De Nationale Rekentoets 2007



Vergelijkbare documenten
/595\

Overstapprogramma 6-7

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Rekentermen en tekens

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Toets gecijferdheid augustus 2005

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen (versie 1)

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Analyse van De Nationale Rekentoets 2007

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

Blok 1 Herhalingstoets

SAMENVATTING BASIS & KADER

Inhoud kaartenbak groep 8

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Toets gecijferdheid december 2004

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

1.Tijdsduur. maanden:

Meten is weten ANTWOORDENBOEK Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

Examen VMBO-BB 2005 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 20 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal.

Antwoordblad Rekentoets 3F

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

DEZE VRAGEN MAAK JE ZONDER REKENMACHINE. JE MAG WEL KLADPAPIER GEBRUIKEN. vraag 1: 5 1,65 = vraag 2: 60% van 450 is. vraag 3: = vraag 4:

Anwoorden finale Bartjens Rekendictee 2012

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

50 vragen rekentoets

Maak deze opgaven zonder rekenmachine. Je mag kladpapier gebruiken. Bij decimale getallen, rond je af op 2 cijfers na de komma.

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d

REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

wiskunde CSE GL en TL

Procenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

rekenboek 6a taken

Toets gecijferdheid mei 2004

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1

aantal tijd 2 s 1 min 1 uur 50 uur 2 dagen 20 dagen

wizsmart Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 50 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

BLAD 1: PLEINTJES, ZAKKEN DROP EN WORST

wizbrain 2015 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

KAPSTOK REKENEN inhoud

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Rekenboekje met antwoorden

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Vrijdagavondquiz NWD 2017

wizbrain maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

Hoofdstuk 1 - Rekenen

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv

Toets gecijferdheid april 2006 versie 3

Vrijdagavondquiz NWD 2012

Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

Rekenen vakantie trainer groep 7/8

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen?

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

rekenboek 5a lessen

Noordhoff Uitgevers bv

BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN

Examen VMBO-BB. wiskunde CSE BB. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Teken de versiering op de taart.

2. E Het getal is 38: 24 = 3 x 8. Tel je de cijfers op, dan krijg je = 11.

WISKUNDE-ESTAFETTE Minuten voor 20 opgaven. Het totaal aantal te behalen punten is 500

= 50 : 2 = 25 Zo kun je bijvoorbeeld ook rekenen bij 24 : : 20 = 24 x x 1

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

SMART-finale 2017 Ronde 1: 5-keuzevragen

Transcriptie:

De Nationale Rekentoets 2007 Volkskrant, NPS, HBO-raad, Freudenthal Instituut 26 december 2007 Presentatie: Joost Prinsen Jeanine Daems Ionica Smeets Jury: Doekle Terpstra (voorzitter HBO-raad) Dr. Marjolein Kool (rekendidacticus Hogeschool Domstad) Prof. dr. Jan van Maanen (directeur Freudenthal Instituut) Deelnemers: 30 personen geselecteerd middels een voorronde. Alles gaat om hoofdrekenen. Proefsommen Twee multiple-choice sommen; 30 seconden per som. 1. De schatting was 1 miljoen. Er wordt nu vanuit gegaan dat er 850.000 Moslims in Nederland leven. Dat is 5% minder. Die 5% klopt niet. Wat is het juiste percentage? a: 8,5 c: 15 b: 10 d: 17,5 2. Een Kerstkind is iemand die op 25 of 26 december geboren is. Het aantal inwoners van Nederland bedraagt 16.000.000. Hoeveel Kerstkinderen zijn er hoogstwaarschijnlijk in Nederland? a: 9.000 c: 45.000 b: 18.000 d: 90.000 1

Eindronde Twee series van 11 multiple-choice sommen; 30 seconden per som. Ronde 1 1. 912 Is dit getal deelbaar door 6? En is het deelbaar door 9? a: Door allebei c: Alleen door 6 b: Alleen door 9 d: Door geen van beide 2. Hoe kun je de prijs van dit stuk kaas met een rekenmachine uitrekenen? a: 6.65 : 0.538 c: 6.65 : 538 b: 6.65 0.538 d: 6.65 538 Houdbaar tot: Prijs/kg 28-01-2008 6,65 Inhoud/g Bedrag 538 3,58 3. 174 8 17 153 19 36 21 4 17, 21 en 4. Dat is opvallend: 17 + 4 = 21. Meer getallen uit deze rij maken samen een nieuw getal uit deze rij. Wat is het grootste getal uit deze rij dat u kunt maken door twee andere getallen uit deze rij bij elkaar op te tellen? a: 21 c: 153 b: 36 d: 174 4. Een tegelzetter legt een rij tegels tussen 2 muren, die 2,50 m van elkaar staan. Hij heeft 24 tegels van 10 bij 10 cm. Hij maakt een overal even brede voeg tussen de tegels en de muren. Hoe breed is die voeg? a: 2 millimeter c: 6 millimeter b: 4 millimeter d: 7,5 millimeter 2.50 m... 5. 1,234 567,89 is ongeveer gelijk aan a: 600 c: 800 b: 700 d: 900 6. Een zeehond komt van tijd tot tijd boven water om te ademen, ook als hij slaapt. Aan het begin van het uur ligt de zeehond op de bodem van de zee in slaap. In 8 minuten tijd stijgt hij langzaam naar het wateroppervlak en ademt in. In 3 minuten is hij terug op de bodem. 2

Dit proces herhaalt zich volkomen regelmatig. Waar is de zeehond na 1 uur? a: Op de bodem c: Aan de oppervlakte b: Op weg omhoog d: Op weg naar beneden 7. In de supermarkt staat een stapel boodschappenmandjes. Eén mandje is 25 cm hoog. Een stapel van vijf mandjes is 45 cm hoog. Hoe hoog is dan een stapel van 10 mandjes? 8. a: 65 cm c: 80 cm b: 70 cm d: 90 cm vroeger (mijl/u) - nu (km/u) autosnelwegen 70-120 procinciale wegen 60-80 De Engelse mijl is ongeveer 1,6 kilometer. Twee oude maximumsnelheden in mijl per uur, en de nieuwe snelheden in km per uur ziet u in de tabel. Op welke weg mag je nu harder dan eerst? a: Op allebei c: Op de snelweg b: Op de provinciale weg d: Op geen van beide 9. Marit van Eupen had een sterke race. Kijkt u naar de tussentijden op 500 m, 1000 m, 1500 m en de eindtijd na 2000 m. Op welke 500 m was ze het snelst? a: Eerste 500 meter c: Derde 500 meter b: Tweede 500 meter d: Vierde 500 meter 500 m 1 min 51 00 1000 m 3 min 46 66 1500 m 5 min 42 86 2000 m 7 min 39 18 10. Een bakker verkoopt muffins. In maart besluit hij de prijs met 10% te verhogen. De verkoop daalt. Daarom besluit hij de nieuwe prijs met 10% te verlagen. Hoe duur zijn de muffins nu geworden? a: Goedkoper dan in maart c: Net zo duur als in maart b: Duurder dan in maart d: Prijs muffin in maart moet bekend zijn 11. Tanja schaft in een winkel met tweedehands kleiding een feestelijke outfit aan. De verkoopster rondt af op een heel bedrag. Hoeveel tientjes moet Tanja betalen? a: 8 c: 10 b: 9 d: 11 Lingerie 5,20 Blouse 1 19,90 Blouse 2 11,95 Rok 32,95 Accessoire 1,20 Schoenen 21,25 3

Ronde 2 12. Om een vierkant schilderij zit een lijst van 2 cm breed. De oppervlakte van het schilderij zonder lijst is 225 cm 2. Hoe groot zijn de lengte of de breedte van het schilderij met de lijst erbij? a: 15 cm c: 19 cm b: 17 cm d: 21 cm 13. Deze stapel bestaat uit drie lagen. Er liggen 10 mandarijnen. We maken een dergelijke stapel met 4 lagen. Hoeveel mandarijnen liggen er dan? a: 15 c: 20 b: 18 d: 22 14. De vangst was 3000 kilo cocaïne, te verkopen met een straatwaarde van 200 miljoen gulden. Hoeveel zou 3 gram dan gekost hebben? a: 100 gulden c: 200 gulden b: 150 gulden d: 250 gulden 15. Een zwembad vraagt de volgende toegangsprijzen: Iemand moest aan de kassa e 16.10 betalen. Wat voor kaartjes heeft deze persoon gekocht? volwassenen e 3.85 kinderen 4 t/m 12 e 2.80 a: 4 volwassenen c: 2 volwassenen, 3 kinderen b: 2 volwassenen, 2 kinderen d: 6 kinderen 16. Op de bodem van een glazen pot zit s ochtends vroeg een slak. De pot is 26 cm hoog. Overdag kruipt de slak 5 centimeter omhoog, s nachts zakt ze weer 4 centimeter naar beneden. Hoeveel dagen doet de slak er over om de bovenrand van die pot te bereiken? a: 5 c: 22 b: 15 d: 25 17. U ziet nu vier bouwplaten. 1 2 3 4 Van welke van deze vier kunt u de doos bouwen die hier op tafel staat, en natuurlijk zo dat de bovenste helft rood is? a: Plaatje 1 c: Plaatje 3 b: Plaatje 2 d: Plaatje 4 4

18. In welk rijtje staan de breuken van links naar rechts van groot naar klein: a: 5/8 2/3 1/2 c: 2/3 1/2 5/8 b: 5/8 1/2 2/3 d: 2/3 5/8 1/2 19. Met kraan A duurt het 3 uur om een bassin te vullen. Met kraan B duurt het 6 uur om datzelfde bassin te vullen. Hoe lang duurt het om het bassin te vullen als je beide kranen tegelijk aanzet? a: 9 uur c: iets meer dan 2 1 2 uur b: 4 1 2 uur d: 2 uur 20. Oktober 2008 zou zo kunnen uitvallen dat deze maand samen met de 130 uur zon van oktober 2007 gemiddeld 106 uur zon per maand oplevert. Hoeveel uur zon mogen we dan per dag verwachten in oktober 2008? a: Iets meer dan 2 uur c: Iets meer dan 3 uur b: Iets meer dan 2 1 2 uur d: Bijna 3 1 2 uur 5 m 21. Rechts is de plattegrond van een kelder getekend. Bij een overstroming liep er behoorlijk wat water de kelder in. Het water stond 40 cm hoog. Hoeveel liter water stond er in de kelder? a: 6 liter c: 600 liter b: 60 liter d: 6000 liter 22. Van de bovenstaande ingrediënten maak je oliebollenbeslag. U schept hiervan 35 even zware oliebollen in een pan met hete slaolie. Hoe zwaar was elke oliebol ongeveer, op het moment dat hij de pan in ging? a: 30 gram c: 55 gram b: 40 gram d: 70 gram 3 m 1 kilo tarwebloem 1 liter water 20 gram zout 50 gram suiker 80 gram gist 10 gram kaneel 200 gram pepernoten 90 gram drop 5

De Finale Open vragen; degene die het eerste drukt mag het eerste antwoorden. 1. Aan het begin van de tijdrit stond Jan Janssen 16 secondn achter op Herman van Springel. Jan Janssen reed de tijdrit in 1 uur 20 minuten en 9 seconden, en Van Springel deed er 1 uur 21 minuten en 3 seconden over. Met hoeveel seconden voorsprong won Jan Jansen? 2. 4 parkeerwachters kunnen in 4 minuten 4 auto s controleren. Hoeveel parkeerwachters heb je nodig om in 8 uur 480 auto s te controleren? 3. Je hebt een touw van 20 meter lang en 4 palen om een rechthoekig veldje voor de pony af te bakenen. Hoeveel vierkante meter is het grootste veldje dat je daarmee kun afzetten? 4. Als je een kubus recht naar beneden doorsnijdt, zoals we zojuist gedaan hebben, krijg je een vier-hoekige doorsnede. Maar je kunt ook in andere richtingen snijden. Hoeveel hoekpunten kan de doorsnede van een kubus maximaal hebben? 5. Evert heeft een kortingskaart. Die geeft op alle treinkaartjes 40% korting. Hij koopt een enkele reis van Utrecht naar Amsterdam voor 3,60 euro. Hoe duur is het kaartje zonder korting? 6. Hoeveel is 6/15 meer dan 6/16? 7. Hier staat een vermenigvuldiging, maar één van de cijfers is door een vlek onleesbaar geworden. Welk getal stond er op de vlek? 6 49 3332 8. 99 99 = 9. De Utrechtse Domtoren slaat elk half uur en elk heel uur. Om half één is er 1 slag en om één uur een iets luidere slag. Om half twee, 2 slagen en om twee uur 2 luidere en zo verder tot twaalf uur. Na het middaguur gaat de Dom om half één weer terug naar 1 slag. Hoeveel slagen geeft de Dom per dag? 6

Antwoorden Proefsommen 1. c 2. d Eindronde 1. c 2. b 3. d 4. b 5. b 6. b 7. b 8. c 9. a 10. a 11. b 12. c 13. c 14. c 15. c 16. c 17. c 18. d 19. d 20. b 21. d 22. d 7

Finale 1. 38 seconden 2. 4 parkeerwachters 3. 25 m 2 4. 6 5. 6,00 euro 6. 6/240 = 1/40 7. 8 8. 9801 9. 312 Transcriptie: T.Verhoeff@tue.nl Versie: 7 Analyse: www.win.tue.nl/~wstomv/misc/analyse-2007.pdf 8