Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Transcriptie

1 Lesbrief Beste kleuters, Binnenkort speelt de voorstelling op jullie school of in een theater in de buurt. De voorstelling is gebaseerd op de boeken Pas op voor de ezel en de beer en Dansen met de ezel en de beer van de Amsterdamse kinderboekenschrijver en illustrator Aby Hartog. De verhaaltjes die in de boeken staan zijn heel erg vrolijk en een beetje gek. Toen ik ze las wist ik meteen dat ik een voorstelling over de ezel en de beer wilde maken. De ezel en de beer doen dingen die soms heel logisch lijken, maar dat eigenlijk niet zijn. Dat noem je absurd. Absurd is dus eigenlijk gek, maar dan zo gek, dat het ook wel weer normaal lijkt. Je moet er in ieder geval vaak om lachen. En dat noem je dan weer humor En humor is heel ingewikkeld, en ook weer niet. Humor is wat je leuk vindt, en wat jij leuk vindt is soms niet wat een ander leuk vindt. Maar het is altijd leuk als je om elkaars verschillen kan lachen. Begrijpen jullie het nog? Ik ben heel benieuwd of jullie ezel en beer ook leuk vinden. Misschien zijn er ook stukjes in de voorstelling die je heel spannend vind, of zielig, of stom. Dat hoor ik natuurlijk heel graag! Je juf, meester, oma, opa, vader of moeder vinden het ook vast heel er stoer dat je naar een voorstelling bent geweest en dat je daar over kan vertellen! Zo, zo, zeggen ze dan, naar een theatervoorstelling geweest, dat is heel knap! En wat gebeurde er? En wat vond je er van? En dat kan jij dan allemaal vertellen! Wow! Veel kijk- en luisterplezier! Mariska Simon (Ezel) 1

2 Hoe ga je naar een voorstelling? - Je hebt er zin in, of als je er geen zin in hebt, doe je net alsof. - Je gaat even plassen van te voren. En daarna was je je handen, maar dat wist je natuurlijk al! - Je bent op tijd. - Je zet je mobiele telefoon uit. En zeg dat ook even tegen de volwassenen die mee zijn. - Je vraagt je meester of moeder of oma om zo min mogelijk voor te zeggen zodat je zelf kan bedenken waar het over gaat. Na afloop kan je er dan over praten. - Lachen, meezingen, swingen, het mag! Kletsen met je buurman of buurvrouw over nagellak of je DS mag weer niet. - Als je heel hard moet huilen omdat je vinger pijn doet of je vindt het spannend, kruip dan even tegen iemand aan waar je je veilig bij voelt. Helpt dat niet, ga dan even samen de zaal uit en kom rustig terug als je weer wil kijken. Hoe bereid je je voor op de voorstelling? Je vraagt of de juf een verhaaltje wil voorlezen over ezel en beer. Je speelt spelletjes, of toneel (zie les ideeën) Je verzint een liedje over een ezel en een beer. Je trekt een berenvel aan, of een ezelshuidje. Je bouwt een hijskraan. Om een beer te redden. Of je gaat op jacht. Op jacht naar wortels, appels en sla heel erg spannend! Hoe kijk je naar een voorstelling? Met je ogen natuurlijk! Maar ook met je oren! Maar misschien ook wel met je neus (beren kunnen namelijk ontzettend vieze winden laten..) Of misschien voel je wel iets. De beer voelt aan het einde van de voorstelling ook iets Heimwee noemt hij dat Heel ingewikkeld. Wat voel jij? Tijdens de voorstelling kijk je naar wat er gebeurt en let je op wat je leuk vindt en wat je niet leuk vindt. Na de voorstelling kan je vertellen over wat je gezien hebt. En dan ga je bedenken wat jij zou doen als je een ezel was, of een beer? 2

3 Vragen die je zou kunnen hebben na het kijken van de voorstelling (of voor de voorstelling om je een voorstelling van de voorstelling te maken..) Zou jij op vakantie gaan naar Afrika als je niet kon slapen omdat de andere beren zo hard snurken? En wat vind je dan van Afrika? Vind je het een spannend land? Voel je daar misschien alleen? Spreekt een beer wel Afrikaans? Of Ezels? Ben je blij dat je eindelijk iemand tegen komt in de kale, hete woestijn? Zijn de ezel en de beer echt goede vrienden? Als ze ruzie maken, komt het dan weer goed? Wat doe jij als je ruzie hebt met een vriend? Hoe ziet een rivier in Afrika eruit? En hoe lang moet je varen voordat je een haai tegenkomt? Bouw je wel eens een hijskraan? Of weet je een slimmere manier om de beer te redden? Hou je van bramentaart? Heb je zelf wel eens een taart gebakken? Hoe doe je dat dan? Zo kan ik wel 100 vragen bedenken, maar dat kan je zelf ook vast! En omdat je een kleuter bent, kan je dat waarschijnlijk ook nog eens veel beter dan ik! Les ideeën ter voorbereiding op de voorstelling (voor de juffen en meesters). - Laat de kinderen tekeningen maken van een ezel en/of beer. Je kan ook de kleurplaat van ezel en beer aanvullen: Teken Ezel en beer met een hijskraan. Ezel en beer in een bootje met een haai. Ezel en beer kijken naar de wolken. Ezel en beer eten een hele grote bramentaart. - Net als de kinderen verkleed naar de voorstelling komen, altijd leuk. - Baby Hartog kan ook vertellen over schrijven en illustreren of voorlezen, je kan contact opnemen met hem via stichting Schrijvers School Samenleving of via zijn eigen site 3

4 Spelletjes (omdat je van spelen leert, een goed humeur krijgt, beweegt, sociaal bent en omdat het leuk is..) Winterslaap Uitvoeren in de kring. Benodigdheden: grote doek (knapzak), 10 verschillende voorwerpen. Midden in de kring liggen de voorwerpen. De juf heeft de doek vast. De kleuters zijn beren. Ze zijn in winterslaap en snurken keihard. Ze hebben hun ogen dicht. De juf/meester tikt 1 kind aan, dit kind kan niet slapen van alle herrie en gaat op vakantie. Hij of zij krijgt de doek en mag een aantal voorwerpen in de doek doen. De kleuter neemt weer plaats. De andere beren ontwaken uit hun winterslaap en moeten raden wat de beer mee heeft genomen. tikkertje Uitvoeren in gymlokaal/speellokaal/schoolplein Benodigdheden: Achterlijnen en startlijnen (kan ook denkbeeldig) De juf of meester is de verteller. De klas wordt in twee groepen gesplitst. Een groep ezels en een groep beren. De beren en ezels gaan op een lijn tegen over elkaar staan. De verteller vertelt een verhaal. Als de verteller Beren zegt mogen de beren de ezels proberen te tikken. De ezels zijn veilig als ze achter de achterlijn staan. Alle ezels die getikt zijn veranderen in beren. Als de verteller zegt Ezels mogen de ezels tikken. Je kan het spel doorspelen tot er allen nog maar of ezels of beren over zijn. Hoe heet jij? Datweetikniet. Maak kaartjes met daarop tekeningen van de vrienden van ezel en beer. Een egel, een mol, een vleermuis, een flamingo, een dodo, een mier, een koe, een schaap etc. Geen probleem als er dubbele dieren tussen zitten! De kinderen lopen rond en stellen elkaar vragen. Kind 1: Hoe heet jij? Kind 2: Dat weet ik niet. Kind 1: Heet ik mol? Kind 2 kijkt op de rug. Als het goed is mag het kaartje van de rug af. Als het fout is mag er een aanwijzing worden gegeven. (Bijvoorbeeld: Je bent 4

5 geen mol, je hebt vlekken.) Daarna lopen de kinderen weer naar andere toe. Zingen (kijk op voor het liedje) Een beer en een ezel Een ezel en een beer Voor meer informatie, muziek of liedteksten kunt u contact opnemen met: Simon Speelt Producties Impresariaat Bureau vanaf2 5

6 6

7 Kleurplaat. Illustraties Aby Hartog 7