeel van exporteurs die sterk zijn in hun logistiek en zeer flexibel kunnen leveren. 18 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

3 Van grond tot mond Met een exportquota van ongeveer 90 procent kent Nederland een unieke, volledig op de export ingerichte uiensector. De aanwezigheid van onderzoeksinstellingen, zaadveredelingsbedrijven, gunstige teeltomstandigheden, pakstations, het ondernemerschap van exporteurs en een goede logistieke infrastructuur met de nabijheid van zeehavens maken van Nederland de grootste uienexporteur ter wereld. Figuur 3.1 Schematische weergave van de Nederlandse uienketen Gespecialiseerde groentesnijders Verwerkers (uienschillers en uiensnijders) Binnenlandse groothandel Food Retail/ Foodservice Nederlandse consument Uitgangsmateriaal Primaire productie Pakstations (sorteren en verpakken) Buitenlandse groothandel Buitenlandse consument Exporteurs Bron: Rabobank, 2006 3.1 Van familiebedrijf tot multinational Uitgangsmateriaal De aanwezigheid van professionele zaadveredelingsbedrijven is een van de succesfactoren van de Nederlandse uienteelt. Het betreft hier zowel gespecialiseerde uienzaadbedrijven als breder georiënteerde bedrijven. Veel van deze bedrijven of bedrijfsonderdelen vinden hun oorsprong in Nederland en dan vooral in Noord- Holland. Voorbeelden zijn Bejo Zaden, De Groot en Slot, Hoza, Advanta Seeds en Nickerson-Zwaan (beide onderdeel van het Franse Limagrain), Seminis (sinds 2005 onderdeel van Monsanto), Takii en Syngenta. Bejo Zaden en De Groot en Slot hebben een speciaal samenwerkingsverband opgezet voor de ontwikkeling, productie en verkoop van uienzaden. Hun marktaandeel wordt geschat op 75 procent van de West-Europese uienzaadmarkt. Nederlandse ui geschikt voor export Deze bedrijven, variërend van familiebedrijf tot multinational, hebben een scala aan uienrassen ontwikkeld. Daarbij is niet alleen op teelttechnische eigenschappen gelet, zoals ziektebestendigheid, opbrengstniveau en een vroege of late oogst, maar ook op bewaarbaarheid, vorm en smaak. Voor Nederlandse teeltomstandigheden zijn uienrassen ontwikkeld met goede bewaareigenschappen met het oog op export. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 19

Eigenschappen die hiervoor van belang zijn, betreffen huidvastheid en hardheid. Daglengte speelt hierin een belangrijke rol. Overigens vindt de uiteindelijke productie van uienzaad bestemd voor Nederland vaak plaats buiten Nederland, bijvoorbeeld in Frankrijk, Australië of de VS. Selecteren op gebruikseigenschap 3.2 Efficiënte schakel Hoewel de Nederlandse uiensector nog steeds behoorlijk productiegedreven kan worden genoemd, zijn er steeds vaker vanuit de vraag gedreven initiatieven waarneembaar. Zeker in het beginstadium van de uienketen spelen producenten van uitgangsmateriaal hierin een belangrijke rol. Zo wordt er door zaadbedrijven steeds beter ingespeeld op de uiteindelijke gebruiker van de ui: de consument, maar spelen zij tegelijkertijd in op de diverse tussenschakels, zoals exporteurs, industriële verwerkers of restaurants. Bijvoorbeeld voor uienverwerkers zoals schillers en snijders spelen een ronde vorm (minder snijverlies), het aantal ringen en bepaalde huideigenschappen (gemakkelijk schilbaar) een belangrijke rol. Exporteurs willen uien die lang bewaarbaar zijn en een minimale spruitneiging hebben. Voor de ui als retailproduct is er een scala aan rode, roze en witte uien beschikbaar, elk met verschillende snij- en smaakeigenschappen. Overigens betreft het merendeel van de Nederlandse uienproductie nog steeds de gele ui. Pakstations en exporteurs Een belangrijke schakel tussen teler en handelaar zijn de zogenaamde pak- en sorteerstations. Zij sorteren en verpakken op aanvraag ongesorteerde, in bulk opgeslagen uien in balen of consumentenverpakkingen. De belangrijkste klanten zijn exporteurs waarvoor op bestelling partijen worden verpakt. Doordat het merendeel van de in Nederland geteelde uien verkocht wordt via deze pakstations vormen zij een belangrijke schakel in de uienketen. Eventuele opslag van uien door de pakstations is een betaalde dienstverlening aan telers die niet beschikken over eigen bewaarcapaciteit. Het merendeel van de pakstations houdt zich alleen bezig met het sorteren en verpakken, echter er is een aantal geïntegreerde pakstations met teelt- en/of handelsactiviteiten. Structurele overcapaciteit Nederland telt ongeveer veertig pakstations met een gezamenlijke (potentiële) capaciteit van 22.000 ton per week. De Nederlandse pakstations zijn gemiddeld vaak groter en moderner dan die in het buitenland. Ondanks de schommelende exportsituatie en concurrentie met onder andere Franse pakstations weten de Nederlandse pakstations het hoofd boven water te houden. Met een jaarlijkse gezamenlijke sorteer-/pakcapaciteit van 1,2 miljoen ton tegenover een jaarlijkse export van 800.000 ton en een binnenlandse consumptie van 100.000 ton is er sprake van overcapaciteit en er komt zelfs nog capaciteit bij. Echter, met een dergelijke capaciteit is Nederland te allen tijde in staat pieken in export op te vangen met geringe kans op nee-verkoop. Gemiddeld rekent de sorteerder/verpakker EUR 0,045 tot EUR 0,050 per kilo voor sorteren, verpakken, transport en commissie, maar gezien de overcapaciteit zullen uiteindelijk de beste en meest efficiënte bedrijven met de laagste kostprijs het op de lange termijn volhouden. 20 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Nabijheid havens belangrijk kostprijsvoordeel De nabijheid van de Nederlandse uienhandelaren bij de havens van Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen is een belangrijke concurrentiefactor. Aangezien uienexport voornamelijk over zee plaatsvindt, betekenen korte afstanden van de pakstations naar de haven een kostenvoordeel ten opzichte van de belangrijkste concurrent, Frankrijk. Een eventueel concurrentievoordeel van de Franse uien (lagere productiekosten) gaat teniet door de aanzienlijk langere afstanden naar de haven van Rotterdam. Vervoer is een belangrijke kostenpost en efficiënt gebruik bepaalt in belangrijke mate de concurrentiepositie van de Nederlandse uiensector, bijvoorbeeld door gebruik te maken van retourstromen (volle containers vanuit Azië naar Rotterdam die met uien retour gaan). Contacten, geen contracten De export van uien is in handen van zo n 250 exporteurs (familiebedrijven), maar waarvan slechts 10 bedrijven het merendeel van de export verzorgen. Exporteurs onderhouden gewoonlijk langetermijnrelaties met hun handelspartners, maar meestal zonder vaste contracten en zonder vaste prijzen. Deze handelspartners (lees importeurs) leveren op hun beurt weer aan andere handelaren, retailers, markten enzovoort. Exporteurs die rechtstreeks leveren aan retailketens maken wel vaker vaste afspraken. De tendens dat retailketens tussenschakels uitschakelen, is merkbaar doordat er vaker rechtstreeks aan retailers wordt geleverd ten koste van groothandelsmarkten. Exporteurs zullen gewoonlijk niet speculatief handelen en kopen alleen nadat er daadwerkelijk afzet is gevonden. Ontwikkelen van afzetmarkten 3.3 Supermarkt belangrijkste afzetkanaal Exporteurs zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor de goede positie van de Nederlandse uienexport. Door het ontwikkelen van afzetmarkten in het buitenland, variërend van Senegal tot Maleisië, worden Nederlandse uien overal ter wereld afgezet. Wel is het zo dat er enorme concurrentie tussen Nederlandse exporteurs onderling bestaat. Zeker tijdens de maanden september, oktober en november, wanneer Nederland 75 procent van de wereldexportmarkt in handen heeft, zouden exporteurs meer samenwerking moeten betrachten om deze gunstige situatie beter te benutten. Afnemers: industrie, horeca en retail In Nederland vormen supermarkten het belangrijkste afzetkanaal voor verse groente. In 2005 verkochten supermarkten 84 procent van de verse groente op basis van volume. Supermarkten hebben marktaandeel gewonnen ten koste van de markt en de groentewinkel. Uien verpakt in netjes zijn het meest bekende format waarin uien worden verkocht, maar daarnaast is de voorgesneden ui in kant-enklaarmaaltijden en groentepakketten inmiddels gemeengoed. De horeca, ook wel foodservice genoemd, is een ander belangrijk afzetkanaal. Uien zijn een veelgebruikt ingrediënt in fastfoodrestaurants, veelal geleverd door snijderijen. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 21

Figuur 3.2 Verkoopverdeling van verse groente via diverse retail kanalen 1999 (%) 2002 (%) 2005 (%) Supermarkt 74 78 84 Groentewinkel 11 8 5 Markt 11 9 7 Overig 5 5 5 Totaal 100 100 100 Bron: Productschap Tuinbouw, 2006 Uien bewerkt en verwerkt 3.4 De ui in opmars in Nederland Waar uien van goede kwaliteit en uiterlijk bestemd zijn voor export of het retailkanaal, eindigen uien van mindere kwaliteit en/of uiterlijk via de bewerkende en verwerkende industrie in groentepakketten, soepen en sauzen. Tot de bewerkende industrie worden onder andere de uienschilbedrijven gerekend. Deze veelal gespecialiseerde bedrijven leveren hoofdzakelijk aan groentesnijderijen die de uien snipperen of in ringen snijden en gebruiken in onder andere groentepakketten voor supermarkten. Er zijn ook bedrijven die uien niet alleen schillen, maar ook meteen verder verwerken. De uienringen of -blokjes worden vervolgens afgenomen door de bewerkende industrie zoals pizza- en bakkerijfabrieken, snackfabrikanten en de overige voedings industrie om verwerkt te worden in allerlei voedingsproducten, zoals soepen, sauzen en kant-en-klaarmaaltijden. In 2004 werd in Nederland 24.000 ton uien verwerkt, en daarnaast nog ruim 21.000 ton zilveruien. Consumptie De consumptie van uien is in opmars in Nederland. In 2005 werd per 100 huishoudens 661 kilo uien gekocht en hiermee is de ui op basis van volume koploper in de top 10 van meest verkochte groente en is de meest populaire groente bloemkool voorbijgestreefd. Het beeld ziet er echter anders uit op basis van bestedingen; in de top 10 bestedingen aan verse groenten zien we de ui dan ook niet terug. Sla, tomaat, komkommer en paprika staan qua consumentenbestedingen bovenaan. Overigens is aan de trend van dalende volumebestedingen aan groente in 2005 een einde gekomen. De uitgaven aan groente vertonen sinds jaren een opwaartse trend door een stijgende prijs per kilo. Was de gemiddelde prijs van een kilo groente in 1999 nog EUR 1,63, in 2005 was dit opgelopen tot EUR 2,01. 22 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui

Figuur 3.3 Meest verkochte verse groente in Nederland Product 2005 (kg/100 huishoudens) 2002 (kg/100 huishoudens) 2005 (%) 1. Ui 661 601 9 2. Tomaat 645 576 9 3. Wortel 555 520 8 4. Komkommer 554 516 8 5. Bloemkool 528 629 7 6. Sla 466 497 6 7. Witlof 439 422 6 8. Sperzieboon 302 286 4 9. Prei 285 268 4 10. Paprika 260 205 4 Overig 2.669 2.646 36 Totaal 7.365 7.166 100 Bron: Productschap Tuinbouw, 2006 Stijging voorbewerkte groente Een andere trend is de toegenomen populariteit van voorbewerkte groente. In 2005 werd 44 procent meer besteed aan voorbewerkte groente ten opzichte van 1999, dit als gevolg van de aankoop van meer volume maar ook door een toename van de gemiddelde prijs per kilo groente. Ook uien worden in toenemende mate in bewerkte vorm aangekocht. In supermarkten zijn uien in bami- en nasipakketten een bekend voorbeeld. Promotie groenteconsumptie Ondanks de stijgende populariteit van de ui, scoort Nederland met een hoofdelijke consumptie van 5 kilo in internationaal opzicht wat minder dan omringende landen. Zo is de consumptie van verse uien in de VS in 2006 gestegen tot 9,5 kilo per persoon. Spanje en Duitsland consumeren per persoon meer dan Nederland met respectievelijk 7 en 8 kilo per persoon. Ondanks de wat gegroeide consumptie van groente (en fruit) in Nederland, halen de meeste consumenten de aanbevolen twee ons groente en twee stuks fruit per dag niet. Het AGF Promotie Nederland bureau stimuleert consumptie van groente en fruit met campagnes en voorlichting. In het bijzonder uien en andere groente van de alliumfamilie (prei, knoflook, bieslook) worden gepromoot vanwege de gezonde eigenschappen, onder andere met de slogan: Ui, the tastemaker. Gele ui is de meest verkochte ui De bekendste en meest geteelde ui in Nederland is de gele ui. In de supermarkt betreft 86 procent van de verkochte uien dan ook de gele ui, met een verkoop van 569 kilo per 100 huishoudens. Kenmerkend voor de gele ui is het stevige vruchtvlees en de pittige smaak. Juist daarom wordt deze gele ui wereldwijd veel gebruikt voor verwerking in de voedingsmiddelenindustrie. Andere uiensoorten zijn echter in opmars, zoals bijvoorbeeld bosuien met een consumptie van 28 kilo per 100 huishoudens in 2005. Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui 23

Rode uien in opkomst De verkoop van rode uien is gegroeid van 8 kilo in 1999 naar 27 kilo in 2005 (per 100 huishoudens). De in Nederland geteelde rode ui is wat minder scherp van smaak dan de gele ui en, mede door zijn kleurrijke uiterlijk, beter geschikt voor verwerking in salades. Omdat het een relatief nieuwe markt is, is ook de prijsvorming van rode uien nog vrij ondoorzichtig. evenals roze uien Vooralsnog worden de meeste roze uien in het Midden-Oosten en Azië geteeld en geconsumeerd. In Nederland zijn sinds kort enkele telers actief in dit vooralsnog marginaal geteelde product. In samenwerking met Nederlandse veredelaars proberen handelaren en telers door middel van het ontwikkelen en telen van een nieuwe soort ui (namelijk de roze) nieuwe exportkansen te creëren. Veredelaars zijn actief bezig met trends en ontwikkelingen in alle markten in de wereld, en proberen door middel van innovaties in uienveredeling in te springen op deze nieuwe vraag. De rozegekleurde ui bleek zeer gewild te zijn in grote gebieden in Afrika, het Midden-Oosten en Azië, maar omdat de productkwaliteit daar vaak ondermaats is, werd besloten om een project op te starten om een Nederlandse roze ui te ontwikkelen en telen. De verwachtingen omtrent dit nicheproduct zijn hooggespannen. en ook zoete uien worden meer gevraagd Ook de vraag naar zoetere uienvarianten neemt toe. Doorgaans komen zoete uien voornamelijk uit Zuid-Amerika, de VS en Zuid-Afrika, waar de consumptie vele malen hoger ligt dan in Europa. De telers van deze uien hebben goede resultaten behaald en zijn er in geslaagd sterke merken voor zoete uien in de markt te zetten. Mede door een goede promotie en slimme marketing is in de VS het marktaandeel van zoete uien in het segment verse uien voor thuisgebruik in een decennium vrijwel verdubbeld naar 30 procent. Supermarkten in het VK proberen via het merk Supasweet de verkoop van zoete uien te stimuleren. In Nederland worden nog maar nauwelijks zoete uien geteeld, maar recentelijk zijn er ook in ons land enkele merken zoete uien op de markt gekomen (zoals OSO-Sweet, Queeno s en Gourmet s Super Sweet). Verkoopcijfers lijken aan te tonen dat de zoete ui ook in Europa aan een opmars bezig is. 24 Rabobank Perspectief van de Nederlandse ui