Visie op Bouw en Vastgoed. Sectorupdate 2010



Vergelijkbare documenten
Visie op Architecten- en Ingenieursbureaus Update 2014

Monitor Bouwketen. Voorjaar Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Najaar Marien Vrolijk

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Monitor Bouwketen. Najaar Jerzy Straatmeijer

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

bouw sectormonitor november 2011

Monitor Bouwketen. Najaar 2017

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3)

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2017

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Kennissessie Marktkansen 2011 en verder start om uur

Zakelijke dienstverlening

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers

Verschuiving van grootschalige nieuwbouw in buitengebied naar kleinschalige (her-) bouw in bestaande situatie;

Macro-economische Ontwikkelingen

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Macro-economische Ontwikkelingen

Monitor bouwketen. Voorjaar 2019

UIT groei en conjunctuur

Macro-economische Ontwikkelingen

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Rabobank Cijfers & Trends

Conjunctuurtest voorjaar 2012

Dienstensector houdt vertrouwen

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Crisismonitor Drechtsteden

Sectorprognoses - Bouw

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Woningmarkt NL 2018 kwartaal 2

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

Macro-economische Ontwikkelingen

Bouwproductie groeit voor derde jaar op rij

Crisismonitor. SSC / Onderzoek en Informatie. uitgave juni Wat is in Breda veranderd ten opzichte van crisismonitor van april?

Macro-economische Ontwikkelingen

Conjunctuurenquête Nederland

Starters zien door de wolken toch de zon

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Minder faillissementen in 2016

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

De dip duurt niet eeuwig

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

CONJUNCTUUR MONITOR INTERIEURBOUW EN MEUBELINDUSTRIE. Sterk voor u en onze branche EERSTE HELFT 2016

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

HALFJAARLIJKS ONDERZOEK. Conjunctuurenquête voorjaar 2015

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Conjunctuurenquête voorjaar 2013

Meting economisch klimaat, november 2013

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Kwartaalmonitor VHG 01

igg bouweconomie marktanalyse

Industriële omzet stijgt opnieuw

Oost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Internationale varkensvleesmarkt

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Monitor Bouwketen. Daan Holtackers Ad Grootenboer

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Bedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant

Vastgoed wankelt. Kwartaalbericht Vastgoed ING Economisch Bureau. _ Bedrijfsruimten _ Kantoren _ Winkels. Winkels

M Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2010 en 2011

Huidig economisch klimaat

Minder sterke groei industrie in tweede kwartaal

Macro-economische Ontwikkelingen

Thermometer economische crisis

Vastgoedrapport Groningen Assen 2011

Crisismonitor Drechtsteden

Visie op Bouw en Vastgoed. Sectorrapport 2009

SAMENVATTING

Crisismonitor Drechtsteden

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Bedrijfsleven onveranderd positief

Thermometer economische crisis

KANTOREN NOORD-NEDERLAND Drenthe, Friesland en Groningen

Economie in 2015 Kans of kater?

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Monitor Bouwketen. Voorjaar Nylas Visser Jerzy Straatmeijer

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Bouwprognoses Bouwkennis Businessclub 2 november 2017 Dr Walter J.J. Manshanden Olaf Koops

bouw sectormonitor maart 2012

Noord-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod

Fedecom Economische Barometer. Deelnemers Fedecom Economische Barometer. De sombere voorspellingen komen in het 2 e kwartaal uit!

KWARTAALMONITOR OKTOBER Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Bedrijfsleven optimistischer

Stemming onder ondernemers in het MKB

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

Crisis en herstel in de bouwsector

NEDERLANDSE MARKT VOOR BEDRIJFSRUIMTE

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

SECTORRAPPORT WONINGMARKT

Transcriptie:

Sectorupdate 2010

Voorwoord Veel sectoren nu door het dal heen In deze publicatie brengen we u graag op de hoogte van de huidige trends en ontwikkelingen en geven wij onze visie op uw sector. Als ondernemer kunt u zich spiegelen aan de trends en branchecijfers, kijken hoe het met de branche van uw toeleveranciers is gesteld en zien wat de verwachtingen zijn van ABN AMRO over uw eigen branche. In de loop van 2010 en 2011 zullen meer en meer branches het economische dal passeren en weer groei laten zien. Dat geldt op dit moment al voor veel exporterende ondernemingen die profiteren van de aantrekkende wereldhandel (zoals de industrie). In het kielzog daarvan zullen meerdere sectoren herstel laten zien (zoals transport). Hoewel in Europa het herstelproces minder snel verloopt dan in Azië en de VS, is de ondernemingsstemming in veel economische sectoren in Nederland al flink aan het verbeteren. Dit neemt niet weg dat een aantal sectoren het ook het komend jaar nog lastig gaat krijgen. Zo zal de bouwsector helaas nog worden geconfronteerd met afnemende omzetten in 2010. In deze Visie op Bouw en Vastgoed is ook een gesprek opgenomen tussen de heer Bodewes, voorzitter van de NEPROM en Erik Steinmaier, Sector Banker Bouw en Vastgoed van ABN AMRO. Zij geven u ter inspiratie voor uw eigen bedrijfsvoering praktijk gerichte verhalen. Hoe bedrijven uit de sector de neergang van de economie hebben overleefd, wat hun toekomstvisie is en hoe de ontwikkelingen in de afgelopen jaren hun sector hebben veranderd. Hopelijk stimuleert deze publicatie u om met ABN AMRO en uw collega ondernemers van gedachten te wisselen over de uitdagingen voor uw bedrijf en uw sector in Nederland. Wij denken graag met u mee en zijn u graag van dienst. Namens alle collega s van ABN AMRO wens ik u en uw bedrijf alle succes toe! Vriendelijke groeten, Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO

Visie op Nederland 4 Interview met Wienke Bodewes 6 Architecten- en ingenieursbureaus 10 Beleggers in onroerend goed 12 Bouwmaterialenindustrie 14 Burgerlijke en Utiliteitsbouw 16 Grond-, water- en wegenbouw 18 Houtindustrie 20 Installatiebedrijven 22 Makelaars onroerend goed 24 Projectontwikkeling 26 Schilders en glaszetters 28 Leeswijzer 30

Visie op Nederland Verder herstel Nederlandse economie Afgelopen zomer krabbelde de economie overeind uit een diepe recessie. Maar in het laatste kwartaal van 2009 halveerde de groei al weer ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Volgens voorlopende indicatoren trekt de groei echter opnieuw aan. Midden vorig jaar liet de economie de recessie achter zich, die vier kwartalen had geduurd. Het BBP groeide in de zomer met een ½% ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het slot-kwartaal viel de groei echter terug naar ¼%. Deze vertraging werd veroorzaakt door een geringere stijging van de overheidsconsumptie, een stevige daling van de investeringen en een kleinere bijdrage van de netto-uitvoer (het positieve groeiverschil tussen uitvoer en invoer slonk). Doordat de afname van de voorraden fors kleiner uitviel dan in het derde kwartaal bleef de BBP-groei toch in de plus. BBP-groei trekt verder aan volgens PMI 6 65 4 60 2 55 0 50-2 45-4 40-6 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 35 BBP (% j-o-j; l.a.) PMI (r.a.) Bron: Thomson Financial, Markit NEVI Recente cijfers wijzen echter níet op een verdere vertraging van de groei. De industriële productie had in oktober en december een daling laten zien (maand-op-maand), maar in januarifebruari steeg de productie weer per saldo duidelijk, net als in veel andere eurozonelanden. Verder laat de wereldhandel een duidelijk opgaande lijn zien, waar onze uitvoer van profiteert. In januari liep de groei van het uitvoervolume ten opzichte van de overeenkomstige maand van 2009 op tot ruim 11%. Dat neemt niet weg dat het februari-niveau nog altijd duidelijk lager was dan dat vóór het begin van de crisis in het najaar van 2008. Voorlopende indicatoren wijzen op meer groei in de nabije toekomst. We geven enkele cijfers: het producentenvertrouwen in de industrie is verder opgelopen, vooral in maart. De inkoopmanagersindex (PMI) van de industrie ligt al enkele maanden ruim boven de 50 (maart: 57,8), wat duidt op meer groei. ( 50 markeert de omslag van krimp naar groei.) De deelindex nieuwe orders en de deelindex nieuwe uitvoerorders liggen zelfs duidelijk boven de 60. Dat belooft veel goeds voor een aanhoudend herstel van de uitvoer. Meestal is het de uitvoer die het herstel in ons land in gang zet. Uit andere enquêtes (CBS, Europese Cie) komt ook naar voren dat men in de industrie beter te spreken is over de orderportefeuilles. Verder zijn ook de geleidelijk verbeterende verwachtingen ten aanzien van de werkgelegenheid en de verkoopprijzen een teken dat het met de industrie beter gaat. Deze sector is sterk afhankelijk van de buitenlandse handel. De betere stemming rond de uitvoervooruitzichten heeft mogelijk ook te maken met de waardedaling van de euro in de voorbije maanden. 4

Uitvoer stijgt verder 170 70 160 60 150 50 140 130 40 120 07 08 09 10 30 Uitvoervolume goederen (index; lhs) PMI exportorders (index; r.a.), Markit NEVI Binnenlandse bestedingen komen later op gang De particuliere consumptie blijft nog duidelijk achter. In het laatste kwartaal van 2009 werd al weer de vierde k-o-k-daling op rij genoteerd. Jaar-op-jaar daalde de consumptie in dat kwartaal met ruim 2½%. Maar in januari nam de krimp flink af naar minder dan 1% j-o-j. Deze verbetering deed zich voor bij diverse goederencategorieën, óók bij duurzame goederen. De tijd zal leren of het verwachte consumptieherstel nu is ingezet. De particuliere consumptie kan dit jaar weer gaan stijgen ondanks lagere loonstijgingen en een verder oplopende werkloosheid, die het totale beschikbaar inkomen van werknemers doet afnemen. Daar staat tegenover dat het totale beschikbaar inkomen van uitkeringstrekkers toeneemt, terwijl het winstinkomen waarschijnlijk sterk stijgt. Verder gaat het consumentenvertrouwen langzaam omhoog (met even een onderbreking in februari). Waargenomen patronen in het verleden suggereren dat de inmiddels gerealiseerde jaar-op-jaar-verbetering van de koopbereidheid binnenkort zou kunnen worden gevolgd door een jaar-op-jaar-stijging van de consumptieve bestedingen. De investeringen zullen als laatste bijdragen aan het herstel. De bezettingsgraad in de industrie is nog altijd heel laag, ondanks enige stijging vanuit het diepe dal in het voorjaar van 2009. Gewoonlijk duurt het een jaar of meer voordat de investeringen in ons land weer aantrekken. Deze keer zou het anders kunnen lopen. Wellicht dat bedrijven eerder dan verwacht weer gaan investeren omdat ze teveel hebben gesneden in hun investeringen vanwege de alarmerende economische vooruitzichten waarvan een jaar geleden sprake was. Samengevat denken we dat de economie dit jaar 1¼% à 2% zal groeien. In 2011 valt de groei mogelijk weer iets terug, voornamelijk als gevolg van maatregelen van de overheid om haar forse financieringstekort terug te dringen. Inflatie blijft laag in 2010 De inflatie lag in het eerste kwartaal gemiddeld net onder 1%. In de tweede helft van 2009 was de inflatie duidelijk opgelopen als gevolg van basiseffecten: het neerwaartse effect op de inflatie van de sterke daling van de olieprijzen in de tweede helft van 2008 is twaalf maanden later uit de inflatiecijfers weggevallen. In de komende maanden zal er geen sprake meer zijn van noemenswaardige basiseffecten. Door de forse onderbezetting in de economie kan de inflatie in de eerstkomende maanden in de buurt van de 1% blijven. Die onderbezetting zal ook in het tweede halfjaar de prijsstijgingen drukken. Maar doordat het effect van de forse verlaging van de energietarieven vorig jaar zomer in juli a.s. zal wegvallen uit het inflatiecijfer, zal dat weer (meer) boven de 1% uitkomen. De inflatie blijft niettemin laag waarschijnlijk ook in 2011. 5

Interview Wienke Bodewes, voorzitter van de NEPROM en Erik Steinmaier, sector banker Bouw en Vastgoed ABN AMRO Scherpe kopergerichtheid is een verrijking voor het vak Wienke Bodewes kent de bouw- en vastgoedwereld als weinig anderen. Hij is algemeen directeur van Amvest, een ontwikkelaar en belegger gevestigd in Amsterdam. Sinds december 2009 is hij voorzitter van de NEPROM, de vereniging van Nederlandse projectontwikkelaars. Natuurlijk is ook Bodewes geschrokken van de ramp die de bouw en de vastgoedsector heeft getroffen. En toch denkt hij dat de ongekende snelheid en diepte van de terugval niet alléén door de crisis kan worden verklaard; de woningmarkt was ook vóór de crisis al ongezond. Bodewes: In een redelijk sterke woningmarkt zouden de stabilisatoren beter hebben gewerkt. Erik Steinmaier, sector banker Bouw en Vastgoed bij ABN AMRO: De snelheid van de terugval is inderdaad enorm. Ik weet goed dat er in de zomer van 2008 nog niet zo veel aan de hand was. Althans, er werd geroepen dat het vooral een Amerikaans fenomeen was dat ons niet allemaal zou gaan raken. Een half jaar later was de bom al ingeslagen. Wat mij ook is opgevallen, is het enorme schrikeffect. De consument heeft minder vertrouwen in de toekomst, heeft twijfels over de waarde van de eigen woning. Daardoor zal er niet snel verhuisd worden. Vóór de crisis was er al stagnatie Steinmaier: En het klopt dat er vóór de crisis ook al het een en ander speelde. De verkoopportefeuille onverkocht van projectontwikkelaars groeide al jaren achtereen. De aansluiting van de nieuwbouwwoningen op de vraag van de consument is de laatste tien jaar niet verbeterd. Eerder andersom. 6

Kleine kavels Bodewes bevestigt dit: Voor de crisis was er inderdaad al stagnatie. Het aantal transacties nam af. Zowel in de bestaande woningen als in de nieuwbouw. Er waren veel meer ontbindingen. Dat betekent dat banken op dat moment al strenger waren in hun kredietbeoordeling. Kort daarvoor hadden banken afgesproken zich aan de toetsingsrichtlijn te houden. Dat had niks met de crisis te maken. De stagnatie kwam vooral doordat het kwaliteitsverschil tussen de nieuwbouw en de bestaande bouw kleiner was geworden. Bodewes: Tien, vijftien jaar geleden werden in Almere 24 woningen per hectare neergezet. Het was misschien wat suffere bouw, maar die huizen werden nog enigszins ruim neergezet. Een oprijlaan, een ventweg, een stukje groen. En heel langzaam heeft men die dichtheden laten toenemen. De architectuur mag de laatste jaren dan steeds spectaculairder zijn, maar uiteindelijk werden de kavels gemiddeld kleiner. De openbare ruimte werd steeds kleiner en vaak minder van kwaliteit. Vlak voor de crisis bouwde men soms wel 40 woningen per hectare. Men vond stedenbouwkundige vormen als parkeren op het binnenterrein, om het even heel oneerbiedig te formuleren. Gewoon omdat er langs de stoep onvoldoende parkeergelegenheid was. Er moet samenhang zijn in de kwaliteit van de stedenbouw, de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte. Met name dat laatste aspect was de belangrijkste drijfveer om Platform Openbare Ruimte op te richten. Bodewes: Door de ontwikkelingen werd het voor mensen moeilijk om een huis te kopen dat een kwaliteitsprong opleverde: iets groter, een betere tuin, iets frissere architectuur. Als dat er niet in zit, waarom zou je je dan al die moeite getroosten; de financiering, de stress, - mensen bleven zitten. De transitiekosten om van het ene segment in het andere te komen, zijn bijzonder hoog in Nederland. Het is een optelling van feiten. Dat maakt dat mensen niet zo gauw geneigd zijn om hun sleutel in te leveren en door te gaan naar de volgende plek. De woningmarkt zit op slot. Scherpe kopergerichtheid vind ik een verrijking voor het vak Echte klantgerichtheid De crisis heeft zijn sector weinig goeds gebracht, zegt Bodewes. Misschien toch één ding: De eye-opener dat er door de hele crisis heen altijd sprake is gebleven van verkoop. En om welke producten ging het dan? Woningen die heel erg goed aansloten bij de vraag, vooral in de sterke woongebieden. Dat vond ik heel bijzonder. Wij hebben ons in de NEPROM gerealiseerd dat er meer aan de hand is dan alleen de crisis. Blijkbaar zijn er ontwikkelaars die heel goed op de daadwerkelijke vraag hebben gelet. Het gaat erom hoe nauwkeurig je de klantgerichtheid belijd. Doe je dat alleen met de mond of ben je er écht mee bezig? Bodewes: Scherpe kopergerichtheid vind ik een verrijking voor het vak. Daar kunnen we veel plezier aan beleven in de toekomst. Ik durf te beweren dat voor de crisis de klantgerichtheid in Zeeland een stuk groter was dan die in Amsterdam. Dat was niet omdat daar betere mensen actief waren, maar gewoon omdat de marktomstandigheden in Zeeland al vóór de crisis afdwongen dat een ontwikkelaar klantgericht werkte. Anders verkocht hij gewoon niets. In Amsterdam was vóór de crisis te weinig aanbod. Klantgerichtheid was niet nodig: je verkocht toch alles wel. 7

Goede projecten financieren Steinmaier: Behalve consumenten, vertonen ook de professionele partijen in de sector sinds de crisis een enorme schrikreactie. Partijen kunnen soms behoorlijk huiverig zijn om ergens in te stappen. Dat is niet nodig. ABN AMRO is straks geïntegreerd met Fortis, en we kunnen heel nuchter bekijken of goede projecten en goede portefeuilles gefinancierd kunnen en mogen worden. Er is geen enkele belemmering om daar stappen in te zetten. Wij zijn in de jaren 2007 en 2008 beperkt actief geweest in vastgoedfinancieringen, maar nu vinden we het interessant om anticyclisch te investeren. Ook professionele partijen vertonen sinds de crisis vaak een schrikreactie Bodewes: Ik zie soms project A waarvan ik denk: ik zou als bank heel voorzichtig zijn, om daar in te stappen. Maar dezelfde ontwikkelaar kan project B in portefeuille hebben, waar ik dan wel weer snel in zou stappen. Dat heeft te maken met je expertise, met je vak goed uitoefenen. Kunnen herkennen wat met een grote mate van zekerheid een succesvol project kan worden. Dat gebeurt nu nog maar heel weinig. De risico s worden onvoldoende scherp gewogen. En daardoor ontstaat gemakzucht in een slechte markt. Als je alles te risicovol vindt, dan komt er geen enkele aanvraag meer doorheen. Kustzone in Almere Bodewes: Met Amvest hebben we een aantal projecten afgeblazen vanwege de crisis, maar één project dat we hebben doorgezet, kunnen we toch met recht anticyclisch noemen. In maart hebben we met de gemeente Almere afspraken gemaakt over de grootschalige gebiedsontwikkeling van de Kustzone in het nieuwe stadsdeel Almere Poort. Dat we daar brood in zien, heeft te maken met waar ik het in het begin van het gesprek over had. Mensen die hier straks naartoe verhuizen, kunnen een kwaliteitsprong maken. We gaan voor dit project kunstmatige duinen aanleggen, waardoor veel nieuwe bewoners prachtige zichtlijnen hebben naar het water. Er komt een strand en een duingebied van formaat, op de rand van polder en water. Hier zijn de stedenbouwkundige opzet, het landschap, de architectuur en de openbare ruimte volledig samenhangend. Financieren van duurzaam vastgoed Steinmaier: Andere projecten die kunnen scoren, hebben te maken met duurzaamheid. De mogelijkheden van groenfinanciering in de vastgoedwereld worden mijns inziens nog onvoldoende benut. We kijken naar nieuwe hypotheekvormen voor mensen die een extreem energiezuinige woning kopen. Bodewes: Op die manier aan kopergerichtheid doen, is een goede zaak. Je kunt mensen verlei den een heel energiezuinig en duurzaam gebouwd huis te kopen, als ze daarmee goedkoper uit zijn met hun toekomstige energielasten. Je kunt mensen óók verleiden tot duurzaamheid, door huizen neer te zetten in een ander type stedenbouw. Met meer groen en water, een lagere dichtheid van bebouwing en misschien ook minder infrastructuur. Zulke projecten scoren zeker. Bodewes: Ik ben er voorstander van als gemeenten niet louter op het kostenelement letten bij het bepalen welke ontwikkelaar een prijsvraag wint. Nu wordt vaak bij beslissingen door gemeentes een te groot accent gelegd op de kosten, vind ik. En dan wordt goedkoop vaak duurkoop. Daar zijn voorbeelden genoeg van. Natuurlijk moet een project kostenefficiënt zijn. Maar in het contract dat ik met de Almeerse wethouder Adri Duivesteijn afsluit, hebben we ook 8

de kwaliteitsdimensie heel goed vastgelegd. Ik vind dat gemeenten moeten sturen op kosten én op kwaliteit. We moeten ervoor zorgen dat als we straks uit de crisis zijn, we die focus hebben. Zodat we de kopergerichtheid vasthouden. Dan zou de crisis op de lange termijn een positief effect kunnen hebben. 9

Architecten- en ingenieursbureaus Slechte vooruitzichten B&U bouw leiden tot moeilijk 2010 voor architectenbureaus Hoewel de vraag naar ingenieursdiensten is gedaald, was de omzetgroei in 2009 nog positief Omzet architecten zal in 2010 dalen met 7 tot 9%, omzet ingenieurs zal stijgen met 1 tot 3% Branchebeschrijving Architecten zorgen voor het ontwerp, het bestek en de begroting van (nieuw)bouwprojecten. Ook zijn zij betrokken bij verbouwingen en restauraties. Ingenieursbureaus adviseren, ontwerpen, verrichten haalbaarheidsstudies, berekenen en begeleiden plannen op terreinen als bouw, installatietechniek, milieutechniek, machinebouw en procestechniek. Een gering aantal grote, internationaal opererende bureaus domineert de ingenieursbranche. Deze ingenieursbureaus hebben qua omzet en aantal werknemers een overheersende positie binnen de branche. Trends en ontwikkelingen De situatie voor architectenbureaus is in 2009 verder verslechterd. Het aanbod van nieuwe opdrachten is scherp gedaald en veel bedrijven hebben noodgedwongen faillissement aan moeten vragen. De overgebleven bedrijven ervaren een toenemende druk op de tarieven, doordat het werkaanbod is gedaald. De problemen worden veroorzaakt door de scherpe omzetdaling in de B&U-bouw. Vooral in de utiliteitsbouw heeft een sterke productie- én prijsdaling plaatsgevonden door de ingestorte markt voor kantoren en winkelpanden. Bij aanbestedingen zijn het vooral de grote en middelgrote bureaus die de opdrachten binnenhalen. Kleine en startende bureaus kunnen in veel gevallen niet voldoen aan de omzet- en ervaringseisen. Voor ingenieursbureaus zijn de overlevingskansen aanzienlijk groter, vooral voor de bureaus met een gediversificeerde orderportefeuille. Bovendien zijn ingenieursbureaus minder gevoelig voor conjuncturele ontwikkelingen, aangezien vaak met meerjarige contracten wordt gewerkt. Het aantal opdrachten gerelateerd aan de vastgoedsector is weliswaar teruggelopen, maar in energie-, water- en infrastructuurprojecten is het werkaanbod nog redelijk gebleven, ook dankzij de investeringen vanuit de overheid. Per saldo is de vraag naar ingenieursdiensten gedaald, maar de omzetgroei was over 2009 nog positief. Door de vraaguitval zijn bedrijven in deze branche in een vroeg stadium overgegaan tot saneringen en herstructureringen om de kosten te reduceren. Onze visie De uitgangspositie voor architectenbureaus is voor 2010 niet gunstig en de branche krijgt het hierdoor nog moeilijk. Bedrijven in deze branche hebben relatief weinig reserves en krijgen in het huidige economische klimaat financiële problemen. Veel is afhankelijk van de B&U-bouw. In 2010 zal de productie van zowel woningen als bedrijfspanden dalen. Een zwak herstel van de economie en onzekerheid in de markt heeft een drukkend effect op de vraag naar nieuwbouw. De orderposities in maanden (werkvoorraad) van bureaus zullen hierdoor dalen, waarbij de kleine bureaus relatief harder worden geraakt dan de grotere bureaus. Per saldo gaan wij voor architectenbureaus uit van een daling in omzet tussen 7 en 9%. De ingenieursbureaus die in Kerngegevens 2009 (succesvolle) kostenreductieprogramma s hebben doorgevoerd zullen sterker de postcrisisperiode ingaan. Daarnaast neemt de vraag rondom waterprojecten (zoals overstromingsbeveiliging en waterwinning) toe en hebben veel bedrijven expertise opgebouwd in dit segment. Bij ingenieursbureaus zal de consolidatie in 2010 hoog op de agenda staan. Dankzij de crisis liggen de overnameprijzen nu laag en zullen de bureaus met voldoende reserves (internationale) acquisities van branchegenoten voorbereiden. Omdat ingenieursbureaus - in tegenstelling tot architectenbureaus - naast de bouwsector ook voldoende actief zijn op minder cyclische markten, gaan wij uit van een omzetgroei in 2010 tussen 1 en 3%. Websites Omzetgroei architecten: -13,6% Omzetgroei ingenieurs: +0,3% Aantal architectenbureaus: 3.145 Aantal ingenieursbureaus: 18.775 ABN AMRO omzetverwachting architecten 2010: krimp 7 tot 9% ABN AMRO omzetverwachting ingenieurs 2010: groei 1 tot 3% www.bna.nl www.nlingenieurs.nl www.kiviniria.net www.deingenieur.nl

Architecten- en ingenieursbureaus Omzetontwikkeling architecten- en ingenieursbureaus n In 2009 daalde de omzet van architectenbureaus met 16 13,6% ten opzichte van 2008, terwijl de omzet van ingenieursbureaus in dezelfde periode juist licht steeg met 0,3%. n De problemen bij architecten deden zich al vroeg voor. In het tweede kwartaal van 2008 werd nog net omzetgroei gerealiseerd, maar daarna begon een neergaande trend. n Ingenieurs kregen ongeveer een jaar later te maken met vraaguitval als gevolg van de crisis. Exploitatiebeeld groei in % (j.o.j.) 12 8 4 0-4 -8-12 -16-20 2006-1 2006-2 2006-3 2006-4 2007-1 2007-2 2007-3 Architecten- en ingenieursbureaus Architectenbureaus Ingenieursbureaus 2007-4 2008-1 2008-2, ABN AMRO Sector Research 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 2009-3 2009-4 n Door het afnemende werkaanbod en de markt- omstandigheden staan de tarieven en marges onder druk. Dit geldt vooral voor architectenbureaus. n Voor de reductie van kosten snijden bureaus als eerste in de flexibele schil. Tijdelijke arbeidscontracten werden Kosten van de omzet 49% opgezegd en pas daarna werd in het vaste personeelsbestand gesneden. Ook 2010 zal voor beide beroepsgroepen in het teken van saneringen staan. Bedrijfsresultaat 9% Afschrijvingen 3% Arbeidskosten 39% Bouwsom nieuwe opdrachten architecten n De ontwikkeling van het aantal nieuwe opdrachten voor architecten vormt een belangrijke indicator voor de bouwproductie. n Zowel in de woning- als utiliteitsbouw is de bouwsom voor nieuwe opdrachten sinds het eerste kwartaal van 2007 aan het dalen. De bouwsom geeft de totale kosten weer van nieuwe opdrachten in de B&U-bouw. n Voor 2010 verwacht ABN AMRO geen significante verbetering in het aantal opdrachten, ondanks de crisis- en herstelwet. Volumemutaties bouw n De nieuwbouw van woningen is in 2009 minder gedaald dan werd verwacht. Er zijn meer, maar goedkopere woningen gebouwd. Hierdoor nam de totale waarde af. n In 2009 daalde de utiliteitsnieuwbouw met bijna 10%. In 2010 zet deze daling versneld door. Vooral de marktsector wordt geraakt. De publieke sector heeft het veel minder moeilijk. n De nieuwbouw van woningen en kantoren neemt verder af in 2010, terwijl het aantal restauraties en verbouwingen in utiliteitsbouw stabiliseert. index (2007=100) 140 120 100 80 60 40 20 0 18% 14% 10% 6% 2% -2% -6% -10% -14% -18% -22% 2007-1 2007-3 2008-1 2008-3 2009-1 2009-3 Woningen Utiliteitsgebouwen, EIB, ABN AMRO Sector Research 2006 2007 2008 2009r 2010v bouw totaal woningbouw nieuwbouw utiliteitsbouw nieuwbouw woningbouw herstel en verbouw utiliteitsbouw herstel en verbouw

Beleggers in onroerend goed Duurzaam vastgoed meer in trek bij eindgebruikers Beleggers deleveragen en keren terug naar vertrouwde markten Langetermijntrends zorgen voor grote veranderingen op alle deelmarkten Branchebeschrijving Beleggers in onroerend goed zijn vooral actief op de woningmarkt en de commercieel onroerend goed markt. Hun kernactiviteiten zijn het direct beleggen in vastgoed en het exploiteren ervan. Het aan- en verkopen van vastgoed is ook onderdeel van de bedrijfsvoering, maar de beleggingen kennen een lange termijn horizon. Het beleggingsrendement bestaat uit twee componenten: direct rendement (huurinkomsten minus exploitatiekosten) en de waardeontwikkeling van het vastgoed. Trends en ontwikkelingen De vraag op de woningmarkt verandert doordat er steeds meer kleinere huishoudens komen door vergrijzing en toenemende individualisatie. Hierdoor stijgt de vraag naar relatief kleinere woningen. Onzeker is of hierdoor de vraag naar huur- of koopwoningen toeneemt. De situatie op de kantorenmarkt is zorgwekkend. Enerzijds is er minder vraag, doordat het aantal kantoorbanen niet meer toeneemt en bedrijven aan het inkrimpen zijn. Anderzijds kent de markt een groot aanbod (6,4 miljoen vierkante meter) waarvan de helft structureel leeg staat en niet uit de markt wordt gehaald. Er is nog geen sprake van huurprijsdalingen, maar de huurkortingen nemen toe. Op de winkelmarkt is er nog altijd vraag naar locaties in hoofdwinkelstraten van grote nationale en internationale retailketens, al is dit door de economische crisis wel verminderd. De leegstand in hoofdwinkelstraten is laag gebleven. De leegstand op secundaire locaties neemt echter wel toe en is hardnekkig. Op deze locaties daalt de huurprijs dan ook. Het aanbod op de bedrijfsruimtemarkt sluit niet aan bij de vraag van eindgebruikers. Leegstaande panden zijn daarom moeilijk te verhuren. Ook hier is sprake van een structureel overaanbod. De huurkortingen in deze markt nemen dan ook toe, terwijl de huurprijzen onder druk staan. Er is meer vraag naar duurzaam vastgoed. Eindgebruikers zien duurzame huisvesting steeds vaker als onderscheidend en noodzakelijk vanuit MVO perspectief. Onze visie Vastgoedbeleggers hebben in reactie op de crisis, die tot forse afboekingen leidde, hun businessmodel op een paar fronten aangepast. Investeerders brengen meer eigen vermogen in om de leverage te verkleinen. Voor zwaar gefinancierde beleggers is herfinancieren moeilijker geworden. Ook keren beleggers terug naar vertrouwde markten, zowel geografisch als wat sector betreft. Stabiliteit en gezondere risico-rendementsverhoudingen hebben de voorkeur. Als gevolg van de vastgoedfraude, hebben brancheorganisaties gedragscodes ontwikkeld om herhaling te voorkomen. Door de bevolkingskrimp in bepaalde gebieden van Nederland, neemt de behoefte aan woningen, maar ook aan winkels, kantoren en bedrijfsruimten in deze gebieden af. In de randstad neemt Kerngegevens de bevolking, en dus het aantal huishoudens, toe. Er worden echter te weinig woningen gebouwd om deze huishoudens te kunnen accommoderen. Ook zal het belang van flexwerken verder toenemen. Kantoorwerkplekken worden niet 100% bezet en kunnen worden gedeeld. Ook wordt vaker thuis gewerkt, waardoor het aantal benodigde vierkante meters omlaag kan. Door de opkomst van online retail is het voor ondernemers interessanter geworden om virtueel te ondernemen, waardoor op lange termijn de fysieke leegstand, vaak op secundaire locaties, op zal lopen. Positief is wel dat de vraag naar logistiek vastgoed waarschijnlijk toeneemt, doordat de via internet gekochte producten vaak aan huis worden bezorgd. Websites Aantal bedrijven: 8.960 - waarvan ZZP ers: 26% - waarvan >50 werkzame personen: 2,0% Aantal werkzame personen: 44.700 Leegstand kantorenmarkt: 13,3% Leegstand winkelmarkt: 5,0% Totaal rendement ROZ/IPD (2009/2008): -0,2% www.ipd.com www.ivbn.nl www.propertynl.com www.vastgoedmonitor.nl

Beleggers in onroerend goed Beleggingsrendement n In 2008 nam het beleggingsrendement af als gevolg van de kredietcrisis. In 2009 werd het rendement zelfs licht negatief. n Op alle deelmarkten was er in 2008 al sprake van een negatieve waardeontwikkeling, die in 2009 verder verslechterde. n De daling van het beleggingsrendement in 2008 en 2009 valt nog mee. Ondanks de crisis, heeft het directe rendement in alle deelmarkten stand weten te houden. 20% 15% 10% 5% 0% -5% Bron: ROZ/IPD 2005 2006 2007 2008 2009 Kantoren Winkels Bedrijfsruimten Bruto aanvangsrendement Bron: Strabo BV, Jones Lang LaSalle, ABN AMRO Sector Research n Het bruto aanvangsrendement is de afgelopen jaren behoorlijk gedaald. Investeerders stortten zich op de Nederlandse markt, omdat de vastgoedprijzen in vergelijking met het buitenland ondergewaardeerd waren. n Door het gebrek aan vertrouwen bij grote investeerders, als gevolg van de crisis, en de forse afboekingen die zij moesten doen op de waarde van hun vastgoed, is het bruto aanvangsrendement in 2009 weer toegenomen. 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2005 2006 2007 2008 2009 Kantoren Winkels Bedrijfsruimten Nieuwe beleggingen n In 2008 en 2009 werden de vermogens van beleggers sterk aangetast, waardoor beleggingen in vastgoed sterk afnamen. n In 2009 lag het aantal transacties lager en was ook de omvang van de transacties kleiner. In plaats van hele portefeuilles te verhandelen, gingen partijen over tot individuele transacties met lokale beleggers. n Het aandeel van kantoren in het totale investeringsvolume is de laatste twee jaar sterk afgenomen. EUR mln 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Bron: Vastgoedmarkt 2005 2006 2007 2008 2009 Kantoren Winkels Bedrijfsruimte Gemiddelde huurprijzen n De gemiddelde nominale huurprijzen op de kantorenmarkt zijn de afgelopen jaren stabiel gebleven en die op de bedrijfsruimtemarkt zijn zelfs toegenomen. Door de crisis worden er echter steeds meer huurkortingen gegeven, waardoor de werkelijke huurprijs daalt. n De huurprijzen op de winkelmarkt zijn in 2009 wel afgenomen. In deze markt komen huurkortingen minder vaak voor, omdat kleine retailers minder onderhandelingsmacht hebben. EUR / m 2 300 250 200 150 100 50 0 Bron: Strabo BV, ABN AMRO Sector Research 2005 2006 2007 2008 2009 Kantoren Winkels Bedrijfsruimten

Bouwmaterialenindustrie Duurzaamheidsinitiatieven overheid en huursector zijn stimulans voor de branche Door ketenintegratie concurreert bouwmaterialenindustrie meer met groothandel Vooruitzichten voor 2010 zijn door sterke daling bouwproductie somber Branchebeschrijving De bouwmaterialenindustrie omvat de productie van onder meer cement, (stortklaar) beton, gips, glas (veiligheidsglas of meerwandig glas), asfalt, baksteen en aardewerk. Ongeveer een derde van deze bedrijven is actief in de beton- en cementindustrie. De NVTB (Nederlands Verbond Toelevering Bouw) behartigt de gemeenschappelijke belangen van de industrie op het gebied van de productie en handel in bouwproducten. Trends en ontwikkelingen De verschuiving van de bouwproductie, van uitleglocaties naar het binnenstedelijk gebied, gaat onverminderd door. Dit brengt voor leveranciers van bouwmaterialen en bouwbedrijven de nodige complicaties met zich mee. Binnenstedelijke bouwplaatsen zijn kleiner en moeilijker bereikbaar, waardoor meer nadruk komt te liggen op het logistieke proces. Logistieke concepten, zoals containerisatie, binnenstedelijke overslagcentra, s nachts bevoorraden van de bouwplaats en just-in-time leveringen, worden hierbij veel toegepast. Het vereist wel een nauwe samenwerking tussen bouwbedrijven en leveranciers om het logistieke proces zo goed mogelijk te laten verlopen, zeker nu locale overheden venstertijden hanteren om de binnenstedelijke mobiliteit te bevorderen. Het aandeel prefabricage in de bouw blijft onverminderd stijgen. Dit moet bijdragen aan het verkorten van doorlooptijden en een reductie van de faalkosten. De vraag naar duurzame en energiebesparende bouwmaterialen neemt de komende jaren sterk toe, vanwege het voornemen van de Rijksoverheid en de provinciale en locale overheden om per 1 januari 2010 duurzaam te gaan inkopen. Daarnaast ontwikkelen de grote bouwbedrijven duurzame woonconcepten, zoals actieve en passieve woningen. De verwachting is dat deze markt de komende jaren sterk zal toenemen. Bouwmaterialenfabrikanten investeren nog altijd veel om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren en de efficiency van het productieproces te verbeteren. Onze visie In 2009 daalde de omzet in de bouwmaterialenindustrie sterker dan in de burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U). De sterke afbouw van voorraden door de groothandel in bouwmaterialen heeft hier aan bijgedragen. In 2010 daalt de B&U productie circa 14%. De nieuwbouw wordt het hardst geraakt en verliest een vijfde van haar productie. In vergelijking met de nieuwbouw wordt de herstel- en verbouw in de B&U relatief licht geraakt (-6% in 2010). Het onderhoud aan gebouwen neemt in 2010 met circa 1% toe. De grond-, weg- en waterbouw (GWW) wordt nauwelijks geraakt door de crisis in de bouw en blijft in 2010 nagenoeg stabiel (-0,5%) dankzij het budgetgedreven karakter van dit segment. Bedrijven die zich richten op de onderhoudsmarkt en de GWW zullen dan ook minder geraakt Kerngegevens worden door de crisis. Toch verwacht ABN AMRO dat de omzet van de bouwmaterialenindustrie in 2010 met meer dan 10% afneemt. Ondanks de crisis blijven er kansen op het gebied van duurzaamheid. De overheid kwam in 2009 met een garantieregeling voor consumenten die energiebesparende investeringen willen doen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie om 500.000 gebouwen energiezuiniger te maken. De gemiddelde woning heeft op dit moment een energielabel D. De Woonbond en AEDES hebben samen de ambitie om dit te verbeteren naar energielabel B. Dit zal, samen met het duurzame inkoopprogramma van de overheid, de vraag naar duurzame bouwmaterialen een verdere stimulans geven. Websites Aantal bedrijven (1 januari 2009): 1.725 - waarvan ZZP ers: 46% - waarvan >100 werkzame personen: 3,2% ABN AMRO omzetverwachting 2010: krimp meer dan 10% Aantal werkzame personen: 27.000 Producentenprijzen: 2,0% Bouwproductie: EUR 60,1 mrd www.betonvereniging.nl www.bfbn.nl www.hibin.nl www.nvtb.nl

Bouwmaterialenindustrie Omzetontwikkeling n Na vijf jaar van onafgebroken groei, waarbij de omzet in de bouwmaterialenindustrie met 25% toenam, keerde eind 2008 het tij door de kredietcrisis. n In een jaar tijd nam de omzet met 11% af. Dit was het gevolg van sterke voorraadafbouw in de bouwketen, waardoor de afzet stokte. n Gezien de ongunstige vooruitzichten voor de bouwnijverheid in 2010, zal de omzet in de bouwmaterialenindustrie sterk blijven dalen. index (2005=100) 130 120 110 100 90 80 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Exploitatiebeeld n De kosten van de omzet zijn de afgelopen jaren gestegen als gevolg van gestegen grondstofprijzen en een toename van de uitbestedingen. n De lonen, salarissen, sociale premies en afschrijvingen zijn echter de laatste jaren gedaald. Bedrijfsresultaat8% Kosten van de omzet 70% Afschrijvingen 4% Loon, salaris en sociale premies 18% Producentenprijzen n De afzetprijzen van bouwmaterialen stijgen al jaren harder dan de verbruiksprijzen. De verbruiksprijzen omvatten zowel de Nederlandse als de geïmporteerde bouwmaterialen. n Dit betekent dat de in Nederland geproduceerde bouwmaterialen, hogere prijzen hebben dan de geïmporteerde bouwmaterialen. Index (2005=100) 120 115 110 105 100 95 2005 2006 2007 2008 2009 Afzetprijzen Verbruiksprijzen Internationale handel in bouwmaterialen n In de periode van 2005 tot 2008 nam de negatieve handelsbalans jaar op jaar toe. Dit kwam door een sterke toename van de import, terwijl de export weinig veranderde. n In 2009 daalde de import met 17% en de export met 15%. Hierdoor werd de negatieve handelsbalans 20% minder negatief. x EUR 1 mln 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2005 2006 2007 2008 2009 Invoerwaarde Uitvoerwaarde

Burgerlijke en Utiliteitsbouw Overheden hebben met hun ruimtelijke beleid grote invloed op bouwmarkt Duurzaam bouwen en energiezuinige woningen en kantoren staan centraal ABN AMRO verwacht voor 2010 een omzetdaling in de bouw van meer dan 10%. Branchebeschrijving De burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) bestaat uit woning - en utiliteitsbouw (kantoren en winkelpanden). Ongeveer 40% van alle ondernemingen in de bouw zijn in B&U actief en deze branche levert de grootste bijdrage aan de totale werkgelegenheid en omzet in de bouw. Brancheverenigingen binnen de bouw zijn onder meer Bouwend Nederland en de Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra. Trends en ontwikkelingen Ondanks de economische crisis, hebben bouwbedrijven in 2009 meer woningen opgeleverd dan in 2008. Vorig jaar is het aantal gereedgekomen woningen met ruim 5% gestegen naar bijna 83.000. Toch heeft de B&U een lastig jaar achter de rug, met over de hele linie een omzetdaling van circa 8%. Het woningbouwcijfer is deels vertekend door overloopeffecten van vorige jaren. Daarbij komt dat de huizenprijzen daalden en er relatief meer goedkopere nieuwbouwwoningen werden gebouwd. Bovendien laten de overige segmenten van de B&U ook duidelijke omzetdalingen zien. In de utiliteitsbouw is zelfs sprake van sterke productie- én prijsdalingen, door de ingestorte markt voor kantoren en winkelpanden. De toegenomen leegstand van bedrijfspanden zorgt voor een lage investeringsbereidheid bij projectontwikkelaars. Van oudsher zet het gebrek aan bouwlocaties een rem op de productie van woningen en bedrijfspanden in Nederland. De overheid hanteert al enige jaren een beleid van verdichting, waarbij voornamelijk bouw in binnenstedelijke gebieden plaatsvindt. De overheid stimuleert ook duurzaam bouwen. Andere trends zijn het toenemend gebruik van prefab onderdelen en uitbesteding van deelopdrachten aan onderaannemers. Voor hoofdaannemers wordt het managen van opdrachten daarom steeds complexer. Tot slot neemt de kwaliteit van orderportefeuilles af door het hogere risico van uitstel van projecten. En bouwers hebben te maken met toenemende milieuregels en overheidseisen. Onze visie In 2010 zal de B&U opnieuw rekening moeten houden met een omzetdaling. De productie van zowel woningen als bedrijfspanden zal in 2010 sterk dalen. De bouw van nieuwe woningen leidt onder de onzekerheid bij huizenkopers over een eventuele beperking van de hypotheekrenteaftrek en de gevolgen daarvan. Deze onzekerheid in de markt en een fragiel herstel van de economie hebben een drukkend effect op de vraag naar nieuwbouw. Bij bedrijfspanden zal het opvullen van de leegstand voorlopig nog in de aantrekkende vraag kunnen voorzien. Geschat wordt dat circa 13% van de kantoorpanden begin 2010 leegstaat. Dit percentage zal in de loop van 2010 zelfs nog wat verder kunnen stijgen. Duidelijk is dat de economische recessie weliswaar voorbij is, maar in de bouwbranche nog steeds Kerngegevens naijlt. Dit zal in 2010 weer een groot aantal faillissementen teweeg brengen in de branche. Bouwers worden ook meer afhankelijk van aanbestedingsprojecten in plaats van eigen ontwikkeling. Voor de langere termijn zijn de vooruitzichten echter goed te noemen. Nederland heeft een structureel tekort aan woningen. Door de veranderende samenleving ontstaat ook vraag naar andere typen woningen dan die beschikbaar zijn in de huidige woningvoorraad. De bouwbranche blijft daarom op termijn uitzicht houden op een gezonde vraag uit de markt. Om aan deze productievraag te kunnen voldoen, ligt de uitdaging voornamelijk in het beheersen van de steeds complexere organisatie van het bouwproces. Websites Aantal bedrijven: 38.915 - waarvan ZZP ers: 75% - waarvan >50 werkzame personen: 1,1% ABN AMRO omzetverwachting 2010: krimp meer dan 10% Aantal werkzame personen: 112.700 B&U productie: EUR 33,8 mrd Bouwkosten nieuwbouwwoningen: 0,3% www.bouwendnederland.nl www.bouwkennis.nl www.cobouw.nl www.eib.nl

Burgerlijke en Utiliteitsbouw Omzetontwikkeling, ABN AMRO Sector Research n Na de vorige recessie van 2002 tot 2003, is de omzet van 140 de bouwsector sterk gestegen. Zowel de nieuwbouw van woningen als de utiliteitsbouw hebben hier aan 130 bijgedragen. n In 2009 is de omzet in de B&U volgens het CBS met 120 ruim 10% gedaald. De segmenten woningbouw en 110 utiliteitsbouw droegen beide bij aan deze omzetdaling. Voor 2010 verwacht ABN AMRO een verdere daling van de omzet. index (2005=100) 100 90 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Exploitatiebeeld n Het aandeel kosten van de omzet (inkoopwaarde) neemt toe door het gebruik van prefab bouwonderdelen en inkoop van diensten van onderaannemers. n Hoewel de bouw relatief arbeidsintensief is, zijn de directe personeelskosten toch relatief laag. De uitbesteding van deelopdrachten valt namelijk onder de kosten van de omzet. n Om de arbeidskosten flexibel te houden, werken bouwbedrijven met een harde kern van werknemers die aangevuld wordt met inhuurkrachten. Kosten van de omzet 77% Bedrijfsresultaat 4% Afschrijvingen 1% Loon, salaris en sociale premies 18% Orderportefeuille n De gestage toename van de orderportefeuilles in zowel woningbouw als utiliteitsbouw, is medio 2008 abrupt ten einde gekomen. Binnen een jaar zijn de portefeuilles met ruim een derde gedaald. n Op het hoogtepunt noteerde de totale bouw een orderportefeuille van 9 maanden. Dit betekent dat er voor 9 maanden werk aan opdrachten uitstaat. Begin 2010 noteert dit kengetal rond de 6 maanden. maanden productie Bron: EIB 10 9 8 7 6 5 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Burgerlijke en utiliteitsbouwproductie Woningbouw B&U Utiliteitsbouw, EIB, ABN AMRO Sector Research n Tot 2009 hebben alle segmenten in de bouw jaarlijks een gezonde groei van de productie laten zien. Met het omslaan van de markt eind 2008 is een moeizame periode aangebroken voor de bouw. n De meer conjunctuurgevoelige nieuwbouw heeft de meeste klappen gekregen en de productie daalde dan ook twee jaar op rij fors. De herstelmarkt en het onderhoud komen er wat beter vanaf. n Een beginnend herstel van de bouwmarkt is pas in de loop van 2011 te verwachten. 15% 10% 5% 0% -5% -10% -15% -20% 2006 2007 2008 2009r 2010v Nieuwbouw Herstel en verbouw Onderhoud

Grond-, water- en wegenbouw Overheid belooft aanbestedingseisen te versoepelen Nieuwe contractvormen brengen meer innovatie maar ook meer ondernemersrisico s Door de Crisis- en herstelwet zal de werkloosheid enigszins beperkt blijven Branchebeschrijving De grond-, water- en wegenbouw (GWW) bestaat uit een aantal segmenten, waarvan wegenbouw, grondwerk en riolering, civiele betonbouw en kabels en leidingen veruit de belangrijkste zijn. Zij hebben een gezamenlijk aandeel van bijna 75% in de productie. Overige segmenten zijn railbouw, baggerwerk, kust- en oeverwerk en straatwerk. Circa 80% van alle ondernemingen in de GWW heeft minder dan vijf werkzame personen en slechts een klein deel heeft meer dan honderd werkzame personen. Daarnaast is er een aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Trends en ontwikkelingen Bijna driekwart van de bouwomzet in de GWW wordt verkregen door middel van openbare, dan wel onderhandse aanbestedingen. De aanbestedingseisen worden door het MKB nog altijd als te zwaar beschouwd. De overheid heeft onlangs beloofd de aanbestedingseisen voor het MKB te versoepelen en kleine opdrachten zo min mogelijk te clusteren. Veel aanbestedingen worden nog gegund op basis van de laagste prijs. In combinatie met een rigide houding ten aanzien van het indienen van alternatieve oplossingen, staat dit de innovatie bij aanbestedingstrajecten in de weg. Toch verschuift het accent, door steeds complexere projecten, van traditionele naar nieuwe contractvormen (prestatie, design and construct, life cycle). Deze nieuwe contractvormen hebben wel tot gevolg dat risico s steeds meer van opdrachtgever naar de bouwer verschuiven, waardoor het ondernemersrisico toeneemt. Vanaf 2010 streeft de overheid ernaar om 100% duurzaam te gaan inkopen. Hierdoor zal het gebruik van duurzame bouwmaterialen de komende jaren een sterke stimulans krijgen. Ketenintegratie blijft voor middelgrote en grote bouwers belangrijk. Acquisitie kan zowel voor- als achterwaarts in de bedrijfskolom nuttig zijn, om zo nieuwe specialismen op te bouwen. De ratio achter deze integratie, is het spreiden van risico s door op meer afzetmarkten actief te zijn. Door de vergrijzing in de bouw zal de vraag naar goed geschoold personeel, ondanks de slechte vooruitzichten, groot blijven. Onze visie Ondanks de economische crisis, nam in 2009 de bouwproductie in de GWW iets toe. De nieuwbouw in de GWW stabiliseerde. De nieuwbouwproductie in de burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) nam af. Daardoor hoefden er minder bouwlocaties geprepareerd te worden en namen in 2009 de werkzaamheden ten behoeve van lagere overheden en bedrijven af. Maar door een sterke toename van geplande overheidsinvesteringen en stimuleringsmaatregelen in het kader van de crisis, bleef de nieuwbouwproductie toch op peil. In 2010 laten de overheidsinvesteringen nog altijd een sterke toename zien, zij het iets minder dan in 2009. Dit komt onder andere door de Spoedwet Wegverbreding en het Aanvullend Beleidsakkoord. Vooral de grote bedrijven profiteren Kerngegevens hiervan. Toch zijn de stijgende overheidsinvesteringen niet voldoende om krimp van de GWW-productie te voorkomen. Een sterke daling van de nieuwbouwproductie in de B&U in 2010, betekent dat er minder bouwlocaties hoeven te worden geprepareerd. Hierdoordaalt ook de nieuwbouwproductie in de GWW. Daarnaast neemt de onderhoudsproductie af. Lagere overheden missen financiële slagkracht als gevolg van teruglopende inkomsten uit bouwgrondexploitatie. Dit is ongunstig voor het MKB, dat van deze opdrachtgevers afhankelijk is. Positief is dat de Crisis- en herstelwet door de Eerste Kamer is goedgekeurd, waardoor naar schatting 25.000 manjaren aan werk naar voren gehaald wordt. Websites Aantal bedrijven: 5.410 - waarvan ZZP ers: 55% - waarvan >50 werkzame personen: 2,4% ABN AMRO omzetverwachting 2010: krimp 4 tot 6% Aantal werkzame personen: 85.000 GWW productie: EUR 13,7 mrd Gemiddelde prijsverandering: -3,8% www.bouwendnederland.nl www.cobouw.nl www.crow.nl www.waterbouwers.nl

Grond-, water- en wegenbouw Omzetontwikkeling n De omzet in de GWW laat sinds 2003, toen de omzet nog met 11% daalde, een onafgebroken groei zien. n Ook tijdens de economische crisis in 2009 realiseerde de GWW, als enige branche binnen de bouw, een positieve omzetontwikkeling met een groei van meer dan 3%. n De vooruitzichten zijn minder rooskleurig. Voor 2010 verwacht ABN AMRO dat de omzet in de GWW met enkele procenten afneemt. index (2005=100) 130 120 110 100 90 80, ABN AMRO Sector Research 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Exploitatiebeeld n Vergeleken met de B&U, zijn de kosten van de omzet in de GWW lager. Dit komt omdat de GWW meer zelf produceert, terwijl de B&U meer inkoopt. n Doordat er meer binnenshuis wordt geproduceerd, zijn de loonkosten in de GWW relatief hoger dan in de B&U. n De afschrijvingen zijn in de GWW hoger in vergelijking met de B&U. Dit komt omdat bedrijven in de GWW meer materieel op de eigen balans hebben. Bedrijfsresultaat 5% Afschrijvingen 3% Kosten van de omzet 71% Loon, salaris en sociale premies 20% Orderportefeuille GWW n De orderportefeuille in de GWW daalde in de periode van juni 2008 tot april 2009 met 18% tot 6 maanden. Dit werd veroorzaakt door een scherpe daling (-23%) van de orders in de wegenbouw. n In de periode april tot december 2009 is er sprake van een gematigd herstel in de wegenbouw. n De orderportefeuille in de grond- en waterbouw was in vergelijking met die in de wegenbouw zeer goed en zat op hetzelfde niveau als de vorige piek begin 2007. Bouwproductie GWW maanden productie 8 7 6 5 4 Bron: EIB 3 2005 2006 2007 2008 2009 2010 GWW Wegenbouw Grond- en waterbouw, EIB n In 2009 daalde de nieuwbouwproductie in de GWW ten behoeve van lagere overheden en bedrijven. Een sterke toename van investeringen door de overheid kon een daling van de totale nieuwbouwproductie voorkomen. n In 2010 zal de nieuwbouwproductie in de GWW wel afnemen, doordat lagere overheden nog minder zullen investeren en de overheidsimpuls iets minder groot zal zijn. n In 2010 zal minder onderhoud worden gepleegd, onder andere door bezuinigingen bij lagere overheden. 8% 6% 4% 2% 0% -2% 2006 2007 2008 2009r 2010v Nieuwbouw Onderhoud

Houtindustrie De omzet zal in 2010 verder dalen met circa 3 tot 5% De inkoopprijzen voor importhout zullen verder stijgen door tekorten in de markt FSC-gecertificeerd hout krijgt nieuwe impuls door overheidsmaatregel Branchebeschrijving De houtindustrie omvat voornamelijk timmerbedrijven die producten voor de bouw produceren, zoals deuren, ramen, trappen en kozijnen. Daarnaast zijn er de producenten van emballagemateriaal, plaatmateriaal en overige houtproducten (zoals lijsten) en de bedrijven die hout verduurzamen. En Nederland kent nog een beperkt aantal houtzagerijen. Tweederde van de omzet in de houtindustrie wordt gerealiseerd door de timmerindustrie. De branche is kleinschalig: minder dan 10% van de bedrijven in de houtindustrie beschikt over 20 of meer werknemers. Trends en ontwikkelingen De houtindustrie heeft in 2009 zowel de afzetprijzen als de volumes zien dalen. De omzet daalde met circa 15%. De vraag naar hout is sinds 2008 wereldwijd teruggelopen, na een aantal goede jaren met stijgende prijzen en afzet. De handel en industrie in hout en houtproducten is een erg internationaal gerichte markt. Nederland is hierin een netto importeur van hout. Dat betekent dat ondernemers opereren in een mondiale inkoopmarkt, die sterk aan veranderingen en prijsbewegingen onderhevig is. Aan de afzetkant is er een grote afhankelijkheid van de bouwsector, die een groot deel van de productie van de houtindustrie afneemt. De branche is dus in tijden van economische teruggang vrij kwetsbaar. De bouwsector gaat momenteel door een diep dal en neemt veel minder houtproducten af. De concurrentiedruk zorgde voor problemen in het voorraadbeheer. Veel hout moest door dalende houtprijzen, met verlies weer worden verkocht. Vooral de grotere bedrijven in de branche, met aanzienlijke opslag, hebben last gehad van dit negatieve voorraadeffect. Veel houtbedrijven hebben dan ook moeten reorganiseren. Het terugbrengen van onder meer de bewerkingscapaciteit heeft arbeidsplaatsen gekost. Het aantal faillissementen in de branche ligt relatief hoog, maar dit zorgt wel weer voor vermindering van de overcapaciteit. Door de slechte marktomstandigheden, stokte de opkomst van duurzaam geproduceerd hout in 2009. Onze visie Na een zwaar jaar 2009, kan de houtindustrie dit jaar nog geen herstel verwachten. De bouwproductie in zowel de woningbouw als de utiliteitsbouw zal in 2010 een daling laten zien. ABN AMRO verwacht voor de houtindustrie dit jaar een gemiddelde omzetdaling van 3 tot 5%. Producenten van emballagemateriaal en verduurzaamd hout presteren hierbij beter dan gemiddeld. Pas vanaf 2011 zal een duidelijk branchebreed herstel optreden in de vraag naar hout en houtproducten. Een probleem is dat de houtprijzen op de internationale markt weer aan het stijgen zijn. Door de lage vraag in 2008 en 2009, hebben houtexporteurs de houtkap sterk teruggebracht of zelfs stilgelegd. In sommige houtsoorten bestaan daardoor tekorten. Veel houtondernemers zullen moeite hebben de hogere prijzen door te Kerngegevens berekenen in een markt die nog steeds zwak te noemen is. Het gebruik van FSC gecertificeerd hout krijgt een nieuwe impuls, doordat de overheid overstapt op 100% duurzame houtinkoop. Daarnaast krijgt ook de consument meer oog voor de MVO-aspecten van hout, zoals het vermijden van illegale houtkap en betere arbeidsomstandigheden in de houtindustrie. Voor timmerbedrijven is 2010 nog een lastig overgangsjaar, waarin kostenefficiëntie centraal zal blijven staan. Maar veel bedrijven hebben hun voorraden al afgebouwd en bezuinigingen doorgevoerd. Investeren in automatisering en diversificatie zijn op termijn dan nog de opties om sterker uit de crisis te komen. Websites Aantal bedrijven: 1.960 - waarvan ZZP ers: 42% - waarvan >50 werkzame personen: 4% ABN AMRO omzetverwachting 2010: krimp 3 tot 5% Aantal werkzame personen: 17.800 - waarvan in de timmerindustrie: 12.500 Omzet 2008: EUR 2,8 mrd www.nbvt.nl www.epv.nl www.houtwereld.nl www.vvnh.nl