Lesbrief bij de voorstelling De Dwerg van Fratelli Fiasco. Inleiding



Vergelijkbare documenten
De olifant die woord hield

LESBRIEF BIJ VOORSTELLING WOLFJE VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 3-4-5

Buurman in de Winter Plan D / Andreas Denk (Nederland)

Lesmateriaal bij de voorstelling: Zwemmen Zonder Mouwen

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

Lesbrief. Vliegende Koe

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

Lesbrief. groep 1-4. bij de verteltheatervoorstelling. Winnie de Poeh: het verhaal van Kanga en Roe. door Marjo Dames / Sterk-Verhaal

De Stilte danst Alice

Lesbrief bij de voorstelling Eendagsvlieg (Annemarije Chamuleau)

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

VOOR DOCENTEN: voorbereiding in de les THEATER LEJO. en Het Gelders Orkest.

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Cultuureducatie met Kwaliteit

Docent HET HOUTEN HUIS

Lesbrief De Kleine Zeemeermin

Lesbrief. Vliegende Koe (4+) De Stilte Nederland

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

De Dans van de Kraanvogel

Lesbrief. Traverse (6+) Cie. Arcosm Frankrijk

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING KNUFFEL OP ZEE. Figurentheater Propop vzw

Spot 2+ La Baracca (Italië)

Lesbrief bij: Het geheimzinnige ei. Een voorstelling voor 4-8 jaar en ouder van Poppentheater Jacobus Wieman

MINUTEN BEWEGEN. Onderwijs Maak Je Samen.

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

AMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? T VLAARDINGEN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

OOST WEST THUIS BEST

Lesbrief Waar de Wind Woont

Shadow Games T42 (Zwitserland)


Vliegende Koe de Stilte (Nederland)

Peter van den Bijllaardt

LESBRIEF Water en zand

Lesbrief bij de voorstelling Aardblij

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

LESBRIEF. Otje s Vader

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

LESBRIEF NACHTREIS - Sahand Sahebdivani (evt. Anastasis Sarakatsanos)

Knarselijke groet, Nynke en Jeroen, Theatergroep Knars Educatie Eva en Sara Vesseur, Het Educatie Bureau

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

Theatergroep Locals. Lesbrief

BESTE DOCENT DE VOORSTELLING

Voor het eerst naar school

Een voorstellingsbezoek oefenen.

Informatie over de voorstelling

Lesbrief bij: Kabouterboomhut

Het Gouden Ei. De Voorstelling. Illustraties en tekst: Marijke Meyer

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Introductie Inhoud Het verhaal Doelgroep en thema s

Voorspellen en tekst lezen

Bewegingsactiviteit : spelles thema Pasen - de kip

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Lesbrief. In Holland staat een Huis (AL) De Stilte/Huis voor Beeldcultuur

Lesbrief Uitvinders. Inleiding

KEIK Concept en regie: Spel: Live muziek en spel: Compositie: Kostuums: Vormgeving: Film:

Little Doll Dance Company

Lesbrief bij: Elins huiskabouter

Lesbrief bij de voorstelling PING

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Mijn oma Josephina, een naam als een liedje. Lesbrief

Dini s poppenrijk Lesbrief

Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte

Vormen van een raket Raketten

Les 1 Probleem verkennen, ideeën verzinnen en kiezen

VLIEG OP! Laura van Hal & STIP Producties

Lesbrief 'Vivi's fantastische pretflat'

LESBRIEF HARTENJAGERS 3.0

De Stilte 3x3 Festival op school

Informatie bij de voorstelling. De Olifant. van theatergroep Troupe A Dour

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

Lesbrief Sirkoes Boediman

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Mongens en Jeisjes De Stilte (Nederland)

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Lepel. Het boek en de film. Jolien Hesselberth

PROJECTBESCHRIJVING VERHALEN IN DE MUZIEK

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

Tekst lezen en vragen stellen

Barrowland Ballet Tiger Tale / Tijgerverhaal

Over de voorstelling. Lesbrief bij de voorstelling Ollie Trollie en Mannetje Lampenkap

Lesbrief Koning Arthur

Mamma vliegt steeds hoger.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

De manus branding stichting

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Lesbrief bij de voorstelling Op de tafel lag een briefje van Theatercollectief Zonder Mouwen

Transcriptie:

Lesbrief bij de voorstelling De Dwerg van Fratelli Fiasco Inleiding Binnenkort gaat u met de leerlingen van uw klas naar de theatervoorstelling De Dwerg' van Fratelli Fiasco. De dwerg wordt gespeeld door Jean-Marie Bevort, die veel toneelervaring heeft als clown en straatartiest. Deze lesbrief bevat informatie en suggesties voor activiteiten die u kunt uitvoeren met uw leerlingen voor en na de voorstelling. De ervaring leert dat leerlingen gerichter naar een voorstelling gaan kijken als ze op één of andere manier hierop zijn voorbereid. Ook wordt theaterbezoek meer dan een ochtend of middagje uit als de kinderen na afloop de mogelijkheid krijgen om hun ervaringen met anderen uit te wisselen. Zo ontdekken ze dat iedereen de voorstelling op een eigen manier kan beleven, Deze lesbrief is als volgt opgebouwd. Allereerst vindt u informatie over de voorstelling, zodat u zelf een indruk krijgt wat er in de voorstelling gaat gebeuren. Dan staan er activiteiten beschreven die u ter voorbereiding op de voorstelling kunt doen. Deze hebben ten doel om de leerlingen nieuwsgierig te maken en ze gerichter naar de voorstelling te laten kijken. Vervolgens vindt u suggesties voor activiteiten na de voorstelling. Deze activiteiten hebben de bedoeling om de kinderen onderling indrukken uit te laten wisselen en de thema s die in de voorstelling worden aangesneden te vertalen naar hun eigen ervaring. In deze lesbrief staan veel suggesties, waarschijnlijk meer dan u met uw groep kunt uitvoeren. Kies daarom de opdrachten uit die u aanspreken en u geschikt vindt om met uw groep uit te voeren. Wij wensen u en de leerlingen alvast veel kijk en luisterplezier. Deze lesbrief is geschreven door Margriet van Galen, aan de hand van een eerdere lesbrief die geschreven is door Wia Huisman-Smeenk en Alfred Boutens.

Over het verhaal van de voorstelling 'De dwerg' Heel lang geleden leefden er diep in de bergen nog draken en dwergen. De dwergen waren altijd druk met van alles en nog wat. Draken waren vooral belangrijk voor het bewaken van schatten, diep in het binnenste van de berg. De dwerg en draak in de voorstelling leven al eeuwen met elkaar in de berg. De dwerg heeft een zwarte kraai als vriend. Op zekere dag kan de dwerg de vogel niet vinden. Hij gaat diep in de bergen op zoek naar zijn vriend en vindt hem tenslotte, in de bek van de oude draak. De kraai, belust op alles wat glimt, heeft gevochten met de draak die de schat bewaakt. En de kraai heeft dit niet overleefd. De dwerg gaat op onderzoek uit in het nest van de kraai en vindt daar een ei. Een bijzonder ei, dat op een zeker moment gaat kraken Over de vorm van de voorstelling 'De dwerg' is een voorstelling waarin het beeld het verhaal vertelt. Het decor bestaat uit een opstelling van lappen en verhogingen. De speler verandert aan het begin van de voorstelling in een vrolijke dwerg door kleding en dwergschoenen aan zijn knieën. Naast de dwerg zijn er nog twee personages in het spel, verbeeld door poppen: de draak en de vogel. Tijdens het spel wordt er geen tekst gesproken; de dwerg spreekt slechts een onverstaanbaar 'djabbertalk'taaltje. Verschillende muziekinstrumenten, waaronder een klein orgeltje, dragen bij aan de poëtische sfeer van de voorstelling.

Voor de voorstelling Algemeen: Als u met de leerlingen een voorstelling gaat bezoeken, is het raadzaam om van tevoren een gesprek aan te gaan over het bezoeken van een theatervoorstelling. Mogelijke vragen: - wie is er wel eens naar het theater geweest? kan je daarover iets vertellen? - wat is het verschil tussen theater en tv? - hoe ziet een theater er van binnen uit? - wat komt er allemaal kijken bij een voorstelling? ( spelers, kostuums, decors, enz.) Waarschijnlijk komen uit dit gesprek al een aantal 'gedragsregels' naar voren die horen bij een voorstelling. Anders kunt u deze in het gesprek nog eens benadrukken: - Je mag natuurlijk 'meeleven', lachen als er iets leuks gebeurt of schrikken bij iets onverwachts. Maar het is vervelend voor de spelers en voor de andere kinderen als je tijdens de voorstelling dingen doet die de voorstelling storen: kletsen, lawaai maken, eten. - Je kunt beter vóór de voorstelling naar de wc gaan. Het is vervelend voor de spelers als je tijdens de voorstelling wegloopt. - Als de voorstelling is afgelopen, klapt het publiek en buigen de spelers voor het publiek.

De draak, de dwerg en de kraai. Het verhaal van de voorstelling is heel summier te vinden in de drie eieren in de bijlagen die gebruikt kunnen worden om vooral de jongste kijkers het eerste stukje van het verhaal te vertellen, voordat ze de voorstelling gaan zien. Knip de eieren uit en vouw ze, zodat aan de buitenkant alleen het ei te zien is: een heel ei, een gebarsten ei en een ei dat uit twee helften bestaat. In drie fasen, die u over drie dagen voorafgaande aan de voorstelling kunt verdelen, licht u op deze manier een tipje van de sluier op over de komende voorstelling. Bij elk ei hoort een korte opdracht. Het eerste ei Laat de leerlingen het eerste ei zien. Vraag hen wat er in een ei kan zitten. De meeste kinderen weten dat er vogeltjes uit eieren kunnen komen. Maar weten ze dat salamanders, vissen, schildpadden en krokodillen ook uit een ei komen? Maak tenslotte het ei open en toon de kinderen de draak. Vraag de kinderen wat voor dier er in het ei zit. Is dat een dier dat echt bestaat? Wat weten de kinderen van draken? Kennen ze sprookjes of verhalen waarin een draak voorkomt? Vertel hen dat draken in sprookjes meestal in een berg wonen en daar een schat bewaken. Soms kan een draak ook in plaats van een schat een prinses bewaken. Lees de bijgaande tekst voor. De draak op de schat U kunt het volgende tikspel het beste doen in het speellokaal. Teken met krijt aan een kant van het lokaal een grote cirkel die het hol van de draak moet voorstellen, of geef dit hol met een lang touw aan. In de cirkel komt 'de schat' van de draak te liggen. Dat kunnen een aantal houten blokjes of pittenzakjes zijn. Een kind is de draak, de andere kinderen zijn 'schatpikkers'. De kinderen zingen eerst : "Draak, draak, draak van wie is die schat, die mooie schat van goud?" (i.p.v. 'rarara wie heeft die bal die mooie bal van goud?') De draak antwoordt: 'Daar hebben jullie helemaal niets mee te maken,' of, 'Blijf af of ik spuw vuur.' Daarna proberen de kinderen blokjes uit de cirkel weg te halen. Maar als de draak hen tikt, zijn ze af. Dan veranderen ze in stenen beelden die niet meer mogen bewegen. Hoeveel kinderen kan de draak in stenen beelden veranderen voordat alle blokjes zijn weg geroofd? Het spel kan ook met meerdere 'draken( koppen)' gespeeld worden. De cirkel waarin de schat ligt, kan dan ook in het midden van de ruimte geplaatst worden. De draak verbeelden Als de leerlingen wat ouder zijn, kunt u hen ook vragen om in groepjes van vier of vijf kinderen met elkaar een draak uit te beelden. Samen bedenken ze hoe ze de kop(pen), staart, vleugels van de draak kunnen uitbeelden en hoe de draak zich kan voortbewegen. Maakt de draak ook een geluid? Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van lappen voor de aankleding. Elk groepje laat zijn draak aan de andere kinderen zien. Het is daarbij spannend als de draak eerst niet zichtbaar is of heel laag begint te bewegen en dan langzaam tevoorschijn komt of groter wordt. Gedragen muziek als begeleiding maakt het geheel extra spannend. Het tweede ei Laat het tweede ei zien. In dit ei zit een flinke barst. Vraag aan de jongste kinderen wat zo'n barst betekent. Is het ei gevallen? Toon de leerlingen dan de binnenkant van het ei. Uit dit ei komt de dwerg tevoorschijn. Lees de tekst bij het plaatje. Fantaseer met de leerlingen over wat een dwerg nou eigenlijk precies is. Vragen die daarbij gesteld kunnen worden zijn: - Wat is een dwerg? - Hoe ziet een dwerg eruit? - Wat doet een dwerg? - Waar wonen dwergen? - Dwergen en kabouters lijken veel op elkaar. Welke beroemde kabouters ken je?

Het belangrijkste kenmerk van een dwerg is natuurlijk dat hij klein is. Misschien weten de leerlingen van het sprookje Sneeuwwitje ook dat dwergen soms in de mijnen werken en daar edelstenen uithakken. Dwergen uitbeelden - Laat de leerlingen uitbeelden dat ze heel klein zijn, zo klein als een dwerg. Ze kunnen dit doen terwijl ze in de kring staan. Iedereen maakt zijn lichaam zo klein mogelijk. Maar ieder moet nog wel kunnen lopen. Hoe loop je zo klein mogelijk? - Laat de leerlingen nu als dwergen achter elkaar aan lopen. De voorste 'dwerg' (dat kan bij de jongste kinderen de leerkracht zijn) geeft aan welke route alle dwergen moeten lopen. Onder het lopen zingen de dwergen bijvoorbeeld: "heiho, heiho, wij dwergen doen het zo", net zoals in de film Sneeuwwitje. - Laat de leerlingen dingen uitbeelden die dwergen zouden kunnen doen, zoals huppelen, met hun lantaarntje de weg zoeken, met hun houweel hakken, met de handen op elkaars schouder lopen, eten. Dit kunnen ze ook doen terwijl ze het dwergenlied zingen. - De dwergen kunnen ook verschillende emoties uitbeelden, zoals: vrolijk zijn, verdrietig zijn, moe zijn, hongerig, boos. Bedenk steeds waarom de dwergen deze emoties hebben ( bijvoorbeeld: ze zijn verdrietig, want ze hebben de hele dag nog geen edelstenen gevonden). Voeg de loopjes, handelingen en emoties samen in een bewegingsverhaal dat u met de leerlingen speelt. Scènes met een dwerg De oudere leerlingen kunnen een scène bedenken waarin een dwerg voorkomt. Gegevens voor de scène: - de dwerg wordt eerst niet gezien, maar pas later ontdekt. - de dwerg kan ( net als in veel sprookjes) een wens vervullen of iets bijzonders doen. De leerlingen bedenken per groepje met deze gegevens een klein verhaaltje: ze bedenken hoe de scène begint, wat er dan gebeurt en hoe het einde is. Ze verdelen de rollen en bedenken eventueel hoe ze kunnen duidelijk maken waar de scène zich afspeelt. Het derde ei Laat het derde ei zien. Dit is helemaal gebarsten. Bij de barst kan het ei worden opengevouwen. Uit het ei komt de vogel. Vraag de leerlingen wat dit volgens hen voor vogel is. Stel de jongste leerlingen vragen over de vogel. Wat zou hij eten? Waar woont hij? Alle vogels vliegen Speel met de jongste kinderen het oude spel: alle vogels vliegen. De leerkracht noemt steeds iets op, dat kan vliegen of juist niet kan vliegen. Alle vogels, olifanten, vliegtuigen, bloemen, sterren, vlinders, auto's, muggen vliegen. Als het onderwerp kan vliegen, steken alle kinderen hun handen in de lucht, als dat niet zo is, laten ze hun handen op hun knieën liggen. Bij grotere kinderen kunt u afspreken dat de kinderen die hun handen omhoog doen als dat niet hoort, niet meer mee mogen doen of zelf dingen mogen opnoemen die wel of niet vliegen. Vanuit vogelperspectief Vraag de leerlingen of ze wel eens in een vliegtuig gevlogen hebben. Wie kan hierover iets vertellen? Vraag hen vervolgens om hun ogen dicht te doen en zich voor te stellen dat ze vliegen. Vertel hen wat ze onder zich zien (bergen, dorpjes, een meer met bootjes, enz.) en beschrijf het landschap. Als iedereen de ogen weer open heeft, kunnen enkele leerlingen vertellen wat ze gezien hebben. Laat vervolgens alle leerlingen een tekening of schildering maken vanuit vogelperspectief, dus vanuit de hoogte neerkijkend.

Na de voorstelling Praat na de voorstelling met de leerlingen in de kring over de voorstelling. Geef de ruimte zodat ieder kind zijn eigen zienswijze kan hebben. Niet alle leerlingen zullen hetzelfde vinden van de voorstelling en waarschijnlijk zijn er kinderen die dingen hebben gezien die anderen niet hebben opgemerkt. Vragen die u in het nagesprek kunt stellen zijn bijvoorbeeld: - Welke dingen uit de voorstelling vond je spannend, grappig, verrassend, verdrietig? - Kun je nog vertellen hoe het 'decor' eruit zag? Hoe de muziek klonk? - Kun je het verhaal van de voorstelling navertellen? - Wat vond je van de dwerg? Wat voor taal sprak hij? Wat voor 'stemming' of 'karakter' had hij volgens jou? - Was de voorstelling ook een beetje zoals je het verwachtte? Als deze anders was, waar lag dat dan aan? In plaats van een nagesprek kunt u de jonge leerlingen vragen om een tekening te maken over de voorstelling. De oudere leerlingen kunt u ook vragen om een bijzonder moment uit de voorstelling met enkele leerlingen in een tableau uit te beelden. Als een van de leerlingen zo'n bijzonder moment heeft bedacht, kunt u andere kinderen op aanwijzingen van deze leerling in een houding zetten die bij dat moment hoort. Dwergendjabbertalk Djabbertalk is fantasietaal, een taal met alle mogelijke klanken die je maar kunt verzinnen. De woorden hebben van zichzelf geen betekenis. De leerkracht kan even voordoen hoe djabbertalk kan klinken met verschillende intonaties. De leerlingen kunnen daarna vertellen wat ze denken dat er gezegd werd. Laat vervolgens de leerlingen zelf uitproberen hoe ze in djabbertalk kunnen praten. De oudste leerlingen kunt u gerichte opdrachten geven, zoals: - praat met elkaar alsof je elkaar heel lang niet gezien hebt, - praat met elkaar alsof je zachtjes met elkaar over iemand roddelt, - praat alsof je boos bent op elkaar, - praat met elkaar een beetje verlegen, alsof je iets moet vertellen wat je liever niet vertellen wilt. Laat enkele tweetallen voor de klas een gesprek in djabbertalk naspelen wat bij hen heel goed ging. Zelf een dwerg spelen Waarschijnlijk zijn de leerlingen gefascineerd door de manier waarop de speler van zichzelf een klein dwergje maakte. In tweetallen kunnen de leerlingen ook een dwerg spelen. Daarvoor heeft u een zwarte lap of jas nodig en een paar schoenen. De twee leerlingen gaan achter elkaar staan achter een tafel. De voorste leerling steekt zijn handen in de schoenen op de tafel, de achterste leerling verbergt zijn hoofd in de jas of de lap en steekt zijn handen uit de mouwen van de jas. Hij beweegt de handen alsof deze van de persoon ervoor zijn. Laat de tweetallen bijvoorbeeld een stukje uit het verhaal van de voorstelling navertellen. Als er meer dwergen met meerdere tweetallen worden gevormd, kan er ook een dwergenvergadering worden gehouden. Natuurlijk kan er dan ook in dwergendjabber met elkaar gesproken worden. Klankdecor bij de verschillende spelfiguren Deze opdracht is vooral geschikt voor de oudere leerlingen. In de voorstelling speelde de muziek een belangrijke rol. Vraag de leerlingen of ze zich nog iets van de muziek kunnen herinneren. Welke muziek klonk er bijvoorbeeld toen de draak ging vliegen? Vraag de leerlingen of ze voorbeelden weten van muziekjes die in films of tv series bij bepaalde personen horen ( the Pink Panter, Peter en de Wolf, muziek die gebruikt wordt om schurken te introduceren). Gebruik voor deze opdracht de muziekinstrumentjes die bij u op school zijn. Ook geluiden die zelf bedacht worden, zoals met een lepeltje in een kopje rinkelen of met een stokje langs de verwarming roetsen, mogen bij deze opdracht gebruikt worden. Maak groepjes van 4-6 kinderen en geef hen de opdracht om een muziekje te verzinnen bij de draak, de dwerg of de vogel. Verdeel de aanwezige instrumentjes over de groepjes. Laat de leerlingen hun muziekjes aan elkaar horen.

Het verhaal verbeelden Het is ook leuk om de voorstelling nog eens na te spelen op een beeldende manier. Jonge leerlingen kunt u stimuleren om in de zandtafel zelf een drakenberg te maken, met holletjes voor de draak en de dwerg. Misschien heeft u nog plastic poppetjes van kaboutertjes, vogeltjes en draken/ dinosaurussen die u voor dit doel in de zandtafel kunt leggen. De oudere leerlingen kunt een beeldende opdracht geven. Maak met de leerlingen een drakenberg, bijvoorbeeld van dozen en lappen. In de berg kunnen holletjes worden gemaakt waardoor de draak, de dwerg en de vogel tevoorschijn kunnen komen. De leerlingen kunnen daarnaast handpopjes maken van karton: draken, dwergen en vogels. Ze tekenen een figuurtje op karton en knippen deze uit. Als ze er een satéprikker achter plakken, kunnen de kinderen spelen met de popjes. Laat de leerlingen uitproberen hoe ze in het decor van de drakenberg met de popjes kunnen spelen. Het verhaal naspelen Verdeel de leerlingen in poppenspelers en muzikanten. Vertel het verhaal van de voorstelling na. U kunt het verhaal ook door een van de leerlingen laten vertellen. Eventueel maakt u van te voren een indeling in scènes en geeft u elk groepje spelers de gelegenheid om hiervoor een tafeldecor te maken en deze scène met popjes en muziekjes na te spelen. - De introductie van het verhaal: de dwerg die de draak en de vogel begroet. - Het gevecht van de draak en de vogel. De dwerg vindt de vogel in de bek van de draak. - De dwerg gaat op zoek en vindt de sieraden en het ei. Hij gaat op het ei zitten. - Het ei begint te kraken en de dwerg kijkt wat er in het ei zit. - De dwerg probeert te vliegen.