Persoonlijkheidsstoornissen en Angst Ellen Willemsen
Overzicht Relevantie Persoonlijkheidsstoornissen Comorbiditeit in getallen PG cijfers comorbiditeit Relatie tussen angststoornissen en PS Aanbevelingen Conclusies
Relevantie Angststoornissen en PS komen vaak samen voor Aanwijzingen voor slechtere prognose (maar ook: ziekere groep) Verhoogde kans op suïcidaliteit, met name combinatie van BPS met paniek
Persoonlijkheidsstoornissen Cluster A: bizar en excentriek paranoïde, schizoïde, schizotypische persoonlijkheidsstoornis Cluster B: instabiel en impulsief Antisociale, borderline, theatrale en narcistische persoonlijkheidsstoornis Cluster C: angstig en geremd Ontwijkende, afhankelijke en obsessiefcompulsieve persoonlijkheidsstoornis
Epidemiologie Prevalentie van persoonlijkheidsstoornissen is hoog: 4-14% in algemene bevolking (Coid 2006) 45% in poliklinische populatie (Zimmerman 2005) Over het algemeen geldt: cluster C > cluster B > cluster A Frequent persoonlijkheidsstoornis NAO
Dimensionele modellen Big Five (Costa & McCrae): Neuroticisme, Extraversie, Openheid, Altruïsme en Consciëntieusheid TCI (Cloninger): Harm avoidance, Novelty seeking, Reward dependence, Persistence, Self directedness, Self transcendence Dimensional Assessment of Personality Pathology (Livesley)
Dimensies algemeen Extraversie vs introversie Antagonisme versus compliance Beheersing versus impulsiviteit Emotionele dysregulatie versus stabiliteit Cognitief-perceptuele symptomen? (Widiger & Simonsen 2005)
Persoonlijkheidskenmerken Bij angststoornissen zijn bepaalde persoonlijkheidskenmerken oververtegenwoordigd Hoog neuroticisme, lage extraversie, hoge harm avoidance
Comorbiditeit DSM Angststoornissen: gemiddeld 49% heeft ook een PS, variërend van 35% van de patiënten met PTSS tot 52% van de OCD patiënten. 13% cluster A stoornis 19% cluster B stoornis 39% cluster C stoornis (Friborg 2013)
Comorbiditeit andersom BPS: >80% lifetime minimaal een angststoornis, het vaakst paniek en sociale fobie Andere PS: 49% lifetime angststoornis Bij 10 jaar follow-up: meeste angststoornissen in remissie, maar ook veel terugvallen in angst Silverman 2012
Comorbiditeit PG Psychiatrisch Casusregister Den Haag Jaarcohort debutanten in tweedelijns GGZ Wonend in Den Haag, vanaf 20 jr Follow up gedurende eerste episode (max 6,8 jr) Totaal: n=4845
Angststoornissen Minimaal een angststoornis exclusief PTSS: 564 patiënten inclusief PTSS: 817 patiënten (17%) Verdeling diagnoses (961 diagnoses): angststoornis NAO: 94 paniek/agorafobie: 244 specifieke fobie: 58 sociale fobie: 88 OCD: 79 GAS: 106 PTSS/acute stress 292
Persoonlijkheidsstoornissen Van de 817 patiënten met een angststoornis: 97 (12%) comorbide diagnose persoonlijkheidsstoornis gesteld Cluster A: 3 Cluster B: 14 Cluster C: 33 Pers st NAO: 51
Relatie angststoornissen en PS Angst confounder bij het meten van PS PS als risicofactor voor angststoornis Angststoornis in jeugd risico voor ontwikkelen van PS Gezamenlijke factor leidt tot angst en PS b.v. neuroticisme; Behavioural inhibition to the unfamiliar
Vermijding Angst b.v. voor paniekaanval vermijding meer angst Persoonlijkheidsstoornis: vermijding als gegeneraliseerde manier om om te gaan met problemen van allerlei aard; vermijding zowel letterlijk als emotioneel
Voorbeelden Vrouw, 40 jr: Vanwege mijn overgewicht ging ik sporten maar toen raakte ik telkens buiten adem, dus ik ben er maar weer mee gestopt Vrouw 35 jr: Mijn moeder was alcoholist maar dat was niet echt belastend want ik wist niet beter
Complicerende factoren Therapeut en patiënt moeten meer moeite doen om bij de les te blijven Aandacht nodig voor alternatieve copingstijlen en verdragen van emoties Exposure interpersoonlijk lastiger te regisseren dan bv exposure aan openbaar vervoer Patiënten met PS bevinden zich vaker in complex systeem Therapeutische relatie vraagt meer aandacht Ernstiger symptomen bij begin, patiënt knapt wel op maar houdt meer restsymptomen
Behandeling Psychotherapie is effectief voor brede spectrum PS Comorbide PS is geen belemmering voor CGT bij angststoornissen Groep geeft goede mogelijkheden voor interpersoonlijke exposure
Aanbevelingen Zicht op persoonlijkheid en helpt om patiënt beter te begrijpen: vraag ernaar Zoek advies als patiënt niet opknapt, als angststoornisbehandeling niet aanslaat of moeizaam verloopt, of als er veel restklachten blijven
Conclusies Angst en PS komen veel samen voor, we zien veel over het hoofd PS hoeft behandeling angst niet in de weg te staan Het tegenovergestelde van vermijden is exposure
Discussie