Op bezoek. bij Sam op de Intensive Care

Transcriptie

1 Op bezoek S bij Sam op de Intensive Care

2 Hoi, ik ben Sam en ik lig op de Intensive Care S Ik heb een fotoboekje gemaakt. Zo kun je alvast zien waar ik ben en wat iedereen op de afdeling doet. Natuurlijk kom je niet echt bij mij op bezoek, maar bij je vader, moeder, opa, oma of vriend. In dit boekje staat bij sommige foto s een vraag. De antwoorden zijn achterin te vinden.

3 Intensive Care Sam ligt in het ziekenhuis en is erg ziek, daarom ligt hij op de Intensive Care. Intensive Care betekent extra zorg en die heeft Sam nu nodig. In dit fotoboekje vertellen we je over de afdeling waar Sam ligt, de Intensive Care. We zeggen ook wel IC, dat is lekker kort. In dit boekje kun je zien en lezen: Hoe ziet de afdeling eruit? Welke mensen werken daar en wat doen ze? Welke machines staan er en wat voor geluid maken die? Natuurlijk staat niet alles in dit boekje, dus als je iets niet begrijpt mag je het ons altijd vragen én je mag ook zeggen wat je ervan vindt.

4 Patiëntenbetrekkingen Voordat je op de Intensive Care naar binnen mag, ga je eerst naar de dienst Patiëntenbetrekkingen Een verpleegkundige belt of de patiënt klaar is om jullie te ontvangen. Als je wilt gaat de verpleegkundige met je mee. De verpleegkundigen die daar werken, bellen dan naar de Intensive Care of je langs mag komen. Soms is de dokter net bezig met een onderzoek bij Sam en dan is bezoek niet zo handig. Dan moet je even wachten.

5 Gang Dit is een deel van de gang op de Intensive Care Het is een lange gang. Er zijn drie zalen waar de patiënten liggen. Zaal geel, zaal blauw en zaal rood. Sam ligt op zaal geel. Hij ligt er niet alleen. Op die zaal liggen ook nog vijf andere patiënten. Onthoud goed de kleur van de zaal. Als je dan nog een keer komt, weet je in welke zaal je moet zijn.

6 Vraag 1 Wat zit er in de dozen op de kar met de rode map? Zaal Zo ziet een zaal op de Intensive Care er uit. Om de bedden heen zie je veel machines met knoppen en lampjes. Sam ligt in bed en is verbonden aan deze machines met allerlei slangen, draden en buisjes. Sam is zo ziek dat een heleboel dingen in zijn lichaam niet vanzelf gaan. De machines nemen het dan voor een tijdje van Sam over.

7 Bed Sam ligt lekker onder een dekentje, maar hij ziet er heel anders uit dan toen hij nog niet ziek was. Sam heeft niet zijn eigen pyjama aan, maar een speciaal blauw ziekenhuisjasje met drukknoopjes. Dat is makkelijk als de verpleegkundigen Sam willen verzorgen of wassen. Ook al is Sam erg ziek, je mag wel tegen hem praten, een kus geven, zijn hand vasthouden of even strelen. Natuurlijk ben je heel voorzichtig met al die machines om het bed. Zomaar even op bed gaan zitten, is niet zo slim. Wil je een leuk cadeautje meenemen: Sam kijkt graag naar een tekening of een foto van jou.

8 Dokter De man in de witte jas is één van de dokters van de Intensive Care. De dokter onderzoekt Sam een paar keer per dag om te kijken hoe het met hem gaat. Vraag 2 Waarom dragen dokters altijd witte jassen? Zo luistert hij bijvoorbeeld met een speciaal apparaatje (stethoscoop) naar de longen. De dokter beslist welke medicijnen Sam nodig heeft, soms zijn dit er heel veel. Ook bedient hij alle machines die helpen om Sam beter te maken. Wanneer Sam erg veel pijn heeft, brengt de dokter hem een tijdje in slaap. Zo merkt hij niets van de behandeling en voelt hij geen pijn.

9 Verpleegkundige Dit is een verpleegkundige die op de Intensive Care werkt. De verpleegkundigen zorgen dag en nacht voor Sam. Ze wassen hem, kammen zijn haren en poetsen zijn tanden. Ook zorgen zij ervoor dat hij alle medicijnen krijgt en ze letten op de machines. Als het nodig is, roepen ze de dokter om naar Sam te kijken. Wordt Sam onderzocht, dan helpen ze de dokter. De verpleegkundigen leggen Sam altijd uit wat ze doen. Ze praten zelfs tegen hem als hij slaapt. Dat lijkt misschien gek, maar iemand die slaapt kan soms toch horen wat je tegen hem zegt. Weet je al wat je straks gaat zeggen als je bij het bed staat?

10 Voeding Omdat Sam zo ziek is, kan hij zelf niet eten. Maar eten is wel heel belangrijk om sterker te worden. Kijk maar op de Intensive Care of je deze zakken ziet. De voeding heeft een lichtbruine kleur. Het lijkt op chocolademelk maar dat is het natuurlijk niet, het is vloeibare voeding waar van alles in zit. Sam krijgt daarom vloeibaar eten uit een zakje. Hij hoeft dan zelf niets te doen. Vanuit de zak loopt het eten door een slangetje in zijn neus. Dit slangetje komt uit in de maag van Sam. We noemen het een maagsonde.

11 Infuus De medicijnen en het vocht dat Sam nodig heeft, krijgt hij via een infuus. Dit is een dun plastic buisje dat in een bloedvat van de hand of de arm wordt geprikt. Via het infuus komen de medicijnen in het bloed en worden ze opgenomen in het lichaam. Vraag 3 Hoeveel soorten pleisters zijn er in het ziekenhuis? Misschien heeft Sam zoveel medicijnen nodig dat één infuus niet genoeg is. Dan heeft hij ook een infuus in een groot bloedvat van zijn hals.

12 Medicijnen Het infuus van Sam is verbonden met een paal naast het bed. Aan de paal hangen allemaal spuiten met medicijnen. Elke spuit zit in een apparaat, een soort pompje. Deze pompjes zorgen ervoor dat het medicijn in de juiste hoeveelheid in het lichaam terecht komt. Wil je weten hoeveel verschillende soorten medicijnen Sam krijgt? Tel de spuiten aan de paal naast het bed maar. Als de medicijnen bijna op zijn, hoor je een piepje. Dan komt een verpleegkundige kijken of er iets moet gebeuren.

13 Monitor Naast het bed van Sam hangt een klein computerschermpje; dit noemen we de monitor. Op de monitor zie je verschillende lijnen en cijfers bewegen. Ze hebben allemaal een andere kleur. Iedere lijn geeft iets aan: bijvoorbeeld hoe het hart klopt of hoeveel zuurstof in het bloed zit. Zo kunnen de verpleegkundigen en dokters op de monitor zien hoe het met Sam gaat. Piepjes horen er gewoon bij op de Intensive Care. Trek je maar niets aan van die geluiden. Het went vanzelf. Uit die monitor komen ook allerlei geluidjes. De verpleegkundige let daarop. Zij weet precies wat elk geluidje betekent.

14 Beademing Sam is te ziek om zelf te ademen, de beademingsmachine helpt hem hierbij. Om de machine aan te sluiten, brengt de dokter Sam met medicijnen in slaap. Hij plaatst dan een buisje in de keel van Sam. De machine zorgt dat er via het buisje zuurstof in zijn longen komt. Nu Sam slaapt kan hij niet met je praten, maar hij kan ook niet praten omdat het buisje in zijn keel zit. Soms moet Sam heel hard hoesten; schrik daar maar niet van. Dat komt omdat het buisje in zijn keel niet prettig voelt. Als je goed luistert, lijken die piepjes wel een beetje op een computerspelletje. Het geluid van de beademingsmachine klinkt hetzelfde als je eigen ademhaling: ppfffffffffffffffffff ppffffffffffffffff. Soms gaat er een soort bel af, je hoort zoiets als diediediediet! Dan weet de verpleegkundige dat ze even moet komen kijken.

15 Familiegesprek Soms wil de dokter met de familie praten over de ziekte van Sam. Hij komt dan met de verpleegkundige naar de familie bij de dienst Patiëntenbetrekkingen. Samen gaan ze in een aparte kamer zitten. De dokter probeert zo goed mogelijk uit te leggen hoe het met Sam gaat en geeft antwoord op de vragen van de familie. Vaak kan hij vertellen dat Sam beter wordt, maar dat dit nog veel tijd zal kosten. Soms moet hij ook vertellen dat het niet zo goed gaat met Sam of zelfs dat hij niet meer beter kan worden, omdat zijn lichaam moe en versleten is of geen kracht meer heeft om te genezen. Jij hoeft niet bij het gesprek te zijn, kijk maar op de volgende bladzijde.

16 Ranja Als je op de Intensive Care bent geweest, ga je vaak weer terug naar de huiskamer van de dienst Patiëntenbetrekkingen. Je mag natuurlijk ook een leesboek of een spelletje van thuis meenemen. Jij en je ouders kunnen daar met de verpleegkundige nog even bijpraten over het bezoek en hoe het nu gaat met jouw familielid. Als je zin hebt, ga jij lekker lezen of tekenen of kleuren.

17 Naar huis Dit is het einde van het fotoboekje. Jij gaat nu weer naar huis. We hopen dat je nu een beetje weet hoe de Intensive Care eruit ziet en hoe het zal zijn om daar op bezoek te gaan. Je vindt het misschien moeilijk om jouw familielid in het ziekenhuis achter te laten. Bedenk dat alle dokters en verpleegkundigen erg goed voor hun patiënten zorgen, dus ook voor jouw familie of vriend. Dag! Tot ziens! Op de volgende pagina s kun je zelf een foto plakken of een verhaaltje schrijven.

18

19 Antwoorden op de vragen in dit boekje Vraag 1 Wat zit er in de dozen op de kar met de rode map? Kleine en grote plastic handschoenen voor de verpleegkundigen en de dokters. Vraag 2 Waarom dragen dokters altijd witte jassen? Zo kun je zien wie de dokter is en blijven de kleren van de dokter schoon. Vraag 3 Hoeveel soorten pleisters zijn er in het ziekenhuis? 41 soorten, van piepklein tot heel groot.

20 Verantwoording Deze tekst is samengesteld door de dienst Patiëntenbetrekkingen en de stafdienst Concerncommunicatie van de Isala klinieken. Met dank aan Cindy van Zon van Ontwerp en illustratie Haagsblauw, Den Haag Fotografie Inez Pelgröm, Isala klinieken Drukwerk Repro Isala klinieken 6009/0411