Waarover spraken zij?



Vergelijkbare documenten
Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Luisteren: muziek (B2 nr. 3)

Reflectiegesprekken met kinderen

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Vragenlijst: Wat vind jij van je

De spreekbeurt. In welke groepen wordt een spreekbeurt gehouden? De spreekbeurt wordt gehouden in de groepen 5 t/m 8.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Alles wat je wilt weten over. kringactiviteiten

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Aanvulling Woordenschat NT2

WOORDENSCHAT - MIDDENBOUW Met woorden aan de gang

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

Bijlage interview meisje

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Een spreekbeurt houden

Juf ik weet het niet meer

t Kompas School met de Bijbel Westbroek

3 Hoogbegaafdheid op school

1 Lezen. 1.1 Lezen wat er staat. Lees eerst de tekst goed door en probeer dan de vragen hieronder te beantwoorden.

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

ADHD: je kunt t niet zien

Denk als een wereldburger en gedraag je als een goede buur

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Gemaakt door: Kelly.

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Onderhandelen en afspraken maken

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Tekst lezen en vragen stellen

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Een spreekbeurt houden

Communicatie op de werkvloer

3. Samenwerkend leren

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Spreekbeurt, en werkstuk

Voorbereiding assessment

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

FEEDBACK GEVEN IN ZELFSTURENDE TEAMS. Yvette Paludanus

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

Inhoud. Onderwijskatern HSL HSL. 7 december Nummer 4, december Onderwijskatern. Inhoud van dit onderwijskatern:

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

Mindmappen met kleuters

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

4 soorten relaties Is er een vraag om hulp?

Klasseninformatie schooljaar Informatie over groep 3 en 4

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

2.1 FaVoriete leestips

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Lesbrief. Moeder worden, moeder zijn - Daphne Deckers

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

Samen rekenen... alleen!

Waar gaat dit boek over? Verschillende beelddenkers. Dit boek gaat over kinderen die in beelden denken.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

CHATTEN. verborgen verdriet MARIAN HOEFNAGEL

Welke voorkeur heb jij?

Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 2: Nieuwsbrief 3 (oktober 2013) Hallo allemaal,

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Enkele gegevens evens over jezelf en de school:

Luisteren en samenvatten

Wat doe jij met je talent? EduTalent - Wijbe Douma

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Klassennieuws. Beste ouders/ verzorgers, Hierbij het klassennieuws van de afgelopen weken.

Diversiteit en beroepsvaardigheden Leer jezelf kennen Basishouding en diversiteit Discriminatie Gedrag bij diversiteit Pesten. Hoofdstuk 2: werken

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Problemen in het rekenonderwijs bij NT2 kinderen. Een kwestie van woordenschat of is er meer aan de hand?

Naam: Welkom op De Leer!

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Luisteren: muziek (B2 nr. 1)

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Voorbereidende les. Basisonderwijs. Educatieteam

ogen en oren open! Luister je wel?

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Accuraat communiceren

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Transcriptie:

Helmy Evers Waarover spraken zij? Gestuurde taalcommunicatie met een zo hoog mogelijk rendement is enorm belangrijk voor taalzwakke kinderen en voor tweede taalleerders. Telkens als kinderen communiceren zijn ze bezig met spreken en luisteren, ze ontvangen en produceren woorden, hiervoor moeten kinderen de woorden opzoeken in hun hoofd (in het mentale taallexicon). De kinderen ontvangen, bedenken, ordenen en vatten samen. Door dit proces wat zich afspeelt tijdens het communiceren kunnen de woorden beter verankeren aan de andere woorden die al in hun bestaande taallexicon (woordenschat) zitten. Op veel scholen worden woorden al aangeleerd volgens het viertaktmodel. Kinderen krijgen een van te voren geselecteerd rijtje woorden (met bijbehorende lidwoorden!) aangeboden door de docent. Hierna worden deze woorden ingeoefend en gecontroleerd via het lesmodel van de viertakt. Op zich is er niets mis met het viertaktmodel, echter er is gebleken dat de woorden zich beter in de woordenschat van het kind kunnen inbedden door gebruik te maken van de vijfde fase; transfer.

Transfer Transfer is de fase die toegepast wordt nadat de kinderen de woorden aangeleerd hebben via receptief (leerkracht vertelt de woorden) naar reproductief (kinderen herhalen de woorden d.m.v. oefeningen) en vervolgens naar steeds productiever (kinderen gebruiken zelf de woorden in spelletjes en lesoefeningen) taalgebruik. Nadat de leerkracht heeft gecontroleerd of de woorden goed begrepen zijn gaat zij over naar de fase waarin transfer plaats moet vinden. De kinderen passen de geleerde woorden zelf toe in vrije situaties. Tijdens deze werkvormen moeten de kinderen communiceren met elkaar. Ze moeten toetsen of ze de ander goed begrepen hebben, of ze zelf goed begrepen worden, andere woorden vinden om iets uit te leggen, kortom; hun hersenen bereiken de toppen van hun taalproductie. Deze vrije taalproductie vindt wel degelijk plaats in het kringgesprek, als een kind bijvoorbeeld vertelt over de gemaakte lesoefening. Het grote nadeel is echter dat één kind praat en er zevenentwintig alleen maar luisteren. Dit kan productiever! Ik ben op zoek gegaan naar lesvormen waarbij je de woorden die je als leerkracht hebt aangeleerd in het wild gebruikt kan laten worden. De noodzaak van dit in het wild gebruiken is hoog. Want op het moment dat dit niet gebeurt dreigt een nieuw aangeleerd woord weg te zakken in de receptieve woordenschat. Immers, het dagelijks taalgebruik wordt automatisch herhaald (tijdens buitenspelen, in de klas en soms in een sportvereniging voor tweede taalleerders). Het cognitieve taalgebruik echter wordt door de kinderen niet spontaan herhaald en gebruikt in hun dagelijkse beslommeringen. Werk aan de winkel dus, voor de leerkracht! Want vanaf groep 5 vallen tweede taalleerders en taalzwakke kinderen vaak uit in taal- en zaakvakken maar ook met rekenen op dit cognitieve taalgebied. Werk aan de winkel! Hoe pak ik dat aan? Kost dit dan niet enorm veel extra tijd? Nee, het kost wat kopieerwerk, creativiteit en het kost wat tijd om je tevoren te verdiepen in de lesvormen van Coöperatief leren van dr. Spencer Kagan of de lesvormen die worden aangeboden via het boek Contact! van het HCO. Nog mooier zou het zijn als een school tijd en geld wil investeren in het project Samenwerkend (taal)leren zodat je het project in een doorgaande lijn met collega s kunt gebruiken. Je verdient deze investering uiteindelijk terug omdat er veel minder gefrustreerde taalkinderen in je klas zitten. Immers, als je de lesstof al gelijk niet begrijpt kan dit erg demotiverend werken waardoor je op den duur met stille, onzekere, agressieve of rusteloze kinderen in je klas komt te zitten. Kinderen leren door deze lesvorm zelfstandig samen te werken. Na het aanleren van een aantal werkvormen is de manier van werken voor de kinderen bekend en kunnen ze zelfstandiger aan de slag! (Bij de kleuters bijvoorbeeld duurde de kring zelfs korter en werd de opdracht beter begrepen omdat alle kinderen door gestuurde communicatie hun opdracht met elkaar moesten bespreken.)

De fout in de les Goed voor je gebit Ik heb in groep 1/2 B van de Paul Krugerschool, een school in de binnenstad van Den Haag, een goede les gegeven over welke dingen goed zijn voor je gebit. De kinderen waren goed aan het werk geweest in de kring waarna ze zelfstandig eenzelfde soort werkblad in het klein moesten maken. Een groepje was prachtig aan het kleuren! Maar waarover spraken zij? - Geel, mag ik van jou de geel? - Straks, ik wil hem nu zelf. - O, mag ik dan van jou geel? - Mijn punt is kapot! - Juf, juf! Mag ik punt slijpen? - Ik krijg volgende week een jong poesje. - O, van wie? - Van me vader en moeder. De kinderen zaten prachtig te kleuren en zachtjes te praten. Heel goed! Maar de taal die gebruikt werd tijdens het tekenen ging gewoon over de dagelijkse dingen en niet over de kies, de tand, of wat voor tandbederf dan ook! Hoogste tijd voor mij om te gaan zoeken naar lesvormen waarbij de taal productief en zelfstandig toegepast wordt. Hoe begin ík in mijn klas? Gestuurde taalcommunicatie in een positief klasklimaat In het boek Contact! van het HCO kwam ik een aantal werkvormen tegen waarvan ik goed gebruik kon maken in mijn kleuterklas om gestuurde taalcommunicatie toe te passen. De schrijvers van het boek maken gebruik van de coöperatieve (samenwerkend) lesvormen van Dr. Spencer Kagan. Voordat je gaat beginnen met de werkvormen eerst de volgende aandachtspunten die ik tijdens het werken met deze werkvormen erg belangrijk vond: Als eerste moet elke werkvorm die je gebruikt of zelf (een beetje anders) maakt beantwoorden aan de volgende belangrijke ingrediënten: Een aantal uitgangspunten van Dr. Spencer: - Positieve wederzijdse afhankelijkheid. De kinderen moeten elkaar nodig hebben voor een goed resultaat. - Individuele aanspreekbaarheid. De rol en taak van elk kind bij de werkvorm moet duidelijk zijn Een aantal beginprincipes vanuit het HCO: - Het principe van simultane actie.

Hoe meer kinderen tegelijkertijd met gestuurde taalproductie bezig zijn, hoe beter. - Het onderhandelen over betekenis. Gedurende het communicatieproces vindt er een onderhandelen over betekenis plaats. - Risico verminderen: creëer een steunende omgeving Het team, het tweetal wat je samenstelt moet goed met elkaar kunnen communiceren, in de buurt van elkaars cognitief taalniveau zitten. Kinderen moeten durven praten. Mijn begintip: Let op wat je kiest! - Gestuurde taalcommunicatie De inhoud van de opdracht nodigt uit tot communicatie en de werkvorm is hierbij goed toepasbaar. Ten tweede moet gezegd worden dat er door dr. Kagan en door de schrijvers van het boek Contact! duidelijk gesteld wordt dat voordat je aan de slag gaat met samenwerkende lesvormen je moet werken aan een positief klasklimaat. Door middel van herhaling en rollenspellen oefen je de kinderen in omgangsvormen, informatie vragen en delen, de klasruimte delen, de spullen delen. Iedere week een klein positief voorbeeld aan het begin van de dag of na de pauze. Ik ben begonnen met een simpele vraag als; Mag ik er langs? Ja hoor, dan ga ik even opzij. Dankjewel. Graag gedaan. Na enkele voorbeelden gedurende de dag kregen steeds meer kinderen de smaak te pakken. Door voorbeelden hoe het wel moet, en niet alleen af te straffen hoe het niet moet, krijg je steeds meer positievere woorden en gedragingen in de klas. Ook is het belangrijk dat de lesopdrachten regelmatig nabesproken worden en dan moet je niet alleen de goede uitkomst laten zien maar ook waarom het groepsproces of tweetal zo goed bezig is geweest dat deze opdracht gelukt is. De ene groep is de andere niet en ik durfde het met mijn groep zeer zeker aan om sociale vaardigheden te oefenen en tegelijkertijd te beginnen aan een aantal samenwerkend leervormen met gestuurde taalproductie. De werkvormen Binnen/Buiten Kring; Voorbeeld bij het thema vormen; Het ene kind vraagt: Welke vorm heb jij de ander noemt de vorm. Het ene kind vraagt: Wat ga je ervan maken? Het andere kind probeert te vertellen wat hij/zij gaat tekenen met zijn vorm. Hierna ruilen ze om. Vervolgens tekenen ze datgene met hun gekozen vorm. Doe Mij Na Het thema vormen; De een kleurt de driehoek oranje en vertelt dat aan de ander. Daarna kiest de ander een vorm en een kleur. De zender en ontvanger kunnen elkaars werkblad niet zien. Team Collage Het thema was groente en fruit; In een team drie knippers die plaatjes knippen. Eén plakker die plakt. Samen overleggen de kinderen wat er geknipt is en of dit bij groente of fruit geplakt moet worden. Mix & Koppel Voorbeeld bij het thema vormen; Elk kind krijgt een vorm in een bepaalde kleur. Zoek hierna de vorm en kleur op de grond. Sta je met een kind met dezelfde kleur en vorm? Dan is het goed? Niet? Bespreek samen hoe het wel moet.

De ervaring met de werkvormen Als voorbeeld kan hier de Binnen / Buitenkring dienen waarbij de helft van de klas tegelijkertijd communiceert. Dit was voor mij in eerste instantie de meest succesvolle. Ik had goed geoefend d.m.v. een voorbeeld rollenspel, vervolgens heb ik elk kind tegenover een ander kind gezet. Soms wisselde ik even een linkerof rechterbuur om het taalniveau niet met een te groot verschil te laten zijn. Er waren op dat moment drie kinderen in hun stille periode in de klas (NT2 leerders die al wel receptieve taal leren en kennen maar nog niet spreken). Deze kinderen heb ik als toehoorder bij een tweetal gezet. Vervolgens heb ik heel expliciet geoefend of de kinderen wisten of ze in de binnenkring stonden of in de buitenkring. Hierna heb ik de twee vragen benoemd die de binnenkring aan de buitenkring ging stellen. En vervolgens ging heel groep 1/2 B op mijn teken aan het praten. Het was enorm spannend en ik sprong van het ene naar het andere tweetal om zo veel mogelijk te helpen en te sturen. Tegelijkertijd was ik verbaasd over het feit Waarom samenwerkend taalcommuniceren? 1. Zoveel mogelijk kinderen communiceren tegelijk 2. Kinderen leren elkaar nodig te hebben voor een goed resultaat 3. Kinderen spreken makkelijker in een kleine groep 4. (Gevolg van 3) Er wordt zo breed mogelijk onderhandeld over betekenis, een belangrijk communicatie proces vindt plaats. 5. Kinderen leren met een taak binnen een groep samen te werken dat ik al tijd over had om kleine momentjes te genieten van al die knappe kinderen die hard bezig waren elkaar te vertellen wat ze gingen tekenen met wat voor een vorm! Soms was het een heel geharrewar over hoe de vorm nou ook alweer heette en over hoe je dan met een driehoek een zeilboot maakt Er werd door mijn kleuters enorm goed onderhandeld over betekenis. Ik zag het proces in hun hoofd op volle toeren werken! Conclusie Alle werkvormen hadden een grote hoeveelheid verhoogde taalproductie uitgeoefend door de kinderen. Je breidt echt de hoeveelheid tijd enorm uit waarin de kinderen gestuurd taal produceren. Naar mijn mening zijn deze werkvormen van samen taal leren een must in elke klas! Kinderen leren samen praten op cognitief niveau. Wat heb je net geleerd en hoe gebruik je die woorden? De leerlingen moeten zo jong mogelijk een zo groot mogelijk taalnetwerk in hun hoofd krijgen waar steeds meer woorden aan gelinkt kunnen worden. Hoe groter die cognitieve woordenschat hoe beter. Kinderen moeten leren elkaar naar een hoger niveau tillen. Hierbij moeten ze succeservaringen hebben. Vooral NT2 leerders moet je de kans en wetenschap geven hoe ze met elkaar verder kunnen komen tijdens de enorme klus om alleen al de Nederlandse taal en al die leerstof met elkaar binnen een rijke cultuurklas machtig te worden. Deze wetenschap is bepalend voor hun toekomst, de toekomst van elk individueel kind. Maar ook de toekomst van dit land. Literatuur; - Kagan, S. & Kagan L. (2003) Coöperatief leren - Copper, J., van Elsäcker, W., High, J. Knijnenburg I., Kopmels, D. & Witkam, J. (2007) Contact! actief tweede taal leren - Verhallen, M., Verhallen, S. (2000) Woorden leren, woorden onderwijzen