Lesmap de suikerbakkerij HETGEVOLG. de suikerbakkerij. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte

Transcriptie

1 de suikerbakkerij regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary foto: Kris Dewitte 1

2 De suikerbakkerij 4+ Ik ben 3 jaar. Mama draagt me in haar armen. In los zand. In los zand Het is heet. Het stappen duurt. 4 dagen. De zon brandt. Aan onze voeten sandalen. Bij elke stap verdwijnen ze in het zonhete zand. Ik heb dorst en honger. Mama heeft een idee! Mama heeft altijd ideeën. Ze mengt theebladeren met suiker. Ik kauw en tover de honger en de dorst weg. Theatermaker Nelle De Maeyer werkt voor De Suikerbakkerij samen met twee jonge vluchtelingen, Osman Aden en Himat Shinwary. Samen onderzoeken ze de rol die suiker in ons leven speelt; suiker troost en suiker verbindt. De Suikerbakkerij is een beeldrijke voorstelling, het verhaal van twee vrienden: Geduld en Vriendelijkheid. Vriendelijkheid komt van ver. Geduld komt van daar. In een berg van suiker zoeken ze troost en een plekje op de wereld om thuis te zijn. Samen spelen en zoeken ze naar een wereld waar de grenzen van suiker zijn en je kan zijn waar je thuis bent. regie: Nelle De Maeyer spel: Osman Aden Hosow & Himat Shinwary 2

3 1. Overal suiker. Tijdens de voorstelling komt er suiker uit de lucht naar beneden gevallen. Een waterval van suiker. Geduld en Vriendschap spelen met de suiker. Ze tekenen erin, vegen het over het podium en gooien er mee. Ze zoeken naar een plek om thuis te zijn. Een plek om te spelen. Een plek waar eten en drinken is. Een plek waar het veilig is. (Gelukkig wordt er geen echte suiker gebruikt, dat zou zonde zijn. Er wordt al te veel voedsel verspilt, daar willen de makers niet aan mee doen. Zand lijkt op suiker, daarom gebruiken ze liever zand). 1.1 OPDRACHT: Teken met zand (geen kleefzand) jouw thuis. Dat mag je eigen kamer zijn, of een fantasiewereld. - Voor deze opdracht heb je papier, plakband, droog fijn zand (geen kleefzand) en een plastic bak nodig. - Vouw van het papier een toeter. - Plak het met een beetje plakband dicht. - Knip het puntje van de toeter. - Zet de plastic bak klaar (deze opdracht kan natuurlijk ook buiten in een zandbak doen) - Giet wat zand in de toeter. - Nu stroomt het zand in een dunne straal uit de toeter. Daar kun je mee tekenen. (Je mag ook met je vingers in het zand tekenen, als je dat leuker vindt) - Vraag de kinderen om met dit zand potlood hun eigen thuis te tekenen. Dat mag alles zijn wat ze maar bedenken; hun huis, kamer, knuffelbeer, fantasiewereld, alles. - Deze opdracht doet je het best met maar een paar kinderen tegelijk - Het is ook leuk als ze kunnen vertellen over wat ze tekenen met het zand. 1.2 OPDRACHT: Een blijvende tekening met zand maken: - als het tekenen goed gaat en de kinderen er veel verhalen over vertellen, kan je ook een blijvende tekening met zand maken. - Vraag de kinderen met potlood hun thuis te tekenen, wat dat voor hen ook is of betekent. - Trek de lijnen van de tekening over met lijm. - Strooi zand over de tekening met lijm. - Laat de zand tekening drogen. 3

4 2. Kwijt. Wat zit er in jouw jas- of broekzakken? Verzamel jij graag steentjes? Of takjes? Zit er misschien nog een poppetje in je zak? 2.1 OPDRACHT: - verzamel een aantal verschillende, kleine dingetjes (het liefst dingetjes die ze in hun jaszak of broekzak hebben zitten, maar dat moet niet). - Zet de kinderen in een grote kring - Leg in het midden de verschillende dingetjes - Benoem de dingen in het midden samen met de kinderen, zodat iedereen weet wat er in het midden ligt. - Vraag alle kinderen goed te onthouden welke dingen er liggen - Leg er een doek over - De kinderen mogen even niet kijken; de leraar neemt één ding van onder het doek weg - Nu mag iedereen weer kijken - De leraar neemt het doek weg - De kinderen proberen te ontdekken welk ding weg is - Zo kan dit een paar keer gedaan worden 2.2 OPDRACHT: Geduld en Vriendschap zijn ook iets kwijt. Zij zijn iets kwijt wat je niet op de vloer kan leggen. Zij zoeken iets dan niet in je zak past. Geduld en Vriendschap zoeken naar een thuis. Een thuis waar ze veilig zijn en samen kunnen spelen. Vriendschap zoekt vrede. Geduld zoekt uithoudingsvermogen. Ben jij soms ook iets kwijt wat je niet kunt zien? Bijvoorbeeld; als je verdrietig bent, ben jij je lach kwijt. Dan zoek je naar iets dat je terug vrolijk maakt. Kunnen jullie elkaar de lach terug geven? - de kinderen staan in een halve cirkel recht - vraag de kinderen of zij kunnen doen alsof ze verdrietig zijn, - of boos, - of verlegen? - En kunnen ze ook hard lachen? - En gekke bekken trekken? - Oefen dit goed met iedereen tegelijk - één kind (of per twee, als één te spannend is) komt dan voor de halve cirkel staan - hij of zij doet alsof hij of zij heel verdrietig, boos of verlegen is - een andere leerling komt naar de leerling voor aan en probeert hem of haar aan het lachen te maken (met een gekke bek, of een knuffel of iets anders) - daarna is een volgende leerling aan de beurt. (enz.) 4

5 3. De vrije suiker vogel. Als je op reis gaat, heb je een pas nodig. Een pas om te laten zien aan de mensen in het andere land. Zij willen graag weten waarom je naar hun land komt en wie je bent. Soms willen ze niet dat je in hun land komt. Daarom tekenen Geduld en Vriendelijkheid een vogel in de suiker. Want een vogel mag overal komen. Hij vliegt over alle grenzen heen op zoek naar een fijne plek, meestal in de zon. Geduld en Vriendelijkheid zouden graag op de rug van de vogel klimmen en met hem mee vliegen. OPDRACHT: Maak een sliert van vogels en help elkaar verder. - zet alle kinderen op een rij van de ene kant van de klas naar de andere kant - ze zijn allemaal vogels - behalve de leerling die helemaal achteraan staat - alle vogels helpen hem of haar zo om naar het begin van de rij te gaan: - De leerling die als één na laatste in de rij staat, pakt de laatste leerling voorzichtig bij de schouders vast en geeft de leerling rustig door aan de leerling naast hem of haar. Die leerling pakt hem of haar over, ook weer bij de schouders, en geeft de leerling door aan degene naast hem of haar. Tot de achterste leerling door alle vogels doorgegeven is en vooraan in de rij staat. - de vogels zijn zo een veilige brug van de ene naar de andere kant van de klas - Daarna wordt de leerling die nu vanachter staat door gegeven. - Net zo lang tot iedere leerling is geweest. - De rij vogels heeft zich nu ook verplaatst. - Samen kom je verder. 5

6 4. Mijn mama kan toveren. Ik ben 3 jaar. Mama draagt me in haar armen. In los zand. Het is heet. Het stappen duurt. 4 dagen. De zon brandt. Aan onze voeten sandalen. Bij elke stap verdwijnen ze in het zonhete zand. Ik heb dorst en honger. Mama heeft een idee! Mama heeft altijd ideeën. Ze mengt theebladeren met suiker. Ik kauw en tover de honger en de dorst weg. OPDRACHT: Wat kan jouw mama het beste toveren? - vraag de kinderen wat hun mama kan toveren. - Bijvoorbeeld; het mooiste slaapliedje, het beste voorlezen, het lekkerste eten maken, knuffelen, troosten, pijn weg kussen als je gevallen bent, enz.. - Vraag de leerlingen een tekening voor hun mama te maken. - Daar mogen ze hun toverende mama op tekenen, of iets helemaal anders. Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van de lesmap of de voorstelling? Of hebben de leerlingen zulke mooie dingen gemaakt of gezegd dat u dat met ons wilt delen? We horen het graag! Meer info via marit@hetgevolg.be 6