Nederlandse economie in zicht



Vergelijkbare documenten
Economie in 2015 Kans of kater?

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Focus op Prinsjesdag 2017

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Dienstensector houdt vertrouwen

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

Nederlandse economie in zicht

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Nederlandse economie in zicht

Zakelijke dienstverlening

[pag. 33 uit Bruggen Slaan, Regeerakkoord VVD PvdA, 29 oktober 2012]

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Eindexamen economie vwo II

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Nederlandse economie in zicht

De economische omgeving. Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa

Nederlandse economie in zicht

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Thermometer economische crisis

Prijsvooruitzichten grondstoffen

Macro-economische Ontwikkelingen

Miljoenennota Helmer Vossers

Thermometer economische crisis

Macro-economische Ontwikkelingen

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Eerste koopkracht-indicaties Kunduz-akkoord. Maatregelen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Prinsjesdag Stand van zaken MKB. Rabobank Nederland, september 2014

Visie op de Nederlandse economie in 2014

Macro-economische Ontwikkelingen

Economische visie op 2015

Nederlandse economie in zicht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Statistisch Bulletin. Jaargang

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen

Agenda. De Rit van Rutte II. De kool en de geit

Crisismonitor Drechtsteden

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Sectorupdate. Export bloemen en planten. 25 juni Economisch Bureau, Sector & Commodity Research

Statistisch Bulletin. Jaargang

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Nederlandse economie in zicht

Crisismonitor Drechtsteden

Branche Update: Wegvervoer

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Edelmetalen Watch. Van pessimist naar optimist. Economisch Bureau Macro & Financial Markets Research. Insights.abnamro.nl/en.

Nederlandse economie in zicht

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Keuzes in Kaart Johannes Hers

TNO Bouwprognoses SAMENVATTING op basis van de CPB decemberraming 2011

Wat brengt 2015 voor huizenbezitters en huurders?

Wat is de essentie van het 6 miljard pakket? Waarom is er besloten om te bezuinigen? Wordt de economie kapot bezuinigd?

Kennissessie Marktkansen 2011 en verder start om uur

Statistisch Bulletin. Jaargang

Vraag Antwoord Scores

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

De kracht van Nederland. Joop Wijn, 10 april 2013

Bouwprognoses Bouwkennis Businessclub 2 november 2017 Dr Walter J.J. Manshanden Olaf Koops

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Macro-economische Ontwikkelingen

Bodem bereikt in Nederlandse Economie

Crisismonitor Drechtsteden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

5.2 Wie is er werkloos?

Accijnsmonitor Resultaten januari t/m december 2013

Visie op Wankel perspectief

Nederlandse economie in zicht

Centraal Economisch Plan 2019

Marktontwikkelingen varkenssector

CEP 2009 Oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis

Monitor Economie 2018

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

We kunnen de vergrijzing betalen. Dick Scherjon, bestuursadviseur

Eindexamen vwo economie 2014-I

Verder in deze editie:

Transcriptie:

Nederlandse economie in zicht Regeerakkoord 2013-2017 Economisch Bureau: - Macro Research - Sector & Commodity Research 7 november 2012 Effecten Regeerakkoord / partijprogramma s op groei en werkloosheid 2,0 7 1,5 6 1,0 5 0,5 4 0,0 Basispad VVD PvdA Regeerakkoord 3 BBP-groei per jaar (%; l.a.) Werkloosheid in 2017 (%; r.a.) Thema: Regeerakkoord (p.2) In het Regeerakkoord worden op diverse terreinen maatregelen aangekondigd die in het recente verleden voor hetzij VVD hetzij PvdA als te gevoelig werden beschouwd. Dat biedt perspectief op het verhogen van de doelmatigheid en de werking van onze economie. Het financiële beleid ziet er solide uit. De maatregelen drukken het tekort van de overheid met 1,3%-punt naar 1,5% van het BBP in 2017. Het houdbaarheidstekort slaat om in een surplus. E.e.a. gaat ten koste van groei en banen: de economische groei valt over vijf jaar bezien in totaal zo n 1¼%-punt lager uit, terwijl het aantal werklozen met meer dan 60 duizend stijgt. Conjunctuur (p.5) De verwachte BBP-krimp in het derde kwartaal is vermoedelijk het gevolg van nog altijd zwakke binnenlandse bestedingen en een kleinere bijdrage van de buitenlandse handel. In 2013 kan de economie herstel laten zien dankzij een aantrekkende wereldhandel. De nieuwe ombuigingen volgens het Regeerakkoord drukken de economische groei overwegend pas na 2013. Sectoren gevolgen van maatregelen Regeerakkoord (p.7) De detailhandel (vooral de non-food) zal de gevolgen voelen van het koopkrachtverlies bij de hogere inkomens. Transport & Logistiek wordt geraakt door de hogere assurantiebelasting en de accijnsverhoging op diesel en LPG. De gevolgen voor de autoretailbranche lopen vooral via de consument, omdat autobezit en autorijden duurder zullen worden.

2 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Reactie op het Regeerakkoord Nico Klene 020 628 4204 Bruggen slaan heet het Regeerakkoord van VVD en PvdA. In het stuk zijn VVD- en PvdA-programmapunten duidelijk naast elkaar herkenbaar. Op diverse terreinen worden maatregelen aangekondigd die in het recente verleden als te gevoelig werden beschouwd en daarmee feitelijk taboe waren. Daarmee wordt een weg ingeslagen die perspectief biedt op het verhogen van de doelmatigheid en de werking van onze economie. Tegelijkertijd ziet het financiële beleid er solide uit. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën verbetert aanzienlijk: het zogeheten houdbaarheidstekort wordt omgebogen in een overschot. De coalitie kiest er verder voor om lagere inkomens te ontzien. De 'prijs' voor dit beleid wordt betaald door de hogere inkomens en het bedrijfsleven. Financieel kader 1 Tot 2017 buigt het kabinet EUR 22,8 mld om op de collectieve uitgaven. Doordat tegelijkertijd EUR 6,9 mld wordt uitgetrokken voor nieuw beleid en de lasten netto EUR 0,8 mld worden verlicht, resteert per saldo een bedrag van zo n EUR 15 mld aan tekortdrukkende maatregelen (2,3% van het BBP). Doordat deze maatregelen de economische groei drukken (met gemiddeld ¼%-punt), valt de daling van het tekort volgens de EMU-definitie in 2017 echter kleiner uit dan deze 2,3% van het BBP. Het CPB becijfert dit negatieve inverdieneffect van de maatregelen op 1% van het BBP. Al met al komt het EMU-tekort in 2017 uit op 1,5% van het BBP - tegen 2,8% BBP in het oude scenario zónder deze ombuigingen (het basispad, zie grafiek). Deze reductie is verdienstelijk maar niet spectaculair en zeker niet draconisch. Het zogeheten structurele saldo verbetert in 2017 iets meer, namelijk met 1,6%-punt naar -1,4% van het BBP. EMU-tekort met en zonder maatregelen Regeerakkoord % BBP 0 Ook op de wat langere termijn is het beeld gunstig. De houdbaarheid 2 van de overheidsfinanciën verbetert namelijk aanzienlijk: het houdbaarheidstekort (1,3% van het BBP volgens het basispad) wordt dankzij het pakket aan maatregelen omgebogen in een overschot van 0,8% van het BBP. Deze verbetering kan voornamelijk worden toegeschreven aan maatregelen in de zorg (EUR 9 mld van in totaal EUR 14 mld). Moeilijke dossiers De nieuwe regering maakt op een aantal terreinen duidelijk keuzes die voorheen niet mogelijk leken. Veel van de maatregelen waren in de afgelopen periode al naar de media doorgedrongen. Het kabinet wil de huizenmarkt hervormen en heeft maatregelen in petto voor zowel het koop- als het huursegment. Terwijl de huren als gevolg van de maatregelen structureel met 10% zullen stijgen, blijft het structurele effect van de maatregelen op het prijspeil van koopwoningen beperkt. -1-2 -3-4 Bron: CPB 13 14 15 16 17 Basispad Incl. effect Regeerakkoord De omvangrijkste ombuigingen worden netto gerealiseerd in de sociale zekerheid (EUR 7¼ mld) en in de zorg (EUR 5 mld). De grootste ombuiging in de sociale zekerheid betreft de afschaffing van de zorgtoeslag. 1 CPB Notitie - 29 oktober 2012, Analyse economische effecten financieel kader Regeerakkoord De hypotheekrenteaftrek wordt voor nieuwe en voor bestaande gevallen verminderd. Dat gaat wel zeer geleidelijk. Het maximale tarief waartegen de rente kan worden afgetrokken, wordt tussen 2014 en 2040 jaarlijks met een half procentpunt verlaagd. De opbrengst voor de fiscus wordt overigens weer teruggeven aan de burgers door verlaging van het belastingtarief voor de hogere inkomens. Daarnaast wordt het voor huishoudens met een restschuld makkelijker gemaakt om te verhuizen. Zij mogen de rente op restschuld tijdelijk voor maximaal vijf jaar aftrekken. Hopelijk wordt met deze woningmarktmaatregelen nu voor lange termijn zekerheid geboden ten aanzien van de fiscale behandeling van de 2 Er is sprake van houdbare overheidsfinanciën als de bestaande overheidsvoorzieningen kunnen meegroeien met de welvaart zonder dat de belastingen moeten worden verhoogd of de overheidsschuld zich uiteindelijk explosief ontwikkelt (CPB). Bijvoorbeeld de vergrijzing en een stijging van de levensverwachting raken de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

3 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 hypotheekrente, zodat potentiële kopers met iets meer zekerheid de markt op kunnen. bovengenoemde arbeidsmarktmaatregelen en van de lastenverlichtingen worden daardoor weer tenietgedaan! De huren worden op een marktconform niveau gebracht van 4,5% van de WOZ-waarde. Huurders met een hoog inkomen zullen sneller op dit niveau belanden door een forsere jaarlijkse huurverhoging. Verder wordt scheefwonen tegengegaan, doordat de maximale huurprijs voor huurders met een inkomen boven EUR 43.000 buiten werking wordt gesteld. Om de lagere inkomens te beschermen, blijft de huurtoeslag intact. De extra huuropbrengsten die corporaties als gevolg van de maatregelen ontvangen, zullen via een heffing worden afgeroomd. Het aanbod van huurwoningen zal toenemen, aangezien de extra verhuurdersheffing lager uitvalt dan de extra huuropbrengsten. De AOW-leeftijd gaat nog wat sneller omhoog dan volgens het Lenteakkoord. Na 2015 stijgt deze drie jaar lang met drie maanden per jaar en daarna met vier maanden per jaar. Hierdoor wordt de AOW-leeftijd in 2018 66 jaar en in 2021 67 jaar. Daarna gaat de pensioenleeftijd verder omhoog in lijn met de levensverwachting. De hieruit voortvloeiende nettobesparing voor de overheidsfinanciën is overigens beperkt. Maatregelen worden genomen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Zo verandert het ontslagrecht, in lijn met wat al eerder bekend is geworden. Er is voortaan maar één ontslagroute: de preventieve ontslagtoets - via een verplichte adviesaanvraag aan de UWV - wordt gehandhaafd. De parallelle route via de kantonrechter vervalt. Bovendien worden ontslagvergoedingen gemaximeerd. Verder wordt de duur van de WW verkort van maximaal 38 maanden naar maximaal 24 maanden, terwijl de uitkering in de laatste twaalf maanden wordt verlaagd (wordt gekoppeld aan het minimumloon). Dit om werklozen te prikkelen sneller een baan te zoeken en te accepteren. Enkele overige maatregelen Het Regeerakkoord is een document van zo'n tachtig bladzijden. Er staan tal van maatregelen aangekondigd, sommige in nog zeer vage termen. Daardoor is het moeilijk een precies beeld te schetsen. Naast de boven besproken initiatieven vermelden we nog de volgende: Het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt met EUR 1 mld gekort. Het kabinet buigt EUR 1½ mld om op openbaar bestuur (verkleining ambtenarenapparaat). Bankbestuurders zullen een 'bankierseed' moeten afleggen. De regeldruk voor bedrijven, professionals en burgers zou in 2017 EUR 2½ mld lager moeten uitvallen dan in 2012. De wettelijke winkelsluiting op zondag verdwijnt. De basisbeurs voor studenten in de bachelor- en masterfase wordt (voor nieuwe gevallen) vervangen door een sociaal leenstelsel. De coalitie trekt (voorlopig) haar steun in voor het naar Nederland halen van de Olympische Spelen. Effecten op de economie Het effect van de ombuigingsmaatregelen op de economische groei in de komende kabinetsperiode is gemiddeld minus 0,2% per jaar. Volgens het door het CPB opgestelde basispad zou de economie in de periode 2013-2017 groeien met gemiddeld 1½%. Dat wordt nu dus 1¼%. Met name de overheidsbestedingen en de particuliere consumptie worden gedrukt. De uitvoer zou een fractie harder kunnen stijgen. Ontwikkeling met en zonder maatregelen, 2013-2017 Volgens verkiezingsprogramma s en Regeerakkoord 2,0 7 1,5 6 Een belangrijke wijziging vindt verder plaats in de zorg. De zorgpremie en het eigen risico worden (grotendeels) inkomensafhankelijk. Dat is gunstig voor de lagere inkomens. Daarom verdwijnt de zorgtoeslag, waardoor een grote besparing wordt bereikt voor de overheid (EUR 5,6 mld of 0,9% BBP). Door deze maatregel wordt het minder aantrekkelijk om meer te gaan werken (bijvoorbeeld voor partners met een deeltijdbaan). De positieve effecten op de werkgelegenheid van 1,0 0,5 0,0 Basispad VVD PvdA Regeerakkoord BBP-groei per jaar (%; l.a.) Werkloosheid in 2017 (%; r.a.) Bron: CPB 5 4 3

4 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Bij een lagere groei is het niet verrassend dat de arbeidsmarkt het wat minder goed doet. De groei van de totale werkgelegenheid valt wat lager uit, mede waardoor de werkloosheid in 2017 0,9%-punt hoger uitkomt: op ongeveer 5¾ van de beroepsbevolking (volgens de internationale definitie) in plaats van op 5%. Dat komt overeen met ruwweg 65 duizend werklozen. De werkgelegenheid wordt vooral gedrukt bij de overheid (afname van het aantal banen) en in de zorg (minder toename). Het effect van het beleidspakket op de werkgelegenheid in de marktsector is nihil. Vóór de verkiezingen had het CPB becijferd wat de gevolgen van de verschillende verkiezingsprogramma s waren voor allerlei economische variabelen. Onderstaande grafiek laat zien dat het effect van het Regeerakkoord op diverse economische variabelen qua grootte tussen die van de partijprogramma s van VVD en PvdA liggen. In alle gevallen worden economische groei, binnenlandse bestedingen en de werkgelegenheid gedrukt - soms ook de inflatie. Het effect van de maatregelen op de koopkracht is gemiddeld genomen neutraal (ten opzichte van het basispad). Daarbinnen bestaan wel degelijk verschillen. De lagere inkomens gaan er doorgaans wat op vooruit (tussen 0 en 1% gemiddeld per jaar), terwijl de hogere inkomens op een enkele uitzondering na wat moeten inleveren (tussen ¼% en 1½% gemiddeld per jaar ). Maar het is denkbaar dat voor sommigen de (negatieve) koopkrachteffecten door een samenloop van maatregelen forser uitvallen. Het EMU-tekort komt in 2013 iets lager uit dan volgens de Miljoenennota, namelijk op 2,6% van het BBP (was: 2,7%). In 2014 blijft het vrijwel gelijk om in 2015 en 2017 duidelijk te dalen - naar uiteindelijk 1,5% van het BBP. Dat is 1,3%-punt lager dan in het basispad (zie grafiek blz. 2). De overheidsschuld komt in 2013 eveneens (een ½%-punt) lager uit: op 71,3% van het BBP. In 2014 loopt de schuld nog iets op om daarna te gaan dalen - naar 70,6% in 2015. Effecten van verkiezingsprogramma s en Regeerakkoord Effect op diverse variabelen in %-punten per jaar 0-0,5-1 BBP Werkgelegenheid Part. consumptie Consumentenprijs VVD PvdA Regeerakkoord Bron: CPB

5 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Nederlandse conjunctuur Nico Klene 020 628 4204 Vermoedelijk krimp in derde kwartaal Cijfers van de economische groei in het derde kwartaal worden pas medio november gepubliceerd. Afgaand op de barometers lijkt de economie echter toch weer te zijn gekrompen. Dit na twee kwartalen met een lichte k-o-k-groei. Daling particuliere consumptie duurt voort % j-o-j, 3-mnd voortschrijdend gemiddelde 4 2 De oorzaak van de verwachte krimp is nog niet geheel duidelijk. Om ons een beeld te vormen van het verloop van de bestedingen moeten we het doen met cijfers van juli en augustus. De septembercijfers kunnen het beeld dus veranderen. We zien bijvoorbeeld dat de particuliere consumptie in juli en augustus (-1,8% j-o-j) gemiddeld iets meer is gedaald dan in het tweede kwartaal (-1,3% j-o-j). De maandindicator van de bedrijfsinvesteringen liet in deze maanden echter gemiddeld een lichte stijging zien na een daling in het voorjaar. De economische groei in de beide eerste kwartalen was voornamelijk te danken aan de stijging van de uitvoer. In de zomer lijkt de j-o-j-groei echter duidelijk te zijn afgenomen. Anderzijds schetst de inkoopmanagersindex (PMI) een gunstiger beeld. De deelindex van de exportorders lag in de periode juli-oktober voortdurend ruim boven de 50, de grenswaarde tussen krimp en groei (zie grafiek volgende blz.). Dat suggereert een positiever groeibeeld van de uitvoer. Lastig dus om conclusies te trekken. Ten slotte is de invoer harder gegroeid dan de uitvoer in juli-augustus. Per saldo lijkt de bijdrage van de buitenlandse handel aan de BBP-groei dan ook kleiner te zijn uitgevallen dan in het tweede kwartaal. Vooruitzichten Eerste positieve signalen voor het vierde kwartaal zijn er nog niet. In oktober daalde het producentenvertrouwen (industrie) verder. En de PMI (industrie) zakte weer terug onder de 50. Daar stond een stijging van de Economisch-sentimentindictor tegenover. Deze brede indicator heeft betrekking op het vertrouwen in de industrie, bouw, detailhandel, dienstensector en van de consument. De ESI steeg naar 87,2. Dat is iets hoger dan de stand bij het eind van het tweede kwartaal, maar nog altijd fors lager dan het langetermijngemiddelde van 100. We denken dat de economie in het vierde kwartaal niet verder krimpt. Dit is gebaseerd op een wat sterkere wereldhandel. Zo zagen we dat de industrie-pmi s van de VS en de BRIClanden 3 in oktober zijn gestegen en daardoor ook de mondiale PMI - ondanks een daling in onder meer de eurozone. Overigens ligt de mondiale industrie-pmi nog wel onder de 50. 0-2 -4 05 06 07 08 09 10 11 12 Bron: Thomson Reuters Datastream Bedrijfsinvesteringen zijn dal gepasseerd? % j-o-j 12 6 0-6 -12-18 -24 05 06 07 08 09 10 11 12 Bron: Thomson Reuters Datastream Voorlopende indicatoren: nog geen positieve signalen PMI >50 - groei; <50 - krimp 60 55 50 45 40 35 30 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 Bron: Thomson Reuters Datastream ` Inkoopmanagersindex industrie (l.a.) Economisch-sentimentindicator (r.a.) Index 120 110 100 90 80 70 60 3 Brazilië, Rusland, India, China

6 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Uitvoer is belangrijke groeimotor Zoals gezegd, was het leeuwendeel van de groei in de eerste helft van dit jaar te danken aan de uitvoer. Volgens het CPB is de wederuitvoer verantwoordelijk voor de stijging van de goederenuitvoer. In zijn jaarprognose ziet het CPB het volume van de wederuitvoer dit jaar toenemen met gemiddeld ongeveer 8%, terwijl de uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (excl. energie) niet toeneemt. In de maandcijfers zien we een versnelling van de groei van de wederuitvoer. Het gaat hier om waardecijfers. Nadat in 2011 de waarde van de wederuitvoer gemiddeld licht was gedaald, steeg deze in de zomermaanden weer met dubbele cijfers (j-o-j). De groei van de uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen nam daarentegen fors af - naar minder dan 1% j-o-j in de maanden juli-augustus.. Verdere groei export in derde kwartaal % j-o-j PMI >50 - groei; <50 - krimp 20 10 0-10 -20 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 Uitvoer goederen (% j-o-j, 3-m v.g.; l.a.) PMI exportorders (index; r.a.) Bron: Thomson Reuters Datastream, CBS 70 60 50 40 30 Opkomende landen steeds belangrijker voor uitvoer Kijken we naar de bestemming van de uitvoer dan zien we dat de opkomende markten steeds belangrijker worden. Terwijl de totale uitvoerwaarde in de eerste acht maanden van het jaar steeg met krap 6%, nam die naar de opkomende economieën in Azië, Latijns-Amerika en Afrika toe met ruim 15%. Het aandeel van deze landen in de totale Nederlandse goederenuitvoer is weliswaar nog vrij bescheiden, maar neemt wel duidelijk toe. In 2000 bedroeg dit aandeel gemiddeld nog 8,5%. Vervolgens liep het op naar 9,7% in 2005, naar 12,8% in 2011 en ten slotte naar 13,8% gemiddeld in de eerste acht maanden van dit jaar. Ter vergelijking: het aandeel van Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, was 24% in de eerste acht maanden van het jaar. Aandeel opkomende landen in uitvoer stijgt % aandeel in totale Nederlandse goederenuitvoer 16 14 12 10 8 6 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 Opkomend Azië, Latijns-Amerika, Afrika (l.a.) EU (r.a.) 80 78 76 74 72 70 De opkomende landen worden dus langzaam maar gestaag belangrijker voor de Nederlandse uitvoer en daarmee voor de economie. Het CBS wijst erop dat hun belang voor de economie iets wordt onderschat. Zo laten de uitvoercijfers alleen het directe aandeel van de uitvoer naar deze landen vanuit Nederland zien. Veel bedrijven in ons land zijn echter toeleverancier aan bijvoorbeeld de Duitse industrie. Een deel van de daar verwerkte Nederlandse halffabrikaten komt uiteindelijk alsnog in de opkomende economieën terecht. Er is dus ook nog een indirect exporteffect. Daarnaast zorgt de wederuitvoer voor enige vertekening. De wederuitvoer levert een veel kleinere bijdrage aan de economie dan de uitvoer van Nederlandse makelij. De toegevoegde waarde van een eigen product is immers groter dan die van een wederuitgevoerd product. De wederuitvoer naar opkomende economieën, zo meldt het CBS, is relatief veel geringer dan die naar Europese landen. Daarmee wordt de bijdrage van de uitvoer naar opkomende landen aan de economie wat onderschat. Bron: CBS Kerncijfers Nederlandse economie 2010 2011 2012 2013 % mutaties BBP 1,6 1,0-0,4 0,5 Particuliere consumptie 0,3-1,0-1,2-0,3 Overheidsconsumptie 0,7 0,1 0,5-0,6 Investeringen -7,2 5,7-3,0 1,5 Uitvoer 11,2 3,9 4,0 4,6 Invoer 10,2 3,6 3,3 4,2 Consumentenprijzen (CPI) 1,3 2,3 2,4 2,3 Lonen 1,0 1,4 1,7 2,0 Niveaus Werkloosheid (% beroepsbevolking) 5,4 5,4 6,4 7,1 Lopende rekening (% BBP) 7,7 9,7 8,5 8,5 Saldo overheid (% BBP) -5,1-4,5-3,8-2,7 Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau

7 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Impact Regeerakkoord op sectoren Sector Research 4 De formatie van het kabinet Rutte II duurde 54 dagen. De snelste formatie van deze eeuw, als de totstandkoming van de minderheidscoalitie Balkenende III niet wordt meegerekend. Hoewel er een flinke discussie is losgebarsten over delen van het Regeerakkoord, kan de betrokkenen op het gebied van snelheid en daadkracht niets worden verweten. In de media eisen de gevolgen voor de koopkracht - logischerwijs - de meeste aandacht op. In deze sectorbijdrage willen we meer helderheid geven over de betekenis van het Regeerakkoord voor sectoren in Nederland. Voor zover mogelijk dan, want ook hier is het akkoord niet tot in alle details uitgewerkt. Het bedrijfsleven krijgt met een flinke lastenverzwaring te maken, voor een belangrijk deel via de verhoging van de WWpremies. Deze lastenverzwaringen komen in een tijd dat ondernemers het toch al moeilijk hebben. In de transportsector bijvoorbeeld hakken de verhoging van de assurantiebelasting en de accijnsverhogingen voor diesel en LPG er hard in. Ook de kleine zzp-er (met een inkomen tot EUR 20.000) zal met een forse lastenverzwaring te maken krijgen vanwege de invoering van de vlaktaks (er circuleert een percentage van 28%) met het gelijktijdig schrappen van aftrekposten. Het akkoord bevat gelukkig ook genoeg positiefs voor het bedrijfsleven. Zo wordt er fors ingezet op het verminderen van de (onnodige) regeldruk. Deze moet in 2017 met EUR 2,5 mld zijn verminderd. Ook is er voor het eerst een aparte ICTparagraaf. Hierin worden tien publiek-private projecten aangekondigd ter verbetering van de kennis en het gebruik van ICT in o.a. het MKB, de topsectoren en de zorg. Positief is de toename van de focus op vakmanschap. In de industrie is er nu al een tekort aan bekwame vakkrachten, terwijl de uitstroom van oudere medewerkers nog op gang moet komen en de jeugd nauwelijks voor techniek kiest. Op het gebied van wonen maakt het nieuwe akkoord met de beperking van de hypotheekrenteaftrek en aanpakken van het scheefwonen historische stappen. Naar onze mening zullen de te nemen maatregelen niet voldoende zijn om de woningmarkt vlot te trekken. En daarmee zullen veel sectoren die van de woningmarkt afhankelijk zijn (van de bouw, notarissen en makelaars tot aan meubelbedrijven en keukenzaken) het de komende tijd nog steeds moeilijk hebben. Er zal meer moeten komen uit de koker van de 4 Zie verder blz. 13 voor de analisten benoemde programmaminister voor Wonen, om de problemen op de woningmarkt aan te pakken. Agrifood De Agrifoodsector krijgt te maken met een aantal maatregelen in het Regeerakkoord die direct invloed kunnen hebben op de ondernemingen in de sector. Een aantal maatregelen zal ongunstig uitpakken voor de sector, zoals de verlaging van het budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU. Naar verwachting zal in Nederland de directe inkomenssteun, hetgeen een onderdeel is van het GLB, worden verlaagd. Daarnaast worden de Productschappen opgeheven. De huidige publieke taken worden ondergebracht bij het Ministerie van Economische Zaken. Het opheffen van de Productschappen brengt minder administratieve rompslomp en heffingen met zich mee. Maar aan de andere kant zullen er ook minder collectieve investeringen in onderzoek plaatsvinden. Verder wordt de ecologische hoofdstructuur uitgebreid. Dit zal wel in een langzamer tempo plaatsvinden dan oorspronkelijk de bedoeling was. Dat brengt veel onzekerheid voor de ondernemers met zich mee. Een andere maatregel die ongunstig zal uitpakken voor sommige branches in de sector Agrifood is de verlaging van het budget voor het topsectorenbeleid. De agrarische sector is in het topsectorenbeleid vertegenwoordigd door de topsector Tuinbouw en uitgangsmateriaal en Agri & food. Ten slotte zal het dierenwelzijn de komende jaren verder verankerd worden in de intensieve veehouderij. Er komen geen verbodsregels voor megastallen, maar als er vanuit het oogpunt van de volksgezondheid aanleiding toe is, zullen de regels voor grootschalige veehouderijbedrijven worden aangescherpt. Al met al vallen de maatregelen voor de agrifoodsector aan de ongunstige kant van de weegschaal uit. Zakelijke dienstverlening Het Regeerakkoord bevat redelijk wat maatregelen die de sector zakelijke dienstverlening direct of indirect raken. De maatregelen die de sector direct raken zijn over het algemeen ongunstig te noemen. Een voorbeeld is het aankomende provisieverbod (per 1 januari 2013) waardoor het verdienmodel flink zal veranderen voor dienstverleners op het gebied van financieel advies en bemiddeling. Provisies verdwijnen en daarvoor in de plaats worden advieskosten voor financiële bemiddeling in rekening gebracht. Dit zal een concurrentiestrijd ontketenen in de branche, wat op den duur de prijs voor advies zal drukken. Verder zal de verhoging van de assurantiebelasting direct impact hebben op onder andere de tussenpersonen.

8 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 De assurantiebelasting op verzekeringen gaat namelijk per 1 maart 2013 omhoog van 9,5% naar 21%, ook op alle lopende verzekeringen. Door de verhoging van deze belasting zal de vraag naar nieuwe verzekeringen afnemen. Maatregelen die indirect een impact hebben op de zakelijke dienstverlening, maar daardoor niet minder groot, zijn de huizenmarkthervormingen. De tijd zal leren of de koopmarkt voor huizen al op korte termijn zal worden vlot getrokken door het Regeerakkoord. ABN AMRO houdt vast aan de oorspronkelijke prijs- en transactieprognoses, omdat de aanpassing van de renteaftrek beperkt is. Het aantal transacties en het prijspeil zullen naar verwachting verder dalen. Voor notarissen blijven hiermee de vooruitzichten voorlopig ongunstig, aangezien de onroerendgoedtransacties voor een gemiddeld notariskantoor een belangrijke bron van inkomsten vormen. De hervormingen op de arbeidsmarkt hebben een gunstige invloed op de flexbranche. Voor werkgevers wordt het op den duur eenvoudiger om werknemers te ontslaan en daarmee zal de arbeidsmobiliteit toenemen. De kansen voor de flexbranche nemen hierdoor toe, aangezien er een grotere pool van mensen ontstaat die een beroep zullen doen op arbeidsbemiddeling. De vraag naar dit nieuwe aanbod moet echter solide zijn en daar ligt de uitdaging. Op korte termijn zal de vraag naar flexwerkers gematigd blijven, maar voor 2013 gaan wij weer uit van een bescheiden groei. Ook zal flexwerk meer worden beschermd. Daarnaast worden de lagere loonschalen (bijv. voor schoonmaak- en cateringfuncties) opengesteld voor een vast dienstverband. Ook de invoering van de winstbox heeft veel impact op de sector zakelijke dienstverlening. De zakelijke dienstverlening is een kweekvijver van startende ondernemers en kent veruit de meeste zzp-ers. Vanaf 2015 zal een winstbox worden ingevoerd, waarin ondernemers een vlaktaks gaan betalen in plaats van de gebruikelijke tarieven van 33% en 42%. Dit zal echter ten koste gaan van de huidige aftrekposten (zoals zelfstandigen- en startersaftrek). Volgens het CPB betekent dit per saldo een lastenverzwaring. En zzp-ers met een laag inkomen zullen waarschijnlijk het hardst geraakt worden, aangezien de invoering van de vlaktaks voor deze groep niet zal opwegen tegen het afschaffen van de zelfstandigenaftrek. Industrie Innovatie, meer en hoger geschoolde techneuten en ondersteuning van de export zijn essentieel voor behoud en zo mogelijk verbetering van de internationale concurrentiepositie van Nederland. Het Regeerakkoord stelt daarvoor per saldo meer middelen ter beschikking. Wel zal het ene instrument mogelijk al in 2013 effect hebben, terwijl de gevolgen van andere pas op de langere termijn merkbaar zijn. Opvallen is de handhaving van het topsectorenbeleid waar innovatie en export centraal staan. Wel wordt er minder geld beschikbaar gesteld. Verder wordt onderwijs buiten de bezuinigingen gehouden. Daarbinnen komen er meer middelen beschikbaar voor versterking van fundamenteel onderzoek. Daarnaast gaat de overheid met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen een Techniekpact 2020 afsluiten met als doel meer en hoger geschoolde vakkrachten en een betere aansluiting van scholing op de behoeften van de industrie. Daarentegen wordt er wel op kenniscentra bezuinigd. Ten slotte komt er een minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Dit betekent bijvoorbeeld het vergroten van de mogelijkheden van het midden- en klein bedrijf om te investeren in zich ontwikkelende landen. Energie Een aantal maatregelen in het Regeerakkoord zijn specifiek gericht op duurzame energie. Voor deze sector is de impact van de maatregelen over het algemeen positief. Zo gaat het Regeerakkoord uit van een aandeel duurzame energie in 2020 van 16%. Dit is verhoogd van 14% in het Energierapport 2011. Waar eerder 14% al als ambitieus aangemerkt kon worden gezien de actuele realisatie (4% in 2010) lijken nieuwe maatregelen om geplande projecten eerder in uitvoer te brengen of nieuwe projecten te stimuleren waarschijnlijk nu de doelstelling nog verder is verhoogd. Daarnaast streeft de regering internationaal een volledig duurzame energievoorziening in 2050 na. Dit is aangescherpt ten opzichte van de stelling in het Energierapport van 2011 waarin werd uitgegaan van het bevorderen van duurzame energietechnieken ten einde te komen tot een CO 2 -arme economie. Verder wordt door invoering van een fiscale stimulans geprobeerd om het kleinschalig, duurzaam opwekken van (zonne)energie interessanter te maken. Daarmee wordt de energiebelasting op elektriciteit van coöperaties van particuliere kleinverbruikers verlaagd ten koste van het reguliere tarief in de eerste schijf van de energiebelasting. Dit lijkt een goede maatregel om de opwekking van kleinschalige energie te doen toenemen aangezien de hoge belastingdruk, tezamen met de relatief hoge aanschafkosten, een groot struikelblok bleek. Ook wil de regering innovatie in de Nederlandse offshoreindustrie verder stimuleren. Maatregelen met betrekking tot kostenreductie en aanleg van transportinfrastructuur maken hier deel van uit. De vraag is in hoeverre de ervaringen vanuit

9 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Duitsland overproductie bij harde wind en tekorten aan energie bij een lage windsnelheid en het lokale maatschappelijke draagvlak roet in het eten kan gooien. Tot slot wil de regering zich gaan richten op energiebesparing, het hoogwaardig inzetten van biomassa en het stimuleren van hergebruik van schaarse materialen evenals de groei van elektrische mobiliteit. Dit lijkt een voortzetting van het huidige beleid en past in de trend van de afgelopen jaren. Detailhandel De invloeden van het nieuwe Regeerakkoord op de Nederlandse detailhandel zijn tweeërlei. Aan de ene kant zijn er directe invloeden, zoals het opheffen van de wettelijke winkelsluiting op zondag. Aan de andere kant wordt de detailhandel nog het meest beïnvloed door het heersende consumentenvertrouwen en de koopkracht van de consument. Maatregelen die de koopkracht beïnvloeden hebben daarom indirect ook invloed op de detailhandelsector, zoals de verhoging van de zorgpremie in 2014. Voor gezinnen die tweemaal modaal verdienen of eenverdieners vanaf anderhalf keer modaal zal deze maatregel een negatieve invloed hebben op de koopkracht. Maar ook de verhoging van de assurantiebelasting zal de koopkracht beïnvloeden. Dit zal het gemiddelde gezin per maand ongeveer tien euro gaan kosten volgens het CPB en heeft daarmee een licht negatief effect op de koopkracht. Daarnaast zullen vooral de (gedifferentieerde) huurverhoging en (in mindere mate) de voorgenomen reductie van de hypotheekrenteaftrek op termijn negatieve gevolgen hebben voor de koopkracht van huishoudens. Het afschaffen van de regeling voor gratis schoolboeken zal voor ouders met meerdere schoolgaande kinderen de koopkracht fors drukken (al is er een compensatie voor ouders met een laag inkomen). Daartegenover staan diverse maatregen ter compensatie die een positief effect hebben op de koopkracht, zoals de verlaging van de inkomstenbelastingtarieven en ook de verlenging van de belastingschijven. Ook de verhoging van de arbeidskorting met uiteindelijk EUR 500 zal op termijn een positief effect hebben op de koopkracht en daarmee op de bestedingen van consumenten. Over het algemeen zullen de negatieve en positieve effecten op de koopkracht tegen elkaar wegvallen, behalve voor die huishoudens die meer dan tweemaal modaal verdienen. Grote invloed op de retailsector lijkt hiermee voorkomen. Wel hebben de huishoudens die wel een koopkrachtverlies moeten incasseren, een relatief groot aandeel in (vooral de non-food) retailbestedingen. Hierdoor zal met name deze tak, die het toch al zwaar heeft, van dit Regeerakkoord per saldo toch negatieve gevolgen ondervinden. Dat is voor veel branches in de non-foodsector slecht nieuws. Bovendien moet, zoals al eerder genoemd, worden afgewacht of de maatregelen van het nieuwe kabinet genoeg zijn om de woningmarkt vlot te trekken.. Transport & Logistieke dienstverlening Het Regeerakkoord bevat specifieke maatregelen die betrekking hebben op de sector Transport & Logistiek. Een aantal maatregelen relateert aan duurzaamheid en is positief te noemen. Voorbeelden hiervan zijn het wegnemen van belemmeringen voor duurzame binnenvaart, prioriteit van investeringen rondom onder andere greenports en verdere toespitsing van eurovignets op schonere vrachtauto s. Andere positieve maatregelen betreffen het bevorderen van snelle/ goede douaneafhandeling, het afzien van een kilometerheffing en het wegnemen van belemmeringen voor grensoverschrijdend treinverkeer. De sector Transport & Logistiek krijgt ook te maken met maatregelen die meer algemeen van aard zijn, maar de ondernemingen in Transport relatief hard treffen, zoals de accijnsverhoging op diesel en LPG en de verhoging van de assurantiebelasting. De accijns op diesel zal met 3 cent verhoogd worden en die op LPG met 7 cent. Nagenoeg alle vrachtauto s rijden op diesel en krijgen daarom te maken met een accijnsverhoging van circa 7%. Dit zou de staat circa EUR 230 mln op moeten brengen. Branchevereniging TLN schat dat circa 100 mln hiervan ten laste van de wegvervoerders komt. Daarnaast krijgt de sector te maken met een verhoging van de assurantiebelasting, die per 1 januari 2013 ingaat. TLN schat in dat dit alleen al voor het wagenpark een verhoging van de kosten van circa EUR 45 mln betekent. Maar ook de andere branches, zoals binnenvaart en opslag krijgen met deze maatregel te maken. De lastenverzwaringen komen op een ongunstig moment voor de sector Transport & Logistiek. Door de relatief lange periode van lage volumegroei, overcapaciteit en hoge brandstofkosten zijn de marges dun en hebben veel ondernemers moeite hun bedrijf te continueren. Een verhoging van de kosten zal doorberekend moeten worden aan de verladers om levensvatbaar te blijven. Technologie, Media & Telecom (TMT) In 2013 zal de sector TMT niet te maken krijgen met specifieke maatregelen uit het Regeerakkoord. Dat geldt wel in de jaren daarna. Zo gaan er minder middelen naar het topsectorenbeleid (ca. EUR 50 mln), maar wordt er wel meer toegewezen aan fundamenteel onderzoek en de stimulering van Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI). Dat zal voor

10 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 bedrijven binnen de sector technologie iets minder gunstig uitpakken ten opzichte van de eerdere plannen. Verder wordt er in 2016 EUR 50 mln bezuinigd op de publieke omroep, in de jaren daarna oplopend naar EUR 100 mln. Dit moet voornamelijk door efficiencyverbeteringen worden bereikt, maar een negatieve impact op de bestedingen aan mediaproducties is waarschijnlijk. Dat geldt des te meer omdat bekend is geworden dat het Mediafonds geen subsidie meer krijgt. Voorts komen er tien projecten gericht op het vergroten van de kennis van ICT door het MKB, topsectoren en onderwijs en zorg. Dit zal een stimulerende werking hebben op de sector. Details zijn momenteel niet bekend. Verder kent de mediasector veel zzp-ers en zal de impact van de invoering van de winstbox in deze sector dus relatief groot zijn. Vanaf 2015 zullen de ondernemers een vlaktax in de winstbox gaan betalen. Dit gaat wel ten koste van de huidige aftrekposten als de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Dat zal waarschijnlijk voor zzp-ers met een laag inkomen negatief uitpakken. Autoretail De autoretailsector komt indirect aan de orde in het Regeerakkoord. Het is positief dat de sector, die zware tijden kent, ontkomt aan directe maatregelen in tijden van sterke bezuinigingen. Daadwerkelijke stimuleringsmaatregelen ontbreken, al kunnen met enige fantasie de afspraken die zijn gemaakt om de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer te verbeteren, als zodanig worden gekenmerkt. Elektrische mobiliteit zal worden gestimuleerd; een kans voor en signaal naar de branche om daar nog meer op in te zetten. De invloed van het Regeerakkoord op de autoretailbranche zal vooral merkbaar zijn via de consument. Autobezit en autorijden zullen duurder worden. Door de verhoging van de assurantiebelasting zullen de prijzen van autoverzekeringen stijgen. Ook zullen diesel- en LPG-rijders worden geconfronteerd met hogere accijnzen van respectievelijk 3 en 7 cent per liter. Tellen we dit op bij andere maatregelen die de portemonnee van de consument pijn doen, zoals hypotheekrenteaftrek en hogere ziektekostenpremies, dan kan het niet anders dan dat de autoverkopen zullen dalen in 2013. ABN AMRO verwacht een verkoopdaling van circa 7% in 2013, wat betekent dat maar 460.000 nieuwe auto s zullen worden verkocht. De maatregel uit het Lenteakkoord waarin werd bepaald dat woon-werkverkeer met de auto van de zaak belast zou worden, komt te vervallen. En ook lijkt de kilometerheffing definitief van de baan. Via het programma Beter Benutten zal o.a. worden ingezet op het verminderen van de files. Beide besluiten zullen geen direct merkbare invloed hebben op de branche. Verder heeft het afschaffen van de belastingvrijstelling voor oldtimers voor commotie gezorgd. De bestaande regeling was nog geen jaar geleden aangepast. Zowel de branche als de eigenaren hadden een onderscheid verwacht tussen daadwerkelijk mobiel erfgoed en auto s die voldoen aan de leeftijdsgrens van dertig jaar, maar wel dagelijks gebruikt worden en daarmee zwaar milieubelastend zijn. Bouw De bouwsector krijgt voornamelijk te maken met een aantal maatregelen uit het Regeerakkoord die betrekking hebben op de woningmarkt. Met het als voorwaarde stellen van annuïtair aflossen voor belastingaftrek bij nieuwe hypotheken en het verlagen van de overdrachtsbelasting is een begin gemaakt met de hervorming van de woningmarkt. Door het geleidelijk beperken van de hypotheekrenteaftrek vanaf 2014 voor nieuwe en bestaande gevallen worden deze hervormingen doorgezet en wordt duidelijkheid gegeven voor de lange termijn. Ook is afgesproken dat de restschuld bij verkoop van de woning gedurende een termijn van vijf jaar kan worden afgetrokken, waardoor het makkelijker wordt om te verhuizen. Doordat deze maatregelen op de korte termijn beperkt effect zullen hebben, zal het effect op de bouwsector ook bescheiden zijn. Daarnaast is afgesproken dat huren marktconform worden gemaakt. Het puntensysteem wordt vervangen door een systeem op basis van de marktwaarde van de woning. Ook wordt scheefwonen tegengegaan door voor huurders met een inkomen boven de EUR 43.000 de maximale huur op basis van het waarderingssysteem tijdelijk buiten werking te stellen. De doorstroming van huurders en meer marktconforme huren als gevolg van deze maatregel kunnen een positieve impuls geven aan de investeringen in de woningbouwsector. De extra huuropbrengsten van woningbouwcorporaties die het gevolg zijn van deze maatregelen, worden deels via de verhuurdersheffing afgeroomd. Dit betekent dat corporaties meer kunnen investeren in nieuwe woningen, wat een positief effect kan hebben op de bouwsector. Ten slotte komt er een minister van Wonen en Rijksdienst die wordt belast met het woondossier. Wat de invloed hiervan zal zijn kan nog niet worden gezegd, maar het zegt wel iets over de ambitie van dit kabinet.

11 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 APPENDIX 1. TABEL MACRO INDICATOREN Kerncijfers Nederlandse economie 2009 2010 2011 2012 2012r 2013r Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 % mutaties k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k BBP -3,7 1,6 1,0 0,2 0,2-0,4 0,5 Particuliere consumptie -2,1 0,3-1,0-0,1-0,3-1,2-0,3 Overheidsconsumptie 5,0 0,7 0,1 0,6-0,2 0,5-0,6 Investeringen -12,0-7,2 5,8-0,4-0,4-3,0 1,5 Uitvoer -7,7 11,2 3,9 2,2 2,6 4,0 4,6 Invoer -7,1 10,2 3,6 2,2 2,2 3,3 4,2 Consumentenprijzen (CPI - % j-o-j) 1,2 1,3 2,3 2,5 2,2 2,3 2,4 2,3 Lonen (% j-o-j) 2,7 1,0 1,4 1,5 1,7 1,8 1,7 1,7 2,0 niveaus Werkloosheid (% beroepsbevolking) 4,8 5,4 5,4 5,9 6,2 6,5 6,4 7,1 Producentenvertrouwen (ultimo) -8,1 2,6-1,3-2,6-4,8-6,7-7,7 (okt) Consumentenvertrouwen (ultimo) -11-14 -37-39 -40-29 -32 (okt) Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau Macro Research Kerncijfers internationale economie 2009 2010 2011 2012 2012r 2013r Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 % mutaties k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k BBP eurozone -4,4 2,0 1,4 0,0-0,2-0,5 0,2 BBP Duitsland -5,1 4,2 3,0 0,5 0,3 0,9 1,3 BBP Verenigde Staten -3,1 2,4 1,8 0,5 0,3 0,5 2,2 2,0 Niveaus USD per EUR (ultimo) 1,43 1,34 1,29 1,33 1,27 1,29 1,30 (okt) 1,30 1,15 Korte rente eurozone (%, 3m-euribor, ultimo) 0,5 1,0 1,4 0,8 0,7 0,2 0,2 (okt) 0,3 0,5 Lange rente, 10jr Bund (%, Duitsland, ultimo) 3,4 3,0 1,8 1,8 1,6 1,4 1,5 (okt) 1,4 2,2 Lange rente, Nederland (%,10jr staats, ultimo) 3,5 3,1 2,2 2,4 2,1 1,7 1,8 (okt) 1,7 2,4 Olieprijs Brent (USD/barrel, gemiddelde) 61,6 79,6 111,4 118,4 108,5 109,7 111,7 (okt) 110 105 Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau Macro Research

12 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 APPENDIX 2. TABEL MESO INDICATOREN Kerncijfers Nederlandse economie naar sector 2009 2010 2011 2012 2012v 2013v Algemeen Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 PMI (ultimo,index > 50 = groei) 53,1 57,5 46,2 49,6 48,9 50,7 48,9(okt) Bedrijfsfaillissementen (totaal uitgesproken) 8.040 7.211 7.140 2.210 2.147 1430(tm aug) Index Wereldhandel, ultimo 147,3 162,4 165 165,6 166,7 165,4 (aug) Agrifood Omzet voedings- en genotmiddelenind. (j-o-j) -6,9% 1,1% 9,0% -1,4% -5,4% -2,5%(tm aug) Productie voedings- en genotmiddelenind. (j-o-j) -1,3% 1,8% 1,6% 0,6% -3,5% -1,5%(tm aug) Export voedings- en genotmiddelen (j-o-j) -4,6% 12,6% 7,5% 1,8% 2,3% 7,4%(tm aug) Producentenprijzen voedingsmiddelen (ultimo) -5,3% 5,4% 10,1% 2,2% 3,0% 5,9% Bouw en onroerend goed Omzet bouw excl. proj. ontw. (% j-o-j) -4,4-8,9 3,7-8,4-7,1-5,0 (aug) Verleende nieuwbouwvergunningen ( mrd) 16,0 13,0 12,1 1,9 2,4 1,4 (aug) Bouwproductie (volumes, % j-o-j) -1,1-8,9 4,3-10,4-7,8-6,7 (aug) Aantal maanden productie in portefeuille 6,2 5,9 6,2 5,9 5,6 5,4 5,3 Aantal woningtransacties 127.532 126.127 120.739 23.951 34.628 22978 115.000 100.000 Prijs koopwoningen (in %, j-o-j) -3,3-2,0-2,3-3,8-5,0-8,0-6 -8 Detailhandel Retail verkopen (waarde, in %, j-o-j) -3,9-0,2 0,2 1,4-2,0 0,5 (aug) -2,0 Retail prijs (in %, j-o-j) 1,2 0,2 1,5 1,9 1,5 0,9 (aug) 1,5 Omzet supermarkten (in %, j-o-j) 1,3 1,8 2,1 4,9 1,8 7,4 (aug) 1,0 Autoverkopen (aantallen, ultimo) 388.000 483.000 555.900 166.000 166.000 96000 490.000 460.000 Industrie Dagproductie (in %, j-o-j) -8,7 7,0 3,3-0,8-0,6-0,6 (aug) Bezettingsgraad (%, ultimo) 77,5 80,6 79,6 79,0 (jan) 77,9 (apr) 78,8 (jul) 77,9 (okt) Oordeel orderpositie, ultimo* -30,3-11,1-13,6-14,9-18,3-18,2-20,8 (okt) Oordeel voorraden, ultimo* 2,1 2,0 2,3 3,1 2,9 5.0 4,6 (okt) Technologie, Media & Technologie Omzet telecommunicatie (in %, j-o-j) -4,9 0,6-0,7 0,8-1,9 Omzet reclamebureaus (in %, j-o-j) -14,2-1,7-4,5-6,0 0,0 Omzet IT dienstverlening (in %, j-o-j) -1,4-0,6 3,2-0,1-1,8 Omzet softwareontwikkeling (in %, j-o-j) -5,2 1,2 1,6 Transport & Logistiek Omzet Transport & Logistiek (in %, j-o-j) -12,5 2,6 4,5 2,3 2,9 Baltic Dry Index (ultimo) 2.617 2.758 1.738 944 1.004 766 971(5nov) Goederenvervoer Schiphol (tonnen x1.000) 1.286 1.512 1.523 358 (t/m mrt) 753 (t/mjun) 1103 (t/msept) Sentiment transport (ultimo) -24,1 1,8-28,9-3,0 (feb) -15,4 (jun) 9,2 (sep) 9,0 (okt) Zakelijke dienstverlening Oordeel omzet 3-mnds, ultimo* -10 7,6 5,1 13,1 (sep) 5,9 (okt) Omzet uitzendbranche (in %, j-o-j) -13,8-2,6 8,4 2,0 0,4-3(per.10) -3,0 3,0 Eurozone Services PMI (ultimo) 53,6 54,2 48,8 49,2 47,1 46,1 46,0 (okt) JP Morgan Global Services PMI (ultimo) 51,8 56,6 53,1 55,0 50,7 53,8 52,1 (okt) Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau Sector & Commodity Research * saldo positieve en negatieve antwoorden (%)

13 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Overige publicaties van ABN AMRO Economisch Bureau: De Nederlandse Economie in zicht verschijnt elke maand en gaat in op macro- en meso-economische ontwikkelingen. Overige periodieke publicaties van het Economisch Bureau zijn onder meer: Macro Weekly Wekelijkse publicatie over actuele mondiale ontwikkelingen op het terrein van macro-economie en financiële markten. De publicatie komt uit in het Nederlands en het Engels. Visie op rente en euro Macro Visie Emerging Markets Outlook Sector Monitoren Visie op Sectoren Quarterly Commodity Outlook (joint venture met Research & Strategy van ABN AMRO Private Banking) Maandelijkse update over renteontwikkelingen in eurozone en Nederland en de koers van de euro. Kwartaalpublicatie over conjuncturele ontwikkeling in industrielanden en opkomende markten. Tevens worden prognoses gegeven van onder meer BBP-groei, inflatie, werkloosheid en begrotingstekort. Zowel Nederlands- als Engelstalig. De meest recente uitgave verscheen midden oktober. Kwartaalpublicatie over opkomende economieën (Engels). Rapport met sector specifieke economische ontwikkelingen. Op dit moment zijn er zeven Sector Monitoren: Agrifood, Bouw, Industrie, Retail, TMT (Technologie, Media & Telecommunicatie), Transport & Logistiek en Zakelijke dienstverlening. Jaarlijkse sectorupdate waarin Sector & Commodity Research zijn visie geeft op brancheontwikkelingen en omzetverwachtingen. In de VOS 2012 worden 9 sectoren en circa 75 branches besproken in factsheets van twee pagina s. Eind mei 2012 is de nieuwe VOS gepubliceerd. Kwartaalrapport dat de prijsvooruitzichten voor grondstoffen van ABN AMRO weergeeft voor zowel de korte (3 maanden) als de lange termijn (tot en met 2014). In het rapport wordt in gegaan op grondstoffen zoals olie, gas, goud, zilver, aluminium, koper, staal, kolen, graan en suiker. De meest recente uitgave is van oktober. Contactgegevens ABN AMRO Economisch Bureau: Primair aandachtsgebied: Telefoonnummer: E-mailadres: Han de Jong Chief economist 020 628 4201 han.de.jong@nl.abnamro.com Wilma Schelvis Research assistent 020 628 1058 wilma.schelvis@nl.abnamro.com Macro research: - Nick Kounis (hoofd) Wereld, eurozone, ECB, Italië, Denemarken, Griekenland 020 343 5616 nick.kounis@nl.abnamro.com - Aline Schuiling Eurozone, Duitsland, Spanje, Portugal, 020 343 5606 aline.schuiling@nl.abnamro.com - Joost Beaumont Frankrijk, VK, Ierland 020 628 3437 joost.beaumont@nl.abnamro.com - Nico Klene Nederland, België, Oostenrijk 020 628 4204 nico.klene@nl.abnamro.com - Peter de Bruin VS 020 343 5619 peter.de.bruin@nl.abnamro.com - Georgette Boele FX, Zwitserland, Zweden, Noorwegen, grondstoffen, edelmetalen, diamanten 020 628 7789 georgette.boele@nl.abnamro.com - Roy Teo FX Azië, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, edelmetalen +65 6597 8616 roy.teo@sg.abnamro.com - Ruben van Leeuwen Fixed income research 020 344 2036 ruben.van.leeuwen@nl.abnamro.com Project Research: - Hein Schotsman (hoofd) Projecten, bankwezen, Japan 020 628 3800 hein.schotsman@nl.abnamro.com - Philip Bokeloh Projecten, huizenmarkt 020 383 2657 philip.bokeloh@nl.abnamro.com Emerging Markets: - Marijke Zewuster (hoofd) Emerging markets, sovereign risk, Brazilië, Latijns-Amerika 020 383 0517 marijke.zewuster@nl.abnamro.com - Arjen van Dijkhuizen Rusland, Emerging Europa 020 628 8052 arjen.van.dijkhuizen@nl.abnamro.com - Maritza Cabezas China, Emerging Azië 020 343 5618 maritza.cabezas@nl.abnamro.com Sector & Commodity Research: - Jacques van de Wal (hoofd) Alle sectoren 020 628 0499 jacques.van.de.wal@nl.abnamro.com - Eric Huliselan Industrie 020 628 2138 eric.huliselan@nl.abnamro.com - Casper Burgering Delfstoffen, zakelijke dienstverlening 020 383 2693 casper.burgering@nl.abnamro.com - Hans van Cleef Energie 020 343 4679 hans.van.cleef@nl.abnamro.com - Nadia Menkveld Transport(-middelen) 020 628 6441 nadia.menkveld@nl.abnamro.com - Thijs Pons Agrifood en agrarische grondstoffen 020 628 6437 thijs.pons@nl.abnamro.com - Mathijs Deguelle Retail 020 344 2197 mathijs.deguelle@nl.abnamro.com - Madeline Buijs - Theo de Kort Bouw en onroerend goed Informatieanalist 020 383 8201 020 628 0489 madeline.buijs@nl.abnamro.com theo.de.kort@nl.abnamro.com - Ingrid Kroeze Research ondersteuning 020 383 5161 ingrid.kroeze@nl.abnamro.com

14 Nederlandse economie in zicht - Regeerakkoord 2013-2017 - 7 november 2012 Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de economie en in uw sector: download de Markets Insights app via abnamro.nl/marketinsights of direct in de App Store. Lees meer over het Economisch Bureau op: abnamro.nl/economischbureau abnamro.nl/sectoren Dit document is samengesteld door ABN AMRO. Het heeft uitsluitend als doel om financiële en algemene informatie te verstrekken over de economie en sectoren. ABN AMRO behoudt zich alle rechten voor met betrekking tot de informatie in het document en het document wordt uitsluitend aan u verstrekt voor uw informatie. Het is niet toegestaan dit document (geheel of deels) te kopiëren, distribueren, door te geven aan een derde of om het voor enig ander doel te gebruiken dan hier boven bedoeld. Dit document is informatief bedoeld en vormt geen aanbieding van effecten aan het publiek, of een uitnodiging om een aanbod te doen. U mag niet om welke reden dan ook vertrouwen op de informatie, meningen, beramingen, en aannames in dit document noch dat het compleet, accuraat of juist is. Er wordt geen garantie gegeven, uitdrukkelijk of stilzwijgend, door of uit naam van ABN AMRO, haar directeuren, functionarissen, vertegenwoordigers, gelieerde partijen, groepsmaatschappijen of werknemers met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document, en geen enkele aansprakelijkheid wordt geaccepteerd voor enig verlies als direct of indirect gevolg van het gebruik van deze informatie. De opvattingen en meningen opgenomen hierin kunnen op enig moment aan verandering onderhevig zijn en ABN AMRO heeft geen enkele verplichting om de informatie in dit document na de datum hiervan te herzien. Voordat u in enig product van ABN AMRO investeert, dient u zich te informeren over de verschillende financiële en andere risico s, alsmede mogelijke beperkingen voor u en uw investeringen als gevolg van toepasselijke wetgeving en regels. Indien u, na lezing van dit document, overweegt een investering te doen in een product, raadt ABN AMRO aan om een dergelijke investering met uw relatiemanager of persoonlijke adviseur te bespreken om nader te bezien of het relevante product met inachtneming van alle mogelijke risico s past bij uw investeringen. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garanties voor de toekomst. ABN AMRO behoudt zich het recht voor wijzigingen in dit materiaal aan te brengen. Alle rechten voorbehouden.